1. Format verslaglegging algemeen



Vergelijkbare documenten
1. Format verslaglegging algemeen

1. Format verslaglegging algemeen

Naar een 100% duurzame energievoorziening voor Flevoland?! Vera Pieterman, plv. directeur Energie & Omgeving

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 september 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 SEPTEMBER Routekaart energietransitieopgave 2030

Naam en telefoon. Y. de Graaf M. van t Hof Afdeling. Portefeuillehouder

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Agendapunt 5 Opinienota

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

Foto plaatsen. Roadshow Groningen Mei 2016

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Aanpak Duurzaam GWW in de praktijk

Training Energietransitie voor ambtenaren

Achtergrond en doel presentatie

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Presentatie evaluatie RAP

Startdocument ontwikkeling zonnevelden gemeente Stichtse Vecht

Regionale Energiestrategie NHZ

De waarde van participatie

Energie Prestatie Keuring (EPK)

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

MVI Verklaring Leverancier - Alliander

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

STRUCTUURVISIE ZON Beleidskader ten behoeve van het opwekken van grondgebonden zonne-energie in het landelijk gebied

Praktijkatelier De Kempen

Uitnodiging seminar Naar 4500 MW offshore wind: de uitrol van een net op zee

Dialoog veehouderij Venray

Deelnemers van Duurzame Leverancier streven naar een CO2-reductie van 20% in het jaar 2020 (t.o.v. 2010)

Helmonds Energieconvenant

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

aanbiedingsnota raad invullen organisatie beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Riedsútstel. Underwerp Duurzaamheidsbeleid

De gemeenteraad buitenspel na de invoering Omgevingswet? Gemeenteraden Hellendoorn en Raalte 28 maart 2017

Noord-Holland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Expansie & Grassroots

1. Om bijgaande notitie uitgangspunten windenergie vast te stellen. 2. Om kennis te nemen van de bijgaande kaarten windenergie.

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

Zuid-Holland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie

Omgevingswet en de raad

Regio Stedendriehoek

De Cleantech Regio Stedendriehoek 1 daagt uit!

Betrokken partijen Zonnepark Overbetuwe

Procesambitie 1 Wij gaan experimenteren met de in de wet geboden ruimte voor lokale afweging

Position paper regietafel energietransitie utrecht

Raadsvoorstel. Samenvatting

Communicatieplan [3.C.2] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V.

Datum: Adviserend. 24 januari Feb/mrt 30 januari

Koers invoering Omgevingswet Boxtel

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

Communicatieplan Certificering CO 2-Prestatieladder - Invalshoek C: Transparantie

Introductie De energietransitie is de grootste politieke en maatschappelijke uitdaging van ons tijdperk, maar nog niet alle politici, bestuurders, bed

Convenant. Gemeente Steenwijkerland. N-TRA B.V. (onderdeel van RENDO Holding)

Bestedingskader middelen Stedelijke Herontwikkeling

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Communicatieplan Newae B.V.

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Het vertrekpunt. 2016: Kennisontwikkeling College en Raad. Twee thema sessies. Voorbereiding Koersdocument.

Sector- en keteninitiatieven

Sectortafel Elektriciteit. Berend de Vries

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht

Communicatieplan [3.C.2] HOOIJER Wegenbouw B.V. HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Milieu B.V. Pagina 1. Versie , Geactualiseerd

Communicatieplan Energie- & CO2 beleid Arfman Hekwerk B.V. April 2019

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

WELKOM. Algemene Ledenvergadering 15 februari 2018

Van Energie naar Klimaat Energietransitie in Nederland Timme Lucassen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

ondernemers in het gebied? En hoe kun je dit mogelijk maken binnen de kaders van de intergemeentelijke structuurvisie?

Aan de Raad Raad Made, 24 oktober 2014

Energietransitie: gewoon doen!

