Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vijfde meting, januari 2015



Vergelijkbare documenten
Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vierde meting, september 2014

Monitor voortgang Wmo

Monitor voortgang Wmo

Quickscan basis-ggz 2014

Wij zien uw reactie graag tegemoet. Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking!

Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang

Factsheet: Monitor Hervorming van de Langdurige Zorg 2015

Rapport Monitor sociaal domein Meting 3 januari 2015

Monitor decentralisatie van de AWBZ - begeleiding naar de Wmo

Kick-off Regionaalpeilstation Wmo

Rapportage monitor voortgang Jeugdwet

Samenvatting innovaties in de bedrijfsvoering

Hervorming Langdurige Zorg - gevolgen voor de ggz

Rapport Monitor Sociaal Domein Meting 5 oktober 2015

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Informatie Inkoop Wmo

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Bijlage Herindicatietraject GGZ-B

Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Geachte commissieleden,

Uitkomsten MOgroep leden enquête voortgang transities

Ons kenmerk /2018

Rapport Monitor Wmo 2015 Meting 2 september 2014

memo 13 januari 2014 Djieuwke Verseput & Monique Strijdonck 8961 Onderwerp Beantwoording vragen Eerste Kamer over Jeugdwet

Brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg

Rapport Monitor Sociaal Domein Meting 5 November 2015

Zorgkantoor Friesland Inkoopdocument Wlz 2016

Resultaten Quick scan Bezuinigingsmaatregelen ggz 30 maart 2012

Regieberaad transitie jeugd. Vragen? Mail naar Maandag 3 november 2014

Uitkomsten enquête veiligheidshuizen. Datum: 19 januari 2017 Van: Jonathan Douma

Rapport Monitor Sociaal Domein Meting 4 mei 2015

We gaan hierbij specifiek in op de amendementen 49 en 55 en de moties 65 en 71.

Trends op de arbeidsmarkt in de ggz

Net als vorig jaar zijn we bijeen om de gevolgen van de wijzigingen voor de DBCvolwassenen 2017 door te spreken voor de jeugd-ggz (DBC):

Regionale samenwerking voor de Wmo in BNO-oost Besluit Portefeuillehouders overleg AWBZ 27 maart 2014

communicatie met burgers en professionals en over de inhoud, de vorm en de afstemming van de communicatie.

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 5 december 2014

Middels dit document houden wij u op de hoogte van de belangrijkste (inhoudelijke) wijzigingen.

Rapportage enquête Jaarurenmodel 2015 Sector Hoveniers

Rapport Monitor Sociaal Domein

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Wethouders Wmo/beschermd wonen van de centrumgemeenten. Datum Decentralisatie beschermd wonen. Geachte wethouder,

Deel Inleiding 2. Toelichting macrobudget 3. AWBZ beleidsinformatie voor transitie 4. Overgangsproces

Deelnemende organisaties: 23 (2 organisaties hebben de vragenlijst 2 keer ingevuld)

Over- en onderproductie en vooruitblik 2014

Tussenbalans lokale samenwerking wonen, zorg en welzijn

Startbijeenkomst Decentralisatie AWBZ A2-gemeenten

Inkoopkader Wmo 2016: Toelating nieuwe aanbieders

HUISHOUDELIJK REGLEMENT GGZ NEDERLAND 2014

Werksessie verantwoording

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Stap 1: Keuzes in regionale samenwerking

Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 2 februari 2018 (met kenmerk: KV/mesk/esze/209550/2018).

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Rapport Monitor Sociaal Domein Meting 4 mei 2015

Aan de leden van de Vaste commissie voor VWS van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EH Den Haag

OPDRACHTGEVERSCHAP IN HET SOCIAAL DOMEIN STRATEGISCHE KEUZES MODELLEN VAN OPDRACHTGEVERSCHAP IR. NIELS UENK DIVOSA VOORJAARSCONGRES,

20 januari 2017 Doorkiesnummer Maayke Swank Inbreng verslag wijziging tuchtrecht Wet BIG Dir/veen/esze/196250/2017

ons kenmerk ECSD/U Lbr. 14/014

1. Onderwerp OGGZ: Uitvoeringnotitie Beschermd Wonen

Algemeen Bestuur Jeugdhulp Rijnmond 23 april 2015

Samen sterker. De gevolgen van nieuwe Wet-en regelgeving voor kleine zorgondernemers.

