LOOPBAANLEREN IN VOLTIJDS BSO EN TSO Een onderzoek naar de relatie tussen de loopbaanleeromgeving, loopbaancompetenties en loopbaanactualisatie

Vergelijkbare documenten
Van school naar werk: hoe jongeren begeleid (willen) worden en loopbaancompetenties ontwikkelen

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick

COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS?

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

Frans Meijers, Marinka Kuijpers & Jantiene Bakker. Over leerloopbanen en loopbaanleren

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

EFFECTIVENESS OF MATH LEARNING IN THE FIRST YEARS OF SPECIAL PRIMARY EDUCATION a Propensity Score Matching Approach

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

EDUCATION AS INVESTMENT, CONSUMPTION OR ADAPTING TO SOCIAL NORM: IMPLICATIONS FOR EDUCATIONAL MISMATCH AMONG GRADUATES

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

Dag secundair onderwijs 5 februari 2016

Het Vlaamse onderwijs in internationaal perspectief

SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil?

Groen Verbindt. Floriade 2012

Verbreden van de loopbaandialoog met sociale media

(Leer)loopbaanbegeleiding voor loopbaanzekerheid VLOR-SEMINARIE ONDERWIJSLOOPBAANBEGELEIDING VEERLE VAN DAMME ELS VAN DE WALLE

HOW GREEN IS THE GRASS ON THE OTHER SIDE? Exploring the intention of beginning teachers to leave the teaching profession. D. De Neve & G.

HOE DE COLLECTIEVE DOELMATIGHEIDSBELEVING VAN LERARENTEAMS WORDT BEÏNVLOED DOOR SOCIAALECONOMISCHE SCHOOLCOMPOSITIE

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Infosessie Duaal leren / Leren en werken Syntra West, CLW Kortrijk Kortrijk 17 april 2018

Aan de weg timmeren: studietrajectbegeleiding en loopbaanleren 12/01/2015

DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN

Toekomstgericht opleiden. Prof. dr. M. Kuijpers

DE ROL VAN VAKGROEPEN BIJ DE PROFESSIONELE ONTWIKKELING VAN LERAREN SECUNDAIR ONDERWIJS Een kwalitatieve studie. J. Valckx & G.

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.9 - Juni

Werkplekleren: leren doen doet leren 6 februari 2012

Een loopbaangerichte leeromgeving in het vmbo

LOB en Vernieuwing VMBO. Landelijke dag Zorg en Welzijn Edith Vissers, KPC Groep

De afgelopen jaren zijn er een aantal knelpunten in ons onderwijssysteem gedetecteerd:

Wegen naar je toekomst Je gids in je zoektocht naar een diploma, opleiding of werk

Programma sessie. Vraag. theorie naar. praktijk. Van wie heeft u geleerd na te denken over de keuzes in uw loopbaan? VMBO Congres 31 januari 2013.

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

COUNTRIES STRIVE TOWARDS MORE QUALITY AND EQUITY IN EDUCATION: SUCCESS OR FAILURE? Evidence from TIMSS 2003 and 2011, Grade 4

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

HOE HAAL IK MIJN DIPLOMA SECUNDAIR ONDERWIJS? Leerwegen naar de toekomst

2. Op welke manier verloopt de samenwerking tussen VDAB en school in de gezamenlijke aanpak van NEET-jongeren/vroegtijdige schoolverlaters?

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

DIFFERENCES IN HORIZONTAL AND VERTICAL MISMATCHES ACROSS COUNTRIES AND FIELDS OF STUDY. Dieter Verhaest, Sana Sellami & Rolf van der Velden

Een loopbaanperspectief op leven lang ontwikkelen

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

Loopbaanbegeleiding navigeren naar succes!

LOB in de vernieuwing vmbo & mbo

DE BIJDRAGE VAN VAKGROEPLEIDERSCHAP AAN PROFESSIONELE LEERGEMEENSCHAPPEN IN VAKGROEPEN IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS. B. Vanblaere & G.

De trajectbegeleider, sleutelfiguur binnen Duaal leren

Onderzoek Maatschappelijke Stage

ONDERWIJS & ONDERNEMEN

Samen verantwoordelijk voor studiesucces

Vroegtijdig schoolverlaten in Vlaams onderwijs

LOOPBAANVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN HOOFDSTUK 1

Vroege schoolverlaters in Vlaanderen Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2007 Samenvatting. G. Van Landeghem, M. Goos & J.

