Totstandkoming Europese. bankenunie heeft gevolgen. voor alle beleggers. Nieuw FTK weer een stap dichterbij

Vergelijkbare documenten
Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

Welkom bij webinar over beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI over het eerste kwartaal 2016

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Presentatie beleggingsresultaten over het jaar 2016 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg Lex Solleveld 1

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Als de Centrale Banken het podium verlaten

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Webinar Aegon PPI: Life Cycles

Achmea life cycle beleggingen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2014 t/m 30 juni Samenvatting: dalende rente

Nieuwsbrief februari 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Wat u moet weten over beleggen

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Perspectief Mid Year Update Economie & Beleggingsstrategie Ineke Valke

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf Q Q Q Q Q Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen

Beleggingsthema s What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Achmea life cycle beleggingen in beeld

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

Brochure. Beleggingsbeleid

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Robeco Life Cycle Funds

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Robeco Life Cycle Funds

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Robeco Life Cycle Funds. Kwartaalbericht Q4 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q4. Kwartaalbericht 4e kwartaal

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

reëel financieel toetsingskader (FTK2)

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP

Uw pensioen en uw risicobereidheid

Robeco Flexioen FLEXIBEL INDIVIDUEEL PENSIOEN

NN First Class Balanced Return Fund

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus JP Eindhoven

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

Ontwikkelingen in 2012

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

Onderstaande tabel toont de nieuwe parameters ( ), waarbij tussen haakjes de oude waarden ( ) zijn opgenomen.

Bericht 3 e kwartaal September 2014

Persoonlijk Pensioen Plan

Terugblik. Maandbericht april 2018

Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009

Transcriptie:

Totstandkoming Europese bankenunie heeft gevolgen voor alle beleggers Nieuw FTK weer een stap dichterbij Jaargang 16 september 2013

Colofon Redactie Justin Boers, David van Bragt, Lieuwe Jousma, Menso van Leeuwen, RobertJan van der Mark, Joost van Schagen Ontwerp Vormplan design, Amsterdam Drukwerkbegeleiding Centraal Print Management, Hennie Poortinga Oplage 1.500 exemplaren Redactieadres Postbus 70 2591 CB Den Haag Telefoon (070) 344 87 56 Email info@aegonpensioen.nl Website www.aegon.nl Totstandkoming Europese bankenunie heeft gevolgen voor alle beleggers ' De Europese bankenunie moet zorgen voor gezonde Europese banken en goed beschermde spaarders.' En verder: Voorwoord Pagina 3 Economie, financiële markten en vooruitzichten Pagina 4 Winnaar in de categorie Mixfondsen EUR Neutraal Nieuw FTK weer een stap dichterbij Pagina 8 Aegon PPI: Beleggen met een doelstelling Pagina 10 Inhoudsopgave Aegon Investment Management B.V. is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Deze informatie is met zorg samen gesteld en er is naar gestreefd de informatie juist en zo volledig mogelijk te publiceren. Onvolkomenheden als gevolg van menselijke vergissingen kunnen echter voorkomen, waardoor gegevens en calculaties kunnen afwijken. Aan de verstrekte informatie en berekende waardes kunnen geen rechten worden ontleend. Mocht u op basis van de gegevens verplichtingen met financiële consequenties aan willen gaan, dan raden wij u aan om contact op te nemen met uw financieel adviseur. De verstrekte informatie is aan wijziging onderhevig. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotografie, microfilm of anderszins. Dit is ook van toepassing op de gehele of gedeeltelijke bewerking. Ontwikkelingen Emerging Market Debt Pagina 11

