Eindverslag project Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg



Vergelijkbare documenten
ZORG EN ETHIEK GAAN HAND IN HAND

ZORG EN ETHIEK GAAN HAND IN HAND

Pilot Basistraining Ethiek in Sociaal Werk succesvol afgerond

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Professionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Leren van je eigen mores Spreken over waarden en normen met verpleegkundigen

%&& '() % & "! ' #( #" )& ##, "* #+ # # +, #! -.& +" */ 0, !! !! " "( "" * & -!

Kwetsbaarheid delen in de zorg

Vrijwilligerswerk loont!

ETHIEK VAN DE DAGELIJKSE VERZORGING EN VERPLEGING

Slimmer werken is leuker

Houd medewerkers inzetbaar!

38 Tijdschrift Geestelijke Verzorging jaargang 16 nr 71

Cursussen en Themabesprekingen

Beroepscode OND. Verpleging en verzorging

Algemene info over de vakbond en haar maatschappelijke rol

Individuele professionaliteit Stappenplan: Omgaan met botsende verantwoordelijkheden Uitwerking van de handreiking voor verpleegkundigen en

ONTDEK DE KRACHT VAN IN JE WERK. Oriëntatiecursus Hulpverlener met ervaring

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Het waardenkompas van Woonzorggroep Samen

Activiteiten Jaarverslag 2013

Verklarende woordenlijst

Onderzoek Maatschappelijke Stage

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Edo ter Maat, Persoons Gebonden Begeleiding

Projectplan. Aanpak laaggeletterdheid bij patienten en/of medewerkers. [Naam organisatie] [auteur] [datum] Werken aan taal heeft veel voordelen

Evaluatie cursus onderzoekbegeleiding. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Met een rugzakje vol info ga ik naar huis, veel gesprekken, leuke manier van middagvulling.

Inhoud. Inleiding Algemene gegevens Gevoel van veiligheid De mate waarin agressie voorkomt Omgaan met agressie...

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten

Evaluatieverslag mindfulnesstraining

Werkplan 2018 Regio 9

Kerngegevens Arbeidsmarktagenda oktober 2017 MEEST GESTELDE VRAGEN. Aan het werk. voor ouderen!

VOORBEELD PROJECTPLAN

Signaalkaart Werkgeluk

Leerstraf So-Cool Informatie voor jongeren

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Meldcode kindermishandeling

VOLCKAERT KWALITEITSVERSLAG

Doel. Inleiding. De mantelzorger als samenwerkingspartner MANTELZORGBELEID VIERSTROOM

Kwaliteit & Veiligheid: Betrek burger bij toezicht op gezondheidszorg

Ethiek van de dagelijkse verzorging en verpleging

Beleid mantelzorg. Versie Herzieningsdatum

Inge Test

Mantelzorgbeleid ZAB Nederland

Zorgplan. Wonen / Dagbesteding / Stage en Vrijetijdsbesteding in Hardinxveld-Giessendam ten behoeve van verstandelijk en of meervoudig beperkten

Menslievende Professionalisering. Onderzoek naar de training Menslievende Professionalisering. Petri Embregts, Maaike Hermsen & Lisanne van Alphen

Autonomie ervaren betekent dat je je werk graag doet en zinvol vindt. De volgende vragen peilen naar jouw ervaringen.

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode?

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Leerstraf TACt. Informatie voor jongeren

Mantelzorgers. Mantelzorgen?... Nee hoor, gewoon Liefde!

Bijlage 5: Model basisset kwaliteitseisen Wmo-ondersteuning voor zeer kwetsbare burgers

Tekst: Gofrie van Lieshout Foto's: Ken Wong

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!!

Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum

ZORG VOOR EEN GOEDE MANTEL Beleid Mantelzorg Waardeburgh

Aandacht voor mensen met onbegrepen gedrag

Een helpende hand bij het oplossen van uw problemen. Stichting Sociale Bemiddeling

Wmo-werkplaats Twente. Scholingshandleiding voor cursist en trainer. Samenwerken met vrijwilligers

Afstand tot de arbeidsmarkt? De jobcoach helpt! Het beste uit jezelf

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Positieve gezondheid en het gemeentegesprek

Evaluatie SamenOud activiteiten najaar 2013

Basistraining Huiselijk Geweld en Kindermishandeling / Meldcode

Samenvatting van onderzoeksverslag: coaching

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog

Methode voor moreel beraad uit het moresprudentieproject

Nieuwsbrief 6, maart 2011

Aanpak Organisatieklimaat. Met elkaar praten maakt werken in de zorg gezonder. Plan de dialoog en verbeter de gezondheid van uw medewerkers

Slimmer Werken in zorg en welzijn

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

Mantelzorgbeleid AYA Thuiszorg B.V.

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

Leerstraf So-Cool Informatie voor jongeren

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan?

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

In dialoog met elkaar

vormgeving Samen Sterk zonder Stigma (de)stigmatisering Samen Onderzoek Christine Sterk de Vries

3 daagse cursus: Train de Trainer Morele Dilemma s

Samen maken wij het verschil!

Studiedag MIO 24 juni Handleiding Workshop. Ethische reflectie

Lessons learned: pilot Dapper App

Evenredige verdeling man / vrouw bij het Veenplaspersoneel

Leerstraf TACt Individueel. Informatie voor jongeren

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Transcriptie:

Eindverslag project Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg Februari 2006 CNV Publieke Zaak

ADRESSEN CNV PUBLIEKE ZAAK CNV Publieke Zaak heeft vijf regiokantoren in alle delen van het land. Met het oog op een zo goed mogelijke dienstverlening moet bij vragen of problemen op of met het werk in eerste instantie contact worden opgenomen met het regiokantoor bij u in de buurt. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Hoofdkantoor Den Haag Carnegielaan 1, 2517 KH Den Haag Postbus 84500, 2508 AM Den Haag telefoon: 070 4 160 600 fax: 070 4 160 690 internet: www.cnvpubliekezaak.nl e-mail: denhaag@cnvpubliekezaak.nl Friesland, Groningen en Drenthe Regiokantoor Assen Beilerstraat 10, 9401 PK Assen Postbus 10085, 9400 CB Assen telefoon: 0592 390 100 fax: 0592 390 110 e-mail: assen@cnvpubliekezaak.nl Gelderland en Overijssel Regiokantoor Apeldoorn Ovenbouwershoek 9, 7328 JH Apeldoorn Postbus 193, 7300 AD Apeldoorn telefoon: 055 5 264 200 fax: 055 5 264 210 e-mail: apeldoorn@cnvpubliekezaak.nl Noord-Holland, Utrecht en Flevoland Regiokantoor Hilversum Minister Hartsenlaan 7, 1217 LR Hilversum Postbus 500, 1200 AM Hilversum telefoon: 035 6 264 300 fax: 035 6 264 310 e-mail: hilversum@cnvpubliekezaak.nl Zuid-Holland Regiokantoor Rotterdam Heemraadssingel 163, 3022 CE Rotterdam telefoon: 010 4 787 400 fax: 010 4 787 410 e-mail: rotterdam@cnvpubliekezaak.nl Noord-Brabant, Limburg en Zeeland Regiokantoor Eindhoven Fazantlaan 3, 5613 CA Eindhoven Postbus 6190, 5600 HD Eindhoven telefoon: 040 2 171 500 fax: 040 2171 510 e-mail: eindhoven@cnvpubliekezaak.nl 22 mei 2006 2

