LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. De leefsituatie van Lelystedelingen in 2006



Vergelijkbare documenten
LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. De leefsituatie van Lelystedelingen in 2008

Landelijke Leefsituatieindex

Bijlage bij hoofdstuk 12 Leefsituatie En kwaliteit van leven

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. Leefbaarheid, Veiligheid en welzijn 2007

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

MONITOR TOEKOMST- SCENARIO S LELYSTAD 2018

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Theaterbezoek van Lelystedelingen in 2006

Onderzoek Leefsituatie en Participatie 2004

Bijlage E: Aparte Overals analyses voor enkele sociale groepen

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren

Bijlage bij hoofdstuk 10 De leefsituatie van de bevolking

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, % 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10%

centrum voor onderzoek en statistiek

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Weinig mensen sociaal aan de kant

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek

3.5 Voorzieningen in de buurt

LSG LEEFSITUATIE INDEX 2017

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad

Sociale samenhang in Groningen

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

De mening van de inwoners gepeild. Woontevredenheid 2013

De leefsituatieindex 2008

Vrijwilligerswerk in de gemeente Roosendaal

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

De Amsterdamse Leefsituatie-index

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Colofon. Deze rapportage is gemaakt door: Onderzoek en Statistiek. Verkrijgbaar, zolang de voorraad strekt bij:

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon:

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

Armoedebeleving. College voor de Rechten van de Mens. GfK [April 2017] GfK May 17, 2017 Armoedebeleving 0

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Museumbezoek meest favoriet cultureel uitje Rapport - onderzoek naar cultuurbeleving van Nederland

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Leefsituatie. Lelystad Onderzoek en Statistiek, gemeente Lelystad, augustus 2013.

WOONTEVREDENHEID 2011

Participatie in sport, hobby s en cultuur

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Sportparticipatie Volwassenen

Maatschappelijke participatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Maatschappelijke participatie

Bijlagen hoofdstuk 12 Maatschappelijke participatie Jeroen Devilee en Joep de Hart

Goede Voornemens 2015

De slag om de vrije tijd

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

De mening van de inwoners gepeild. Woontevredenheid 2015

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Leefsituatieindex 2010

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

De Amsterdamse leefsituatie-index

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

3. Minder tevreden over het wonen

Vrijwilligerswerk in s-hertogenbosch

Bestuurlijke toekomst gemeente Nuenen c.a.: de opvattingen van de inwoners

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VRAGENLIJSTFREQUENTIES

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Stadsenquête A4 Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegerekend? personen

Leefsituatie Lelystad 2014

8 Centraal Bureau voor de. Jonge e n e r g tevreden over vriendenkring Jong en gelukkig. Buitengewoon tevreden. Weinig eenzaamheid

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Gemeentelijke dienstverlening 2009

Leefsituatieonderzoek 2006

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

LELYSTADSGELUIDEN. De mening van de inwoners gepeild. Woonbeleving 2017

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Arbeidsdeelname van paren

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Vinkel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Vrijwilligerswerk. Gemeente Amersfoort Dorien de Bruijn, Ben van de Burgwal 14 juli 2014

Consumentenvertrouwen in Amsterdam

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN

Transcriptie:

LelyStadsGeluiden De mening van de inwoners gepeild De leefsituatie van Lelystedelingen in 2006 In heeft Onderzoek en Statistiek van de gemeente voor het eerst het leefsituatieonderzoek onder Lelystedelingen van 18 jaar en ouder gehouden. Dit onderzoek waarin welzijn en participatie van inwoners centraal staan is in september 2006 voor een belangrijk deel herhaald. Onderwerpen die aan inwoners zijn voorgelegd gingen over: huishouden-, werk- en financiële situatie, mobiliteit, wonen, vrije tijd, vakantie, sport, cultuur, vrijwilligerswerk en contacten. Tevens sluit het onderzoek zoveel mogelijk aan bij het landelijke leefsituatieonderzoek dat het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) uitvoert onder de se bevolking. Hierdoor kan de leefsituatie van inwoners niet alleen met worden vergeleken, maar ook met landelijke trends. Maart 2007

Colofon Deze rapportage is gemaakt door: Onderzoek en Statistiek Verkrijgbaar, zolang de voorraad strekt bij: Gemeente Onderzoek en Statistiek Postbus 91 8200 AB T 0320 27 85 74 F 0320 27 82 45 e-mail: onderzoek@lelystad.nl Voor feiten en cijfers en overige onderzoeksrapportages kunt u terecht op onze website: www.lelystad.nl, maart 2007