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Geschreven door MdKG dinsdag, 30 maart :38 - Laatst aangepast donderdag, 05 februari :48

Enquête zorgcontractering geriatrische revalidatiezorg 2015

RAPPORTAGE MONITOR DECENTRALISATIE AWBZ BEGELEIDING MO/VO, JUNI 2013

EXTRAMURALISATIE LICHTE ZORGZWAARTEPAKKETTEN

Vragenlijst Geriatrische revalidatiezorg: productie 2013 en zorgcontractering 2014

Raadsledendag 20 september

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag

Doorkiesnummer Ons kenmerk /2019

Declaratie en facturatie jeugd in samenhang. Vrijdag 11 juli 2014

Sociaal Domein 2016 in de IJmond

Monitor en klachten meldpunt Sociaal Domein

ZORGINKOOP DOOR GEMEENTEN PROF. DR. JAN TELGEN ZORGINKOOP MET DE MENSELIJKE MAAT ALMELO, 25 NOVEMBER 2013

Analyse quick scan productie 2016

Uitgebreide resultaten voor de overige sectoren zijn terug te vinden in de toelichting.

BURGERPANEL VEENENDAAL PEILING JEUGDBELEID

Impactanalyse kabinetsbeleid langdurige zorg voor de gehandicaptensector update 4

Onderzoek EVC. Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014

Rapportage Werken met ZZP s PUBLIEKSVERSIE Inventarisatie ondersteuningsbehoefte

Uitkomsten sessie 2 (18 mrt 19) Aanpak administratieve lasten. Tafel 5: Organisatie en proces

BIJLAGE 10. Portefeuillehoudersoverleg sociaal domein. Geachte leden van het portefeuillehoudersoverleg sociaal domein,

Zorgcontractering AWBZ 2015 Zorgkantoor Utrecht

VOORTGANG TRANSITIE JEUGD

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG. Nazending

agendanummer afdeling Simpelveld VII- IBR 28 oktober 2014 Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad opvang en beschermd wonen Wmo 2015

Implementatieplan Wet verplichte ggz

De Transformatie van de Wmo 2015 Hoe staat het ervoor in de praktijk?

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

Huurdersorganisatie WBSG

Q&A Trekkingsrecht n.a.v. terugvalscenario s zorgovereenkomsten en toekenningsberichten Versie geactualiseerd op 20 feb. 15

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen II, Inkoopdocument Wlz juni 2018

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 68%.

Quick scan voorbereiding decentralisatie Wmo

Geachte leden van de Raad,

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013

LEERWIJZER JEUGD UITKOMSTEN VAN EEN ENQUÊTE ONDER DE BEZOEKERS VAN HET CONGRES TOEKOMST VAN DE JEUGDZORG

Brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg

Position paper GGZ Nederland T.b.v. rondetafelgesprek cie. VWS & V&J in de Eerste Kamer Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg 16 mei 2017

Transcriptie:

Monitor voortgang Wmo Uitkomsten vijfde meting, januari 2015 Amersfoort, 25 februari 2015 Contactpersoon: Hester van den Bergh Kenmerk: KV/hrbh/rall/158280/2015 Brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg Piet Mondriaanplein 25 3812 GZ Amersfoort Postbus 830 3800 AV Amersfoort T 033 460 89 00 KVK 40483580 info@ggznederland.nl www.ggznederland.nl IBAN: NL56 INGB 0687 2118 08 BIC: INGBNL2A IBAN: NL08 ABNA 0408 3901 07 BIC: ABNANL2A

Inhoud Toelichting 3 Respons 3 Inkoop beschermd wonen 4 Inkoop algemene- en maatwerkvoorzieningen 4 Inrichting systemen 5 Bedrijfsvoering 6 Uitvoering 8 Sectorvreemde ZZP s en ZZP-B 8 2

