ZIEKTEVERZUIMBELEID. Inclusief ziek- en herstelmelding en vervangingsregeling van de werknemers en vrijwilligers in de peuterspeelzalen

Vergelijkbare documenten
BELEID ZIEKTEVERZUIM. Krammer HE Brielle /

ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN. voor de Stichting Katholiek Onderwijs Mergelland

Stichting Maatvast 1 juni 2016 ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN

Protocol bij ziekte en re-integratie

Voorbeeld van een ziekteverzuimbeleidsplan voor het onderwijs

Ziekteverzuimplan ONDERWIJSPR1MAIR. Openbaar Primair Onderwijs Krimpenerwaard, Montfoort & Oudewater

ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN. Stichting. Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland

ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN. van. Stichting Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Venray en regio

Leidraad omgang met ziekteverzuim. Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR)

Ziekteverzuimbeleidsplan Stichting EEM VALLEI Educatief

ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN MEERDERWEERT

ZIEKTEVERZUIM BELEID KS Fectio

VCOG Ziekteverzuimbeleidsplan (concept)

SKB De Veenplas ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN. Januari 2015

Verzuimbeleid. De Oorsprong 06/08/ Verzuimbeleid februari 2017.docx

Ziekteverzuimbeleid. Versie 2.0. Inhoudsopgave. Datum vaststelling Bestuursbureau. 15 november Datum vaststelling GMR

VERZUIMBELEID WIJ DE VENEN VERZUIMPROCOTOL

Verzuimbeleidsplan De directeur maakt beter

TIJDPAD RE-INTEGRATIEMODEL

Stichting voor Openbaar Verenigd Onderwijs in Gorinchem en de regio

VERZU IMPROT OCOL Ziekmeldingen Formulier Registratie ziekmeldinggesprek. Contact tijdens ziekte

ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN

ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN. Vereniging tot instandhouding Christelijk onderwijs te Bruinisse

Ik ben ziek Wat nu? Informatiebrochure voor werknemers November 2007

Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden

Protocol Ziekteverzuim

verzuimbrochure Ziek melden voor uur bij de administratie Tel:

VERZUIMBELEID WIJ DE VENEN VERZUIMPROCOTOL

Procesbeschrijving Ziekteverzuim

Mei Ziekteverzuimbeleidsplan SPOVenray

Ziekteverzuimbeleidsplan

Periode Protocol Actie

Afdeling Interne Dienstverlening/Unit Personele Administratie van de Dienst Organisatie en Ondersteuning

Ziekteverzuimprotocol Pietje Puk BV

Verzuimprotocol NHTV. Verzuimprotocol NHTV - versie Pagina 1

Model voor verzuimprotocol

De volgende partijen zijn betrokken bij de uitvoering van het ziekteverzuimbeleid.

Verzuimverlof aanvragen

Verzuimprotocol: ziekteverlof aanvragen

Voorbeeld-reïntegratieprotocol

Model verzuimprotocol

1. Ziekmelding. 2. Bereikbaarheid

Ziek, verzuim, reïntegratie

ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN MEERDERWEERT

Verzuimprotocol Adopsa Payroll

Verzuimprotocol Centrum Arbeid en Mobiliteit B.V.

ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN O2A5. (mei 2009)

Openbaar Primair Onderwijs Almelo

Ik ben ziek Wat nu? Informatie over ziekteverzuim en reïntegratie

Week 1 t/m % Week 27 t/m 52 90% Week 53 t/m 78 80% Week 79 t/m %

Beleidsplan Ziekteverzuim

VERZUIMKAART. Dag 1 Aanvraag verzuimverlof

Verzuimprotocol. 1. Inleiding. 2. Visie op verzuim

VERZUIMREGLEMENT (VE R S I E 2. 2 )

Dubbel U - Verzuimreglement

Ziekteverzuimbeleidsplan

Verzuim- en re-integratieprotocol AURO

AMC leidraad: wat te doen bij ziekte. Uitgangspunten

Werkveld Datum Instemming (P)GMR Vastgesteld CvB

Werkveld Datum Instemming (P)GMR Vastgesteld CvB

Protocol Ziekteverzuim

Verzuim & preventieprotocol

Model verzuimprotocol

Ziekteverzuimreglement Inhoud

Dit protocol geldt voor een periode tot en met 4 weken na afloop van de arbeidsovereenkomst.

Regels bij verzuim Tenzij anders afgesproken met de schoolleiding, neemt u de eerste 8 weken wekelijks contact op om te informeren over het verloop

Verzuimwijzer voor de medewerker

De Lichtenvoorde. Protocol Ziekteverzuim

VeReFi model Verzuimprotocol

Ziekteverzuimbeleid. Stichting ROOS

WAT TE DOEN BIJ ZIEKTE? VOOR ASSISTANTS. Confidentieel niet dupliceren zonder toestemming van de Directie Versie 11 augustus van 8

Verzuimprotocol Mei

Verzuimbeleid Lucas. t.b.v de scholen voor VO van de Lucas. 1. Uitgangspunten

ZIEKTEVERZUIMBELEIDSPLAN. Stichting Penta Hoorn

V.4 HET VERZUIMPROTOCOL. 1. De ziekmelding

Verzuim? Verzuim voorkomen, Verzuimbeleid en Verzuimprotocol

Verzuimprotocol Stichting Verenigde Nederlandse Apotheken

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 8: VERZUIMPROTOCOL BIJ ZIEKTEVERZUIM

Ziekteverzuimbeleidsplan Stichting Eem-Vallei Educatief

VERZUIMBELEID VIVENTE 2006

Verzuimbeleid MBO Amersfoort Colofon

VERZUIMPROTOCOL STICHTING SPORTSERVICE NOORD-BRABANT. (versie 1.3 d.d )

Ziekteverzuimbeleid Ziekteverzuimbeleid_ docx

VERZUIMREGLEMENT. wat de aard van de klachten is (niet verplicht om te melden) en of deze verband hebben met het werk;

Ziekteverzuimprotocol

Verzuimprotocol Atlas College

Wet Verbetering Poortwachter

Titel Ziekteverzuimprotocol. Doelgroep Medewerkers

Bijlage 2: Stappenplan aangepast op schrappen eigen verklaring n.a.v. overleg met de werkgroep herinrichting arbodienstverlening.

