Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie



Vergelijkbare documenten
1. Deze middle managementopleiding is opgezet vanuit een bepaalde visie over middle management.

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Toetsvragen bij hoofdstuk 4 Onderzoeken

Marketing: inspelen op de behoeften binnen doelstellingen/ bevredigen van behoeften

Strategisch plan

Vragen BDK H3 Strategisch management. Deel 2: Strategievorming v.a blz. 100

BU$trN{s5 S$f{Àr# $? [íts sílt Rtnfil Fr', xtêz*h. tdc f l'! Iltï[Rr Ít í'05iïi0ïrnf x DO Ê[.e f oepxtuzs. }}r n ${ 5ï1p Ê0 t} u cï.

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op Saxionstudent.nl Blok1

ICT-strategie Examennummer: Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur -11:30 uur

Business Plan Grensoverschrijdende Marketing. Marie-Janine Saris 24 april 2007

Verandermanagement. Hoofdstuk 5 Strategie en ondernemingsdoelstellingen

Welkom. op de. Wijzer Workshop. Digital Port Rotterdam TOL Marketing & Communicatie

Agrifirm Feed als schakel in succes. Wim Maaskant, algemeen directeur

Thema 5. Strategisch management

Informatieblad Ondernemingsplan

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen

What to do voor strategisch management?

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Expert groep PME / KMO Hoe een goede strategie ontwikkelen? Op een eenvoudige, andere en efficiënte manier

Hoe de strijd tussen Marketing en Verkoop oplossen?

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

Proefexamen MARKETING

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Bedrijfsmatige en persoonlijke organisatie

1. Drie uitgangssituaties

SRM College for Brand Management

Van Bragt Informatiemanagement

Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3

Het Marketingconcept: Tevreden klanten: Geintegreerde aanpak:

Case: Bos Snoep bv (100 punten) ICT-strategie en -organisatie, hfdst. 2.3, p. 29

Het Analyseproces. Zoeken naar eigenheid en differentiatie met de concurrentie

Functieprofiel: Directeur Service Eenheid Functiecode: 0206

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE)

Saxionstudent.nl Blok1

Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst.

maakt resultaat meetbaar

Periode 1 Les 1. 4P s, 4C s & het SIVA-model

Olga Jonk Jonk Relatiebeheer. Relatiebeheer een ondergeschoven kind.

Routeplan Deel II. Waarde implementeren Marketingplanning. Waarde verschaffen Product en service ontwikkeling Prijszetting Distributie

Strategische marketing planning

Stelling 2 Een belangrijke reden dat veranderingsprocessen mislukken is dat er vooraf onvoldoende over is nagedacht.

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07

RiskTransparant, deel 6. Wat is het bestaansrecht van ons fonds? Visie, strategie en toekomstbestendigheid als kernbegrippen.

Commercieel beleid. Marketingplan voor Belgische wijnbouw

De kracht van data. Onderwerpen. Even voorstellen Data verzamelen Data bewerken Data gebruiken Een casus: IFFR Aan de slag.. Vragen en antwoorden

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 02

Online marketing 3.0. Scheveningen, 13 november 2013

Woensdag 10 juni 2015 Piet Spruijtenburg-WG familiebedrijf

2.a Welke drie fasen van de levenscyclus van een onderneming worden door Lievegoed onderscheiden? (3 x 1 punt)

ONDERNEMINGSPLAN. UNIZO i.s.m. CODA Boekhouders

Publicatie van deze opgaven mag alleen na schriftelijke toestemming van het NIMA.

2 Goederenretail in Nederland: indelingscriteria 47

Concept Marketing Plan

WAARDEN BEWUST ONDERNEMEN

NIMA B EXAMEN MARKETINGCOMMUNICATIE ONDERDEEL B JUNI 2014

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden]

5,6. Samenvatting door R woorden 7 juli keer beoordeeld

Met onderscheidend en gemeenschappelijk beleefd organisatie DNA het beste toekomstperspectief. Verbeteren kan alleen van binnenuit.

NEUTRAAL EN AARDGASVRIJ OP NAAR CO 2. -neutraal en/of aardgasvrij wonen. Uw navigatie naar toekomstbestendig CO 2. Bepaal je eigen route naar CO 2

FULL SERVICE RECLAME- EN DESIGNBUREAU

Competentieprofiel (inclusief de links naar het doorlopen programma) De heer Cornée de Ruyter

Financiële dienstverlening en De Lijn

LEERACTIVITEIT Tomatensaus B.V. Ent-teach Module 3 Marktonderzoek

Consumentengedrag CG1VPBCE01/COGVPBCS01

Consumentengedrag CG1VPBCE01/COGVPBCS01

Middelen Proces Producten / Diensten Klanten

INNOVATIEMANAGEMENT HOOFDSTUK 2. Door Nienke Rusticus en Fleur Zumbrink

Werken met Mailchimp op Facebook. Hoe werkt Mailchimp en wat kunt u ermee?

