67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk



Vergelijkbare documenten
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

De Belgische arbeidsmarkt in 2012

Werkloosheid in de Europese Unie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

Arbeidsmarkt allochtonen

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in juni 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in mei 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in december 2014

De arbeidsmarkt in juni 2014

De arbeidsmarkt in februari 2016

De arbeidsmarkt in februari 2015

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in maart 2015

Statistisch Product. Werkgelegenheid, werkloosheid, arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt in september 2014

De arbeidsmarkt in oktober 2016

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

De arbeidsmarkt in mei 2015

De arbeidsmarkt in mei 2014

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt in augustus 2016

De arbeidsmarkt in juni 2016

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006

De arbeidsmarkt in oktober 2014

Vlaanderen binnen Europa

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in januari 2017

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

De arbeidsmarkt in februari 2017

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

De arbeidsmarkt in maart 2017

De arbeidsmarkt in augustus 2017

Hoofdstuk 11 DE ARBEIDSMARKT IN DE NIEUWE LIDSTATEN. Eef Stevens & Seppe Van Gils VAN DE EUROPESE UNIE. Kort samengevat

De arbeidsmarkt in april 2017

De arbeidsdeelname herstelt, maar niet iedereen profiteert mee

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Tarieven Europa: staffel 1

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Scorebord van de interne markt

Barometer. het vrouwelijk. ondernemerschap. voor. in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Op 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners.

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

Indicatoren competitiviteitspact

Laaggeschoolde mannen het hardst getroffen door de crisis

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

De werkloosheid in de Europese Unie Maart Indexen van de uurlonen April

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016

Bijlage VMBO-GL en TL

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017

Tarieven Europa: staffel 1

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018

Transcriptie:

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn. Deze ambitieuze doelstelling werd vastgelegd in de zogenaamde Europa 2020- strategie, die van de Europese Unie een duurzame economie met veel werkgelegenheid wil maken. In de eerste jaarhelft van is in België 67,3% van de 20 tot 64-jarigen aan het werk. Hiermee presteert België onder het Europese gemiddelde van 68,5%. Vooral de werkgelegenheidsgraden van 55-64-jarigen en van vrouwen blijven, ondanks recente vooruitgang, laag in België. Naast het feit dat 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk zijn, stellen we de volgende arbeidsmarktresultaten vast voor de eerste helft van : In de eerste helft van Zijn er bijna 4.500.000 in België wonende personen aan het werk en 332.000 IABwerklozen; Bedraagt de werkgelegenheidsgraad van 15-64-jarigen 61,9%, de werkloosheidsgraad 6,9% en de activiteitsgraad 66,5%; Bij vergelijking van de eerste jaarhelft van met de eerste jaarhelft van Stijgt de totale werkgelegenheid met 42.000 eenheden of 0,9%; Daalt het aantal IAB-werklozen met 74.000 eenheden of 18,3%; Daalt de werkloosheidsgraad sterk, vooral bij vrouwen, jongeren en in het Waals Gewest. De werkgelegenheidsgraad neemt licht toe en de activiteitsgraad daalt, behalve bij de 50-plussers. Dit blijkt uit de meest recente resultaten van de enquête naar de arbeidskrachten (Labour Force Survey) van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie en van de 26 andere EU-lidstaten. Deze enquête peilt naar de voornaamste evoluties qua werkgelegenheid en werkloosheid volgens internationale definities, op basis waarvan een aantal belangrijke arbeidsmarktindicatoren (zoals de werkgelegenheids- de werkloosheidsen de activiteitsgraad) worden opgesteld. Om de werkloosheidscijfers internationaal vergelijkbaar te houden, worden ze volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau berekend (zie bijlage 1 op pagina 7). 1