Inhoudsopgave Eindverslag project Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg... 1 Voorwoord... 5 Samenvatting... 6 Inleiding... 7 Hoofdstuk 1: Aanleiding van het project... 8 Hoofdstuk 2: Doel en opzet...10 Probleemstelling...10 Doelgroep...10 Inclusiecriteria...11 Exclusiecriteria...11 Doelstelling...11 Uitgangssituatie...12 Opzet...13 Begeleiding door de stuurgroep...13 Hoofdstuk 3: Projectuitvoering...14 Werkdoelstellingen...14 Haalbaarheid doelstellingen...14 Deelname instellingen...15 Gebruik theoretisch model...15 Informatieverstrekking...16 Verslaglegging...17 Bijeenkomsten in de instellingen...17 Voorbereiding...17 Opbouw bijeenkomst...18 Hoofdstuk 4: Resultaten...21 Doelstellingen...21 Werkdoelstellingen...21 Oorspronkelijke doelstellingen...23 Website www.zorgethiek.nl...23 Subdoelstellingen...23 Reacties...24 Deelnemers...24 Begeleiders...25 22 mei 2006 3

Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen...27 Naar aanleiding van de doelstellingen...27 Behoefte aan regelmatige reflectie...27 Gebruik stappenplannen...28 Profilering CNV Publieke Zaak...29 Aanbevelingen...29 Bijlagen...31 Bijlage 1: Deelnemende instellingen/betrokken personen...32 Bijlage 3: Naslagwerk project 'Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg' (versie 2005) 37 Bijlage 4: Overzicht besproken casussen...52 Bijlage 5: Stappenplannen...58 Bijlage 6: Evaluatieformulieren...68 Bijlage 7: Enquête uit deelnemende instelling...73 Bijlage 8: Overzicht publicaties en presentaties...78 Bijlage begrippenlijst...79 Colofon...81 22 mei 2006 4

Voorwoord Ethiek houdt zich bezig met wat het goede is om te doen. Voor werken in de zorgsector betekent dit dat je stilstaat bij het goede zorgen. Wanneer bied je goede zorg? Wat is dat eigenlijk, goede zorg? Van 2003 tot en met eind 2005 heeft CNV Verzorging en Verpleging, de landelijke groep Beroepsinhoud van CNV Publieke Zaak, instellingen bezocht in het kader van het project 'Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg'. Gedurende het project is met werknemers, die dagelijks zorg verlenen, gesproken over de ethische vraagstukken waar zij in hun werk mee te maken hebben. Ook is stilgestaan bij de vraag wat goede zorg betekent. Bij instellingen waar bijeenkomsten zijn georganiseerd, blijkt het animo om met ethiek aan de slag te gaan groot. Een aantal van deze instellingen probeert, al dan niet met onze hulp, zelf al structureel aandacht te besteden aan de ethische vraagstukken in het dagelijkse werk. Zonder de inzet van de inhoudsdeskundigen op het gebied van ethiek, de werknemers in de zorg en de gespreksleiders, was het niet mogelijk geweest dit project uit te voeren. Ik wil hen dan ook bijzonder bedanken voor hun tijd, hun deskundigheid en hun enthousiasme. Om een project zoals dit succesvol te laten verlopen, is geld nodig. Dankzij de financiële steun van Zilveren Kruis Achmea hebben wij succesvolle bijeenkomsten kunnen organiseren en een aantal instellingen enthousiast weten te maken om met ethiek aan de slag te gaan. Dit project is een kleine stap binnen de hele gezondheidszorg. Maar met vele kleine stappen kun je hele einden overbruggen. Paul Koeslag, Voorzitter CNV Publieke Zaak 22 mei 2006 5

Samenvatting Van 2003 tot en met december 2005 heeft CNV Verzorging en Verpleging, de landelijke groep Beroepsinhoud van CNV Publieke Zaak, het project 'Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg' uitgevoerd. Het project is gefinancierd door Zilveren Kruis Achmea. Het project 'Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg' is opgezet om met agogisch opgeleiden met zorgtaken in gesprek te komen over de ethische vraagstukken die zij ervaren in hun dagelijkse werk. Daartoe zijn bijeenkomsten gehouden voor agogisch opgeleiden die 24-uurs zorg verlenen in de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en justitiële inrichtingen. Tijdens de bijeenkomsten is gesproken over wat ethiek is en over de waarde van praten over ethische vraagstukken met collega s. Er is geïnventariseerd welke ethische dilemma s de zorgverleners kennen uit hun eigen praktijk. Er is besproken hoeveel aandacht en tijd er is voor ethiek van de dagelijkse zorg binnen de instelling en op de afdeling. Tevens is gevraagd wat de zorgverleners zouden willen met aandacht voor ethiek en wat CNV Publieke Zaak daarbij voor hen zou kunnen betekenen. Uit de contacten met de instellingen en de zorgverleners komt naar voren dat zich in de dagelijkse praktijk veel ethische vraagstukken voordoen. De aandacht voor ethiek van de dagelijkse zorg is vaak echter gering op de afdelingen en binnen de instelling. De medewerkers die 24-uurs zorg verlenen, zijn zich wel bewust van de vele ethische aspecten van hun werk. Zij zouden graag zien dat hier meer aandacht aan wordt besteed. Een conclusie van het project is dat structurele aandacht voor het bespreken van de ethische aspecten van het werk nodig is om de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van arbeid op peil te brengen en/of te houden. De zorgverleners geven aan ondersteuning van CNV Publieke Zaak wenselijk te vinden om meer aandacht voor ethiek van de dagelijkse zorg in de instelling te organiseren. Het advies aan CNV Publieke Zaak luidt dan ook om de huidige activiteiten te verbreden tot een structureel aanbod met scholing en ondersteuning door professionals. Daarnaast blijft de noodzaak bestaan om ook landelijk, op beleidsniveau, aandacht te vragen voor ethiek van de dagelijkse zorg voor alle beroepsgroepen in de zorgsector. De bespreking van ethische dilemma's met meerdere disciplines motiveert om in het vervolg niet meer te spreken over ethiek van verzorging en verpleging, maar over ethiek van de dagelijkse zorg. De website www.zorgethiek.nl wordt als waardevol ervaren. Dit pleit ervoor de website operationeel te houden en in het reguliere aanbod op te nemen. 22 mei 2006 6

Inleiding Het project 'Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg' is uitgevoerd door CNV Verzorging en Verpleging, de landelijke groep Beroepsinhoud van CNV Publieke Zaak. Het uitvoerende deel van het project is, na een voorbereidende periode van bijna een jaar, in maart 2004 van start gegaan en duurde tot eind 2005. Het belangrijkste onderdeel werd gevormd door de bijeenkomsten in instellingen waar gesproken werd met zorgverleners over hun eigen ethische vraagstukken. Dit project gaat over de ethiek van de zorg. De definitie van ethiek die gedurende het project is gebruikt, luidt: Ethiek is een systematische bezinning op de vraag of het goede/humane gedaan wordt. Alle vraagstukken hebben betrekking op de relatie zorgvrager 1 zorgverlener. Zorg staat dus centraal. Bij zorg gaat het om het aangaan van een professionele relatie met iemand die afhankelijk is vanwege een zorgvraag. Professionele zorg is het beroepsmatig ondersteunen en beïnvloeden van de vermogens van de zorgvrager bij feitelijke of potentiële gezondheidsproblemen of problemen die voortvloeien uit behandeling of therapie met als doel het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te handhaven of te herstellen (ontleend aan het verpleegkundig beroepsprofiel uit 1999, NIZW). De doelgroep van het project betrof agogisch opgeleiden die in de 24-uurs zorg werken. Vaak hebben ook anders opgeleiden, zoals verzorgenden of verpleegkundigen, meegedaan aan de bijeenkomsten. Vandaar dat regelmatig het begrip zorgverleners is gebruikt om aan te geven dat het om mensen gaat die zorg verlenen, ongeacht hun opleiding. Het projectverslag kent de volgende opbouw. In hoofdstuk 1 is de aanleiding van het project beschreven. In hoofdstuk 2 komen het doel en de opzet aan bod. Vervolgens komt in hoofdstuk 3 de projectuitvoering aan de orde. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten van het project weergegeven. Tot slot staan de conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 5 vermeld. In de bijlagen is onder meer een overzicht van de besproken casussen opgenomen. 1 Daar waar zorgvrager staat kan ook cliënt, patiënt of bewoner gelezen worden. 22 mei 2006 7