Beste lezer, Juli en augustus, maanden dat de tijd lijkt stil te staan. Rust op de weg, geen rijen in het bedrijfsrestaurant en eindelijk eens die klusjes doen die de afgelopen maanden zijn blijven liggen. Maar toch is het gevoel dit jaar anders. Op de afdelingen is de bedrijvigheid enorm, ondanks de krappere vakantiebezetting. Als dit een voorbode is van wat ons de komende periode te wachten staat, belooft het een hectische herfst te worden. En er komt nogal iets op u en ons af. Zo is op 1 januari 2013 de Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd ingegaan. Een belangrijk onderdeel hiervan is het verlagen van de fiscaal toegestane pensioenopbouw per 1 januari 2014. Maar liefst 50% van onze klanten heeft een regeling die niet voldoet aan het nieuwe fiscale kader en dus aangepast moet worden. Een majeure ingreep voor onze klanten en voor Aegon. Wet en regelgeving, de veranderingen die de politiek in petto heeft voor de financiële wereld, zijn bijna niet bij te houden. In deze Beleggingsvisie onder andere aandacht voor twee zaken op dit gebied. Allereerst kijken we naar de Europese richtlijnen die de basis vormen van de nieuwe Europese bankenunie. En wij gaan in op de verdere uitwerking van het nieuwe Financiële Toetsingskader (FTK), waarvoor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs met een voorstel kwam. Tijdens de Aegon Pensioenweek in de eerste week van november bespreken wij uiteraard de gevolgen van wet en regelgeving. Maar bovenal biedt Aegon in deze week een podium voor nieuwe inzichten in pensioen en verrassende visies op de toekomst. Binnenkort ontvangt u een uitnodiging. Ik hoop u daar te mogen begroeten. Voor nu wens ik u veel leesplezier met deze Beleggingsvisie. Met vriendelijke groet, Heiko Hoogendijk Commercieel directeur Business Line Pensioen Voorwoord

4 2e kwartaal 2013 Economie Verenigde Staten De Amerikaanse centrale bank kondigde aan dat ze al in september kunnen beginnen met het afbouwen van hun opkoopprogramma. Ben Bernanke stelde dat dit wel afhangt van de economie. Het monetair beleid zal lange tijd stimulerend blijven. Financiële markten reageerden heftig, met wereldwijd stijgende rentes en dalende aandelenmarkten. De opkomende landen, waar de markten gevoeliger zijn voor kapitaalstromen, hadden hier de meeste last van. De economie in de VS groeit in een gestaag tempo door. Huizenprijzen stijgen weer en er worden meer nieuwe huizen gebouwd. Door de hogere hypotheekrente zal het herstel waarschijnlijk iets langzamer verlopen, al tast dat het herstel niet materieel aan. Het consumentenvertrouwen en de consumentenbestedingen trekken ook verder aan. Dit ondanks de doorgevoerde belastingverhogingen. Onze verwachting is dat het herstel wel trager verloopt dan de centrale bank aangaf. Europa In Europa blijft de schuldencrisis bepalend. De economie is nog steeds in recessie en de werkloosheid loopt verder op. Duitsland is de positieve uitzondering op deze regel hier groeit de economie nog (langzaam) en is de werkloosheid laag. Er zijn wel tekenen van herstel: zo zijn exporten vanuit landen in de periferie sterk toegenomen. Deze landen hebben hun concurrentiepositie verbeterd. Financiële markten Aandelen Het rendement op wereldaandelen was over het algemeen licht negatief, per land loopt het echter enorm uiteen. Vooral aandelen uit opkomende landen hadden een slecht kwartaal. De zorgen over de houdbaarheid van de groei en de verwachte verkrapping van het Amerikaanse monetaire beleid resulteerden in een verkoopgolf. Braziliaanse aandelen daalden met ongeveer 15%, Chinese aandelen met ongeveer 18%. Amerikaanse en Europese aandelen sloten min of meer onveranderd het kwartaal af en Japanse aandelen stegen zelfs. Staatsobligaties De centrale banken kozen voor kwantitatieve verruiming. De Duitse 10jaars rente daalde licht: van 1,3% naar 1,2%. Nederland blijft kwetsbaar door hoge hypotheekschulden en zwakke economische ontwikkeling. Er wordt gedebatteerd over de vraag of de overheid de economie niet aan het kapot bezuinigen is. Bedrijfsobligaties Creditmarkten begonnen sterk aan het tweede kwartaal, maar verloren halverwege mei snel terrein als gevolg van het algemene riskoff sentiment van beleggers. De volatielere highyield markt liet een bescheiden positief rendement zien. De investment grade markt had meer last van de onderliggende rentebeweging en eindigde het kwartaal met een klein negatief rendement. Vooruitzichten Aandelen Wereldaandelen zijn gemiddeld gewaardeerd. Op de lange termijn verwachten we daarom een goed rendement. Wel zijn de grootste economieën nu bezig met aanpassingen: Japan stimuleert zijn economie, de VS wil het monetair beleid verkrappen, Europa worstelt met de schuldencrisis en China probeert een kredietcrisis te voorkomen. Het korte termijn rendement zal sterk afhangen van het succes van deze aanpassingen. Staatsobligaties De timing van de Fed om het aankoopprogramma stop te zetten, blijft bepalend voor prijsvorming in de (rente)markten. Door het tempo van de daling van de werkloosheid in de VS, zal dit op zijn vroegst tegen het einde van het jaar zijn. Wij verwachten dat tot die tijd de Duitse 10jaars rente in een range van 1,2% tot 2,0% handelt. Bedrijfsobligaties We zien dat de creditmarkten door de hoge rentes weer relatief aantrekkelijk zijn geprijsd. In deze nog steeds low for longer renteomgeving zijn we positief gestemd over de toekomstige rendementsontwikkeling. Vastgoed De vooruitzichten voor vastgoed zijn gematigd positief. Door de sterk gestegen koersen is het dividendrendement gedaald tot een vrij laag niveau. Het dividendverschil met de brede aandelenmarkt is

