EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties. 1.2 Veiligheidsafspraken naleven. 1.3 De gevaren en risico s van bewegingssituaties kennen en deze kunnen inschatten. 1.33 Onder verschillende sensorische prikkels die gelijktijdig worden waargenomen de relevante prikkel kunnen selecteren. Zelfconcept en het sociaal functioneren 3.1 Bereid zijn een opdracht vol te houden en af te werken. 3.2 De eigen inspanning en die van anderen kunnen inschatten en waarderen. Muzische vorming Beeld 1.2 Door betasten en voelen, door kijken en zien impressies opdoen, verwerken en erover praten. 1.3 Beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan. Beweging 4.4 Bewegen op een creatieve manier en daarbij één of meerdere basiselementen van de beweging bespelen: tijd, kracht, ruimte en lichaamsmogelijkheden. Media 5.3 Soorten van eenvoudige hedendaagse audiovisuele opnamen en weergavetoestellen aanwijzen, benoemen en ze creatief bedienen. Nederlands Luisteren 1.1 Een voor hen bestemde mededeling met betrekking tot het school -en klasgebeuren. 1.5 Een uiteenzetting of instructie van de leerkracht 1.6 Een voor hen bestemde instructie voor een buitenschoolse situatie. 1.7 Een voor hen bestemde informatieve tv-uitzending. 1.9 Een gesprek met bekende leeftijdsgenoten. Spreken 2.2 Aan iemand ontbrekende informatie vragen. 2.5 Vragen van de leerkracht in verband met een behandeld onderwerp beantwoorden. 2.9 In een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. 1
Lezen 3.1 Voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard. 3.4 Voor hen bestemde school -en studieteksten en instructies bij schoolopdrachten. Schrijven 4.1 Overzichten, aantekeningen, mededelingen op -en overschrijven. Schriftelijk antwoorden op vragen over verwerkte inhouden. Wereldoriëntatie Levende natuur 1.1 Kunnen in een beperkte verzameling van mensen, dieren en planten gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden. 1.3 Kunnen bij organismen kenmerken aangeven waaruit hun aangepastheid blijkt aan hun voeding, aan bescherming tegen vijanden en aan omgevingsinvloeden. Algemene vaardigheden natuur 1.12 Kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. Milieueducatie 1.18 Zich in hun gedrag bereid tonen om in de eigen klas en school zorgvuldig om te gaan met papier, water, afval en energie. 1.19 Kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren hoe mensen op negatieve maar ook op positieve wijze omgaan met milieu en dat aan een milieuprobleem vaak tegengestelde belangen ten grondslag liggen. Algemene vaardigheden ruimte 6.11 Kunnen een atlas raadplegen en kunnen enkele soorten kaarten hanteren gebruik makend van de legende, windrichting en schaal. Brongebruik 7 op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen. Wiskunde Getallen 1.8 Kunnen gevarieerde hoeveelheidaanduidingen lezen en interpreteren. Leren leren 1. losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren. 3. op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken. 5., eventueel onder begeleiding: hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren; hun eigen leerproces controleren en bijsturen. Sociale vaardigheden Relatiewijzen 1.4 hulp vragen en zich laten helpen. 2
Eindtermen per opdracht: Opdracht L.O. Muzische v. Deel I 1 1.2; 5.3 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 2 1.2; 1.3; 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 5.3 3 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 4 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 5 1.2; 1.3; 1.1; 1.5; 1.6; 1.7; 2.2; 5.3 2.9; 3.1; 3.4; 6 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 7 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 8 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 9 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 10 1.1; 1.2; 1.3; 1.33 Nederlands W.O. Wisk. Leren leren 1.2; 4.4 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 11 1.3 1.2; 1.3; 5.3 1.1; 1.5; 1.6; 1.7; 2.2; 2.9; 12 1.2; 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 13 1.2; 1.3; 1.1; 1.5; 1.6; 1.7; 2.2; 5.3 2.9; 14 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 15 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 3.1; 16 1.2; 1.3; 1.1; 1.5; 1.6; 1.7; 2.2; 5.3 2.9; 17 1.2; 1.3; 1.1; 1.5; 1.6; 1.7; 2.2; 5.3 2.9; 18 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 19 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; 20 1.2 1.1; 1.5; 1.6; 2.2; 2.9; Deel II 3.1; 3.2 1.3; 1.9; 2.5; 4.1; 1.18; 1.19; 7 1.12; 6.11 5 1.4 Soc. Vaard. 