Hoofdstuk 1: Aanleiding van het project CNV Verzorging en Verpleging richt zich op de beroepsinhoudelijke belangenbehartiging van zorgverleners en is onderdeel van CNV Publieke Zaak, de vakbond voor onder meer de zorgsector. Binnen CNV Verzorging en Verpleging is al ruim twintig jaar de commissie Ethiek actief. Dit is een commissie waarin verzorgenden en verpleegkundigen met elkaar aandacht vragen voor de ethiek van de zorg. De commissie maakt zich vooral sterk om aandacht te krijgen voor ethische vraagstukken waar zorgverleners dagelijks mee te maken hebben. CNV Verzorging en Verpleging heeft zich gespecialiseerd in (het ondersteunen van) de bespreking van ethische dilemma's. Tevens adviseert zij instellingen over mogelijkheden hoe met ethische vraagstukken uit het dagelijkse werk om te gaan. Bij het verlenen van zorg gaat het altijd om iemand die zorg nodig heeft en om mensen die zorg leveren. Het gaat om een relatie waarbij een persoon afhankelijk is van de zorg van anderen. De zorgvrager verkeert in een kwetsbare positie, waardoor zorgvuldigheid geboden is. De persoon die zorg verleent, moet zich steeds kunnen inleven in wat voor de ander het goede is om te doen. Om dit zorgvuldig te kunnen doen, is het nodig dat zorgverleners zich bewust zijn van de vele aspecten van goede zorg. Zorgvuldigheid in de zorgverlening wordt verhoogd door regelmatige reflectie op het eigen handelen. Met ethische reflectie bedoelen we de beschouwing van situaties, met als doel het goede te doen, door bewustwording van de situatie en het creëren van handvatten om in een dergelijke situatie weloverwogen te handelen. De ervaring leert dat, onder andere door de dagelijkse routine en door hoge werkdruk, vaak onvoldoende aandacht bestaat voor de ethische aspecten van het werk. Wanneer zorgverleners alleen maar aan het rennen zijn om hun werk af te krijgen en onvoldoende tijd hebben om bij ethische vraagstukken stil te staan, dan heeft dit een negatief effect op de kwaliteit van arbeid en op de kwaliteit van zorg. Als mensen die zorg moeten verlenen de ruimte krijgen om regelmatig de ethische aspecten van het werk te bespreken, wint de zorgverlening aan zorgvuldigheid en betrokkenheid. Het maakt dat zorgverleners bij het toepassen van protocollen en richtlijnen meer rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de zorgvrager en andere betrokkenen. Uit het eerdere project Ethiek van de dagelijkse verzorging en verpleging 2 blijkt dat aandacht voor ethiek werknemers helpt enthousiast en gemotiveerd aan het werk te blijven. Het heeft ook een gunstig effect op de samenwerking in het team, dat zich uit in meer onderling contact en begrip voor elkaars werkwijze. Aandacht voor ethische vraagstukken motiveert medewerkers zich in te blijven zetten voor hun werk. Door stap voor stap alle kanten van ethische vraagstukken te bespreken, heeft CNV Publieke Zaak ervaren dat werknemers zich gesteund voelen om te blijven staan voor een goede zorgverlening. Als de zorgverlener voldoende tijd en gelegenheid krijgt om stil te staan bij de ethische vraagstukken, voelt deze zich ook als mens serieus genomen. Dit stimuleert zorgverleners om het werk zo goed mogelijk te (blijven) doen. Aandacht voor ethische aspecten helpt om een vraagstuk te bezien vanuit het perspectief van alle betrokkenen. Dit leidt tot meer aandacht voor de motivatie van personen die betrokken zijn bij die situatie. Als er voldoende tijd wordt genomen om echt te luisteren naar 2 Tijdens het project 'Ethiek van de dagelijkse verzorging en verpleging' (november 2001 december 2003) is onderzocht welke ethische dilemma s verzorgenden en verpleegkundigen tegenkomen in hun dagelijkse werk. Tevens is gekeken of verzorgenden en verpleegkundigen voldoende handvatten hebben om met die vraagstukken te kunnen omgaan. 22 mei 2006 8

zorgvragers, dan voelen zij zich gehoord. Zo wordt ook de zorgvrager als mens benaderd, wat weer een positieve uitwerking heeft op de zorgvrager en op zijn zorgvraag. In de gezondheidszorg werken veel mensen die verzorgende en verpleegkundige taken uitvoeren, maar geen verzorgenden of verpleegkundigen zijn. CNV Publieke Zaak vroeg zich af of deze mensen met dezelfde morele dilemma s in aanraking komen als verzorgenden en verpleegkundigen. In het verlengde hiervan is het de vraag of zij voldoende mogelijkheden hebben om met deze dilemma s om te gaan. Zilveren Kruis Achmea stelde, door toekenning van subsidie, CNV Publieke Zaak in staat deze vragen te onderzoeken. Voor zowel CNV Publieke Zaak als voor Zilveren Kruis Achmea is het interessant te weten hoe ethiek op de werkvloer leeft en of zorgverleners voldoende mogelijkheden hebben om aandacht voor ethiek in het werk vorm te geven. De achterliggende gedachte is dat aandacht voor ethiek van de dagelijkse zorg bijdraagt aan kwaliteit van zorg en aan kwaliteit van arbeid. Tevens bestaat het vermoeden dat medewerkers die de ruimte krijgen om hun werk goed in te vullen, beter in hun vel zitten en zich als gevolg daarvan minder vaak ziek melden. CNV Publieke Zaak vindt het van belang dat werknemers zich bewust zijn van ethische aspecten van hun werkzaamheden. Aandacht voor ethiek levert een bijdrage aan meer elan in de zorgsector. Daarom wil de vakbond zich inzetten om aandacht te blijven vragen voor de dagelijkse dilemma s van medewerkers in de zorg. De bond kiest voor profilering op het gebied van ethiek van de dagelijkse zorg. Het was dan ook een logische stap om, na het project Ethiek van de dagelijkse verzorging en verpleging een nieuw project rondom ethische dilemma s van start te laten gaan. 22 mei 2006 9