Toelichting In het kader van de decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo voert GGZ Nederland periodiek een monitor uit onder haar leden. In samenwerking met VWS, het Transitiebureau, en de andere branches is een gemeenschappelijke vragenlijst opgesteld die als basis dient voor de vijfde meting van de monitor die GGZ Nederland in januari 2015 onder haar leden heeft uitgezet. Ongeveer twee derde van de leden die betrokken zijn bij de transitie hebben deelgenomen aan deze meting. In dit verslag worden de uitkomsten van de monitor gepresenteerd. Respons De monitor is door 49 respondenten ingevuld, zij vertegenwoordigen 45 lidinstellingen. 47 respondenten vertegenwoordigen een instelling die een vorm van algemene voorzieningen, maatwerkvoorzieningen en/of beschermd wonen biedt in de Wmo 2015, de uitkomsten hebben daarom betrekking op 47 respondenten (n 47= 100%). Bij de deelnemers ligt het percentage van de totale omzet van de organisatie dat in 2015 naar verwachting uit Wmo komt gemiddeld op 43 procent. In figuur 1 is het aanbod in de Wmo uitgesplitst naar verschillende activiteiten. Figuur 1 laat zien hoeveel van de in totaal 47 respondenten een bepaalde activiteit leveren in 2014 en in 2015 (n 47 = 100%). Over het algemeen is te zeggen dat er geen grote veranderingen hebben plaatsgevonden bij de instellingen die de respondenten vertegenwoordigen. De grootste wijziging is de afname van het aantal instellingen dat inloop-ggz biedt, dit daalt ten opzichte van 2014 met 11 procent. Figuur 1 Aanbod producten Wmo 50 45 40 35 30 44 43 39 37 36 31 38 38 47 47 25 20 15 10 5 0 12 10 19 16 2 2 2014 2015 3

Inkoop beschermd wonen 39 van de 49 respondenten (80%) biedt in 2015 een vorm van beschermd wonen, de resultaten in deze sectie hebben betrekking op deze 39 respondenten (n 39 = 100%). Het werkgebied van de respondenten dekt in totaal 37 van de 43 centrumgemeente-regio s (86%). Het werkgebied per lidinstelling beslaat gemiddeld 2,3 centrumgemeente-regio s, met een maximum van 8 regio s. Respondenten geven aan dat het inkoopproces laat is afgerond. In de deze peiling van januari 2015 benoemen vijf respondenten dat zij nog niet met alle centrumgemeenten in hun werkgebied een contract hebben gesloten voor beschermd wonen, omdat het inkooptraject nog niet is afgerond. Van de respondenten die een contract hebben gesloten geeft het merendeel (70%) aan dat dit voor de termijn van één jaar is. In onderstaand figuur is de termijn van de afgesloten contracten weergegeven. Figuur 2 - Contracttermijn beschermd wonen 11% 3% 5% 5% 5% 70% 6 maanden 1 jaar 2 jaar 3 jaar anders onbekend De meest genoemde contractvorm is een raamcontract (57%) gevolgd door een contract op subsidiebasis (32%). Slechts in een enkel geval is er een cliëntgebonden contract gesloten (5%). Bij twee derde van de gesloten contracten (67%) maakt social retun on investment onderdeel uit van de voorwaarden. Een vijfde van de respondenten (19%) geeft aan dat dit niet het geval is. Bij 13 van de 39 centrumgemeenten (33%) geven de respondenten aan dat er een mismatch van meer dan 10 procent bestaat tussen de feitelijke productie van beschermd wonen in 2014 en het budget dat de gemeente in 2015 voor beschermd wonen ontvangen heeft. Bij de inkoop van beschermd wonen is gemiddeld een korting van 5 procent op het maximum NZAtarief toegepast, variërend van 0 tot 25 procent. De meeste respondenten (67%) verwachten daarentegen geen veranderingen in het volume dat zij in 2015 aan beschermd wonen zullen aanbieden. Een klein deel verwacht een toename in het volume (14%), deze verwachte toename wordt gemiddeld op 6 procent (n=2) geschat. Een beperkte groep respondenten (8%) geeft aan in 2015 een afname in volume te verwachten, gemiddeld wordt deze afname op 21 procent geschat (n=4). Inkoop algemene- en maatwerkvoorzieningen Bijna alle respondenten (94%) bieden een vorm van algemene- en/of maatwerkvoorzieningen in de Wmo 2015. De resultaten in deze sectie hebben betrekking op deze 44 respondenten (n 44 = 100%). Het werkgebied van de respondenten beslaat tussen de 1 en de 55 gemeenten met een gemiddelde van 21 gemeenten en een mediaan van 15 gemeenten. 4