Kennismiddag: Demand Management

Leergang Leiderschap voor Professionals

Uitwerkingen examen saunacentrum De Badhoeve

Praktische opdracht Management & Organisatie Een eigen bedrijf

Inhoudsopgave 1 Stappenplan CRM event Social media audit Maak een SWOT-analyse van de social media aanpak van je

Bedrijfseconomie. DC methode Omzet:... Variabele kosten...+ Dekkingsbijdrage... Constante kosten...-- Resultaat

Een marketingplan in twaalf stappen

Hoofdstuk 1. Doelstellingen INLEIDING. Externe analyse HOOFDSTUK 2

B².DNA. Strategische GedragsVerbetering

MANAGEMENTVAARDIGHEDEN / 8

Samenvatting (Summary in Dutch)

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

Hoofdstuk 20. Communicatiebeleid

HOOFDSTUK 2: KLANTGERICHTE MERKMEERWAARDE

DEFINITIES COMPETENTIES

"Als uw nieuwe markt over de grens zit. Het verhaal van een zoektocht. Jeroen van der Meer, directeur, mede eigenaar

Succesvol dankzij internet

- Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4.

Concurrentiestrategieën

WELKOM BIJ NIMA-B MARKETING

Businessplan op een Bierviltje

Hoofdstuk 11 Product- en merkstrategie

&Z Challenge. Richtlijnen Business plan Versie 1 december 2015

10 WEB DESIGN TIPS VOOR EEN SUCCESVOLLE WEBSITE

1. Daniël Goleman beschrijft 4 gebieden binnen zijn model Emotionele Intelligentie. Welke relatie is er tussen 'zelfmanagement' en 'zelfinzicht'?

Inleiding. Inleiding. Een goede Missie, Visie en Strategie (MVS) bestaat uit twee gedeelten: Strategie Ontwikkeling en Strategie Implementatie.

Wat is marketing. Hoe wordt marketing gebruikt in de praktijk. Product. Prijs

Positionering, identiteit en imago

FUNCTIEDOCUMENT. Sector : Management Datum : december 2011 Functie : Manager Functienummer : 1.1

Hoofdstuk 16 Marketing

Transcriptie:

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie 1. Michael Porter onderscheidt 3 basisstrategieën, waar volgens hem iedere organisatie een keuze uit dient te maken, om op een gezonde wijze een positie op de markt te kunnen innemen. Welke 3 strategieën zijn dit? A. Segmentatie, differentiatie en diversificatie. B. Differentiatie, focus en concurreren op kostprijs. C. Segmentatie, groeimodel en groeiscenario. D. Marktpenetratie, marktontwikkeling en productontwikkeling. 2. Wat is het doel van een businessplan? A. Een duidelijke koers communiceren naar alle betrokken partijen. B. Een kompas hebben waarop gestuurd en bijgestuurd kan worden. C. Structuur geven aan de strategische gedachte van een organisatie. D. Alle boven genoemde antwoorden zijn doelen van het businessplan. 3. Waar gaat de visie over marketing van Philip Kotler vooral over? A. Het werkelijk redeneren vanuit de klantbehoefte. B. Keuzes baseren op gedegen analyses en betrouwbaar onderzoek. C. De cijfermatige benadering van de marketing, zoals break-even analyses, return on investment en kostenopbouw van producten. D. Alle genoemde antwoorden zijn kenmerkend voor de visie van Kotler over marketing. 4. Wat is het verschil tussen een visie en een missie? A. Een visie geeft aan vanuit welke ideologie het bedrijf werkt. De missie geeft aan hoe in de toekomst een ideaal bedrijf ontstaat. B. Een visie gaat over het gedrag van de organisatie vanuit bepaalde overtuigingen en een missie gaat meer over de principes en de houding van de organisatie. C. Een visie gaat over het maatschappelijk bestaansrecht van de organisatie en de missie juist over de manier van werken en samenwerken. D. Alle antwoorden geven correct het verschil weer. 5. Welke stelling is juist? 1. Bij een externe analyse wordt in hoofdlijn gekeken naar 3 elementen; de vraagzijde, de aanbodzijde en de overige omgevingsfactoren. 2. Desk research betekent het raadplegen van bestaande bronnen en hoort vooraf te gaan aan field research. A. Alleen stelling 1 is juist. B. Alleen stelling 2 is juist.

