34 blok 5 C 1 Hoeveel knikkers? 2 bonken kosten evenveel als 5 krieltjes. In je knikkerzak zitten 1050 knikkers. Je hebt net zoveel uitgegeven voor de bonken als voor de krieltjes. Er zitten 750 krieltjes in de knikkerzak. Er zitten 300 bonken in de knikkerzak. C 2 De markt. Gebruik je liniaal. 1 hokje = 1 m 2 a Hoe lang is de markt? 68 m b Hoe breed is de markt? 16 m c Wat is de oppervlakte van de markt? 68 16 = 1088 m 2 d Op de markt staan 6 rijen van 15 kramen. Eén kraam is 1 m bij 4 m. Er staan steeds 3 kramen naast elkaar. Dan is er een tussenruimte van 2 meter. Dan staan er weer 3 kramen, enzovoort. Teken de kramen. e Teken nu zelf een nieuwe indeling. Er moeten zoveel mogelijk kramen op de markt komen. De paden tussen de kraampjes moeten minimaal 2 m zijn. Er staan 17 6 = 102 kramen.
35 C 3 Spijkerbroeken in de aanbieding. Welke aanbieding is het goedkoopst? Kleur het vakje. SPIJKERBROEKEN: 56 2e broek halve prijs! 2 broeken = 84 Bij aankoop van 2 spijkerbroeken à 60 25% KORTING! 2 broeken = 90 2 spijkerbroeken halen, 1 betalen. PRIJS 80 2 broeken = 80 C 4 C 5 Eerlijk verdelen. Hoeveel krijgt ieder? a 252 cent. Ieder krijgt 1 3. Dat is 84 cent. b 352 snoepjes. Ieder krijgt 1 8. Dat zijn 44 snoepjes. c 497 potloden. Ieder krijgt 1 7. Dat zijn 71 potloden. d 474 knikkers. Ieder krijgt 1 6. Dat zijn 79 knikkers. Tovervierkant. a In dit tovervierkant staan de getallen 1 tot en met 16. Vul de ontbrekende getallen in. b Wat is de som van alle getallen? 136 c Wat is de som van de 4 getallen op een rij? 34 d Hoe reken je? 136 : 4 = 34 16 3 2 13 5 10 11 8 9 6 7 12 4 15 14 1 C 6 Aquariums. De dierenwinkel verkoopt drie soorten aquariums. 1 2 3 40 cm 25 cm 30 cm 22 cm 30 cm 40 cm a Welk aquarium is het grootst? Aquarium 1. b Welk aquarium is het kleinst? Aquarium 3. 20 cm c Elk aquarium wordt met water gevuld. 1 liter water weegt 1 kg. Elk aquarium wordt voor 3 4 deel gevuld. Hoeveel kg water zit er in elk aquarium? Aquarium 1: 19,8 kg Aquarium 2: 15 kg Aquarium 3: 11,25 kg d Hoe heb je gerekend? 40 x 30 x 22 = 26400. Dit is 26,4 liter. 3 4 Deel is 19,8 liter en kg. 20 cm 25 cm
36 blok 5 C 7 De grootste gemene deler. a Zoek alle delers van 48 en 60. 48 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12, 16, 24, 48 60 1, 2, 3, 4, 5, 6, 10, 12, 15, 20, 30, 60 Welke delers hebben beide getallen hetzelfde of gemeenschappelijk? 1, 2, 3, 4, 6, 12 De grootste hiervan is 12. Deze grootste deler heet ook wel de grootste gemene deler. b 32 1, 2, 4, 8, 16, 32 56 1, 2, 4, 7, 8, 14, 28, 56 Grootste gemene deler van 32 en 56 8. c 24 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12, 24 48 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12, 16, 24, 48 96 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12, 16, 24, 32, 48, 96 Grootste gemene deler van 24, 48 en 96 24. e 17 1, 17 51 1, 3, 17 85 1, 5, 17, 85 Grootste gemene deler van 17, 51 en 85 17. f Bedenk zelf 2 getallen waarvan de grootste gemene deler 8 is. Meer antwoorden, bijvoorbeeld 32 en 56 C 8 Een kleurig mozaïekvloertje. Je hebt 5 setjes van 5 rode, gele, blauwe, e en witte tegels. Deze tegels moeten in een vloertje van 5 bij 5 meter worden gelegd. In elke horizontale, verticale en diagonale (schuine) rij moet steeds een ander kleur tegel liggen. 1 2 3 4 5 4 5 1 2 3 2 3 4 5 1 5 1 2 3 4 Meer antwoorden. 1 = geel 2 = blauw 3 = rood 4 = wit 5 = 3 4 5 1 2