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot. Regionale Energiestrategie NHN. Katowice 4 december 2018

Slim financieren duurzame energie Afwegingskader bij het kiezen van instrumenten

Beleidskader windenergie

Doe mee voor een mooi en duurzaam Overijssel. Beleidsplan Natuur en Milieu Overijssel

Natuur en Milieufederatie Groningen. spreker: Michiel Mulder

Beleidsnota kleinschalige zonne-energie in de gemeente Olst-Wijhe

Omgevingsproces Ternaard. 4 december 2017

Informatiebijeenkomst landelijk gebied, 23 januari 2018 Middelburg. Toelichting procedure Cilly Jansen, Architectuur Lokaal 9 september 2017

Werken met bewoners Stadswerk 31 oktober Afdelingsnaam, 2 november 2018

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen

Strategische agenda pag. 3 Onze missie pag. 3 Onze koers pag. 5 Onze speerpunten pag. 6 Onze kerntaken

Routekaart Energietransitie procesafspraken

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Routekaart Energieneutraal Bronckhorst 2030

Informatiebijeenkomst landelijk gebied, 18 januari 2018 Breda. Toelichting procedure Cilly Jansen, Architectuur Lokaal 9 september 2017

Initiatieven CO2 reductie MVOI BV.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Menukaart Energietransitie gemeenten

Communicatieplan [3.C.2] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d

RAADSINFORMATIEBRIEF

Jij kleurt Overijssel. Ontwerp - Omgevingsvisie en - Omgevingsverordening september 2016

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Samen op weg naar duurzame energie

Communicatieplan. Gebr. Janssen Beheer BV Hagelkruisstraat BD Beugen. Conform 3.C Mei 2015

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Foto plaatsen. Wat te doen ter voorbereiding op de Omgevingswet? Gaston Gelissen Programma-management

AWTJF: In dialoog naar een sterker opvoedklimaat, effectieve preventie en doelmatige zorg voor jeugd. ZonMw site-visit 9 april 2018

Transcriptie:

1. Format verslaglegging algemeen Organisatie Naam bijeenkomst Gegevens evenement Kadaster Datum 19 mei 2016 Locatie De kracht van gebiedsontwikkeling Fort Voordorp, Groenekan (Utrecht) Rol (deelnemer)ez - Gespreksleider Moderator - Inhoudelijk expert Spreker Inhoudelijk expert Toehoorder Anders, nl. Doel, stakeholdergroep en inhoud evenement Doel - Bewustwording klimaatverandering/energietransitie - Activering - Agendastellend richting overheid - Kennisuitwisseling - Anders, nl.. Stakeholdergroep - Energieconsumenten, prosumers (algemeen publiek en mkb) - Voorlopers in de energietransitie (bedrijven, organisaties die al voorop lopen in de transitie) - De energiesector A. Aanbodzijde (energieproducenten en leveranciers) B. Vraagzijde (energie-intensieve bedrijven - industrie, vastgoed en verkeer&vervoer. - Rijk, provincies, gemeenten - Kennis- en onderzoeksinstellingen Workshop met gesprekstafels om te komen tot nieuwe inzichten en handreikingen voor de realisatie van duurzame energie. Gebaseerd op de uitgangspunten in de brief van Minister Kamp aan de 2 e kamer m.b.t. het samen realiseren van energieprojecten (dd. 1 februari 2016). In de oplegnotitie behorende bij dit format wordt verder ingegaan op de opzet van de workshop. Er zijn twee gespreksronden gehouden met in totaal ruim 30 aanwezigen. Deelnemers hadden een grote diversiteit aan achtergrond en voorkennis. Deelnemers uit de volgende groepen: Voorlopers in energietransitie Rijk, provincies, gemeenten en andere (semi) overheidspartijen Kennis- en onderzoeksinstellingen Particulieren Thema - Draagvlak ruimtelijke inpassing nieuwe opwek en delfstofwinning - CO2 sturing - Economische ontwikkeling en innovatie - Anders, nl Energiefunctie EZ rapport - Ruimteverwarming - Proceswarmte - Verkeer & Vervoer - Kracht, elektriciteit en licht - Anders, nl.. - Besluitvorming in de regio - Integrale afweging energiemix - Ruimtelijke en maatschappelijke inpassing - Rol en betekenis grondeigendom - Omgaan met lokale initiatieven Visie op omgevingsmanagement om energietransitie te realiseren. Hoe kwalificeert u (verslaglegger) de sfeer van het evenement/bijeenkomst - Positief - Negatief - Energiek - Onder spanning - Algemene Beeld: Sfeer van de bijeenkomst De deelnemers aan de workshop waren voor een deel medewerkers van het Kadaster, afdeling Ruimte & Advies en voor een deel externe gasten. Hierdoor ontstond een grote diversiteit aan achtergrond en voorkennis. Tijdens de workshop was het echter niet te herleiden wie uit welke organisatie kwam. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen medewerkers en externe gasten. Iedereen sprak vanuit eigen interesse en enthousiasme. Hierdoor ontstond een positieve en

