Sociale vaardigheden 1 SOCIALE VAARDIGHEDEN 1 (CBE17.1/CREBO:52695)



Vergelijkbare documenten
Communicatie 1 COMMUNICATIE 1 (CBE05.1/CREBO:50226)

Communicatie 2 COMMUNICATIE 2 (CBE05.2/CREBO:55111)

Oriëntatie op de particuliere recherchebranche 1 ORIËNTATIE OP DE PARTICULIERE RECHERCHEBRANCHE 1 (CBE16.1/CREBO:52694)

Waarneming 1 WAARNEMING 1 (CBE18.1/CREBO:52696)

Technisch onderzoek 1 TECHNISCH ONDERZOEK 1 (CBE20.1/CREBO:52698)

Beveiliging van gebouwen en eigendommen 3 BEVEILIGING VAN GEBOUWEN EN EIGENDOMMEN 3 (CBE08.3/CREBO:56186)

Forensisch onderzoek 4 FORENSISCH ONDERZOEK 4 (CBE29.4/CREBO:55032)

Oriëntatie toezichthouder 1 ORIËNTATIE TOEZICHTHOUDER 1 (CBE23.1/CREBO:53158)

Veiligheid in de samenleving 1 VEILIGHEID IN DE SAMENLEVING 1 (CBE28.1/CREBO:55031)

Zakelijke communicatie 1 ZAKELIJKE COMMUNICATIE 1 (CAL04.1/CREBO:50239)

Gezondheid en veiligheid 1 GEZONDHEID EN VEILIGHEID 1 (CBE06.1/CREBO:50225)

CORRESPONDENTIE EN MONDELINGE CONTACTEN MVT 3 - KEUZETAAL 1, 2 (CSE06.3, CSE11.3/CREBO:50213, 50212)

Volksverzekeringen 4 VOLKSVERZEKERINGEN 4 (CJU06.4/CREBO:50104)

Beveiliging van gebouwen en eigendommen 2 BEVEILIGING VAN GEBOUWEN EN EIGENDOMMEN 2 (CBE08.2/CREBO:55113)

Correspondentie 4 CORRESPONDENTIE 4 (CSE05.4/CREBO:50184)

Werknemersverzekeringen 4 WERKNEMERSVERZEKERINGEN 4 (CJU05.4/CREBO:50105)

Correspondentie 3 CORRESPONDENTIE 3 (CSE05.3/CREBO:50214)

Veiligheidsnetwerk 2 VEILIGHEIDSNETWERK 2 (CBE25.2/CREBO:55112)

Zakelijke communicatie 3 ZAKELIJKE COMMUNICATIE 3 (CAL04.3/CREBO:50111)

Leidinggeven 3 LEIDINGGEVEN 3 (CAL08.3/CREBO:56184)

Bedrijfsoriëntatie 1 BEDRIJFSORIËNTATIE 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht 4 BURGERLIJK PROCESRECHT EN FAILLISSEMENTSRECHT 4 (CJU17.4/CREBO:56179)

Dienstplanning en organisatie 3 DIENSTPLANNING EN ORGANISATIE 3 (CBE37.3/CREBO:56185)

Sociale voorzieningen 4 SOCIALE VOORZIENINGEN 4 (CJU04.4/CREBO:50106)

Leidinggeven 4 LEIDINGGEVEN 4 (CAL08.4/CREBO:53091)

Bedrijfsoriëntatie 2 BEDRIJFSORIËNTATIE 2 (CAL01.2/CREBO:50211)

CORRESPONDENTIE EN MONDELINGE CONTACTEN MVT 4 - KEUZETAAL 1, 2 (CSE06.4, CSE11.4/CREBO:50181, 50176)

Zakelijke communicatie MVT 1 - keuzetaal 1, 2 ZAKELIJKE COMMUNICATIE MVT 1 - KEUZETAAL 1, 2 (CAL05.1, CAL06.1/CREBO:50238, 50206)

Magazijnbeheer 4 MAGAZIJNBEHEER 4 (CLO07.4/CREBO:50150)

Medisch secretariaat 3 MEDISCH SECRETARIAAT 3 (CSE07.3 /CREBO:50180)

Externe transportplanning 3 EXTERNE TRANSPORTPLANNING 3 (CLO12.3/CREBO:50196)

Betalingsverkeer 4 BETALINGSVERKEER 4 (CBV11.4/CREBO:50167)

Veilig werken in de beveiliging 3 VEILIG WERKEN IN DE BEVEILIGING 3 (CBE38.3/CREBO:56187)

Voorraadbeheer 2 VOORRAADBEHEER 2 (CLO06.2/CREBO:50228)

Burgerlijk recht 4 BURGERLIJK RECHT 4 (CJU16.4/CREBO:56178)

PARTICULIER ONDERZOEKER

Planning en organisatie 3 PLANNING EN ORGANISATIE 3 (CSE04.3/CREBO:50215)

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

Handelen in kritieke situaties 2. Praktijkopdrachten

Planning en organisatie 4 PLANNING EN ORGANISATIE 4 (CSE04.4/CREBO:50185)