BELEGGINGSVISIE september 2013 5 Hun begrotingstekorten blijven weliswaar hoog, maar zijn wel wat teruggelopen. Steun vanuit Europa is echter nog steeds nodig om deze tekorten te financieren. Dit kan ook met een geloofwaardige belofte om deze landen te steunen in geval van nood, zoals de ECB heeft gedaan met het OMTprogramma. We verwachten dat het lang zal duren voordat de onbalansen in de Europese economie zijn hersteld en tekorten zijn afgebouwd. Door de bezuinigingen en de onzekerheid blijft de groei laag. Azië Premier Shinzo Abe (Japan) heeft gekozen voor een economisch experiment om de economie en inflatie aan te jagen. De Japanse centrale bank heeft met succes de Japanse Yen verzwakt door veel obligaties op te kopen. De vraag is of dit leidt tot een structureel hogere inflatie. Ook moeten aangekondigde hervormingen nog geïmplementeerd worden. We verwachten dat al deze maatregelen slechts zorgen voor een korte opleving. Ze zullen geen blijvende oplossing bieden voor de structurele problemen van de Japanse economie, zoals de vergrijzing en de hoge staatsschuld. Opkomende landen in Azië hebben het moeilijk. Door de kapitaaluitstroom zijn veel wisselkoersen sterk in waarde gedaald. Daarnaast loopt de inflatie in sommige landen verder op en neemt de economische groei af. De centrale banken staan daardoor voor een dilemma. Verhogen ze de rente om inflatie de kop in te drukken of verlagen ze de rente om de economie te ondersteunen? Vastgoed Het beursgenoteerd vastgoed steeg wereldwijd met ruim 9% (in euro s). Daarmee deed beursgenoteerd vastgoed het slechter dan wereldwijde aandelen. De correlatie tussen de twee markten was wel groot. De aanhoudend lage rente is positief voor vastgoed. Beleggers zijn namelijk op zoek naar hoge cash flows. Nu obligaties dat rendement niet bieden, gaan beleggers op zoek naar alternatieve beleggingen. Vastgoed biedt dan aantrekkelijk dividend. Wel zorgt de kapitaalintensiviteit voor sterkere gevoeligheid voor renteveranderingen. De Amerikaanse huizenmarkt herstelt gestaag. De voorraden en leegstand dalen. Banken worden makkelijker met het uitlenen van geld. De nieuwbouw trekt snel aan hoewel het huidige niveau nog steeds historisch laag is, loopt het aantal aanvragen sterk op. Grondstoffen Beleggingen in grondstoffen sloten dit kwartaal negatief af, als gevolg van negatieve rendementen in het grootste deel van de grondstoffenmarkt. Tegenvallende economische cijfers in China zorgden voor afnemende importcijfers van industriële metalen. Energie is de enige sector met een positief rendement. Het koude weer in de Verenigde Staten zorgde voor een flinke toename van het gasgebruik en stuwde de prijzen omhoog. daardoor zelfs historisch klein. Door de lage rente is vastgoed interessant als substituut voor obligaties, dankzij dezelfde stabiele inkomstenstroom. Zolang de rente niet scherp oploopt, blijft vastgoed daarom aantrekkelijk. Grondstoffen Onze verwachtingen zijn neutraal tot negatief. Zo blijft de onzekerheid over de wereldwijde economische groei groot. De vraag vanuit opkomende landen blijft afnemen en voorraden nemen toe, waardoor een neerwaartse prijsdruk op grondstoffen ontstaat. De groei in de G7 staat als gevolg van de hoge staatsschulden sterk onder druk. We verwachten dat grondstoffenprijzen licht gaan dalen. Eventuele spanningen in het Midden Oosten en extra monetaire verruiming van de Amerikaanse of Europese centrale bank kunnen een opwaarts effect hebben, vooral op metaal en energieprijzen. 'De vooruitzichten voor vastgoed zijn gematigd positief.'

