Praktijkboek sociologie Boom/Lemna, Den Haag 2014



Vergelijkbare documenten
Inhoud Deel I Wat is sociologie? Sociologie, een eerste omschrijving Sociologie als wetenschap Weerstanden tegen sociologie

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

TRAINING POSITIEVER DENKEN, LEVEN, WERKEN

We zullen het zelf moeten doen

Inhoud. Deel 1 Psychologie Gedrag en invloeden op gedrag Persoonlijkheid Leerprocessen Motivatie 91

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Profielkeuzevakken C&M E&M. Ak Ec Mw. Fa/Du Ak BE Mw. N&G en N&T in de vrije ruimte. Een van de volgende vakken. Een van de volgende vakken:

Minor Toegepaste Psychologie

Algemene Sociologie PA B1

Index. 1. Voorwoord 2 2. Algemene Tips Gesprek Gesprek 2.. 8

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-II

SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN. Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans

Verbinden vanuit diversiteit

filosofie havo 2018-II

Stand up! Leiderschap in de zorg

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Als je nog steeds hoopt dat oplossingen buiten jezelf liggen dan kun je dit boekje nu beter weg leggen.

MARJORIE VENEMAN. Eigenaar en ontwikkelaar Levenslef. Werkzaam bij MEE Veluwe. Afgestudeerd aan de University of Birmingham City

Leermodule 8: Terugblik op zelfleiderschap

Training Creatief denken

Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

THEMAONTMOETINGEN. Er zijn ontmoetingen rondom vier thema s: Waardevol opvoeden Zelfbewust zijn Investeren in je relatie Leven met verlies

Hoe word je succesvol in sales

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar voor de originele versie.

SUCCESVOL SAMENWERKEN

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Reflectievragen met betrekking tot jouw rol en functie:

Zelfbeeld. Voortgezet onderwijs

Leerplanschema Minor Psychologie

H A P P I L Y E V E R A F T E R..

Cosis Begeleid Leren

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Onderwijssociologie & Diversiteit

Taxonomie van Bloom. (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren. Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren

LES 2: Ontwikkel een mindset voor groei PRESENTATIE 1: Mindset-theorieën

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?

HET EVALUATIEGESPREK. Je prestaties onder de loep

Sociologie voor gezondheidszorg en verpleegkunde

DE HOGE LAT. over de diepers triggers van overbelasting en het (her)vinden van je eigen regie Klooster Nieuwkerk Goirle

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

Module 5 Heel je relatie met geld

Oefening: Innerlijke stemmen Tijd: 30 minuten

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

WIJ DENKEN OVER KENNIS EN WETENSCHAP. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. WD kennis wetenschap 2601.indd :16

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Het doel ITTL is dat je je op diverse terreinen vaardigheden leert. Het gaat hier niet alleen om ICT- vaardigheden

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback?

maatschappijwetenschappen pilot havo 2016-I

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WAARDEGOED. betekenisvol leren en werken WIE? WAT? WAARDE! Methode voor waardengericht leren in bestaande lessen. HANDLEIDING voor docenten

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-II

welzijn LESBRIEF Factor-E Welzijn is een uitgave van:

welkom. brochure 2019

Brief voor ouder over thema 1

HOE TOEKOMSTPROOF BEN JIJ?

1.1. VOORWOORD WIE BEN IK? INLEIDING INLEIDING WAAROM EN VOOR WIE?... 5

Uitdagingen in de multiculturele praktijk

Wanneer je er nog niet aan gewend bent, is evenwichtig denken vaak moeilijk. Denkspeurder heeft de volgende vragen bedacht:

Wat zie je? Niet alles is wat het lijkt. - een artikel over beoordelingsfouten in het onderwijs -

Werkbeleving 21 maart Bea Voorbeeld

Depolariseren begint bij de docent

OOK JIJ KAN FIT, WEERBAAR EN GEZOND WORDEN!

HOE GEEF IK DE WEEK VORM? Handvatten voor de invulling van een werkplek tijdens de Week van de Mobiliteit

WERKBLAD 1. DE KRACHT VAN EEN GROEP

Je eigen waarden top 10 + Waardenwiel

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur

Maatschappijwetenschappen

Wim Annerel Life coach Loopbaancoach Business coach.

FOLLOW YOUR SUN LESSENREEKS GROEP 7 & 8 SCHOOLJAAR 2018 / Missie: ieder kind straalt!