Ambtelijk handelen en communicatie 4 AMBTELIJK HANDELEN EN COMMUNICATIE 4 (CJU13.4/CREBO:50119)

Transportadministratie 3 TRANSPORTADMINISTRATIE 3 (CLO09.3/CREBO:50198)

Veiligheidsnetwerk 1 VEILIGHEIDSNETWERK 1 (CBE25.1/CREBO:55030)

Materials handling 4 MATERIALS HANDLING 4 (CLO08.4/CREBO:50149)

Materials handling 3 MATERIALS HANDLING 3 (CLO08.3/CREBO:50200)

Arbeidsvoorziening 4 ARBEIDSVOORZIENING 4 (CJU07.4/CREBO:50101)

Algemeen juridische beroepsvorming 4 ALGEMEEN JURIDISCHE BEROEPSVORMING 4 (CJU01.4/CREBO:50109)

Sparen en beleggen 4 SPAREN EN BELEGGEN 4 (CBV13.4/CREBO:50165)

Mobiele surveillance 2 MOBIELE SURVEILLANCE 2 (CBE35.2/CREBO:56182)

Fiscaal administratief beheer 4 FISCAAL ADMINISTRATIEF BEHEER 4 (CBA07.4/CREBO:50171)

Woningfinanciering 4 WONINGFINANCIERING 4 (CBV12.4/CREBO:50166)

Transportmanagementondersteuning 3 TRANSPORTMANAGEMENTONDERSTEUNING 3 (CLO10.3/CREBO:50197)

Magazijnbeheer 3 MAGAZIJNBEHEER 3 (CLO07.3/CREBO:50201)

Inkoopbeleid en -planning 3 INKOOPBELEID EN -PLANNING 3 (CLO03.3/CREBO:50155)

Exameneisen Beveiliger (Crebonummer 25407)

Voorraadbeheer 3 VOORRAADBEHEER 3 (CLO06.3/CREBO:50202)

Balans, verlies- en winstrekening 4 BALANS, VERLIES- EN WINSTREKENING 4 (CBV15.4/CREBO:50162)

Voorraadbeheer 4 VOORRAADBEHEER 4 (CLO06.4/CREBO:50151)

EXAMENEISEN WINKELSURVEILLANCE 2

Consumptieve kredieten 4 CONSUMPTIEVE KREDIETEN 4 (CBV14.4/CREBO:50164)

Transportadministratie 4 TRANSPORTADMINISTRATIE 4 (CLO09.4/CREBO:50135)

Wijzigingen vastgesteld mei 2012

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

Juridisch secretariaat 3 JURIDISCH SECRETARIAAT 3 (CSE08.3/CREBO:50179)

Vrede en veiligheid 1 VREDE EN VEILIGHEID 1 (CVV01.1/CREBO:53226)

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

Bedrijfseconomische beroepsvorming - financiering 2 BEDRIJFSECONOMISCHE BEROEPSVORMING - FINANCIERING 2 (CBA10.2/CREBO:50174)

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Inkopen/bestellen 3 INKOPEN/BESTELLEN 3 (CLO02.3/CREBO:50153)

Secretariaatspraktijk 3 SECRETARIAATSPRAKTIJK 3 (CSE01.3/CREBO:50187)

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Cameratoezicht. Geen wijzigingen in 2017

Cameratoezicht Wijzigingen gewijzigd: toegevoegd: toegevoegd: toegevoegd: * Autoriteit Persoonsgegevens.

Bedrijfscalculaties 3 BEDRIJFSCALCULATIES 3 (CLO13.3/CREBO:50199)

Fysieke vaardigheden 1 FYSIEKE VAARDIGHEDEN 1 (CVV04.1/CREBO:55029)

Productieplanning 3 PRODUCTIEPLANNING 3 (CLO04.3/CREBO:50189)

WKPV I Lesboek 2018/2019

Telebusiness 2 TELEBUSINESS 2 (CCA10.2/CREBO:53096)

b gewijzigd: Controleert en vervangt (laat) kleine blusmiddelen (vervangen).

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017

Zakelijke kredieten 4 ZAKELIJKE KREDIETEN 4 (CBV16.4/CREBO:50161)

Tekstverwerking 1 TEKSTVERWERKING 1 (CSE12.1/CREBO:53139)

1.04 Geeft het belang aan van het aan de hand van camerabeelden herkennen en identificeren van personen.

GSR Protocol Melding, Klacht of Incident 2015

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel;

Basiskennis Cameratoezicht

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek 1 januari 2018

Productieplanning 4 PRODUCTIEPLANNING 4 (CLO04.4/CREBO:50137)

Exameneisen Event security

Wijzigingen exameneisen 2014 Geen.