Reglement ziekteverzuim SOPOGO

Ziekteverzuimreglement Payroll Talent

Tegenover het recht op ziekengeld staan ook een aantal (op wet- en regelgeving gebaseerde) verplichtingen.

2. Eerste dag Medewerker en leidinggevende

Onder verzuim verstaan we de ongeschiktheid tot het (gedeeltelijk) verrichten van eigen werkzaamheden door ziekte of gebrek.

ZIEKTEVERZUIMREGLEMENT

SPELREGELS BIJ VERZUIM

Verzuimbeleid Datum: 27 juni 2018 Versie: 2.1 Status: Vastgesteld (na goedkeuring GMR ) Proceseigenaar: Sjaak Verbree -> werkgroep personeel

Model ziekteverzuimreglement Als je wegens ziekte niet kunt werken, houd je dan aan de volgende regels:

ZIEKTEVERZUIMREGLEMENT

Ziekteverzuimreglement

Transcriptie:

Blad 1 van 20 ZIEKTEVERZUIMBELEID Inclusief ziek- en en vervangingsregeling van de werknemers en vrijwilligers in de peuterspeelzalen In overeenstemming met de Ondernemingsraad vastgesteld door de directeur-bestuurder d.d. 21-05-2012 Versie Mei 2012

Blad 2 van 20 Inhoudsopgave 1. INLEIDING 3 2. PREVENTIEF BELEID 3 3. CURATIEF BELEID 4 4. REGISTRATIE EN ADMINISTRATIE 6 5. LOONDOORBETALING BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID 7 6. BUDGETTERING 8 Bijlagen: 1. Protocol bij ziekte en re-integratie 9 2. Protocol bij vervanging 13 3. Protocol werkhervatting 14 4. Leidraad voor (telefonisch) gesprek bij ziekmelding 15 5. Leidraad voor een verzuimgesprek 16 6. Leidraad voor huisbezoek 17 7. Leidraad voor werkhervattinggesprek 18 8. Algemene toelichting op de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) 19

Blad 3 van 20 1. INLEIDING Het ziekteverzuimbeleid maakt onderdeel uit van het Arbo- en SHRM beleid van PWH en is gericht op het voorkomen en verminderen van verzuim van personeel en het wordt uitgevoerd aan de hand van een speciaal hiervoor opgesteld plan: Het ziekteverzuimbeleidsplan¹. Dit ziekteverzuimbeleidsplan is een uitwerking van de regels waaraan het beleid moet voldoen en omschrijft maatregelen ter bevordering van de veiligheid en de gezondheid en ter voorkoming en beperking van de psychosociale arbeidsbelasting (PSA) van werknemers. Het ziekteverzuimbeleid draagt bij aan het scheppen van een optimaal werkklimaat in overeenstemming met de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), Arbowet, Ziektewet, Wet Verbetering Poortwachter (WVP) en overige relevante regelgeving. Gezegd kan worden dat de strekking van dit ziekteverzuimbeleidsplan bewust worden is. Leidinggevenden worden zich meer bewust van de ziekteverzuimkengetallen van hun locaties / werkplek en de ziekteverzuimgegevens van de individuele medewerkers. Vervolgens zullen zij hierop gaan aansturen. Daarnaast maken de leidinggevenden de ziekteverzuimkengetallen van hun locaties / werkplek bespreekbaar binnen de teams, zodat ook de medewerkers hiervan bewust worden. De individuele ziekteverzuimgegevens worden door de leidinggevenden met de betrokken medewerkers besproken. Daarbij worden de medewerkers rechtstreeks aangesproken op hun verzuimgedrag. De directeur-bestuurder en de direct leidinggevenden van PWH zijn samen verantwoordelijk voor de uitwerking van het ziekteverzuimbeleid aan de hand van het ziekteverzuimbeleidsplan. De leidinggevenden zorgen voor de uitvoering van het beleid. PWH laat zich in zijn werkzaamheden bijstaan door een arbodienstverlener, een casemanager en door gecertificeerde Arbo deskundigen. In het MT-staf worden de activiteiten die in het kader van het ziekteverzuimbeleid worden verricht besproken en in samenspraak met de OR vastgesteld, waarna ze in de begroting worden opgenomen. Het ziekteverzuimbeleidsplan, zoals hieronder weergegeven, bestaat uit drie onderdelen: - Preventief beleid, ter verbetering van de verdeling tussen werkbelasting en belastbaarheid van personeel; - Curatief beleid, ter bevordering van het herstel van personeel en spoedige werkhervatting; - Registratie en administratie. ¹) Dit ziekverzuimbeleid heeft betrekking op de werknemers en vrijwilligers die binnen PWH werkzaam zijn. Daar waar het gaat om wettelijke regelingen, zoals de Wet Verbetering Poortwachter, is dit alleen van toepassing op de werknemers. 2. PREVENTIEF BELEID Preventief beleid houdt in dat mogelijke oorzaken van verzuim worden gesignaleerd en dat maatregelen worden genomen om verzuim tegen te gaan. Dit gebeurt aan de hand van: - signalen van de medewerkers (gedelegeerde preventietaken); - individuele gesprekken met medewerkers (functionering, c.q. ontwikkelgesprekken); - overlegvormen (waarin verzuim, welzijn en arbeidsomstandigheden worden besproken);