1. ARBEIDSMARKTSITUATIE IN DE EERSTE HELFT VAN 1.1 Werkgelegenheid Volgens de jongste resultaten van de Enquête naar de Arbeidskrachten van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie zijn in de eerste helft van bijna 4.500.000 personen van 15 jaar en ouder aan het werk. De Belgische werkgelegenheid stijgt met 42.000 eenheden of met 0,9% ten opzichte van de eerste helft van (tabel 1). Het aantal werkende vrouwen groeit sterker dan het aantal werkende mannen. Daarnaast noteren we dat de werkgelegenheid vooral stijgt bij jongeren (+6,9%) en 50-plussers (+3,4%). In de leeftijdsklasse van 25 tot 49 jaar daalt het aantal werkende personen. Naar opleidingsniveau valt de werkgelegenheidsgroei op bij middengeschoolden (+4,0%). Het aantal hooggeschoolden met een job neemt licht toe en het aantal werkende laaggeschoolden neemt sterk af. De werkgelegenheid neemt toe in de drie gewesten. De groei is het sterkst in Wallonië, gevolgd door Brussel en Vlaanderen. Tabel 1: Aantal werkende personen naar geslacht, leeftijdsgroep, opleidingsniveau en regio ( ) Aantal werkende personen 1ste helft % evolutie ten opzichte van de 1ste helft Totaal (15 jaar en +) 4.499.000 0,9% Geslacht Mannen 2.457.000 0,6% Vrouwen 2.041.000 1,4% Leeftijdsgroep 15-24 jaar 337.000 6,9% 25-49 jaar 3.026.000-0,5% 50 jaar en + 1.136.000 3,4% Onderwijsniveau Laag 903.000-3,3% Midden 1.785.000 4,0% Hoog 1.810.000 0,3% Regio Brussels Hoofdstedelijk Gewest 414.000 1,0% Vlaams Gewest 2.749.000 0,5% Waals Gewest 1.336.000 1,9% 1.2 Werkloosheid In de eerste helft van zijn er volgens de definities van het internationaal arbeidsbureau (IAB) 332.000 werklozen, hetgeen een afname met 74.000 eenheden of met 18,3% betekent ten opzichte van de eerste helft van (tabel 2). Het aantal werkloze vrouwen daalt sterker dan het aantal werkloze mannen, zodat de kloof tussen de twee geslachten nog iets groter wordt. Momenteel is 55% van de werklozen man. De jeugdwerkloosheid daalt sterker dan de werkloosheid van 25-plussers. De werkloosheid daalt in de eerste helft van het sterkst in Wallonië en het minst in Brussel.. 2

Tabel 2: Aantal werklozen volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB) naar geslacht, leeftijdsgroep en regio ( ) Aantal IAB-werklozen % evolutie ten opzichte van de Totaal 332.000-18,3% Mannen 183.000-16,0% Vrouwen 149.000-20,8% Leeftijdsgroep 15-24 jaar 72.000-23,4% 25 jaar en + 260.000-16,7% Regio Brussels Hoofdstedelijk Gewest 81.000-1,5% Vlaams Gewest 120.000-21,3% Waals Gewest 130.000-23,7% 1.3 Werkgelegenheidsgraad, werkloosheidsgraad en activiteitsgraad van 15-64-jarigen Voor de berekening van de werkgelegenheidsgraad, de werkloosheidsgraad en de activiteitsgraad beperken we ons tot de bevolking van 15 tot en met 64 jaar. Deze bevolking neemt tussen de eerste helft van en de eerste helft van met 51.000 eenheden toe. De bevolkingstoename verdeelt zich als volgt onder de werkende, werkloze en inactieve bevolking: een toename met 47.000 werkende personen, een vermindering van het aantal werklozen met 74.000 eenheden en een aangroei van het aantal inactieven met 78.000 eenheden (tabel 3a). Tabel 3a: Evolutie van de totale bevolking, de beroepsbevolking en de inactieve bevolking van 15 tot en met 64 jaar en van de werkgelegenheidsgraad, werkloosheidsgraad en activiteitsgraad ( ) Evolutie - Aantallen In absolute aantallen In procenten Totale bevolking van 15-64 jaar (a) 7.213.000 + 51.000 +0,7% Beroepsbevolking (b) 4.795.000-27.000-0,6% Werkend (b1) 4.463.000 +47.000 +1,1% Werkloos (b2) 332.000-74.000-18,3% Inactieve bevolking (c) 2.418.000 +78.000 +3,3% Werkgelegenheidsgraad (b1/a) 61,9% +0,2 %-punt Werkloosheidsgraad (b2/b) 6,9% -1,5 %-punt Activiteitsgraad (b/a) 66,5% -0,8 %-punt 3