De LOB-scan voor mbo

Retentie in het beroep van leraar

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Het Vlaamse secundair onderwijs internationaal vergeleken

Reflecties op: Duaal leren Een volwaardige kwalificerende leerweg

duurtijd van de opleiding en de arbeidstijd. Hierbij stellen we dat het, gegeven deze regelgeving, allicht niet evident is voor werkgevers om tegen

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

SCHOLEN SCHOLIEREN BEDRIJVEN

SONAR - 24 april 2008 Maken jongeren in Vlaanderen de overgang van school naar werk met succes? E. Omey & W. Van Trier

LOB-spiekbriefje. 3. In dialoog: feedback vragen. 4. Formuleren vervolgstap. 2. Delen van de ervaring. 5. Profiel op- of bijstellen en netwerken

Op weg naar competente loopbaanbegeleiders

LOB, wat moet ik ermee als ouder?

LOOPBAANCOMPETENTIES EN LOOPBAANSUCCES: DE MODERERENDE INVLOED VAN SEKSE Nikky Wessels Hogeschool de Kempel

Van VDAB-opleiding naar knelpuntberoep

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Decreet duaal leren en de aanloopfase

GROEI LOOPBAAN ONTWIKKELING EIGEN REGIE TALENT INNOVATIEKRACHT BEWUST PERSONEEL FLEXIBILITEIT ZELFSTURING EMPLOYMENT NETWERKEN TOEKOMST WERKNEMER

Tien jaar master(s) in het sociaal werk en sociaal beleid Een blik op het verleden, heden én de toekomst! Resultaten onderwijsproject

Resultaten enquête jongerenambassadeurs voor sociale inclusie

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX

Het Loopbaanlab brengt onderwijsprofessionals in beweging

KINDERGARTEN RETENTION IN FLANDERS: DIFFERENTIAL EFFECTS ON MATHEMATICS GROWTH FOR GENDER AND LANGUAGE GROUPS A Propensity Score Matching Approach

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

DE ONDRAAGLIJKE LICHTHEID VAN STUDIEKEUZEN

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

DOEN SCHOLEN ERTOE BIJ DE PROFESSIONELE ONTWIKKELING VAN LEERKRACHTEN?

SAMEN LOOPBAANLEREN VERANKEREN OP SCHOOL WORKSHOP VOOR DECANEN SAMEN MET SCHOOLLEIDERS. Inge Kirsten De loopbaan van de leerling centraal

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

ACADEMIEJAAR LEREN OP SCHOOL ÉN OP DE WERKPLEK. Graduaat in Maatschappelijk werk.

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW

Voorwoord. dr. Marinka Kuijpers dr. Frans Meijers

Visie op LOB van het Summa College

SCHOLEN DIE VERBINDEN Naar een beter begrip van de impact van binding en een autoritatief schoolklimaat op spijbelen

Leren kiezen: Van ervaring naar zelfsturing

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

Een diploma geeft je vleugels!

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar ): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item

Samenwerking bedrijven en onderwijs in Limburg zit in de lift

Ouderbetrokkenheid bij LOB

WAAROM DIT ONDERZOEK?

NAAR SCHOOL IN VLAANDEREN

Transcriptie:

LOOPBAANLEREN IN VOLTIJDS BSO EN TSO Een onderzoek naar de relatie tussen de loopbaanleeromgeving, loopbaancompetenties en loopbaanactualisatie Heidi Knipprath

LOOPBAANLEREN IN VOLTIJDS BSO EN TSO Een onderzoek naar de relatie tussen de loopbaanleeromgeving, loopbaancompetenties en loopbaanactualisatie Heidi Knipprath Promotor: Ides Nicaise Research paper SSL/2015.27/4.3 Leuven, 30 juni 2016

Het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen is een samenwerkingsverband van KU Leuven, UGent, VUB, Lessius Hogeschool en HUB. Gelieve naar deze publicatie te verwijzen als volgt: Knipprath, H., & Nicaise, I. (2016). Loopbaanleren in voltijds BSO en TSO. Een onderzoek naar de relatie tussen de loopbaanleeromgeving, loopbaancompetenties en loopbaanactualisatie. Leuven: Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen, rapport n SSL/2015.27/4.3. Voor meer informatie over deze publicatie heidi.knipprath@kuleuven.be; ides.nicaise@kuleuven.be Deze publicatie kwam tot stand met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, Programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek. In deze publicatie wordt de mening van de auteur weergegeven en niet die van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid is niet aansprakelijk voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de opgenomen gegevens. D/2016/4718/typ het depotnummer ISBN typ het ISBN nummer 2016 STEUNPUNT STUDIE- EN SCHOOLLOOPBANEN p.a. Secretariaat Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 bus 5300, BE 3000 Leuven Deze publicatie is ook beschikbaar via www.steunpuntssl.be