Blad 4 van 20 - directieoverleg met OR (waarin feedback van de ondernemingsraad wordt verkregen); - risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E), en plan van aanpak; - voorlichting over het verzuimbeleid; - het aanbieden van een preventief medisch onderzoek (PMO) c.q. periodiek arbeid gezondheidskundig onderzoek (PAGO); - het aanbieden van een open spreekuur over arbeidsomstandigheden. Inzet De leidinggevenden proberen ziekteverzuim tot een minimum te beperken door te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden, een prettig sociaal klimaat, een gepaste wijze van leidinggeven en voldoende aandacht voor de individuele werknemer. De werknemer draagt bij aan de preventie van verzuim door er een gezonde levenswijze op na te houden en problemen tijdig te onderkennen en te bespreken. Het beleid van PWH is er op gericht oorzaken van verzuim zo veel mogelijk uit te sluiten. Alleen als leidinggevenden én werknemers zich volledig inzetten voor beperking van het ziekteverzuim, is het beleid effectief. Medewerkers met gedelegeerde preventietaken De directeur-bestuurder overlegt met het MT-staf en de ondernemingsraad over de wijze waarop de preventietaken worden georganiseerd. Dit volgt uit de uitkomsten van het onderzoek gericht op de uitvoering van de GGD en RI&E. Het eerste kwartaal van 2012 volgt hier meer duidelijkheid over. Voorlichting In het MT-staf overleg komt het ziekteverzuim aan de orde en worden kengetallen vergeleken met het landelijk gemiddelde. PWH geeft regelmatig voorlichting over onderwerpen die gezondheid en arbeid aangaan, in het bijzonder de preventie van beroep gebonden aandoeningen. De leidinggevenden informeren medewerkers over het gehanteerde ziekteverzuimbeleid en de afspraken die hierover zijn gemaakt. Voorlichting is een essentieel onderdeel van de aanpak van ziekteverzuim. Functionering- c.q. ontwikkelgesprek Tijdens deze jaarlijks terugkerende gesprekken is het ziekteverzuim een punt op de agenda. Op deze manier kan systematisch worden geïnventariseerd of er (werk gebonden) oorzaken voor het verzuim zijn en kunnen werknemers op hun verzuimgedrag worden aangesproken als hier een noodzaak voor is. Specifiek voor het bespreken van verzuim wordt gebruik gemaakt van het verzuimgesprek. Verzuimgesprek De bedrijfsarts houdt met iedereen die tenminste driemaal per jaar heeft verzuimd een verzuimgesprek. Dit gesprek staat los van het actuele verzuim en heeft als onderwerp de oorzaak van het individuele verzuimgedrag te achterhalen. Uit het gesprek blijkt of verzuimd wordt als gevolg van medische klachten, arbeidsomstandigheden of privéomstandigheden. Indien de oorzaak van het verzuim bekend is, proberen werkgever en werknemer tot een oplossing van de problemen te komen. In voorkomende gevallen kunnen de werkzaamheden tijdelijk aangepast worden. Tijdens het verzuimgesprek tussen de direct leidinggevende en de werknemer komen ook de gevolgen van het verzuim voor de organisatie en eventuele wijzigingen in het werk tijdens de verzuimperiode aan de orde. Werknemers die na het gesprek met de bedrijfsarts frequent verzuim laten zien worden uitgenodigd voor een gesprek met de directeurbestuurder. Bijlage 4 bevat een leidraad voor een dergelijk verzuimgesprek.

Blad 5 van 20 Levensfasebewust personeelsbeleid. Een deel van de oorzaken van het (langdurig) ziekteverzuim ligt in een combinatie van oorzaken op het werk en oorzaken thuis (privé). Een gedegen levensfase bewust personeelsbeleid kan een grote bijdrage leveren aan de preventie van ziekteverzuim. Levensfase bewust personeelsbeleid richt zich namelijk op duurzame en optimale inzetbaarheid van medewerkers door rekening te houden met de levensfase waarin men zich bevindt met daarbij behorende specifieke kenmerken en behoeften. Door daarmee rekening te houden blijven medewerkers gezond, gemotiveerd, geïnspireerd, betrokken en productief. PWH geeft onder andere invulling aan het levensfase bewust personeelsbeleid door het realiseren van verlofmogelijkheden en competentiemanagement. Het levensfase bewust personeelsbeleid wordt verder uitgewerkt in een separate notitie. 3. CURATIEF BELEID In geval van ziekmelding streeft PWH naar het herstel van de werknemer en een zo spoedig mogelijke werkhervatting dan wel re-integratie. Hoe dit gebeurt, staat hieronder beschreven. Ziekmeldingsprocedure De werknemer meldt zich ziek bij de afdeling P&O. Werkgever en werknemer dienen zich te houden aan het Protocol bij ziekte en re-integratie (zie bijlage 1). De afdeling P&O dient er voor te zorgen dat alle werknemers op de hoogte zijn van het Protocol bij ziekte en re-integratie en voorziet de direct leidinggevenden van een leidraad voor het voeren van een (telefonisch) gesprek bij ziekmelding (zie bijlage 4). PWH maakt afspraken met de arbodienstverlener (in ieder geval een bedrijfsarts) over het verrichten van de verzuimbegeleiding. In de huidige situatie worden werknemers na twee weken ziekte op het spreekuur uitgenodigd. Dit gebeurt om inzicht te krijgen in mogelijk werk gerelateerd verzuim en om onterechte ziekmelding tegen te gaan. Op verzoek van de leidinggevende kan dit gesprek vervroegd worden. Betrokkenheid PWH stimuleert de betrokkenheid van collega s bij de situatie waarin de zieke zich bevindt. Telefoontjes, ziekenbezoek, bloemen en dergelijke worden aangemoedigd. Bij langdurig verzuim trachten de leidinggevenden vervreemding van het werk tegen te gaan, zodat re-integratie van de werknemer na zijn herstel voorspoedig verloopt. De leidinggevende houdt (twee)wekelijks contact met de zieke, afhankelijk van de aard en duur van de arbeidsongeschiktheid; relevante post en andere informatie van PWH worden doorgestuurd. De afdeling P&O bezorgt, conform de regeling bij jubilea, verjaardagen, ziekte e.d., op gezette tijden een kaart of boeket bloemen. Bijlage 6 is een leidraad voor huisbezoek door een leidinggevende. Werkhervatting en re-integratie Werkhervatting brengt een aantal regels met zich mee voor werkgever en werknemer, zoals vastgelegd in het Protocol werkhervatting (zie bijlage 3). De afdeling P&O dient ervoor te zorgen dat alle werknemers op de hoogte zijn van dit protocol en voorziet de leidinggevenden van een leidraad voor een werkhervattinggesprek (zie bijlage 7). PWH bevordert de re-integratie van zieke werknemers door tijdig maatregelen te treffen en voorschriften te leveren aan de hand waarvan de werknemer zijn werk kan hervatten, dan wel een aangepaste functie kan vervullen. Als blijkt dat de werknemer het eigen werk niet meer kan uitvoeren en er geen geschikte arbeid voorhanden is, probeert de werkgever de werknemer in een andere organisatie van passend werk te voorzien.