37 C 9 De valse gouden dukaat. De koning heeft 15 gouden dukaten. 1 van die dukaten weegt minder dan de andere dukaten en is dus vals. De koning mag de weegschaal maar 3 keer gebruiken om erachter te komen welke dukaat vals is. Hoe moet hij dat doen? 1. Nummer eerst alle dukaten en verdeel ze in groepjes van 5. 2. Weeg de dukaten 1, 2, 3, 4 en 5 en 6, 7, 8, 9 en 10 tegen elkaar. Er zijn 2 mogelijkheden: a. De balans is in evenwicht. De lichte dukaat zit in de nummers 11, 12, 13, 14 en 15. Weeg de nummers 11, 12 en 13, 14 tegen elkaar. Is er evenwicht, dan is dukaat 15 vals munt (2x wegen). Is die niet in evenwicht, dan ligt de valse dukaat aan de kant waar het schaaltje het hoogst is. Weeg deze 2 dukaten. De valse dukaat ligt op de hoogste schaal (3x wegen). b. De balans is niet in evenwicht. De dukaat ligt aan de kant waar de schaal het hoogst is, bijvoorbeeld 6, 7, 8, 9 en 10. Ga verder te werk zoals beschreven bij a. C 10 Een driehoek van 65. a Zet de getallen 13 tot en met 21 in de rondjes van deze driehoek. De som van de getallen in elke rij moet 65 zijn. b Kun je nog een andere oplossing bedenken? Ja, door draaien en spiegelen. 15 19 20 18 16 13 21 17 14
38 blok 5 C 11 Een Arabisch tegelpatroon. geel geel geel a Kleur in het patroon 2 vijfhoeken geel. b Kleur in het patroon 2 zeshoeken. c Kijk goed naar het patroon. Waar ligt het volgende paar vijfhoeken? Teken de 2 vijfhoeken. d Waar ligt het volgende paar zeshoeken? Teken de 2 zeshoeken. C 12 Een hexagram. Teken deze driehoek na op een apart blaadje. Knip de zes driehoeken uit en leg de volgende fi guren. Teken in de fi guren hoe je de stukken hebt gelegd. 1 2
39 C 13 Het geboortekaartje. Juf Rianne heeft een baby gekregen. De lengte van baby Isis moet nog worden ingevuld op het geboortekaartje. Juf Rianne vertelt. De lengte van baby Isis en de lengte van papa Roy is samen 2 m 30. De lengte van mama Rianne en de lengte van baby Isis is samen 2 m 20. De lengte van mama Rianne en de lengte van papa Roy is samen 3 m 50. a De lengte van baby Isis is 50 cm. b De lengte van mama Rianne is 170 cm. c De lengte van papa Roy is 180 cm. Geboren: Isis Gewicht: 3500 gr. Lengte: Mama: Rianne Papa: Roy C14 Beschuit met muisjes. Na de geboorte van baby Isis trakteert juf Rianne. Ze wil een aantal dingen weten. Reken dat uit op een slimme manier zonder alles te tellen. a Op een beschuit gaan ongeveer Meer antwoorden. muisjes. b In een pak zitten ongeveer Meer antwoorden. muisjes. c Er zitten 30 kinderen in de klas. Als iedereen een beschuit met muisjes krijgt, heeft ze ongeveer Meer antwoorden. muisjes nodig. C 15 Driehoeken van lucifers. Jordy maakt driehoeken van lucifers. Hoeveel lucifers heeft hij nodig om 100 driehoeken te maken? 201 C16 Reken uit. a Hoeveel dagen zijn er samen in de jaren 1914, 1915, 1916 en 1917? 1461 dagen b 92 x 12 1 2 = 1150 c 1 cl = 0,01 dm 3 d Een boer gaat naar de markt met 1600 eieren. 1200 eieren zijn kippeneieren. De rest zijn eendeneieren. Hoeveel % zijn eendeneieren? 25%
40 blok 5 C17 Prijzenfestival. Vul in. Sokken 4 paar voor 30 2 broeken zijn 2 keer zo duur als 3 blouses. 2 broeken zijn 3 keer zo duur als 4 paar sokken. 2 broeken kosten evenveel als 6 blouses. 2 broeken kosten evenveel als 12 paar sokken. 1 broek kost evenveel als 3 blouses. 1 broek kost evenveel als 6 paar sokken 1 broek kost 45. 1 blouse kost 15. 1 paar sokken kost 7,50. C18 Kijk en vergelijk. a Waarom horen de plaatjes links bij elkaar? Je ziet steeds 4 delen, 4 strepen, 4 hoeken enzovoort. b En waarom horen de plaatjes rechts bij elkaar? Je ziet steeds 3 delen, 3 strepen. 3 hoeken enzovoort.
41 C19 Tovervierkant. a Zet de volgende 6 getallen in het tovervierkant, zodat alle getallen erin staan. Ze mogen van links naar rechts of van boven naar beneden voorkomen. 7748 5788 5887 5787 7878 8884. 4 5 5 7 5 7 8 7 8 8 8 4 7 8 7 8 b Los het nog eens op een andere manier op. 4 5 8 7 5 7 8 8 5 8 8 7 7 7 4 8 c Op hoeveel manieren kun je dit oplossen? 2 manieren C20 Hoeveel vierkante centimeter zijn deze figuren? 1 hokje = 1 cm 2 a b c d 12 cm 2 25 cm 2 24 cm 2 28 cm 2 C21 Tel verder met sprongen van 225. a 1000 1225 1450 1675 1900 b 1226 1451 1676 1901 2126 c 1500 1725 1950 2175 2400 d 1 226 451 676 901