Voorwoord De aandacht voor werkplekleren in het technisch en beroepssecundair onderwijs neemt toe in Vlaanderen. Leren op de werkvloer, zo wordt namelijk verondersteld, biedt leerlingen de kans om de kennis en vaardigheden die ze op school geleerd hebben in de praktijk toe te passen. Op deze manier kunnen ze beter voorbereid worden op de arbeidsmarkt. Dit rapport, waarin de relatie tussen werkervaringen, verworven competenties en de loopbaan nader werd onderzocht, bevestigt het belang van werkplekleren. Maar ook het belang van leerlinggerichte begeleiding met aandacht voor een reflexieve dialoog. Werkplekleren komt met andere woorden pas tot zijn recht wanneer het plaatsvindt in een krachtige loopbaanleeromgeving. It s the quality, not quantity, is een gekende uitspraak dat ook van toepassing is bij werkplekleren in het voltijds secundair onderwijs in Vlaanderen. Duizenden woorden zijn niet genoeg om de scholen, leerlingen en leerkrachten te bedanken die dit onderzoek mogelijk hebben gemaakt. In de zoektocht naar scholen bleek wederom hoe scholen overbevraagd worden door studenten en onderzoekers voor deelname aan onderzoek. Ondanks deze overbevraging en de drukke periode waarin jullie zaten, van harte bedankt voor jullie medewerking! Loopbaanleren in voltijds BSO en TSO v

Beleidssamenvatting Loopbaanleren Ongekwalificeerde uitstroom, de mismatch tussen vacaturevereisten en profielen van werkzoekenden Het zijn enkele voorbeelden van uitdagingen waarmee beleid, het onderwijsveld en de arbeidsmarkt in een steeds veranderende wereld van werk geconfronteerd worden. Deze veranderende wereld van werk vraagt om jongeren en volwassenen die in staat zijn om de eigen (school)loopbaan te sturen. Competenties ontwikkelen om de eigen loopbaan aan te sturen wordt loopbaanleren genoemd. Loopbaanleren en de ondersteuning daarvan, loopbaanbegeleiding, zijn niet alleen belangrijk voor werknemers, maar ook relevant voor leerlingen. In Nederland hebben Marinka Kuijpers en collega s onderzoek gedaan naar loopbaanleren in beroepsonderwijs, dat gekenmerkt wordt door hoge schooluitval en verspilling van talent als gevolg van het maken van een verkeerde studie- of beroepskeuze. Zij stellen dat het ontwikkelen van loopbaancompetenties het best gebeurt in een krachtige leeromgeving waarbij leerling- en praktijkgericht onderwijs met aandacht voor een reflexieve loopbaandialoog centraal staat (e.g. Kuijpers, Meijers & Gundy, 2011; Meijers, Kuijpers & Bakker, 2006; Meijers, Kuijpers & Gundy, 2013; Winters, 2012). Onder loopbaancompetenties horen volgens Kuijpers en collega s de competentie om aan loopbaanreflectie te doen (reflectie op eigen motieven en interesses), de competentie om de eigen loopbaan vorm te geven (het realiseren van beroepswensen door middel van werkexploratie en loopbaansturing) en de vaardigheid om te netwerken. Met inzicht in de eigen kwaliteiten en interesses en de vaardigheid om de eigen loopbaan vorm te geven, zouden jongeren beter voorbereid moeten zijn op de transitie naar de arbeidsmarkt en op het realiseren van hun loopbaan (loopbaanactualisatie). Geïnspireerd door het onderzoek van Kuijpers en collega s willen onderwijsverstrekkers en de VDAB samen werk maken van loopbaanbegeleiding in arbeidsmarktgerichte opleidingen. Ondanks deze toenemende belangstelling vanuit het Vlaamse onderwijsveld en de arbeidsmarkt in loopbaanleren, bestaat er nauwelijks onderzoek op basis van het model van Kuijpers in Vlaanderen. Daarom werd in dit onderzoek nagegaan in welke mate de Nederlandse onderzoeksresultaten van Kuijpers en collega s gevalideerd kunnen worden voor het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs in Vlaanderen. Op deze manier konden interessante inzichten verworven worden voor beleidsmakers en mensen uit de praktijk die loopbaanleren concreter vorm willen geven en zo de transitie naar de arbeidsmarkt willen verbeteren. Bovendien kwamen een aantal aandachtspunten naar boven die relevant zijn voor de implementatie van duaal leren. De studie bestaat uit drie delen of papers. De eerste en tweede paper werden gebaseerd op exploratief onderzoek tijdens het schooljaar 2015-2016 in twaalf scholen (hierna: het LOB-onderzoek). Hiervoor werd een vragenlijst afgenomen bij 384 leerlingen van 6 en 7 TSO en BSO. Er werden ook (groeps)gesprekken gevoerd met 82 leerlingen en 38 personeelsleden. De gegevens werden verzameld op basis van een selecte steekproef, met vooral scholen uit de provincie Vlaams-Brabant. De resultaten Loopbaanleren in voltijds BSO en TSO 1

