INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2013



Vergelijkbare documenten
INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2012

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

2e wijziging programmabegroting

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen)

Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2014

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS

Nota reserves en voorzieningen

TARIEVENNOTA november 2018

Toelichting begroting 2015

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Nota Reserves en Voorzieningen

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS

(pagina 3) (pagina 6)

Advies. Jaarverslag Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

Artikel 1. Definities

Jaarrapportage 2018 Waterschap Hunze en Aa s

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Voorstel begrotingswijziging maart 2017

V.V: 27 juni 2018 Datum 17 mei 2018 Agendapuntnr. Bijlagen 3 Kenmerk Onderwerp concept jaarverslag 2017

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

1 e wijziging Begroting 2013

31 december Liquide middelen Saldo 31 december Totaal reserves en fondsen

Financiële begroting 2016

1. Voorstel aan commissie

In hoofdstuk 1. Jaarverslag 2011 treft u een bestuurlijke samenvatting aan van de belangrijkste zaken uit de Jaarrapportage 2011.

HoogheemTaadschap van Delfland

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Paragraaf 4: Financiering

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

Jaarrekening Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

Nota. Reserves en voorzieningen. Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop

Gemeente Doetinchem. Presentatie jaarrekeningcontrole juni 2017

Bijlage nota reserves en voorzieningen Reserves

ter meningsvorming ter besluitvorming directeur-rentmeester mw. drs. C.W. (Karin) Kos

25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Heiloo

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Stichting Steun Sonshine

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product

Jaarrekening Stichting KopGroep Bibliotheken

Jaarrekening Stichting KopGroep Bibliotheken

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

7 M VAN ECK & VAN STERRENBURG

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

PROGRAMMABEGROTING

Nota waardering en afschrijving vaste activa

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Financiële verordening VRU

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen.

Farid Chikar / juni 2017

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Voorschoten-Wassenaar

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Waterland

Jaarrekening Stichting De Bibliotheek

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Waterland

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C.

1 e kwartaalrapportage 2015 NZV

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Jaarrekening Stichting Bibliotheek De Groene Venen

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Ontwerp. 1 e Begrotingswijziging september 2015

Aan. Portefeuillehouder. V. Doorn

PROGRAMMABEGROTING

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Voorstel begrotingswijziging september 2018 (BBV)

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

Nota reserves en voorzieningen

Najaarsnota 2017 Beleidsmatige en financiële actualisatie Provincie Gelderland

Transcriptie:

JAARSTUKKEN 2013 1

2

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2013 1 JAARVERSLAG 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Verslaggeving 6 1.3 Ontwikkelingen in het verslagjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2013 9 1.5 Incidentele baten en lasten 14 1.6 Onttrekkingen aan de voorzieningen 15 1.7 Waterschapsbelastingen 15 1.8 Weerstandsvermogen 18 1.9 Risicoparagraaf 19 1.10 Financiering 23 1.11 Verbonden partijen 26 1.12 Bedrijfsvoering 29 1.13 EMU-saldo 35 1.14 Topinkomens 36 1.15 Bestemming van het exploitatieresultaat 2013 36 2 PROGRAMMAVERANTWOORDING 37 2.1 Inleiding 37 2.2 Programma Waterkeringen 39 2.3 Programma Watersysteem/Waterketen 57 2.4 Programma Wegen 88 2.5 Programma Middelen, Communicatie en Regelgeving 98 2.6 Dekkings- en financieringsmiddelen 112 JAARREKENING 3 Exploitatierekening naar programma s 113 3.1 Recapitulatie programmakosten 113 3.2 Begrotingsrechtmatigheid 114 4 TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS 115 4.1 Watersysteem 115 4.2 Zuivering 116 4.3 Wegen 118 5 REKENING NAAR KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN 119 5.1 Algemeen 119 6 BALANS 120 6.1 Balans 120 6.2 Toelichting op de balans 121 7 CONTROLEVERKLARING 139 8 BESLUIT TOT VASTSTELLING EN GOEDKEURING 141 3

BIJLAGEN 1 Staat van immateriële vaste activa 2 Staat van materiële vaste activa 3 Staat van financiële vaste activa 4 Staat van reserves en voorzieningen inclusief toelichting 5 Staat van vaste schulden 6 Berekening van het rente- omslagpercentage 7 Staat van personeelslasten 8 Staat van personele sterkte 9 Mutaties ten laste van post onvoorzien 10 Liquiditeitspositie en renterisico 11 Overzicht afgesloten en doorlopende kredieten 12 Toelichting investeringen per programma/beleidsproduct 13 Verdeelsleutels primaire beheerproducten naar de taken 14 Overzicht exploitatiekosten per beleidsveld 15 Overzicht investeringen per beleidsveld 4

JAARVERSLAG 5

JAARVERSLAG 1.1 Inleiding Hierbij bieden wij u de jaarstukken 2013 van Waterschap Rivierenland aan. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. Met het jaarverslag legt het college van dijkgraaf en heemraden verantwoording af aan het algemeen bestuur over de realisatie van de in de programmabegroting opgenomen doelstellingen en maatregelen van het afgelopen jaar met daaraan gekoppeld de verantwoording van de kosten en opbrengsten en de financiële positie van het waterschap. Waterschap Rivierenland (WSRL) is een organisatie die tot taak heeft zorg te dragen voor het regionale watersysteem in het rivierengebied (zorg voor een goede waterkwaliteit en waterkwantiteit en bescherming tegen rivierwater) en voor de regionale wegen buiten de bebouwde kom in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Het waterschap voert deze taken uit met aandacht voor kwaliteit. De missie van het waterschap sluit daarop aan: Waterschap Rivierenland zorgt voor veilige dijken en een evenwichtig watersysteem. Het waterschap is daarbij in staat om realistische doelen te stellen en om deze in samenwerking met klanten en andere overheden tot uitvoering te brengen op een wijze die past binnen de gestelde randvoorwaarden (waaronder kwaliteit, kosten, duurzaamheid, efficiëntie, effectiviteit etc.). Daarbij hanteert het waterschap de kernwaarden bekwaam, betrokken en betrouwbaar: Bekwaam: De kernwaarde bekwaam refereert aan expertise, deskundigheid en vakmanschap. Een vakmanschap dat bij de waterschappen door de eeuwen heen is gegroeid en tot op de dag van vandaag onderhouden wordt met ervaren, gespecialiseerde en goed opgeleide medewerkers. Bekwaam betekent ook: met kennis van zaken op zoek gaan naar nieuwe oplossingen, gebruik makend van de middelen die tot je beschikking staan. Betrokken: De kernwaarde betrokken omvat veel: oog hebben voor andere belangen, samenwerken, meebewegen met ontwikkelingen, rekening houden met de toekomst. Met daarbij steeds onze kerntaken voor ogen. Qua persoonlijke inzet betekent het: werken vanuit je hart, met af en toe een stapje extra. Betrouwbaar: De kernwaarde betrouwbaar verwijst naar: doe wat je zegt en zeg wat je doet. Het is heel vanzelfsprekend en basaal, en juist daarom is het nodig om er elke keer weer bij stil te staan. 1.2. Verslaggeving Presentatie De jaarrekening 2013 is opgesteld conform de verslaggevingsregels van waterschappen zoals vastgelegd in het Waterschapsbesluit en uitgewerkt in de Regeling Besluit Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW). Leeswijzer De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. Daarnaast vormen de controleverklaring van de accountant en het besluit tot vaststelling van het algemeen bestuur onderdelen van de jaarverslaggeving. 6

