BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815



Vergelijkbare documenten
BESLISSING OP BEZWAAR

tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk

Controle en handhaving Besluit Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht openbaar te maken.

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

De belanghebbende heeft geen bedenkingen tegen het openbaar maken van de door u gevraagd gegevens kenbaar gemaakt.

Datum 19 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Beslissing op bezwaar

Datum 13 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

Beslissing op bezwaar

Handleiding behandeling WOB-verzoeken

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Ministerie van Veiligheid en Justitie

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst.

VERZONDEN 18 JUL 2018 Datum:

Datum 13 september 2017 Onderwerp Uw Wob-verzoek inzake correspondentie over adoptie uit Sri Lanka en de (voormalige) adoptievergunninghouder FLASH

Beslissing op bezwaar

Wijze van openbaarmaking De documenten, genoemd onder inventarisatie documenten onder nummers één tot en met negen zal ik naar u mailen.

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar Bijlage 1.

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Toelichting Zienswijzeprocedure

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Datum 16 AUG2018. Betreft Wob-besluit

Onder verwijzing naar uw per gestuurde brief van 6 februari 2013 bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

2 8MEI 2Ü1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijiage

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

De met u gemaakte afspraken, bedoeld in de vorige alinea, houden het volgende in:

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Weigerachtige behandeling Wob-verzoek Gemeente Weesp

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Het Financieele Dagblad T.a.v.: Postbus AE AMSTERDAM. Datum 2 september 2015 Onderwerp Uw Wob-verzoek van 3 juli 2015.

Datum 17 juli 2019 Betreft Herzieningsbesluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorziening en Personeelswerk (Crebo 10026) over de periode bij ROC Landstede;

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante artikelen verwijs ik u naar bijlage 1.

Besluit: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Datum. Beschikking inzake verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Aangetekend verstuurd Molenaar Abeln advocaten Carel H.J.M. Abeln J.J. Viottastraat JT AMSTERDAM

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

Besluit. A. Verloop van de procedure. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

9 MEI Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

Uw Wob-verzoek betreffende Stichting Infofilter Bel-me-niet Register

APR 214. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

3. Het college heeft bij besluit van 18 februari 2009 het verzoek om informatie van ECS c.s. gedeeltelijk ingewilligd.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 28 DEC Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte

Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Ministerie van Infrastructuur

Inzake : Bezwaar tegen besluit op WOB-verzoek foodwatch inzake met miltvuur besmet vlees BEZWAARSCHRIFT

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

Besluit inzake uw Wob-verzoek d.d. 6 augustus 2018

2 0 JUNI. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Datum Betreft Verzoek op grond van Wet Openbaar van bestuur. uw kenmerk.

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. Kenmerk: 27692/ Betreft: verzoek om openbaarmaking

Datum 31 juli 2015 Onderwerp Eerste deelbesluit wob-verzoek ICT-incidenten. Geachte

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Kabinet Minister-President

3 SEP zû. Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van BinnenlaridseZaken en Koninkrijksrelaties. Datum Betreft

Openbaar besluit. OPTA/IPB/2006/ kenmerk: Zaaknummer: W Datum: 3 februari Ons

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. tegen de uitspraak in zaak nr. 07/604 van de rechtbank Assen van 6 december 2007 in het geding tussen:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 29 OKT 2013 Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte heen

Diversen: verstrekte documenten inzake het Wob-verzoek en Bijlage Awb-bezwaar algemeen Beantwoording Wobverzoek

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit is door de heer Zwaga tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 6 januari 2009.

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. C. Overwegingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Ministerie van Buitenlandse Zaken

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~.

Pagina. Besluit Openbaar

Inventarisatie documenten Per onderdeel van uw verzoek vindt een inventarisatie van wel of niet bij RVO.nl aanwezige documenten plaats.

Nationaal Coördinator. Terrorismebestrijding en Veiligheid. Wettelijk kader. Inventarisatie documenten. Ministerie van Veilfgheidenlusririe

Beslissing op bezwaar

ONAFHANKELIJKE COMMISSIE VOOR DE BEZWAAR- EN BEROEPSCHRIFTEN GEMEENTE SLIEDRECHT

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Datum 3 juni 2016 Betreft Verzoek op grond van de Wob. Geachte,

Dienst Terugkeer en Vertrek Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van infrastructuur en Milieu

het college van gedeputeerde staten van Zeeland.

1 van :55

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Kabinet Minister-President

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar.

