Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012



Vergelijkbare documenten
De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012.

Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012

Notitie. Nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

Opbouw van vakantierechten en het recht op ADV tijdens arbeidsongeschiktheid bij toepassing van de CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf

Tools Vakantiedagen

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Vakantie en ziekte: de nieuwe wettelijke regeling

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE

Ontslag en arbeidsongeschiktheid; vakantie en arbeidsongeschiktheid

Vakantieadministratie en stuwmeren vanaf 1 januari 2012: Leuker kunnen we het niet maken, wel (onnodig) ingewikkeld

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

Werkgeverszaken Vakantie

2. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid.

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

c. Werknemers die werkelijk in drieploegendienst werkzaam zijn hebben recht op een verlofdag extra.

Werkgeverszaken Vakantie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/123

Opbouw vakantierechten tijdens ziekte en zwangerschap

Actualiteiten in het arbeidsrecht

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017

Voetbal is simpel, maar simpel voetbal is het moeilijkste wat er is! Actualiteiten 2012 Personeel & Salaris BAS-dag 2 november 2011

Wetsvoorstel vakan-eregeling bij ziekte Een nieuwe balans?

Verordening van 6 november 2012 tot wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling

nummer 38 van 2012 Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (wijziging Regeling vakantieverlof en invoering Geschillenregeling)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte

ARBEIDSOVEREENKOMST MET UITGESTELDE PRESTATIEPLICHT VOOR BEPAALDE TIJD (NUL UREN)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 7 januari 2013, nr /123962, tot bekendmaking van hun besluit tot wijziging van de

Vakantieregeling TU Delft 1

Deel 1. Alles over vakantie en vakantiewetgeving

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Dit is een voorbeeld van Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zoals gegenereerd met de Arbeidsovereenkomst generator van ICTRecht:

Whitepaper. Het afschaffen van de beperkte opbouw van de minimum wettelijke vakantiedagen tijdens ziekte (ingangsdatum 1 januari 2012) versie 1.

Toelichting. Inhoud. Relevante cao-artikelen : 3, 8, 10,12, 16, 25, 26, 27, 29, 32, 33, 36, 37, 40 en 64

Toelichting op de jaarurensystematiek

Nieuwsbrief KPMG MKB Salarispraktijk

Reglement Flexibele Werktijden Damen Shipyards Den Helder b.v. 2017

1. [Naam onderneming of natuurlijk persoon], gevestigd te [postcode] [plaats] aan de [straat & nummer], hierna te noemen: 'werkgever',

De gemiste kansen van de verval- en verjaringstermijn in de Nederlandse vakantiewetgeving van 2012

Voorbeeld Arbeidsovereenkomst. Werkboek BB Bladzijde 111 opdracht 2.4

Kennisdocument. Vakantie en verlof. Regels en afspraken. Dit is een uitgave van HR Services de Groot & Partners

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

Standaard Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd

In onderstaande tabel is de jaarlijkse arbeidsduur van een reeks jaren weergegeven:

Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC)

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

Deze ledenbrief informeert gemeenten over de wijzigingen in de CAR-UWO met betrekking tot de bovengenoemde onderwerpen.

Onderhandelingsresultaat CAO 2012 tussen KPN Corporate Market BV en FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie d.d. 29 juni 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire richtlijn overgang vakantiesystematiek bij langdurige ziekte

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Reglement Vakantiefonds. de Stichting Vakantiefonds Waterbouw. de Stichting Fondsenbeheer Waterbouw. het bestuur van het vakantiefonds

Agendapunt het Dagelijks Bestuur van de BWB 12. CAR-UWO deel 1 jaar december 2014 Wijzigingen CAR-UWO en salarismaatregelen

GEMEENTEBLAD. Officiële uitgave van de gemeente Maassluis. Nummer: 76 Datum bekendmaking: 24 december 2014

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen

Arbeidsrecht. Datum: januari/februari 2013

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA

Voorstellen cao Houthandel. Uitwerking Sociaal Akkoord

Overeenkomst voor het verrichten van dienstverlening aan huis

Principe akkoord CAO BV Deli-HTL Tabak Maatschappij

II Het dienstverband

Technische wijzigingen Cao SW 2019

Personeelsdiensten Over uw andere kapitaal

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Ledenbrief 14/069 CvA/LOGA 14/04 d.d. 2 oktober 2014 inzake cao gemeenten Eijsden-Margraten

Wijziging CAR-UWO en salarismaatregelen BWB

Vakantie. 1.1 Inleiding

Vragen en antwoorden over het Generatiepact Metalektro

Dubbel U B.V. Verzuimprotocol. Ziek, wat nu?