Jaarverslag Het jaarverslag bestaat enerzijds uit een aantal verplichte paragrafen (Hoofdstuk 1), en uit de programmaverantwoording (Hoofdstuk 2). De verplichte paragrafen bevatten onder meer een toelichting op ontwikkelingen in 2013 en op het exploitatieresultaat 2013. Tevens geven de paragrafen inzicht in incidentele baten en lasten, de inzet van reserves en voorzieningen en de waterschapbelastingen. Tot slot wordt ingegaan op het weerstandsvermogen, risico s, financiering, bedrijfsvoering en doelmatigheid. De programmaverantwoording bevat de verantwoording over de realisatie van het programmaplan uit de begroting en de financiële verantwoording. Jaarrekening Dit deel bestaat uit een overzicht van de exploitatierekening naar programma s inclusief rechtmatigheidsanalyse (Hoofdstuk 3), de toelichting op de kostendragers (wettelijke taken) (Hoofdstuk 4), de rekening naar kosten- en opbrengstensoorten (Hoofdstuk 5) en de balans met toelichting (Hoofdstuk 6). Controleverklaring In hoofdstuk 7 is de controleverklaring opgenomen met daarin het oordeel dat de jaarstukken een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van de financiële positie per 31 december 2013, de baten en lasten over 2013 en dat in overeenstemming met de rechtmatigheidsgrondslagen is gehandeld. Besluit tot vaststelling en goedkeuring In hoofdstuk 8 is het besluit tot vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening 2013 opgenomen. Bijlagen In dit deel is een aantal bijlagen opgenomen waarmee de cijfers uit deze jaarrekening nader zijn onderbouwd. 1.3 Ontwikkelingen in het verslagjaar Nieuw waterbeheerprogramma (WBP) Het huidige Waterbeheerplan betreft het integrale beleid van het waterschap en loopt af in 2015. Volgens de Waterwet dient er een nieuw waterbeheerplan 2016-2021 te worden opgesteld. In de geest van de nieuwe Omgevingswet (wordt opgesteld) noemen we het WBP een waterbeheerprogramma. In 2013 is gestart met het opstellen van het nieuwe waterbeheerprogramma. Het Algemeen Bestuur heeft in 2013 een startnotitie vastgesteld die richting geeft aan planning, proces en inhoud van het WBP. Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) De Wet Hof is eind december 2013 van kracht geworden. De wet gaat er vanuit dat de provincies, gemeenten en waterschappen samen met het Rijk een bijdrage leveren aan het verbeteren van de overheidsfinanciën van Nederland als lidstaat van de EU. Voor 2013 heeft het Rijk bepaald dat het EMU-tekort van de decentrale overheden maximaal 0,5% van het Bruto Binnenlands product (BBP) mag bedragen. Over de bijdrage in de periode 2014-2017, de huidige kabinetsperiode, is in januari 2013 het Financieel Akkoord afgesloten. Hiermee hebben de waterschappen zich aan de volgende afspraken over het EMU-saldo gecommitteerd. Herstel van de overheidsfinanciën vergt dat het EMU-tekort van een land tenminste een verbetering laat zien, zodat op termijn begrotingsevenwicht wordt bereikt (+ / - 0,5% BBP). Op basis van de wet Hof moeten het Rijk en de medeoverheden een gelijkwaardige inspanning leveren bij het terugbrengen van het overheidstekort. Het regeerakkoord volgend zou het EMU tekort van de decentrale overheden in de periode 2014-2017 in geleidelijke stappen moeten dalen naar 0,2% BBP in 2017. Dit pad geeft de ambitie weer waarop de decentrale overheden zich moeten richten. De decentrale overheden hebben aangegeven over meer investeringsruimte te moeten beschikken in verband met de uitvoering van wettelijke taken en het nakomen van (inter)nationale verplichtingen. 7

Het Kabinet is de decentrale overheden hierin tegemoet gekomen door in te stemmen met onderstaand saldo pad voor de decentrale overheden voor de periode 2014-2017: 2014: -0,5% 2015: -0,5% 2016: (-0,4%) 2017: (-0,3%) Eind 2015 wordt in bestuurlijk overleg op grond van een evaluatie bezien of op basis van de dan beschikbare realisaties de geprojecteerde daling in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is. Hierbij wordt beoordeeld op basis van wettelijke verplichtingen, bestuurlijke afspraken en lastenontwikkeling. Dit betekent dat de getoonde percentages op dit moment de minimale omvang van het tekort aangeven. Tevens is afgesproken dat indien er sprake is van een (dreigende) overschrijding er via bestuurlijk overleg maatregelen worden genomen teneinde in meerjarig perspectief wel te voldoen aan de norm. Verantwoording solidariteitsdeel HWBP-bijdrage Met ingang van 2011 dragen de waterschappen bij aan het HWBP. In de periode 2011 t/m 2013 gaat het om een bedrag van in totaal 81 miljoen per jaar (aandeel WSRL 4,4 miljoen). Als gevolg van het bestuursakkoord worden deze bijdragen verhoogd tot 131 miljoen in 2014 (aandeel WSRL 7,2 miljoen) en vanaf 2015 181 miljoen per jaar (aandeel WSRL 9,9 miljoen). Op basis van de afspraken over het nieuwe HWBP waarin de waterschappen 10% bijdragen in de projectkosten binnen hun eigen beheersgebied wordt de solidariteitsbijdrage in een later stadium aangepast met de indexatie 2016 en nader te maken afspraken over de te hanteren verdeelsleutel. Inmiddels is wel duidelijk dat Waterschap Rivierenland hier een groot aandeel in heeft. Bij de voorjaarsnota 2013 is aangegeven dat het in het Financieel Akkoord afgesproken saldopad Waterschap Rivierenland voldoende investeringsruimte geeft om de solidariteitsbijdrage van het HWBP te blijven activeren en met ingang van 2014 af te schrijven in 5 jaar. Uitgangspunten vergeleken Onderstaand zijn de in de begroting gehanteerde uitgangspunten afgezet tegen de realisatie 2013. Rente De korte rente heeft gedurende geheel 2013 onder het begrote niveau van 0,5% gelegen. De te betalen rente voor een negatief saldo in rekening courant bij de NWB bedroeg het gehele jaar 0,25%. Ook de rente op de twee nieuw afgesloten langlopende leningen is met gemiddeld 2,16% lager dan de 3,5% die was begroot. Wel zijn in verband met de liquiditeitsplanning leningen eerder aangegaan dan begroot (maart in plaats van juli 2013) en hebben ze kortere looptijden, afgestemd op de vervalkalender van de leningenportefeuille. Inflatie De gemiddelde inflatie over 2013 is uitgekomen op 2,50% (bron CBS), daar waar in de begroting 2013 2,0% is gehanteerd. Loonontwikkeling De loonontwikkeling is conform de lopende CAO verwerkt en wijkt niet af van de begroting 2013. Projectrealisatie De projectrealisatie is in 2013 op 87% uitgekomen. Dat is beneden de doelstelling en afgesproken bandbreedte van 90-110%. Oorzaak is met name de vertraging in een drietal projecten. Het effect van een lagere projectrealisatie op het exploitatieresultaat is klein. Op grond van de waarderingsgrondslagen vindt afschrijving van de investeringsuitgaven plaats met ingang van het volgende jaar. 8