Respondenten hebben (nog) niet bij alle gemeenten in hun werkgebied een contract afgesloten. De meeste respondenten benoemen als voornaamste oorzaak hiervan dat de contractering nog niet is afgerond. Bij de afgesloten contracten geeft het merendeel van de respondenten (65%) aan dat het een jaarcontract betreft. In onderstaand figuur is de termijn van de afgesloten contracten weergegeven. Figuur 3 - Contracttermijn algemene- en/of maatwerkvoorzieningen 5% 14% 12% 5% 65% 1 jaar 2 jaar 3 jaar overig onbekend De meest voorkomende contractvorm is een raamcontract (65%). In een beperkt aantal gevallen betreft het een contract op subsidiebasis (9%) of een cliëntgebonden contract (7%). Driekwart van de respondenten (74%) geeft aan dat social return on investment is opgenomen in de voorwaarden. Een klein deel geeft aan dat dit niet het geval was (16%). Het merendeel van de respondenten (62%) heeft met de gemeente afspraken gemaakt over vernieuwing van het aanbod, een derde van de respondenten (36%) heeft hier (nog) geen afspraken over gemaakt. Bij de inkoop van algemene- en/of maatwerkvoorzieningen is gemiddeld een korting van 19 procent toegepast ten opzichte van het maximum NZA-tarief, variërend van 3 tot 35 procent. De helft van de respondenten (49%) verwacht dat zij in 2015 het zelfde volume aan algemene- en/of maatwerkwerkvoorzieningen zullen leveren in de voor hen belangrijkste gemeente. Een derde van de respondenten (33%) verwacht hierin een afname. Deze afname wordt gemiddeld op 28 procent geschat (n=12). Slecht een enkele respondent (5%) verwacht een toename in het volume dat zij in 2015 zullen leveren. Inrichting systemen Zoals figuur 4 laat zien, geeft de helft van de respondenten (47%) aan dat de voor hen belangrijkste gemeente het systeem van facturatie en declaratie niet voor 1 januari 2015 heeft ingericht. In een kwart van de gevallen (28%) is er een tijdelijke oplossing getroffen in de vorm van een voorlopig systeem. Slechts in een vijfde van de gevallen (21%) is het systeem tijdig ingericht. Figuur 4 - Inrichting systemen 4% Ja, het systeem is tijdig ingericht 47% 21% 28% Ja, er is een tijdelijke oplossing in de vorm van een voorlopig systeem nee Overig 5

Wel geven de meeste respondenten (81%) aan dat de voor hun organisatie belangrijkste gemeente gebruik maakt van de i-wmo standaard bij de inrichting van het proces van facturatie en declaratie. Slecht één respondent geeft aan dat er geen gebruik gemaakt wordt van de i-wmo standaard. De meeste respondenten (85%) hebben afspraken gemaakt met de gemeente over bevoorschotting. Een aantal respondenten (13%) geeft aan dat hier geen afspraken over gemaakt zijn. Een derde van de respondenten (35%) benoemt dat dat de voor hun belangrijkste gemeente geen gebruik maakt van de door de VNG ontwikkelde basisset kwaliteitseisen. In de meeste van deze gevallen maakt de gemeente wel gebruik van andere kwaliteitseisen (26%), maar in sommige gevallen zijn er nog geen kwaliteitseisen geformuleerd (9%). Slechts een enkele respondent (6%) geeft aan dat de gemeente wel gebruik maakt van de door de VNG ontwikkelde basisset. In ongeveer de helft van de gevallen is het bij de respondenten niet bekend welke kwaliteitseisen de gemeente hanteert (47%). We vroegen de respondenten op hoeveel verschillende kwaliteits-, registratie- en verantwoordingseisen van gemeenten hun organisatie moet afstemmen, waarbij samenwerkende gemeenten als één geteld worden. Figuur 5 maakt inzichtelijk dat een derde van de respondenten (37%) op maximaal vijf verschillende eisen moet afstemmen. Een kwart van de respondenten (24%) geeft aan op 5 tot 10 verschillende eisen af te moeten stemmen en een kwart van de respondenten (24%) moet rekening houden met meer dan 10 verschillende kwaliteits-, registratie- en verantwoordingseisen van gemeenten. Figuur 5 Aantal verschillende kwaliteits-, registratie-, en verantwoordingseisen van gemeenten 15% 37% 24% 24% minder dan 5 verschillende eisen van gemeenten tussen de 5 en 10 verschillende eisen van gemeenten meer dan 10 verschillende eisen van gemeenten De meeste respondenten (83%) geven aan dat deze verschillende kwaliteits-, registratie-, en verantwoordingseisen tot een toename leidt in administratieve lasten ten opzichte van 2014. Een deel van de respondenten (15%) heeft hier nog geen zicht op en slecht één respondent geeft aan dat dit niet tot een toename in administratieve lasten leidt. Respondenten lichten toe dat zij in gesprek met gemeenten pleiten voor zo uniform mogelijke kwaliteits-, registratie-, en verantwoordingseisen om zo de administratieve lasten te beperken. Respondenten benoemen dat veel gemeenten hier niet ontvankelijk voor zijn. Bedrijfsvoering De meeste respondenten (83%) geven aan dat door een afname in het budget voor het uitvoeren van activiteiten in de Wmo, aanpassingen doorgevoerd worden om de kosten te kunnen dekken. Figuur 6 maakt inzichtelijk hoeveel procent van de betrokken lidinstellingen om deze reden een bepaalde maatregel neemt. De meest genoemde aanpassingen zijn vernieuwingen in het aanbod (55%), een mindering in personeel (53%) en (efficiëntere) samenwerking met andere partijen (49%). 6