Inleiding In heeft Onderzoek en Statistiek van de gemeente voor het eerst het Leefsituatieonderzoek gehouden. Dit onderzoek waar welzijn en participatie van inwoners centraal staan is in september 2006 herhaald. Het onderzoek sluit aan bij het landelijke leefsituatieonderzoek dat het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) uitvoert onder de se bevolking. Hierdoor kan de leefsituatie van inwoners niet alleen met worden vergeleken, maar ook met landelijke trends. gewerkt wordt dan twee jaar geleden. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen. Waar verricht men zoal betaald werk? Tabel 1 geeft hierop een antwoord. De antwoorden van respondenten komen grotendeels overeen met die van. Toen gaf iets minder (40%) dan in 2006 (4) aan buiten werkzaam te zijn. Tabel 1 Locatie arbeid buitenshuis (in%) Huishoudens- en werksituatie Het grootste deel (42%) van de respondenten van het Leefsituatieonderzoek behoort tot een huishouden met meer dan één volwassene. Ook een grote groep (33%) maakt deel uit van een volledig gezin: twee ouders en/of verzorgers met één of meer kinderen jonger dan 18 jaar. Een achtste deel woont alleen en een tiende maakt deel uit van een senioren huishouden: de respondent of zijn/haar partner is 65 jaar of ouder. Enkelen (3%) maken deel uit van een eenoudergezin. Er is gevraagd naar de meest van toepassing zijnde manier waarop men de dag doorbrengt. Hierbij is een aantal soorten activiteiten onderscheiden. In grafiek 1 zijn de hoofdgroepen weergegeven. Grafiek 1: Dagelijkse bezigheid Lelystedelingen 13% 2006 In de buurt waar ik woon 12 8 Elders in 40 39 Buiten, in Flevoland 14 16 Buiten Flevoland 26 29 Geen vast werkadres 8 8 Financiële situatie Het netto huishoudinkomen van Lelystedelingen is ten opzichte van twee jaar geleden licht verbeterd. In 2006 geeft 17% aan een inkomen tot 1.250 (laag), 56% een inkomen tussen de 1.250 en 3.050 (midden) en 27% meer dan 3.050 (hoog) per maand netto te verdienen. Twee jaar geleden was de verdeling nog 21%, 53% en 26%. Grafiek 2 geeft een genuanceerder beeld. 40% 3 30% 2 Grafiek 2: Inkomensverdeling (in euro's) 2006 20% 1 10% 63% 10% betaald w erk volgt opleiding gepensioneerd ander w erk w erkzoekend arbeidsongeschikt 0% tot 1250 1250-1850 1850-3050 3050-3500 meer dan 3500 Voor een meerderheid (63%) van de respondenten is het verrichten van betaald werk de belangrijkste dagactiviteit. Daarnaast ziet 10% een andere vorm van werken voor zichzelf als hoofdtaak, zoals huishoudelijk of vrijwilligerswerk. Mannen geven aan gemiddeld 37 uur per week betaalde arbeid te verrichten en 12 uur per week onbetaalde arbeid. Vrouwen zeggen gemiddeld 28 uur per week betaalde en 20 uur per week onbetaalde arbeid te verrichten. Op basis van deze onderzoeksgegevens kunnen we concluderen dat iets meer Lelystedelingen betaald werk hebben (: 61%) en dat er gemiddeld een uur per week meer Voor het eerst is gevraagd naar een oordeel van de financiële situatie. Men gaf gemiddeld het rapportcijfer 7,0 voor de mate van tevredenheid met de financiele middelen van het huishouden. Lage inkomens geven een 5,6, middeninkomens een 6,9 en hoge inkomens een 8,1. In totaal geeft 16% een rapportcijfer van 5 of lager. Er is een aantal andere vragen gesteld over de materiele bezittingen binnen het huishouden. In tabel 2 zijn enkele resultaten van en 2006 verwerkt. De eerste twee artikelen (de PC en de DVD-speler) worden Leefsituatie van Lelystedelingen 2006 1