6 Totstandkoming Europese bankenunie heeft gevolgen voor alle beleggers Rinse Boersema, Senior Portfolio Manager Credits, Aegon Asset Management In heel Europa gaan beleggers straks bijdragen aan reddingsoperaties van banken. Dat is het gevolg van de Europese richtlijnen die de basis vormen van de nieuwe Europese bankenunie. In 2019 moet deze bankenunie volledig operationeel zijn. Een zwakke bank mag niet meer lijden tot problemen in eurolanden, zoals bij Ierland en Cyprus is gebeurd, vindt de EU. De Europese bankenunie moet daarom zorgen voor gezonde Europese banken en goed beschermde spaarders. De richtlijnen die de basis van de bankenunie gaan vormen, hebben echter flinke gevolgen voor beleggers. De kosten van een reddingsoperatie komen straks bijvoorbeeld bij private beleggers te liggen. In noodgevallen kan het Europese noodfonds ESM nog steeds de zwakke banken een kapitaalinjectie geven. Om er zeker van te zijn dat alle regels consequent worden toegepast, ligt het toezicht op de banken vanaf 2014 bij de ECB. Het fundament van de Europese bankenunie gaat bestaan uit drie richtlijnen of directives. Dat zijn het capital requirement directive, het single resolution mechanism en het single supervisor mechanism. Deze richtlijnen worden de komende jaren stapsgewijs ingevoerd. Europese bankenunie 'De richtlijnen die de basis van de bankenunie gaan vormen, hebben echter flinke gevolgen voor beleggers.' In het Capital Requirement Directive staat de vereiste hoeveelheid kapitaal die banken moeten aanhouden. Dit is risico gewogen kapitaal. Afhankelijk van het risico van een lening, moeten banken kapitaal opzij zetten. Voor een consumptief krediet is dit bijvoorbeeld hoger dan voor een hypotheek. Het oude minimum, in Basel II, ligt op slechts 4% risico gewogen kapitaal. In 2016 wordt dit verhoogd tot 6%, terwijl het in 2019 minimaal 8,5% moet zijn. Inclusief achtergestelde leningen komt de totale buffer ruim boven de 10%. Hier voldoen veel banken overigens nu al aan. Ten slotte moet ook de ongewogen kapitaalpositie minimaal 3% zijn. In het Single Resolution Mechanism is vastgelegd wie de rekening betaalt als het toch mis dreigt te gaan. Vanaf augustus 2013 mag er pas belastinggeld worden gebruikt nadat aandeelhouders en achtergestelde obligatiebeleggers maximaal hebben meegedeeld in de verliezen. De ECB krijgt de mogelijkheid om de bank op te knippen en belangrijke onderdelen veilig te stellen.