Transcriptie:

BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815 Bij brief van 30 maart 2015 die is ingekomen bij de NZa op dezelfde dag, is door de heer [vertrouwelijk ] (hierna: belanghebbende) bezwaar gemaakt tegen het besluit van de NZa naar aanleiding van zijn verzoek in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) van 23 februari 2015 met kenmerk 100387/164844. Naar aanleiding van dit bezwaar is belanghebbende op 20 mei 2015 gehoord. Op grond van het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging is de directeur Strategie & Juridische Zaken van de NZa bevoegd om namens de NZa te beslissen op het bezwaarschrift. De NZa heeft het hierboven vermelde besluit in heroverweging genomen. De NZa heeft besloten dat niet tegemoet kan worden gekomen aan het bezwaar en dat het bestreden besluit ongewijzigd in stand dient te blijven. Het bezwaar wordt dan ook ongegrond verklaard. Hieronder volgt de motivering daarvan. DE AANGEVOERDE BEZWAREN Belanghebbende voert in zijn bezwaarschrift de volgende gronden van bezwaar aan tegen het besluit van de NZa naar aanleiding van het Wobverzoek dat belanghebbende heeft ingediend. 1. Het is onterecht dat de NZa een deel van de gevraagde informatie niet heeft verstrekt omdat de betreffende stukken zich niet bevinden bij de NZa. 2. In de door de NZa verstrekte documenten is ten onrechte informatie weggelakt op grond van artikel 10, tweede lid, sub e en sub g van de Wob. De genoemde uitzonderingsgronden zijn niet van toepassing op de gevraagde informatie. OORDEEL NZa Alvorens inhoudelijk in te gaan op de bezwaargronden, wordt hieronder eerst het Wob-verzoek van belanghebbende beschreven. Vervolgens wordt het besluit van de NZa naar aanleiding van dit verzoek (het primaire besluit) weergegeven. Voor de volledigheid wordt tevens het relevante wettelijk kader geschetst. Wob-verzoek Belanghebbende verzoekt de NZa om de volgende informatie openbaar te maken: - Afschriften van facturen van [vertrouwelijk ] aan de NZa (hierna: de coach) vanaf 9 september 2014 tot en met 7 december 2014; - Overeenkomsten van medewerkers van de NZa met de coach van 17 januari 2012, 7 maart 2012, 20 maart 2012 en overige overeenkomsten als bedoeld in de facturen die de NZa op 29 oktober 2014 aan belanghebbende heeft toegezonden;