Blad 6 van 20 Aangepast werk Door middel van tijdelijk aangepaste werkzaamheden blijft de werknemer betrokken bij zijn werk en zal hij minder snel in de WIA belanden. Bovendien kan PWH gebruik blijven maken van de kennis en capaciteiten van de werknemer. De bedrijfsarts geeft in dit geval aan wat de mogelijkheden / beperkingen zijn van de werknemer. De werkgever bekijkt welke deeltaken van de functie kunnen worden aangeboden. Bij aangepast werk dan wel arbeid therapeutisch werk moeten afspraken worden gemaakt over het doel, de aard, inhoud en duur van het werk. Door de boventalligheid kan de werknemer, indien noodzakelijk, op elk moment weg gaan. Aangepast of therapeutisch werk is nooit een doel op zich, maar zal in de regel zijn gericht op hervatting van het oorspronkelijke werk binnen een bepaalde termijn. Aangepast of therapeutisch werk kan tevens als middel worden ingezet om duidelijkheid te verkrijgen over de mogelijkheden van re-integratie. De werkgever maakt duidelijke afspraken over de termijn waarbinnen het middel aangepast of therapeutisch werk wordt ingezet. Sociaal-medisch teamoverleg. 4 Maal per jaar komt het sociaal-medisch team bij elkaar voor overleg. Het sociaal-medisch team bespreekt de verzuimcijfers, het individuele verzuim en algemene Arbo problematiek. Ook de mogelijkheden voor aangepast werk zijn onderwerp van gesprek. Er worden afspraken gemaakt over actuele verzuimgevallen en over hoe verzuim kan worden tegengegaan. Het team bestaat uit de direct leidinggevende van de arbeidsongeschikte werknemer, de manager HRM en de bedrijfsarts. 4. REGISTRATIE EN ADMINISTRATIE Om het ziekteverzuim te kunnen sturen, evalueren en bij te stellen draagt PWH zorg voor een nauwkeurige registratie en administratie van de afwezigheid van personeel, absentie door ziekteverzuim inbegrepen. Hiervoor maakt de afdeling P&O gebruik van een registratiesysteem waarmee de volgende gegevens kunnen worden gegenereerd: - het ziekteverzuimpercentage algemeen / per individu en per locatie / werkplek in een bepaalde periode; - de gemiddelde ziekteverzuimduur in dagen algemeen / per individu en per locatie / werkplek in een bepaalde periode; - de ziekmelding frequentie algemeen / per individu en per locatie / werkplek in een bepaalde periode; - een indeling van het ziekteverzuim algemeen / per locatie op grond van leeftijd, geslacht, e.d. Overzicht De afdeling P&O maakt ieder kwartaal een overzicht per locatie. Dit overzicht bevat algemene, geen individuele, verzuimgegevens, die door de leidinggevenden in overlegmomenten worden besproken. De kengetallen van de eigen organisatie worden gespiegeld aan die van vergelijkbare organisaties en aan het landelijk gemiddelde. Hiervoor kunnen de verzuimspiegel van het FCB of kengetallen van de MO groep worden gebruikt. Evaluatie Jaarlijks maakt de arbodienstverlener een analyse van het verzuim. Deze gegevens worden gebruikt bij de contractevaluatie ofwel bij aanpassing van de contractafspraken. Als de resultaten van de verzuimanalyse daartoe aanleiding geven, worden concrete acties afgesproken in een activiteitenplan. Eenmaal per jaar voert PWH een evaluatiegesprek met de arbodienstverlener over de verzuimcijfers en de uitvoering van het activiteitenplan van het afgelopen jaar. Dit kan in

Blad 7 van 20 een SMT plaatsvinden. Ondersteuning door een arbodienst (vangnetregeling) of andere gecertificeerde deskundigen (maatwerkregeling) is meer dan een wettelijke verplichting. Het vormt de basis voor goede arbeidsomstandigheden en beheersing van het ziekteverzuim. 5. LOONDOORBETALING BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID Conform CAO WMD heeft de werknemer die wegens arbeidsongeschiktheid geheel of gedeeltelijk verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, voor de duur hiervan, zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt, recht op doorbetaling van zijn laatstgenoten salaris tot een percentage van: - 100% tijdens de eerste tot en met de twaalfde maand; - 70% tijdens de dertiende tot en met de vierentwintigste maand. De werknemer heeft voor de duur van de arbeidsongeschiktheid en zolang de arbeidsovereenkomst voortduurt, recht op doorbetaling van zijn laatstgenoten salaris tot een percentage van 85% tijdens de dertiende tot en met de vierentwintigste maand indien hij een van de volgende activiteiten verricht: - het uitvoeren van op re-integratie gerichte werkzaamheden in het kader van een reintegratieplan; - het volgen van scholing/training gericht op werkhervatting; - het aanvaarden van een (tijdelijk) lager gesalarieerde functie (al dan niet bij de eigen werkgever), tenzij het salaris behorend bij deze functie hoger is dan de hiervoor in dit lid bedoelde loondoorbetaling tijdens de dertiende tot en met de vierentwintigste maand. De werknemer heeft geen recht op loondoorbetaling: - indien de arbeidsongeschiktheid opzettelijk door de werknemer is veroorzaakt; - indien de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een gebrek dat de werknemer bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst opzettelijk heeft verzwegen of waarover hij de werkgever opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt; - voor de tijd dat zijn genezing langer duurt doordat de werknemer zijn genezing belemmert of vertraagt; - voor de tijd, gedurende welke de werknemer zonder deugdelijke gronden weigert mee te werken aan door de werkgever of door een door de werkgever aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid als bedoeld in te verrichten; - voor de tijd, gedurende welke de werknemer zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak. De werkgever moet de werknemer van het vervallen van het recht op loondoorbetaling direct schriftelijk in kennis stellen. De werkgever kan het recht op loondoorbetaling of aanvulling opschorten voor de tijd dat de werknemer de in de onderneming of instelling geldende regeling rondom de meldingsverplichting bij arbeidsongeschiktheid niet nakomt of zich niet houdt aan andere door de werkgever schriftelijk gegeven redelijke voorschriften betreffende het verstrekken van informatie die de werkgever nodig heeft om het recht vast te stellen.

Blad 8 van 20 6. BUDGETTERING In de jaarlijkse begroting reserveert PWH een bedrag voor de kosten van de reguliere verzuimbegeleiding door de arbodienstverlener. Hierin wordt tevens een bedrag opgenomen voor de kosten van inhuur van extra begeleiding bij re-integratie. De kosten die hiervoor de afgelopen jaren zijn gemaakt zijn hiervoor een redelijk goede indicatie. Daarnaast wordt rekening gehouden met de hoogte van het verzuim in die jaren: was er sprake van veel of juist weinig langdurig verzuim.