Bedrijfsoriëntatie 3 BEDRIJFSORIËNTATIE 3 (CAL01.3/CREBO:50195)

Bedrijfscalculaties 4 BEDRIJFSCALCULATIES 4 (CLO13.4/CREBO:50148)

Praktijkinstructie Medisch secretariaat 3 (CSE07.3/CREBO:50180)

Klokkenluiderregeling Woningstichting Woensdrecht

Operationele productiebeheersing 4 OPERATIONELE PRODUCTIEBEHEERSING 4 (CLO05.4/CREBO:50136)

Exameneisen Basiskennis alarmcentrales

Praktijkinstructie Stenografie 3 (CSE10.3/CREBO:50177)

Transcriptie:

SOCIALE VAARDIGHEDEN 1 (CBE17.1/CREBO:52695)

sd.cbe17.1.v1 ECABO, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT

INHOUD Taxonomiecodes 1 4

Taxonomiecodes Deelkwalificatie Nr. Eindterm 1.1 De kandidaat kan contacten onderhouden binnen en buiten de werkorganisatie. 1.2 De kandidaat kan onderscheiden welke situaties zelf afgehandeld dienen te worden en welke aan bevoegde instanties gemeld dienen te worden. Taxonomiecode Rc/i B 2.1 De kandidaat kan informatie schriftelijk vastleggen. Rc 2.2 De kandidaat kan de spelling- en grammaticaregels toepassen. Rc 2.3 De kandidaat kan de eisen omschrijven waaraan een rapportage moet voldoen. 3.1 De kandidaat kan een oriënterend gesprek houden met de opdrachtgever en op basis daarvan een plan van aanpak maken. 3.2 De kandidaat kan de basisgegevens opnoemen, die in een plan van aanpak vermeld dienen te worden. 3.3 De kandidaat kan de wettelijke bevoegdheden opnoemen ten aanzien van het benaderen van derden. 3.4 De kandidaat kan uitleggen wat onder vertrouwelijke (belangrijke) informatie wordt verstaan. 3.5 De kandidaat kan de mogelijke gevaren opnoemen die kunnen ontstaan bij nonchalant omgaan met vertrouwelijke informatie. 3.6 De kandidaat kan uitleggen wat verstaan wordt onder inbreuken en overtredingen t.a.v. beveiliging van informatie. B Rc/i F F B F B 3.7 De kandidaat kan de geheimhoudingsplicht omschrijven. F 3.8 De kandidaat kan geheimhoudingsplicht op grond van de arbeidsovereenkomst omschrijven. 3.9 De kandidaat kan aangeven dat het schenden van de geheimhoudingsplicht zowel een strafbaar feit als een onrechtmatige daad kan zijn. 3.10 De kandidaat kan het verschil omschrijven tussen open en gesloten vragen. 3.11 De kandidaat kan het verschil uitleggen tussen het bekend maken van gegevens door schuld en het opzettelijk bekend maken van gegevens. 3.12 De kandidaat kan uitleggen dat legitimatiebewijzen -op verzoekgevraagd danwel getoond moeten worden. 4.1 De kandidaat kan een intakegesprek houden met de opdrachtgever en op basis daarvan een offerte maken. B B B B B Rc/i 4.2 De kandidaat kan het begrip verdachte definiëren. F 1

Deelkwalificatie Nr. Eindterm 4.3 De kandidaat kan het begrip aanhouding bij ontdekking op heterdaad definiëren. Taxonomiecode B 4.4 De kandidaat kan het begrip mishandeling definiëren. B 4.5 De kandidaat kan het begrip poging definiëren. F 4.6 De kandidaat kan het begrip deelneming aan strafbare feiten definiëren. F 4.7 De kandidaat kan het begrip vernieling definiëren. F 4.8 De kandidaat kan het begrip bedreiging definiëren. F 4.9 De kandidaat kan het begrip daderschap omschrijven. B 4.10 De kandidaat kan de relatie aangeven tussen juridische bevoegdheden, de instructie en de opvattingen van de opdrachtgever t.a.v. de taakuitvoering. B 5.1 De kandidaat kan interviews/confronterende gesprekken houden. Rc/i 5.2 De kandidaat kan omschrijven op welke wijze de privacy van daarvoor in aanmerking komende personen gewaarborgd wordt. 5.3 De kandidaat kan de wettelijke bevoegdheden opnoemen van een particulier onderzoeker ten aanzien van het benaderen van derden. B F 5.4 De kandidaat kan het begrip arbeidsovereenkomst omschrijven. B 5.5 De kandidaat kan het begrip bedrijfsreglement omschrijven. B 5.6 De kandidaat kan de rol van een particulier onderzoeker bij ontslagprocedures omschrijven. B 5.7 De kandidaat kan de hoofdlijnen van het ontslagrecht omschrijven. B 5.8 De kandidaat kan het verschil aangeven tussen regels voor een verhoor door politie en door een particulier onderzoeker. B 6.1 De kandidaat kan een rechtsgeldig rapport opmaken. Rc 6.2 De kandidaat kan het begrip verklaring getuige omschrijven. B 6.3 De kandidaat kan het begrip getuige omschrijven. B 6.4 De kandidaat kan het begrip bewijskracht verklaringen omschrijven. B 6.5 De kandidaat kan het begrip valsheid in geschrifte definiëren. B 6.6 De kandidaat kan het begrip valse aangifte omschrijven. B 6.7 De kandidaat kan het begrip inhoudelijke volledigheid omschrijven. B 2

Deelkwalificatie Nr. Eindterm 6.8 De kandidaat kan de voorwaarden noemen waaraan een rapport moet voldoen om rechtsgeldig te zijn danwel gebruikt te kunnen worden in gerechtelijke procedures. Taxonomiecode B 3