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud

SAMENLEVEN BURGERSCHAPSLEREN HOOFDSTUK 1

SOCIOLOGIE FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN

LANDSEXAMEN VWO

Van huidige situatie naar gewenste situatie

MOGELIJKMAKERS PASPOORT GEMEENTE HEUSDEN

filosofie havo 2018-I

Hoe creëer je meer geluk op de werkvloer?

EEN WERELD AAN TALENTEN! VWO/HB ONDERWIJS

Risicogedrag. Voortgezet onderwijs

euzedossier ouderparticipatie oriëntatie op studie en beroep in de onderbouw van havo/vwo

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt?

LEEFPLEZIER VERKENNEN

Examenprograma filosofie havo/vwo

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Leren, Loopbaan en Burgerschap MBO Handel MBO Zakelijke Dienstverlening

Reader Gespreksvoering

Het waardenkompas van Woonzorggroep Samen

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Opdracht behorende bij de Atlas of European Values

(Samen)werken aan christelijk leraarschap

Gedragscode. Gewoon goed doen

Transcriptie:

1 Inhoudsopgave en inleiding Praktijkboek sociologie Boom/Lemna, Den Haag 2014 Inhoudsopgave Voorwoord 9 1 Inleiding 13 1.1 Waarom dit boek? 13 1.2 Doelen van dit boek 15 1.3 Werkwijze 15 1.4 Integratie 16 1.5 De inhoud van het boek 17 2 Wat is sociologie? 19 2.1 Wat is sociologie? 19 2.2 Kritische wetenschap 19 2.3 Sociaal bewustzijn 22 2.4 Waardevrije wetenschap 25 2.5 Sociologie in de praktijk 25 2.6 Conclusies 28 3 Het mens als sociaal wezen 29 3.1 De mens als sociaal wezen 29 3.2 Interactie 30 3.3 De roltheorie 31 3.3.1 Posities 31 3.3.2 Sociale status 32 3.3.3 Sociaal aanzien 33 3.3.4 Sociale structuur 33 3.3.5 Rollen 34 3.3.6 Rolattributen en statussymbolen 36 3.3.7 Rolconflicten 37 3.4 Socialisatie 39 3.5 Sociale controle 41 3.6 De zichzelf waarmakende voorspelling 44 3.7 Vooroordelen en stereotypen 45 3.8 Conclusies 48

2 4 Groeperingen 51 4.1 Inleiding 51 4.2 Groeperingen 52 4.3 Netwerken 54 4.4 Samenwerkingsverbanden 57 4.5 Lichte gemeenschappen 58 4.6 Referentiegroep-theorie 59 4.7 Wij- en zij-groepen en etnocentrisme 61 4.8 Relatieve deprivatie en comparatieve referentiegroeperingen 63 4.9 Conclusies 64 5 Cultuur 65 5.1 Inleiding 5.2 Cultuur 66 5.3 Elementen van cultuur 70 5.4 Cultuuroverdracht 72 5.5 Institutie 75 5.6 Ideologie 76 5.7 Organisatiecultuur 76 5.8 Cultuurverschillen 79 5.9 Multicultureel Nederland 83 5.10 Sociaal bewustzijn 84 5.11 Cultuur en structuur 86 5.12 Conclusies 87 6 Macht 89 6.1 Inleiding 89 6.2 Macht 90 6.2.1 Dwang 91 6.2.2 Gezag 92 6.2.3 Manipulatie 93 6.3 Waarom willen mensen macht? 94 6.4 Machtsbronnen 95 6.5 Conclusies 96 7 Sociale ongelijkheid 97 7.1 Inleiding 97 7.2 Sociale ongelijkheid 98 7.3 Kasten, standen, klassen en sociale klassen 99 7.4 Is sociale ongelijkheid een probleem? 101 7.5 Sociale mobiliteit 103