Blad 9 van 20 Bijlage 1: Protocol bij ziekte en re-integratie. Doel: Voor zowel de leidinggevenden als de zieke werknemer een heldere procedure vaststellen. 1. De werknemer die vanwege ziekte niet kan werken, meldt zich van maandag tot en met vrijdag ziek bij de afdeling P&O. Verzuim door ziekte dient zo spoedig mogelijk telefonisch (via telefoonnummer 045-4007700) te worden gemeld, doch uiterlijk voor 8.30 uur s ochtends, zodat de afdeling P&O tijdig voor vervanging kan zorgen. De procedure bij ziekmelden in de vakantieperioden wordt in het diginieuws voorafgaand aan deze vakantieperiode bekend gemaakt. Over het algemeen verloopt dit dan rechtstreeks bij de arbodienstverlener. 2. De afdeling P&O verstuurt dagelijks via mailverkeer aan alle leidinggevenden een overzicht van de ziek- en en. 3. De leidinggevende informeert binnen 24 uur naar de gevolgen die de ziekte heeft voor het werk, verwachte duur enzovoort, en maakt een vervolgafspraak met de medewerker voor een volgend contact. Zo kan in overleg met de werknemer bepaald worden wat over het verzuim aan het eigen team en ouders wordt medegedeeld. In de eerste zes weken van het verzuim is er in ieder geval wekelijks contact. 4. De collega s op de werkplek zorgen, voor zover redelijkerwijs verlangd kan worden, dat de vervanger zo spoedig mogelijk over het programma beschikt om de werkzaamheden over te kunnen nemen. Voor het protocol bij vervanging zie bijlage 2. 5. De afdeling P&O zorgt er voor dat de melding op de eerste dag van het ziekteverzuim wordt doorgegeven aan de arbodienstverlener. Hierin wordt de aard en mogelijke oorzaak van de ziekte kort benoemd. Het tijdstip van het eerste spreekuur hangt af van de aard van het verzuim. In de regel gebeurt dit in de tweede week van het verzuim. 6. Indien het ziekteverzuim langer duurt dan twee weken neemt de leidinggevende contact op met de werknemer om na te gaan in hoeverre een huisbezoek gewenst is. Wanneer bezoek op prijs wordt gesteld, plant de leidinggevende op korte termijn een bezoek in. 7. De werknemer dient tijdens het ziekteverzuim bereikbaar te zijn voor PWH, uiteraard voor zover de gezondheidstoestand dit toelaat. Verlof is toegestaan na schriftelijk akkoord van de leidinggevende. Dit dient uiterlijk twee weken voorafgaand aan het verlof aangevraagd te worden. 8. Vanaf 1 januari 2012 dienen (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers die op vakantie willen, verlof op te nemen over de volledige arbeidsomvang. De wetgever acht het van belang dat de mogelijkheid van vakantieopname benut wordt. Ziekte hoeft niet in de weg te staan aan het opnemen van vakantie. Het doel van vakantie is voor alle werknemers gelijk: het herstellen / uitrusten van verplichtingen die voortvloeien uit de dienstbetrekking.

Blad 10 van 20 9. Tijdens het verzuim is het niet toegestaan andere werkzaamheden te verrichten zonder toestemming van de bedrijfsarts en overleg met het manager HR en de direct leidinggevende van de organisatie. 10. Van de werknemer wordt verwacht dat veranderingen in de situatie worden doorgegeven aan de leidinggevende en de arbodienstverlener. 11. De zieke werknemer werkt mee aan een spoedig herstel en doet er alles aan om op een zo kort mogelijke termijn het werk te hervatten. Hij / zij denkt samen met de arbodienstverlener en de leidinggevende na over re-integratieactiviteiten en volgt adviezen van de bedrijfsarts op. 12. De werkgever zal alle re-integratie-inspanningen verrichten die redelijkerwijs van hem kunnen worden verwacht om de werknemer snel weer aan het werk te helpen in de eigen organisatie. Indien vaststaat dat de eigen arbeid niet meer kan worden verricht en er geen andere passende arbeid in de eigen organisatie voor handen is bevordert de werkgever de inschakeling van de werknemer in voor hem passende arbeid bij een andere werkgever. 13. De werkgever, de werknemer of beiden kunnen een verzoek voor een second opinion indienen bij het UWV. Een second opinion kan worden aangevraagd indien: Er een conflict is over het bestaan van de arbeidsongeschiktheid; Het onduidelijk is of er al dan niet passend werk is binnen het bedrijf van de werkgever; De werknemer vindt dat de werkgever zich onvoldoende inspant voor zijn re-integratie; De werkgever vindt dat de werknemer zich onvoldoende inspant voor zijn re-integratie. De eerste mogelijkheid tot het aanvragen van een second opinion is na 13 weken verzuim, maar kan op verzoek van één van de betrokkenen ook vervroegd worden. 14. In alle gevallen ontvangt de leidinggevende uiterlijk in de zesde ziekteweek een (uitgebreide of beknopte) probleemanalyse met advies van de arbodienstverlener of een bedrijfsarts. Als sprake is van duurzaam benutbare mogelijkheden stellen de leidinggevende en de werknemer uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van de probleemanalyse een plan van aanpak voor re-integratie op. De leidinggevende zal hiertoe in de week van de ontvangst van de probleemanalyse de zieke werknemer uitnodigen voor een gesprek of een afspraak maken om bij hem / haar op bezoek te gaan. De werknemer kan zich op het gesprek voorbereiden door de UWV-brochure Ik ben ziek. Wat nu? en de probleemanalyse te lezen. 15. De leidinggevende en de werknemer voeren de activiteiten uit die zijn afgesproken in het plan van aanpak. Ook als er geen benutbare mogelijkheden en geen re-integratieactiviteiten mogelijk zijn, legt de werkgever dit gemotiveerd vast. Aansluitend dient dit door zowel de werkgever als werknemer ondertekend retour gezonden te worden naar de arbodienstverlener. De zieke werknemer krijgt hiervan een exemplaar. 16. Als volgens de arbodienstverlener sprake is van dreigend langdurig verzuim legt de werkgever een re-integratiedossier aan dat alle gegevens, documenten en correspondentie bevat die betrekking hebben op het verloop van het ziekteverzuim, het aantal feitelijk gewerkte uren en de ondernomen activiteiten.