Instructiedocument. Aanpassingen Verlofregistratie in verband met Vakantiewetgeving 2012

Whitepaper. 6 praktijkvragen over vakantiedagen en ziekte

Verlof rond zwangerschap, adoptie, pleegzorg en geboorte

Inleiding. Kijk ook in onze kennisbank arbeid voor meer informatie over het werken met een BBL er. Arbeidsovereenkomst BBL 1

Het wetsvoorstel wijziging vakantiewetgeving

Hieronder is een handreiking opgenomen voor de uitvoering in de praktijk bij situaties van loondoorbetaling van zieke medewerkers.

2.6 model arbeidsovereenkomst voor de duur van een bepaald werk of bepaald project 1

Wijzigingen arbeidsvoorwaardenregeling als gevolg van circulaire ECWGO/U van LOGA

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht

College van Bestuur n.v.t. (voorbeeld) Arbeidsovereenkomst Voorzitter/Lid College van Bestuur

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Bedrijf BV, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Voorbeeld Persoon, hierna te noemen "werkgever";

ECWGO/U Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04

College van Bestuur n.v.t.

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Standaard Arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd

CVDR. Nr. CVDR19688_5

Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

Transcriptie:

Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012 Algemeen Door het Europese Hof van Justitie is enige tijd geleden een uitspraak gedaan, waardoor de Nederlandse wetgeving ten aanzien van het opbouwen van vakantiedagen tijdens ziekte, aangepast diende te worden. Tevens maakte de overheid van deze gelegenheid gebruik om een eerdere uitspraak van het Europese Hof te stimuleren, namelijk dat de wettelijk opgebouwde vakantiedagen altijd dienen te worden opgenomen en nooit mogen worden uitbetaald gedurende de dienstbetrekking. Slechts aan het einde van de dienstbetrekking is uitbetaling mogelijk en verplicht. Alleen voor de bovenwettelijke vakantiedagen kan hiervan worden afgeweken. Vakantiewetgeving tot en met 31-12 12-2011 2011 In de praktijk bestaan er in Nederland twee soorten vakantiedagen, de wettelijke minimaal opgebouwde dagen en de bovenwettelijke dagen. De wettelijke minimale opbouw bedraagt per jaar 4 maal de arbeidsduur per week. Een voltijds werkende werknemer heeft derhalve recht op 20 dagen vakantie per vakantiejaar. Het vakantiejaar kan gelijk zijn aan het kalenderjaar, maar kan ook anders zijn bepaald, bijvoorbeeld van 1 juli t/m 30 juni. Het is in Nederland gebruikelijk dat er meer vakantiedagen zijn, bijvoorbeeld 25 dagen. Het aantal boven het minimale aantal (hierna gaan we uit van een voltijds werkende werknemer) uitgaande dagen, zijn de bovenwettelijke dagen. Dat aantal wordt overeengekomen in de individuele arbeidsovereenkomst of in een CAO. Wellicht goed om op te merken dat roostervrije en tijd-voor-tijd dagen geen vakantiedagen zijn. De vakantiewetgeving is daarop dan ook niet van toepassing. Opname van vakantiedagen Volgens de huidige vakantiewetgeving worden vakantiedagen opgebouwd naarmate de duur van de dienstbetrekking in een vakantiejaar verstrijkt. Het opnemen van de vakantiedagen is zodanig geregeld, dat de werkgever de werknemer in staat dient te stellen om gedurende elk vakantiejaar zijn minimale wettelijk opgebouwde vakantiedagen op te nemen. De opname van vakantie is zodanig geregeld, dat voor zover in de vaststelling van de vakantie niet is voorzien bij schriftelijke overeenkomst of bijvoorbeeld bij of krachtens CAO of de wet, de werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vaststelt overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever niet binnen twee weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer. In geval van gewichtige redenen wordt de vakantie op zodanige wijze anders vastgesteld dat de werknemer desverlangd, voor zijn aanspraak daartoe toereikend is, gedurende twee opeenvolgende weken of tweemaal een week geen arbeid behoeft te verrichten. De