kunnen daarom niet zonder meer gegeneraliseerd worden naar de Vlaamse populatie. Met het LOBonderzoek werd beschreven in paper 1 hoe leerlingen en leerkrachten loopbaanleren ervaren. Daarnaast werd onderzocht in paper 2 hoe loopbaancompetenties binnen de Vlaamse context gemeten kunnen worden en wat de relatie is tussen loopbaanleren, loopbaancompetenties en (school)loopbaanactualisatie (arbeidsidentiteit en keuzekwaliteit). In de derde paper kwamen de resultaten van een padanalyse op basis van de SONAR-data aan bod. Daarvoor werden gegevens gebruikt van jongvolwassenen die in de 3 de graad een studierichting in TSO of BSO hebben gevolgd en erna doorgestroomd zijn naar de arbeidsmarkt. Aan de hand van deze gegevens werd het verband tussen loopbaanleren, het inzetten van loopbaancompetenties en de feitelijke transitie naar de arbeidsmarkt nagegaan. Onderzoeksresultaten Paper 1 Leerlingen krijgen de mogelijkheid om levensechte werkervaringen op te doen via stage, werkplekleren in klassikaal verband, leerondernemingen, maar ook dankzij vakantie- en weekendwerk. Leerlingen zijn over het algemeen tevreden over de autonomie die ze krijgen op de werkvloer, maar ook met de begeleiding van de stagementor en de leerkrachten. Leerkrachten hebben dan ook op basis van een stagedossier, stagebezoeken en een vast netwerk van stageplekken, een goed instrument voor kwaliteitsbewaking van de stageplek uitgebouwd. Het stagedossier en de stagebesprekingen bieden ook kansen om tot reflectie en een diepgaande loopbaandialoog te komen, maar deze kansen worden niet overal in dezelfde mate benut. Bovendien vereisen stagegesprekken, bilateraal of trilateraal, sterke communicatieve vaardigheden en een sfeer van vertrouwen waarin alle partijen open met elkaar kunnen communiceren. Dit is niet altijd even evident. Leerlingen, wanneer ze een gebrek aan vertrouwen ervaren, maar plannen hebben om verder te studeren, voelen zich weinig ondersteund met betrekking tot keuzebegeleiding. Vooral in het beroepssecundair onderwijs worstelen leerkrachten met de contradictie tussen de arbeidsmarktgerichtheid van hun opleidingen en de, volgens leerkrachten onrealistische, wensen van leerlingen om verder te studeren na het zevende leerjaar. Iets minder dan de helft van de leerlingen wil een job uitoefenen dat niet in het verlengde ligt van hun studierichting. Leerlingen geven aan dat kiezen op 14 jaar te vroeg is en dat interesses en keuzes erna kunnen en mogen veranderen. Nog meer dan loopbaangesprekken, onderstrepen zij het belang van het uitproberen van verschillende studies (cf. beroepencarrousel in eerste graad) om eigen interesses en vaardigheden te ontdekken. Niet alleen de school, maar ook de ouders spelen een belangrijke rol in loopbaanbegeleiding door te luisteren naar de werkervaringen van jongeren en, volgens leerkrachten, door hen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Hoewel leerlingen en leerkrachten in studierichtingen met relatief weinig uren voor stage vragende partij zijn voor meer stage, is er enige terughoudendheid ten opzichte van een systeem zoals duaal leren waarbij meer dan de helft van de opleidingsduur wordt doorgebracht op de werkvloer. Werkplekleren zou minder renderen naarmate de tijd verstrijkt. Meer werkplekleren wordt door de leerlingen ook geassocieerd met een Loopbaanleren in voltijds BSO en TSO 2