1.4 Exploitatieresultaat 2013 Inleiding Het exploitatieresultaat 2013 ad 209.396 nadelig wordt beïnvloed door mutaties op reserves (mutaties op de balans) en door mutaties op de exploitatie van incidentele en structurele aard. In onderstaand overzicht is het exploitatieresultaat weergegeven voor en na de invloed van reserves, daarnaast zijn de belangrijkste afwijkingen toegelicht. Omschrijving Rekening 2012 Begroting 2013 Rekening 2013 Exploitatieresultaat -7.463-937 -3.474 Bij toevoegingen aan reserves: - egalisatiereserve wegenheffing -5.414-61 -61 - bestemmingsreserve decentrale huisvesting 0-2.519 0 - bestemmingsreserve afrekening AQUON 2011-2 0 0 Subtotaal -12.879-3.517-3.535 Af onttrekkingen aan reserves: - algemene reserves zuiveringsheffing, watersysteemheffing en wegenheffing 5.414 0 0 - egalisatiereserve watersysteemheffing 2.054 1.885 1.885 - egalisatiereserve zuiveringsheffing 288 47 47 - egalisatiereserve wegenheffing 1.452 0 0 - bestemmingsreserve vervroegde afschrijving waterkeringen 287 395 383 - bestemmingsreserve decentrale huisvesting 224 284 144 - bestemmingsreserve samenwerking in de waterketen 33 50 65 - bestemmingsreserve aanpak oeverherstel A-watergangen 67 120 187 - bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium 592 400 213 - bestemmingsreserve afvalwater kinderdijk 20 178 156 - bestemmingsreserve afronding TAX-i 311 0 209 - bestemmingsreserve afrekening AQUON 2011 266 0 36 - bestemmingsreserve schaderegeling Maaswerken 0 158 0 Subtotaal 11.008 3.517 3.326 Resultaat na mutaties reserves -1.871 0-209 (bedragen x 1.000) Egalisatiereserves Watersysteemheffing, Zuiveringsheffing en Wegenheffing De mutaties in de egalisatiereserves betreffen de begrote dotatie van 61.000 in de egalisatiereserve wegenheffing en de begrote onttrekkingen van 1.885.000 in de egalisatiereserve watersysteemheffing en 47.000 in de egalisatiereserve zuiveringsheffing. Per saldo 1.871.000. Bestemmingsreserve vervroegde afschrijving investeringen waterkeringen Deze bestemmingsreserve is in 2005 gevormd in verband met het vervallen in dat jaar van zowel de rijksbijdrage Deltawet Grote Rivieren als de onderhoudsbijdrage van de provincie. De reserve wordt ingezet ter gedeeltelijke dekking van de afschrijving van investeringen van waterkeringszorg. In 2013 is een bedrag van 383.000 onttrokken. Bestemmingsreserve decentrale huisvesting De geplande verkoop van de overtollige gebouwen (vanwege decentrale huisvesting) is vanwege de economische slechte situatie, verplaatst naar 2014/2015. Hierdoor heeft de geraamde dotatie aan bestemmingsreserve Decentrale huisvesting niet plaatsgevonden. De opbrengsten worden ingezet ter gedeeltelijke dekking van de kapitaallasten van investeringen van aan te passen nieuwe decentrale locaties. In 2013 is hiervoor een bedrag van 144.000 onttrokken. 9

Bestemmingsreserve samenwerking in de waterketen Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2010 gevormd. Ter facilitering van het proces van samenwerking in de waterketen is een budget van 150.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van de uitvoering van feitenonderzoeken en business cases gedurende 3 jaren. In 2013 is 65.000 ten laste van deze reserve gebracht. In 2014 zal het resterende saldo worden aangewend. Bestemmingsreserve aanpak oeverherstel A-watergangen Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2010 gevormd ten behoeve van een projectmatige aanpak van oevers langs A-watergangen en voor het herstel van grondkeringen (damwanden) langs het gestuwde niet bevaarbare deel van de Linge. In 2013 is een bedrag van 187.000 ten laste van deze reserve gebracht. Bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2010 gevormd. Het betreft de transitiekosten die gemoeid zijn met de overgang van het Laboratorium naar AQUON (projectkosten, bijdragen aan de sociale frictiekosten, huisvestingsfrictiekosten en resterende boekwaarde activa) inclusief de aanvullende kosten voor 2011 in verband met de latere ingangsdatum van 1 juli 2011. In 2013 is een bedrag van 213.000 ten laste van de bestemmingsreserve gebracht. Bestemmingsreserveaanpak Afvalwater Kinderdijk Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2011 gevormd. Op 13 april 2012 heeft het Algemeen Bestuur besloten tot het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet voor de aanleg van de persriolering Kinderdijk. Het eigendom van het nieuwe persrioolstelsel wordt na realisatie om niet overgedragen aan de gemeente Nieuw Lekkerland. De afschrijvingslast van de investering worden gedekt uit deze bestemmingsreserve. In 2013 is een bedrag van 156.000 ten laste van de bestemmingsreserve gebracht. Bestemmingsreserve afronding TAX-i TAX-i betrof het project waarmee Het Waterschapshuis voor 23 waterschappen een nieuwe belastingapplicatie (UBS), en voor alle waterschappen, een overheidsdatabase (ODB) en een enterprice service bus (ESB) zou realiseren. In juni 2012 is besloten te stoppen met het project. Ter dekking van de reeds gemaakte kosten is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2011 in juni 2012 een bestemmingreserve gevormd van 520.000. De definitieve afrekening heeft inmiddels plaatsgevonden en bedraagt 320.186. De bestemmingsreserve kan als gevolg daarvan worden opgeheven. Zoals aangegeven bij de eerste bestuursrapportage 2013 valt het resterend saldo vrij ten gunste van het jaarrekeningresultaat 2013 van Waterschap Rivierenland. Bestemmingsreserve Afrekening AQUON 2011 Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2011 gevormd. Als gevolg van (administratieve) opstartproblemen bij Aquon is pas na het gereedkomen van de jaarrekening 2011 de afrekening met Aquon voor het jaar 2011 ontvangen. Deze afrekening, die hoofdzakelijk betrekking heeft op de garantieregeling en éénmalige kosten in verband met de overgang van personeel naar Aquon is verwerkt in de jaarrekening 2012. De bestemmingsreserve kan als gevolg daarvan worden opgeheven. Het resterende saldo van 36.000 valt vrij ten gunste van het jaarrekeningresultaat 2013 van Waterschap Rivierenland. Bestemmingsreserve schaderegeling Maaswerken Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2011 gevormd. Het uitvoeren van het Tracébesluit Zandmaas/Maasroute-aanvulling I zorgt er voor dat het Maaspeil in enkele stappen in totaal met 30 cm wordt verhoogd in de stuwpanden Grave en Sambeek. Dit leidt mogelijk tot natschade. Daarnaast voert het waterschap als gevolg van de peilopzet in dit gebied maatregelen uit waardoor mogelijk schade optreedt. Met een bestuursovereenkomst is geregeld dat het waterschap de verzoeken om schadevergoeding behandelt en besluiten hierover neemt. Waterschap 10