door het SCP aangeduid als hobbyartikelen. In 2006 beschikte 83% van de Lelystedelingen over beide. Twee jaar eerder was dit nog 68% en landelijk 5. Er beschikken nu meer huishoudens over een computer dan twee jaar geleden. Van degenen die er geen hebben geeft nog altijd tweevijfde aan dat dit om financiële redenen is. Tabel 2 Huishoudelijke en hobbyartikelen (in%) Ja, is aanwezig in het huishouden Zo nee: om financiële redenen? Ja 2006 2006 PC 87 91 47 37 DVD-speler 74 89 20 14 Magnetron 90 92 13 12 Vaatwasmachine 69 71 25 15 De magnetron en de vaatwasser zijn de huishoudelijke artikelen waarover 67% van de se huishoudens in 2006 beschikte. In kwam dit neer op 6 en landelijk 51%. Mobiliteit Ongeveer 8 van de respondenten geeft aan een auto te bezitten, 2 heeft een abonnement van de se Spoorwegen en 3% heeft (ook) een bus-, tramof metroabonnement. Tabel 3 Autobezit en OV-abonnementen (in %) Woning en woonomgeving Ruim driekwart van de respondenten geeft aan in een eengezinswoning te wonen. Nog eens 12% verblijft in een vrijstaande eengezinswoning, 7% in een appartement, flat, boven- of benedenwoning, etage of portiekflat en 3% in een ander woningtype. De woningsituatie en hun oordeel daarover in 2006 wijken niet noemenswaardig af van die in. Lelystedelingen beoordeelden de woning gemiddeld met het rapportcijfer 7,8. Bewoners van vrijstaande woningen geven een 8,5, van eengezinswoningen een 7,8 en flat- /appartementbewoners geven een 7,4. Van de respondenten geeft 80% aan zelf (of één van de leden van het huishouden) eigenaar te zijn van de woning waarin hij of zij woont. De waardering voor de woonomgeving is gestegen van een 7,2 in naar 7,4 in 2006. Deze stijging komt vooral door het positieve(re) oordeel van bewoners uit nieuwe buurten in de Landerijen (onderdeel van Waterwijk) en de Kustwijk, zoals grafiek 3 laat zien. Haven Botter Kust KKGS Water Bos Atol Zuiderzee Grafiek 3: Oordeel woonomgeving 6,8 7,0 7,2 7,3 7,4 7,5 7,6 7,7 6,5 7,0 7,5 8,0 2006 () (2006) autobezit 81 85 abonnement NS 16 25 abonnement bus, tram, metro 5 3 Vakantie Gevraagd is of men in de afgelopen 12 maanden met vakantie is geweest. In grafiek 4 kunnen de resultaten worden afgelezen. Wat de mobiliteit van huishoudens betreft is er weinig veranderd ten opzichte van twee jaar geleden. Gemiddeld lag het autobezit in in op 81% en slechts 21% van de ers had een OVabonnement. Het lijkt er op dat de se bevolking mobieler is dan de se bevolking. vaker één keer Grafiek 4: Vakantiegedrag 3 43% niet met vakantie 22% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 2006 2 gemeente, Onderzoek en Statistiek

Lelystedelingen zijn vaker met vakantie geweest dan twee jaar geleden. Een vakantie is omschreven als een verblijf buiten de eigen woning voor recreatieve doeleinden met ten minste vier opeenvolgende overnachtingen. Van degenen die op vakantie gingen, is viervijfde (ook) naar het buitenland geweest evenals twee jaar terug. Van de se bevolking was dat slechts drievijfde. Conclusie: de se bevolking gaat vaker op (buitenlandse) vakantie dan de se bevolking. Vrije tijd Lelystedelingen zijn actiever geworden in het verenigingsleven dan twee jaar geleden. Bijna driekwart is minimaal lid van één vereniging. Ook zijn Lelystedelingen actiever dan de se bevolking: In was drievijfde van de ers lid van een vereni- LelyS 2006 Grafiek 5: Verenigingsleven 26% Ruim 86% van de Lelystedelingen zegt een hobby te hebben (denk aan musiceren, zingen, ballet, toneel, schilderen, handwerken, doe-het-zelven, verzamelen, wandelen). In lag dit nog ietsje hoger (89%), maar vergeleken met (79% heeft een hobby) lijkt iets (cre)a(c)tiever. Tabel 5 Aantal hobby s en 2006 (in %) 2006 geen hobby 21 11 14 1 hobby 16 8 10 2 hobby s 27 26 27 3+ hobby s 36 55 49 Cultuur De mate van cultuurparticipatie is in 2006 voor het eerst gemeten op de manier zoals het SCP het bezoeken van culturele voorstellingen en musea onder de se bevolking meet. Deze manier wijkt licht af van de wijze waarop het in is gemeten. Grafiek 6: Cultuur en uitgaan LelyS 30% museum* 4 film 5 NL 39% musical 2 0% 20% 40% 60% 80% 100% cabaret 20% geen lid één lid tw ee lid drie of meer ballet ging. Grafiek 5 geeft het een en ander weer. toneel 20% Wel is het zo dat Lelystedelingen minder vaak lid zijn van een muziek-, toneel- of zangvereniging, een vereniging met een godsdienstig doel en een hobbyvereniging en iets vaker lid zijn van een sportvereniging, politieke organisatie of een overige vereniging. Tabel 4 Lidmaatschap verenigingen (in %) 2006 muziek of zang (incl toneel) 9 5 vereniging met godsdienstig doel 9 6 sportvereniging 34 35 hobbyvereniging 13 9 politieke organisatie 4 6 vakbond, werknemers- of werkgeversorganisatie 22 22 overige vereniging 16 9 opera popconcert klassiek concert dans/disco* 13% 18% 23% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 2006 * in belangrijke mate anders gemeten in Leefsituatie van Lelystedelingen 2006 3