4

EINDTERM: 1.1 De kandidaat kan contacten onderhouden binnen en buiten de werkorganisatie. Taxonomiecode: Rc/i 1.1.1 Onderhouden zakelijke contacten met: - (personeels)leiding - teamleden - collega's en met: - klanten - publiek - raadpleegt/helpt teamleden - geeft instructies/verduidelijkt taken - verstrekt informatie m.b.t. aangeboden diensten - volgens de regels van de arbeidsorganisatie - mondeling: vis-à-vis telefonisch - conform opdracht - op eigen initiatief voortvloeiende uit het werk - onderscheidt incidenten/situaties naar: zelf afhandelen melden aan bevoegde instanties - meldt incidenten aan competente instanties - klantgericht/dienstverlenend - correcte omgangsvormen - maakt gebruik van moderne communicatiemiddelen - rekening houdend met vertrouwelijkheid van informatie 5

EINDTERM: 1.1 (vervolg) De kandidaat kan contacten onderhouden binnen en buiten de werkorganisatie. Taxonomiecode: Rc/i - met aantoonbare kennis van: de structuur van de arbeidsorganisatie de positie en verantwoordelijkheden van de verschillende medewerkers de eigen verantwoordelijkheden/ bevoegdheden t.a.v. het handelen inhoud servicevoorwaarden van de organisatie - geeft belang aan van het leggen/onderhouden van contacten - geeft voorbeelden van incidenten/situaties die in de werkuitvoering kunnen plaatsvinden 6

EINDTERM: 1.2 De kandidaat kan onderscheiden welke situaties zelf afgehandeld dienen te worden en welke aan bevoegde instanties gemeld dienen te worden. Taxonomiecode: B 1.2.1 Onderscheiden situaties naar zelf afhandelen en naar voorleggen aan bevoegde instanties - met inachtneming van de regels van de arbeidsorganisatie - met aantoonbare kennis van het begrip bevoegde instanties 7

EINDTERM: 2.1 De kandidaat kan informatie schriftelijk vastleggen. Taxonomiecode: Rc 2.1.1 Vastleggen schriftelijke informatie - in correct Nederlands - schrijft een eenvoudige, korte zakelijke boodschap, zoals een rapport of memo - vult standaardformulieren in - houdt logboeken, personeelsoverzichten, dagrapporten, archief etc. bij - volgens richtlijnen van de organisatie - gebruikt moderne kantoorapparatuur - systematisch - volledig, met vermelding van alle hoofdzaken - logisch geordend (naar onderwerp of belangrijkheid) - informatie wordt gerubriceerd aangeleverd Hulpmiddelen voor de kandidaat: een notitieblok/formulier een woordenboek 8

EINDTERM: 2.2 De kandidaat kan de spelling- en grammaticaregels toepassen. Taxonomiecode: Rc 2.2.1 Toepassen spelling- en grammaticaregels - de spelling- en grammaticaregels t.a.v.: onderwerp, persoonsvorm, werkwoord en gezegde werkwoordsvormen: o.t.t en o.v.t. voltooid deelwoord infinitief bijvoeglijk naamwoord afgeleid van een werkwoord lidwoorden en verwijswoorden (woordgeslacht) meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden plaatsing van leestekens: punt/komma/dubbele punt/aanhalingstekens bij directe rede/vraagteken/ uitroepteken volgorde onderwerp en persoonsvorm (inversie) afbreken van woorden gebruik trema's/koppeltekens Hulpmiddelen voor de kandidaat: - een woordenboek 9

EINDTERM: 2.3 De kandidaat kan de eisen omschrijven waaraan een rapportage moet voldoen. Taxonomiecode: B 2.3.1 Omschrijven eisen die aan een rapportage gesteld worden - correct Nederlands - conform de "7 W's" (redenen van wetenschap) - chronologische beschrijving gebeurtenissen - vermeldt aanhef, onderwerp, dagtekening, ondertekening - beknopt/zakelijk - met vermelding van de hoofdzaken - logisch geordend (naar onderwerp of belangrijkheid) - noemt functie en doel van rapportage - geeft belang aan van schriftelijk samenvatten en vastleggen van informatie - geeft voorbeelden van gevolgen van onjuiste rapportage 10

EINDTERM: 3.1 De kandidaat kan een oriënterend gesprek houden met de opdrachtgever en op basis daarvan een plan van aanpak maken. Taxonomiecode: Rc/i 3.1.1 Houden oriënterend gesprek met opdrachtgever - verzamelt en selecteert zelfstandig de relevante gegevens - bepaalt doelstelling gesprek - geeft essentie weer van verkregen informatie - controleert of informatie juist is overgekomen - vraagt bevestiging van ontvangst van belangrijke informatie - inventariseert risico's - hanteert beleefdheidsvormen 3.1.2 Maken plan van aanpak - op basis van een oriënterend gesprek met de opdrachtgever - verzamelt en selecteert zelfstandig de relevante gegevens - maakt plan van aanpak met daarin minimaal de basisgegevens - maakt beschrijving van de opdrachtgever - stelt communicatieschema op - houdt rekening met vertrouwelijkheid van informatie - in correct Nederlands - stemt werkwijze af op opdracht, locatie, publiek en risicoanalyse 11

