NAN 2006 Richtlijn 5 Apotheekteam



Vergelijkbare documenten
NAN 2006 Richtlijn 1 Behandelingsovereenkomst

Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Apotheek van Maarseveen op 9 april 2019 te Hilversum. Utrecht, April 2019

Professioneel Statuut voor apothekers en ziekenhuisapothekers in loondienstverband

NAN 2006 Richtlijn 3 Evaluatie en nazorg van de farmaceutische zorg- en dienstverlening

MEDICATIEBEWAKING OP BASIS VAN NIER-

De Polikliniekapotheek. van Tergooi. Zorg, kwaliteit, service en gemak

Concept. 1. Met betrekking tot de inhoud van het werk/werkzaamheden, hoe tevreden bent u over:

U dient de apotheek aan de Pelsgrimsstraat 10 te Rotterdam gesloten te houden.

Voor 2016 worden de volgende prestaties apart, dat wil zeggen naast de prestatie Terhandstelling van een URgeneesmiddel,

Concept Protocol medicatiebeheer en overdracht medicatiegegevens

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS

NAN 2006 Richtlijn 9 Documenten

Stichting Huisartsen Dienstenposten Amsterdam

Kwaliteitsregister Doktersassistent

Functieprofiel doktersassistent(e)

Klachtenregeling Stichting van het Kind

Kwaliteitsregister Doktersassistent

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Apothekersassistent. Werkversie /5 Apothekersassistent v0.1

Apotheek Diaconessenhuis Leiden

Kwaliteitsregister Doktersassistent

Functiebeschrijving. Hajnadi Klimaattechniek BV Service Coördinator Printdatum

REGISTRATIE REGLEMENT van de Commissie Professional Registration van de Nederlandse Vereniging voor Farmaceutische Geneeskunde

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast te leggen voor de bij hem in dienst zijnde werknemers;

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Poliklinische Apotheek. rkz.nl

Rapport naar aanleiding van het follow-up inspectiebezoek aan De Ruyter Apotheek op 24 mei 2017 te Amsterdam. Utrecht, Juni 2017

Zelfevaluatie hoofdstuk personeel

Veldnorm voorschrijven, klaarmaken, ter hand stellen en toedienen van cytostatica. Ingangsdatum: 1 januari 2014

Welkom bij de Radboudumc Apotheek

Toetsing & Beoordeling in het e-portfolio Versie september 2013

Uw apotheek in VUmc 1

In principe beheert de cliënt zijn of haar eigen medicijnen, tenzij dit niet verantwoord is.

NAN 2006 Richtlijn 2 Farmaceutische zorg- en dienstverlening

REGELING INDIVIDUEEL KLACHTENRECHT VOOR MEDEWERKERS CAVENT

Privacyverklaring van onze praktijk mei 2018 Uw persoonsgegevens en uw privacy in onze huisartsenpraktijk

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Steenwijkerland. Januari 2018

C E N T R A L E B A N K V A N C U R A Ç A O E N S I N T M A A R T E N

NEDERLANDSE APOTHEEKNORM

Openbaar apotheker worden?

Portier/baliemedewerker

Reglement Raad van Bestuur Zorgwaard

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Staphorst. Mei 2017

PROTOCOL MEDICATIEBEHEER Het protocol heeft als doel een handleiding te bieden voor het op de juiste wijze omgaan met medicatie.

Apotheek Casa Cura. Welkom bij uw apotheek waar u centraal staat!

PERSONEELS- PLANNING PERSONEELS- VOORZIENING FUNCTIE WAARDERING FUNCTIEPROFIEL LOOPBAAN- ONTWIKKELING OPLEIDING PERSONEEL- BEOORDELING

Competentieprofiel Apothekersassistent farmaceutische patiëntenzorg

Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Competentieprofiel Teamleider

MODEL FUNCTIEOMSCHRIJVING VERTROUWENSPERSOON VAN DE LANDELIJKE VERENIGING VAN VERTROUWENSPERSONEN

Hulpmiddel 6. Functieomschrijving vertrouwenspersoon

Functienaam: Pedagogisch Medewerker(st)er Naschoolse Opvang (NSO) Organisatie: Stichting Professionele Kinderopvang Bonaire Schaal: 4

Radboudumc Apotheek Zorgtrajecten

Reglement Raad van Bestuur Stichting Koninklijke Visio. 1 De bestuurstaak. 2 Verantwoording en verantwoordelijkheid

Raad voor Rechtsbijstand

Elektronisch patiëntendossier Zoetermeer - Benthuizen

Medicatiebeleid. 3. Medicatieproces volledig in eigen beheer (1), aanreiken (2), toedienen (3) en overnemen beheer medicatie (4).

- Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten Richtlijn medicatiebeoordeling Veilige principes in de medicatieketen 2012

Criteria voor registratie in het kwaliteitsregister voor radiodiagnostisch- en radiotherapeutisch laboranten

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE

Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Apotheek Bankras B.V. op 10 februari 2015 te Amstelveen. Utrecht, maart, 2015

Modelovereenkomst Huisartsengroep - Verzorgingshuis 2009

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN. is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan:

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

Dit reglement is vastgesteld door de Raad van Toezicht van stichting Bibliotheek Kerkrade e.o. en treedt in de plaats van alle voorgaande reglementen.

Service Apotheek MFB S IN HANDBOEK. Datum:

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR STICHTING DE ZORGBOOG

Competentieprofiel Apothekersassistent kwaliteitszorg

Stewardessen doen het beter

Rapport naar aanleiding van het follow-up inspectiebezoek aan Apotheek Tubbergen op 3 april 2019 te Tubbergen. Utrecht, mei 2019

Toetsingscriteria ZKN-Keurmerk

Medicatieoverdracht protocol Verpleeghuizen

Apotheek. Catharina Apotheek.

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Dalfsen. Juni 2017

APOTHEEK. Behandelovereenkomst Algemene verkoop- en betalingsvoorwaarden

KLACHTENPROCEDURE RBO

NCARE. Voor een optimaal medicatieproces. in zorginstelling en thuiszorg

Voorbeeld Praktijkopdracht. Bibliotheekmedewerker niveau 4

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Continu ontwikkelen als openbaar apotheker specialist

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

Zelfevaluatie hoofdstuk logistiek

Toetsingscriteria ZKN-Keurmerk

Privacyreglement

Procedurehandboek Pagina 1 van 12

Reglement Raad van Bestuur RSZK

Kwaliteitscriteria. Een toelichting voor de oefentherapeut

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Werkoverleg in de groothandel in Levensmiddelen, Zoetwaren, Tabaksproducten en Bakkerijgrondstoffen

Informatiebundel aanwervingsexamen administratief medewerker

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK

Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan De Ruyter Apotheek B.V.op 21 december 2016 te Amsterdam. Utrecht, Februari 2017

NOTA ONTWIKKELING AANDACHTSGEBIEDEN

NAN 2006 Richtlijn 7 Ruimten en faciliteiten

P&O-adviseur. Context. Doel

Docenten voor Docenten FA-MA104 Farmacie in praktijk

Visitatie-programma en Visitatiechecklist

Transcriptie:

NAN 2006 Richtlijn 5 Apotheekteam Versie: 26 februari 2007 Auteur: KNMP/WINAp

Leeswijzer richtlijn 5 De oude richtlijn Personeel en Organisatie is gesplitst in de richtlijnen Apotheekteam (richtlijn 5) en Beleid en organisatie (richtlijn 4), in aansluiting op de gelijknamige hoofdstukken van de NAN 2006. De onderhavige richtlijn heeft betrekking op die aspecten van het apotheekteam die vanuit de NAN vereist worden. Op sommige plaatsen zal enige overlap bestaan met zaken die ook vanuit Arbooogpunt geregeld moeten worden. Zaken die specifiek in het kader van Arbo geregeld moeten worden, worden hier (en in richtlijn 4 Beleid en organisatie) buiten beschouwing gelaten. Hiervoor wordt verwezen naar de CAO Arbeidsomstandigheden apotheken. Aanwezigheid geregistreerd apotheker In deze richtlijn zijn de regels voor de aanwezigheid van de apotheker in de apotheek, zoals vastgelegd in de Geneesmiddelenwet en de NAN, verder uitgewerkt. Uitgangspunten hierbij zijn de tekst van het geamendeerde artikel 61 van de Geneesmiddelenwet en de verantwoordelijkheid van de apotheker voor een populatie van patiënten. Tot slot zij opgemerkt dat een goed beleid op het gebied van Apotheekteam en -organisatie meer omvat dan het implementeren van de in deze richtlijn genoemde aanbevelingen. Behalve de reeds genoemde relatie met Arbo gaat het uiteindelijk om het bereiken van een situatie waarin kennis, vaardigheden, motivatie en samenwerking in het team een adequate basis vormen voor verantwoorde farmaceutische zorg. Voor meer informatie over arbeidsvoorwaarden en dergelijke kunt u het dossier Arbeidszaken op de KNMP-site raadplegen. KNMP/WINAp / 26 februari 2007 / NAN-Richtlijn 5 O=