In de eerste helft van bedraagt de werkgelegenheidsgraad 61,9%, de activiteitsgraad 66,5% en de werkloosheidsgraad 6,9%. In vergelijking met de eerste jaarhelft van valt vooral de sterke daling van de werkloosheidsgraad op. De afname van de werkloosheidsgraad is het sterkst bij vrouwen, bij jongeren en in het Waals Gewest (tabel 3b). Tabel 3b: Evolutie van de werkgelegenheidsgraad, werkloosheidsgraad en activiteitsgraad tussen de van en de van (bevolking 15-64 jaar) detail naar geslacht, leeftijdsgroep en regio Werkgelegenheidsgraad 61,7% 61,9% Mannen 67,1% 67,1% Vrouwen 56,2% 56,6% 15-24 jaar 24,0% 25,5% 25-49 jaar 81,2% 80,6% 50-64 jaar 50,4% 51,5% Brussels Hoofdstedelijk Gewest 54,8% 54,3% Vlaams Gewest 66,0% 66,1% Waals Gewest 56,2% 56,9% Werkloosheidsgraad 8,4% 6,9% Mannen 8,3% 7,0% Vrouwen 8,6% 6,8% 15-24 jaar 23,0% 17,6% 25-49 jaar 7,6% 6,5% 50-64 jaar 5,3% 4,4% Brussels Hoofdstedelijk Gewest 16,9% 16,6% Vlaams Gewest 5,3% 4,2% Waals Gewest 11,6% 8,9% Activiteitsgraad 67,3% 66,5% Mannen 73,2% 72,2% Vrouwen 61,4% 60,7% 15-24 jaar 31,2% 30,9% 25-49 jaar 87,9% 86,2% 50-64 jaar 53,2% 53,8% Brussels Hoofdstedelijk Gewest 66,0% 65,0% Vlaams Gewest 69,7% 69,0% Waals Gewest 63,5% 62,5% 4

Het aantal werkende personen groeit iets sneller dan de totale bevolking waardoor de werkgelegenheidsgraad van 15-64-jarigen licht toeneemt. Enkel de werkgelegenheidsgraad van vrouwen stijgt; het aandeel werkende mannen in de leeftijdsgroep van 15 tot en met 64 jaar blijft stabiel op 67,1%. In de jongste en oudste leeftijdsgroepen stijgt de werkgelegenheidsgraad sterk maar bij de 25-49-jarigen neemt het percentage werkende personen af. De werkgelegenheidsgraad stijgt met 0,7 procentpunten in Wallonië, blijft vrij stabiel in Vlaanderen en daalt in Brussel. De Belgische activiteitsgraad ten slotte daalt met 0,8 procentpunten. Deze daling kan verklaard worden door de sterkere afname van het aantal werklozen (-74.000) ten opzichte van de beperktere toename van de werkgelegenheid van 15-64-jarigen (+47.000). Het aantal personen dat zich aanbiedt op de arbeidsmarkt neemt dus af en de bevolking groeit aan waardoor de activiteitsgraad daalt. De 50-plussers vormen hier echter de uitzondering aangezien in deze leeftijdsgroep de activiteitsgraad toeneemt. De beroepsbevolking groeit hier immers sterker dan de totale bevolking dankzij een sterke toename van de werkgelegenheid bij 50-64-jarigen. 2. STAND VAN ZAKEN WERKGELEGENHEIDSGRAAD 20-64-JARIGEN IN HET KADER VAN DE EUROPA 2020-STRATEGIE In het kader van de nieuwe langetermijnstrategie van de Europese Unie voor een sterke en duurzame economie met veel werkgelegenheid, de zogenaamde Europa 2020-strategie, werd vastgelegd dat tegen 2020 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk moet zijn. België heeft, zoals alle Europese lidstaten, een nationale doelstelling vastgelegd. Die bedraagt 73,2%. In de eerste jaarhelft van is in België 67,3% van de 20 tot 64-jarigen aan het werk. Dit cijfer bleef ongewijzigd in vergelijking met de eerste helft van. Vlaanderen zit met 71,8% het dichtst bij de doelstelling (tabel 4). Wallonië en Brussel halen respectievelijk 62,2% en 58,6%. Het is vooral de werkgelegenheidsgraad van vrouwen en van 55-plussers die laag blijft. De werkgelegenheidsgraad van vrouwelijke 20-64-jarigen bedraagt 61,5% tegenover 73,1% bij hun mannelijke tegenhangers. Van de 20-54-jarigen is 74,8% aan het werk. Bij de 55-64-jarigen is 38,6% aan de slag. In vergelijking met vorig jaar is het percentage 55-plussers met een job toegenomen met 1,6 procentpunten. Wat de werkgelegenheidsgraad van deze oudste leeftijdsgroep betreft, scoort Brussel het best. Tabel 4: Evolutie van de werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen ( ) België Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal 67,3% 67,3% 59,3% 58,6% 71,9% 71,8% 61,7% 62,2% Mannen 73,3% 73,1% 66,7% 63,7% 76,8% 77,3% 69,0% 68,4% Vrouwen 61,3% 61,5% 52,1% 53,6% 66,9% 66,1% 54,4% 56,0% 20-54 jaar 75,1% 74,8% 63,1% 61,4% 81,0% 80,5% 68,6% 69,1% 55-64 jaar 37,0% 38,6% 38,7% 43,8% 37,4% 38,9% 35,8% 36,9% Bij een internationale vergelijking merken we dat de Belgische werkgelegenheidsgraad van 20-64- jarigen zich onder het Europese gemiddelde bevindt (grafiek 1). In de eerste helft van bedraagt het Europese gemiddelde 68,5% tegenover 67,3% in België. Vier EU-lidstaten hebben 5