BELEGGINGSVISIE september 2013 7 Kapitaalstructuur Basel II versus CRD 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% Basel 2 CRD achtergestelde obligatie hybride kapitaal aandelen kapitaal De kapitaalstructuur in Basel II vergeleken met die in de Capital Requirement Directive. Hybride kapitaal bestaat uit obligaties die kunnen worden omgezet naar aandelen of waar de nominale waarde (tijdelijk) kan worden verlaagd om verliezen op te vangen. 'De Europese bankenunie moet zorgen voor gezonde Europese banken en goed beschermde spaarders.' Particuliere spaarders krijgen extra bescherming. Naast de protectie van het deposito garantiestelsel, hebben ze straks recht op volledige terugbetaling van hun spaargeld voordat senior obligatiehouders terugbetaald worden. Deze regel wordt ingevoerd in 2015. Vanaf 2018 moeten senior obligatiehouders ook actief gaan meebetalen aan de herkapitalisatie van een bank als dat nodig is. Het Single Supervisor Mechanism bepaalt dat de ECB vanaf 2014 de toezichthouder voor de grote Europese banken is. Dit zijn banken met een balanstotaal groter dan 30 miljard. Voor de overdracht van het toezicht naar de ECB wordt er eerst nog een grondige analyse gemaakt van de bezittingen van deze banken: een Asset Quality Review. Pas na deze kwaliteitscheck neemt de ECB de verantwoordelijkheid van toezicht over. Transparantie Hoewel er zeker nog details zullen veranderen, is men het op hoofdlijnen eens: de sector moet veiliger en transparanter worden. Zo zijn spaarders beter beschermd en wordt de kans dat er belastinggeld nodig is om een bank te redden veel kleiner. Nu beleggers ervan doordrongen zijn dat de risico s voor hen groter worden, eisen ze meer transparantie. Zowel in de kwaliteit van de balans, als in de strategie van het management. Dat beleggers inspelen op de veranderde risico s is duidelijk terug te zien aan het vereiste rendement op achtergestelde leningen: dat is al verhoogd. Opmerkelijk is dat het nog niet terug te zien is in de rendementsvergoeding voor senior obligaties. Daar lijken beleggers er nog vanuit te gaan dat ze niet mee hoeven te betalen aan reddingsoperaties. Ook voor hen is het echter verstandig zich voor te bereiden op de nieuwe werkelijkheid en de gevolgen van de komst van de Europese bankenunie. Tijdlijn Richtlijn Regel 1 augustus 2013 SRM Aandeelhouders en achtergestelde obligatiehouders dragen eerste verliezen 2014 SSM Toezicht banken naar ECB 2015 SRM Senior obligatiehouders dragen verliezen, voordat spaarders worden aangeslagen 2016 CRD Risicogewogen kapitaalratio > 6% 2018 SRM Senior obligatiehouders dragen actief bij aan herkapitalisatie van een bank 2019 CRD Risicogewogen kapitaalratio > 8,5%, ongewogen kapitaalpositie > 3% De momenten waarop belangrijke nieuwe regels ingaan.

8 Nieuw FTK weer een stap dichterbij David van Bragt, Senior Consultant Investment Solutions, Aegon Asset Management Het nieuwe Financiële Toetsingskader (FTK) gaat waarschijnlijk in 2015 in. Hiermee krijgen pensioenfondsen de keuze tussen twee verschillende pensioencontracten: voortzetting van het huidige nominale contract of de overgang naar een nieuw reëel contract. Het recent gepubliceerde FTKconceptvoorstel geeft weer wat meer duidelijkheid. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde recent een conceptvoorstel met daarin een verdere uitwerking van het nieuwe FTK. Dit voorstel is voor een deel erg globaal en vraagt dus nog wel om verdere uitwerking. Tot 6 september kan iedereen via internet reageren. Deze maand adviseert een onafhankelijke commissie bovendien over de voorgestelde inzet van de UFRmethodologie. De definitieve wetsvoorstellen gaan wellicht al voor de kerstdagen naar de Tweede Kamer. DNB houdt in 2014 in het toezicht al rekening met de overgang naar het nieuwe stelsel. Op 1 januari 2015 gaat het nieuwe FTK dan naar verwachting in. Keuzes en consequenties Voor pensioenfondsen betekent het nieuwe FTK dat ze de keuze hebben tussen twee contracten: het nominale of het reële contract. Beide keuzes hebben gevolgen ook wanneer een pensioenfonds kiest voor handhaving van het nominale contract, zal het toch rekening met een aantal zaken moeten houden. FTK 'Voor pensioenfondsen betekent het nieuwe FTK dat ze de keuze hebben tussen twee contracten: het nominale of het reële contract.' 1. Doorgaan op de oude weg Wanneer een pensioenfonds ervoor kiest om het huidige (nominale) contract voort te zetten, krijgt het te maken met hogere buffereisen. De vereiste dekkingsgraad stijgt voor een gemiddeld pensioenfonds met ongeveer 5%punt, van 121,7% naar 126,6%. De waardering van de verplichtingen wordt gebaseerd op de UFRmethodologie. De huidige driemaandsmiddeling van de swaprente wordt daarnaast waarschijnlijk afgeschaft. De dekkingsgraad aan het eind van het jaar wordt dan bepaald door de gemiddelde dekkingsgraad van de laatste 12 maanden. Indexatie is alleen nog toegestaan wanneer dit niet ten koste gaat van huidige buffers of van toekomstige indexatie. De precieze rekenmethode hiervoor wordt nog uitgewerkt. Er komt een haalbaarheidstoets, inclusief jaarlijks het opstellen van een slechtweerscenario en een paar keer per jaar een risicotoets. De kostendekkende premie mag niet langer worden gebaseerd op een 10jaars gemiddelde rente of een verwacht rendement. Premies mogen wel voor een periode van 3 jaar worden vastgezet. 2. Of kiezen voor een nieuw contract De contouren van het reële contract zijn nu, met het nieuwe concept