NAN 5.1 In de apotheek is een geregistreerd apotheker verantwoordelijk voor de farmaceutische zorg- en dienstverlening. De apotheker is wettelijk en volgens de NAN verantwoordelijk voor de kwaliteit van de apotheekorganisatie als geheel, dus zowel voor farmaceutische als voor niet-farmaceutische aspecten. Eindverantwoordelijkheid impliceert dat derden de apotheker in persoon ter verantwoording kunnen roepen voor (de gevolgen van) alle handelingen, die door of namens hem vanwege de apotheek worden verricht. Wanneer de farmaceutische verantwoordelijkheid om wat voor reden dan ook in het gedrang dreigt te komen kan de verantwoordelijke apotheker zich beroepen op het professioneel statuut en de ethische regels die voor de beroepsgroep gelden. Geregistreerd betekent dat de apotheker is ingeschreven in het register voor openbare apothekers dat in het kader van de (her-)registratie door de KNMP wordt bijgehouden. Lidmaatschap van de KNMP is geen voorwaarde voor inschrijving. Aanbeveling 1 In de apotheek zijn de zorgtaken van de apotheker zodanig vastgesteld dat door de vervulling van deze taken dit leidt tot verantwoorde zorg. Tot de persoonlijke zorgtaken van de apotheker worden onder meer gerekend: - farmaceutische consultatiegesprekken met de patiënt, - begeleiding van geneesmiddelgebruik van chronische patiënten, - afhandeling van complexe medicatiebewakingssignalen en signalen waarvoor professioneel overleg met de voorschrijver(s) noodzakelijk is, - nakijken van recepten (inclusief signaalafhandeling), - beoordeling van niet-gestandaardiseerde apotheekbereiding voorafgaand aan bereiding, - vrijgeven van apotheekbereidingen, - keuze en beoordeling leveranciers, - advisering andere zorgverleners zoals voorschrijvers, - participatie in gestructureerde ketenzorgprocessen, bijvoorbeeld FTO. Aanbeveling 2 Er is vastgelegd op welke wijze de apotheker het toezicht op gedelegeerde taken uitvoert. Om verantwoorde zorg te kunnen leveren wordt de apotheker bij de uitvoering van zijn taken ondersteund door gediplomeerde apothekersassistenten. De apotheker zal met zijn team van medewerkers tot een taakverdeling moeten komen. In de regel worden met name dagelijkse en periodiek terugkerende uitvoerende taken zoals het aannemen, bereiden en afleveren, alsook de taken van meer bedrijfsmatige aard gedelegeerd aan de medewerkers. Wanneer taken worden gedelegeerd, met uitzondering van de persoonlijke zorgtaken van de apotheker, komt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van die taken bij de betreffende medewerker(s) te liggen. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de apotheker. Om die verantwoordelijkheid waar te maken zal hij voldoende toezicht moeten houden op de gedelegeerde werkzaamheden. In aanvulling op het directe toezicht moet in het apotheeksysteem worden gezorgd voor een continue registratie van kritische activiteiten, zodat ook achteraf toetsing mogelijk is. Automatisering biedt hierbij ruime mogelijkheden. Geregistreerd wordt bijvoorbeeld met behulp van de recepten, het (elektronisch) patiëntendossier, de signaallijsten en de bereidingsprotocollen. Het toezicht aan de hand van deze registratie dient als regel plaats te vinden op de dag van de verstrekking. Het toezicht op minder kritische taken kan afhankelijk van de aard en de inhoud in een geringere frequentie gebeuren. Bevindingen naar aanleiding van het uitgevoerde toezicht worden gedocumenteerd. KNMP/WINAp / 26 februari 2007 / NAN-Richtlijn 5 P=

