Instandhouding rijksmonumenten en beschermde stadsgezichten Gemeente Maasgouw



Vergelijkbare documenten
Erfgoedinspectie De heerj.r.m. Magdelijns Postbus BL DEN HAAG

Toezichtskader Instandhouding beschermde stads- en dorpsgezichten

Instandhouding rijksmonumenten Gemeente Haarlem

Verslag bespreking gemeente Oudewater over de inspectie instandhouding monumentenzorg

Instandhouding rijksmonumenten en beschermde stadsgezichten. Gemeente Groningen

Instandhouding rijksmonumenten en beschermd stadsgezicht. Gemeente Schoonhoven

Toezichtskader Instandhouding Rijksmonumenten

Instandhouding rijksmonumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten Gemeente Brielle

Monitor. Erfgoedinspectie. Monumenten en Archeologie

26 juni 2012 ons kenmerk 05 juni 2012 behandeld door doorkiesnummer

Instandhouding beschermde stadsen dorpsgezichten Gemeente Goes

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Erfgoedinspectie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Erfgoedverordening Amsterdam

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Nr Houten, 1 november 2005

Instandhouding rijksmonumenten Gemeente Sint-Michielsgestel

PRAKTIJKPRESENTATIE ERFGOEDHUIS ZUID-HOLLAND BELANGENBEHARTIGING ARCHEOLOGIE EN HANDHAVING DOOR BEVOEGD GEZAG

Inspectierapport. Instandhouding rijksmonumenten Gemeente Veere

Erfgoedinspectie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

Jaarverslag Monumentencommissie Gemeente Drimmelen

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

Hoofdstuk 1. Algemeen

Monitor gemeenten monumenten en archeologie

Instandhouding beschermd stadsgezicht Gemeente Harlingen

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

wijzigingstabel Erfgoedverordening gemeente Wassenaar WORDT

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Erfgoedinspectie Ministerie van Onderwijs, Cuituuren Wetenschap

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

Van rijkswege beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en de archeologische monumentenzorg na invoering Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Bijlage 1. Voorgestelde wijzingen

Bescherm monumenten en erfgoed. Remon Aarts, Wim Canninga Ruimtelijke Expertise / Omgevingskwaliteit Dinsdag 18 april 2017

overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen;

Instandhouding rijksmonumenten Gemeente Vianen

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

Erfgoedinspectie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Gemeente Vaals. Instandhouding rijksmonumenten en beschermde dorpsgezichten. Inspectierapport

Bescherming bouwhistorie monumenten 2e groep

Omgevingswet en Erfgoedwet: een nieuw kader voor cultureel erfgoed

Instandhouding beschermd stadsgezicht Gemeente Roermond

Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed

Notitie Monumentenbeleid

Informatiebrochure provinciale monumentenlijst Drenthe voor eigenaren gebouwde monumenten voor Monumenten vertellen het verhaal van Drenthe

De raad van de gemeente Grave

Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

Instandhouding beschermde stads- en dorpsgezichten Gemeente Kampen

MONUMENTENVERORDENING 2006

Instandhouding rijksmonumenten Gemeente Oudewater

Boxtel ontleent van oudsher een specifieke rol aan zijn ligging. Op een kruispunt van wegen tussen drie steden, op een verhoogde

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Nota van B&W. Onderwerp Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Instandhouding Rijksmonumenten Gemeente Maarssen Inspectierapport

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK)

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Jaarverslag monumenten

Instandhouding rijksmonumenten Gemeente Bronckhorst

Bij de aanvraag om vrijstelling heeft het MFB een ruimtelijke onderbouwing gevoegd. In aanvulling hierop melden wij u het volgende:

1. In te trekken de Erfgoedverordening 2013 gemeente Bronckhorst. 2. Vast te stellen de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst.

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

^102^6. ^ gemeentes LU is. Aan Erfgoedinspectie. t.a.v. de heer drs. J.R.M. Magdelijns. Postbus BL 'S-GRAVENHAGE. Geachte heer Magdelijns,

30 MEI 2017 CULTUREEL ERFGOED EN DE OMGEVINGSWET

Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen

verzoek om vrijstelling voor het verbouwen van een voormalige griendkeet tot vakantiewoning aan de Hamseweg te Hooge Zwaluwe.

Monumenten in de gemeente Katwijk

Raadsvergadering d.d. 2 maart Voorstel nr.: 17/06.

Instandhouding rijksmonumenten Gemeente Sittard-Geleen

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Uiteindelijk neemt het gemeentebestuur overwegende de drie adviezen het besluit een vergunning te verlenen of te weigeren.

Onderwerp: Zaaknummer , Boskampsbrugweg 2, Havelte, voormalig gemeentehuis, zienswijze.

ROMA-bijeenkomst 23 maart 2017 CULTUURHISTORIE IN DE OMGEVINGSVISIE. Martin van Bleek adviseur cultuurhistorie

Monumenten in Midden-Delfland

rapportage Toezichtinformatie 2014

Instandhouding rijksmonumenten en aanwijzing beschermd gezicht

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat?

Raadsvoorstel 21. Gemeenteraad. Vergadering 1 maart Onderwerp : Erfgoedverordening Helmond 2011

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Kleurrapportage Monitor Noordoostpolder

Transcriptie:

Instandhouding rijksmonumenten en beschermde stadsgezichten Erfgoedinspectie Juni 2012

2 Erfgoedinspectie

Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 11 2 Kenschets gemeente Maasgouw 13 2.1 Kengetallen 16 2.2 Actoren 17 3 Bevindingen en aanbevelingen 19 3.1 Domein resultaten 19 3.2 Domein effectiviteit 20 3.3 Domein waarborg 31 Bijlage 1: Geraadpleegde documenten 39 Bijlage 2: Werkmethodiek 41 Bijlage 3: Toezichtskaders 43 Bijlage 4: Afkortingen 51 Thorn, het witte stadje, één van de kernen van Maasgouw. 3 Erfgoedinspectie

4 Erfgoedinspectie

Samenvatting De Erfgoedinspectie heeft de monumentenzorg binnen de gemeente Maasgouw getoetst op basis van het Toezichtskader Instandhouding rijksmonumenten en het Toezichtskader beschermde stads- en dorpsgezichten (zie bijlage 3). In het kader van een gecombineerde inspectie naar de instandhouding van rijksmonumenten en beschermde gezichten zijn gesprekken gevoerd met verschillende actoren die zich bezig houden met de monumentenzorg en is een rondgang door de gemeente gemaakt waarbij de beschermde stadsgezichten van Thorn, Stevensweert en Wessem werden bekeken. Tevens zijn in het kader van de reality check zes rijksmonumenten en drie projecten in de beschermde gezichten bezocht. Van alle ingrepen zijn ook de bijbehorende dossiers bekeken. Tevens zijn alle relevante beleidsdocumenten van de gemeente opgevraagd en bestudeerd. Tijdens de diverse gesprekken die gedurende het inspectieonderzoek zijn gevoerd, is gemeld dat sinds de fusie op 1 januari 2007 van de gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn tot de gemeente Maasgouw en met name vanaf 2008 sprake zou zijn van een stijgende lijn in de gemeentelijke monumentenzorg. In dat laatste jaar heeft de gemeente gekozen voor een andere inzet voor monumentenzorg. De Erfgoedinspectie heeft dit tijdens haar onderzoek kunnen verifiëren aan de hand van diverse recente voorbeelden. Daar waar dat aan de orde is, zal dit in het rapport zoveel mogelijk worden aangegeven. Op basis van haar inspectie heeft de Erfgoedinspectie de indruk dat bovenvermelde verbetering van de monumentenzorg die in de loop van 2008 is ingezet, in ieder geval wat het gemeentelijke beleid en de advisering door de monumentencommissie betreft, zijn vruchten heeft afgeworpen. In 2007 is een startnota monumentenbeleid vastgesteld waarin een aantal belangrijke actiepunten voor de gemeentelijke monumentenzorg is benoemd. Het betreft de opstelling van een gemeentelijke monumentenlijst, de instelling van een professionele monumentencommissie, de totstandkoming van een Erfgoedverordening en actueel erfgoedbeleid. In 2007 is de huidige monumentencommissie aangetreden en deze werkt professioneel en transparant. De verordening op deze commissie is adequaat en regelt een aantal belangrijke zaken. In 2010 trad tevens de nieuwe Erfgoedverordening in werking. Deze is gebaseerd op de modelverordening van de VNG en werkt goed. Ten tijde van de inspectie was de gemeente bovendien bezig met het opstellen van het nieuwe Erfgoedbeleid. Positief is ook dat de gemeente de maatschappelijke meerwaarde van haar monumenten ziet en inzet voor toerisme en bij evenementen als de Open Monumentendag. Hierbij 5 Erfgoedinspectie

