UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2011



Vergelijkbare documenten
UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2008

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2012

Intrest DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest

UNIFORM HEREXAMEN EIND MULO tevens II E ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2007

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2009

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens 2 e ZITTING STAATSEXAMEN 2008

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2009

Beschouw de volgende beweringen:

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. INTREST VREEMD GELD

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2007

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2010

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2013

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

BEDRIJFSREKENEN OPDRACHTEN BASIS EN KADER

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Calculaties in de praktijk 1

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2011

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

Proefexamen REKENVAARDIGHEID

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

Kaarten module 4 derde klas

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV A. Bereken I. II.

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens 2 e ZITTING STAATSEXAMEN 2008

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering

Financiële aspecten van de planning

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

Management & Organisatie

Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel

MILIEURAAD ZWOLLE, Jaarrekening ALGEMEEN GRONDSLAGEN VOOR DE BALANSWAARDERING. Materiële vaste activa

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

Case bungalow park. Opgave 1

7 Directe en indirecte kosten

De resultatenrekening

Samengevat bereken je de nettowinst van een onderneming zo:

Aurington. Administratie en Advies

Het aantal te behalen punten is 100. Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten je daarvoor kunt behalen.

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.


Hoofdstuk 1. Oefenopgaven. Oefenopgave 1A. Bereken: ,37 25, , : 8,25 12, ,45.

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

Eindexamen m&o vwo 2003-II

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

1 Het kasstroomoverzicht

Antwoordenboek Rekenvaardigheid

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

1/9. MILIEURAAD ZWOLLE, Jaarrekening 2017 ALGEMEEN GRONDSLAGEN VOOR DE BALANSWAARDERING. Materiële vaste activa

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

Antwoorden hoofdstuk 12

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management

Eindexamen m&o vwo 2005-I

Examen HAVO en VHBO. Handelswetenschappen en recht

Hoofdstuk 43 belangrijk

Break-Even Analyse. Vaste Kosten Variabele Kosten DE EXTRACOMPTABELE KOSTENCALCULATIE

Bedrijfsadministratie Opgave 1 Fabrieksboekhouding 25 punten

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2008

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

De jaarrekening Examennummer: Datum: 12 april 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.

profielvak economie en ondernemen CSPE BB onderdeel B

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen.

Eindexamen m&o vwo II

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

2 Constante en variabele kosten

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Vraag Antwoord Scores

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 4

UITWERKINGEN OPGAVEN

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Diverse-postenboek Datum Omschrijving Bedrag januari 2 Retour ontvangen van P. Vlag, alhier goederen ter waarde van SRD 8.650,

Transcriptie:

MNSTERE VN ONERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXMENUREU UNFORM ENEXMEN MULO tevens TOELTNGSEXMEN VWO/HVO/NTN 2011 VK : ERJFSREKENEN TUM : WOENSG 06 JUL 2011 TJ : 09.45 11.25 UUR (MULO- KNTEN) 09.45 11.45 UUR (MULO-V KNTEN) EZE TK ESTT UT 36 TEMS. MULO- kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-V kandidaten maken de items 1 t/m 36. ntrest 1 Voor het berekenen van de intrest wordt het kapitaal altijd afgerond op hele centen. ij de berekening van de standvastige deler wordt 3 gedeeld door het gegeven percentage. emand heeft op zijn spaarrekening SR 550,. Na 2 jaar zal er aan intrest SR 77, bijgeschreven worden. e juiste berekening van het intrestpercentage per jaar is: 77 5,50 77 : 2 5,50 550 77 2 3 Op 1 februari 2009 leent Lindon SR 6.000, á % s jaars. Op 1 augustus van hetzelfde jaar betaalt hij het geleende bedrag en de verschuldigde intrest terug. Het bedrag, dat hij aan intrest betaalt, is (werken met maanden) SR 250, SR 300, SR 350, SR 0, Vreemd geld 4 e koers van het vreemd geld daalt, als de vraag afneemt en het aanbod stijgt. mporteurs kopen vreemd geld op bij de bank tegen de biedkoers. 77 x 2 5,50