reeds een werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen van meer dan 75%: Zweden, Nederland, Duitsland en Denemarken. Oostenrijk en Cyprus leunen met 74,8% heel dicht aan bij de doelstelling. De EU-lidstaten die het slechtst scoren zijn Hongarije, Griekenland, Italië en Malta. Grafiek 1: Evolutie van de werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen in de landen van de Europese Unie (eerste helft eerste helft ) 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Zweden Nederland Duitsland Denemarken Oostenrijk Cyprus Verenigd Koninkrijk Finland Tsjechië Slowakije Letland Litouwen België Slovenië EU27 Estland Frankrijk Portugal Luxemburg 1ste helft 1ste helft Polen Ierland Bulgarije Roemenië Spanje Malta Italië Griekenland Hongarije Bron (verplichte vermelding): Eurostat BIJKOMENDE INLICHTINGEN Voor meer inlichtingen kan u terecht bij de communicatieverantwoordelijke, Freddy Verkruyssen (tel 02/277.70.76, e-mail freddy.verkruyssen@economie.fgov.be). BRONVERMELDING Bronvermelding: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. AANVULLENDE CIJFERGEGEVENS De kwartaalcijfers vanaf het 1 ste kwartaal 1999 tot en met het 2de kwartaal zijn terug te vinden als downloadbare excel tabel op http://statbel.fgov.be. U vindt tevens bijkomende informatie (methodologie, statistieken, ) over de enquête naar de arbeidskrachten op http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/gegevensinzameling/enquetes/eak/index.jsp 6

BIJLAGE 1: DEFINITIES INZAKE TEWERKSTELLING EN WERKLOOSHEID De steekproefenquête naar de arbeidskrachten is een enquête bij particuliere huishoudens, die over het hele jaar wordt gehouden. Ze is gebaseerd op een effectieve steekproef van 19.991 huishoudens in de eerste jaarhelft van, hetzij 39.566 personen (respondenten) op actieve leeftijd (15 jaar en ouder). De definities over tewerkstelling en werkloosheid die hierna worden gehanteerd zijn die van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB), waardoor een vergelijkbaarheid van de resultaten op internationaal vlak wordt gewaarborgd. Personen met een betrekking zijn personen die gedurende de referentieweek enig werk verrichtten voor loon of salaris of voor winst, of die een baan hadden maar tijdelijk afwezig waren. Daar worden ook de meewerkende familieleden meegerekend. Werklozen zijn alle personen die: (a) tijdens de referentieweek geen werk hadden, d.w.z. niet in loondienst of als zelfstandige werkten (gedurende minstens één uur); (b) voor werk beschikbaar waren, d.w.z. voor werk in loondienst of als zelfstandige beschikbaar waren binnen twee weken na de referentieweek; c) actief werk zochten, d.w.z. gedurende de laatste vier weken met inbegrip van de referentieweek gerichte stappen hadden ondernomen om werk in loondienst of als zelfstandige te zoeken, of die werk hadden gevonden en binnen ten hoogste drie maanden zouden beginnen te werken. Opgelet! De IAB-werkloosheidscijfers staan los van een eventuele inschrijving bij VDAB, Actiris, FOREM of ADG en zijn dus niet vergelijkbaar met de administratieve werkloosheidscijfers. Niet-actieven zijn alle personen die niet beschouwd worden als personen met een betrekking of als werklozen. De werkgelegenheidsgraad geeft het percentage werkende personen in de bevolking van 15 tot 64 jaar weer. De werkgelegenheidsgraad in het kader van de Europa 2020-strategie geeft het percentage werkende personen in de bevolking van 20 tot 64 jaar weer. De werkloosheidsgraad geeft het percentage werklozen in de beroepsbevolking (werkende personen + werklozen) van 15 tot 64 jaar weer. De activiteitsgraad geeft het percentage beroepsbevolking (werkende personen + werklozen) in de bevolking van 15 tot 64 jaar. Bovenstaande indicatoren (werkgelegenheidsgraad, werkloosheidsgraad en activiteitsgraad) zijn de belangrijkste indicatoren om de arbeidsmarktevolutie op internationaal niveau te vergelijken. Voor wat de indeling naar onderwijsniveau betreft, worden drie niveaus gehanteerd. Laaggeschoolden zijn die personen die maximaal een diploma hebben van het lager secundair onderwijs. Middengeschoolden zijn personen die een diploma behaald hebben van het hoger secundair onderwijs, maar geen diploma van het hoger onderwijs. Hooggeschoolden hebben een diploma van het hoger onderwijs. 7