moet wel worden aangetekend dat economische belangen soms boven cultuurhistorische belangen worden gesteld, ook waar dat prima had kunnen samengaan. En ten slotte heeft de Erfgoedinspectie geconstateerd dat de informatievoorziening in het kader van planprocedures goed functioneert. De medewerker monumentenzorg kent de procedures en relevante financiële regelingen en initiatiefnemers voelen zich goed geholpen. Het vooroverleg dat sinds de inwerkingtreding van de Wabo in 2010 is ingesteld, bevordert de totstandkoming van deugdelijke plannen. die zowel aan de wensen van de eigenaren tegemoet komen als rekening houden met de monumentale waarden. Op het gebied van de planbehandeling en uitvoering van werkzaamheden aan rijksmonumenten heeft de Erfgoedinspectie echter geconstateerd dat de gemeente uit een diep dal komt en dat verdere verbetering dan tot nu toe heeft plaatsgevonden, noodzakelijk is. De Erfgoedinspectie baseert zich bij die conclusie enerzijds op haar bevindingen aan de hand van haar reality check waarvan de meeste procedures tot in 2008 hebben geduurd en anderzijds op meer actuele situaties die zij heeft kunnen verifiëren. De afhandeling van de vergunningsprocedures was tot in 2008 ronduit inadequaat en chaotisch te noemen waarbij veel termijnen werden overschreden en de toenmalige Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (RCE) herhaaldelijk verkeerd is geïnformeerd waardoor zij haar adviestaak niet goed kon uitoefenen. Sinds 2008 is er al veel verbeterd, ook in de contacten met de RCE. Wat betreft het toezicht en de begeleiding van plannen moet de Erfgoedinspectie concluderen dat restauratietechnische kennis bij de gemeente ontbreekt. Dat heeft tot gevolg dat de gemeente haar taak conform artikel 16 van de Monumentenwet 1988 wat betreft het begeleiden van restauraties en verbouwingen van monumenten niet goed kan uitoefenen. Dat is bevestigd bij een aantal objecten uit de reality check. Het gebrek aan deskundigheid heeft bij een aantal rijksmonumenten tot verlies van monumentale waarden geleid. De deskundigheid wat betreft de overige aspecten van de monumentenzorg is goed ontwikkeld, maar slechts bij één medewerker belegd. Dit maakt het kwetsbaar en het opleiden of aantrekken van een geschoolde medewerker toezicht, zoals niet ongebruikelijk is in gemeenten met een gelijkwaardig aantal monumenten, kan zowel het gebrek aan restauratietechnische deskundigheid als de kwetsbaarheid oplossen. 6 Erfgoedinspectie

Op enkele locaties in de gemeente bevinden zich rijksmonumenten waarvan de bouwkundige staat tengevolge van verwaarlozing door de eigenaar, snel slechter wordt. Ook hierdoor zijn inmiddels monumentale waarden verloren gegaan. Ten tijde van de inspectie meldde de gemeente dat zij deze eigenaren wil aanschrijven. Overigens zijn monumenten in het laatste Integraal toezichten handhavingsprogramma 2011 niet meer als prioriteit opgenomen wat in het handhavingsbeleid daarvoor wel zo was. De Erfgoedinspectie heeft geconstateerd dat de zorg voor de rijksmonumenten door de gemeente Maasgouw weliswaar sinds 2008 steeds meer serieus wordt genomen en verder verbetert, maar dat de aandacht voor de cultuurhistorische waarden in de drie beschermde stadsgezichten voor verbetering vatbaar is. Zo wordt bij rijksmonumenten, wanneer dat aan de orde is, bouwhistorisch onderzoek gevraagd en uitgevoerd, maar dat is bij grootschalige ingrepen in de beschermde gezichten niet het geval. Er wordt ook geen nader cultuurhistorisch onderzoek verricht ten behoeve van de nieuwe bestemmingsplannen van die gezichten. De gemeente is sinds 1 januari 2012 conform artikel 3.1.6. Bro verplicht om in al haar bestemmingsplannen aan te geven hoe zij rekening houdt met de aanwezige cultuurhistorische waarden en dat kan alleen door inzicht. Hiervoor zou de gemeente de niet vastgestelde cultuurhistorische waardenkaarten die recent zijn opgesteld, kunnen inzetten. Het gebrek aan voldoende aandacht voor cultuurhistorische waarden is opmerkelijk omdat de gemeente beschikt over cultuurhistorische deskundigheid. Deze deskundigheid wordt volgens de gemeente ook benut, maar de Erfgoedinspectie heeft dit niet geconstateerd. Extra risicovol voor de cultuurhistorische waarden van de beschermde stadsgezichten, is het feit dat de gemeente al jaren niet beschikt over een afgeronde en vastgestelde welstandsnota met gebiedsbeschrijvingen. De gemeente werkte echter ten tijde van de inspectie aan zowel de erfgoednota als de welstandsnota, waarbij het de bedoeling is dat deze grote samenhang gaan vertonen. Ten slotte is tijdens de inspectie duidelijk gebleken dat de dossiers van de objecten en projecten uit de reality check niet compleet zijn. Relevante stukken ontbreken en de dossiers zijn niet altijd goed raadpleegbaar. De Erfgoedinspectie concludeert dat de monumentenzorg in Maasgouw wat betreft een aantal aspecten van de monumentenzorg goed is georganiseerd, maar dat de planbehandeling en uitvoering voor rijksmonumenten beter moeten worden gewaarborgd. Daarnaast spelen de cultuurhistorische waarden in de rijksbeschermde stadsgezichten nauwelijks een rol en dit zal eveneens 7 Erfgoedinspectie