degradatie van de onderwijskwalificatie. Bovendien vrezen leerkrachten te veel specialisme, te weinig aandacht voor algemene vorming en een gebrek aan werkplekken. Paper 2 Op basis van statistische analyses werd een betrouwbaar meetinstrument bekomen voor vier loopbaancompetenties: loopbaanreflectie, loopbaansturing, werkexploratie en netwerken. Met behulp van dit meetinstrument werd de relatie tussen loopbaanleren, -competenties en -actualisatie onderzocht aan de hand van meervoudige regressieanalyses. Van de leerlingkenmerken blijkt enkel de interne beheersingsoriëntatie (interne locus of control) een betekenisvol effect uit te oefenen op loopbaancompetenties en actualisatie. Hoe meer men overtuigd is dat men zelf verantwoordelijk is voor het eigen falen of succes, hoe vaker men zal reflecteren, netwerken, en aan werkexploratie en loopbaansturing doen. Men zal ook zekerder zijn van de eigen kwaliteiten, de eigen interesses en beter de eigen loopbaandoelen kunnen definiëren. Leerlingkenmerken, zoals geslacht, leeftijd en thuistaal, lijken na controle van andere variabelen geen rol te spelen in de ontwikkeling van loopbaancompetenties en -actualisatie. Ook de meeste situationele kenmerken, zoals net, leerjaar en onderwijsvorm, hebben doorgaans geen overtuigende impact op loopbaancompetenties, met uitzondering van de studierichting. Leerlingen in STEM-richtingen zijn minder bezig met loopbaanreflectie, maar zeggen wel vaker een job te willen uitvoeren die aansluit bij de opleiding. De loopbaangerichte leeromgeving blijkt een belangrijke rol te spelen bij de ontwikkeling van loopbaancompetenties, voor zowel TSO- als BSO-leerlingen, en via de loopbaancompetenties onrechtstreeks in loopbaanactualisatie. Daarbij valt op dat de aard van de begeleiding belangrijker is dan de duur van de stage en andere werkervaringen. Het kleine verband tussen stageduur en loopbaancompetenties verdwijnt na controle voor andere variabelen. Het zijn vooral de mogelijkheden tot autonomie, dialoog en loopbaanbegeleiding die de variantie in loopbaancompetenties verklaren. Paper 3 Het effect van loopbaanleren op het inzetten van loopbaancompetenties na het verlaten van de initiële schoolloopbaan lijkt niet merkbaar aanwezig te zijn. Informatie over de werking van de arbeidsmarkt en sollicitatietraining, gekregen op school, zorgen er niet voor dat jongeren na het verlaten van de school meer middelen inzetten bij het zoeken naar werk. Werkervaring leidt er ook niet (effectief) toe dat men minder of meer acties onderneemt om werk te zoeken, of dat men vaker beroep zal doen op netwerken. Loopbaancompetenties werden echter zeer beperkt gemeten in dit onderzoek, terwijl activiteiten met betrekking tot loopbaanleren vooral op een kwantitatieve manier werden bekeken door middel van de duur van de stage en vakantiewerk. Loopbaanleren blijkt daarentegen wel een rechtstreekse invloed uit te oefenen op arbeidsmarktuitkomsten. Er werd een rechtstreeks en positief effect waargenomen van informatieverstrekking en sollicitatietraining op arbeidsmarktuitkomsten. Met betrekking tot werkervaringen werden er gemengde resultaten vastgesteld. Terwijl duur van de stage geen Loopbaanleren in voltijds BSO en TSO 3