Afwijkend Beeld: energieke sfeer met een open gedachten wisseling. De gesprekken hadden langer constructief door kunnen gaan dan de beschikbare tijd. Hoofdpunten dialoog (centrale vragen, toekomstbeeld) Hoe ziet u de energietoekomst van Nederland? In de workshop is het beeld naar voren gekomen dat een energietransitie onvermijdelijk en nodig is. Daarbij is het wenselijk om af te stappen van het concreet aanwijzen van locaties, zoals nu gebeurt met zoekgebieden voor windmolens, en meer te focussen op initiatieven vanuit de samenleving en de wijze waarop deze gefaciliteerd kunnen worden. Welke rol speelt u zelf in de energietransitie en met welke ambitie? De afdeling Ruimte & Advies van het Kadaster beperkt zich niet alleen tot data of eigendom, maar heeft een bredere ambitie. De afdeling ambieert een maatschappelijke meerwaarde te leveren door bij te dragen aan een integrale en maatschappelijke inpassing van (overheids-) doelen en -ambities. We doen dat door kansrijke samenwerkingen te faciliteren en vorm te geven. Wat heeft u, de stakeholdergroep die u vertegenwoordigd nodig om die ambitie te realiseren? Kunt u drie kansen en drie zorgen noemen? Opdrachtgevers die er net als wij van overtuigd zijn dat professioneel samenwerken loont! Kansen: - De tijd is rijp voor samenwerking. - Er liggen ambitieuze opgaven. - We snappen beter hoe succesvol samen werken werkt. Zorgen: - Overheden en grote(re) instanties en bedrijven staan pas aan het begin van de transitie die hiervoor nodig is. - Daardoor krijgen initiatiefnemers nog niet alle kansen om het op hun eigen manier vorm te geven. - En hebben niet altijd het vertrouwen dat er kansen voor de gewenste initiatieven. - Ze hebben daarbij professionele faciliteit nodig die vaak niet beschikbaar is.