moeten worden verbeterd. Daarom heeft de Erfgoedinspectie in dit rapport een aantal aanbevelingen opgenomen. Overzicht van de belangrijkste aanbevelingen aan de gemeente: Aanbevelingen: Onderzoek Vraag bij grootschalige restauraties van monumenten en bij ingrijpende ruimtelijke ontwikkelingen in het beschermde gezicht om een bouw- cq. cultuurhistorisch onderzoek en hanteer uitgangspunten om te bepalen wanneer bouwhistorische onderzoek moet plaatsvinden. Daarvoor kunnen de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek: lezen en analyseren van cultuurhistorisch erfgoed uit 2009 worden gebruikt alsmede, na afronding de uitgangspunten voor cultuurhistorisch onderzoek die op dit moment door de RCE worden ontwikkeld. Zorg ervoor dat de uitkomsten van dergelijke onderzoeken worden meegenomen bij de planvorming. Bestemmingsplannen Geef in elk nieuw bestemmingsplan conform het op 1 januari 2012 inwerking getreden artikel 3.1.6. Bro aan, hoe de gemeente rekening houdt met de aanwezige cultuurhistorische waarden. Stel de afgeronde cultuurhistorische waardenkaarten van de gemeente Maasgouw zo snel mogelijk op alle facetten vast, zodat deze bij bestemmingsplannen in het kader van artikel 3.1.6. Bro alsmede bij ruimtelijke ontwikkelingen als onderlegger kunnen dienen. Planvorming Stimuleer in het kader van het vooroverleg dat bij de planvorming rekening wordt gehouden met de monumentale waarden van het rijksmonument. Planbehandeling Blijf investeren in goede vergunningprocedures bij rijksmonumenten en beschermde stadsgezichten zodat dit verder verbetert. Laat de cultuurhistorische waarden bij projecten in de beschermde stadsgezichten kaderstellend zijn en weeg die waarden volwaardig mee in de vergunningprocedure. 8 Erfgoedinspectie

Advisering Betrek de RCE eerder bij planprocessen waar cultuurhistorische inbreng aan de orde is, bijvoorbeeld met behulp van ambtelijk en/of bestuurlijk overleg. Spreek met zowel de monumentencommissie als de RCE af hoe wordt omgegaan met historische waarden. Kennis Zorg dat de restauratietechnische kennis bij de gemeente op zo n niveau wordt ingevuld dat de gemeente haar taak conform artikel 16 van de Monumentenwet 1988 wat betreft het begeleiden van restauraties en verbouwingen van monumenten voldoende kan uitoefenen. Beleid Rond de erfgoednota en de daarmee samenhangende welstandsnota zo snel mogelijk af zodat voor burgers duidelijk is waar de gemeente Maasgouw wat betreft monumentenzorg en ruimtelijke kwaliteit in beschermde gezichten voor staat. Toezicht en handhaving Zorg dat het toezicht op de cultuurhistorische waarden in evenwicht wordt gebracht met het toezicht op andere gebieden. Neem toezicht en handhaving van monumenten en bouwprojecten in de beschermde gezichten op in de handhavingsprogramma's. Treed proactief handhavend op in die gevallen waarbij door gebrek aan voldoende onderhoud voor de instandhouding van monumenten gevreesd moet worden. Documentatie Zorg voor een juiste dossiervorming zodat de relevante stukken aanwezig en raadpleegbaar zijn. 9 Erfgoedinspectie

10 Erfgoedinspectie

1 Inleiding Nederland kent bijna 51.000 rijksmonumenten en ruim 400 rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten die door het Ministerie van OCW, en wat betreft de stadsgezichten ook door het Ministerie van IenM, zijn aangewezen op grond van hun cultuurhistorische waarde. In de Memorie van Toelichting op de Monumentenwet 1988 wordt het begrip cultuurhistorische waarde omschreven als: de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt. De Erfgoedinspectie ziet toe op de naleving van de Monumentenwet 1988 en neemt daarbij de omgang met de cultuurhistorische waarden als uitgangspunt. Doel van de inspectie is het bereiken van een kwaliteitsverbetering van de monumentenzorg en de zorg voor de beschermde gezichten in de betreffende gemeenten. Daarbij gaat het om de juiste balans tussen de noodzakelijke vitaliteit en de bijzondere historische waarden. Dit rapport gaat over de inspectie die de Erfgoedinspectie heeft uitgevoerd naar de omgang met de rijksmonumenten en de beschermde stadsgezichten van de gemeente Maasgouw; de archeologie komt hierbij zijdelings aan de orde. De inspectiebezoeken vonden plaats op 28 en 29 november 2011. (bron: Wikipedia) In deze inspectie ligt de focus op instandhouding ; daarvoor is de gemeente de belangrijkste geïnspecteerde. De gemeente heeft immers ingevolge de Monumentenwet 1988 de eerstelijns taken en bevoegdheden op het gebied van de instandhouding van rijksmonumenten en beschermde gezichten. Naast het gemeentebestuur en zijn medewerkers spelen ook andere betrokkenen een rol. Zo vinden gesprekken plaats met de monumentencommissie, met de regioconsulenten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, met historische verenigingen en met initiatiefnemers van restauraties of wijzigingen van rijksmonumenten of van bouwprojecten in een beschermd gezicht. De 11 Erfgoedinspectie

gemeente wordt dus niet alleen geïnspecteerd als bestuurlijke eenheid, maar vooral als entiteit, als gebied waarbinnen verschillende betrokkenen actief zijn. Het betrokken gemeentebestuur krijgt met dit inspectierapport inzicht in de kwaliteit van de monumentenzorg en die van de zorg voor de beschermde gezichten ten tijde van het inspectieonderzoek. Het rapport kan worden gebruikt om betrokkenen te informeren, beleid bij te stellen en interne verbeteringen uit te zetten. Op deze wijze wil de Erfgoedinspectie de gemeente stimuleren een kwalitatief monumentenbeleid te voeren. Tevens worden de gegevens van alle gemeentelijke inspectierapporten gebruikt om de verantwoordelijke bewindspersoon te informeren over de algemene stand van zaken rond de monumentenzorg in ons land. Leeswijzer Het document is als volgt opgebouwd: hoofdstuk 2 gaat in op het profiel van de gemeente, inclusief een beschrijving van de actoren die in die gemeente werkzaam zijn. In hoofdstuk 3 worden de bevindingen met betrekking tot beleid en uitvoering uitgewerkt per domein. Per onderdeel worden waar mogelijk aanbevelingen ter verbetering gedaan. Deze aanbevelingen zijn gericht aan de gemeente, omdat daar de mogelijkheden en de bevoegdheden liggen om de verbeterpunten uit te voeren en/of te coördineren. Alleen onder de paragraaf Advisering zijn de aanbevelingen niet alleen aan de gemeente maar ook aan het betreffende adviesorgaan gericht. Het document wordt afgerond met een viertal bijlagen: een overzicht van geraadpleegde documenten, een beschrijving van de werkmethodiek, de toezichtskaders die zijn gehanteerd bij de inspectie, en een lijst met gebruikte afkortingen. 12 Erfgoedinspectie