Blad 11 van 20 17. De arbodienstverlener voert regelmatig overleg (spreekuurcontact) met de werknemer om de uitvoering van het Plan van aanpak te volgen en te stimuleren. In zijn algemeenheid is aan de vereiste regelmaat voldaan bij een spreekuurcontact eens in de zes weken. De frequentie van de contacten met de werknemer zijn afhankelijk van de situatie van de werknemer. De arbodienst en andere gecertificeerde Arbo deskundigen hebben hiervoor professionele richtlijnen. De gesprekken kunnen plaatsvinden met diverse disciplines zoals bedrijfsarts, psycholoog, verpleegkundige of bedrijfsmaatschappelijk werker. Wie de contactpartij is, hangt af van de oorzaak van het verzuim. 18. De leidinggevende en de zieke werknemer overleggen tenminste of in principe eenmaal per 2 weken om te bepalen of alle afspraken in het Plan van aanpak zijn nagekomen, en of het Plan van aanpak nog aansluit op de situatie van de werknemer. In overleg met de werknemer kunnen de contactmomenten uitgebreid worden naar eens per 4 weken. Als de gezondheidstoestand het toelaat wordt een werknemer die langdurig verzuimd uitgenodigd om de eigen werkplek te bezoeken en deel te nemen aan sociale activiteiten om de band met PWH in stand te houden. 19. In de 42 ste week van het verzuim meldt de arbodienstverlener het verzuim aan het UWV. De zieke werknemer krijgt hiervan een afschrift. Het UWV informeert PWH over rechten en plichten, en over financiële risico s die instroom in de WIA met zich meebrengt. 20. Aan het eind van het eerste ziektejaar (geen vast tijdstip, veelal tussen de 46 ste en 52 ste ziekteweek) evalueren werkgever en werknemer de geleverde re-integratie-inspanningen. De evaluatie wordt door de werkgever schriftelijk vastgelegd. In dit verslag worden door de werkgever opgenomen: de terugblik, de uitkomsten van de evaluatie, het afgesproken doel voor het tweede ziektejaar en de gemaakte afspraken om dit doel te bereiken. 21. Rond de 87 ste ziekteweek evalueert de arbodienstverlener op basis van de contacten met de leidinggevende en de werknemer het verloop van de re-integratie. De arbodienstverlener of een bedrijfsarts beschrijven dit in een Actueel Oordeel, onderdeel van de probleemanalyse. De leidinggevende evalueert samen met de werknemer het plan van aanpak. De evaluatie wordt aan het plan van aanpak toegevoegd. 22. In de 89 ste ziekteweek overhandigt of stuurt de leidinggevende het plan van aanpak (inclusief bijstellingen en evaluatie) aan de werknemer. De leidinggevende heeft inmiddels van de arbodienstverlener de probleemanalyse, het actueel oordeel en de eventuele bijstellingen ontvangen. De leidinggevende maakt een kopie voor zichzelf en overhandigt of stuurt de originele exemplaren aan de werknemer. 23. Uiterlijk in de 91 ste ziekteweek levert de werknemer bij het UWV een aanvraag in voor een WIA-uitkering, inclusief het re-integratieverslag (gehele probleemanalyse, medische informatie en indien gemaakt: het plan van aanpak). Werkgever en werknemer kunnen samen besluiten om de aanvraag WIA uit te stellen. Bijvoorbeeld als blijkt dat de werknemer waarschijnlijk op korte termijn weer volledig aan de slag gaat. Er kan eenmaal uitstel worden gevraagd.

Blad 12 van 20 24. Rond de 103 de week beoordeelt UWV de re-integratie-inspanningen van de werkgever en de werknemer. Als na 104 weken verzuim, de inspanningen tijdens de ziekteperiode niet leiden tot volledige werkhervatting volgt een WIA keuring of begint de periode van verlengde wachttijd. Voor de aanvraag WIA hebben arbodienstverlener, werkgever en werknemer weergegeven wat de laatste stand van zaken is. Maar het plan van aanpak hoeft dan nog niet klaar te zijn. Zolang het einddoel van de re-integratie nog niet is bereikt, moeten werknemer en werkgever hieraan blijven werken met behulp van het Plan van aanpak. Deze verplichting loopt door zolang het dienstverband bestaat. 25. Na minimaal 24 maanden verzuim kan bij voortdurende arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk en o.b.v. het advies van het UWV ongeschikt voor eigen functie, de werkgever overgaan tot ontslag met inachtneming van de geldende rechtspositionele opzegtermijn. De ontslagtermijn van twee jaar bij arbeidsongeschiktheid kan worden verlengd in de situatie dat op gezamenlijk verzoek van werknemer en werkgever de wachttijd van 104 weken wordt verlengd door het UWV, dan wel indien de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen onvoldoende nakomt of onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De duur van de verlenging van de ontslagtermijn is gelijk aan de duur waarmee de wachttijd is verlengd. 26. In de WIA blijft een werknemer met minder dan 35% loonverlies in beginsel in dienst van de werkgever. Werkgever en werknemer moeten er alles aan doen om de werknemer aan het werk te houden. Lukt dat niet dan heeft de werknemer eventueel recht op WW of bijstand. Gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid bewaakt de casemanager het proces van re-integratie en evalueert minimaal één maal per 6 weken met het manager HR en met de contactpersoon van de verzuimverzekeraar.