Hoofdstuk 2: Doel en opzet Het project is gericht op het bespreekbaar maken van de ethiek van de dagelijkse zorg. Als vertrekpunt is gekozen voor het feitelijk handelen. Met andere woorden, het doen en laten zoals dat in de dagelijkse praktijk gebeurt. Voorbeelden hiervan zijn: een bewoner die helpt met afwassen; de verpleegkundige die geïrriteerd raakt als een patiënt voor de vierde keer belt om wat water; een collega die dagelijks tien minuten te laat op zijn werk komt. Vervolgens kijkt ethiek naar de feitelijke normen en waarden (de moraal) die dat dagelijks handelen sturen. Welke waarden staan op de voorgrond en welke normen spelen een rol? Dan valt bijvoorbeeld op dat de waarde hulpvaardigheid gestalte krijgt in de norm van meehelpen in het huishouden, dat de waarde geduld zichtbaar wordt in de norm altijd rustig te reageren op vragen van de patiënt en dat de waarde zorgvuldigheid gestalte krijgt in de norm van op tijd op je werk komen. Dikwijls bestaat een spanning tussen het feitelijk handelen en de moraal: je doet het één, terwijl je het andere zou behoren te doen. Soms zijn er goede redenen om van de moraal af te wijken (bedoeld, bijvoorbeeld bij een leugen om bestwil of onbedoeld, bijvoorbeeld als je te laat komt vanwege een lekke band). Ten slotte is er nog een derde 'laag'. Ethiek zal het feitelijk handelen en de feitelijke moraal uiteindelijk altijd willen toetsen aan de vraag: wat is hier het goede om te doen? Die toetsing maakt ethiek tot ethiek. Anders dan bijvoorbeeld de sociologie of de economie vraagt ethiek zich af of het uiteindelijk wel goed is wat er gebeurt. CNV Publieke Zaak wil met dit project agogisch opgeleiden met zorgtaken helpen bewust met praktijksituaties om te gaan. Zij doet dat door onder de aandacht te brengen dat zorgverleners niet 'zomaar' wat moeten doen. Dat zorgverleners te maken hebben met normen en waarden. En dat het niet gaat om 'zomaar' wat normen en waarden, maar dat die normen en waarden steeds weer langs de maatstaf van het goede gelegd moeten worden. Ook wil het project handvatten aanreiken om in het dagelijkse werk niet alleen goed na te denken, maar ook weloverwogen te handelen. Probleemstelling In de gezondheidszorg is de werkdruk hoog. Hierdoor is er vaak onvoldoende tijd om stil te staan bij ethische vraagstukken waar zorgverleners in de dagelijkse praktijk mee te maken hebben. Wanneer zorgverleners onvoldoende tijd krijgen en nemen om bij ethische vraagstukken stil te staan, heeft dit verschillende negatieve effecten. Het leidt enerzijds tot afname van de kwaliteit en continuïteit van zorg. Anderzijds leidt het tot minder voldoening in het werk, een grotere uitstroom uit de zorg en een hoger ziekteverzuim onder het zittende personeel. Doelgroep Om de omvang van het project onder controle te houden, is de doelgroep afgebakend. Er is gekozen voor de doelgroep: agogisch opgeleiden met zorgtaken. Hiermee worden medewerkers bedoeld die werkzaam zijn in de intramurale tweedelijns gezondheidszorg met verpleegkundige of verzorgende taken en die geen verpleegkundige of verzorgende opleiding hebben gevolgd. Er zijn mensen met veel verschillende opleidingen werkzaam in de zorgsector. Voor de eenduidigheid is gekozen voor de term agogisch opgeleiden met zorgtaken. 22 mei 2006 10

De meeste agogisch opgeleiden met zorgtaken zijn werkzaam in de gehandicaptenzorg, de geestelijke gezondheidszorg, tbs-klinieken en het gevangeniswezen. Het project richt zich daarom op agogisch opgeleiden werkzaam in die sectoren. Lijst van functies die voor actieve deelname aan het project in aanmerking kwamen: Assistent begeleiders Begeleiders Inrichtingswerkers Groepsbegeleiders Groepsleiders Opvoedkundigen Pedagogisch medewerkers Woonbegeleiders Het is mogelijk dat werknemers met een andere functie dan bovenstaand aan het project deelnemen. Dit diende te gebeuren in overleg met het projectteam. Inclusiecriteria Werknemers die tot de doelgroep behoren dienen werkzaam te zijn: in de intramurale gehandicaptenzorg, intramurale psychiatrie, een tbs-kliniek of een gevangenis. Zij zijn dus binnen een instelling werkzaam. in een direct patiënten-/cliëntencontact. in een continue zorgsituatie (24-uurszorg of dagelijkse zorgverlening). Exclusiecriteria Uitgesloten van deelname zijn werknemers die: een opleiding op het gebied van verpleging of verzorging hebben gevolgd. patiënten-/cliëntencontacten hebben die alléén gebaseerd zijn op basis van het verlenen van een therapie. Zij hebben namelijk alleen korter durende contacten met de patiënten/ cliënten in een niet alledaagse situatie. (nog) in opleiding (voor een verplegend of verzorgend beroep) zijn. in een extramurale of transmurale setting werken. Zij werken dus geheel of gedeeltelijk buiten een instelling. in een andere dan één van de genoemde instellingsvormen werkzaam zijn. Doelstelling Het primaire doel is met agogisch opgeleiden, werkzaam in de 24-uurszorg, in gesprek te komen over de ethische vragen waar zij in hun werk mee te maken hebben. De volgende doelen zijn daarvoor in de projectopzet geformuleerd: Agogisch opgeleiden met zorgtaken zijn zich bewust van de noodzaak van ethische reflectie. Tijd voor ethische reflectie is onderwerp van gesprek in de instelling, vooral voor ondernemings- en adviesraden. De zorgverlening aan cliënten verbetert doordat aandacht wordt besteed aan ethische vraagstukken. Tijd om te praten over of op andere manieren bezig te zijn met beroepsinhoud, waaronder ethische reflectie valt, staat op de agenda van CAO-onderhandelingen. Agogisch opgeleiden kunnen via een website ethische problemen bespreken met collega s uit het hele land. Besprekingen over ethiek van de dagelijkse zorg zijn waardevoller als deze plaatsvinden met mensen uit de eigen werkkring. Dit was de reden om de bijeenkomsten in de instelling te 22 mei 2006 11

organiseren. De dilemma s konden zo besproken worden met de eigen collega s. Dit project bood CNV Publieke Zaak de mogelijkheid zich verder te profileren op het terrein van ethiek van de dagelijkse zorgverlening. Daarnaast zijn doelstellingen geformuleerd die van belang zijn voor de subsidieverstrekker. Al deze overwegingen samen, leidden tot de volgende subdoelstellingen: Agogisch opgeleiden met zorgtaken zijn bekend met de activiteiten van CNV Publieke Zaak op het gebied van ethiek. Agogisch opgeleiden met zorgtaken houden zich bezig met het bespreken van en zich verdiepen in ethische vraagstukken uit de praktijk. Agogisch opgeleiden met zorgtaken geven aan zich prettiger te voelen in hun werk en betere kwaliteit van zorg te kunnen leveren. Het ziekteverzuim onder de doelgroep daalt. CNV Publieke Zaak heeft duidelijk zicht op de behoeften van agogisch opgeleiden met zorgtaken met betrekking tot ethische vraagstukken en weet welke rol zij hierin kan spelen. CNV Publieke Zaak biedt gastlessen en scriptiebegeleiding aan op het gebied van ethiek in de zorg. Het aantal leden van CNV Verzorging en Verpleging is vanaf de start van de uitvoeringsfase van het project (0-meting) tot een half jaar na afronding ervan met minimaal 5 procent toegenomen. Uitgangssituatie Om een duidelijk beeld te krijgen van de uitgangssituatie, is een analyse gemaakt van de sterke en zwakke punten en de kansen en bedreigingen die het succes van het project zouden kunnen beïnvloeden. Sterke punten CNV Publieke Zaak houdt zich bezig met ethiek voor verpleegkundigen en verzorgenden en met ethische vraagstukken in het algemeen. Voorbeelden hiervan zijn de commissie Ethiek, de oprichting van een ethische bibliotheek voor verpleegkundigen en verzorgenden en het project 'Ethiek van de dagelijkse verzorging en verpleging'. Hierdoor is kennis op dit gebied aanwezig. CNV Publieke Zaak heeft met het succesvolle project 'Ethiek van de dagelijkse verzorging en verpleging' en de in relatie met dit project gemaakte website, expertise opgedaan op het gebied van ethiek. Zwakke punten Een beperkte inzetbaarheid van menskracht bij CNV Publieke Zaak. Kansen De laatste jaren wordt de gezondheidszorg zakelijker benaderd. Bij werknemers is, mogelijk als reactie hierop, een toenemende behoefte waar te nemen aan aandacht voor de patiënt. Hieronder valt ook aandacht voor ethiek. Op maatschappelijk gebied staan, mede als gevolg van jarenlange individualisering, ethische vraagstukken steeds meer in de belangstelling. CNV Publieke Zaak heeft goede contacten met werkgeversverenigingen, waaronder CVZ (Christelijke Vereniging van Zorginstellingen 3 ). Via deze contacten is het mogelijk afspraken binnen zorginstellingen te maken. 3 CVZ heet tegenwoordig Reliëf. 22 mei 2006 12