2 Kenschets gemeente Maasgouw In dit hoofdstuk wordt de situatie in de gemeente Maasgouw beschreven voor zover deze van toepassing is op de monumentenzorg. Naast een korte ruimtelijk-historische beschrijving van het grondgebied van de gemeente wordt in kengetallen en in een opsomming van actoren een beeld gevormd van de belangrijkste randvoorwaarden voor de monumentenzorg in Maasgouw. Maasgouw is de naam van de gemeente die op 1 januari 2007 is ontstaan na de fusie van de gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn. De naam Maasgouw is een samenvoeging van Maas en gouw. De Maas is de rivier die de drie gemeenten met elkaar verbindt. Gouw betekent landstreek, zo was het Frankische Rijk in gouwen verdeeld. De gemeente Maasgouw ligt in de voormalige Frankische gouw Pagus Mosarium. Het gewest bestreek een gebied langs de Maas van Luik tot Grave. Naast Heel, Maasbracht en Thorn, bestaat Maasgouw uit meerdere kernen, allen voormalige gemeenten (alfabetisch): Beegden, Heel/ Panheel, Linne, Maasbracht/ Brachterbeek, Ohé en Laak, Stevensweert en Wessem. Van al deze kernen volgt een korte historische beschrijving*: Beegden In een akte uit 1275, waarin de rechten van de Graaf van Loon op de Maasoever bij Asselt zijn vastgelegd, wordt voor het eerst gesproken van de Schepenen van Beegden. Dat wil zeggen dat Beegden toen al als zelfstandige nederzetting bekend stond. Uit opgravingen valt af te leiden dat Beegden al eerder als een Romeinse nederzetting langs de Heerbaan tussen Tongeren en Nijmegen bekend was. Heel/Panheel Op de plaats van Heel bevond zich eveneens een Romeinse nederzetting. Het kwam in de tiende eeuw in bezit van het Sint-Lambertuskapittel te Luik. Vanaf 1417 was Heel in leen bij de heer van Horn en tot 1795 viel het onder het prins-bisdom Luik. Na circa 1880 onderging het wegdorp enige groei in verband met de aanwezigheid van enkele tehuizen voor geestelijk gehandicapten. Ondermeer het zeventiendeeeuwse kasteel Heel dat vanaf 1880 werd verbouwd tot het Sint-Josephgesticht. Panheel, door de grindwinningen inmiddels geheel omsloten door plassen, wordt in 1380 voor het eerst vermeld. Linne De regelmatige plattegrond van Linne lijkt op een (mislukte) poging uit de dertiende eeuw hier een stad te stichten. Het dorp is ontstaan in de vroege middeleeuwen aan de oever van de Maas. In de negentiende eeuw werden op korte 13 Erfgoedinspectie

afstand aan de oostzijde van het dorp een doorgaande weg en een spoorlijn aangelegd. Na de Tweede Wereldoorlog is het gebied tussen de oude dorpskern en de spoorlijn volgebouwd. Ten westen van Linne liggen twee buitenplaatsen: Heisterum (achttiende-eeuws) en Ravensberg (zeventiende-eeuws). Maasbracht/Brachterbeek Dorp, ontstaan in de vroege middeleeuwen aan de oever van de Maas. In 1543 kwam Maasbracht bij het Habsburgse rijk en vanaf 1716 behoorde het tot het Staats Overkwartier. Door de aanleg van het Julianakanaal en de bouw van een sluis tussen 1925 en 1934, werd de havennijverheid enorm gestimuleerd, waardoor Maasbracht thans de grootste binnenscheepvaarthaven van Nederland heeft. Tot de weinige oude gebouwen in het dorp behoort de veertiende-eeuwse toren van de Sint-Gertrudiskerk. De kerk zelf is na beschadiging in 1944, in 1948 vervangen door de huidige neoromaanse wederopbouwkerk. Brachterbeek, ten oosten van Maasbracht, wordt in 1500 voor het eerst vermeld. Ohé en Laak Beide in oorsprong middeleeuwse dorpen, vormen samen met Stevensweert, het 'Eiland in de Maas'. De nogal geïsoleerde plaats viel onder het Gelderse Overkwartier, en werd in 1624 een zelfstandige heerlijkheid. Het adellijke huis Hasselholt, ook wel 'Het Goedje' genoemd, dateert uit 1548. In 1629 werd een lange vleugel aan de noordzijde toegevoegd. Stevensweert Kleine vestingstad, ontstaan in de vroege middeleeuwen op een eiland in de Maas. In 1543 kwam het onder Habsburgs bestuur. In 1633 werd in opdracht van de Spanjaarden, rondom het kasteel van Stevensweert een gebastioneerde zevenhoekige vesting aangelegd. De stervormige aanleg is nog goed zichtbaar in het stratenpatroon. Na een belegering, waarbij het kasteel ernstige schade leed, kwam Stevensweert in 1702 in Staatse handen. In 1874 zijn de vestingwerken volledig geslecht. Veel huizen in de vesting hebben een negentiende-eeuws aanzien, maar dateren in oorsprong uit de zeventiende eeuw. Thorn Kleine stad ontstaan in de vroege middeleeuwen op de hoge zandgronden aan de rand van het Maasdal. In het laatste kwart van de 10de eeuw werd hier een benedictijnerklooster gesticht. In de twaalfde eeuw groeide het klooster uit tot een wereldlijk stift voor hoogadellijke dames. Tot 1795 was Thorn een soeverein vorstendom. De oorspronkelijke deels omwalde stadskern bestaat uit een ommuurde immuniteit tussen de Kloosterberg en de Hofstraat, een burgerlijk centrum rondom de Wijngaard en een agrarisch gedeelte ten noorden van de 14 Erfgoedinspectie

Hoogstraat. De bebouwing dateert grotendeels van na de stadsbrand van 1645 en heeft zich in de loop van de eeuwen verdicht. Kenmerkend voor dit 'Witte Stadje' zijn de wit gekalkte huizen en de met Maaskeien geplaveide straten. Wessem In 946 Schenkt aartsbisschop Bruno bij testament de hof wishem aan de abdij van Sint Pantaleon te Keulen. Rond 1150 ontvangt Wessem stadsrechten. In de veertiende eeuw was Wessem door aarden wallen versterkt en ontwikkelde het zich tot handelsplaats. Tot een echte stedelijke ontwikkeling kwam het echter niet. In de 19de eeuw werd de bestaande bebouwing verdicht. Door het graven van kanalen en havens, de aanleg van de A2 en de ontgrindingen is de directe omgeving van Wessem in de twintigste eeuw sterk veranderd. * bron: Monumenten in Nederland, provincie Limburg. Uitgave RDMZ/Waanders 2003 (deels) met rood gearceerd de beschermde stadsgezichten Thorn, Wessem en Stevensweert. (bron:google/rce) 15 Erfgoedinspectie

2.1 Kengetallen 1. Samenstelling gemeente Maasgouw Samenstelling Aantal Aantal inwoners (1-1-2012) 24 099 Oppervlakte 5 812 hect. Aantal inwoners per kern per 01-01-2012. Beegden 1767 Heel en Panheel 4454 Linne 3658 Maasbracht en Brachterbeek 7177 Ohé en Laak 827 Stevensweert 1658 Thorn 2424 Wessem 2134 2. Aantal monumenten en beschermde gezichten Soort Aantal Rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten 3 Gemeentelijke stads- en dorpsgezichten - Rijksmonumenten volgens opgave gemeente 180 Rijksmonumenten volgens opgave RCE 199 Provinciale monumenten - Gemeentelijke monumenten 111 Archeologische monumenten 2 16 Erfgoedinspectie

2.2 Actoren A. Gemeente Aantal fte s beleidsmatig voor monumentenzorg/archeologie 0,45 Aantal fte s uitvoerend voor monumentenzorg/archeologie 0,35 Monumentenzorg is binnen de gemeente Maasgouw ondergebracht bij de afdeling Ruimtelijke ontwikkeling, Economie en Recreatie, team RO. De vergunningverlening en het toezicht en de handhaving zijn in de afdeling Veligheid, Vergunning en Handhaving ondergebracht. De portefeuillehouder monumentenzorg heeft ook ruimtelijke ordening, vergunningen en archeologie onder zich. B. Provincie De provincie heeft in beginsel een rol in de advisering over restauraties en wijzigingen van rijksmonumenten die gesitueerd zijn buiten de bebouwde kom. De provincie had volgens de (oude) Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) een wettelijke rol bij de zorg voor het beschermde stadsgezicht, namelijk wat betreft het afgeven van een verklaring van geen bezwaar bij verplichte aanhoudingen van de beslissing op aanvragen om bouw- of aanlegvergunning. Ook werd zij in beginsel ingeschakeld in het overleg in het kader van artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening, dat plaatsvond bij de voorbereiding van een structuurplan of een bestemmingsplan. Gedeputeerde Staten moesten het bestemmingsplan voor het beschermde gezicht goedkeuren. In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het accent verlegd van specifiek toezicht achteraf naar proactieve sturing om zodoende de provinciale belangen te waarborgen. Voor de gemeente Maasgouw betreft dit de provincie Limburg. Deze heeft de beschermde gezichten als provinciaal belang op haar belangenstaat aangemerkt. C. Adviescommissie De gemeente Maasgouw beschikt sinds 2008 over een gemeentelijke monumentencommissie met vijf vaste en twee plaatsvervangende leden. 17 Erfgoedinspectie

D. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) De RCE adviseert de gemeente over restauraties en wijzigingen van rijksmonumenten in het geval van afbraak, reconstructie, herbestemming en ingrijpende wijzigingen vergelijkbaar met gedeeltelijke afbraak. Ook kan zij adviseren over ingrepen in het beschermde stads- of dorpsgezicht. Volgens de WRO kon deze organisatie waar nodig worden ingeschakeld in het overleg in het kader van artikel 10 Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985, dat plaatsvond bij de voorbereiding van een structuurplan, een bestemmingsplan of een vrijstelling volgens artikel 19.1 van de WRO. In het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening is het overleg, zij het in andere bewoordingen, gehandhaafd. Bij het nemen van een projectbesluit geldt de overlegverplichting onverkort. E. Stichtingen en Verenigingen Binnen de gemeente Maasgouw zijn verschillende historische verenigingen actief: De Geschied- en Heemkundigekring Het Land van Thorn en Amici Insulae richten zich repectievelijk op de geschiedenis van Thorn en op die van Stevensweert en Ohé en Laak. Stichting Werkgroep Heemkunde Beegden richt zich meer op natuur en landschap dan op monumenten en beschermde gezichten, maar heeft ook voor dat laatste veel aandacht. Alle drie de partijen ondersteunen tevens de jaarlijkse open monumentendag. F. Eigenaren, projectontwikkelaars, architecten en aannemers Eigenaren zijn als eerste verantwoordelijk voor de instandhouding van hun eigen rijksmonument. Zij onderhouden het object en maken plannen voor restauraties, die meestal door architect en aannemer worden geconcretiseerd en uitgevoerd. Projectontwikkelaars en andere initiatiefnemers zijn samen met de betreffende architecten en aannemers als eerste verantwoordelijk voor nieuwe ontwikkelingen in het beschermde gezicht. 18 Erfgoedinspectie

3 Bevindingen en aanbevelingen In het Toezichtskader Instandhouding rijksmonumenten en het Toezichtskader Instandhouding beschermde stads- en dorpsgezichten zijn kwaliteitskenmerken en indicatoren aangegeven. Hieronder wordt per domein ingegaan op deze kwaliteitskenmerken en indicatoren in de gemeente Maasgouw. Op basis van het uitgevoerde onderzoek komt de inspectie tot de hieronder genoemde bevindingen. Daar waar de inspectie het nodig vindt, worden aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen komen voort uit de bevindingen en hebben als doel een accent te leggen op de meest in het oog springende zaken die voor verbetering vatbaar zijn. Op basis van dit rapport vraagt de Erfgoedinspectie aan de gemeente - en daar waar nodig andere betrokkenen - om een reactie te geven op deze aanbevelingen. 3.1 Domein resultaten Vraagstelling: de beschermde stads- en dorpsgezichten en rijksmonumenten worden zorgvuldig in stand gehouden Dit domein gaat in op de vraag of de beschermde waarden sinds de aanwijzing op aanvaardbaar niveau zijn behouden. Daarbij gaat het erom of het monument en het beschermde gezicht in goede staat verkeert en of er een visie op instandhouding is, die is gericht op de waarden van het erfgoed. Beschermde waarden Kwaliteitskenmerk Rijksmonumenten: zijn de waarden van het beschermde monument sinds de aanwijzing zorgvuldig behouden Beschermde gezichten: zijn de waarden van het beschermde gezicht sinds de aanwijzing zorgvuldig behouden. Conclusie Op basis van de rondgang door Wessem, Stevensweert en Thorn en de reality check bestaande uit zes rijksmonumenten en drie ontwikkelingen in de drie beschermde stadsgezichten van de gemeente Maasgouw, komt de Erfgoedinspectie tot de conclusie dat de beschermde waarden van de rijksmonumenten en de beschermde gezichten redelijk zijn behouden. 19 Erfgoedinspectie

Bevindingen Voor alle werkzaamheden aan de zes bezochte rijksmonumenten uit de reality check is een monumentenvergunning afgegeven. De meeste procedures tot vergunningverlening zijn echter niet op de juiste wijze doorlopen. Daarnaast pakt de gemeente haar verantwoordelijkheid conform artikel 16 van de Monumentenwet 1988 wat betreft het begeleiden van restauraties en verbouwingen van monumenten onvoldoende op. Toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden vindt plaats door niet specifiek op dit vakgebied geschoolde medewerkers. De Erfgoedinspectie is van mening dat bij elke wijziging van een monument de aanwezige cultuurhistorische waarden onder druk kunnen staan en restauratietechnische deskundigheid daarom van groot belang is. De zes bezochte rijksmonumenten zijn op één na gewijzigd en/ of gerestaureerd en verkeren in goede bouwkundige staat. De restauraties zijn door verschillende oorzaken niet allemaal even zorgvuldig uitgevoerd waardoor in één geval vrijwel alle cultuurhistorische waarden zijn verdwenen. Eén pand wordt al jaren verwaarloosd en wacht op restauratie. De visie van circa de helft van de eigenaren is mede bepaald door de wens tot behoud van het monument. De eigenaren hebben geen lange termijnplanning voor het plegen van onderhoud en een enkeling laat zijn pand door een gespecialiseerd bedrijf periodiek inspecteren op de bouwkundige staat. Bij de drie bezochte ontwikkelingen in de beschermde stadsgezichten, waarvan één nog moet worden gerealiseerd, is onvoldoende rekening gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden en de historische structuur. Hierdoor zijn en worden de aanwezige cultuurhistorische waarden in behoorlijke mate aangetast. 3.2 Domein effectiviteit Vraagstelling: Het proces gebeurt zorgvuldig en doelmatig In dit domein wordt ingegaan op het verloop van het proces bij onder andere vergunningverlening. Daarbij is het van belang dat ten behoeve van wijzigingen of nieuwe ontwikkelingen cultuurhistorisch onderzoek wordt verricht. Ook de kwaliteit van de diverse adviezen, de vergunningen en de besluitvorming worden getoetst. Onderzoek Kwaliteitskenmerk Rijksmonumenten: is er deugdelijk onderzoek verricht op cultuurhistorisch en/of bouwhistorisch gebied 20 Erfgoedinspectie