Kijken we naar de diversiteit van culturele activiteiten dan blijkt dat 23% van de Lelystedelingen evenals de ers (in ) - helemaal geen culturele activiteit onderneemt. Ruim de helft (52%) 1 tot 3 activiteiten (landelijk 47%) en een kwart 4 of meer activiteiten. Lelystedelingen lijken daarmee iets minder gevarieerd in hun cultuurbezoek. Dit heeft mogelijk te maken hebben met de bouw van het nieuwe theater de Agora. De afgelopen twee jaar zijn er minder voorstellingen geweest in. Sport De mate van sportparticipatie is in 2006 gemeten op de manier zoals het SCP het sporten van de se bevolking meet. Vergeleken met de se bevolking scoort niet zo goed wat sport betreft. Nu geeft 52% aan minimaal een keer per week aan sport te doen. Twee jaar terug was dit in nog 61%. Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is ook gemeten op de manier zoals het SCP meet. Uit grafiek 7 kan worden afgelezen hoe het vrijwilligerswerk verdeeld is over een aantal sectoren. 1 Grafiek 7: Vrijwilligerswerk Twee jaar geleden gaf 40% van de ers aan iets op het gebied van vrijwilligerswerk te doen. In ligt dit percentage in 2006 een stuk hoger: 47%. In 2006 deed 3 van de allochtonen vrijwilligerswerk en 47% van de 65-plussers. Gemiddeld besteedde men 5 uur per week hieraan. Eerdere jaren was dit ook het geval. Contacten en sociaal isolement Uit het onderzoek kan ook de mate waarin mensen in een sociaal isolement leven berekend worden. In tabel 6 zijn de percentages weergegeven van stellingen waar men ja op antwoordde. We kunnen geen belangrijke verschillen tussen en 2006 of tussen en onderscheiden. Tabel 6 Stellingen over contacten met anderen (in %) Er zijn mensen met wie ik goed kan praten Er zijn mensen bij wie ik terecht kan Er zijn mensen die mij echt begrijpen Ik maak deel uit van een groep vrienden Ik voel me van andere mensen geïsoleerd mijn sociale contacten zijn oppervlakkig 2006 83 85 83 85 87 85 75 76 72 57 54 57 3 2 2 14 14 15 12% 10% 12% 12% De antwoorden op deze stellingen kunnen worden omgezet in een score op de zogenaamde isolementschaal. Grafiek 8 geeft de verdeling van die scores weer. Grafiek 8: Mate van isolement 8% 2006 6 9 19 35 31 6% 2% 3% 3% 3% 5 5 10 10 17 20 33 31 35 34 0% 4 politieke organisatie vakbond, werknemers- of werkgeversorganisatie zang, muziek of toneelvereniging hobbyvereniging buren, bejaarden, gehandicaptenhulp 2006 sportvereniging 0% 20% 40% 60% 80% 100% 6 tot 11 - veel isolement 12 of 13 14 of 15 16 of 17 18 - w einig isolement gemeente, Onderzoek en Statistiek

