Ned in 4 weken week 1 it-taligen.indd 1 16-06-2010 12:25:56
Nederlands in 4 weken voor Italiaanstaligen door Martine Reijnders Nederlandse bewerking door Heleen Lindijer, Hanny Pel (Intertaal) redactie Hanny Pel (Intertaal) met medewerking van Yonina Pullens, Jeanine Roos, Cecilia Di Miceli (Intertaal) lay-out en omslagen Jaap de Bruin,.j.j. design, Almere In de serie... in 4 weken zijn ook verkrijgbaar: Nederlands in 4 weken voor Spaanstaligen ISBN 978 94 6030 0486 Nederlands in 4 weken voor Franstaligen ISBN 978 94 6030 0493 Engels in 4 weken ISBN 978 94 6030 0127 Frans in 4 weken ISBN 978 94 6030 0257 Spaans in 4 weken ISBN 978 94 6030 0134 Italiaans in 4 weken ISBN 978 94 6030 0141 ISBN 978 94 6030 0509 1e druk 2010 2010 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen Licentie-uitgave van Powerkurs fur Anfänger Niederländisch, met toestemming van PONS GmbH, Stuttgart. 2008 PONS GmbH, Stuttgart Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt in gedrukte, akoestische, filmische of welke andere vorm ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het werk noch delen daarvan mogen worden ingescand en op een netwerk worden geplaatst. Dit geldt eveneens voor het intranet van onderwijsinstellingen. Ned in 4 weken week 1 it-taligen.indd 2 16-06-2010 12:25:56
Intro Leer Nederlands in 4 weken! Met dit boek en twee audio-cd s kunt u in 4 weken zelfstandig Nederlands leren, vanuit het Italiaans. U leert luisteren, lezen, spreken en schrijven op niveau A2 van het ERK (Europees Referentiekader). De cursus gaat uit van 1 à 1,5 uur studeren per dag. Op cd 1 staan alle dialogen, luisterteksten en uitspraakoefeningen uit het boek. Met cd 2 kunt u uw uitspraak extra oefenen door nuttige woorden en zinnen na te spreken. Dit kunt u ook doen zonder het boek erbij, dus bijvoorbeeld onderweg in de auto. Het lesboek bestaat uit de volgende onderdelen. Alle instructies en uitleg in het boek zijn in het Italiaans. Lessen (p. 8-139) De leerstof is verdeeld over 28 lessen: één les per dag. Per week is de volgende opzet aangehouden: Dag 1-6: 5 pagina s lesstof per dag. Dag 7: 3 pagina s met herhalingsoefeningen over de leerstof van een week. De lessen bestaan uit: Dialogen De tekst van de dialogen is afgedrukt in de les. De Italiaanse vertaling van de dialogen staat achter in het boek, vanaf p. 183. Luisterteksten Bij deze teksten gaat het erom dat u goed leert luisteren, ook zonder dat u de tekst meeleest. In de les staat een luisteroefening bij deze teksten. De tekst en de Italiaanse vertaling zijn afgedrukt achter in het boek, vanaf p. 183. Leesteksten Met deze eenvoudige teksten leert u Nederlands lezen. Tegelijkertijd geven ze u informatie over de Nederlandse cultuur en leefwijze. Informatieve teksten Dit zijn teksten in het Italiaans die informatie over Nederland geven. Uitleg van grammatica en taalgebruik Belangrijke kenmerken van het taalgebruik en de grammatica worden kort en duidelijk uitgelegd in aparte kaders in de lessen. Achter in het boek staat een overzicht van de grammatica, met een wat uitgebreidere uitleg. Uitleg van de uitspraak In de lessen worden de uitspraakregels van het Nederlands uitgelegd. Daarbij horen ook uitspraakoefeningen op de cd. Oefeningen Bij de oefeningen in de les leert u Nederlands lezen, luisteren, spreken en schrijven. Ook zijn er grammatica- en woordenschatoefeningen. drie 3 Ned in 4 weken week 1 it-taligen.indd 3 16-06-2010 12:25:56