1.12 1; 5 1.4; 1.12 1.8 1; ; 1.12 1.3; 1.12; 1.19 1.12; 6.11 1.12; 6.11 1.12 1; 1.1; 1.12 1; 1.12; 1.19 1.1; 1.3; 1; 1.12 1.12 1.12 1.12 1.3; 1.12 1.8 1; 3
B. Ontwikkelingsdoelen natuurwetenschappen voor 1 ste leerjaar B en beroepsvoorbereidend leerjaar van het secundair onderwijs Vakgebonden ontwikkelingsdoelen (* = attitude) 1. Algemeen 1 gericht waarnemen met al hun zintuigen. 2 de correcte vakterminologie gebruiken voor het benoemen van begrippen. 3 verbanden leggen tussen twee waargenomen verschijnselen. 5 metingen uitvoeren met een afgesproken nauwkeurigheid. 2. Levende natuur 7 in een beperkte verzameling van mensen, dieren en planten gelijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criterium een eigen ordening aanbrengen. 9 bij organismen uit de eigen omgeving kenmerken aangeven waaruit blijkt dat deze aangepast zijn aan hun omgeving. 10 voorbeelden geven van voedselrelaties uit de eigen omgeving. Vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen 1. Leren leren Het domein van de uitvoering 1 losse gegevens ordenen en inprenten door gepast gebruik te maken van mnemotechnische middeltjes. 2 zich in goed gestructureerde samenhangende informatie oriënteren door het aanwenden van vormkenmerken: titels, subtitels, afbeeldingen en tekstmarkeringen. 3 goed gestructureerde samenhangende informatie inhoudelijk begrijpen en analyseren door de betekenis van woorden, begrippen en zinnen, waar mogelijk, uit de context af te leiden. 7 informatiebronnen onder begeleiding raadplegen: - inhoudstafel en register gebruiken; - elementen uit audiovisuele en geschreven media gebruiken; - een documentatiecentrum of een bibliotheek raadplegen. Het domein van de regulering 8 hun werktijd plannen en het nodige materiaal selecteren en ordenen. 9 zichzelf sturen met behulp van een antwoordblad, een correctiesleutel of de aanwijzingen van de leraar. Het domein van de attitudes, leerhoudingen, opvattingen en overtuigingen 4
De leerlingen *11 zijn bereid zelf naar oplossingen te zoeken en durven leer- en studieproblemen signaleren en uitleg of hulp vragen. *12 zijn bereid ordelijk, systematisch en regelmatig te werken. 2. Milieueducatie Levende wezens en milieu *6 De leerlingen gaan respectvol en zorgzaam om met planten en dieren. Ontwikkelingsdoelen per opdracht : Opdracht Vakgebonden ontwikkelingsdoelen Natuurwetenschappen Vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen Deel I 1 1.1; 1.2 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12 2 1.1; 1.2; 1.3 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12 3 1.1; 1.2; 1.5 1.2; 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12 4 1.1; 1.2 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12 5 1.1; 1.2; 1.3 1.2; 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12 6 1.1; 1.2 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.1; 1.12 7 1.1; 1.2 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12 8 1.1; 1.2; 1.5 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12 9 1.1; 1.2; 2.7 1.1; 1.2; 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12; 2.6 12 1.1; 1.2; 2.7; 2.10 1.1; 1.2; 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12; 2.6 13 1.1; 1.2; 1.3 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12 14 1.1; 1.2; 2.9 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12; 2.6 15 1.1; 1.2 1.2; 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12; 2.6 20 1.1; 1.2; 2.9 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12 Deel II 1.2; 1.3; 1.1; 1.2; 1.3; 1.7; 1.8; 1.9; 1.11; 1.12; 2.6 5