BIJLAGE 2: BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN De enquête naar de arbeidskrachten vertrekt van een steekproef van de volwassen bevolking (15 jaar en ouder) van het Rijk (bijna 40.000 bevraagde individuen in de eerste helft van ) en heeft tot doel informatie te verstrekken over de gehele bevolking. Het principe van steekproefonderzoek houdt in dat de resultaten uit de steekproef gebruikt worden om een schatting te maken van de waarden in de gehele bevolking (=de populatie). Juist doordat het om een schatting gaat dient rekening gehouden te worden met een bepaalde graad van onzekerheid. Was er immers een andere steekproef getrokken, dan was er vermoedelijk een licht verschillende waarde bekomen. Deze graad van precisie wordt uitgedrukt door middel van een betrouwbaarheidsinterval (B.I.) rondom de geschatte waarde. Hoe kleiner dit interval, hoe nauwkeuriger onze uitspraken. Doorgaans wordt gewerkt met een betrouwbaarheidsinterval dat overeenstemt met een significantieniveau van 95%. Dit betekent dat wanneer verschillende steekproeven uit dezelfde populatie worden getrokken, men mag verwachten dat 95% van de berekende intervallen (met significantieniveau 95%) de werkelijke waarde zullen bevatten. De schattingen van de precisie in de onderstaande tabellen houden rekening met het gebruikte steekproefplan, de vastgestelde non-respons en de gebruikte bijschattingsmethode. Betrouwbaarheidsintervallen voor de belangrijkste resultaten voor de eerste jaarhelft van - België Werkloosheidsgraad Activiteitsgraad Werkenden Werklozen Schatting 61,9% 6,9% 66,5% 4.498.642 331.795 Standaardafwijking 0,34% 0,25% 0,30% 24.906 12.188 Werkgelegenheidsgraad Betrouwbaarheidsinterval 61,2% - 62,5% 6,4% - 7,4% 65,8% - 67,0% 4.448.829 4.548.453 307.418 356.171 8

BIJLAGE 3: EVOLUTIE VAN DE WERKGELEGENHEIDSGRAAD VAN 20-64-JARIGEN IN DE LANDEN VAN DE EUROPESE UNIE (EERSTE HELFT EERSTE HELFT ) Werkgelegenheidsgraad 20-64-jarigen 1ste helft 1ste helft EU27 België Bulgarije Cyprus Denemarken Duitsland Estland Finland Frankrijk Griekenland Hongarije Ierland Italië Letland Litouwen Luxemburg Malta Nederland Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Spanje Tsjechië Verenigd Koninkrijk Zweden Bron (verplichte vermelding): Eurostat 68,4% 68,5% 67,3% 67,3% 65,2% 63,0% 75,1% 74,8% 76,1% 75,5% 74,5% 75,8% 64,7% 69,0% 72,7% 73,3% 69,2% 69,1% 64,6% 61,1% 59,9% 60,1% 65,1% 64,1% 61,2% 61,2% 64,0% 66,3% 63,3% 66,4% 70,2% 70,2% 59,8% 61,6% 76,6% 76,8% 74,3% 74,8% 64,1% 64,5% 70,7% 69,7% 63,2% 62,8% 70,7% 68,2% 64,2% 64,9% 62,4% 62,0% 70,0% 70,6% 73,3% 73,6% 78,1% 79,6% 9