Figuur 6 - Aanpassingen vanwege afname budget 60% 50% 40% 30% 53% 43% 32% 28% 55% 49% 43% 40% 23% 20% 10% 17% 11% 6% 11% 0% We vroegen de respondenten naar de veranderingen in hun personeelsbestand als gevolg van de transitie naar de Wmo 2015. Onderstaand figuur maakt per functietype inzichtelijk of er veranderingen in het personeelsbestand hebben plaatsgevonden in 2014 en wat de (verwachte) veranderingen in 2015 zijn. De respondenten geven aan dat de (verwachte) veranderingen in het personeelsbestand in 2015 groter zullen zijn dan in 2014. Figuur 7 - Veranderingen personeelsbestand 70% 60% 50% 40% 30% 20% blijft gelijk neemt af neemt toe weet niet 10% 0% 2014 2015 2014 2014 2014 2015 managementpersoneel zorgpersoneel ondersteunend personeel 7

Uitvoering Een vijfde van de respondenten (19%) geeft aan dat er in hun werkgebied gemeenten zijn die op 1 januari 2015 de toegang tot de Wmo niet geregeld hadden. Een deel van de respondenten (19%) speelt bij de voor hun belangrijkste gemeente geen rol in de toegang tot de Wmo. Driekwart van de respondenten (77%) speelt wel een rol, in de meeste gevallen is dit door deelname aan het sociale wijkteam dat de toegang verzorgt (51%), maar het kan ook een adviserende rol betreffen (26%). De meeste respondenten (79%) geven aan dat zij bij de uitvoering van de Wmo samenwerken met andere aanbieders. Figuur 8 laat zien hoeveel procent van de respondenten samenwerkt met elk type aanbieder. De meeste samenwerking is met andere ggz-aanbieders (74%). Bij driekwart van de respondenten (74%) had de regelgeving van de ACM geen invloed op de samenwerking met andere aanbieders. Een deel van de respondenten (16%) benoemt dat de regelgeving de samenwerking negatief beïnvloed. Respondenten lichten toe dat zij vanwege de regelgeving van de ACM wel voorzichtig zijn in de samenwerking met andere aanbieders. Figuur 8 - samenwerking bij uitvoering Wmo 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 74% 32% 34% 47% 28% 6% Sectorvreemde ZZP s en ZZP-B Ongeveer de helft van de respondenten (45%) geeft aan dat zij afspraken hebben kunnen maken met de gemeente en zorgverzekeraar over sectorvreemde ZZP s die in 2015 bij hun organisatie in zorg zijn. Een vijfde van de respondenten (19%) geeft aan hier nog geen afspraken over te hebben kunnen maken. Voor een klein deel van de respondenten is dit niet van toepassing (6%) en de overige respondenten geven aan dit niet te weten (30%). De helft van de respondenten (54%) heeft een contract gesloten voor de ZZP-B s met het voor hun belangrijkste zorgkantoor. Een vijfde van de respondenten (19%) geeft aan dat dit niet het geval is. Bij de respondenten die een contract hebben gesloten hanteert het zorgkantoor een kortingspercentage van gemiddeld 5 procent op het maximum NZA-tarief. De helft van de respondenten (48%) verwacht in 2015 min of meer hetzelfde volume aan ZZP-B aan te bieden ten opzichte van 2014. Een derde (36%) verwacht een afname in het volume, slecht één respondent verwacht een volume toename. 8