significant effect lijkt te hebben op arbeidsmarktuitkomsten, heeft de duur van de werkervaring buiten de onderwijscontext dat wel. Er is een negatief verband tussen de inzet van loopbaancompetenties en arbeidsmarktuitkomsten. Het ondernemen van verschillende zoekacties naar werk hangt samen met een langere zoektijd en het vinden van een eerste job die minder goed aansluit bij de oorspronkelijke opleiding, en bijgevolg ook met minder jobtevredenheid. Dit zou erop kunnen wijzen dat loopbaancompetenties, zoals ze in deze paper gemeten werden, moeten ingezet worden wanneer het vinden van werk niet vanzelf blijkt te gaan. Meer onderzoek is nodig om na te gaan of dit vooral voor leerlingen uit bepaalde studierichtingen geldt. Aanbevelingen voor beleid en onderzoek Onderzoek Omdat het onderzoek naar loopbaanleren nog in de kinderschoenen staat, wordt aanbevolen meer onderzoek uit te voeren dat longitudinaal is, dat nog meer aandacht besteedt aan de operationalisering van relevante variabelen en/of dat experimenteel van aard kan zijn, bij voorkeur op basis van een aselecte steekproeftrekking. Loopbaanontwikkeling is bovendien een continu proces dat ook relevant kan zijn voor hoger en het algemeen secundair onderwijs. Tot slot, het samenvoegen van economische, sociologische en (neuro)psychologisch onderzoeksresultaten kan meer inzicht brengen in de effectiviteit van loopbaanleren. Beleid Een belangrijke boodschap die uit het onderzoek kan afgeleid worden is dat bij werkplekleren meer dan de duur van de stage, de kwaliteit van een loopbaangerichte leeromgeving bepalend is. Een dialoog met de stagegever, de praktijkleerkrachten en andere relevante actoren buiten de onderwijscontext blijkt namelijk een belangrijke rol te kunnen spelen in de ontwikkeling van loopbaancompetenties. Een dialoog lijkt het meest resultaat te hebben wanneer hij kan plaatsvinden in een sfeer van vertrouwen en leerlinggericht is. De bevordering van de loopbaanontwikkeling bij jongeren door het aanbieden van een krachtige loopbaanleeromgeving is echter niet alleen een taak van het onderwijs, de bedrijven en de ouders, maar ook van de overheid die daarbij een belangrijke ondersteunende rol kan bieden. Want er is vraag naar meer werkplekleren binnen de onderzochte scholen, maar ook een zekere terughoudendheid ten opzichte van een systeem zoals duaal leren waarbij de werkplekcomponent groter wordt dan de schoolcomponent. Daarom werden de volgende aanbevelingen geformuleerd ten aanzien van beleid en praktijk rond duaal leren: Houd rekening met de eigenheid van de studierichting en de draagkracht van de school. Niet alle studierichtingen en/of leerjaren lijken in dezelfde mate geschikt te zijn om een traject duaal leren op te starten. Stimuleer meer werkplekleren, maar maak een werkplekcomponent van 50% of meer niet verplicht. Zowel leerlingen als leerkrachten waarschuwen voor een saturatiepiek waarbij er te veel specialisme kan optreden, en waarbij het leerrendement en de brede inzetbaarheid op Loopbaanleren in voltijds BSO en TSO 4

de arbeidsmarkt dalen. Een rotatiesysteem waarbij werkplekleren achtereenvolgens bij verschillende werkgevers plaatsvindt zou specialisme tegen kunnen gaan. Evalueer de implementatie aan de hand van een wetenschappelijke studie. Evaluatieonderzoek kan zowel nieuwe inzichten als relevante aanbevelingen tot een betere implementatie voortbrengen. Een goede voorlichting zal nodig zijn, zowel voor leerlingen als voor leerkrachten en stagegevers. Zowel leerlingen als leerkrachten binnen de onderzochte scholen uitten een aantal bezorgdheden. Stagegevers zullen bovendien goed moeten worden ingelicht over de verantwoordelijkheid die van hen verwacht wordt voor de werkplekcomponent. Een leerling zal niet louter als werknemer aan de slag gaan, maar moet ook opgeleid worden. Bouw een kwaliteitssysteem uit dat ervoor zorgt dat de leerling zinvolle werkervaringen opdoet en de leerdoelstellingen kan halen op de werkvloer. Begeleiding en kwaliteit wegen zwaar door. Toename van werkplekleren zal geen gunstig effect hebben op loopbaanleren als enkel de duur van het werkplekleren wordt opgekrikt. Aandacht voor begeleiding, met name voor communicatieve en pedagogische vaardigheden van zowel de werkgever als de trajectbegeleider (leerkracht), is belangrijk om tot loopbaanleren en een betere voorbereiding van de leerling voor de arbeidsmarkt te komen. Loopbaanleren in voltijds BSO en TSO 5