3 7.6 Culturele mobiliteit 105 7.7 Sociale ongelijkheid, enkele terreinen 106 7.7.1 Jongeren en ouderen 106 7.7.2 Mannen en vrouwen 107 7.7.3 Werkgevers en werknemers 107 7.7.4 Autochtonen en allochtonen 108 7.7.5 Opleiding en sociale ongelijkheid 110 7.7.6 Gezondheid en sociale ongelijkheid 111 7.8 Geschiedenis en perspectief 112 7.9 Conclusies 117 8 Sociale verandering 119 8.1 Inleiding 119 8.2 Sociale veranderingen 120 8.2.1 Individualisering 121 8.2.2 Democratisering 123 8.2.3 Solidarisering 124 8.2.4 Technologische ontwikkelingen 127 8.2.5 Globalisering 129 8.2.6 Multiculturalisering 130 8.2.7 Intensivering 133 8.3 Oorzaken van sociale veranderingen 134 8.4 Beheersing van sociale verandering 135 8.5 Verschijningsvormen van sociale verandering 135 8.6 Gangmakers van sociale verandering 137 8.7 De wet van de remmende voorsprong 138 8.8 Conclusies 139 9 Onderzoek 141 9.1 Inleiding 141 9.2 Het belang van onderzoek 142 9.3 Onderzoek 143 9.4 Het onderzoeksproces 144 9.5 Verbetervoorstellen 145 9.6 Conclusies 146 10 Integratie en evaluatie 149 10.1 Integratie 149 10.2 Evaluatie 151 11 Tot besluit 155 Register 157

4 1. Inleiding Wie zichzelf niet kent, kan ook de ander niet begrijpen. 1.1 Waarom dit boek? Mensen die met mensen werken richten zich vooral op de individuele cliënt. Dat past bij de tijdgeest waarvan individualisering een belangrijk kenmerk is. Maatschappelijke factoren krijgen relatief weinig aandacht. De invloed daarvan op cliënten blijft onderbelicht. Dat is niet terecht, want zij zijn naast biologische en psychologische factoren van grote betekenis voor gezondheid en welzijn. De manier van zorg verlenen, het ziekteverloop bij cliënten en hun manier van hulp vragen is voor een groot gedeelte maatschappelijk bepaald. Zo constateert Lilian Linders dat er in onze tijd sprake is van verlegenheid om hulp te vragen. Die verlegenheid is niet alleen iets persoonlijks. Het is ook een maatschappelijk verschijnsel. Volgens Linders zijn de sociale relaties in buurten de afgelopen jaren losser geworden. Bewoners hebben een minder hechte band met hun buurt. Buren die elkaar de helpende hand toesteken doen dat vooral op basis van een persoonlijke relatie. De bereidheid om informele hulp te geven is niet afgenomen maar er is wel sprake van verlegenheid om hulp te vragen. 1 Je zou je zelfs kunnen afvragen of niet juist de zorgverleners de afgelopen decennia hebben bijgedragen aan die vraagverlegenheid. Zij leggen al decennialang de nadruk op eigen verantwoordelijkheid en persoonlijke ontplooiing. Nu, in deze tijd, wil de overheid via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) dat burgers zelfredzaam zijn. Hulp vragen past niet zo goed in een samenleving die dit propageert. Wie kwetsbaar is en niet voor zichzelf kan zorgen is een loser. Hulp vragen is een teken van zwakte en hulp geven wordt steeds vaker pamperen genoemd. Opdracht Herken je die vraagverlegenheid bij jezelf of bij mensen in jouw directe omgeving? Zo ja, geef eens enkele voorbeelden. Wat vind je hiervan? De manier van zorg verlenen verandert door de tijd heen en verschilt per cultuur. Ook zorgverleners volgen de tijdgeest. Zij werken in deze tijd vooral 1 Linders. L. (2010). De betekenis van nabijheid. Tilburg