Beschermde gezichten: is er deugdelijk onderzoek verricht op cultuurhistorisch gebied. Conclusie Bouwhistorisch onderzoek vindt af en toe plaats wanneer de monumentencommissie of de gemeente daar bij rijksmonumenten aanleiding toe zien. Er worden geen uitgangspunten gehanteerd om te bepalen wanneer dat aan de orde is, meestal wordt dit door de monumentencommissie gevraagd. Voorafgaand aan de ontwikkelingen in de beschermde stadsgezichten noch voor de bestemmingsplannen wordt cultuurhistorisch onderzoek uitgevoerd. Aanbevelingen Vraag bij grootschalige restauraties van monumenten en bij ingrijpende ruimtelijke ontwikkelingen in het beschermde gezicht om een bouw- cq. cultuurhistorisch onderzoek. Hanteer uitgangspunten om te bepalen wanneer bouwhistorische onderzoek moet plaatsvinden, bijvoorbeeld die uit de Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek: lezen en analyseren van cultuurhistorisch erfgoed uit 2009. Neem de handreiking die de RCE op dit moment opstelt om te bepalen in welke gevallen cultuurhistorisch onderzoek noodzakelijk is, als deze is afgerond als uitgangspunt. Zorg ervoor dat de uitkomsten van dergelijke onderzoeken worden meegenomen bij de planvorming. Maak gebruik van de vastgestelde cultuurhistorische waardenkaarten van de gemeente als onderlegger voor de bestemmingsplannen voor de beschermde gezichten. Bevindingen In de gemeentelijke Erfgoedverordening van 2010 is opgenomen dat in het geval van een ingrijpende restauratie, reconstructie en/of herbestemming van een groter monument een waardestellend onderzoek en bouwhistorische analyse moet plaatsvinden. In een aantal gevallen werd een summier onderzoek uitgevoerd.bij een enkele werden de resultaten schriftelijk vastgelegd. De resultaten van de onderzoeken zijn verwerkt in de betreffende plannen. Cultuurhistorisch onderzoek heeft ten behoeve van de ontwikkelingen in de beschermde stadsgezichten van de reality check niet plaatsgevonden en wordt door de gemeente noch de monumentencommissie gevraagd wanneer dat nodig is. 21 Erfgoedinspectie

Bij één van de bezochte projecten waarbij sprake is van een ingrijpende reconstructie die een grote invloed heeft op het betreffende stadsgezicht, zou dergelijk onderzoek een belangrijke rol hebben kunnen vervullen. De discussies die dit plan opriep zouden dan op basis van inzicht in de aanwezige waarden zijn gevoerd. Een ander plan dat wordt ontwikkeld sluit niet aan bij de toelichting op de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht. Als er onderzoek had plaatsgevonden, was er waarschijnlijk een ander plan voor hetzelfde programma ontworpen, dat beter had gepast in de structuur van het betreffende stadsgezicht. Bij een ander project is door de gemeente aangegeven dat de cultuurhistorische waarden zijn gerespecteerd, maar de vraag is op basis waarvan de gemeente dit heeft geconcludeerd. Ook bij dit project heeft namelijk geen onderzoek plaatsgevonden en de Erfgoedinspectie heeft geconstateerd dat de uitspraak van de gemeente discutabel is. Wat betreft de vigerende bestemmingsplannen heeft de Erfgoedinspectie geconstateerd dat weliswaar de betreffende toelichtingen op de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht zijn gebruikt, maar dat ook hiervoor geen nader cultuurhistorisch onderzoek is uitgevoerd. Nadat de inspectie heeft plaatsgevonden, is op 1 januari 2012, het gewijzigde artikel 3.1.6. Bro inwerking getreden, wat inhoudt dat gemeenten in hun bestemmingsplannen moeten aangeven hoe zij rekening houden met de aanwezige cultuurhistorische waarden. Om dat artikel goed te kunnen uitvoeren is inzicht in en dus onderzoek naar de cultuurhistorische waarden nodig. De gemeente heeft tijdens de inspectie aangegeven dat zij in 2010 cultuurhistorische waardenkaarten heeft afgerond die inmiddels ook zijn vastgesteld. De kaarten worden gebruikt voor het opnemen van de waardevolle panden in de nieuwe bestemmingsplannen, maar overigens worden zij nog weinig benut. Zij zouden als cultuurhistorische onderlegger kunnen dienen in het kader van bovengenoemd artikel Bro voor de bestemmingsplannen. Bestemmingsplannen Kwaliteitskenmerk Rijksmonumenten: niet van toepassing Beschermde gezichten: is de bescherming van het gezicht door middel van een bestemmingsplan effectief geregeld. Conclusie De bescherming van de beschermde stadsgezichten is met behulp van de recente bestemmingsplannen redelijk effectief geregeld. 22 Erfgoedinspectie

Aanbevelingen: Geef in elk nieuw bestemmingsplan conform het 1 januari 2012 inwerking getreden artikel 3.1.6. Bro aan, hoe de gemeente rekening houdt met de aanwezige cultuurhistorische waarden, of er nu sprake is van een ontwikkeling of niet. Bevindingen Binnen de gemeente vigeren nog sterk verouderde bestemmingsplannen. De actualisatie van die bestemmingsplannen is onlangs gestart en de gemeente wil dit project in 2013 afronden. In die nieuwe bestemmingsplannen worden alle gemeentelijke en rijksmonumenten aangegeven en dat geldt ook voor de beeldbepalende panden en archeologische waarden. In het kader van de inspectie zijn de bestemmingsplannen Oude kern Wessem (januari/ juli 2011), het voorontwerp inbreiding Burg. Joostenlaan- Schoollaan te Wessem, het ontwerpbestemmingsplan voor Stevensweert (2011) en het bestemmingsplan Stadsgezicht Thorn (2002) bestudeerd. Geconcludeerd wordt dat de recent opgestelde bestemmingsplannen in meer of mindere mate aandacht besteden aan de aanwezige cultuurhistorische waarden, waardoor ze in principe voldoende beschermend werken. Wat betreft het bestemmingsplan Oude kern Wessem 2011 is een aantal zaken opmerkelijk te noemen. Zo wordt verwezen naar welstandscriteria uit de welstandsnota, maar de gemeente Maasgouw had indertijd geen vastgestelde welstandsnota (inmiddels wel). Ook wordt melding gemaakt van het feit dat vanuit het aspect cultuurhistorie en archeologie geen directe belemmeringen worden opgelegd aan dit bestemmingsplan. Het voorontwerpbestemmingsplan uit 2011 voor de inbreidingslocatie, die ook in het beschermde gezicht ligt, was op dat moment echter al in de maak en bij die locatie zijn in ieder geval cultuurhistorische aspecten aan de orde. In het kader van de recente wijziging van artikel 3.1.6. Bro is de gemeente verplicht om in alle bestemmingsplannen aan te geven hoe de gemeente omgaat met de aanwezige cultuurhistorische waarden. Planvorming Kwaliteitskenmerk Rijksmonumenten: is er een deugdelijk plan voor het rijksmonument opgesteld Beschermde gezichten: niet van toepassing. Conclusie De plannen voor de rijksmonumenten gaan slechts ten dele uit van het behoud en herstel van de aanwezige waarden. De werkzaamheden zijn in de 23 Erfgoedinspectie

aanvragen meestal goed aangegeven maar de noodzaak van de ingreep is niet altijd beargumenteerd. Aanbevelingen: Stimuleer in het kader van het vooroverleg dat bij de planvorming rekening wordt gehouden met de monumentale waarden van het rijksmonument. Bevindingen De plannen voor de zes bezochte rijksmonumenten waren ontvankelijk en de werkzaamheden zijn meestal goed aangegeven. De noodzaak van de ingreep is echter niet altijd beargumenteerd en er wordt maar in bepaalde gevallen uitgegaan van het behoud en herstel van het monument. Voor een object is enkele jaren terug een plan ontwikkeld waarvan de RCE heeft aangegeven dat het programma te zwaar is voor het monument. De monumentale waarden worden ermee in ernstige mate aangetast. Toch is hiervoor door de gemeente een vergunning verleend. Dit plan is overigens nog niet uitgevoerd. De gemeente meldt dat ze sinds de inwerkingtreding van de Wabo in 2010 probeert initiatiefnemers zoveel mogelijk in het kader van het vooroverleg te overtuigen een goed plan in te dienen dat de monumentale waarden van het object respecteert. Planbehandeling Kwaliteitskenmerk Rijksmonumenten: is de werkwijze bij het verlenen van vergunningen correct Beschermde gezichten: zijn bij de planbehandeling de cultuurhistorische waarden van het beschermde gezicht kaderstellend. Conclusie De werkwijze bij het verlenen van de meeste vergunningen voor rijksmonumenten was chaotisch waarbij termijnen regelmatig werden overschreden. De meeste van de onderzochte objecten zijn echter voor of in 2008 vergund en dat jaar vormt de overgang naar een verbeterde vergunningverlening. De aanwezige cultuurhistorische waarden zijn bij de bezochte ontwikkelingen in de beschermde stadsgezichten niet kaderstellend geweest. 24 Erfgoedinspectie