EINDTERM: 3.2 De kandidaat kan de basisgegevens opnoemen, die in een plan van aanpak vermeld dienen te worden. Taxonomiecode: F 3.2.1 Opnoemen basisgegevens, die in een plan van aanpak vermeld dienen te worden - noemt: opdrachtgever opdracht doelstelling vraag-/probleemstelling stappenplan werkwijze toepassing technieken/hulpmiddelen risico's (normaal en specifiek) tijdsbeslag inzet personen geraamde kosten communicatieschema 12

EINDTERM: 3.3 De kandidaat kan de wettelijke bevoegdheden opnoemen ten aanzien van het benaderen van derden. Taxonomiecode: F 3.3.1 Opnoemen wettelijke bevoegdheden t.a.v. het benaderen van derden - noemt: de richtlijnen die gelden voor elke burger de richtlijnen gesteld in een bedrijfsreglement de richtlijnen die gelden voor aanhouden op heterdaad en onmiddellijk overgeven de grenzen die bij waarnemen niet overschreden mogen worden - met aantoonbare kennis van: het begrip observeren/waarnemen het begrip interpreteren 13

EINDTERM: 3.4 De kandidaat kan uitleggen wat onder vertrouwelijke (belangrijke) informatie wordt verstaan. Taxonomiecode: B 3.4.1 Uitleggen de begrippen vertrouwelijke en belangrijke informatie - met correct voorbeeld van beide 14

EINDTERM: 3.5 De kandidaat kan de mogelijke gevaren opnoemen die kunnen ontstaan bij nonchalant omgaan met vertrouwelijke informatie. Taxonomiecode: F 3.5.1 Opnoemen mogelijke gevaren bij nonchalant omgaan met (vertrouwelijke) informatie - noemt diefstal, beschadiging, verduistering, vernieling, bedrijfsspionage, onbevoegd wijzigen van gegevens - met aantoonbare kennis van: het begrip informatiedragers wat verstaan wordt onder inbreuken en overtredingen t.a.v. beveiliging van (vertrouwelijke) informatie maatregelen die toegepast dienen te worden bij het opbergen van vertrouwelijke informatie 15

EINDTERM: 3.6 De kandidaat kan uitleggen wat verstaan wordt onder inbreuken en overtredingen t.a.v. beveiliging van informatie. Taxonomiecode: B 3.6.1 Uitleggen wat verstaan wordt onder inbreuken en overtredingen t.a.v. beveiliging van informatie - onderscheidt inbreuken naar ernst en schade/ gevaar 16

EINDTERM: 3.7 De kandidaat kan de geheimhoudingsplicht omschrijven. Taxonomiecode: F 3.7.1 Omschrijven geheimhoudingsplicht - conform art. 272, 273 WvSr 17

EINDTERM: 3.8 De kandidaat kan geheimhoudingsplicht op grond van de arbeidsovereenkomst omschrijven. Taxonomiecode: B 3.8.1 Omschrijven geheimhoudingsplicht - op grond van de arbeidsovereenkomst 18

EINDTERM: 3.9 De kandidaat kan aangeven dat het schenden van de geheimhoudingsplicht zowel een strafbaar feit als een onrechtmatige daad kan zijn. Taxonomiecode: B 3.9.1 Aangeven dat het schenden van de geheimhoudingsplicht zowel een strafbaar feit als een onrechtmatige daad is - op basis van het Wetboek van Strafrecht een strafbaar feit - op basis van de arbeidsovereenkomst een onrechtmatige daad - blijkgevend van kennis van het gestelde in art. 272, 273 WvSr 19

EINDTERM: 3.10 De kandidaat kan het verschil omschrijven tussen open en gesloten vragen. Taxonomiecode: B 3.10.1 Omschrijven de begrippen - open vraag - gesloten vraag - in relatie tot de informatie die verkregen moet worden - geeft verschil aan - noemt voor- en nadelen 20

EINDTERM: 3.11 De kandidaat kan het verschil uitleggen tussen het bekend maken van gegevens door schuld en het opzettelijk bekend maken van gegevens. Taxonomiecode: B 3.11.1 Uitleggen verschil tussen het bekend maken van gegevens door schuld en het opzettelijk bekend maken van gegevens - blijkgevend van kennis van het gestelde in art. 272, 273 WvSr 21

EINDTERM: 3.12 De kandidaat kan uitleggen dat legitimatiebewijzen -op verzoek- gevraagd danwel getoond moeten worden. Taxonomiecode: B 3.12.1 Uitleggen de verplichting tot het tonen van een legitimatiebewijs - met aantoonbare kennis van het gestelde in de Wet op de Weerkorpsen en Particuliere Beveiligingsorganisaties 22