Bedreigingen Door hoge werkdruk, bezuinigingen, etc. in de gezondheidszorg is de tijd om stil te staan bij ethische vraagstukken beperkt, in tegenstelling tot de behoefte daaraan. Opzet Binnen CNV Publieke Zaak is een projectgroep opgericht die een projectleider aanstelde. Deze projectgroep heeft de samenstelling van de stuurgroep bepaald en heeft de taken van de projectgroep, van de stuurgroep en van de discussieleiders (later gespreksleiders genoemd) vastgesteld. De projectgroep heeft een projectopzet geschreven, waarin het draaiboek was opgenomen. Men ging uit van een looptijd die startte bij de opzet in het tweede kwartaal van 2003 tot en met de afronding van het project eind 2005. Tevens heeft de projectgroep een tijdsinvestering voor CNV Publieke Zaak berekend. Al deze gegevens zijn opgenomen in het projectplan, op basis waarvan een subsidieverstrekker is gezocht. Begeleiding door de stuurgroep Om de bijeenkomsten te begeleiden, is de stuurgroep gevormd. Deze bestond uit vier inhoudsdeskundigen en een voorzitter. Deze laatste was tevens de contactpersoon vanuit CNV Publieke Zaak. De stuurgroep besprak de opzet van het project en drie van de stuurgroepleden vervulden de rol van inhoudsdeskundige bij de bijeenkomsten. De leden van de stuurgroep verzorgden de stukken voor informatievoorziening en maakten de evaluatieformulieren. Tijdens het gehele project hebben de stuurgroepleden de voortgang begeleid. Aan het eind hebben zij de verslaglegging verzorgd en een interactieve cd-rom ontwikkeld. Die wordt uitgereikt aan een vertegenwoordiger van het ministerie van VWS bij de presentatie van de projectuitkomsten. Vanaf het begin is ervoor gekozen de bijeenkomsten uit te laten voeren door een inhoudsdeskundige (uit de stuurgroep) en een gespreksleider. Uit de ruime ervaring van CNV Publieke Zaak is gebleken dat het een duidelijke meerwaarde heeft om samen op te trekken bij het begeleiden van themabijeenkomsten over morele vraagstukken. Om gespreksleiders te werven, is een procedure van start gegaan onder kaderleden van CNV Publieke Zaak. Er is een team van vier gespreksleiders gevormd, die door een extern trainingsbureau zijn getraind om de gesprekken in goede banen te leiden. 22 mei 2006 13

Hoofdstuk 3: Projectuitvoering De start van het project verliep rommelig, omdat binnen CNV Publieke Zaak verschillende mensen verantwoordelijk waren voor een deel van de uitvoering. De taken van de projectgroep vielen, na de opstartperiode, voor een groot deel samen met de taken van de stuurgroep. De taken van de projectgroep en de stuurgroep zijn vervolgens in elkaar geschoven. Er kwam een andere voorzitter voor de stuurgroep. Deze was afkomstig uit de projectgroep en zorgde op die manier voor continuïteit in de verantwoording naar CNV Publieke Zaak en naar de subsidieverstrekker. Vanaf het moment dat één persoon het heft in handen kreeg, is het geheel verder soepel verlopen. De stuurgroep is over de gehele looptijd van het project regelmatig bij elkaar geweest en heeft aandacht geschonken aan de opzet van de bijeenkomsten. Daarnaast is gekeken naar de manier van verslaglegging en het verkrijgen van de gegevens. Er is veel aandacht besteed aan de opzet van de evaluatieformulieren en aan de inhoud van het informatiemateriaal. Telkens was het nodig om te bezien welke instellingen waren benaderd, welke zich hadden aangemeld en welke er eventueel nog konden worden benaderd. Ten slotte is veel tijd en energie gestoken in de verslaglegging. Het eindverslag is als papieren versie te verkrijgen. Daarnaast is het ook gepubliceerd op cd-rom. Deze cd-rom bevat tevens veel achtergrondinformatie en mogelijkheden voor werknemers om zelf te oefenen met stappenplannen. Werkdoelstellingen Door te starten met bijeenkomsten, is de invulling van het project gaandeweg tot stand gekomen. Daarbij werd geconstateerd dat sommige doelstellingen uit het oorspronkelijke projectplan niet goed uit de verf zouden komen. Dit, in combinatie met de ervaring die werd opgedaan tijdens het maken van informatiemateriaal en evaluatieformulieren, maakte duidelijk dat er keuzes moesten worden gemaakt in het nastreven van de doelstellingen. Voor de bijeenkomsten in de instellingen werden daarom de volgende vragen centraal gesteld: Welke mate van bewustzijn van ethische dimensies is aanwezig? Welk belang hecht men aan ethische reflectie? Welke handreikingen kunnen er worden gedaan om met ethische vragen om te gaan? Naast het aanpassen van de eigen doelstellingen, was het belangrijk zicht te krijgen op wat de instelling wilde bereiken met de bijeenkomsten over ethische dilemma s en een beeld te vormen over wat er al bestond in de instelling op het gebied van ethische reflectie. Ook was het zinnig om te horen of de bijeenkomst voor de instelling aanleiding tot een vervolg was. Ten slotte was het interessant om te weten wat CNV Publieke Zaak voor de instellingen zou kunnen betekenen op het gebied van ethiek van de dagelijkse zorg. Deze punten zijn door de stuurgroep vertaald naar werkdoelstellingen. Haalbaarheid doelstellingen In de praktijk bleek dat niet alle gestelde doelstellingen haalbaar waren. Dit had verschillende oorzaken. Soomige zijn onvoldoende aan de orde geweest, andere zijn te weinig concreet geformuleerd om te kunnen toetsen. In hoofdstuk 4, resultaten, is uitgewerkt welke doelstellingen wel gehaald zijn en welke niet. 22 mei 2006 14