Intro Bijlagen (p. 140 - p. 231) Achter in het boek vindt u achtereenvolgens deze bijlagen: p. 141-149 Woordenlijst Nederlands-Italiaans bij de teksten van de lessen. Het is belangrijk om deze woorden te leren voordat u aan de volgende les begint. p. 150-182 Grammatica-overzicht, met uitleg in het Italiaans p. 183-197 De Italiaanse vertaling van de dialogen die zijn afgedrukt in de lessen. De uitgeschreven tekst (transcriptie) en de Italiaanse vertaling van de teksten bij luisteroefeningen. Deze tekst is niet afgedrukt in de lessen. p. 198-203 De woorden en zinnen die op cd 2 staan. p. 204-216 De oplossingen van de oefeningen. p. 217-231 Alfabetische woordenlijsten Nederlands-Italiaans en Italiaans- Nederlands Verklaring van symbolen Verwijst naar het nummer van de cd-track met het luistermateriaal. 0 Verwijst naar het nummer van de grammaticaparagraaf in het overzicht. Imparate l olandese in 4 settimane! Con questo libro e due CD audio potete imparare da soli l olandese in 4 settimane, partendo dall italiano. Svilupperete le abilità di ascolto, lettura, parlato e scrittura al livello A2 del Quadro Europeo di Riferimento. L impegno richiesto è di 1 ora - 1 ora e mezza di studio al giorno. Il CD 1 comprende tutti i dialoghi, i testi d ascolto e gli esercizi di pronuncia del libro. Con il CD 2 potete esercitarvi ulteriormente nella pronuncia, ripetendo parole e frasi utili. Non è necessario usare il libro insieme al cd, potete anche ascoltarlo in auto. Il libro di testo è strutturato nel modo seguente. Tutte le istruzioni e le spiegazioni sono in italiano. Lezioni (p. 8-139) Il corso è diviso in 28 lezioni: una lezione al giorno. Ogni settimana ha la seguente struttura: Giorni 1-6: 5 pagine al giorno. Giorno 7: 3 pagine con esercizi di ripasso sugli argomenti della settimana. Le lezioni comprendono: Dialoghi Il testo dei dialoghi è riportato nella lezione. La traduzione italiana dei dialoghi è alla fine del libro, a partire da p. 183. 4 vier Ned in 4 weken week 1 it-taligen.indd 4 16-06-2010 12:25:56
Inhoudsopgave Testi d ascolto Questi testi hanno l obiettivo di aiutarvi a sviluppare l abilità d ascolto, anche senza leggere mentre ascoltate. I testi sono accompagnati da un esercizio d ascolto. La trascrizione olandese e la traduzione italiana si trovano al fondo del libro, da p. 183. Testi di lettura Con questi semplici testi imparate a leggere l olandese e allo stesso tempo fate conoscenza con la cultura e il modo di vita olandesi. Testi informativi Questi testi in italiano contengono informazioni sull Olanda. Spiegazioni grammaticali e linguistiche Gli elementi linguistici e grammaticali più importanti sono illustrati in modo chiaro e conciso in sezioni speciali delle lezioni. Al fondo del libro troverete un compendio grammaticale, con spiegazioni più estese. Spiegazione della pronuncia Nelle lezioni trovate la spiegazione delle regole di pronuncia dell olandese, accompagnate da esercizi di pronuncia sul CD. Esercizi Con gli esercizi presenti in ogni lezione imparate a leggere, capire, parlare e scrivere in olandese, e a memorizzare la grammatica e il lessico. Appendici (p. 140 - p. 231) In fondo al libro trovate le seguenti appendici: p. 141-149 La lista di parole olandese-italiano relativa ai testi delle lezioni. È importante conoscere bene le parole di una lezione prima di passare alla successiva. p. 150-182 Compendio grammaticale, con spiegazioni in italiano. p. 183-197 Traduzione italiana dei dialoghi riportati nelle lezioni. Trascrizione e traduzione italiana dei testi di ascolto non riportati nelle lezioni. p. 198-203 Parole e frasi del CD 2. p. 204-216 Soluzioni degli esercizi. p. 217-231 Liste di parole alfabetiche olandese-italiano e italiano-olandese. Spiegazione dei simboli Si riferisce al numero sul CD con il materiale d ascolto. 0 Si riferisce al numero del paragrafo nel compendio grammaticale. vijf 5 Ned in 4 weken week 1 it-taligen.indd 5 16-06-2010 12:25:56