Aanbeveling 3 De apotheker stemt zijn toezicht in de apotheek af op de risico s in de farmaceutische zorg- en dienstverleningsprocessen zodat het leidt tot verantwoorde zorg. Tot de risicovolle stappen in het zorgproces worden onder meer gerekend: - het afhandelen van medicatiebewakingssignalen, - het bereiden van geneesmiddelen, - het op naam stellen van geneesmiddelen en het afleveren van geneesmiddelen aan de juiste patiënt, - het begeleiden van de patiënt bij het gebruik van het geneesmiddel door voorlichting en consult, - het uitwisselen van zorggegevens van de individuele patiënt met andere zorgverleners. Suggesties bij NAN 5.1 Het is te overwegen om: naast het inventariseren van de risico s ook de oorzaken en gevolgen van de risico s te analyseren, de impact c.q. de mogelijke schade vast te stellen en maatregelen te ontwikkelen en uit te voeren om risico s te voorkòmen of schade te beperken (risicoanalyse). NAN 5.2 In de apotheek is als regel een geregistreerd apotheker in persoon aanwezig. Bij niet-aanwezigheid in de apotheek is de bereikbaarheid van een geregistreerd apotheker geregeld. De apotheker is voor de vervulling van zijn taken en verantwoordelijkheden als regel in persoon in de apotheek aanwezig. Als regel impliceert dat een apotheker voor zorgtaken, zoals thuisbezoek bij de patiënt of FTO, en professionele nascholing tijdens de openingstijden kortdurend afwezig kan zijn. Aanbeveling 4 Indien de apotheker gedurende de openingstijden kortdurend afwezig is, is het apotheekteam in staat zorgvragen te beoordelen op noodzakelijkheid voor raadpleging van de apotheker en is de apotheker of een apotheker altijd bereikbaar voor zorgvragen van het apotheekteam. In het geval dat in de apotheek meer dan één apotheker werkzaam is, neemt een collega-apotheker voor de afwezige apotheker waar. In het geval dat slechts één apotheker in de apotheek werkzaam is, is het apotheekteam in staat zorgvragen waarvoor een apotheker nodig is te scheiden van zorgvragen waarvoor dat niet het geval is. Ook maakt het apotheekteam onderscheid of de apotheker deze zorgvragen onverwijld of op een later tijdstip, wanneer de apotheker weer aanwezig is, kan afhandelen. Voor de afhandeling van deze per direct af te handelen zorgvragen is de apotheker voor het apotheekteam altijd bereikbaar. Indien de bereikbaarheid niet gegarandeerd is (bijvoorbeeld bij tandartsbezoek) maakt de apotheek een onderlinge afspraak met een apotheker van een naburige apotheek zodat een assistent(e) met een zorgvraag altijd terecht kan bij een apotheker. Aanbeveling 5 Bij afwezigheid van de apotheker anders dan kortdurende afwezigheid tijdens de openingstijden zorgt de apotheker voor een zodanige waarneming dat de farmaceutische kwaliteit gewaarborgd is. Bepaalde handelingen moeten in de apotheek door een apotheker binnen een bepaalde tijd afgehandeld worden, zoals het afhandelen van complexe medicatiebewakingssignalen en signalen waarvoor professioneel overleg met de voorschrijver(s) noodzakelijk is en het nakijken van recepten. Als dat niet mogelijk is zorgt de apotheker voor waarneming. Afspraken met de waarnemer worden schriftelijk vastgelegd. KNMP/WINAp / 26 februari 2007 / NAN-Richtlijn 5 Q=

