σ = 1 λ 3,00 μm is: 3,00 x 10-4 cm σ = 1 cm / 3,00 x 10-4 cm= 3,33 10 3 cm -1

Vergelijkbare documenten
Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 8 UV-VIS spectrometrie bladzijde 1

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 11 Fluorimetrie bladzijde 1

Atoomfysica uitwerkingen opgaven

Colorimetrische bepaling van het kopergehalte van euromunten experiment 5+

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

Exact Periode 5.2. Licht

Stel je meet calcium bij 423 nm met een acethyleen-lucht vlam van 2400 K. Hoe groot is dan de verhouding N 1/N 0?

1. 1 Wat is een trilling?

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

b een oxiderende vlam te verkrijgen? Een oxiderende vlam bevat meer zuurstof dan voor de verbranding nodig is. Dus: meer zuurstof (lucht) toevoeren.

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).

VOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN

Exact periode 3.1 Dictaat exact blok

Meten en Maken 1. Toets Harris

Fysica 2 Practicum. De monochromator

(g) (g) (g) NH 3. (aq) + Cl - (aq)

CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES

Practicum 1: bepalen enzymactiviteit

Toets Spectroscopie. Maandag 26 oktober 2015, 9:00-12:00 uur Educatorium, Zaal Alfa. Lees dit eerst!

Uitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1

Tentamen Golven en Optica

Uitwerkingen 1. Opgave 1 Bij mist wordt het licht door de waterdruppeltjes weerkaatst. Opgave 2 Groter Kleiner. Opgave 3

Begripsvragen: Elektromagnetische straling

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10

Meten en Maken 1. Toets Herkansing Harris

MOLECULAIRE SPECTROFOTOMETRIE

Maandag 29 oktober 2012, 9-11 uur, Educatorium, Zaal Beta

5. Lineaire verbanden.

Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN

Meten en Maken 1. Toets Harris

Module 7 Analyse technieken Antwoorden

Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2

COLORIMETER Beschrijving B03581

Hoofdstuk1 Wat analisten willen..

Bepaling van concentratie nitriet in een monster met een. spectrofotometer

Lesbrief: Fluorescentie en ph

NATUURKUNDE - 5 VWO. e) Leg duidelijk uit waarom bij grote spanning de stroom constant wordt (RS in figuur 4.3)

Exact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen

Copyright. B.L.W. Visser bv. Infrarood temperatuurmeten: Special: 2 Kleuren of Ratio Pyrometer. Straling, convectie en geleiding:

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.

NATUURKUNDE PROEFWERK

Begeleide zelfstudie Golven en Optica voor N (3B440)

Infrarood temperatuurmeten:

Meten en Maken 1. TOETS HARRIS 2006: Donderdag 27 April 2006, uur uur

Wennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter.

natuurkunde vwo 2018-II

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Exact periode 3 Rechte lijn kunde

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-I

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de

Hertentamen Optica. 20 maart Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Uitwerkingen Hertentamen Optica

De Zon. N.G. Schultheiss

Muonen. Auteur: Hans Uitenbroek Datum: 5 februari Opleiding: VWO 6

Opgave 1. Opgave 2. b En bij een verbruik van 10 ml? Dan wordt de procentuele onnauwkeurigheid 2 x zo groot: 0,03 / 20 x 100% = 0,3% Opgave 3

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1

Kleurperceptie en kleur meten

gaan. Er wordt hierbij veel warmte ontwikkeld die voor vervorming van de kristallen zorgt. Door deze vervorming wordt radiële dubbelbrekendheid in

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Reflectie en breking. J. Kuiper. Transfer Database

SPECTROMETER 012 HANDLEIDING

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/

Correctievoorschrift Schoolexamen Moderne Natuurkunde

Bescherming van je lichaam tegen UV licht

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Inleiding Astrofysica College 2 15 september Ignas Snellen

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

3 Het Foto Elektrisch Effect. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Naam: Klas: Toets Holografie VWO (versie A) Opgave 1 Geef van de volgende beweringen aan of ze waar (W) of niet waar (NW) zijn. Omcirkel je keuze.