5 Timmy koopt een computer voor 0,. angezien hij niet over euro s beschikt, betaalt hij met merikaanse dollars. Koersen per stuk: US 2,80 2,90 Euro 3,90 4,00 e juiste berekening van het bedrag dat hij in US betaalt, is: (0 : 4) x 2,80 (0 : 3,90) x 2,90 (0 x 3,90) : 2,90 (0 x 4) : 2,80 Yvonne wisselt bij aankomst in Suriname een bepaald bedrag aan TT om in SR. Hiervan geeft zij SR 9, uit en wisselt de rest om in NG. Zij ontvangt NG 1.300,. Koersen per stuk: TT 0,40 0,50 NG 1,50 1, Het bedrag, dat zij aan TT heeft omgewisseld in SR is TT 2.080,- TT 2.925,- TT 5.720,- TT 7.475,- 6 7 Sandra koopt bij een plaatselijke bank een bepaald bedrag aan GP. Zij betaalt hiervoor SR 2.727, inclusief SR 27, aan kosten. Koersen per stuk: GP 4,30 4,50 Het bedrag dat zij aan GP ontvangt, is 0,00 6,00 627,91 634,19 Goederenhandel ij aankoop van goederen worden de bijkomende kosten opgeteld. e vrachtkosten zijn afhankelijk van het nettogewicht. Tijdens de WK-voetbal 20 ontvangt Roy bij aankoop van een televisie een korting van % van de normale prijs. eze korting bedraagt SR 0,-. e juiste berekening van de normale prijs is: 0 0 90 0 0 90 x 0 x 0 x 0 + 0 x 0 + 0 Verkoopfactuur: Prijs Rabat 8 9 Kosten SR 7.500, ommissie 5% e commissie bedraagt SR 14.625,- SR 15.000, SR 15.375, SR 16.000, SR 320.000, 20.000, SR...

Effecten 11 Welke van de volgende beweringen is onjuist? ij de berekening van de rente bij obligaties wordt de maand altijd op 30 dagen gesteld. e lopende rente wordt verrekend bij het verhandelen van obligaties. e lopende rente wordt berekend over de koerswaarde. e prijs bij obligaties wordt steeds uitgedrukt in procenten van de nominale waarde. 12 Een aandeelhouder verkoopt zijn aandelen van NV KOY nominaal SR 20, per stuk. Met de opbrengst kan hij precies 5 aandelen van NV LK met een nominale waarde van SR 500, per stuk tegen de koers van 150 kopen. e juiste berekening van de prijs per stuk van een aandeel NV KOY is: (5 x 150) : ( x 20) 500 (5 x 0 x 150) : ( x 20) (5 x 150) : 500 (5 x 0 x 150) : 13 ouponnota op1/6: coupons 6% obligaties nominaal SR 1.000, per stuk = SR Provisie 1% = SR Netto-opbrengst coupons = SR 237, Vervaldagen coupons 1/6 en 1/12. Het aantal obligaties, dat bij deze coupons behoort, is 3 4 7 8 Rendement 14 Kostprijs huis = Koopsom + Overdrachtskosten elegd eigen geld = Kostprijs - Opbrengst hypotheek 15 ankoopnota: Koerswaarde aandelen SR 5.920, ankoopkosten SR 80, ankoopbedrag SR 6.000, ividendnota: ruto-opbrengst dividend SR 800, ividendbelasting SR 200, Provisie SR 8, SR 208, Netto-opbrengst dividend SR 592, e juiste berekening van het rendement is: 800-208 800-200 800-8 800 16 emand belegt zijn geld als volgt: - SR.000, in een bepaald project tegen 6% rente per jaar. - SR 4.800, als een lening tegen 5% rente per jaar. Het rendement bedraagt (1 dec. n.k.) 5,5% 5,7% 11,0% 17,6%

ndexcijfer 17 Het indexcijfer wordt altijd afgerond op gehelen. ij het berekenen van het indexcijfer gaat men altijd uit van een basisperiode. 18 Jaar Jaarloon ndexcijfer 2008 SR.200, 120 2009... 150 20... Met ingang van 1 januari 20 is er een loonsverhoging van 30% ten opzichte van 2009 toegekend. Het jaarloon over 20 bedraagt SR.8, SR 13.2, SR 16.575, SR 19.890, fschrijvingen 19 ij afschrijving in procenten van de aanschaffingsprijs is de jaarlijkse afschrijving constant. e levensduur kan berekend worden met behulp van de aanschaffingsprijs, de jaarlijkse afschrijvingen en de restwaarde. 20 anschaffingsprijs auto SR... Jaarlijkse afschrijving 30% van de boekwaarde. Na 2 jaar wordt de auto verkocht voor SR 11.000, inclusief een winst van SR 2.245,. e juiste berekening van de aanschaffingsprijs is: 0 x (11.000 2.245) 49 0 x (11.000 2.245) 40 0 x 11.000 49 0 x 11.000 40 21 anschaffingsprijs SR 45.000,- Restwaarde SR 5.000,- fschrijving een vast bedrag per jaar. Levensduur 5 jaar e boekwaarde aan het begin van het derde jaar is SR 22.000, SR 24.000, SR 27.000, SR 29.000, Verzekeringen 22 e afmakingsprovisie wordt altijd berekend over de bruto-uitkering. e premie wordt uitgedrukt in % of van het verzekerd bedrag.