Rivierenland heeft hiervoor in 2011 293.000 ontvangen van Rijkswaterstaat. In 2013 is geen schadevergoeding uitgekeerd en heeft er geen onttrekking aan de bestemmingsreserve plaatsgevonden. Belangrijke afwijkingen tov begroting (toelichting exploitatieresultaat op hoofdlijnen) Omschrijving Begroting 2013 Rekening 2013 Verschil Kostensoortgroepen Kapitaallasten 46.807 46.366 441 V Personeelslasten 50.019 50.394 375 N Goederen en diensten van derden 65.071 64.678 393 V Bijdragen aan derden 435 461 26 N Toevoeging voorzieningen 8.860 9.200 340 N Onvoorzien 975 0 975 V Totaal kosten 172.167 171.099 1.068 V Opbrengstensoortgroepen Financiële baten -1.731-1.633 98 N Personeelsbaten -224-227 3 V Goederen en diensten aan derden -18.916-16.162 2.754 N Bijdragen van derden -2.659-2.654 5 N Opbrengst aanmaningen, kwijtschelding, oninbaar waterschapsbelasting 3.150 4.386 1.236 N Onttrekkingen aan voorzieningen -35-30 5 N Geactiveerde kosten -586-688 102 V Totaal opbrengsten -21.001-17.008 3.993 N Te dekken kosten 151.166 154.091 2.925 N Inzet bestemmingsreserves 934-1.393 2.327 V Gedekt door heffing waterschapbelastingen -150.229-150.618 389 V Exploitatieresultaat 1.871 2.080 209 N Toevoeging/onttrekking egalisatiereserve -1.871-1.871 0 Exploitatieresultaat te bestemmen 0 209 209 N (Bedragen x 1.000) De afwijkingen op de verschillende kostensoortgroepen worden onderstaand kort toegelicht. In de hoofdstukken 3 en 4 is een uitgebreidere analyse opgenomen van de verschillen tussen de begroting en de jaarrekening per programma en per wettelijke taak. Kosten (1.068 V) De totale kosten liggen circa 1 miljoen onder de begrote kosten. Geschoond voor de in de begroting opgenomen post onvoorzien is het kostenniveau vergelijkbaar met de begroting. Kapitaallasten (441 V) Het voordeel op kapitaallasten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een voordeel op de rentelasten als gevolg van de lagere marktrente in 2013, een lagere realisatie van investeringen en vooruit ontvangen subsidie dijkverbetering. Personeelskosten (375 N) Het nadeel op personeelslasten wordt met name veroorzaakt door inhuur ten behoeve van systeem- en netwerkbeheer in het kader van de uitvoering van het project Capaciteit en Performance IT (CePit). Goederen en diensten van derden (393 V) Belangrijkste voordelen: V/N 11

Onderhoud watersysteem: lagere onderhoudskosten watergangen en kwantiteitsgemalen (223 V) Muskusrattenbestrijding: Lagere bijdrage waterschap Rivierenland (350V) als gevolg van structureel lagere exploitatiekosten op basis van het resultaat 2012 inclusief besparing van 4 fte en incidentele verlaging van diverse budgetten in 2013. Liquidatie Stichting Slibservice Rivierengebied (186 V). Voordeel in verband met afwikkeling planvoorbereiding Merwededijk te Werkendam. (195 V). Onderhoud wegen: Vanwege uitstel van het plan Peilbesluit Alblasserwaard zijn de begrote werkzaamheden voor de wegentaak doorgeschoven naar 2014 (262 V). Belangrijkste nadelen: Energiekosten: Ondanks een organisatie breed lager energie verbruik toch hogere energiekosten (160 N) door de per 1 januari 2013 ingevoerde heffing op duurzame energie en prijs en accijnsverhoging op diesel. Slibverwerking: Hogere slibverbrandingskosten HVC (190 N), hogere slibtransportkosten door transport Groesbeek Nijmegen en totaal hogere slibproductie (109 N). Onderhoud waterkeringen: Hogere kosten vergoeding ingebruikgeving als gevolg van uitbreiding areaal en indexering onderhoudscontracten (94 N) en kosten hoogwaterperiode juni 2013 (125 N). Hogere exploitatiebijdrage AQUON over 2013 (425 N). Toevoeging voorzieningen (340 N) Het verschil ten opzichte van de begroting betreft de toevoeging aan de voorziening primaire waterkeringen (140 N) en de toevoeging aan de voorziening flexibel personeel muskusrattenbestrijding (200 N). Opbrengsten (3.993 N) De opbrengsten exclusief de belastingopbrengsten liggen circa 4 miljoen onder de begroting. Financiële baten (98 N) Vanwege een lager eigen vermogen per 1-1-2013 is de toegerekende rente over eigen financieringsmiddelen die ten gunste van de exploitatie komt lager (98 N). Goederen en diensten aan derden (2.754 N) Belangrijkste voordelen: Verkoop van gronden (124 V), hogere pachtopbrengst vanwege indexatie en afwikkeling oude jaren (159 V) en voordelig resultaat op inruil machines en tractiemiddelen (49 V). Hogere opbrengst declarabele uren dijkverbeteringsprojecten (268 V). Belangrijkste nadelen: De geplande verkoop van overtollige gebouwen (decentrale huisvesting) is vanwege marktomstandig heden uitgesteld van 2013 naar 2014-2015. De begrote opbrengst is niet gerealiseerd (2.532 N). De opbrengst zou aan de bestemmingsreserve decentrale huisvesting worden toegevoegd. (Dit verklaart ook grotendeels het verschil onder inzet bestemmingsreserves.) Lagere opbrengsten leges als gevolg van minder vergunningsaanvragen in het hoge tarief (294 N). Het resultaat op dwangsommen is nadelig doordat er minder dwangsommen zijn opgelegd (113 N). Opbrengst aanmaningen, kwijtschelding, oninbaar (1.236 N) Hogere kosten voor kwijtschelding. Het huidig economisch klimaat leidt tot toename van het aantal verzoeken en in meer gevallen tot toekenning (791 N). Hogere kosten voor oninbaar en dwanginvordering in verband met afwikkeling heffingsjaren t/m 2010 en reservering verwacht extra oninbaar voor de jaren 2011 t/m 2013 (445 N). Resultaat waterschapbelastingen (389 V) Lagere opbrengst waterschapbelastingen 2013 (283 N) en hogere opbrengsten voorgaande jaren (673V). 12