EINDTERM: 4.1 De kandidaat kan een intakegesprek houden met de opdrachtgever en op basis daarvan een offerte maken. Taxonomiecode: Rc/i 4.1.1 Maken van een offerte - op basis van een intakegesprek met de opdrachtgever - overeenkomstig de in de arbeidsorganisatie geldende regels - bepaalt doelstelling/aard van opdracht in overleg met opdrachtgever - inventariseert risico's - doet voorstellen voor het treffen van maatregelen/acties (plan van aanpak) - vat ingewonnen informatie samen - met aantoonbare kennis van de volgende begrippen: verdachte (art. 27 WvSv) aanhouding bij ontdekking op heterdaad (art. 53 WvSv, 128 WvSr) diefstal (art. 310 t/m 312 WvSr) verduistering (art. 321, 322 WvSr) mishandeling (art. 300, 301 WvSr) poging (art. 45, 46 WvSr) deelneming aan strafbare feiten (art. 47, 48 WvSr) vernieling (art. 350 WvSr) bedreiging (art. 285 WvSr) 23

EINDTERM: 4.1 (vervolg) De kandidaat kan een intakegesprek houden met de opdrachtgever en op basis daarvan een offerte maken. Taxonomiecode: Rc/i - vraagt om bevestiging van ontvangst - in correct Nederlands - hanteert beleefdheidsvormen - klantvriendelijk - houdt rekening met vertrouwelijkheid van informatie 24

EINDTERM: 4.2 De kandidaat kan het begrip verdachte definiëren. Taxonomiecode: F 4.2.1 Definiëren het begrip verdachte - conform art. 27 WvSr - met juiste toepassing van de begrippen vóórdat vervolging is aangevangen feiten of omstandigheden redelijk vermoeden van schuld strafbaar feit 25

EINDTERM: 4.3 De kandidaat kan het begrip aanhouding bij ontdekking op heterdaad definiëren. Taxonomiecode: B 4.3.1 Definiëren het begrip aanhouding bij ontdekking op heterdaad - met correcte toepassing van de bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake: aanhouding door niet-opsporingsambtenaar (art. 53-1 en 54) ontdekking op heterdaad (art. 128) opsporingsambtenaren (art. 141 en 142) overlevering aan opsporingsambtenaar (art. 53-4) voorgeleiding (art. 53 en 54) - met aantoonbare kennis van de Algemene Bepalingen van het Wetboek van Strafrecht inzake: de omvang en de werking van de strafwet (art. 1) deelneming aan strafbare feiten (art. 47 en 48) minderjarigheid (art. 77a) poging (art. 45 en 46) 26

EINDTERM: 4.4 De kandidaat kan het begrip mishandeling definiëren. Taxonomiecode: B 4.4.1 Definiëren het begrip mishandeling - conform art. 300, 301 en 303 WvSr - juiste toepassing van de begrippen: misdrijf poging gevolg - opzet voorbedachte rade. verschil (eenvoudige) mishandeling en zware mishandeling (art. 302 WvSr) 27

EINDTERM: 4.5 De kandidaat kan het begrip poging definiëren. Taxonomiecode: F 4.5.1 Definiëren het begrip poging - conform art. 45, 46 WvSr - juiste toepassing van de begrippen: bijzondere strafverminderende omstandigheden strafbare poging begin van uitvoering omstandigheden van de wil onafhankelijk overtreding misdrijf strafuitsluitingsgrond Algemene Bepalingen 28

EINDTERM: 4.6 De kandidaat kan het begrip deelneming aan strafbare feiten definiëren. Taxonomiecode: F 4.6.1 Definiëren het begrip deelneming aan strafbare feiten - met aantoonbare kennis van art. 47, 48 en 49 WvSr inzake deelneming aan strafbare feiten - met toepassing van de begrippen: eigenlijke daders samenspanning deelneming uitlokking doen plegen of medeplegen strafrechtelijk aansprakelijk 29

EINDTERM: 4.7 De kandidaat kan het begrip vernieling definiëren. Taxonomiecode: F 4.7.1 Definiëren het begrip vernieling - conform art. 350 WvSr - juiste toepassing van de begrippen: misdrijf poging opzettelijk wederrechtelijk goed vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken, wegmaken toepassing t.a.v. dieren 30

EINDTERM: 4.8 De kandidaat kan het begrip bedreiging definiëren. Taxonomiecode: F 4.8.1 Definiëren het begrip bedreiging - conform art. 285 WvSr - juiste toepassing van de begrippen: misdrijf poging openlijk geweld verenigde krachten in gevaar brengen van de algemene veiligheid van personen en goederen verkrachting aanranding van de eerbaarheid misdrijf tegen het leven gijzeling schriftelijke bedreiging onder voorwaarden 31

EINDTERM: 4.9 De kandidaat kan het begrip daderschap omschrijven. Taxonomiecode: B 4.9.1 Omschrijven het begrip daderschap - met aantoonbare kennis van art. 47, 48 en 49 WvSr inzake deelneming aan strafbare feiten - met toepassing van de begrippen: eigenlijke daders samenspanning deelneming uitlokking doen plegen of medeplegen strafrechtelijk aansprakelijk 32