5 individugericht, hechten veel waarde aan professionaliteit en scholen zich regelmatig bij. Ze klagen over bedilzieke managers, bureaucratische regels en registratieverplichtingen. Ze hechten aan vrijheid en professionele autonomie. Maar zorgverleners vertonen, ondanks hun nadruk op het individu en individuele vrijheid, ook groepsgedrag. Ze bewegen zich volgzaam binnen kuddes van gelijkgestemden. Ze vormen scholen, die dezelfde taal spreken, dezelfde belangen delen en vanzelfsprekend beter zijn dan andere scholen. Zij doen dit voorkomen alsof dat vanzelfsprekende, individuele, autonome en vrije keuzes zijn. Die vanzelfsprekendheid leidt tot blindheid voor mensen die anders denken en handelen. Ze zien, horen en geloven vooral wat ze willen zien, horen en geloven. Mensen beoordelen zichzelf over het algemeen positiever dan ze in werkelijkheid zijn. Op hun vermeende sterke eigenschappen zijn ze trots en vooral die laten ze via Facebook en Twitter anderen weten. Ze gaan daarbij selectief te werk om zo veel mogelijk likes te verzamelen. Ze zijn trots op hun successen en fouten vergeten ze liefst zo snel mogelijk. Lukt dat vergeten niet dan hebben ze talrijke redenen bij de hand om het negatieve oordeel van anderen te weerleggen of de eigen fouten te bagatelliseren. Eigen oordelen kennen ze een hoge mate van objectiviteit toe. Maar in feite worden ze vooral gestuurd door hun genen, psychologische gemoedstoestanden, geschiedenis, cultuur, eigenbelangen en sociale omstandigheden. Daarom is het nodig dat je als zorgverlener regelmatig met de nodige afstand het eigen gedrag en dat van collega s en cliënten onderzoekt. Dit boek kun je daarbij als hulpmiddel gebruiken. Als je tenminste het lef en de wil hebt om in de sociologische helikopter te stappen om met afstand naar jezelf te kijken. Je moet dan wel de eigen comfortzones verlaten en nieuwsgierig op zoek gaan naar andere en nieuwe wegen. En, zoals Loesje al jaren zegt: je moet niet alles lezen wat je gelooft. 2 Juist het lezen en tot je laten doordringen van wat je niet meteen gelooft, kan leerzaam zijn en zal tot meer begrip voor en acceptatie van andersdenkenden leiden. Dat begrip en die acceptatie zijn onmisbaar in het werken met cliënten en het samenwerken met andere zorgverleners. Want maar al te vaak zal blijken dat die anders denken dan jij. Dit boek is niet voor niets een praktijkboek. Het zet je aan het werk in elk hoofdstuk met vragen en opdrachten. Die zijn zeker zo belangrijk als de theorie. Opdracht 2 Zie: www.loesje.nl

6 Wie zichzelf niet kent, kan ook de ander niet begrijpen. Wat vind je van bovenstaande uitspraak? En wat betekent die voor jouw functioneren als aanstaande zorgverlener? Geef eens een voorbeeld uit de praktijk, waaruit blijkt dat het jezelf niet kennen leidt tot onbegrip voor een cliënt. [einde opdracht] 1.2 Doelen van dit boek 1. Inzicht in het sociaal functioneren van onze samenleving. Een keur aan sociologische theorieën zal voorbijkomen en verhelderen waarom mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen als leden van een samenleving. Na bestudering van dit boek moet je de belangrijkste theorieën snappen en kunnen illustreren met voorbeelden uit jouw eigen omgeving. 2. Sociale bewustwording ofwel inzicht in de maatschappelijke factoren die jouw gedrag beïnvloeden. Het eerste doel is een hulpmiddel om dit tweede doel te bereiken. Talrijke praktijksituaties en opdrachten nodigen je uit om te onderzoeken hoe de samenleving jou beïnvloed heeft. Dat moet leiden tot een groter sociaal bewustzijn. 3. Inzicht in de maatschappelijke factoren die het gedrag van jouw cliënten beïnvloeden. Ook hier geldt dat het eerste doel een hulpmiddel is om dit doel te bereiken. Ook daarvoor zijn de praktijksituaties en opdrachten onmisbaar. Belangrijk is dat je praktijksituaties uit jouw (toekomstige) werksituatie sociologisch kunt analyseren en kunt voorzien van realistische oplossingsrichtingen. 4. Meer kennis van actuele maatschappelijke vraagstukken. Zorgverleners worden in hun werk dagelijks geconfronteerd met actuele maatschappelijke vraagstukken. Een aantal daarvan zal in dit boek de revue passeren zoals individualisering, sociale ongelijkheid, machtsverschillen en de multiculturele samenleving. Die zijn niet zelden van invloed op het denken en doen van cliënten. Daarom is kennis van en inzicht in deze vraagstukken onmisbaar voor zorgverleners. 1.3 Werkwijze De theorieën in dit boek worden geïllustreerd met praktijkvoorbeelden. De hoofdrolspelers zijn personen die kritisch durven kijken naar hun eigen denken en handelen. Zij willen begrijpen waarom de mensen denken zoals ze denken en zich gedragen zoals ze zich gedragen. Zij zijn niet op zoek naar een