Hoofdpunten dialoog (inhoudelijke vragen/dilemma s) In te vullen per thema (zie format vraagstelling) Uitkomst workshop vertaald naar matrix In de oplegnotitie wordt nader ingegaan op de opbouw van de workshop. De uitkomsten van de workshop zijn geplaatst in een matrix gebaseerd op de vijf uitgangspunten en drie fasen uit de brief van Minister Kamp. Punt 1 Punt 2 Punt 3 Punt 4 Punt 5 Fase A X Fase B X X X Fase C X X X Hieruit blijkt dat het zwaartepunt tijdens de workshop in vier cellen ligt. Deze worden onderstaand toegelicht. NB: De verschillende fasen en uitgangspunten worden in de discussies gezien als complementair (én/én), niet als scheidend (of/of). 1. Samenbinden van belanghebbenden in binnenkort te starten projecten (hokje 1B) In deze projecten is vaak al een energieopgave vastgesteld. Om belanghebbenden aan deze projecten te binden is het belangrijk om de projecten in de bredere context te plaatsen. Er kan gekeken worden naar regionale doelstellingen of knelpunten die gekoppeld kunnen worden aan het energieproject. Het realiseren van meer doelen (met een verschillende probleemhebber) biedt kansen! Op deze manier kan meerwaarde gecreëerd worden voor de bewoners en ondernemers in de regio en worden deze extra verbonden aan het project. Voorbeeld: Om naast de energieopgave ook maatschappelijke ontwikkelingen te realiseren in een project kan gedacht worden aan pré-compensatie. Op deze manier worden eerst de maatschappelijke randvoorwaarden gerealiseerd voordat het energieproject uitgevoerd wordt. Op deze manier hebben belanghebbenden zekerheid over het realiseren van de maatschappelijke ontwikkelingen. Dit kan leiden tot betrokkenheid en instemming met het energieproject. Als belangrijke aspecten in deze projecten zijn genoemd: inspelen op andersoortige behoeften in samenleving, minder focussen op wind, minder vastleggen, meer focus op energie-neutraal maken van regio en meer sturen op algemene CO2 reductie. 2. Samenbinden van belanghebbenden in projecten die starten na de looptijd van het Energieakkoord (na 2023) (hokje 1C) CO2 reductie is leidend Uitgangspunt in deze projecten is dat het initiatief vaker, steeds meer, zal komen vanuit de samenleving. Dit betekent dat er een groep inwoners en/of ondernemers opstaat die initiatief wil nemen in CO2 reductie zonder dat in eerste instantie duidelijk is via welke weg dit behaald gaat worden (wind, zon, energiebesparing etc.). Een katalysator om deze projecten op gang te brengen is het onder contract brengen van deze initiatief-nemende personen met de overheid in hun ambitie om CO2 uitstoot te reduceren. Het Rijk kan daarbij de rol op zich nemen om tenders uit te schrijven waar personen hun initiatief op in kunnen schrijven. Belangrijk is dat het Rijk een dergelijke tender zodanig open zet dat de samenleving geboeid en enthousiast raakt. Initiatief nemende personen uit de regio moeten het gevoel hebben dat het project van ons is. Dit is belangrijk om mensen te binden aan het project, ze uit te dagen het zelf vorm te geven en hen het gevoel te geven dat het project vanuit de samenleving komt en niet opgelegd is. De gemeente speelt in dit type projecten een centrale rol, als mediator tussen de belanghebbende en de hogere overheid en vanuit de planologische verantwoordelijkheid die ze heeft. Zij werken samen met de initiatief-nemende personen om het project op te zetten. De overheid moet nu faciliterend en stimulerend hierin zijn. Een manier om dit te bereiken is door het project niet te benaderen vanuit de energietransitie, maar vanuit de regio. Welke maatschappelijke vraagstukken spelen er? Zijn er zaken die de maatschappij niet zelfstandig kan oplossen? Dan kan bezien worden of de CO2 reductie als middel/ verdienmodel ingezet kan worden om deze vraagstukken op te lossen. Dee maatschappelijke ontwikkeling wordt dan centraal gesteld in het project en de opbrengsten uit de CO2 reductie gebruikt als middel om dit te bereiken. De centrale vraagstelling hierin is: wat voor profijt wil je hebben van duurzame energie?