Exploitatieresultaat per taak Het nadelig exploitatieresultaat van 187.060 is als volgt over de taken verdeeld: Watersysteem 121.343 voordelig Zuivering 474.209 nadelig Wegen 143.471 voordelig Totaal 209.396 nadelig 13

1.5 Incidentele baten en lasten Deze paragraaf bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. Lasten Hoogwater (waterkeringen) Kosten hoogwater periode juni 2013. Risico-inventarisatie watersysteem (watersysteem) Uitvoering risico inventarisatie en evaluatie watersystemen. Asbest sanering duiker (watersysteem) Asbestsanering duiker te Hank. Aanleg persriool Kinderdijk (waterketen) Aanleg van persriolering bij Kinderdijk. Dekking middels bestemmingsreserve (zie baten) Centralisatiestudie RWZI (waterketen) Incidenteel budget centralisatiestudies toekomstvisie zestal rwzi's. Rotonde Schelluinen (wegen) Bijdrage van WSRL in kosten aanleg rotonde Schelluinen. Calamiteiten (wegen) Kosten voor wegen i.v.m. calamiteiten (opruimen oliesporen). Stormschade (wegen) Stormschade zomer 2013 (bomen, beplanting). Automatisering (MCR) Automatisering. Project CePit (advisering en inhuur personeel). Kerngegevens/eigendommengegevens (MCR) Versnelde actualisering kerngegevens vastgoed, alsmede opzet eigendommengegevens. Communicatie (MCR) Uitvoering concerncommunicatieplan en ontwikkeling nieuw systeem voor websitebeheer. Organisatieontwikkeling (MCR) Advieskosten optimalisatie informatievoorziening bedrijfsvoering (i.v.m. nieuwe ondersteunende afdelingen). Handhaving (MCR) Proceskosten calamiteit Bommelerwaard (a.g.v. vervuiling in 2012). Totaal incidentele lasten Baten Declarabele uren (n)hwbp (waterkeringen) Afrekening hogere declarabele uurtarieven (n)hwbp voornamelijk voorgaande jaren. Declarabele kosten Merwededijk (waterkeringen) Afwikkeling project Planvoorbereiding Merwededijk Werkendam (declarabele kosten uit voorgaande jaren). Opbrengst opheffing stichting (waterketen) Liquidatie-afwikkeling stichting Slibservice Rivierenland. Bijdrage vanuit bestemmingsreserve persriool Kinderdijk (waterketen) Aanwending van de bestemmingsreserve persriolering Kinderdijk ter dekking van eenmalige kosten (zie ook bij lasten). Verkoop oude tractiemiddelen (watersysteem) Opbrengst verkoop/inruil van oude tractiemiddelen. Vergoeding Keyrail onderhoud watergangen Betuweroute (watersysteem) Ontvangen vergoeding van Keyrail voor onderhoud oeverafkalving Betuweroute. Vrijval restant bestemmingsreserve TAX- i (MCR) Vrijval restant bestemmingsreserve TAX-i. Vrijval restant bestemmingsreserve Aquon afrekening 2011 (MCR) Vrijval restant bestemmingsreserve Aquon afrekening 2011. Verkoop gronden (MCR) Verkoop gronden (worden niet begroot). Totaal incidentele baten (Bedragen x 1.000) 125 N 52 N 97 N 156 N 52 N 106 N 54 N 36 N 525 N 235 N 203 N 97 N 101 N 1.839 N 341 V 195 V 186 V 156 V 49 V 70 V 200 V 36 V 124 V 1.357 V 14

1.6 Uitgaven direct ten laste van voorzieningen Op basis van de verslaggevingsvoorschriften worden uitgaven ten laste van een voorziening, voor zover deze wordt aangewend voor het doel waarvoor deze is gevormd, rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en derhalve niet in de exploitatie verantwoord. De volgende uitgaven zijn in 2013 ten laste van voorzieningen gebracht: Voorziening regeling personeel 1.348 Uitgaven ter dekking van wachtgeld van voormalig personeel Voorziening pensioen voormalig bestuurders 373 Uitgaven ter dekking van pensioenaanspraken van voormalig bestuurders. Voorziening onderhoud primaire waterkering 709 Uitgaven ter dekking van grote onderhoudswerkzaamheden aan waterkering De Kromme Nol en Steenbekleding Poederooijen. Voorziening baggeren 6.493 Uitgaven ter dekking van de baggerkosten. Voorziening Kleilagenproblematiek Betuweroute 88 Uitgaven ter dekking van de kosten door het waterschap in verband met mogelijke verzakking oevers Betuweroute. Voorziening Bluswater waterlopen Betuweroute 81 Uitgaven ter dekking van de kosten door het waterschap voor de aanvoer en beschikbaarheid van bluswater voor de Betuweroute. Voorziening onderhoud wegreconstructies 1.944 Uitgaven ter dekking van de kosten voor wegreconstructies Voorziening onderhoud kunstwerken wegen 50 Uitgaven ter dekking van de kosten voor groot onderhoud aan kunstwerken wegen Voorziening baggeren wegsloten 340 Uitgaven ter dekking van de kosten voor het baggeren van de wegsloten Totaal uitgaven ten laste van Voorzieningen 11.426 (Bedragen x 1.000) 1.7 Waterschapsbelastingen Het resultaat op belastingopbrengsten inclusief kwijtschelding en oninbaar en de afwikkeling van oude belastingjaren bedraagt circa 0,8 miljoen nadelig volgens onderstaande specificatie. Waterschapsbelastingen 2013 Rekening Begroting Rekening Verschil Belastingcategorie 2012 2013 2013 Bgr-Rek Ingezetenen 30.481 31.307 31.462 155 Gebouwd 43.354 44.746 45.169 423 Ongebouwd 10.002 10.548 10.308-240 Natuur 30 31 29-2 Zuiveringsheffing 62.322 63.279 62.809-470 Verontreinigingsheffing 176 317 168-149 1) Subtotaal heffingsjaar 2013 146.365 150.228 149.945-283 2) Kwijtschelding (alle aanslagen) -3.278-2.800-3.591-791 3) Oninbaar (alle aanslagen) -2.383-400 -825-425 4) Dwanginvordering -33 50 30-20 5) Resultaat voorgaande jaren -554 0 673 673 Subtotaal -6.248-3.150-3.713-563 Totaal resultaat 140.117 147.078 146.232-846 (Bedragen x 1.000) 15