Aanbevelingen: Verbeter de vergunningprocedures bij rijksmonumenten en beschermde stadsgezichten. Laat de cultuurhistorische waarden bij projecten in de beschermde stadsgezichten kaderstellend zijn en weeg die waarden volwaardig mee in de vergunningprocedure. Bevindingen Tijdens de diverse gesprekken die gedurende het inspectieonderzoek zijn gevoerd, is duidelijk geworden dat sinds de fusie op 1 januari 2007 van de gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn tot de gemeente Maasgouw en met name in de loop van 2008, sprake is van een stijgende lijn in de gemeentelijke monumentenzorg. In de loop van dat laatste jaar heeft de gemeente gekozen voor een andere inzet voor monumentenzorg. De Erfgoedinspectie heeft dit tijdens haar onderzoek kunnen verifiëren aan de hand van diverse recente voorbeelden. De meeste procedures van de objecten en projecten van de reality check zijn tot in 2008 doorlopen. Er is dus een discrepantie zichtbaar tussen de situatie tot in en na 2008. De planbehandeling van de aanvragen voor de bezochte rijksmonumenten, die tot in 2008 plaats vond, was uitgesproken chaotisch waarbij de termijnen regelmatig werden overschreden. Deze gang van zaken is uit de stukken gebleken, maar ook als grote ergernis van de initiatiefnemers uit de gesprekken naar voren gekomen. De gemeente investeerde ten tijde van de inspectie in een adequate procedurebewaking en het nieuwe digitale systeem helpt daarbij. De gemeente heeft aangegeven te streven naar verdere verbetering op dit punt. Wezenlijke wijzigingen van plannen worden inmiddels ook opnieuw voor advies aan de adviesorganen voorgelegd en de gemeente stuurt de besluiten aan de RCE door. Bij de objecten die de Erfgoedinspectie in het kader van haar reality check heeft bezocht, is een aantal onvolkomenheden in de adviesprocedure ten aanzien van de RCE geconstateerd, die eveneens te maken hebben met de onzorgvuldige planbehandeling door de gemeente. Zo wordt de RCE regelmatig te laat om advies gevraagd. In één geval is door de RCE positief geadviseerd omdat de monumentale waarden niet in het geding zouden zijn, terwijl tijdens de inspectie bleek dat dit wel het geval was. Uit navraag bij de gemeente bleek dat de aantasting van de waarden na het advies van de RCE en met medeweten van de gemeente was uitgevoerd. In een ander geval heeft de RCE een positief advies gegeven, terwijl het betreffende monument vrijwel geheel nieuw is gebouwd. Tijdens de inspectie bleek dat de gemeente zelf ook niet wist hoe ingrijpend de verbouwing van dit 25 Erfgoedinspectie

monument uiteindelijk was uitgevoerd. Ook is de RCE ten onrechte niet geïnformeerd over een voorgenomen sloop van een onderdeel van een monumentaal complex. Voor wat betreft de drie bezochte projecten in de beschermde stadsgezichten moet worden geconstateerd dat de vergunningsprocedures lang hebben geduurd. Dat heeft voor een deel te maken met het feit dat alle drie de initiatieven zijn gestart voor de fusie in 2007. De huidige gemeente Maasgouw moest na de fusie voortborduren op de stand van zaken die ten tijde van haar voorgangers was ontstaan en heeft getracht in sommige gevallen zaken bij te sturen wat gevolgen had voor de duur van de procedures. Eén van de bezochte projecten is een grootscheepse reconstructie in één van de beschermde gezichten. De wens om een oude historische situatie weer beleefbaar te maken was bij het besluit hierover doorslaggevend, maar omdat de situatie op die plek inmiddels sterk veranderd was, heeft deze reconstructie grote invloed gehad op de cultuurhistorische waarden van het beschermde gezicht. Opvallend is dat het advies van de RCE, een dienst met grote cultuurhistorische deskundigheid, in dit geval niet is overgenomen en zelfs op basis van een inhoudelijk zwak onderbouwde second opinion terzijde is gelegd. Tevens is opmerkelijk dat, terwijl de historische waarden hier leidend waren voor het besluit tot deze ingreep, de tweede adviseur van de gemeente op cultuurhistorisch gebied, de monumentencommissie, niet om advies is gevraagd. Ook niet toen de discussie met de RCE plaats vond. Na de vergunningverlening is de commissie geïnformeerd over de plannen. Bij een andere ontwikkeling is het deskundige advies van de RCE zonder goede motivatie niet overgenomen. En bij het project dat nog niet is gerealiseerd, is gekozen voor een verkaveling die in strijd is met de karakteristieken die in de toelichting op de aanwijzing van het beschermde gezicht zijn vermeld. Uit de gesprekken in het kader van de inspectie alsmede de rondgang is ten slotte gebleken dat regelmatig nog kleine niet-passende ingrepen in de beschermde stadsgezichten worden toegestaan. Advisering Kwaliteitskenmerk Rijksmonumenten: doen de adviezen recht aan de waarden van het monument Beschermde gezichten: doen de adviezen recht aan de waarden van het beschermde gezicht. 26 Erfgoedinspectie

Monumentencommissie Conclusie De gemeentelijke monumentencommissie van Maasgouw werkt professioneel en transparant en adviseert deskundig. Daarmee doen de adviezen recht aan de cultuurhistorische waarden van de rijksmonumenten en beschermde stadsgezichten. Wel kan zij de gemeente vaker attenderen op de noodzaak tot cultuurhistorisch onderzoek in beschermde gezichten als daar aanleiding toe is. In het kader van de nagestreefde transparantie past het opstellen van een jaarverslag. Aanbevelingen aan de monumentencommissie: Attendeer de gemeente, wanneer daar aanleiding toe is, op de noodzaak van cultuurhistorisch onderzoek bij ingrepen in de beschermde stadsgezichten. Zorg in het kader van een transparante werkwijze van de commissie voor een jaarverslag. Betrek bij de advisering over waardevolle onderdelen het behoud van authentiek materiaal. Bevindingen De gemeente Maasgouw beschikt sinds 2007 over een gemeentelijke monumentencommissie die transparant en deskundig adviseert, wat recht doet aan de waarden van de rijksmonumenten en beschermde stadsgezichten. De commissie heeft vijf vaste en twee plaatsvervangende leden. De zittingsduur van de leden is drie jaar met een verlenging van maximaal drie jaar. Alle leden hebben een achtergrond op cultuurhistorisch gebied. Wanneer de commissie twijfelt over een ingediend plan, bezoekt ze het betreffende object voordat zij adviseert. De commissie hanteert het uitgangspunt dat de traditie en de oorspronkelijke structuur van een object uitgangspunt zijn. Nieuwe toevoegingen moeten bovendien goed herkenbaar zijn. Bij één van de bezochte objecten heeft de commissie daar wat dat laatste betreft stringent de hand aan gehouden en de commissie presenteerde haar advies als een voorwaarde voor vergunningverlening. De eigenaar stelde dat het advies van de commissie geen rekening hield met het feit dat de monumentale waarden niet in het geding waren en was terecht van mening dat alleen gemeenten voorwaarden aan vergunningen kunnen verbinden. De commissie hield desondanks vast aan haar advies. De gemeente heeft in dit geval afgewogen dat de monumentale waarden niet werden aangetast en het plan vergund. De commissie kijkt bij vervanging van vensters en ramen, bijvoorbeeld met dubbel glas, in principe of ze behouden kunnen worden, maar gaat vrij snel mee met 27 Erfgoedinspectie