BELEGGINGSVISIE september 2013 9 discontocurve verplichtingen (per 30062013) Discontocurve verplichtingen (per 30062013) 4,0% rente 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 0 1,0% 10 20 30 40 50 60 2,0% looptijd (jaar) 3,0% nominale contract reële contract indexatie riscopremie De discontocurve voor de verplichtingen in het nominale en het reële contract per 30062013. voorstel, iets duidelijker geworden. In plaats van de harde garantie in het nominale contract, volgen de pensioenverplicht ingen in het reële contract de financiële en actuariële ontwikkelingen. Pensioenfondsen moeten schokken volledig verwerken in minimaal 3 jaar en maximaal 10 jaar. Door het ontbreken van een garantie zijn extra buffers, zoals in het nominale contract, niet noodzakelijk. Wel gaat het ministerie in de huidige voorstellen uit van een vereiste (reële) dekkingsgraad van 101%, in plaats van 100%. Ook bestaat de mogelijkheid om een zogenaamde egalisatiereserve te vormen, waarmee een pensioenfonds intergenerationele effecten vermindert. Het nieuwe voorstel geeft meer details over de bepaling van de reële verplichtingen. De reële disconteringscurve zal bestaan uit de nominale curve, plus een risicopremie, minus indexatie. De risicopremie is niet afhankelijk van het specifieke beleggingsbeleid van een pensioenfonds. De afslag voor indexatie wordt gebaseerd op CPBvoorspellingen van de prijsinflatie voor de komende 2 jaar, met een extrapolatie naar de ECBinflatietarget van 2%, een niveau dat na 10 jaar wordt bereikt. Een opmerkelijke keuze, want hiermee negeert het ministerie de gevoeligheid van de reële verplichtingen voor de inflatieverwachting in de markt. Hierdoor blijft het fonds gevoelig voor de nominale rente, in plaats van de reële rente. In het reële contract komen ook elementen terug uit het nominale contract, zoals de dekkingsgraadmiddeling, de haalbaarheidstoets, de risicotoets en de mogelijkheid tot het vastzetten van premies. Wat vindt de sector? De pensioensector reageert kritisch op de nieuwe voorstellen. Verschillende Nederlandse pensioenfondsen, waaronder het ABP, voorspellen dat de nieuwe regels tot een forse premiestijging zullen leiden. Dat betekent een tegenvaller voor de staatskas. Het kabinet reageert ontkennend en verwijst naar berekeningen van DNB. Daaruit zou blijken dat op termijn de pensioenmaatregelen van het kabinet een positief saldo opleveren. De sociale partners zowel werkgevers als vakbonden hebben via de Stichting van de Arbeid aangegeven meer stabiliteit te willen zien in premies en rentecurve. Zij noemen de huidige voorstellen procyclisch, omdat de premie en discontocurve sterk gekoppeld worden aan de marktrente. Het pensioenfonds blijft verantwoordelijk voor eventuele juridische consequenties, stellen de sociale partners, wanneer de bestaande rechten worden ingevaren in het nieuwe, reële contract. Om problemen rond het invaren te vermijden vragen ze om een beter wettelijk kader. De Pensioenfederatie heeft een duidelijke voorkeur voor een zogenaamd combicontract, waarin een harde garantie wordt gecombineerd met zachte, reële rechten. De Pensioenfederatie werkt een dergelijk contract nu verder uit. Wij blijven u informeren Wij houden u zoveel mogelijk van alle ontwikkelingen op de hoogte. In de komende periode voeren wij een nadere analyse uit naar het optimale beleggingsbeleid voor een nominaal en een reële pensioencontract. Heeft u op dit moment al meer vragen over deze pensioenontwikkelingen of de impact hiervan op uw beleggingsbeleid? Uw client relationship manager helpt u graag verder. 'De sociale partners hebben via de Stichting van de Arbeid aangegeven meer stabiliteit te willen zien in premies en rentecurve.'