Suggesties bij NAN 5.2 Het is te overwegen om: een achterwacht te regelen als extra garantie voor continue bereikbaarheid van een apotheker. NAN 5.3 De apotheek beschikt over voldoende bevoegde en bekwame medewerkers voor de handhaving van de kwaliteit en de continuïteit van de farmaceutische zorg- en dienstverlening. Voor alle medewerkers moet een schriftelijke overeenkomst worden opgesteld, conform de geldende CAO. Voor meer informatie over arbeidsovereenkomsten en arbeidsvoorwaarden kan het dossier Arbeidszaken op de KNMP-website worden geraadpleegd. Aanbeveling 6 De optimale omvang van het personeelsbestand wordt onder meer gebaseerd op de zorgvisie, het beleidsplan (de gestelde doelen), de organisatiestructuur binnen de apotheek, de scholing en ervaring van de medewerkers, het aantal receptregels, en de eventuele samenwerkingsverbanden met andere apotheken. Het aantal voorschriften alleen is slechts één van de indicatoren voor bepaling van de optimale omvang van het personeelsbestand. Specifieke doelstellingen (bijv. de intensiteit van voorlichting bij afleveren), de omvang van de omzet in zelfzorgartikelen, wel of niet bereiden uit grondstoffen en de samenstelling van het personeelsbestand zijn eveneens factoren die van invloed zijn. Bij de samenstelling van het personeelsbestand is het raadzaam te streven naar een zo goed mogelijke verdeling naar leeftijd en ervaring. Ook dient bij de bepaling van de optimale omvang rekening te worden gehouden met verlof, compensatie voor overuren en diensten. De demografische kenmerken van de patiënten van de apotheek alsmede de situering van de apotheek zijn ook van invloed op de te bepalen omvang van het personeelsbestand. Voor het aantal receptregels dat een apothekersassistent gemiddeld verwerkt zijn kengetallen op te vragen bij de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK). Hierin is echter een grote spreiding waar te nemen als gevolg van eerder genoemde factoren. Zie ook richtlijn 4 Beleid en organisatie. Aanbeveling 7 De apotheker doet aan capaciteitsplanning om een optimale bezettingsgraad te kunnen realiseren. Capaciteitsplanning houdt in het bepalen van de omvang van de dagelijks benodigde capaciteit. Bij het bepalen van deze omvang van capaciteit dient onder meer rekening te worden gehouden met verlofregelingen, de capaciteiten en ervaring van de in te plannen medewerkers en de spreiding van het aantal recepten over de dag. = Aanbeveling 8 In de apotheek worden vaste inwerkprocedures gevolgd voor alle typen medewerkers. Tijdens de inwerkperiode wordt de inwerkstatus bijgehouden en wordt gezorgd dat bevoegdheden daarmee in overeenstemming zijn. Er wordt regelmatig een voortgangsgesprek gehouden. Aanbeveling 9 De apotheker zorgt voor teamleden die beschikken over een patiëntgerichte en kwaliteitsbewuste attitude en voldoende kennis en vaardigheden om de zorg voor en de communicatie met de patiënt optimaal te laten verlopen. KNMP/WINAp / 26 februari 2007 / NAN-Richtlijn 5 R=

De attitude van de individuele medewerker ten opzichte van patiëntgericht en kwaliteitsbewust denken en werken is essentieel voor het waarborgen van de kwaliteit in de apotheek. Patiëntgericht betekent bijvoorbeeld dat de teamleden proberen de werkelijke vraag van de patiënt te achterhalen. Ze nemen de vragen en behoeften van de patiënten serieus en sluiten daar in hun communicatie met de patiënten zo goed mogelijk op aan. Ze geven blijk van betrokkenheid bij de patiënt aan de balie. Zij nemen de tijd voor elke patiënt en zorgen dat het gesprek in een rustige sfeer verloopt. Kwaliteitsbewustzijn uit zich bijvoorbeeld in het denken in termen van continu mogelijkheden zien voor verbetering en een toetsbare opstelling van medewerkers. Dit betekent onder meer dat kritische handelingen in de apotheek zoveel mogelijk worden vastgelegd opdat controle ook achteraf mogelijk is. Daarnaast is het van belang dat het onderling vertrouwen tussen de medewerkers onderling en richting verantwoordelijke apotheker zodanig is dat men elkaar kan aanspreken op (bijna) fouten. Bij een toetsbare opstelling hoort ook dat men bereid is zich richting patiënt te verantwoorden over de geleverde zorg, zeker als deze tekortkomingen constateert of vermoedt. Voorlichting in de apotheek vraagt deskundigheid op verschillende gebieden. Het is belangrijk om juiste en actuele informatie te geven. Hiervoor dient de geneesmiddelenkennis op peil te blijven. De teamleden komen betrouwbaar en geloofwaardig over. Zij maken kenbaar dat zij de patiënt zekerheid kunnen verschaffen en zijn vragen op een deskundige wijze kunnen beantwoorden. Zij laten merken dat in de apotheek kennis ten aanzien van geneesmiddelen aanwezig is en dat deze de patiënt van nut kan zijn. Bij communicatieve vaardigheden wordt ook gedacht aan communicatie met specifieke doelgroepen, zoals ouderen, kinderen en patiënten die niet zo goed Nederlands spreken/verstaan. Het spreekt voor zich dat de teamleden trainingen en scholing krijgen om zich vaardigheden eigen te maken en om de kennis op peil te houden. Zie de aanbevelingen onder NAN 5.4. Ook de apotheker moet de patiënten voldoende gelegenheid geven voor persoonlijk contact en ervoor zorgen dat de patiënten van deze mogelijkheid op de hoogte zijn. Aanbeveling 10 De apotheker zorgt voor medewerkers die kunnen werken met gestructureerde vraagstelling om het juiste advies te kunnen geven aan de betrokken patiënt. Aanbeveling 11 De apotheker zorgt voor medewerkers die op de hoogte zijn van de adviezen met betrekking tot de belangrijkste zelfzorgvragen en die voor de overige zelfzorgonderwerpen in staat zijn om handboeken te raadplegen om, zonodig in overleg met de apotheker, tot een goed advies te komen. Aanbeveling 12 De apotheker zorgt voor de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het ontwikkelen van het kwaliteitssysteem in zijn apotheek. Het ontwikkelen van een kwaliteitssysteem vergt inzicht in de structuren en processen binnen de apotheek en de samenhang onderling. Binnen de apotheek kunnen medewerkers de functie van bijvoorbeeld kwaliteitsfunctionaris krijgen en hiervoor scholing volgen. Zie ook richtlijn 4 (Beleid en organisatie) bij de aanbevelingen onder NAN 4.3 en richtlijn 9 (Documenten). Suggesties bij NAN 5.3 Het is te overwegen om: in de apotheek aan taakspecialisatie te doen, bijvoorbeeld voor huidverzorging, cosmetica en homeopathie, maar ook voor kwaliteitszorg en folderbeheer. KNMP/WINAp / 26 februari 2007 / NAN-Richtlijn 5 S=