Deelname instellingen Bij de opzet van het project is uitgegaan van achttien bijeenkomsten. De verwachting was dat instellingen zich zouden aanmelden bij bekendmaking van dit aanbod. Dit bleek in de praktijk niet zo te zijn. Hierdoor is veel energie en aandacht besteed aan persoonlijke werving door leden van de stuurgroep. Daarnaast zijn veel instellingen via de mail en via een algemeen schrijven benaderd. Ondanks al deze inspanningen, kwamen de aanmeldingen maar langzaam en met moeite binnen. Vol verbazing is geconstateerd dat het moeilijker bleek om binnen te komen bij instellingen dan verwacht. Argumenten voor instellingen om af te zien van deelname waren dat ze geen interesse hadden, dat er geen tijd was of dat ze zelf al iets dergelijks intern organiseerden. Een andere verklaring voor het geringe aantal aanmeldingen van instellingen, is het tegenvallende animo bij justitiële en GGZ-instellingen. Een (niet wetenschappelijk) onderbouwd argument daarvoor kan zijn dat men binnen de GGZ al ver is met het bespreekbaar maken van ethische vraagstukken. Er worden al veelvuldig intervisies of andersoortige bijeenkomsten georganiseerd, die zich richten op het welzijn, het welbevinden en het omgaan met dilemma s van werknemers in hun werk. Bij het gevangeniswezen lijkt men daarentegen juist nog niet zo ver te zijn. Daar lijkt de cultuur er nog niet naar om met elkaar te spreken over ethiek van het dagelijkse werk. Dit vereist binnen een team een bepaald gevoel van vertrouwen en veiligheid. Tevens heeft deze sector sterk te maken met vertrouwelijkheid van gegevens/geheimhouding. Dit lijkt sterker aanwezig dan in andere sectoren. In de gehandicaptenzorg zijn elf instellingen bezocht. Het lijkt of werknemers in deze sector klaar zijn om met ethiek aan de slag te gaan. Dit blijkt ook uit de evaluaties van de bezoeken. Deelnemers waren enthousiast en instellingen gaven aan zelf met ethiek aan de slag te willen gaan. Er vond één bijeenkomst plaats in een GGZ-instelling en één in een tbs-kliniek. Een overzicht van instellingen waar bijeenkomsten gehouden, is opgenomen in bijlage 1: Deelnemende instellingen en betrokken mensen. Gebruik theoretisch model In de stuurgroep waren vragen over de mate van structuur die aan de bespreking gegeven moest worden, bijvoorbeeld door het gebruik van een bespreekmethode. Er bestaan methodes die structuur bieden bij het bespreken van ethische vraagstukken, waaronder oplossingsgerichte benaderingen en houdingsgerichte benaderingen. Bij de oplossingsgerichte methodes, de naam zegt het al, is de aandacht vooral gericht op het bereiken van een oplossing. Bij houdingsgerichte methodes gaat het om de houding die iemand heeft bij ethische vraagstukken. Er wordt minder toegewerkt naar een oplossing voor dat vraagstuk. De nadruk ligt op het ontwikkelen van vaardigheden die ook bruikbaar zijn in andere situaties. Na een eerste proefbijeenkomst werd duidelijk dat structuur aanbrengen tijdens bijeenkomsten wenselijk is. De vraag was welke methode voldoende structuur kon bieden en of iedereen dezelfde methode moest gebruiken. Na overleg in de stuurgroep is ervoor gekozen te werken met oplossingsgerichte methodes. Dit was om zo een vergelijking van de besprekingen beter mogelijk te maken en om conclusies te kunnen trekken voor het eindverslag. Vormen van oplossingsgerichte methodes zijn stappenplannen. Leden van de stuurgroep hebben verschillende stappenplannen met elkaar vergeleken. Er is afgesproken dat de inhoudsdeskundigen zelf konden kiezen met welk stappenplan ze wilden werken. 22 mei 2006 15

In totaal zijn drie stappenplannen gebruikt. Deze zijn in bijlage 5 te vinden. De inhoudsdeskundigen kozen zelf het stappenplan dat zij vonden passen bij de te bespreken casus. In de praktijk bleek, naast een oplossingsgerichte benadering, behoefte aan een houdingsgerichte benadering. Dit bleek onder meer uit het vertellen van verhalen en het uiten van emoties, waardoor het soms moeilijk was om het stappenplan te blijven volgen. De houdingsgerichte benadering kwam onder andere aan bod via de topografische methode 4. Deze methode leverde een levendige discussie op. Daarna ontstond diepte bij het bespreken van de onderlinge relaties en kwamen er veel verschillende vragen uit naar voren. Praten over ethische dilemma s is leuk en geeft elan aan het werk. Om dat leuke en het elan naar voren te halen, werden soms speelse werkvormen gebruikt. Bijvoorbeeld letterlijk positie kiezen, door op een denkbeeldige lijn te gaan staan op een positie tussen voor of tegen. Op welke plaats ga jij staan en waarom? Stel je je mening nog bij, dan moet je verschuiven. Deze aanpak vraagt om een concrete casus en om voldoende fysieke ruimte, zodat de mensen vrijelijk kunnen bewegen. Informatieverstrekking In de stuurgroep is verschillende malen gesproken over de vraag welke informatie op papier uitgereikt moest worden. Bijvoorbeeld of de deelnemers handvatten mee zouden krijgen na afloop van de bijeenkomst en welke handvatten dat dan moesten zijn. Ook bleek tijdens de proefbijeenkomst dat er behoefte was aan opwarm-informatie ; aan informatie vooraf, waardoor men al een beeld kreeg waarover de bijeenkomst zou gaan. Instellingen die informatie over het project wilden of die zich voor het project aanmeldden, kregen het projectplan Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg ter informatie opgestuurd. Het projectboekje werd echter niet als geschikt bevonden om als informatie vooraf uit te reiken aan de deelnemers. Daarvoor stond er te weinig inhoudelijke informatie over ethiek in. Daarom is het werkboekje ontwikkeld, om vooraf aan deelnemers uit te delen. Door deze informatie konden de deelnemers zich al enigszins een beeld vormen over de bedoeling van de bijeenkomst en zich voorbereiden op wat zij eventueel zelf wilden inbrengen. Tevens stimuleerde het de deelnemers om al enigszins bewust met ethische dilemma s bezig te zijn. In de praktijk bleek dit niet goed te werken. Het werkboekje werd door de instellingen niet altijd van te voren verspreid. Er is toen besloten hiervan af te zien en de informatie achteraf als naslagwerk 5 uit te reiken, met een korte uitleg over het project en enkele artikelen. Dit betrof informatie over ethiek van de dagelijkse zorg en de betekenis van aandacht voor ethiek voor het eigen functioneren. Om toch ook vooraf informatie te geven, werd voor de deelnemers een uitnodigingsbrief 6 opgesteld, waar in het kort de kern van ethiek werd beschreven en de opzet van de bijeenkomst. Instellingen konden dat aanvullen met eigen informatie. Op deze manier kregen de bijeenkomsten een gelijkwaardige start. 4 De topografische methode is bedacht, uitgeprobeerd en doorontwikkeld door Mariëtte van den Hoven, Lidwien Mol en Mariël Kanne vanuit het Centrum voor Bio-ethiek en Gezondheidsrecht (nu Ethiek Instituut) van de Universiteit Utrecht en het organisatieadviesbureau Zorg Consult Nederland. In het boek In gesprek over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in de praktijk Henk Manschot en Hans van Dartel (red.) uitgeverij Boom, Amsterdam, 2003 staan deze methode beschreven. 5 Zie bijlage 3: Naslagwerk project 'Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg' 6 Zie bijlage 2: Uitnodigingsbrief project 'Ethische vraagstukken in de gezondheidszorg'. 22 mei 2006 16