werkgever stelt de vakantie zo tijdig vast dat de werknemer gelegenheid heeft tot het treffen van voorbereidingen voor de besteding van de vakantie. Vakantiedagen die in een vakantiejaar niet worden opgenomen vervallen niet. De verjaringstermijn van alle vakantiedagen opgebouwd tot en met 31-12-2011 is 5 jaar na het jaar waarin de dagen zijn opgebouwd. Vakantiedagen opgebouwd in 2011 vervallen derhalve pas op 31 december 2016. Hiervan mag wettelijk niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken. Verder is nog van belang te vermelden dat volgens de Hoge Raad bij opname de oudste vakantiedagen het eerste in aanmerking komen. Opbouw en opnemen vakantie bij ziekte Volgens de wetgeving tot en met 31-12-2011 worden vakantiedagen gedurende ziekte slechts opgebouwd gedurende de laatste 6 maanden van ziekte. Tot 6 maanden is er dus niets aan de hand, maar daarna gaat er een gat ontstaan vanaf de 1e ziektedag tot de eerste dag van de periode van de laatste 6 maanden van ziekte. Deze regelgeving leidde er onder andere toe dat een langdurig zieke werknemer die bijvoorbeeld na twee jaar ziekte ontslagen werd, altijd nog een tegoed aan vakantiedagen had wegens de opbouw in de laatste 6 maanden van zijn arbeidsongeschiktheid. Indien de werknemer slechts gedeeltelijk arbeidsongeschikt was, gold niet de 6-maands termijn, maar bouwde hij slechts vakantie op over het evenredig deel van de vakantie die hij bij volledig werken zou hebben opgebouwd. Er was nog een aantal bepalingen ten aanzien van situaties waarin een werknemer geen vakantie opbouwde, of juist wel. Die hebben wij hier buiten beschouwing gelaten. Voorbeeld 1 Een werknemer heeft 26 vakantiedagen per jaar en werd ziek op 1 mei van het jaar 2010 en bleef volledig arbeidsongeschikt tot en met 31 oktober 2011, derhalve 1,5 jaar. Over de periode van 1 mei 2011 tot en met 31 oktober 2011 bouwde de werknemer volledig vakantie op, derhalve 13 dagen. Over de periode 1 mei 2010 tot en met 30 april 2011 heeft hij niets opgebouwd. Als hij voor 1 mei 2010 nog vakantiedagen tegoed had die hij reeds had opgebouwd, heeft hij die nog, tenzij verjaring is ingetreden. Voorbeeld 2 Stel de werknemer uit voorbeeld 1 was de eerste zes maanden volledig arbeidsongeschikt en de laatste 12 maanden slechts voor 50%. Bij volledige arbeidsongeschiktheid is de 6 maandsperiode niet overschreden, derhalve heeft hij de eerste 6 maanden (tevens zijn dit de laatste 6 maanden van volledige arbeidsongeschiktheid) volledig vakantie opgebouwd. Daarna bouwde hij gedurende de resterende 12 maanden slechts 50% van zijn normale opbouw op, derhalve 13 dagen. Ziektedagen mogen niet als vakantiedagen worden beschouwd, tenzij daarover met de werknemer schriftelijke afspraken zijn gemaakt en dan kan dat nog uitsluitend voor de bovenwettelijke vakantiedagen. Als een werknemer tijdens vakantie ziek wordt dan worden die dagen als ziektedagen beschouwd en niet als vakantiedagen.