10 Aegon PPI: Beleggen met een doelstelling Twan Possen, Consultant Investment Solutions, Aegon Asset Management Binnen een Defined Contribution (DC) regeling bouwt iedere deelnemer individueel een kapitaal op, waarmee hij bij pensionering een levenslange pensioenuitkering kan inkopen. Voor de opbouw van dit kapitaal stelt de werkgever een premie beschikbaar die vervolgens door de deelnemer belegd kan worden. Het rendement maar zeker ook het risico van deze beleggingen komt dan ook voor eigen rekening van de deelnemer. Defensief risicoprofiel 100% 80% 60% 40% 20% 0% 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55 57 59 61 63 65 Leeftijd VRW ZW Onderstaand voorbeeld geeft het verwachte pensioen op einddatum weer voor twee verschillende life cycles. Hierbij wordt er initieel vanuit gegaan dat er belegd wordt in staatsobligaties en aandelen. Beide regelingen zijn identiek aan elkaar met uitzondering van de mate van risico die genomen wordt gedurende de looptijd van de life cycle. Aegon PPI Een goed pensioen voor de deelnemer is het ultieme doel van Aegon PPI. In de ontwikkeling van de beleggingspropositie van Aegon PPI is het behalen van een 70% geïndexeerd middelloon pensioen dan ook centraal gesteld. Hiermee wordt er dus verder gekeken dan enkel naar de beleggingen, maar ligt de focus vanaf het begin bij het voor de deelnemer meest belangrijke aspect, namelijk zijn pensioen. Het risico het niet behalen van deze doelstelling wordt tegelijkertijd zoveel mogelijk beperkt. Om ervoor te zorgen dat de deelnemer bij pensionering een goed pensioen kan inkopen, zijn er vanuit beleggingsperspectief een tweetal knoppen om aan te draaien: Hoeveel risico wordt er genomen en wanneer? De Aegon PPI belegt de premies volgens de life cycle methode. Hierbij worden de pensioenpremies op jonge leeftijd voornamelijk belegd in categorieën met een hoog verwacht rendement, zoals aandelen. Uiteraard kennen deze categorieën een hoger risico dan bijvoorbeeld staatsobligaties. Maar doordat er nog vele jaren belegd kan worden, wegen deze risico s niet op tegen de verwachte opbrengsten. Ofwel risico s nemen wanneer het kan! Richting pensioendatum wordt het beleggingsrisico steeds verder afgebouwd om te voorkomen dat de deelnemer op einddatum wordt geconfronteerd met een door slechte marktontwikkelingen gekrompen kapitaal. Daarbij wordt er vanuit de beleggingen meer aangesloten bij het in te kopen pensioen, om ervoor te zorgen dat een verandering van de rente geen grote negatieve invloed meer heeft op deze inkoop. Staatsobligaties & Aandelen Staatsobligaties & Aandelen Wanneer over de gehele life cycle 10% minder in aandelen belegd zou worden, verlaagt dit zowel de kans dat onze doelstelling behaald wordt als het verwachte pensioen dat op einddatum ingekocht kan worden. In termen van pensioen inkoop is de deelnemer dan ook beter af door meer risico te nemen op het moment dat dit mogelijk is. Spreiding van de beleggingen Indien er slechts in een beperkt aantal categorieën belegd wordt, zijn niet alle mogelijkheden benut om tot een goed pensioen te komen. De beleggingspropositie van Aegon PPI kenmerkt zich door een breed gespreide beleggingsportefeuille. Door niet alle eieren in één mandje te plaatsen, kan men profiteren van het feit dat niet alle beleggingen op vergelijkbare wijze reageren op gebeurtenissen in de markt. Met andere woorden, door de portefeuille beter te spreiden is het mogelijk om bij Opbouw Balanced DC fondsen 10% minder risico Kans op behalen doelstelling (70% geïnd. middelloon) 56,5% Pensioen bij tegenvallende marktomstandigheden 45,9% (% geïndexeerd middelloon) 100% 80% 60% 40% 20% 0% BDC1 BDC2 BDC3 BDC4 BDC5 BDC6 BDC7 BDC8 default Kans op behalen doelstelling (70% geïnd. middelloon) 62,4% Pensioen bij tegenvallende marktomstandigheden 45,3% (% geïndexeerd middelloon) Grondstoffen Beursgenoteerd vastgoed Aandelen wereldwijd ABS Emerging Market Debt High Yield obligaties Bedrijfsobligaties Staatsobligaties