- Afschriften van facturen van de coach aan de NZa van 7 december 2014 tot en met 11 februari 2015. Primair besluit De NZa heeft in reactie op het Wob-verzoek van belanghebbende op 23 februari 2015 besloten dat slechts gedeeltelijk tegemoet gekomen kan worden aan dit verzoek. Hoewel de coach een aantal NZamedewerkers van de NZa heeft begeleid, beschikt de NZa over slechts één overeenkomst betreffende de coaching van een medewerker. De andere overeenkomsten zijn niet gearchiveerd. De betreffende overeenkomst d.d. 25 december 2012 en de bijbehorende factuur van 3 oktober 2014 zijn reeds gedeeltelijk openbaar gemaakt, met dien verstande dat op grond van artikel 10, lid 2, onder e en onder g Wob, vertrouwelijke informatie onleesbaar is gemaakt. Wettelijk kader Voor de beoordeling van het bezwaar zijn de volgende wettelijke bepalingen van belang: Ingevolge artikel 2 van de Wob verstrekt een bestuursorgaan bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet en gaat het daarbij uit van het algemeen belang van openbaarheid van informatie. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wob kan een ieder een verzoek om informatie, neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid, richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. Artikel 3 lid 1 Wob bepaalt dat een ieder een verzoek om informatie, neergelegd in een document over een bestuurlijke aangelegenheid, tot een bestuursorgaan kan richten. Het begrip bestuurlijke aangelegenheid wordt in artikel 1 onder b Wob uitgelegd als een aangelegenheid die betrekking heeft op het beleid van een bestuursorgaan, daaronder begrepen de uitvoering en voorbereiding ervan. Ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Wob wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11. Ingevolge artikel 10, lid 1, aanhef en sub d Wob blijft het verstrekken van informatie ingevolge de Wob achterwege voor zover dit persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van de Wet Bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef en sub e Wob blijft het verstrekken van informatie ingevolge de Wob eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef en sub g Wob blijft het verstrekken van informatie ingevolge de Wob eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. Naar aanleiding van de bezwaren De NZa heeft deels geweigerd de door belanghebbende gevraagde informatie openbaar te maken. Thans is in geschil of de resterende informatie alsnog openbaar moeten worden gemaakt. De NZa overweegt dat bij de beoordeling van een verzoek om informatie op grond van de Wob het belang van de verzoeker er niet toe doet. Bij de te verrichten belangenafweging worden het algemene belang van openbaarmaking van de gevraagde informatie en de door de weigeringsgronden te beschermen belangen betrokken. Voorts overweegt de NZa dat de Wob niet een beperkte vorm van openbaarmaking kent. In het kader van de Wob wordt informatie voor een ieder openbaar gemaakt en niet alleen aan de verzoeker verstrekt. Vanuit dit perspectief heeft de NZa het Wob-verzoek beoordeeld. Hieronder wordt puntsgewijs ingegaan op de door belanghebbende aangevoerde bezwaargronden. 1. Het is onterecht dat de NZa een deel van de gevraagde informatie niet heeft verstrekt omdat de betreffende stukken zich niet bevinden bij de NZa. Belanghebbende stelt dat het onterecht is dat de NZa een deel van de gevraagde informatie niet heeft verstrekt omdat de NZa niet over de betreffende stukken beschikt. Het Wob-verzoek van belanghebbende heeft onder andere betrekking op (de inhoud van de) overeenkomsten van 17 januari 2012, 7 maart 2012, 23 februari 2012 tussen NZa-medewerkers en de betreffende coach. In het primaire besluit is aangegeven dat de NZa niet over deze overeenkomsten beschikt en om die reden niet kunnen worden verstrekt. Belanghebbende is van mening dat deze stellingname niet correct is. In de reeds aan belanghebbende verstuurde facturen wordt namelijk verwezen naar de betreffende overeenkomsten. Belanghebbende meent dat vernietiging van de documenten door de NZa in strijd is met de archiefwet. Indien de NZa niet over de documenten beschikt dient zij deze op te vragen bij de coach zelf. Daarnaast moet het volgens belanghebbende mogelijk zijn om de documenten binnen het ICTsysteem van de NZa te achterhalen. Naar aanleiding van deze bezwaargrond overweegt de NZa dat bij de betreffende coach is verzocht om een kopie te verstrekken van de betrokken overeenkomsten. Hij heeft dat om hem moverende redenen geweigerd. Verder heeft de NZa de medewerkers die het betreft en nog in dienst zijn van de NZa verzocht om een kopie van de hen betreffende overeenkomsten voor zover zij daarover zouden beschikken. Dat verzoek heeft ertoe geleid dat één medewerker een kopie heeft verstrekt, zodat de NZa wat die overeenkomst betreft (gedeeltelijk) aan uw verzoek kon tegemoet komen. De overige overeenkomsten kan de NZa echter niet openbaar maken, omdat zij over die overeenkomsten niet beschikt.