Verslaglegging Vanaf het begin is gekeken welke gegevens het project op zou leveren. Tevens is de vraag gesteld hoe deze gegevens verzameld en vastgelegd moesten worden. Hiervoor zijn evaluatieformulieren ontwikkeld; één voor de deelnemers en één voor de begeleiders van de bijeenkomsten 7. De evaluatievragen waren gebaseerd op de werkdoelstellingen. Op die manier kon voldoende materiaal verzameld worden om deze doelstellingen na afloop van het project te evalueren. Er is tussentijds niet veel vastgelegd over het proces tijdens het hele project. Het procesverslag is grotendeels gebaseerd op de ervaringen van de gespreksleiders, de inhoudsdeskundigen en de leden van de stuurgroep. Bijeenkomsten in de instellingen De bijeenkomsten zijn goed bezocht. Dit terwijl deelname meestal op vrijwillige basis was. Het aantal deelnemers varieerde van 8 tot 45. Bij grotere groepen bleek opsplitsing van de groep noodzakelijk. Het grootste deel van de aanwezigen waren agogisch opgeleiden met zorgtaken. Daarnaast deden ook andere beroepsgroepen mee, zoals verzorgenden, verpleegkundigen, teamleiders en leden van ethische commissies. Verreweg de meeste deelnemers waren werkzaam in de directe zorg, een enkele deelnemer werkte als leidinggevende, als ondersteuner of als stafmedewerker. Ondanks de van tevoren opgestelde exclusiecriteria, bleek dat daar niet altijd aan voldaan kon worden. Mensen werden uitgenodigd om te spreken over de ethische dilemma s van de dagelijkse zorg. In de praktijk bleek dat mensen met verschillende achtergronden en opleidingen met dezelfde dilemma s in aanraking kwamen en daar graag met elkaar over van gedachten wilden wisselen. Zo kwamen mensen waar het project niet in eerste instantie voor bedoeld was toch bij elkaar voor de casusbespreking. De deelnemers waren niet allemaal werkzaam in de 24-uurs zorg, maar bijvoorbeeld ook op een dagcentrum. Het exclusiecriterium werkzaam in de transmurale setting is tijdens het project losgelaten, omdat de gezondheidszorg steeds meer vormen van zorgverlening kent, waarbij mensen vanuit de instelling in de wijk gaan wonen. Bij één bijeenkomst waren alle betrokkenen aanwezig, van persoonlijk begeleider tot en met de vrijwilligers, als een soort multidisciplinair overleg. Reden hiervoor was dat het een zeer kleine setting betrof met een zeer gevarieerd team. Het grote voordeel van een dergelijke groepssamenstelling is dat deelnemers enorm betrokken zijn en dat het relatief eenvoudig is om afspraken te maken over toekomstige werkzaamheden. Achteraf werd door een gespreksleider gezegd: Dit was een bijeenkomst waarvan ik het gevoel had, hier is het project voor bedoeld. Voorbereiding De bijeenkomsten werden altijd door een gespreksleider en een inhoudsdeskundige verzorgd. De inhoudsdeskundige lette op de ethische kanten van de bespreking. De gespreksleider zorgde voor een goed verloop van de bespreking en lette erop dat iedereen voldoende aan bod kwam. Er was steeds afstemming nodig over de vraag wie het contact met de instelling zou onderhouden en wie welke taken rondom de organisatie zou verrichten. Er is altijd een voorgesprek geweest tussen iemand van de instelling en de gespreksleider of de inhoudsdeskundige. Tijdens zo n oriënterend gesprek kwam aan de orde wat de bedoeling van de bijeenkomst zou zijn, welke verwachtingen er over en weer waren en wie de deelnemers zouden zijn. Tevens vond afstemming plaats over de casus die gebruikt zou worden tijdens de bijeenkomst en werden de organisatorische aspecten doorgenomen. De uitnodiging van de deelnemers en de organisatie van de bijeenkomst werden door de instelling zelf verzorgd. 7 In bijlage 6: Evaluatieformulieren, zijn beide voorbeelden opgenomen. 22 mei 2006 17

Op het moment dat het oriënterende gesprek met een ander dan de contactpersoon van de bijeenkomst plaatsvond, was de voorbereiding beduidend minder goed verzorgd. Onduidelijkheid bij de instelling over de organisatie resulteerde eenmaal zelfs tot het niet aflasten van die bijeenkomst op het laatste moment, omdat er maar twee deelnemers waren. In principe waren er voor de instelling geen kosten verbonden aan het houden van een bijeenkomst. Na het incident bij bovenstaande instelling heeft CNV Publieke Zaak gesteld dat bijeenkomsten tijdig moesten worden afgemeld, om welke reden dan ook. Anders zou de instelling de kosten moeten betalen, die waren gemaakt in verband met de voorbereiding. Dit haalde het vrijblijvende karakter van het geheel weg en werkte prima. Opbouw bijeenkomst Elke bijeenkomst kende dezelfde opbouw. Na de kennismaking werd een inleiding gehouden over de betekenis van ethiek en over de rol van ethiek in de dagelijkse praktijk. Minimaal één casus uit de eigen instelling werd uitgebreid besproken aan de hand van een stappenplan; dit ter illustratie hoe een stappenplan gebruikt kan worden. Daarna werd verder gesproken over de ethische dilemma s die men ervaart in het werk. Aandacht voor ethiek op de werkvloer kwam aan de orde en de vraag of er voldoende aandacht voor de ethische aspecten is in de instelling. Er werd gevraagd wat CNV Publieke Zaak hierbij zou kunnen betekenen. Tot slot vond er een evaluatie plaats. Inleiding Het hing erg van de samenstelling van de groep af wat er behandeld werd over ethiek. Meestal was het nodig te verduidelijken wat onder ethiek verstaan wordt. Dit om vervolgens te laten zien dat ethiek niet alleen over zware ontwerpen gaat. Er werd uitgelegd dat het tijdens de bijeenkomst vooral zou gaan over de ethische aspecten van de dagelijkse zorgverlening en de morele gevoeligheid van de mensen op de werkvloer. Vooral de waarde die aandacht voor ethiek oplevert voor het werk en voor de medewerkers kwam duidelijk naar voren. Meestal kreeg perspectiefwisseling wel de aandacht of het bekijken van de situatie vanuit alle betrokkenen. In de loop van het project is uitleg van het stappenplan toegevoegd, dat gebruikt zou worden bij de casuïstiekbespreking. Casusbespreking Van tevoren was met de contactpersoon uit de instelling overlegd welke casus of eventueel meerdere casussen gebruikt zou(den) worden tijdens de bijeenkomst. Dit was om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de herkenbaarheid en de ervaringen van de deelnemers. Er is altijd naar gestreefd om de casusinbrenger aanwezig te laten zijn bij de bespreking. Dit om te voorkomen dat te veel vragen ter verheldering van de casus niet beantwoord zouden worden. De bespreking kan daar namelijk op vastlopen. De casus werd grondig doorgenomen door de situatie vanuit alle invalshoeken te bekijken. De deelnemers brachten aspecten in die van belang waren bij de afweging die moest worden gemaakt. Uitgebreid de verschillende kanten van een situatie bekijken geeft meer begrip voor het aandeel van (andere) betrokkenen. Iemand benoemde het als volgt: Het werkt heel verhelderend als je kijkt vanuit het perspectief van een ander, bijvoorbeeld de leidinggevende. Je ziet de waarden waar die ander voor wil staan. Tevens ziet men dat iedere betrokkene meestal het beste wil, maar dat men er via verschillende wegen wil komen. Dit geeft een ingang om de zaak bespreekbaar te maken. Met elkaar herkent men meer mogelijkheden om verder te gaan met die situatie. De casusbespreking gebeurde aan de hand van een van tevoren gekozen stappenplan. Alle stappen werden zo goed mogelijk systematisch doorgenomen. In de praktijk bleek 22 mei 2006 18