7 bevestiging van wat ze al dachten maar staan open voor het tegendeel. Het ontkrachten van hun eigen vooronderstellingen en vanzelfsprekendheden zien ze als een uitdaging die hun sociaal bewustzijn zal vergroten. De praktijksituaties zijn zo geconstrueerd dat je voldoende mogelijkheden hebt om je ermee te identificeren of voor jezelf een vergelijkbare situatie te construeren. Je kunt, als je dat wilt, zelf de hoofdrol spelen. Zo nodig kun je daarbij gegevens aanpassen. Het is een echt praktijkboek, dat je grotendeels zonder docent kunt doorwerken. De opdrachten helpen je om te toetsen in hoeverre je de sociologische theorie begrepen hebt en ermee kunt werken. Je kunt dat individueel thuis doen maar ook samen met anderen. De docent kan je helpen bij het bedenken van praktijksituaties, die zijn toegespitst op jouw toekomstige beroepspraktijk. Zo blijft er meer tijd over om te werken aan vaardigheden en houding. Bij vaardigheden gaat het vooral om het sociologisch kunnen analyseren van praktijksituaties en het zoeken naar en werken met oplossingsrichtingen. Bij houding gaat het om een manier van denken, waarvan helikopteren met behulp van de sociologische theorie een belangrijk kenmerk is. 1.4 Integratie Sociologen bestuderen het gedrag van de mens in zijn sociale omgeving. Psychologen houden zich meer bezig met de geest van de mens. De nadruk ligt bij psychologen dus meer op het individu en zijn innerlijk leven, terwijl bij de sociologie de samenleving centraal staat. Economen richten zich vooral op de geldhuishouding in de samenleving, bijvoorbeeld hoe het zit met de geldhuishouding in de zorg. Zo zullen er meer vakken in jouw opleidingspakket zitten. De methodiek van het beroep dat je wilt gaan uitoefenen is wellicht het belangrijkste. In dat vak leer je hoe je professioneel moet werken met cliënten. Om die methodiek goed te kunnen uitoefenen heb je andere vakken nodig. Daarvan is sociologie er één. Belangrijk is dat je vakken kunt integreren. Daarbij speelt de methodiekdocent een belangrijke rol. Die zorgt ervoor dat de sociologie meegenomen wordt in de methodieklessen en trainingen. Het vak sociologie heeft pas echt zin als de inhoud ervan ook een adequate plek krijgt in die lessen en trainingen. 1.5 De inhoud van het boek Het boek is onderverdeeld in 10 hoofdstukken.

8 Na dit inleidende hoofdstuk gaan we in hoofdstuk 2 op zoek naar wat sociologie is en te bieden heeft aan zorgverleners. Hoofdstuk 3 gaat over de mens als sociaal wezen, wiens gedrag voor een groot gedeelte bestaat uit gedrag dat de samenleving en zijn directe omgeving van hem verwacht. In hoofdstuk 4 besteden we aandacht aan het leven van mensen in groepsverband. Groepen zijn voor elk mens onmisbaar en zonder mensen om ons heen is menselijk leven onmogelijk. Hoofdstuk 5 gaat over cultuur. Cultuur is de verzamelnaam voor waarden, normen, verwachtingen en doeleinden in een samenleving. Als zorgverlener krijg je daar elke dag mee te maken. In hoofdstuk 6 zoomen we in op het verschijnsel macht. Zorgverleners hebben niet alleen zelf macht maar ondergaan ook macht. Inzicht in wat macht is en hoe je ermee om kunt gaan is onmisbaar op alle niveaus in de zorg. In hoofdstuk 7 constateren we dat naast cultuur ook de sociale structuur en vooral de sociale ongelijkheid in een samenleving van grote invloed is op het gedrag van zorgverleners en hun cliënten. Datzelfde geldt voor tal van sociale veranderingen, die zich in de samenleving voltrekken. In hoofdstuk 8 staan we stil bij een aantal belangrijke sociale veranderingen. In de alledaagse praktijk van zorgverleners speelt onderzoek een belangrijke rol. Daarom gaan we in hoofdstuk 9 in op het belang van onderzoek voor zorgverleners. In hoofdstuk 10 ten slotte geven we een eerste aanzet tot integratie van sociologische begrippen en theorieën, die daarvoor in losse hoofdstukken zijn gepresenteerd. Bovendien vragen we ons af of de doelen van dit boek ook gehaald zijn. Het laatste hoofdstuk 11 bevat een aanbevolen literatuurlijst voor mensen die zich verder willen verdiepen in de sociologie. Opdracht 1. Onderbouw of bestrijd de uitspraak: Gelukkige slaven zijn de grootste vijanden van de vrijheid. Je kunt ook twee groepen vormen, waarbij de ene groep de opdracht krijgt de uitspraak te verdedigen en de andere om haar te bestrijden. 2. Schrijf een kort briefje aan een studiegenoot of vriend waarin je haar/hem uitlegt wat jij het belang van de sociologie vindt voor jouw (latere) werk en studie. 3. Lees nog eens de inhoudsopgave. Welk hoofdstuk maakt jou het meest nieuwsgierig?