NAN 5.4 De apotheek zorgt dat de kennis en de vaardigheden van alle leden van het apotheekteam meegroeien met de ontwikkelingen in de farmaceutische zorg- en dienstverlening. Aanbeveling 13 De apotheker en diens medewerkers houden kennis en vaardigheden op peil, onder meer door binnengekomen informatie te verwerken, onafhankelijke literatuur door te nemen, contacten te onderhouden met collega s en bij- en nascholingscursussen te volgen. De apotheker informeert de medewerkers tijdig over de voor hen relevante informatie zoals productinformatie, patiënteninformatie, afspraken met andere zorgverleners, wijzigingen in regelgeving, arbeidsvoorwaarden, cursussen, etc. Alle teamleden weten in grote lijnen wat er in de folders en brochures staat zodat deze schriftelijke informatie de mondelinge informatie voldoende ondersteunt. Indien de apotheek gespecialiseerde artikelen verkoopt (bijvoorbeeld cosmetica, homeopathie, sporthulpmiddelen) zorgt de apotheker ervoor dat er voldoende deskundigheid op dit gebied in het team aanwezig is om te komen tot een goed advies. Aanbeveling 14 De apotheker en diens medewerkers houden hun farmacotherapeutische kennis zodanig op peil dat zij op adequate wijze uitvoering kunnen geven aan de medicatiebewaking. Aanbeveling 15 De apotheker houdt de algemene farmaceutische productkennis van de medewerkers en hun algemene kennis over apotheekbereiding op peil. Elke apotheek moet beschikken over algemene vakkennis over apotheekbereiding en algemeen farmaceutisch-technische productkennis om technisch/inhoudelijk te kunnen beoordelen wat hij aflevert. Zie ook het onderwerp Apotheekbereiding op de KNMP-website. Aanbeveling 16 In de apotheek wordt aan taakroulatie gedaan, onder meer om kennis en vaardigheden voor zorgtaken die niet zo vaak voorkomen op peil te houden. Taakroulatie bevordert zowel de continuïteit van de zorg, doordat medewerkers in staat zijn elkaars taken over te nemen, de kwaliteit van zorg, omdat medewerkers meer inzicht krijgen in het totale proces in de apotheek en de onderlinge afhankelijkheid van de verschillende taken, als de bekwaamheid van de medewerkers voor taken en werkzaamheden die niet zo vaak voorkomen. Er kan ook voor worden gekozen om voor sommige specifieke werkzaamheden die niet zo vaak voorkomen aan taakspecialisatie te doen (zie ook de suggestie bij NAN 5.3). Aanbeveling 17 Voor elke medewerker - ook voor de apotheker - is een nascholingsplan (POP) opgesteld. Dit plan omvat onder meer vakinhoudelijke nascholing, nascholing op het gebied van gesprekstechniek, bijvoorbeeld het hanteren van WHAM-vragen, en effectief adviseren. Zie ook het dossier Arbeidszaken op de KNMP website. KNMP/WINAp / 26 februari 2007 / NAN-Richtlijn 5 T=