Ad1) Heffingsjaar 2013 Rekening 2012 Begroting 2013 Rekening 2013 Verschil Bgr-Rek Belastingheffing Zuiveringsheffing Zuiveringsheffing woonruimten 49.011 49.853 49.786-67 Zuiveringsheffing bedrijven 13.311 13.426 13.023-403 Totaal 62.322 63.279 62.809-470 Verontreinigingsheffing Lozers oppervlaktewater woningen 164 174 160-14 Lozers oppervlaktewater bedrijven 12 143 8-135 Totaal 176 317 168-149 Watersysteemheffing Ingezetenen 27.178 28.022 28.167 145 Gebouwd binnendijks 40.054 41.479 41.841 362 Gebouwd buitendijks 240 260 261 1 Ongebouwd binnendijks ex wegen 7.298 7.768 7.543-225 Ongebouwd binnendijks wegen 1.633 1.654 1.704 50 Ongebouwd buitendijks ex wegen 745 795 736-59 Ongebouwd buitendijks wegen 52 54 54 0 Natuurterreinen binnendijks 23 23 22-1 Natuurterreinen buitendijks 6 7 6-1 Totaal 77.229 80.062 80.334 272 Wegenheffing Ingezetenen 3.303 3.285 3.296 11 Eigenaren gebouwd 3.060 3.008 3.067 59 Eigenaren ongebouwd 274 276 270-6 Natuurterreinen 1 1 1 0 Totaal 6.638 6.570 6.634 64 Totaal belastingopbrengsten 146.365 150.228 149.945-283 (Bedragen x 1.000) Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) verzorgt voor Waterschap Rivierenland de aanslagoplegging van de Waterschapsbelastingen. Het streven van de BSR is de aanslagoplegging van haar deelnemers zo volledig mogelijk te laten plaatsvinden. Daarbij is de BSR in grote mate afhankelijk van gegevens van derden en de juiste verwerking daarvan. De laatste jaren hebben geleerd dat deze gegevens nog onvoldoende stabiel zijn. De BSR heeft de afgelopen periode veel inspanningen gedaan om de beheersing van haar interne processen te verbeteren. Ook heeft BSR Deloitte de opdracht gegeven onderzoek te doen naar de volledigheid en stabiliteit van de benodigde basisgegevens en te komen met verbetervoorstellen. In 2014 zullen de resultaten van dit onderzoek door BSR worden doorgevoerd om tot een meer stabiele en volledige prognose en aanslagoplegging te komen. De waterschapsbelastingen over 2013 hebben tot de volgende resultaten geleid. Zuiveringsheffing De opbrengst zuiveringsheffing is ca. 0,5 mln. lager. Dit betreft met name de zuiveringsheffing bedrijven en is het gevolg van de economische crisis waardoor sprake is van meer leegstand van bedrijfspanden. Verontreinigingsheffing Na inventarisatie is gebleken dat bij de verontreinigingsheffing bedrijven nog slechts 1 bedrijf loost op het oppervlaktewater. Hierdoor ontstaat een nadeel van 0,1 mln. 16

Watersysteemheffing De opbrengsten bij de categorieën ingezetenen en gebouwd zijn in totaal 0,5 mln. hoger. Dit als gevolg van hogere groei van woningen dan begroot en geringe hogere WOZ waarde onder meer als gevolg van areaaluitbreiding. De groei bij de categorieën ingezetenen en gebouwd leidt tot een afname van het areaal ongebouwd. Dit leidt voor de categorie ongebouwd tot een nadeel van 0,2 mln. Wegenheffing Voordelen bij de categorieën ingezetenen en gebouwd van in totaal 0,1 als gevolg van hogere groei woningen dan begroot en iets hogere WOZ waarde onder meer als gevolg van areaaluitbreiding. Ad. 2) Kwijtschelding (alle aanslagen) Begroting Kwijtschelding 2013 Rekening 2013 Reservering in 2013 Verschil Bgr-Rek-Res Heffingsjaar 2007-2008 0-4 0-4 Heffingsjaar 2009 0-7 0-7 Heffingsjaar 2010 0-34 0-34 Heffingsjaar 2011 0-47 0-47 Heffingsjaar 2012 0-127 -12-139 Heffingsjaar 2013-2.800-3.306-54 -560 Totaal kwijtschelding -2.800-3.525-66 -791 (Bedragen x 1.000) Kwijtschelding wordt alleen verleend bij de belastingcategorieën ingezetenen en zuiveringsheffing (woningen). In 2013 is er in totaal een nadelig resultaat op kwijtschelding van ca. 0,8 mln. Hiervan had ca. 0,2 mln. betrekking op belastingjaren voor 2013. Over het heffingsjaar 2013 is een nadelig resultaat van 0,6 mln. behaald. De economische crisis in ons land zorgt ervoor dat er structureel meer kwijtschelding wordt verleend. Ad. 3) Oninbaar (alle aanslagen) Oninbaar Begroting 2013 Rekening 2013 Reservering in 2013 Verschil Bgr-Rek-Res Heffingsjaar 2007-2008 0-14 0-14 Heffingsjaar 2009 0-59 0-59 Heffingsjaar 2010 0 0-1 -1 Heffingsjaar 2011 0 0-5 -5 Heffingsjaar 2012 0 0-7 -7 Heffingsjaar 2013-400 -101-638 -339 Totaal oninbaar -400-174 -651-425 (Bedragen x 1.000) In 2013 is er voor een bedrag van 73.000 oninbaar geleden over vorderingen t/m heffingsjaar 2009. Deze oninbaar afboekingen vinden voornamelijk plaats bij de ingezetenenomslag en de zuiveringsheffing. Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) heeft in 2012 het heffingsjaar 2010 afgewikkeld. Voordat wordt besloten een vordering af te boeken heeft BSR al diverse stappen ondernomen (aanmanen, dwangbevel per post, loonvordering, hernieuwd bevel tot betalen en beslaglegging) om de vordering geïnd te krijgen. Als al deze stappen zijn doorlopen en er geen mogelijkheden meer zijn om de vordering te innen, besluit BSR deze als oninbaar af te boeken. Waterschap Rivierenland heeft hier verder geen invloed op. Vanaf heffingsjaar 2009 werd door waterschap Rivierenland jaarlijks rekening gehouden met 400.000 aan oninbare vorderingen. Gebaseerd op de netto aanslagoplegging een percentage van ca. 0,2%. Nu de jaren t/m 2010 formeel zijn afgewikkeld is de conclusie dat deze prognose van 0,2% te laag is geweest. Het werkelijk percentage oninbaar komt gemiddeld per jaar uit op 0,5% van de netto aanslagoplegging. Voor de jaren t/m 2012 is rekening gehouden met deze 0,5% oninbare vorderingen gebaseerd op de netto aanslagoplegging. We hebben geconstateerd dat de door ons gehanteerde 0,5% 17