vervanging als het beeld min of meer gelijk blijft. Hierdoor gaat authentiek materiaal verloren en het is de vraag of vervanging in alle gevallen noodzakelijk is. De commissie vraagt bij restauratieplannen voor rijksmonumenten, wanneer zij daar aanleiding toe ziet, om een bouwhistorisch onderzoek. Voor ingrepen in de beschermde gezichten doet zij dat niet. Uit de gang van zaken bij de drie bezochte projecten blijkt dat de commissie oog heeft voor de cultuurhistorische waarden die daarbij aan de orde kunnen zijn, maar een onafhankelijk onderzoek levert inzicht en overzicht op en dat kan zowel de advisering als eventuele discussies met initiatiefnemers vergemakkelijken. De commissie werkt professioneel, wat mede te danken is aan de Verordening op de monumentencommissie gemeente Maasgouw. Deze verordening is in 2007 vastgesteld waarna de nieuwe commissie is aangetreden. In de verordening is, behalve de zittingstermijnen en de samenstelling, een aantal andere belangrijke zaken geregeld zoals het feit dat de voorzitter geen deel mag uitmaken van het college van Burgemeester en wethouders. De verslagen worden opgesteld door de ambtelijk secretaris, zijn ter zake kundig en duidelijk geformuleerd. Eerdere adviezen over een plan worden in de verslagen herhaald waardoor duidelijk is te volgen wat de commissie heeft geadviseerd en de adviezen worden gemotiveerd. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar en worden regelmatig bezocht. De commissie werkt niet met jaarverslagen. Dit zou echter goed passen bij de transparante manier van werken die de commissie hanteert. De commissie heeft in zijn geheel regelmatig bestuurlijk overleg met de portefeuillehouder, bijvoorbeeld als sprake is van de ontwikkeling van nieuw beleid. Op dit moment werken de welstands- en monumentencommissie gescheiden, maar de gemeente sluit een geïntegreerde adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit in de toekomst niet uit. Mogelijk wordt de commissie op korte termijn uitgebreid met een deskundige op het gebied van landschap. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) Conclusie De adviezen die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft uitgebracht zijn zorgvuldig en adequaat. De gemeente blijkt de RCE in het verleden echter een aantal keren onjuist te hebben geïnformeerd waardoor deze haar adviestaak niet goed heeft kunnen vervullen. Ook vindt tussen de gemeente en de RCE regelmatig discussie over de omgang met cultuurhistorische waarden plaats, maar er is geen structureel overleg tussen beide partijen. Dergelijk overleg zou de contacten tussen de gemeente en de RCE versoepelen en eventuele discussiepunten in een eerder stadium duidelijk maken. 28 Erfgoedinspectie

Aanbeveling aan de gemeente: Betrek de RCE eerder bij planprocessen waar cultuurhistorische inbreng aan de orde is, bijvoorbeeld met behulp van ambtelijk en/ of bestuurlijk overleg. Spreek met zowel de monumentencommissie als de RCE af hoe wordt omgegaan met historische waarden van rijksmonumenten. Aanbeveling aan de RCE: Overweeg om een regelmatig ambtelijk en/ of bestuurlijk overleg met de gemeente Maasgouw in het leven te roepen teneinde discussiepunten in een vroeg stadium duidelijk te krijgen. Bevindingen De adviezen van de RCE zijn in de meeste gevallen zorgvuldig en deskundig. De consulenten van de RCE bekijken standaard aan de hand van de plannen of ze in het kader van de advisering ter plaatse willen kijken. Een bezoek ter plaatse gebeurt altijd wanneer dat relevant is. De RCE werd in het verleden door de gemeente Maasgouw regelmatig te laat om advies gevraagd, zodat de adviestermijn snel werd overschreden. Zoals gezegd is de RCE in het verleden ook een aantal malen verkeerd geïnformeerd waardoor zij haar adviestaak niet naar behoren heeft kunnen vervullen. Tussen de RCE en de gemeente Maasgouw speelt een aantal discussiepunten wat betreft het omgaan met historische waarden. Zo ziet de gemeente vervanging van vensters als een consoliderende ingreep terwijl dit voor de RCE een behoorlijk ingrijpende wijziging van het object betekent want er verdwijnt authentiek materiaal en het beeld verandert vaak, bijvoorbeeld door de toepassing van dubbel glas. Opvallend is dat hierover geen overleg plaats vindt. Besluit Kwaliteitskenmerk Rijksmonumenten: doet het besluit recht aan de waarden van het monument Beschermde gezichten: doet het besluit tot vrijstelling of het projectbesluit recht aan de waarden van het beschermde gezicht. Conclusie De besluiten doen voldoende recht aan de waarden van het monument. In de besluiten voor rijksmonumenten wordt voldoende rekening gehouden met de 29 Erfgoedinspectie

adviezen van monumentencommissie en de RCE. Een duidelijke afweging van die adviezen is er niet in opgenomen. De besluiten die betrekking hebben op het toestaan van ontwikkelingen in de beschermde gezichten, houden onvoldoende tot geen rekening met de cultuurhistorische waarden. Aanbevelingen: Zorg in het besluit tot vergunning voor een duidelijke afweging van de adviezen van monumentencommissie en RCE in het besluit tot vergunning. Weeg in de besluiten die ontwikkelingen in het beschermde gezicht betreffen, de cultuurhistorische waarden nadrukkelijk mee. Bevindingen In de besluiten voor rijksmonumenten wordt voldoende rekening gehouden met de adviezen van de monumentencommissie en de RCE. Een duidelijke afweging van die adviezen is er echter niet in opgenomen waardoor onduidelijk blijft waarom de gemeente, bijvoorbeeld in het geval van tegenstrijdige adviezen, de vergunning verleent. De Erfgoedinspectie heeft tijdens haar onderzoek tevens geconstateerd dat bij de oudere besluiten nogal wat onduidelijkheden wat betreft de data voorkomen. Sommige besluiten zijn eerder genomen dan de aanvraag bij de gemeente is geregistreerd. De besluiten die betrekking hebben op het toestaan van ontwikkelingen in de beschermde gezichten houden onvoldoende rekening met de cultuurhistorische waarden. Deze spelen in de besluiten nauwelijks een rol. Uitvoering Kwaliteitskenmerk Rijksmonumenten: doen de werkzaamheden recht aan de waarden van het monument Beschermde gezichten: niet van toepassing. Conclusie De werkzaamheden aan de objecten uit de reality check doen niet altijd recht aan de waarden van het monument. Dat komt in sommige gevallen doordat in afwijking van de vergunning is gebouwd. Aanbevelingen: Zorg conform artikel 16 van de Monumentenwet 1988 voor een adequate begeleiding tijdens de restauratiewerkzaamheden. 30 Erfgoedinspectie