EINDTERM: 4.10 De kandidaat kan de relatie aangeven tussen juridische bevoegdheden, de instructie en de opvattingen van de opdrachtgever t.a.v. de taakuitvoering. Taxonomiecode: B 4.10.1 Aangeven relatie tussen juridische bevoegdheden, de instructie en de opvattingen van de opdrachtgever t.a.v. de taakuitvoering - blijkgevend van kennis van eigen juridische bevoegdheden VPB-gedragscode instructie/regels arbeidsorganisatie opvattingen opdrachtgever verkregen in intake gesprek 33

EINDTERM: 5.1 De kandidaat kan interviews/confronterende gesprekken houden. Taxonomiecode: Rc/i 5.1.1 Houden interviews/confronterende gesprekken - voert instructies uit conform opdracht - assisteert bij ontslagprocedures - toont confrontatievoorwerpen - confronteert gehoorde met resultaten toetsing eerdere verklaring - gaat adequaat om met conflictsituaties (kritiek, verbale agressie, boosheid) - onderscheidt incidenten/situaties naar zelf afhandelen of melden aan bevoegde instanties - meldt incidenten aan competente instanties - herkent personen die onder invloed verkeren van drugs en/of alcohol - herkent voorwerpen die vallen onder de WWM - reageert adequaat op bedreigende situaties - met aantoonbare kennis van: de algemene regels t.a.v. interviews/confronterende gesprekken (waaronder fatsoensnormen) doel van het gesprek: het verkrijgen van objectieve relevante informatie t.b.v. de voortgang van een zaak en/of het bijdragen aan bewijsvoering 34

EINDTERM: 5.1 (vervolg) De kandidaat kan interviews/confronterende gesprekken houden. Taxonomiecode: Rc/i eigen verantwoordelijkheden/bevoegdheden VPB-gedragscode (beroepsethiek, privacy) de regels dienaangaande, vastgelegd in arbeidsovereenkomst, bedrijfsreglement, polis hoofdlijnen ontslagrecht - rekening houdend met vertrouwelijkheid van informatie 35

EINDTERM: 5.2 De kandidaat kan omschrijven op welke wijze de privacy van daarvoor in aanmerking komende personen gewaarborgd wordt. Taxonomiecode: B 5.2.1 Omschrijven wijze waarop privacy gewaarborgd wordt - met aantoonbare kennis van het gestelde in de Grondwet inzake: eerbiediging persoonlijke levenssfeer (art. 10) onaantastbaarheid menselijk lichaam (art. 11) huisrecht (art. 12) briefgeheim (art. 13) - juiste toepassing van het gestelde in de Algemene Bepalingen van de Wet Persoonsregistratie ten aanzien van: doel inhoud zorgvuldigheid gebruik beveiliging opslag 36

EINDTERM: 5.3 De kandidaat kan de wettelijke bevoegdheden opnoemen van een particulier onderzoeker ten aanzien van het benaderen van derden. Taxonomiecode: F 5.3.1 Opnoemen wettelijke bevoegdheden van een particulier onderzoeker - t.a.v. het benaderen van derden - met aantoonbare kennis van: het gestelde in de instructies dienaangaande, zoals in: collectieve arbeidsovereenkomst bedrijfsreglement toegangsvoorwaarden hoe de privacy van de daarvoor in aanmerking komende personen gewaarborgd wordt (art. 10 t/m 13 GW) geheimhouding - noemt die bevoegdheden, die gelden voor iedere burger 37

EINDTERM: 5.4 De kandidaat kan het begrip arbeidsovereenkomst omschrijven. Taxonomiecode: B 5.4.1 Omschrijven het begrip arbeidsovereenkomst - naar doel, functie en algemene inhoud - naar rechtsgeldigheid - noemt verbrekingsmogelijkheden 38

EINDTERM: 5.5 De kandidaat kan het begrip bedrijfsreglement omschrijven. Taxonomiecode: B 5.5.1 Omschrijven het begrip bedrijfsreglement - naar doel, functie en algemene inhoud 39

EINDTERM: 5.6 De kandidaat kan de rol van een particulier onderzoeker bij ontslagprocedures omschrijven. Taxonomiecode: B 5.6.1 Omschrijven de rol van een particulier onderzoeker bij een ontslagprocedure - noemt volgende aspecten voorbereiding onderzoek interview confronterend gesprek dringende redenen voor ontslag - blijkgevend van kennis van: de juridische bevoegdheden van een particulier onderzoeker de rechten en plichten van de werkgever de rechten en plichten van een werknemer het gestelde in de arbeidsovereenkomst het gestelde t.a.v. ontslagrecht 40

EINDTERM: 5.7 De kandidaat kan de hoofdlijnen van het ontslagrecht omschrijven. Taxonomiecode: B 5.7.1 Omschrijven hoofdlijnen van het ontslagrecht - met aantoonbare kennis van het gestelde t.a.v.: ontslag bij arbeidsovereenkomst (art. 1639 e-x bk 7A BW) ontslag na toestemming kantonrechter (art. 21 WOR) 41