Wijzigingen vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012 1 De wijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW) betreffende de opbouw van minimum vakantieaanspraken bij ziekte heeft aanzienlijke consequenties. De beperking in de opbouw van minimum vakantiedagen bij langdurige ziekte is afgeschaft. De werknemer bouwt nu over alle ziektedagen vakantie op, zolang hij recht heeft op loondoorbetaling. Langdurig zieke werknemers zullen in vergelijking tot het oude stelsel tot 30 minimum vakantiedagen meer opbouwen. De regering vindt dat de financiële consequenties voor daarvan voor werkgevers niet zonder meer aanvaardbaar zijn. Met het oog hierop is besloten om door het invoeren van een vervaltermijn werknemers te stimuleren regelmatig vakantie op te nemen. Deze vervaltermijn eindigt 6 maanden na afloop van het opbouwjaar (is kalenderjaar). Tegelijkertijd worden door de invoering van een vervaltermijn de financiële consequenties van de noodzakelijke afschaffing van de beperkte opbouw van minimum vakantiedagen tijdens langdurige ziekte, sterk beperkt ten opzichte van de oude situatie waarin een verjaringstermijn van 5 jaar gold. De belangrijkste punten van de wetswijzigingen op een rijtje: Vakantiedagen (wettelijke vakantiedagen) dienen te worden opgenomen in het vakantiejaar of binnen 6 maanden na afloop daarvan. Worden de wettelijke vakantiedagen niet opgenomen dan vervallen ze na 6 maanden na het vakantiejaar (dus ingaande 1 juli). Het voorgaande geldt niet als de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest zijn vakantiedagen op te nemen, bijvoorbeeld als een werknemer niet in staat is vakantie op te nemen (en om die reden daar ook vanaf ziet) komen de (resterende) vakantiedagen dagen niet te vervallen. Als een langdurig zieke werknemer wel in staat is om minimum vakantie op te nemen (wat het geval is als hem bijvoorbeeld re-integratieverplichtingenzijn opgelegd) en hij daar vanaf ziet, dan komen de niet opgenomen vakantiedagen wel te vervallen. Indien een werknemer meent redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest om voor de afloop van de vervaltermijn zijn minimum vakantieaanspraken te benutten, zal hij aannemelijk moeten maken dat hij daartoe redelijkerwijs niet in staat is geweest. Enerzijds is het vanwege de recuperatiefunctie van vakantiedagen van belang dat werknemers regelmatig vakantie opnemen. Een vervaltermijn stimuleert hen daartoe. Anderzijds moet men ook oog houden voor het feit, dat het niet altijd mogelijk zal zijn om in het opbouwjaar alle minimum vakantiedagen op te nemen. Dat kan zijn om (privé-)redenen van de werknemer, maar ook om redenen die primair de werkgever betreffen, zoals een tijdelijk tekort aan personeel of een piek in de hoeveelheid arbeid. Werknemers die tijdens hun ziekteperiode met vakantie gaan, zullen vakantiedagen moeten opnemen, in tegenstelling tot de oude regeling. Werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en met vakantie gaan, moeten hele vakantiedagen opnemen en niet alleen voor het deel dat ze werkzaam zijn.

Voorbeeld 1 Een werknemer heeft zijn been gebroken en zit thuis in het gips. Dit zal bij elkaar 5 weken duren. De werknemer wil met zijn caravan twee weken naar Luxemburg op vakantie. Zijn vrouw rijdt de auto. Aangezien de Arbo-arts de vakantie met enige voorzichtigheid niet schadelijk vindt voor zijn herstel, kan de werkgever akkoord gaan met de vakantie. Onder het oude systeem kostte dit de werknemer geen vakantiedagen. In het nieuwe systeem moet de werknemer gewoon twee weken vakantie opnemen. Voorbeeld 2 Een werknemer zit thuis met een burn-out en zal naar verwachting een paar maanden niet kunnen werken.de Arbo-arts vindt het zeer aan te bevelen dat de werknemer een paar weken met vakantie gaat om tot rustte komen, hetgeen hem goed zal doen. De werknemer gaat drie weken naar Oostenrijk, de bergen in. Onder het oude systeem kostte dit de werknemer geen vakantiedagen. In het nieuwe systeem moet de werknemer gewoon drie weken vakantie opnemen. Voorbeeld 3 Een werknemer is herstellende van een zware burn-out. In het kader van het weer wennen aan werkomstandigheden, verricht de werknemer dagelijks voor drie uur aangepaste werkzaamheden bij de werkgever op arbeidstherapeutische gronden. De werknemer had reeds maanden daarvoor zijn vakantie gepland en wil dat ook door laten gaan. Arbo-arts heeft geen bezwaar. Werknemer gaat drie weken met vakantie en dat kosten dan ook drie volle weken hele vakantiedagen (dus niet pro rata omdat hij maar 3 uur werkt). De vervaltermijn geldt niet voor de bovenwettelijke vakantiedagen. Daarvoor geldt de verjaringstermijn van 5 jaar. Verder zijn ten aanzien van opname en dergelijke ook de bepalingen van een eventueel van toepassing zijnde CAO of regeling in een arbeidsovereenkomst in acht te nemen. Voor vakantiedagen (minimum en bovenwettelijk) die zijn opgebouwd onder het oude regime en voor de nieuw op te bouwen bovenwettelijke dagen, blijft een verjaringstermijn gelden van vijf jaar. Voor de minimum vakantiedagen die worden opgebouwd nà inwerkingtreding van de wetswijziging geldt een vervaltermijn van een half jaar na het opbouwjaar. Volgens jurisprudentie van de Hoge Raad geldt dat de oudste vakantiedagen als eerste worden afgeboekt. Bij inwerkingtreding van de onderhavige wetswijziging ontstaat een nieuwe situatie. Het zijn niet meer per definitie de oudste opgebouwde dagen die als eerste vervallen. Minimum vakantiedagen die worden opgebouwd onder het nieuwe regime vervallen straks eerder dan dagen die onder het huidige regime zijn opgebouwd en de nieuw opgebouwde bovenwettelijke dagen. De voormelde jurisprudentie van de Hoge Raad is dan ook niet