echter de betrokkenheid bij het ethische vraagstuk zo groot, dat het een inbreuk op het goede gesprek was om streng vast te houden aan het stappenplan. Soms was het moeilijk en leek het erg gekunsteld om weer terug te keren naar de stappen van het plan. Ethische dilemma's Met de deelnemers werd gesproken over de ethische dilemma s, die zij ervaren bij hun werkzaamheden. Er zijn vele voorbeelden genoemd. Men realiseerde zich over het algemeen goed dat dergelijke kwesties altijd spelen waar mensen samen werken of leven. Voorbeelden van dilemma s die genoemd zijn, hebben betrekking op heel verschillende situaties en verschillende relaties: De situatie waarin de cliënt verkeert. Te denken valt aan de jonge vrouw met een verstandelijke beperking die veel tegen haar zin doet omdat zij zo onder druk wordt gezet door een medebewoner. Ouders of andere betrokkenen die iets anders willen dan de cliënt zelf. Bijvoorbeeld de cliënt wil gebruik maken van de mogelijkheid om in een huis in de wijk te gaan wonen, terwijl de ouders hun kind binnen de instelling willen houden. De andere manier van omgaan met de situatie door ouders, naasten of andere betrokkenen. Zo krijgt Piet, als hij bij zijn ouders thuis is, veel patat en ander lekkers, terwijl vanwege zijn gewicht en diabetesklachten is afgesproken om te proberen Piet te laten afvallen. Wie is eigenlijk de cliënt? De pupil, de ouders/verzorgers, de naasten of nog anderen? Dit geldt in de situatie dat de ouders (met een verstandelijke beperking) van Bibi niet inzien welke zorg hun dochter werkelijk nodig heeft. Afspraken in het zorgplan worden niet door alle collega s hetzelfde uitgevoerd. Het is de afspraak dat Wim minstens eenmaal per week begeleid wordt bij het zwemmen. Maar wat doe je als hij geen zin heeft of er zoveel werk is wat daardoor niet gedaan kan worden? Verschil van inzicht tussen uitvoerende en de leidinggevende. Hier gaat het vaak over de verwachtingen van de leidinggevende met betrekking tot professionaliteit en afstand houden en de medewerker die vanuit betrokkenheid in het werk wil staan. Het beleid van de instelling komt niet overeen met de alledaagse praktijk van de zorgverleners. Bijvoorbeeld: een instelling heeft als beleid dat er geen cadeautjes van cliënten geaccepteerd mogen worden. Over het algemeen zijn medewerkers het daar wel mee eens, maar geldt dat ook voor Leendert die zo graag elektronica repareert en nu jouw radio onderhanden neemt? Spanningen door veranderde omstandigheden in de gezondheidszorg, waardoor bijvoorbeeld veel cliënten in de gewone wijken gaan wonen na soms jaren op het terrein van de instelling gewoond te hebben. Een overzicht van de vele verschillende vraagstukken die in de bijeenkomsten aan de orde kwamen, staan in de bijlage 4 Overzicht besproken casussen. Dit overzicht verschaft veel inzicht in de breedte van de dilemma s, die in de dagelijkse zorg voorkomen. Het laat zien dat zorgverleners in hun dagelijkse werk vaak geconfronteerd worden met ethische vraagstukken. Afronding bijeenkomst Na het afronden van de casusbespreking kwam aandacht voor ethiek in de instelling en op de eigen afdeling aan de orde. Er werd gesproken over de gewenste rol van ethiekbesprekingen in het eigen werk. Voor alle deelnemers geldt dat zij aandacht voor ethiek op de werkvloer zeer belangrijk vinden. Men is minder te spreken over de huidige aandacht voor de ethische aspecten van het werk in de instelling en op de eigen afdeling. Een aantal keer is de hoop uitgesproken dat de bijeenkomst een aanzet zou zijn tot verandering binnen de organisatie. 22 mei 2006 19

Evaluatie Voor de evaluatie zijn vragenformulieren ontwikkeld; één voor de deelnemers en één voor de begeleiders 8. Deze lijsten zijn altijd door de deelnemers aan het eind van de bijeenkomst ingevuld, De lijst van de begeleiders werd na afloop ingevuld. Soms zijn daar ook gegevens van de contactpersoon van de instelling bij opgenomen. Direct na de bijeenkomst was er een evaluatiegesprek met de contactpersoon. Dit had als praktische reden dat het te veel tijd zou kosten om een nieuwe afspraak te maken vanwege de grote reisafstanden. 8 Zie bijlage 6 Evaluatieformulieren 22 mei 2006 20

Hoofdstuk 4: Resultaten Er zijn in totaal dertien bijeenkomsten geweest gedurende de periode maart 2004 tot en met oktober 2005. Elf vonden plaats in de verstandelijk gehandicaptenzorg, één in de geestelijke gezondheidszorg en één in een tbs-kliniek. Er zijn ruim 240 deelnemers bereikt met dit project. Doelstellingen Eerst staat weergegeven in hoeverre de werkdoelstellingen gehaald zijn. Daarna volgt een overzicht van de resultaten van de oorspronkelijke geformuleerde doelstellingen. De resultaten zijn gebaseerd op de evaluatiegegevens van de deelnemers en van de begeleiders. De gegevens zijn niet van alle bijeenkomsten gesystematiseerd volgens de vragen van het evaluatieformulier, omdat de formulieren pas ontwikkeld zijn toen er al enkele bijeenkomsten hadden plaatsgevonden. Van vier bijeenkomsten is alleen een beschrijvend verslag beschikbaar. Negen maal is geëvalueerd aan de hand van de vragen op de evaluatieformulieren. De gegevens uit de evaluatieformulieren laten een positief beeld zien. De waardering van de deelnemers is op alle onderdelen lovend tot zeer lovend. Zowel de inhoud van de middag, als de manier van discussiëren, de rol en de samenwerking van de begeleiders worden beoordeeld met goed; variërend van matig tot zeer goed. Nergens is slecht ingevuld. Aanvullende opmerkingen op de formulieren laten zien dat men het vaak heel leuk, leerzaam en zinvol vond. De structuur werd meestal als prettig en duidelijk ervaren, soms iets te gekunsteld. De inbreng van de inhoudsdeskundigen werd zeer gewaardeerd en ook de rol van de gespreksleiders komt er positief uit. Werkdoelstellingen De werkdoelstellingen zijn in alle bijeenkomsten consequent gevolgd. De vragen van de evaluatieformulieren waren gebaseerd op het toetsen van het behalen van die doelstellingen. Dit leverde een duidelijk beeld van de resultaten van het project. Welke mate van bewustzijn van ethische dimensies is er aanwezig? Tijdens de bijeenkomsten over de ethische vraagstukken van de dagelijkse zorg erkende iedereen dat men vaak geconfronteerd wordt met ethische kwesties. Uit de vele voorbeelden uit eigen praktijk bleek dat agogisch opgeleiden met zorgtaken zich zeker bewust zijn van de ethische aspecten van hun werk. Men vertelde dat deze zaken regelmatig gedeeld worden in de wandelgangen. Minder vaak gaat men met zo n dilemma naar de leidinggevende. Anderen zeiden dat ethische aspecten impliciet aan de orde komen bij cliëntbesprekingen en in het teamoverleg. Men realiseerde zich dat men dagelijks met ethische vragen te maken heeft. Iemand had op het evaluatieformulier ingevuld: Voor onze groep was het bewustzijn van de ethische aspecten van ons dagelijkse werk duidelijk aanwezig. Dit was de reden om ons aan te melden voor deze bijeenkomst. Welk belang hecht men aan ethische reflectie? De deelnemers gaven aan grote waarde te hechten aan ethische reflectie. Eén van hen meldde: Het moet zeker een plaats hebben en met regelmaat aan de orde komen. Op een schaal van 1 tot 10 werden drie vragen ingevuld. Daaruit kwam naar voren dat aandacht voor ethiek op de werkvloer een heel enkele keer een 7 scoorde. Dat was in de GGZ-bijeenkomst, verder lagen de scores overal hoger. Bij de waarde die men hecht aan aandacht voor ethiek, weren de 8, 9 en 10 even vaak ingevuld. Op grond daarvan kan gezegd worden dat eenderde veel waarde en eenderde zeer veel waarde hecht aan aandacht voor ethiek op de werkvloer. 22 mei 2006 21