ten opzichte van andere waterschappen gunstig afsteekt. Met name waterschappen met een groot stedelijk gebied kennen aanzienlijk hogere percentages oninbaar. Dit betekent dat voor het jaar 2013 nog rekening moet worden gehouden met een aanzienlijk bedrag aan oninbare vorderingen. In de jaarrekening 2013 is deze verwachting financieel vertaald door het extra opnemen van 638.000 aan oninbaar. Ad. 4) Dwanginvordering Het negatieve resultaat van ca. 20.000 bij de post dwanginvordering (opleggen boetes bij zuiveringsheffing bedrijven) is in 2013 achtergebleven omdat de geprognotiseerde opbrengsten 2012 niet geheel zijn gerealiseerd. Ad. 5) Resultaat voorgaande belastingjaren Prognose nog Opgelegd in Prognose nog op Resultaat in Resultaat voorgaande op leggen in 2013 te leggen in 2013 belastingjaren 2013 2014 Heffingsjaar 2007-2008 0-3 0-3 Heffingsjaar 2009 0-14 0-14 Heffingsjaar 2010 249 209 0-40 Heffingsjaar 2011 774 743-92 -123 Heffingsjaar 2012 1.272 1.274 851 853 Totaal resultaat voorgaande 2.295 2.208 759 673 belastingjaren (Bedragen x 1.000) Bij het opstellen van de Jaarrekening 2012 is een prognose nog op te leggen belastingaanslagen van 2,3 mln. opgenomen. In 2013 is hiervan 2,2 mln. opgelegd. Bij het opstellen van de Jaarrekening 2013 is door de BSR voor de heffingsjaren 2011 en 2012 in totaal nog een prognose van 0,8 mln. Afgegeven. Per saldo leidt dit tot een voordeel over voorgaande jaren van 0,7 mln. Dit resultaat is gerealiseerd over de volgende categorieën: Zuiveringsheffing bedrijven 0,4 mln. V Gebouwd 0,3 mln. V Ongebouwd 0,1 mln. V. 1.8 Weerstandsvermogen Algemeen De definitie van weerstandsvermogen is de mate waarin de organisatie in staat is middelen vrij te maken (weerstandscapaciteit) om onverwachte financiële tegenvallers (risico s) op te vangen. Het weerstandsvermogen is onderdeel van het bredere risicomanagement. Het vormt als beheersmaatregel het sluitstuk van risicomanagement en een laatste vangnet om de risicokosten op te vangen. Daarnaast geeft het een maat voor de financiële gezondheid van de organisatie. Inzicht in het weerstandsvermogen van waterschap Rivierenland is dus belangrijk om de continuïteit van de organisatie te kunnen garanderen. Weerstandvermogen kan in formulevorm als volgt worden weergegeven: (Ratio) Weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit (Rest) Risico's Teneinde een goede inschatting te kunnen maken van het gewenste niveau van de algemene reserve wordt vanaf 2011 jaarlijks een risico inventarisatie uitgevoerd met behulp van adviesbureau Marsh. Begin 2014 is de risico inventarisatie opgesteld teneinde: - inzicht te verkrijgen in de belangrijkste risico's nu en in de komende jaren; - inzicht te verkrijgen in de omvang van deze risico's nu en in de komende jaren; 18

- inzicht te verkrijgen in de financiële middelen om deze risico's op te vangen nu en in de komende jaren. Risico Top 5 Op basis van de risico inventarisatie van februari 2014 leveren de volgende 5 risico s de grootste bijdrage aan de totale risico-omvang (met een betrouwbaarheidsinterval van 90%): 1. Honorering van ingediende bezwaren aanslagen natuur (watersysteemheffing); 2. Vervuiling van gebied (niet als gevolg van lozing); 3. Switch Transactie SNB, krediet risico (loopt tot 2017); 4. Aansprakelijkheid voor hogere uitkering voormalig personeel; 5. Hoogwatersituatie op rivier of stormvloed; Met behulp van deze risico-inventarisatie is de totale omvang van het risico m.b.v. een (statistisch) simulatiemodel in beeld gebracht. De conclusies van de risico inventarisatie van februari 2014 zijn als volgt: - met een betrouwbaarheidsniveau van 90% is de te verwachten schadelast a.g.v. de geïdentificeerde risico s in 2014 4,5 miljoen dalend naar 4,0 miljoen in 2017. Dit betekent dat de schadelast gemiddeld 9 van de 10 jaar gelijk of minder is dan dit bedrag; - de beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserves van de taken. De omvang hiervan bedraagt per 31-12-2013 in totaal 7,6 miljoen. - het weerstandsvermogen (weerstandscapaciteit/geïdentificeerde risico's) bedraagt per 01-01-2014 1,7. Dit betekent dat het totaal van de risico s 1,7 keer is op te vangen door de hoogte van de algemene reserves. Het totale weerstandsvermogen neemt met ingang van 2015 toe van 1,7 naar 1,9 en blijft in de jaren daarna constant. Deze resultaten zijn vervolgens getoetst aan een beoordelingsmodel dat is ontwikkeld door de Universiteit Twente. Hiermee kan aan de hoogte van het weerstandsvermogen een oordeel worden gegeven. Het weerstandsvermogen van het waterschap van 1,7 is als 'ruim voldoende' te beoordelen. Op basis van het vastgestelde beleid dient de omvang van het weerstandsvermogen (algemene reserves) minimaal voldoende (1 tot 1,4x de risico omvang) en maximaal ruim voldoende (1,4 x tot 2 x de risico omvang) te zijn. Op basis van de uitkomst van de risico inventarisatie is aanpassing van de omvang van de algemene reserves niet nodig. 1.9 Risicoparagraaf De risicoparagraaf gaat in op risico s die op dit moment concreet spelen. Dijkverbeteringsproject Ketelweg Bij dit project is de dijk verlegd in het gedeelte Papendrecht-Oost en is de weg afgebouwd in het gedeelte Papendrecht-centrum. Hier heeft eerder de dijkversterking plaatsgevonden. Dit project is qua uitvoering eind 2007 afgerond. Naheffingsaanslag btw door de Belastingdienst inzake Project Ketelweg In het overleg met de Belastingdienst is besproken of Waterschap Rivierenland over de doorbelastingen aan projectdeelnemers btw in rekening had moeten brengen. Naar aanleiding van het overleg heeft de Belastingdienst bevestigd dat Waterschap Rivierenland voor sommige deelnemers de 19% btw (het destijds geldende btw tarief) in rekening had moeten brengen en voor anderen niet. In verband met het voorgaande heeft de Belastingdienst over het jaar 2008 een btw naheffingsaanslag opgelegd voor een bedrag van 258.921. Dit bedrag wordt gevormd door het bedrag aan btw dat Waterschap Rivierenland aan de betreffende projectdeelnemers in rekening had moeten brengen verhoogd met een bedrag aan heffingsrente ter hoogte van 31.364. Het btw-bedrag beoogt Waterschap Rivierenland nog bij de betreffende projectdeelnemers in rekening te brengen. Hierover vindt binnenkort overleg plaats. Bezwaren aanslagen watersysteemheffing (natuur) 19