Aanbeveling 18 Er wordt regelmatig werkoverleg gehouden. Werkoverleg vindt gestructureerd en ten minste vier keer per jaar plaats. Onderwerpen die in het werkoverleg zeker aan de orde moeten komen zijn: indeling werkzaamheden overdracht werkzaamheden overdracht taken en bevoegdheden collegiale werkverhoudingen dienstrooster planning vakanties Daarnaast dient kwaliteitszorg een vast onderwerp op de agenda van het werkoverleg te zijn. Er wordt zo vaak als nodig aandacht besteed aan medicatiebewaking. Van het werkoverleg wordt een verslag gemaakt, tenminste over de gemaakte afspraken. Aanbeveling 19 Van alle medewerkers wordt een personeelsdossier bijgehouden. In dit dossier is per medewerker opgenomen: personeelsformulier, arbeidsovereenkomst, functiebeschrijving, actueel curriculum vitae, kopieën van relevante diploma s, verslagen van functioneringsgesprekken, nascholingsplan (POP), actuele salariëring en een kopie van een geldig legitimatiebewijs. Normaal gesproken is dit personeelsdossier alleen toegankelijk voor de direct leidinggevende en de betreffende medewerker. In apotheken waar personeelszaken door een aparte functionaris wordt behartigd, geldt dat het personeelsdossier ook voor hem/haar toegankelijk is, met uitzondering van vertrouwelijke informatie (zoals bijvoorbeeld verslagen van functioneringsgesprekken). Deze vertrouwelijke informatie blijft alleen toegankelijk voor de direct leidinggevende. Volgens het vrijstellingsbesluit WBP mogen personeelsgegevens niet langer worden bewaard dan twee jaar na uitdiensttreding. Financiële gegevens moeten zeven jaar worden bewaard. Suggesties bij NAN 5.4 Het is te overwegen om: in de apotheek gebruik te maken van een adequaat systeem van deskundigheidsbevordering op het gebied van ziekteleer, gespecialiseerde farmacotherapie en counselingvaardigheden. NAN 5.5 De structuur van de apotheekorganisatie, alsmede de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle leden van het apotheekteam zijn helder gedefinieerd en vastgelegd, op elkaar afgestemd, en bij alle leden van het apotheekteam bekend. = Aanbeveling 20 Van elke functie en voor elke medewerker is een functiebeschrijving voorhanden waarin onder meer de plaats in de organisatie is vastgelegd. In de functiebeschrijvingen staan onder meer de plaats van de functie in de organisatie, de taken, opleidingseisen, overige eisen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vermeld die behoren bij die specifieke functie. De organisatiestructuur is in het beleidsplan (zie richtlijn 4 bij NAN 4.1) opgenomen. Taken kunnen niet naar behoren worden vervuld zonder een bepaalde mate van bevoegdheden. Wanneer taken door de apotheker worden gedelegeerd aan medewerkers, moeten ook de voor de taak benodigde bevoegdheden worden verleend. Hoever deze bevoegdheden reiken, moet duidelijk worden vastgelegd. Een gediplomeerd assistent is formeel op basis van het diploma bevoegd geneesmiddelen ter hand te stellen en neemt door het zetten van een paraaf een verantwoordelijkheid. Maar reikt de bevoegdheid van een pas aangestelde eerstejaars assistent even KNMP/WINAp / 26 februari 2007 / NAN-Richtlijn 5 U=