Inhoudsopgave Intro 3 Week 1 Dag 1 Kennismaken 8 Europa 11 Nederland 12 Dag 2 Waar kom je vandaan? 13 Begroeten 15 Je voorstellen 16 Dag 3 Wat voor werk doe je? 18 Op kamers wonen 20 Beroepen 21 Dag 4 De-woorden en het-woorden 23 Hobby's 24 Hoe gaat het? 25 Vertel over jezelf 26 Dag 5 Je huis 28 Kasten en tafels 30 Wat staat waar? 32 Dag 6 Man en maan 33 Appels en peren 34 Niet en geen 35 Foto's en hobby's 36 De maaltijden 37 Dag 7 Herhaling 38 Week 2 Dag 1 Heel mooi 41 Ik lees graag 42 Wat studeer jij? 43 Ik heb geen zin 44 Op en onder 45 Dag 2 Tellen 46 Klokkijken 47 Dagelijkse bezigheden 48 Huizen 49 Tijden 50 Dag 3 Mijn huis 51 Ik begin 52 Ik ruim op 53 Onthouden en bekijken 54 's Avonds lees ik de krant 55 Dag 4 Lezen en schrijven 56 Hoe vaak? 57 Wat doe je op een dag? 59 Wie doet wat, en wanneer? 60 Dag 5 Bijzondere gebeurtenissen 61 Op kantoor 62 Zullen we op vakantie gaan? 63 Feestdagen 64 Dag 6 Willen, kunnen, moeten 66 Gaan en staan 67 Dozen en druiven 69 Wie doet wat, en wanneer? 70 Dag 7 Herhaling 71 6 zes Ned in 4 weken week 1 it-taligen.indd 6 16-06-2010 12:25:56
Week 3 Dag 1 Wat voor werk doe jij? 74 Op de fiets 75 In een hotel 77 Dag 2 Met ons gaat het goed 79 We haasten ons 81 Kinderopvang 83 Dag 3 Hebt u een kamer voor ons? 84 Vol en leeg 85 De kamer is mooi 86 Nederland en het water 87 Zien we elkaar nog? 88 Dag 4 Kleren 89 Een stad bezoeken 90 Ken je die stad? 91 Winkelen 92 Deze bloes is duurder 93 Dag 5 Iets kopen 94 Omdat, want 95 Handel 97 Een korte broek 98 Dag 6 Het ontbijt 99 Het boodschappenlijstje 100 Typisch Hollands 101 Wat mag het zijn? 102 Boodschappen 103 Dag 7 Herhaling 104 Inhoudsopgave Week 4 Dag 1 Wat heb je allemaal gedaan? 107 Hebben of zijn? 109 Heb je het begrepen? 110 Een dag op de boerderij 111 Dag 2 Lust je hutspot? 112 Typisch Nederlands 113 Zien, gezien 114 Uitgaan 115 Buiten 116 Dag 3 Kleuren van Nederland 117 Er is een museum 118 Hij ligt te slapen 119 Ik heb zin om te wandelen 120 Ik ben aan het koken 121 Dag 4 Het landschap 122 Ik heb gestudeerd 123 Toen ik klein was 124 Als het regende,... 125 Wat zullen we gaan doen? 126 Dag 5 Solliciteren 127 Openbaar vervoer 129 Zoute haring 130 In het pannenkoekenrestaurant 131 Dag 6 Dat zou leuk zijn! 132 Ik ga verhuizen 133 Op, in, aan 134 Wat heb je allemaal gedaan? 135 Denken aan en nadenken over 136 Dag 7 Herhaling 104 Woordenlijst Nederlands-Italiaans per les 141 Grammatica-overzicht 150 Teksten cd 1 183 Teksten cd 2 198 Oplossingen 204 Alfabetische woordenlijsten: Nederlands-Italiaans / Italiaans-Nederlands 217 zeven 7 Ned in 4 weken week 1 it-taligen.indd 7 18-06-2010 15:31:06
Week 1 Dag 1 Kennismaken 0 1 0 1 1 È una bella giornata di sole. Sanne e Thijs parlano sulla spiaggia. Ascolta e leggi il dialogo. La traduzione è a p. 183. Sanne: Hallo, volg jij ook de zeilcursus? Thijs: Nee, ik ben een toerist. Ik heet Thijs. Hoe heet jij? Sanne: Ik ben Sanne. Leuk je te leren kennen. Waar kom je vandaan? Thijs: Ik kom uit Limburg. En jij? Sanne: Ik kom uit Amsterdam. Thijs: Wat voor zeilcursus doe je? Sanne: Een zeilcursus voor beginners.... Meneer Kuiper: Ha, Sanne! Wie is dat? Stel je me even voor? Sanne: Thijs, dit is mijn zeilleraar, meneer Kuiper. Meneer Kuiper, dit is Thijs. Thijs: Goedemiddag, meneer Kuiper. Prettig met u kennis te maken. Sanne: Zeg Thijs, heb je zin om met ons te eten vanavond? Thijs: Graag! Dat is een leuk idee! Meneer Kuiper: Dan zie ik jullie straks wel! Dag! 2 Riascolta il dialogo. Leggi le frasi e scegli la risposta giusta. vero falso 1. Sanne incontra Thijs per la prima volta. 2. Sanne fa un corso di vela. 3. Thijs fa la guida turistica. 4. Thijs vorrebbe fare un corso di vela. 5. Il signor Kuiper è l'istruttore della scuola di vela. 6. Thijs non è olandese. 7. Sanne va ad Amsterdam. 8. Thijs andrà a cena con Sanne e il signor Kuiper. Quando si fa conoscenza si usano le seguenti frasi. Hoe heet je? Hoe heet u? Wie ben jij? Wie bent u? Wat is je/uw naam? Come ti chiami? Come si chiama? Tu chi sei? Lei chi è? Com è il tuo/suo nome? Ik heet..., en jij? Mi chiamo..., e tu? Ik ben... Sono... Mijn naam is... Il mio nome è... Waar kom je/komt u vandaan? Di dove sei/è? Ik kom uit... Sono di... Waar woon je/woont u? Dove abiti/abita? Ik woon in... Abito a... Waar ben je/bent u geboren? Dove sei/è nato/a? Ik ben geboren in... Sono nato/a a... 8 acht Ned in 4 weken week 1 it-taligen.indd 8 16-06-2010 12:25:57