Tegen de opgelegde aanslagen inzake de watersysteemheffing voor natuur (ongebouwd onroerende zaken) zijn bij Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) vanaf het belastingjaar 2009 veel bezwaren ingediend. De bezwaren inzake natuur hebben betrekking op de vraag wanneer een (deel van een) perceel wordt bestempeld als natuur en wanneer als ongebouwd. Om de discussie over natuur te beëindigen zijn de Unie van Waterschappen en de waterschappen met de natuurterreinbeheerders in overleg gegaan over de verdere aanpak van de problematiek. De Unie en het Bosschap, thans Vereniging voor Bos en Natuureigenaren (VBNE), als vertegenwoordiger van de grote natuurterreinbeheerders, hebben de rechtbanken in een beperkt aantal gevallen een oordeel gevraagd over de uitleg van het begrip natuurterrein uit de Waterschapswet. De uitspraken in die procedures zullen richtinggevend zijn bij de afhandeling van de vele bezwaarschriften, zoals die ook bij BSR liggen. De Unie heeft in overleg met de waterschappen en de VBNE een vijftal zaken geselecteerd die als landelijke voorbeelden dienen en heeft de rechtsvragen geformuleerd die voorliggen. De proefprocedures hebben betrekking op een aantal specifieke soorten natuur. Tot het moment van selectie van de proefprocedures is de rechtbanken gevraagd reeds lopende beroepsprocedures inzake natuur, aan te houden. Gezien deze ontwikkeling heeft de Unie de waterschappen en belastingkantoren gevraagd eveneens de liggende bezwaarschriften aan te houden, tot de definitieve selectie van de proefprocedures. De bezwaren die geen raakvlakken hebben met de proefprocedures moeten, nu de selectie van de proefprocedures is afgerond, op basis van het beschikbare kaartmateriaal en overige gegevens worden afgewikkeld. De eerste uitspraken in de proefprocedures zijn inmiddels gedaan. Uit de uitspraken van de rechtbanken en in één geval het gerechtshof is geen eenduidige lijn af te leiden, aangezien de rechters de procedures zeer casuïstisch benaderen. Dat betekent dat de omstandigheden van het geval de uitspraak zeer beïnvloeden. De rechters hebben verschillende maatstaven aangelegd om de vraag te beantwoorden welke percelen zijn te kwalificeren als natuurterreinen en welke niet. Het voorgaande betekent, dat de nagestreefde duidelijkheid -zowel praktisch als juridisch- op dit moment nog steeds niet aanwezig is. Momenteel beraadt de Unie van Waterschappen in overleg met de betrokken waterschappen of het raadzaam is cassatie in te stellen. Een aantal hoger beroep procedures loopt nog met naar verwachting uitspraak medio 2014. Het gevolg is dat BSR de bezwaren natuur over de jaren 2009 tot en met 2013 zal moeten beoordelen op basis van het beschikbare kaartmateriaal en met inachtneming van de reeds gedane en nog komende uitspraken van de rechtbanken en gerechtshoven. Momenteel is BSR bezig om de gevolgen van het kaartmateriaal Bestand Bodemgebruik van het CBS 2008 (BBG 2008) te verwerken, aangezien bij de oorspronkelijke aanslagoplegging BBG 2003 is toegepast. Daar in de periode 2003-2008 de nodige wijzigingen hebben plaatsgevonden in het kader van natuur (bijvoorbeeld een toename van de totale oppervlakte natuurterreinen binnen het werkgebied van Waterschap Rivierenland als gevolg van Ruimte voor de Rivier ) zullen de nodige bezwaren moeten worden toegekend. BSR schat het bedrag dat gemoeid is met een uiteindelijke honorering van de bezwaren tegen de aanslagen natuur globaal op 200.000 tot 300.000 per belastingjaar. Het betreft een periode van 5 jaar met een maximum van 1,5 miljoen. Het meest ongunstige scenario leidt tot een lagere belastingopbrengst van maximaal 300.000 per jaar. Daarbij komt dat een noodzakelijke honorering van bezwaren éénmalig zal leiden tot herconversiekosten voor het herstellen van de foute vaststelling van de opgelegde aanslagen. Dit zal leiden tot een ambtshalve wijziging van de aanslagen natuur. BSR schat de kosten van een herconversie in totaal op 40.000. Gemeenschappelijke regeling AQUON De laboratoriumactiviteiten zijn in 2011 ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling Aquon met o.a. het doel te komen tot vergroting van efficiency. De activiteiten worden uitgevoerd vanuit een drietal vestigingen in Leiden, Breda en Tiel. De inrichting van de nieuwe organisatie en daarmee samenhangende bedrijfsprocessen is nog niet afgerond. De bedrijfsvoering en daarmee de financiële prognose is nog onvoldoende stabiel. Inmiddels zijn maatregelen genomen hier verbetering in aan te brengen. Het onderbrengen van de laboratorium activiteiten in een gemeenschappelijke regeling leidt nog steeds tot efficiencyvoordelen. De omvang en de termijn waarbinnen deze besparingen zullen worden gerealiseerd is in deze fase nog wel met onzekerheden omgeven. 20