Meten en Maken 1. Herkansing Toets Harris

TEMPERATUURSTRALING Leg uit waarom je alleen metingen kunt doen aan temperatuurstraling als je meetinstrument kouder is dan het te meten voorwerp.

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 19 Gaschromatografie bladzijde 1

Je weet dat hoe verder je van een lamp verwijderd bent hoe minder licht je ontvangt. Een

Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen OPTICA voor BMT (3D010) 22 juni 1999, 14:00-17:00 uur

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 15 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 8

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A)

Moleculaire Absorptiespectrometrie. en zichtbaar licht

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Lichtsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

spectrometrie SPECTROSCOPISCHE DETECTIE IN DE VLOEISTOFCHROMATOGRAFIE Inleiding Theorie, Apparatuur, Interpretatie en Toepassingen: Deel IIIA

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?

Basic Creative Engineering Skills

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Technische Universiteit Eindhoven

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM

over de rol van licht in de vogelkweek

Frequentie = aantal golven per seconde op gegeven plek = v/λ = ν. Golflengte x frequentie = golfsnelheid

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 mei 2015

(B) L_- Tentamen optica en optisch waarnemen

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2002-II

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Transcriptie:

Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 1 Opgave 1 Oranje en groen licht vallen op een prisma (onder dezelfde hoek en in dezelfde richting). Welke kleur wordt het sterkst gebroken? Hoe korter de golflengte des te sterker de breking. Dus groen licht wordt sterker gebroken dan oranje. Opgave 2 Soms gebruiken we de grootheid golfgetal (ϭ). Dit is het aantal golven op 1 cm. Bereken het golfgetal (cm -1 ) van: a infrarood met λ = 3,00 μm σ = 1 λ 3,00 μm is: 3,00 x 10-4 cm σ = 1 cm / 3,00 x 10-4 cm= 3,33 10 3 cm -1 b infrarood met λ = 1250 nm σ = 1 λ 1250 nm is: 1,250 x 10-4 cm σ = 1 cm / 1,250 x 10-4 cm = 8,000 10 3 cm -1 c infrarood met f = 3,00 10 13 Hz λ = c f = 2,998 108 m/s / 3,00 10 13 Hz = 1,00 x 10-6 m 1,00 x 10-4 cm σ = 1 λ σ = 1 / 1,00 x 10-4 cm = 1,00 10 3 cm -1 d infrarood met f = 5,00 10 13 Hz λ = c f = 2,998 108 m/s / 5,00 10 13 Hz = 5,996 x 10-6 m 5,996 x 10-4 cm σ = 1 λ σ = 1 / 5,996 x 10-4 cm = 1,67 10 3 cm -1 Opgave 3 Bereken de golflengte in nm van: a infrarood met een golfgetal van 1800 cm -1 λ = 1 σ 1 / 1800 cm-1 = 5,556 x 10-4 cm 5,556 x 10-3 mm 5,556 x 10 3 nm cm mm: eenheid 10 x klein, getal ervoor: 10 x zo groot.

Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 2 mm nm: eenheid 1000000 x zo klein, getal ervoor: 1000000 x zo groot. b infrarood met een golfgetal van 500 cm -1 λ = 1 σ 1 / 500 cm-1 = 2,00 x 10-3 cm 2,00 x 10-2 mm 2,00 x 10 4 nm cm mm: eenheid 10 x klein, getal ervoor: 10 x zo groot. mm nm: eenheid 1000000 x zo klein, getal ervoor: 1000000 x zo groot. c ultra violet met f = 8,50 10 15 Hz λ = c f λ = 2,998 108 m/s / 8,50 10 15 Hz = 3,53 x 10-8 m 35,3 nm m nm: eenheid 10 9 x zo klein, getal ervoor: 10 9 x zo groot. d licht met f = 5,00 10 14 Hz λ = c f λ = 2,998 108 m/s / 5,00 10 14 Hz = 6,00 x 10-7 m 600 nm m nm: eenheid 10 9 x zo klein, getal ervoor: 10 9 x zo groot. Opgave 4 Bereken de frequentie van: a infrarood met een golfgetal van 750 cm -1 λ = 1 σ λ = 1 / 750 cm -1 = 1,333 x 10-3 cm 1,333 x 10-5 m f = 2,998 10 8 m/s / 1,333 x 10-5 m = 2,25 x 10 13 Hz b ultra violet met λ = 150 nm λ = 150 nm / 1 x 10 9 = 1,50 x 10-7 m f = 2,998 10 8 m/s / 1,50 x 10-7 m = 2,00 x 10 15 Hz c geel licht met λ = 550 nm λ = 550 nm / 1 x 10 9 = 5,50 x 10-7 m f = 2,998 10 8 m/s / 5,50 x 10-7 m = 5,45 10 14 Hz d röntgenstraling met λ = 2,00 nm λ = 2,00 nm / 1 x 10 9 = 2,00 x 10-9 m f = 2,998 10 8 m/s / 2,00 x 10-9 m = 1,50 10 17 Hz

Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 3 Opgave 5 Bereken de fotonenergie van: a infrarood met een golfgetal van 1550 cm -1 λ = 1 σ 1 / 1550 cm-1 = 6,452 x 10-4 cm 6,452 x 10-6 m f = 2,998 10 8 m/s / 6,452 x 10-6 m = 4,647 x 10 13 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 4,647 x 10 13 s -1 = 3,079 x 10-20 J Combineren van de formules is natuurlijker sneller. Bereken σ in golven per meter (m -1 ) en dan: E = h x c x σ σ = 1550 cm -1 155000 m -1 want: per meter 100 x zoveel golfjes als per cm! E = h x c x σ = 6,626 x 10-34 Js x 2,998 10 8 m/s x 155000 m -1 = 3,079 x 10-20 J b ultra violet met λ = 200 nm 200 nm = 2,00 x 10-7 m f = 2,998 10 8 m/s / 2,00 x 10-7 m = 1,50 x 10 15 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 1,50 x 10 15 s -1 = 9,93 x 10-19 J c rood licht met λ = 650 nm 650 nm = 6,50 x 10-7 m f = 2,998 10 8 m/s / 6,50 x 10-7 m = 4,61 x 10 14 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 4,61 x 10 14 s -1 = 3,06 x 10-19 J d blauw licht met λ = 450 nm 450 nm = 4,50 x 10-7 m f = 2,998 10 8 m/s / 4,50 x 10-7 m = 6,66 x 10 14 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 6,66 x 10 14 s -1 = 4,41 10-19 J e röntgenstraling met λ = 1,50 nm 1,50 nm = 1,50 x 10-9 m f = 2,998 10 8 m/s / 1,50 x 10-9 m = 1,999 x 10 17 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 1,999 x 10 17 s -1 = 1,32 10-16 J Opgave 6 Welke drie spectrale processen worden in de onderstaande energieschema s uitgebeeld?

Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 4 a Absorptie: in het energieschema wordt energie opgenomen. b Emissie: in het energieschema wordt energie afgestaan. c Absorptie + emissie: er wordt energie opgenomen en daarna weer afgestaan. Opgave 7 Welke spectrale processen worden in de volgende meetsituaties uitgebeeld? a monster detector Emissie: het monster stuurt straling naar de detector. Deze meet de emissie. b lichtbron monster detector Absorptie: er gaat straling van een lichtbron naar het monster daarna naar de detector, deze meet de overgebleven (niet geabsorbeerde) straling. c monster detector lichtbron Fluorescentie: er gaat straling van een lichtbron naar het monster, daarna gaat (haaks op de ingestraalde geabsorbeerde straling) emissie naar de detector, deze meet de door het monster geëmitteerde straling. Opgave 8 Bij afbeelding 7.14: a Hoe groot is de fotonenergie van de piek bij 525 nm? f = 2,998 10 8 m/s / 5,25 x 10-7 m = 5,71 x 10 14 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 5,71 x 10 14 s -1 = 3,78 10-19 J b Hoe groot is de fotonenergie van de vibratie-overgang behorend bij de pieken bij 545 en 525 nm? Voor λ = 545 nm:

Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 5 f = 2,998 10 8 m/s / 5,45 x 10-7 m = 5,50 x 10 14 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 5,50 x 10 14 s -1 = 3,64 10-19 J Het fotonenergieverschil behorend bij de twee pieken 545 nm en 525 nm: 3,78 10-19 J - 3,64 10-19 J = 1,4 x 10-20 J Opgave 9 Hoe groot is de transmissie van een lichtbundel die voor 5% wordt gereflecteerd en vervolgens voor 20% geabsorbeerd? Stel de invallende bundel op 100%. Na de reflectie van 5% is over: 95% Na de absorptie van 20% is over: 80% van 95% is: 76% Opgave 10 Een spectrometer heeft in het vlak van de uittreespleet een lineaire dispersie van 0,20 nm/mm. Hoe groot is de bandbreedte bij een spleetbreedte van 3,0 mm? Een lineaire dispersie van 0,20 nm/mm betekent: door een spleet van 1 mm breed gaat een bandbreedte van 0,20 nm. Een spleet van 3,0 mm laat dan door: 3,0 x 0,20 = 0,60 nm. Opgave 11 Een spectrometer geeft in het vlak van de uittreespleet een bandbreedte van 1,0 nm bij een spleetbreedte van 2,0 mm. Hoe groot is de lineaire dispersie (nm/mm)? Δλ/Δs = 1,0 nm / 2,0 mm = 0,50 nm/mm. Opgave 12 Rangschik de volgende stralingssoorten naar oplopende golflengte: a ultra-violet b infrarood c röntgen d zichtbaar licht

Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 6 kort - - c - a - d - b - - lang Opgave 13 Bereken van het gele natriumlicht van 589 nm de: a frequentie f = 2,998 10 8 m/s / 5,89 x 10-7 m = 5,09 x 10 14 Hz b fotonenergie E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 5,09 x 10 14 s -1 = 3,37 10-19 J Opgave 14 Hoe groot is de transmissie die een oplossing van KMnO 4 met een concentratie van 0,131 mmol/l veroorzaakt in een 1 cm cuvet als ε = 2300 L/mol.cm? logt = ε c l -logt = 2300 L/mol.cm x 1,31 x 10-4 mol/l x 1 cm = 0,3013 T = 10 -E = 10 0,3013 = 0,4997 = afgerond: 50,0% Opgave 15 Welke veranderingen in moleculen en of atomen veroorzaken absorptie van: a ultra-violet licht elektronenverplaatsing in atoom- en molecuulbanen b infrarood licht molecuultrillingen (vibraties) c zichtbaar licht elektronen d röntgenstraling elektronenverplaatsing in de binnen-schillen Opgave 16 Bereken de frequentie en de fotonenergie van: a ultra-violet licht van 200 nm (2,00 x 10-7 m)

Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 7 f = 2,998 10 8 m/s / 2,00 x 10-7 m = 1,50 x 10 15 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 1,50 x 10 15 s -1 = 9,93 10-19 J b infrarood licht van 3000 nm (3,000 x 10-6 m) f = 2,998 10 8 m/s / 3,000 x 10-6 m = 9,99 10 13 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 9,99 10 13 s -1 = 6,62 10-20 J c geel licht van 600 nm (6,00 x 10-7 m) f = 2,998 10 8 m/s / 6,00 x 10-7 m = 5,00 10 14 Hz E = h x f E = 6,626 x 10-34 Js x 5,00 10 14 s -1 = 3,31 10-19 J Opgave 17 Hoe groot is het golfgetal van: a infrarood licht van 1000 nm σ = 1 λ 1000 nm is: 1,000 x 10-4 cm σ = 1 / 1,000 x 10-4 cm= 1,000 10 4 cm -1 b infrarood licht van 2500 nm σ = 1 λ 2500 nm is: 2,500 x 10-4 cm σ = 1 / 2,500 x 10-4 cm= 4,000 10 3 cm -1 c infrarood licht van 5000 nm? σ = 1 λ 5000 nm is: 5,000 x 10-4 cm σ = 1 / 5,000 x 10-4 cm= 2,000 10 3 cm -1 Opgave 18 Op welke twee manieren kan de aanduiding energierijke straling worden uitgelegd? Straling heeft intensiteit, dat is de hoeveelheid straling, de hoeveelheid fotonen. Straling heeft ook fotonenergie, dat is dus de energie van één foton of lichtkwant. Opgave 19 Bij de spectrometrische bepaling van ammoniak volgens de indofenolmethode worden bij 625 nm de extincties gemeten van een reeks standaarden. De standaarden worden verkregen door oplossen van 100 mg NH 4Cl tot 1000 ml. Hieruit wordt 25,00 ml gepipetteerd en verdund tot 250 ml. Uit deze verdunning wordt achtereenvolgens 5, 10, 15, 20 en 25 ml verdund tot 100 ml. Van deze standaarden worden, bij één cm lichtweg, de

Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 8 volgende exticties gemeten: 0,125; 0,243; 0,380; 0,488 en 0,620. Bepaal de molaire extinctiecoëfficiënt ε Bedenk: E = ε c l c Bereken de concentratie in mol/l en bereken ε = E voor een meetpunt. c en met constante cuvet-lengte van l = 1,00 cm: ε = E Om de juiste concentratie(s) te berekenen van de meetoplossingen is het goed een schema te tekenen: Bereken ΔE/ Δc voor bijvoorbeeld de hoogste waarde: E = 0,620 met c = 4,67 x 10-5 mol/l. De blanco is ingesteld op 0,00 dus: ε = ΔE/ Δc = 0,620 / 4,67 x 10-5 = 1,33 x 10 4 (L/molcm) Een betere waarde krijg je als je alle meetpunten gebruikt. Dat kan door middel van lineaire regressie. ε is de richtingscoëfficiënt van de rechte door de meetpunten in de grafiek (het diagram) van c (mol/l) op de X-as en E op de Y-as. Je gebruikt hiervoor bijvoorbeeld excel, zie onderstaand resultaat. We vinden nu: 1,322 10 4 L/mol cm

Extinctie Uitwerkingen van de opgaven uit: Hoofdstuk 7 Analytische spectrometrie bladzijde 9 c (mol/l) E 0,00E+00 0,000 9,35E-06 0,125 1,87E-05 0,243 2,80E-05 0,380 3,74E-05 0,488 4,67E-05 0,620 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 Bepaling ammoniak E = 13223 c + 0,0003 0 0,00E+00 1,00E-05 2,00E-05 3,00E-05 4,00E-05 5,00E-05 c (NH4Cl) mol/l Opgave 20 Voor een spectrometrische blanco wordt achtereenvolgens gemeten: 0,000; 0,003; 0,005; -0,002; 0,001; -0,003; 0,003; 0,003; -0,002; 0,005. Bepaal de detectiegrens en de bepalingsgrens in mol/l. Deze vraag is niet correct. De gegevens zijn als blanco-signaal gegeven. Bijvoorbeeld extincties. De concentratie kun je natuurlijk alleen berekenen als je ook het verband tussen concentratie en signaal kent Bijvoorbeeld: S = ΔX / Δc S is dan de gevoeligheid of richtingscoëfficiënt, X het signaal (bijvoorbeeld Ectinctie) en c de concentratie. Beste antwoord hier is: s b = 0,0029 signaal dat bij de detectiegrens hoort: 3 x s b dus: 0,009 signaal dat bij de bepalingsgrens hoort: 9 x s b dus: 0,026