23 emand betaalt aan premie, polis- en zegelkosten SR 2.665,. e poliskosten zijn SR 50, en de zegelkosten SR 15,. Het verzekerd bedrag is SR 52.000,. e juiste berekening van het percentage, dat hij aan premie betaalt, is: 2.665-65 2.665 Factuurprijs irecte kosten ndirecte kosten 20% Nettowinst 25% van de verkoopprijs = Verkoopkosten 5% = 26 SR 120.000, SR 20.000, SR 140.000, SR 28.000, SR 168.000, SR... SR... Verkoopprijs SR... e juiste berekening van de nettowinst is: 25% van 0 x 168.000 2.665-50 25% van 0 x 168.000 28.000 2.665-15 24 30 x 168.000 + 28.000 0 x 168.000 120.000 Gezonde waarde SR 45.000, Verzekerd bedrag SR 40.000, Schadepercentage % fmakingsprovisie 1% van de bruto-uitkering Het nettobedrag, dat de verzekerde ontvangt, is SR 23.0, SR 23.7, SR 26.0, SR 26.730, Welke bewering is juist? Kostprijs handelaar 25 e indirecte kosten kunnen per product bepaald worden. e handelaar werkt met een opslagpercentage voor de directe kosten. e vrachtkosten worden tot de indirecte kosten gerekend. e verkoopkosten worden over de brutoverkoopprijs berekend. 27 Verkoopprijs SR 0,- Verkoopkosten SR,- rutowinst 40% van de inkoopprijs. e inkoopprijs bedraagt SR 54,- SR,- SR 64,29 SR 71,43 Kostprijs Fabrikant 28 Welke van de volgende kosten worden niet gerekend tot de directe kosten? Elektriciteitskosten Grondstofkosten Loonkosten Sociale lasten

29 Totale directe kosten SR 65.000,- ndirecte kosten SR 2.500,- Kostprijs SR 67.500,- Nettowinst SR 13.500,- Netto verkoopprijs SR Verkoopkosten 5% SR ruto verkoopprijs SR e bruto verkoopprijs bedraagt SR 76.950,00 SR 77.142,86 SR 85.050,00 SR 85.263,16 30 Gegevens over de productie van artikel Z: Materiaalkosten SR 90, Hulpstoffen SR 4,50 Lonen SR 84, Sociale lasten SR 21,- e juiste berekening van de totale directe kosten is: 90 + 4,50 90 + 84 90 + 84 + 4,50 90 + 84 + 4,50 + 21 VERVOLG MULO V KNTEN Prijs per km 31 e totale constante kosten voor elke taxirit zijn SR 0,65. e variabele kosten zijn SR 0,80 per km. Een passagier betaalt voor een taxirit van 20 km SR 30,. Manuurtarief 32 Loon arbeider SR 480, ndirecte kosten SR 15, Winstopslag SR 5, Totale kosten per week SR 500, e arbeider werkt 40 uren per week en 49 weken per jaar. Voor elk overuur krijgt hij 2x het manuurtarief. e juiste berekening van het overuurtarief is: 49 x 480 x 2 52 x 40 49 x 500 x 2 49 x 40 52 x 480 x 2 52 x 40 52 x 500 x 2 49 x 40 Machine-uurtarief 33 aldew heeft een waterpomp in gebruik, die gemiddeld 2.400 liter water per uur pompt. Voor het bevloeien van zijn rijstareaal is er totaal 3.000 liter water nodig, waarvoor hij SR 2.250,- moet betalen. e constante kosten bedragen SR 20,- per uur. Het machine-uurtarief bedraagt SR 15,- SR 20,- SR 20,94 SR 35,- e juiste berekening van de winst op deze rit is: 30 (0,65 + 20 x 0,80) 30 (20 x 0,65 + 20 x 0,80) 30 20 x 0,80 30 20 x 0,65

Rentabiliteit 34 e rentabiliteit van het eigen vermogen kan niet berekend worden, indien het economisch resultaat negatief is. Het economisch resultaat is een vergoeding van het geïnvesteerd eigen vermogen. 35 rutowinst SR 75.000, edrijfskosten (zonder rente) SR 14.000, Rente vreemd vermogen SR 2.400, Economisch resultaat SR 5.0, e juiste berekening van het gewaardeerde loon is: 75.000 14.000 75.000 (14.000 2.400) 75.000 (14.000 + 5.0) 75.000 (14.000 + 2.400 + 5.0) 50 40 30 20 36 e brutowinst en de nettowinst van Firma Kena in procenten van de omzet. 2006 2007 2008 2009 Legenda: rutowinst Nettowinst Jaren n welk jaar is het percentage van de bedrijfskosten het laagst? n het jaar 2006 2007 2008 2009