ver als die van een ervaren medewerker? Mogen zij op eigen initiatief bijvoorbeeld een arts bellen over afwijkende medicatie? Andere bevoegdheden zijn veel minder duidelijk. Wie is bijvoorbeeld bevoegd om bij afwezigheid van de apotheker de apotheek jegens derden te binden door bijvoorbeeld een bestelling te doen of een zending te aanvaarden? Mag iedereen de kas controleren? De apotheker zal moeten bepalen hoever ieders bevoegdheden zich uitstrekken en die ook vast moeten leggen. Taken en bevoegdheden van de verschillende medewerkers kunnen worden vastgelegd in een bevoegdhedentabel, waarin per functie de bijbehorende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden weergegeven. Naast de taken die zijn gebaseerd op de functiebeschrijvingen is een aantal taken te onderscheiden dat niet specifiek tot een functie behoort, maar waarmee één medewerker in het bijzonder kan worden belast (persoonsgebonden taken). Het werkrooster bepaalt wie op welk moment welke taken feitelijk uitvoert. Hetzelfde geldt voor de dienst. Aanbeveling 21 Wanneer moet worden afgeweken van geautoriseerde werkwijzen wordt - als regel vooraf - overleg gepleegd met de apotheker en worden afwijkingen vastgelegd. Als voorafgaand overleg niet mogelijk is wordt het besluit om af te wijken van geautoriseerde werkwijzen door twee medewerkers in gezamenlijk overleg genomen. Ze brengen de apotheker dezelfde dag op de hoogte. Het vastleggen van afwijkingen dient te geschieden voor die afwijkingen die van invloed zouden kunnen zijn op de geleverde kwaliteit van zorg. Voor die afwijkingen waarvoor dit niet duidelijk is, dient de apotheker spelregels op te stellen ten aanzien van het vastleggen. Voor het vastleggen van afwijkingen van het kwaliteitssysteem kan gebruik worden gemaakt van een standaardformulier. Aanbeveling 22 De verantwoordelijkheid voor uitvoering van werkzaamheden respectievelijk voor de kwaliteitsborging daarvan ligt bij voorkeur niet bij dezelfde persoon. Naarmate de automatisering in de apotheek voortgaat, kan een deel van de onafhankelijke controle worden overgenomen door de computer, barcodelezer (alleen bij controle van het geneesmiddel), e.d. Als bij de terhandstelling wordt gecontroleerd of de verstrekking overeenkomt met het voorschrift van de arts (dus niet met wat is ingebracht), kunnen mogelijke correcties achteraf worden voorkomen. Aan het einde van de dag dienen deze in process controles nogmaals te worden gecontroleerd op de juiste lezing, de juiste verstrekking, de juiste dosering en de juiste declaratie. Ook bij andere aspecten van de receptafhandeling, zoals medicatiebewaking, dient onafhankelijke controle plaats te vinden. Indien mogelijk, geschiedt de in process controle van recepten dus niet door de medewerker die bij de afhandeling ervan betrokken was. Veel meer voorbeelden zijn denkbaar, waaronder het bereiden van geneesmiddelen, maar ook buiten de directe receptafhandeling. Bij het opstellen van schriftelijke patiënteninformatie, zoals een bijsluitertekst, behoort een vergelijkbare werkwijze te worden gevolgd. Deze dient te worden gecontroleerd door een ander dan de opsteller. Aanbeveling 23 Voor de verschillende routes waarlangs een recept de apotheek kan bereiken legt de apotheek vast wie daarvoor verantwoordelijk is en door wie en hoe de recepten of aanvragen worden voorbereid zodat deze geschikt zijn voor verwerking. Recepten of medicijnaanvragen kunnen op verschillende manieren de apotheek bereiken: onder andere aangeboden aan de balie, bezorgd door de arts of de bezorger, via de post, via de fax, via elektronische weg, via de verzorgenden van instellingen. Voor een faxrecept moet bijvoorbeeld zijn vastgelegd wat de werkwijze is om een origineel recept te verkrijgen. KNMP/WINAp / 26 februari 2007 / NAN-Richtlijn 5 V=

Aanbeveling 24 De apotheker zorgt ervoor dat de verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van kwaliteitszorg binnen de apotheek vastgelegd en kenbaar gemaakt zijn. Aanbeveling 25 De apotheker zorgt ervoor dat het apotheekteam de gezamenlijk ontwikkelde visie op de afbakening van verantwoordelijkheden tussen patiënt en apotheek kent. De apotheekmedewerkers en de apotheker hebben vanuit hun professionaliteit een eigen verantwoordelijkheid zoals het meegeven van alle mogelijke informatie en adviezen en het duidelijk maken van risico s aan de patiënt. De patiënt beslist zelf of hij gebruik zal maken van deze informatie. Er zijn situaties denkbaar waarbij de verantwoordelijkheid van de patiënt in botsing komt met die van de apotheekmedewerkers of de apotheker. Een dergelijke situatie kan zich voordoen wanneer de patiënt de essentiële voorlichting, informatie of instructie niet wil ontvangen. De patiënt heeft een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van onder andere het gebruik van geneesmiddelen en hulpmiddelen, het willen luisteren naar een advies, het vragen naar advies, het opvolgen van een advies, omgaan met zijn/haar gezondheid. Een apotheekmedewerker kan een patiënt niet dwingen om bijvoorbeeld te luisteren of een advies op te volgen. Als een patiënt een advies weigert legt de apotheek dit vast in het patiëntendossier. KNMP/WINAp / 26 februari 2007 / NAN-Richtlijn 5 NM=