De minimale score is 6 (totaal isolement) en de maximale score is 18 (geen isolement). Het aandeel Lelystedelingen dat in een sociaal isolement leeft is niet meer dan landelijk het geval is. Vergeleken met twee jaar geleden scoren iets minder Lelystedelingen de maximale score van 18 (geen isolement). In tabel 7 is weergegeven hoe verschillende groepen in scoorden op deze isolementschaal in en 2006. Tabel 7 Gemiddelde score op de isolementschaal 2006 Leeftijd 18-29 30-39 40-54 55+ Herkomst Autochtoon Westerse allochtoon Niet-westerse allochtoon Huishoudensituatie Alleenwonenden Eenoudergezin Meerdere volwassenen Senioren (65-plussers) 16,3 16,3 15,9 15,5 16,1 15,7 15,5 15,6 15,2 16,1 14,8 16,1 15,9 15,8 15,7 16,0 15,8 14,9 15,4 15,5 16,0 15,4 Leefsituatie-index Dit onderzoek sloot aan bij het landelijke leefsituatieonderzoek. Het SCP heeft tevens een index ontwikkeld om welzijn op basis van verschillende terreinen weer te geven aan de hand van één instrument. Deze index heeft Onderzoek en Statistiek van de gemeente eerder gebruikt (Sociale Staat van, ) om verschillen in leefsituatie tussen bevolkingsgroepen te beschrijven. Zo bleek in evenals in en andere steden waar deze methode van welzijn beschrijven is toegepast, dat de leefsituatie van lage inkomensgroepen, laagopgeleiden, allochtonen, alleenstaanden en eenoudergezinnen, mensen zonder betaalde baan en ouderen achterbleef. De vraag rijst nu: zijn er groepen in waar het inmiddels beter mee gaat? In welke mate verschilt de leefsituatie van de se bevolking met de se bevolking? De uitkomsten van het landelijke onderzoek zijn binnen enkele maanden bekend. In een volgende editie van LelyStadsGeluiden zullen we aan de hand van dit instrument de leefsituatie van Lelystedelingen nogmaals beschrijven. Twee groepen springen er wat negatief uit; 30 tot 39- jarigen en niet-westerse allochtonen voelen zich meer sociaal geïsoleerd dan twee jaar geleden. Een score van onder de 16 duidt op een bepaalde mate van zelfkritiek wat betreft de kwaliteit van de contacten. Geluksgevoel Ook is, evenals twee jaar geleden, gevraagd in hoeverre men zichzelf als een gelukkig mens beschouwt. Over het algemeen kunnen we geen belangrijke verschillen ontdekken. Opvallend is wel dat Lelystedelingen eerder zichzelf als niet zo gelukkig bestempelen dan ers: 13% tegen 18% in in (in 2006: 17%). Ook geven in 2006 ietsje minder Lelystedelingen aan erg gelukkig te zijn en iets meer Lelystedelingen aan gelukkig te zijn dan in. Tabel 8 In welke mate vindt u zichzelf een gelukkig mens? 2006 Erg gelukkig 15 20 16 Onderzoeksverantwoording Het Leefsituatieonderzoek 2006 is uitgevoerd in september 2006. Er is een steekproef van 2.500 inwoners van 18 jaar en ouder uit de gemeentelijke basis administratie getrokken. Ook zijn de 1.300 leden van het LelyStadsPanel (LSP) benaderd. De respons van de steekproef kwam neer op 40%. Van het LSP respondeerde 88%. In totaal hebben 2.131 Lelystedelingen meegewerkt aan dit onderzoek. Er is gebruik gemaakt van een schriftelijke vragenlijst voor de steekproef en een deel van het panel. De overige panelleden (72%) hebben digitaal een enquête via internet ingevuld. Om de onderzoeksresultaten representatief te maken voor de inwoners van de gehele stad is gewogen op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en opleiding. Normaliter wordt alleen gewogen op de eerste drie kenmerken, maar omdat het opleidingsniveau van de panelleden hoger ligt dan de steekproef is er nu ook gewogen op opleidingsniveau. Gelukkig 68 58 64 Niet zo gelukkig 13 18 17 Ongelukkig 5 4 4 Gaan we kijken naar specifieke doelgroepen dan constateren we dat in 2006 71% (: 73%) van de 65- plussers zich (erg) gelukkig voelde, 72% van de allochtonen (: 69%) en 56% van de gehandicapten (: 52%). Leefsituatie van Lelystedelingen 2006 5