EINDTERM: 5.8 De kandidaat kan het verschil aangeven tussen regels voor een verhoor door politie en door een particulier onderzoeker. Taxonomiecode: B 5.8.1 Aangeven verschil tussen: - regels voor een verhoor door politie - regels voor een verhoor door een particulier onderzoeker - met aantoonbare kennis van: de regels voor verhoor door politie t.a.v.: verdachte (art. 27 WvSr) hoofdprincipes/normen/cautie (art. 29 WvSr) verlening rechtsbijstand (art. 18 GW en art. 12,13 Wet Verlening Rechtsbijstand) raadsman (art. 37, 38, 41, 42 WvSr) regels arbeidsorganisatie t.a.v. verhoor door particulier onderzoeker VPB-gedragscode de relatie tussen een behoorlijke behandeling en de begrippen professionaliteit, beroepsethiek en onderzoeksbelang doel van het verhoor de zorgvuldigheidsregels t.a.v. aanpak vormgeving plaats/ruimte aanwezigheid van twee personen behandeling 42

EINDTERM: 6.1 De kandidaat kan een rechtsgeldig rapport opmaken. Taxonomiecode: Rc 6.1.1 Opmaken rechtsgeldig rapport - maakt zo snel mogelijk na opnemen verklaring rapport op in de woorden van gehoorde - geeft weer dat de verklaring in vrijwilligheid is afgelegd en dat de gehoorde weet dat ondervrager niet over bevoegdheid tot verhoor beschikt - vermeldt omstandigheden van onderzoek en verkrijging bewijsmateriaal - toetst verklaring door: controleren alibi het stellen van detailvragen vergelijking met andere verklaringen reconstructie gebeurtenis - met inachtneming van het feit dat 'de gehele waarheid en niets dan de waarheid' vermeld dient te worden - correct Nederlands - objectief - zonder wijzigingen en/of doorhalingen 43

EINDTERM: 6.1 (vervolg) De kandidaat kan een rechtsgeldig rapport opmaken. Taxonomiecode: Rc - met aantoonbare kennis van de volgende begrippen: bewijskracht verklaringen (art. 219 WvSv) verklaring getuige (art. 215, 342 WvSv) getuige (art. 189 t/m 194 WvSv) valsheid in geschrifte (art. 225 WvSr) onrechtmatig (NBW bk 6 art. 162-2) valse aangifte (art. 188 WvSr) inhoudelijke volledigheid (art. 153-2 WvSv) 44

EINDTERM: 6.2 De kandidaat kan het begrip verklaring getuige omschrijven. Taxonomiecode: B 6.2.1 Omschrijven het begrip verklaring getuige - conform art. 215 en 342 WvSv - met juiste toepassing van de begrippen: de gehele waarheid en niets dan de waarheid feiten of omstandigheden zelf waargenomen of ondervonden voorwaarden mondelinge verklaring anonieme getuige één getuige, geen getuige 45

EINDTERM: 6.3 De kandidaat kan het begrip getuige omschrijven. Taxonomiecode: B 6.3.1 Omschrijven het begrip getuige - blijkgevend van kennis van het gestelde in art. 189 t/m 194 WvSv - met juiste toepassing van de begrippen: afzonderlijk verhoor/verhoor in elkaars tegenwoordigheid vragen omtrent de persoon nalaten van vragen bij overlast en belemmering onder vermelding van redenen bedreigde getuige tolk voor buitenlanders schriftelijke vragen/antwoorden schouw 46

EINDTERM: 6.4 De kandidaat kan het begrip bewijskracht verklaringen omschrijven. Taxonomiecode: B 6.4.1 Omschrijven begrip bewijskracht verklaringen - blijkgevend van kennis van het gestelde in art. 219 WvSv 47

EINDTERM: 6.5 De kandidaat kan het begrip valsheid in geschrifte definiëren. Taxonomiecode: B 6.5.1 Definiëren het begrip valsheid in geschrifte - met aantoonbare kennis van het gestelde in art. 225-230 WvSr - met juiste toepassing van de begrippen: valse opgave in authentieke akte valse geneeskundige verklaring vervalsing geneeskundige verklaring vals getuigschrift 48

EINDTERM: 6.6 De kandidaat kan het begrip valse aangifte omschrijven. Taxonomiecode: B 6.6.1 Omschrijven het begrip valse aangifte - conform art. 188 WvSr - met juiste toepassing van de begrippen valse aangifte en klacht 49

EINDTERM: 6.7 De kandidaat kan het begrip inhoudelijke volledigheid omschrijven. Taxonomiecode: B 6.7.1 Omschrijven het begrip inhoudelijke volledigheid - conform art. 153-2 WvSv - met juiste toepassing van de begrippen: de 7 W's/redenen van wetenschap dagtekening en ondertekening eed van geheimhouding naar waarheid 50

EINDTERM: 6.8 De kandidaat kan de voorwaarden noemen waaraan een rapport moet voldoen om rechtsgeldig te zijn danwel gebruikt te kunnen worden in gerechtelijke procedures. Taxonomiecode: B 6.8.1 Opnoemen voorwaarden waaronder een rapport rechtsgeldig is, danwel gebruikt kan worden in gerechtelijke procedures - met gebruikmaking van de volgende begrippen: wettig bewijsmiddel algemene bepalingen bewijsrecht 7 W's/redenen van wetenschap een 'ander geschrift' dagtekening, ondertekening 51