Blad 13 van 20 Bijlage 2. Protocol bij vervanging. Doel: informatie voor werknemers en vrijwilligers die benaderd worden om te vervangen. 1. De afdeling P&O zorgt voor vervanging van de werknemer of de vrijwilligster en stelt zo spoedig mogelijk de peuterspeelzaal daarvan op de hoogte. Hierbij wordt ernaar gestreefd om een betaalde kracht door een betaalde kracht te laten vervangen en een vrijwilligster door een vrijwilligster. Wanneer dit niet mogelijk is mag, in een uiterst geval en na akkoord van de leidinggevende, ook een betaalde kracht een vrijwilligster vervangen en omgekeerd. In de praktijk komt dit zeer incidenteel voor. De werknemer stelt zelf de leidinggevende op de hoogte van het verzuim. 2. Allereerst worden werknemers benaderd met boventallige uren. Vervolgens zullen werknemers met een oproepcontract met loongarantie, daarna werknemers met een nulurenovereenkomst en pas dan overige werknemers en vrijwilligsters benaderd worden. 3. De afdeling P&O is in het bezit van een lijst waarop de namen staan van alle werknemers en vrijwilligsters die per dagdeel gebeld kunnen worden om in te vallen. Daarnaast zijn deze gegevens ook middels het geautomatiseerde informatiesysteem op te vragen. Wijzigingen hierin worden alleen door de afdeling P&O aangebracht. 4. Indien er door de afdeling P&O geen oplossing gevonden wordt voor een vervanging, dan wordt contact opgenomen met de direct leidinggevende. Deze neemt vervolgens één van de volgende stappen. a. Hij/zij bekijkt de mogelijke samenstelling van de leiding van de groep, en bepaald de minimaal verantwoorde bezetting. Vrijwilligsters en stagiaires kunnen hier beiden deel van uitmaken, afhankelijk van hun ervaring en hun capaciteiten om de verantwoording over de groep te dragen. b. Hij/zij kan een leidster in vast dienstverband op een andere werkplek plaatsen. Hiertoe is hij/zij bevoegd. c. Hij/zij kan zo nodig vervoer regelen indien een leidster in vast dienstverband of een vrijwilligster door vervoersproblemen niet kan vervangen (indien daarmee voorkomen wordt dat een peuterspeelzaal gesloten moet worden). d. Hij/zij besluit om de peuterspeelzaal te sluiten. 5. Bij vervanging door een leidster in vast dienstverband wordt dit als loon uitbetaald dan wel afgeschreven van het nog openstaande aantal boventallige uren. Bij vervanging door een vrijwilligster wordt de conform afspraak geldende vrijwilligersvergoeding uitgekeerd. (Voor de actueel geldende vergoedingen zie de afspraken omtrent uitbetaling vervanging op peuterspeelzalen ). 6. Een werknemer krijgt de reiskosten die met de vervanging gepaard gaan alleen dan uitbetaald indien zij vanuit haar vaste werkplek moet gaan vervangen, of wanneer zij invalt op een dagdeel dat zij normaalgesproken vrij heeft. Een vrijwilligster mag bij vervanging op een andere werkplek of op een vrij dagdeel één uur extra aan vrijwilligersvergoeding declareren.

Blad 14 van 20 Bijlage 3: Protocol werkhervatting Doel: informatie voor werknemers die in staat zijn hun werk weer geheel of gedeeltelijk uit te voeren. Verzuim < 6 weken: Wanneer een werknemer na ziekteverzuim zijn werkzaamheden wil hervatten zonder door de bedrijfsarts te zijn gezien, moet dit minimaal een dag van tevoren met de leidinggevende en de afdeling P&O worden besproken. Bij twijfel over de arbeidsgeschiktheid van de werknemer kan de leidinggevende alsnog de bedrijfsarts verzoeken de medewerker op te roepen voor het spreekuur en te oordelen over mogelijke werkhervatting. Na een positief oordeel van de bedrijfsarts kan de medewerker zijn werkzaamheden hervatten. De afdeling P&O zorgt voor melding van het herstel aan de arbodienstverlener of andere gecertificeerde Arbo deskundigen. Verzuim > 6 weken: Voor werkhervatting is altijd toestemming nodig van de bedrijfsarts. De bedrijfsarts licht de leidinggevende in over de datum van werkhervatting en eventuele beperkingen waarmee rekening moet worden gehouden. Werk kan worden hervat in (een deel van) de oorspronkelijke functie en in een andere, passende functie. Het einddoel en de duur van het re-integratieproces moet worden omschreven. Dit geldt ook voor therapeutische werkhervatting. Hieraan is geen loonwaarde verbonden en de werknemer blijft in formele zin ziek. In dit geval blijft de bedrijfsarts de medewerker begeleiden.

Blad 15 van 20 Bijlage 4: Leidraad voor (telefonisch) gesprek bij ziekmelding Doel: hulpmiddel voor de leidinggevende bij ziekmelding. 1. Gebruik in het personeelsinformatiesysteem de gegevens van de betreffende medewerker voor het gesprek. Check het evt. verpleegadres. 2. Informeer naar de aard en ernst van de aandoening (de zieke werknemer mag hierover zwijgen). (Het zal zich zelden voordoen maar in verband met het verhalen van eventuele schade mag er gevraagd worden of er sprake is van een verkeersongeval). 3. Laat de medewerker vertellen wat er aan de hand is. 4. Kan ik iets voor je doen? Vraag de medewerker naar belangen op de korte termijn. 5. Wanneer denk je er weer te zijn? 6. Kun je bepaalde taken nog wel verrichten? 7. Vat punt 3 t/m 6 samen en trek gezamenlijk een conclusie. 8. Spreek af hoe verder te gaan en wanneer er weer contact is. 9. Vraag naar wat je de collega s kan vertellen. 10. Leg belangrijke informatie vast in de gespreksverslagen.

Blad 16 van 20 Bijlage 5: Leidraad voor een verzuimgesprek Doel: hulpmiddel voor de leidinggevende bij frequent of langdurig verzuim. 1. Zorg voor een goede voorbereiding: - ken de achtergronden van het verzuim; - bestudeer de verzuimhistorie van de laatste twee jaar; - analyseer de gegevens en cijfers. 2. Verzamel informatie uit alle beschikbare bronnen: - dossier; - verzuimgesprekken; - informatie van externe instanties zoals de arbodienstverlener; - informatie uit functioneringsgesprekken, werkhervattinggesprekken enzovoort. 3. Spreek van tevoren het gespreksdoel af, plaats/tijdstip/tijdsduur en gespreksdeelnemers. 4. Zorg voor een rustige locatie. 5. Confronteer de medewerker gelijk met zijn verzuimgegevens, zwart op wit. 6. Geef aan welke gevolgen het verzuim voor PWH heeft. 7. Vraag de medewerker wat de oorzaken van het verzuim zijn. 8. Gesprekstechniek: laat de medewerker zo veel mogelijk aan het woord (laat stiltes vallen, vraag door, vat samen en luister goed). 9. Inventariseer samen met de medewerker alle factoren die het verzuim beïnvloeden. 10. Probeer samen met de medewerker tot oplossingen te komen, maar laat hem die zoveel mogelijk zelf aandragen (effectiviteit = kwaliteit x acceptatie). 11. Maak concrete en controleerbare afspraken. 12. Beloof niet wat u niet kunt beloven (bevoegdheid). 13. Leg alle afspraken vast. 14. Vat het gesprek samen en evalueer het. 15. Bepaal een datum voor een evaluatie- of vervolggesprek.