toepasbaar op die nieuwe situatie, omdat deze er in de praktijk toe zou leiden dat nieuw opgebouwde minimum vakantiedagen zullen vervallen als een werknemer nog beschikt over vakantiedagen die onder de oude wetgeving zijn opgebouwd en nieuw opgebouwde bovenwettelijke dagen. Minimum vakantiedagen waarop de vervaltermijn van een half jaar na het opbouwjaar van toepassing is zullen eerder moeten worden afgeboekt dan de dagen waarvoor een verjaringstermijn van 5 jaar geldt, voor deze laatste overigens niet eerder zouden vervallen wegen bereiken verjaringstermijn van 5 jaar. De werkgever zal nog meer dan hij nu al verplicht is, administratie moeten voeren van de opbouw en opname van vakantiedagen. - Hij zal onderscheid moeten maken tussen de wettelijke vakantiedagen en de bovenwettelijke. - Hij zal het aantal reeds opgebouwde vakantiedagen op 31 december 2011 nauwkeurig moeten vaststellen; daarbij ook het verjaringstijdstip van deze dagen. - Na 31-12-2011 opgebouwde wettelijke vakantiedagen zullen als eerste bij opname moeten worden afgeboekt; pas als die op zijn kan het oude saldo en de bovenwettelijke opbouw worden aangesproken (tenzij oude dagen eerder verjaren dan de wettelijke nieuwe dagen van 2012). Voorbeeld 4 De werkgever bepaalt het aantal reeds opgebouwde vakantiedagen tot en met 31 december 2011. De werknemer bouwt 24 vakantiedagen per jaar op. In de eerste twee weken van de maand april 2012 wil de werknemer 10 werkdagen vakantie opnemen.op dat moment heeft de werknemer slechts 5 wettelijke vakantiedagen opgebouwd (20 : 12 x 3). De werkgever zal dus 5 wettelijke vakantiedagen 2012 moeten afboeken en 5 vakantiedagen van de opbouw van vóór 1 januari 2012. Voorbeeld 5 Dezelfde werknemer uit voorbeeld 1 wil in de maand juli 2012 weer twee weken vakantie opnemen. Tot en met de maand juni 2012 heeft hij 10 dagen opgebouwd, waarvan hij er reeds 5 heeft opgenomen. Ook hier geldt weer dat er eerst 5 wettelijke dagen van de opbouw 2012 moeten worden opgenomen en dan 5 dagen van het saldo van vóór 1-1- 2012. Als de werkgever bereid is bij opname van de vakantiedagen akkoord gaat met het opnemen van dagen die nog moeten worden opgebouwd, dan zouden de vakantieopnames vanaf 1-1-2012 altijd eerst alle wettelijke dagen van het lopende jaar betreffen en daarna de andere dagen van vóór 1-1-2012 en de bovenwettelijke dagen 2012.

Dit is in de praktijk aanzienlijk eenvoudiger, maar de werkgever loopt wel enig risico dat teveel opgenomen dagen niet verrekend zouden kunnen worden bij een (onverwacht) ontslag, als er niet voldoende bovenwettelijke dagen zijn opgebouwd. Van belang is nog op te merken, dat niet de werknemer maar de werkgever gehouden is om een goede administratie van opbouw en opname van vakantiedagen te voeren. Als hij dat niet goed doet, zijn de consequenties voor zijn rekening. Verder is het mogelijk om schriftelijk met de werknemer overeen te komen (let wel op eventuele Cao!) dat ziektedagen als vakantiedagen worden beschouwd of dat ziektedagen tijdens een vastgestelde vakantie als vakantiedagen worden beschouwd. In beide gevallen echter voor niet meer dan het aantal bovenwettelijke vakantiedagen van het betreffende jaar. René de Groot Senior adviseur Loonbelasting, sociale verzekeringen en arbeidszaken ESJ Accountants & Belastingadviseurs Postbus 3462, 4800 DL Breda 00 31 88 0320600 telefoon www.esj.nl rene.de.groot@esj.nl