6. Welke stelling is juist? 1. Een SWOT-analyse is een hulpmiddel met als hoofddoel om de knelpunten van een organisatie bloot te leggen. 2. Een SWOT-analyse is feitelijk alleen een methode om een uitgebreide interne en externe analyse op een overzichtelijke wijze samen te vatten. A. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist. B. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist. 7. Bij het ontwikkelen van strategische opties is één van de opties vaak de nul-optie. Wat houdt de nul-optie in? A. Stabilisatie strategie, gericht op het vasthouden van hetzelfde omzet- en winstniveau. B. De strategie waarbij niets wordt veranderd, alles blijft bij het oude. C. De risicoanalyse waaruit de consequenties blijken wanneer alles fout gaat. D. Een strategie zonder ingrijpende kosten, investeringsniveau = nul. 8. Welke stelling is juist? 1. De nadelen van productontwikkeling zijn vooral de grote investeringen en het feit dat slechts 7 à 8% van de innovaties het gewenste resultaat opleveren. 2. Voor marktontwikkeling zijn vooral creatieve mensen nodig, maar ook uitvoerders die in staat zijn om de uitgewerkte ideeën tot leven te wekken. A. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist. B. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist. 9. Wat houdt volgens Michael Porter de basisstrategie 'differentiatie' in? A. Het bedenken van meerdere alternatieve, strategische segmenten, zodat er een betere, bewuste keuze gemaakt kan worden. B. Positief onderscheid maken ten opzichte van de concurrenten. C. Nadenken over het bewerken van bestaande en nieuwe markten, met bestaande of nieuwe producten wat leidt tot een keuze uit marktpenetratie, productontwikkeling, marktontwikkeling en/of diversificatie. D. Het opdelen van de totale markt in kleinere, gelijkgestemde delen om daar het aanbod specifiek op af te kunnen stemmen.

10. Eén van de eerste elementen bij het bepalen van strategie is het segmentatievraagstuk. Hoe kan segmentatie worden omschreven? A. Het bedenken van meerdere alternatieve, strategische segmenten, zodat er een betere, bewuste keuze gemaakt kan worden. B. Positief onderscheid maken ten opzichte van de concurrenten. C. Nadenken over het bewerken van bestaande en nieuwe markten, met bestaande of nieuwe producten, wat leidt tot een keuze uit marktpenetratie, productontwikkeling, marktontwikkeling en/of diversificatie. D. Het opdelen van de totale markt in kleinere, gelijkgestemde delen om daar het aanbod specifiek op af te kunnen stemmen. 11. Welke stelling is juist? 1. In het financieel beleid staat in de kern becijferd wat de financiële consequenties zijn van de overige beleidsplannen, uitgedrukt in omzet, kosten en winst. 2. Het personeelsbeleid beschrijft in de kern welke hoeveelheid en welke kwaliteit aan personeel nodig is om de doelstellingen te halen. A. Alleen stelling 1 is juist. B. Alleen stelling 2 is juist. 12. De P van Plaats had beter 'distributie' kunnen heten, maar dan was de term niet met een P begonnen. Waarom is 'distributie' een betere benaming? A. Het gaat hier over het vraagstuk hoe producten of diensten bekend raken bij potentiële afnemers. B. Het gaat hier over het vraagstuk hoe producten of diensten bij de klant terecht komen. C. Het gaat hier over het efficiency vraagstuk: "Hoe efficiënt en effectief worden producten en diensten geproduceerd?" D. Het gaat hier over het vraagstuk van extra items rond het fysieke product, zoals verpakking, garantie en service. 13. Volgens Philip Kotler kunnen we op drie verschillende manieren naar een product kijken. Wanneer hij spreekt van alle elementen van een product die we kunnen waarnemen, zoals de kwaliteit, de kenmerken, de vormgeving, de merknaam en de verpakking bedoelt hij: A. het kernproduct. B. het uitgebreide product. C. het tastbare product. D. een combinatie van alledrie.

14. Wat is het verschil tussen themareclame en actiereclame? A. Themareclame is gericht op de grote massa en actiereclame is altijd afgestemd per klant, zoals direct mail. B. Themareclame prijst een productgroep of hele reeks van diensten aan, terwijl actiereclame is gericht op 1 product of dienst. C. Themareclame is doorgaans gericht op de naamsbekendheid en imago van het bedrijf, terwijl actiereclame is gericht op directe verkoop. D. Alle 3 de genoemde verschillen geven het verschil aan tussen themareclame en actiereclame. 15. De klantpiramide is een marketingtrend waarbij een 1-op-1 concept wordt uitgewerkt. Welke visie zit er achter de marketingpiramide? 1. Het eigen klantenbestand is een goudmijn met een onontgonnen omzetpotentieel. 2. De klanten kunnen opgedeeld worden in deelmarkten, waarvoor een aparte formule ontwikkeld kan worden. 3. 20% van de klanten zorgt voor 80% van de winst. A. Alleen stelling 1 geeft de visie correct weer. B. Alleen stelling 2 geeft de visie correct weer. C. Alleen stelling 3 geeft de visie correct weer. D. Alle stellingen geven de visie correct weer.

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie 1. B 2. D 3. D 4. B 5. C 6. B 7. B 8. A 9. B 10. D 11. C 12. B 13. C 14. C 15. A