BELEGGINGSVISIE september 2013 11 een gelijkblijvend risico beleggingscategorieën toe te voegen die in de verwachting een hoger rendement opleveren. Dit betekent dan ook dat het spreiden van de portefeuille in de verwachting een hoger pensioen oplevert op einddatum zonder dat hiervoor hogere risico s gelopen worden. In het voorbeeld hiernaast wordt de verwachte pensioeninkoop bij pensionering weergegeven voor een life cycle waarin enerzijds enkel belegd wordt in staatsobligaties en aandelen en in de fondsen van Aegon PPI anderzijds. Ook hierbij geldt dat, met uitzondering van de spreiding, de overige kenmerken van de regeling identiek aan elkaar zijn. Het toepassen van de breed gespreide beleggingsportefeuille binnen de Aegon PPI zorgt dan ook voor een sterkere verbetering van de kans op het behalen van de doelstelling en de verwachte pensioen inkoop op einddatum. Aegon PPI is ontwikkeld met het uiteindelijk in te kopen pensioen als uitgangspunt, in tegenstelling tot enkel te kijken naar beleggingsrendement of kosten. Hiermee is een deelnemer ervan verzekerd dat er een zo goed mogelijk pensioen voor hem wordt bereikt, waarvoor alle mogelijke middelen worden ingezet. Staatsobligaties & Aandelen default Kans op behalen doelstelling (70% geïnd. middelloon) 62,4% Pensioen bij tegenvallende marktomstandigheden 45,3% (% geïndexeerd middelloon) Aegon PPI default Kans op behalen doelstelling (70% geïnd. middelloon) 71,8% Pensioen bij tegenvallende marktomstandigheden 50,4% (% geïndexeerd middelloon) ONTWIKKELINGEN EMD Ontwikkelingen Emerging Market Debt Emerging Market Debt (EMD) is al tijden een populaire beleggingscategorie. De veelgehoorde redenen zijn de hoge economische groei en het relatief lage schuldniveau van opkomende markten. Echter, tijdens de langetermijnscenario s van 2012 concludeerden wij al dat voorzichtigheid geboden is voor EMD. De risicoopslag die wordt betaald op EMD is de afgelopen jaren flink gedaald en weerspiegelde volgens onze beleggingsstrategen onvoldoende de aanwezige risico s. Zowel de absolute risicoopslag, als het niveau ten opzichte van wereldwijde high yield obligaties is laag. Verschillende opkomende landen hebben een deel van hun schuld gefinancierd in een harde valuta (euro of dollar), dit is zo n 35% van de totale schuldenberg. Als gevolg hiervan hebben deze landen dollars en euro s nodig om de couponbetalingen te kunnen voldoen. En hierin schuilt dan ook het risico. Tot enkele jaren geleden hadden deze landen grote overschotten op de lopende rekening. De afgelopen jaren is dit voor veel opkomende landen flink afgenomen of zelfs omgeslagen in een tekort. Nu hoeft dit geen problemen zolang buitenlanders dit tekort willen financieren. Tijdens de afgelopen periode van extreem lage rentes in ontwikkelde landen was het voor beleggers aantrekkelijk om te investeren tegen de hogere rentes in opkomende landen. Maar nu de rente in de Verenigde Staten snel oploopt, is dit minder aantrekkelijk. Dit zou in het uiterste geval kunnen leiden tot het opdrogen van de buitenlandse valuta reserves In lijn met de verwachtingen binnen onze langetermijnscenario s, is dit risico de afgelopen maanden verdisconteerd in de markt. Hierdoor laat EMD dit jaar een negatief rendement zien. Door de onderweging levert deze beleggingscategorie een positieve bijdrage aan de gediversifieerde portefeuilles die gebruik maken van de dynamisch strategische asset allocatie. Lopende rekening Saldo (%) 20 15 10 5 0 2001 5 10 2002 2003 2004 Risicoopslag risicoopslag (bps) 2,000 1,600 1,200 800 400 2005 2006 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2007 2008 2009 2010 High Yield EMD LTS 2011 2012 2013 Brazilië Rusland India China Indonesië Maleisië Turkije Chili ZuidAfrika Emerging Market Debt