3. Transparantie en vertrouwen in binnenkort te starten projecten (hokje 3B) Voor vertrouwen bij burgers en betrokkenen is een transparantie in feiten en cijfers heel belangrijk. Bij binnenkort op te starten projecten is het belangrijk dat deze fact-finding samen met de belanghebbenden gebeurt, zodat vanaf de start van het project een goede basis met wederzijds vertrouwen opgebouwd kan worden. De initiatiefnemer van het project, in deze fase vaak nog een ontwikkelaar of overheid, is aan zet om te zorgen voor betrouwbare informatie en feiten. Daarbij vindt regelmatig contact plaats met de bewoners en belanghebbenden. De initiatiefnemer moet zich verantwoorden richting de regio en in procedures zoveel mogelijk samen optrekken. Tijdens de workshop is naar voren gekomen dat het belangrijk is om bewustwording te creëren vanuit het toekomstbeeld dat de energietransitie onvermijdelijk is; benadrukken dat windmolens er moeten komen om transitie in beweging te krijgen. Transparant zijn in het feit dat de discussie niet gaat over de vraag of ze er komen, maar over de vragen hoeveel, waar en hoe? Hiermee geeft de overheid het gevoel aan initiatiefnemers dat er niets achtergehouden wordt en worden bewoners onderdeel van het probleem. Er is besproken dat het belangrijk is om als overheid of ontwikkelaar je bewust te zijn dat emoties bij omwonenden niet te voorkomen zijn. Door hier op in te spelen en op tijd én transparant te communiceren, bouw je vertrouwen op. Belangrijk is ook om het verhaal minder technocratisch te maken, zodat de bewoners het verhaal ook kunnen volgen en zich er onderdeel van voelen. Belangrijke conclusie is dat je de emoties van bewoners juist goed kunt gebruiken. De bewoners voelen zich verbonden met hun regio en hebben daar emoties bij. Door deze goed in te zetten kun je een gevoel van trotsheid op de regio creëren. Dit heeft positieve gevolgen voor de realisatie van de energietransitie, omdat mensen zich aangesproken voelen om in actie te komen. 4. Transparantie en vertrouwen in projecten die starten na de looptijd van het Energieakkoord (na 2023) (hokje 3C) Bij projecten die starten na 2023 zullen initiatieven vooral ook uit de samenleving zelf voortkomen. De bewoners en andere belanghebbenden zijn zelf in de lead om feiten te verzamelen. Doordat het project uit de samenleving komt, zal direct getoetst worden wat de effecten van het project op de omgeving zijn. Toetsing aan de omgeving, zoals nu nog noodzakelijk is via plan-mer-procedures, zullen dan minder aan de orde zijn. Voldaan kan worden met toetsing aan nationale wet- en regelgeving op het gebied van volksgezondheid en milieueisen. Processen in gebiedsontwikkeling Tijdens de analyse van de gesprekken is gebleken dat de verschillenden fases van projecten zoals door Minister Kamp beschreven, parallel lopen aan andere processen in de gebiedsontwikkeling, namelijk: - methodiek ontwikkeling van gebiedsontwikkeling zoals in de coöperatie Nederland Boven Water; - bestuursniveau: van nationaal <-> regionaal <-> lokaal - verantwoordelijke overheid: rijk <-> provincie <-> gemeente. Dit betekent niet dat een bepaalde aanpak beter of belangrijker is dan de ander. Maar we zullen naar de toekomst wel een verschuiving zien in het type projecten. Van lopende projecten met een methodiek gebiedsontwikkeling op nationaal niveau met het rijk als verantwoordelijke overheid naar projecten die na 2023 opgestart worden die zich kenmerken door de methodiek van gebiedsontwikkeling op lokaal niveau met de gemeente als verantwoordelijke overheid. Het is zaak om je bewust te zijn van deze verschuiving en daarop te anticiperen. Belangrijk daarin is om gemeenten goed voor te bereiden op deze nieuwe rol.