Blad 17 van 20 Bijlage 6: Leidraad voor huisbezoek Doel: hulpmiddel voor de leidinggevende en collega s van de zieke werknemer. 1. Eerst een afspraak maken. Dit bezoek is niet bedoeld voor controle. Medewerker en (eventueel) gezinsleden moeten in de gelegenheid zijn zich voor te bereiden op uw komst. 2. Bereidt u voor op het bezoek: - verzamel informatie over de zieke (via bedrijfsarts, collega's, verzuimgesprekken); - neem desgewenst informatie over de organisatie mee voor de zieke (verslagen, mededelingen); - neem een kleine attentie mee. 3. Benut het bezoek om meer achtergrondinformatie te verzamelen en de situatie beter in te kunnen schatten. Een aantal punten van de checklist bij ziekmelding komt wellicht weer aan de orde: is er hulp nodig, wat zijn de verwachtingen? 4. Laat de medewerker aan het woord. 5. Probeer te achterhalen of meer contact (eventueel met anderen) op prijs wordt gesteld. 6. Zijn er andere manieren om de binding met de organisatie te houden? 7. Leg na het bezoek belangrijke informatie vast.

Blad 18 van 20 Bijlage 7: Leidraad voor werkhervattinggesprek Doel: hulpmiddel voor de leidinggevende om werknemer bij terugkomst te motiveren. 1. Plan het tijdstip van het gesprek maximaal 1 week voor de eerste dag van de werkhervatting. 2. De leidinggevende zorgt zelf voor vervanging om het gesprek over te nemen wanneer hij / zij afwezig is. 3. Neem de tijd voor het gesprek en zorg voor een rustige omgeving. 4. Raadpleeg van tevoren de vastgelegde informatie. 5. Geef het doel van het gesprek aan en vraag of de medewerker nog punten heeft voor dit gesprek. 6. Informeer naar het verloop van de ziekte en eventuele problemen in de uitoefening van het werk. 7. Vertel wat er is veranderd tijdens de absentie. 8. Maak werkafspraken voor de korte en lange termijn. 9. Vat het gesprek samen en plan eventueel een volgend gesprek. 10. Na het gesprek: - bedenk goed of de medewerker niet te vroeg of met een te zware uren last begint; - zorg ervoor dat gemaakte afspraken worden uitgevoerd; - leg belangrijke informatie vast.

Blad 19 van 20 Bijlage 8: Algemene toelichting op de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) ². WVP Sinds 1 april 2002 is de Wet Verbetering Poortwachter van kracht. De regeling is ingesteld om het re-integratieproces in het eerste ziektejaar beter te laten verlopen en de instroom in de WAO te beperken. Met deze wet hebben werkgever én werknemer meer verantwoordelijkheid gekregen. De regeling geldt voor alle nieuwe ziektegevallen vanaf 1 april 2002. Voor de overige gevallen geldt het oude regime. Aan het einde van het tweede ziektejaar zal UWV toetsen of de werkgever en de werknemer voldoende hebben gedaan om re-integratie te bewerkstelligen. De werkgever heeft met instelling van de WVP meer mogelijkheden gekregen om maatregelen te nemen als de werknemer niet of onvoldoende meewerkt aan de re-integratie. In het uiterste geval kan de werkgever een weigerachtige werknemer zelfs ontslaan. Bij twijfel of verschil van mening over de re-integratiemogelijkheden kunnen werkgever en werknemer UWV al tijdens het eerste ziektejaar om een second opinion vragen. Het wettelijk bepaalde moment voor de WAO/WIAkeuring kan op verzoek van werkgever en werknemer worden uitgesteld, bijvoorbeeld bij een verwacht herstel van de werknemer. Hieronder worden de eisen weergegeven waaraan een (uitgebreide) probleemanalyse met advies en een plan van aanpak moeten voldoen. Probleemanalyse De probleemanalyse van de arbodienstverlener of bedrijfsarts moet de volgende gegevens bevatten: - Algemene gegevens die van belang zijn voor herstel, werkhervatting en re-integratie zoals: o de aard van de klachten; o diagnose; o behandeling; o prognose. - Beperkingen in de uitvoering van de eigen functie of ander werk; - Mogelijke belemmerende omstandigheden in het privéleven en het werk; - Als sprake is van een arbeidsconflict wordt dit expliciet aangegeven; - Motivatie en kwaliteit van de arbeidsrelatie. De probleemanalyse bevat ook een beoordeling van de gegevens met betrekking tot: - Verwachtingen omtrent herstel, werkhervatting en re-integratie zonder nadere interventie; - De vraag welke problemen werkhervatting/re-integratie in de weg staan; - De vraag in hoeverre interventie re-integratie/werkhervatting kan bevorderen; - De vraag of de werkgever de arbeidstaak moet aanpassen; Advies aan werkgever en werknemer Het advies moet concrete stappen bevatten richting herstel en werkhervatting. Werkgever en werknemer dienen goed te worden geïnformeerd over hoe de functionele beperkingen van de werknemer zich verhouden tot het soort arbeid dat hij kan verrichten. Plan van aanpak Op basis van de probleemanalyse en het advies van de arbodienst of bedrijfsarts maken werkgever en werknemer een Plan van aanpak waarin wordt opgenomen:

Blad 20 van 20 - Wie de casemanager is; - Het uiteindelijke doel van de re-integratie en in welke stappen dit doel wordt bereikt; - Welke activiteiten worden ondernomen en door wie (werknemer, werkgever, de arbodienst of een andere instelling); - De planning en evaluatie van de activiteiten door werkgever, werknemer en arbodienstverlener. ²) UWV ondersteunt de werkgever en de werknemer met brochures, handleidingen en formulieren voor het maken van een re-integratieverslag.(www.uwv.nl).