2. In de door de NZa verstrekte documenten is ten onrechte informatie weggelakt op grond van artikel 10, tweede lid, sub e en sub g van de Wob. De genoemde uitzonderingsgronden zijn niet van toepassing op de gevraagde informatie. Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer Belanghebbende stelt dat in de door de NZa verstrekte documenten ten onrechte informatie is weggelakt op grond van artikel 10 lid 2 sub e van de Wob. De genoemde weigeringsgronden zijn, volgens belanghebbende, niet van toepassing op de weggelaten informatie. Belanghebbende heeft op de hoorzitting aangegeven dat het voor risico van een ambtenaar komt dat informatie over hem openbaar kan worden gemaakt op grond van de Wob. Dit sluit onverkort aan bij zijn functie als ambtenaar. De informatie over de betreffende ambtenaren valt binnen het kader van de Wob, aangezien het (dis)functioneren van een ambtenaar een bestuurlijke aangelegenheid betreft. Desondanks is belanghebbende niet geïnteresseerd in de namen van de betreffende ambtenaren die genoemd worden in de overeenkomst met de coach. Het gaat belanghebbende er nadrukkelijk om te achterhalen bij welke aangelegenheden de coach een rol heeft gehad. De informatie kan zodoende geanonimiseerd worden verstrekt zodat de weigeringsgrond van artikel 10, lid 2, sub e Wob niet relevant zou zijn. De NZa is van oordeel dat dit argument niet opgaat en meent dat het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zich verzet tegen het openbaar maken van de volledige inhoud van de overeenkomst. Het document betreft een overzicht van leerdoelen, ontwikkelpunten etc. van de medewerker. Zelfs al zou deze informatie alleen geanonimiseerd openbaar worden gemaakt, biedt dat informatie op grond waarvan de betreffende medewerker is te herkennen. Dat geldt zeker voor andere medewerkers (collega s) van de NZa. Het persoonlijke belang van de medewerkers voor wie een coaching is afgesproken bij geheimhouding van de leerdoelen en ontwikkelpunten etc. weegt naar opvatting van de NZa zwaarder dan het belang van openbaarheid. Onevenredige benadeling Voorts is belanghebbende van mening dat de weigeringsgrond van artikel 10, lid 2, onder g van de Wob evenmin van toepassing is op de gevraagde informatie. Bepaalde tekstfragmenten zijn weggelakt in de reeds verstrekte overeenkomst van 25 december 2012 omdat dit inzicht zou geven in de concurrentiepositie van de betreffende coach. Volgens belanghebbende is in het primaire besluit informatie ten onrechte weggelakt op grond van de weigeringsgrond van artikel 10, tweede lid, sub g van de Wob. Belanghebbende vindt dat dit argument in het geheel geen hout snijdt omdat hier geen sprake is van onevenredige benadeling van de betreffende coach. De NZa licht hier toe dat het gaat om informatie in de overeenkomst van 25 december 2012 waaraan de betreffende coach en de onderneming waar hij werkzaam is te herkennen zijn. Het openbaren van deze informatie zou ertoe kunnen leiden dat de coach en de onderneming, al dan niet ten onrechte, in een kwaad daglicht worden gezet.

Er is dan sprake van onevenredige benadeling in de zin van artikel 10, tweede lid, sub g Wob ten opzichte van het belang van openbaarmaking van de informatie. Zodoende stelt de NZa dat in primo terecht is besloten om een aantal van de tekstfragmenten niet openbaar te maken om onevenredige benadeling van de coach te voorkomen. Belanghebbende stelt ten slotte dat de NZa bepaalde informatie op de factuur van 3 oktober 2014 (nr. 14884) ten onrechte heeft weggelakt. De NZa licht hier toe dat de weggelakte informatie specificaties betreffen waaruit dagdeeltarieven kunnen worden afgeleid. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling moeten de totaalbedragen op facturen openbaar worden gemaakt; de daarbij behorende specificaties waaruit uurtarieven e.d. kunnen worden afgeleid niet 1. De in het primaire besluit weggelakte specificaties kunnen worden aangemerkt als concurrentiegevoelige informatie. Gelet op artikel 10, tweede lid, onder g Wob, zou openbaarmaking van deze informatie leiden tot onevenredige benadeling van de betreffende coach en de onderneming waar hij werkzaam is. De NZa ziet daarom geen reden om de betreffende informatie alsnog inzichtelijk te maken. Concluderend komt de NZa in de heroverweging van het bestreden besluit niet tot een ander oordeel. De NZa heeft terecht geweigerd de door belanghebbende gevraagde informatie niet volledig openbaar te maken op grond van artikel 10, tweede lid, sub e en g Wob. Voor zover het primaire besluit onvoldoende zou zijn gemotiveerd is dat met deze beslissing op bezwaar hersteld. Nu nog binnen de termijn van twee weken na ingebrekestelling is beslist, is de NZa geen dwangsom verschuldigd. CONCLUSIE Gezien het voorgaande heeft de NZa besloten het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. Een belanghebbende kan binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit beroep instellen bij de sector bestuursrecht van de rechtbank binnen het arrondissement waar hij zijn woonplaats of (statutaire) vestigingsplaats heeft. Indien de indiener geen woonplaats of (statutaire) vestigingsplaats in Nederland heeft, dient het beroep te worden ingediend bij de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, sector bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA, Utrecht. Het beroep dient conform artikel 6:5 lid 1 Awb schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en moet ten minste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van de indiener, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt en de gronden van het beroep. Indien beschikbaar dient een afschrift van het besluit te worden meegezonden. Hoogachtend, Nederlandse Zorgautoriteit A.M. van der Laan plv. directeur Strategie en Juridische Zaken 1 ABRvS 6 maart 2002, AB-kort 2002, 232.