Oplegnotie In deze oplegnotitie wordt de opzet van de workshop beschreven. Moderator Kadaster: Geert Meeuwissen Inleider EZ: Lennert Goemans Gespreksleiders: - Piet Sinke RVO - Reni Lubberdink Windunie - Martinus Vranken & Daphne Bol Kadaster - Marc v.d. Ven - Provincie Noord-Brabant Aantal deelnemers: circa 30 Na een korte introductie op het onderwerp zijn de deelnemers uiteengegaan in verschillende gesprekstafels. Aan de hand van door de gespreksleiders gekozen invalshoeken is in 2 rondes gesproken over de uitgangspunten vanuit de brief van Minister Kamp aan de 2 e Kamer, waar het betreft verbeteringen van de werkwijze om tot realisatie van duurzame energie te komen. De gekozen invalshoeken voor de gesprekstafels bestonden uit de volgende vraagstellingen: - Besluitvorming zal steeds meer in de regio gaan plaatsvinden. Welk soort proces en afspraken horen hierbij? Is een CO2 reductiedoelstelling per regio of landsdeel nodig? Hoe borgen we daarbij het nationaal belang? Welke rol speelt het rijk hierin als verantwoordelijke voor het nationaal belang? - Hoe kom je tot een integrale afweging en kosten-baten analyse van vervanging en aanleg van nieuwe infrastructuur in relatie tot de energietransitie? - Ruimtelijke en maatschappelijke inpassing. Hoe maken we de afweging tussen duurzaamheidsambities, ruimtelijke kwaliteit en inpassingskosten? Hoe kunnen we veranderingen in (stedelijk en agrarisch) landschap gebruiken ten gunste van de energietransitie? - Wat is de rol en betekenis van grondeigendom in de energietransitie? De transitie naar 100% hernieuwbare energie in 2050 zal ook fundamentele veranderingen betekenen voor het ruimtegebruik. - Sociale innovatie, de lokale als drijvende kracht. Hoe kan je lokale initiatieven benutten en professionaliseren? - Hoe kan je komen tot een gemeenteschappelijk geaccepteerd feitenpakket (joint fact finding)? De discussies die hebben plaatsgevonden zijn niet allemaal terug te herleiden naar deze vraagstellingen, omdat er in een bredere context gediscussieerd is. Er vonden goede en inspirerende discussies plaatst, waardoor het niet nodig was om strak te sturen op deze stellingen. Na afloop van de workshop hebben wij de verschillende discussies geanalyseerd, waaruit bleek dat een aantal onderwerpen in meerdere gesprekstafels naar voren is gekomen. Deze onderwerpen kunnen we plaatsen in een matrix die wij hebben opgesteld op basis van de brief van Minister Kamp aan de 2 e Kamer. In deze brief spreekt hij over vijf uitgangspunten voor omgevingsmanagement en drie fases waarin dit plaatsvindt. Zijnde: Uitgangspunten: 1. Samenbinden van belanghebbenden 2. Betrek de omgeving zo vroeg mogelijk 3. Transparantie en vertrouwen 4. Omgevingsmanagement is een gezamenlijke verantwoordelijkheid 5. Maatwerk Fases: a. Lopende projecten (nu) b. Binnenkort te starten projecten (nu tot 2023) c. Projecten die starten na de looptijd van het Energieakkoord (na 2023)

De discussies die gevoerd zijn tijdens de workshop zijn in te delen in zowel de uitgangspunten als de fases. Dit geeft het volgende beeld: Punt 1 Punt 2 Punt 3 Punt 4 Punt 5 Fase A X Fase B X X X Fase C X X X Uit deze matrix zijn de volgende conclusies te herleiden: - In de workshop is niet tot nauwelijks gesproken over de lopende projecten (fase A) in de energietransitie. In de lopende projecten zijn de keuzes reeds gemaakt en de kaders bepaald. Het is daarom logisch dat in een workshop die insteekt op inspireren en nieuwe ideeën, deze lopende zaken niet aan de orde komen. Hier valt immers weinig meer over de discussiëren. - In de workshop is niet gesproken over het omgevingsmanagement als gezamenlijke verantwoordelijkheid (punt 4). Omgevingsmanagement kan beschouwd worden als instrument om projecten soepeler en sneller te realiseren. In een workshop waar meer gesproken is over vernieuwing en processen is het begrijpelijk dat omgevingsmanagement als beleidsinstrument niet aan bod is gekomen. - De gesprekken hebben zich voornamelijk gefocust op twee punten, namelijk het samenbinden van belanghebbenden (punt 1) en transparantie en vertrouwen (punt 3). Hier is zowel over gesproken in relatie tot binnenkort te starten projecten (fase B) als in relatie tot projecten die starten na de looptijd van het Energieakkoord (na 2023) (fase C). In het format verslaglegging wordt daarom voor de vier grijze hokjes verder ingegaan op de discussies tijdens de workshop. Dit betreft projecten gericht op: 1. Samenbinden van belanghebbenden in binnenkort te starten projecten (hokje 1B); 2. Samenbinden van belanghebbenden in projecten die starten na de looptijd van het Energieakkoord (na 2023) (hokje 1C); 3. Transparantie en vertrouwen in binnenkort te starten projecten (hokje 3B); 4. Transparantie en vertrouwen in projecten die starten na de looptijd van het Energieakkoord (na 2023) (hokje 3C).