provincie groningen Voor de Wind gaan! Een praktijkproject over kleine windturbines in de gebouwde omgeving

Vergelijkbare documenten
provincie groningen Voor de Wind gaan! Een praktijkproject over kleine windturbines in de gebouwde omgeving Technische en economische monitoring


BELEIDSNOTITIE PLAATSEN KLEINE WINDTURBINES.

Windenergie Kleine windturbines. Gebouwde omgeving

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek

Testveld Kleine WindTurbines Zeeland

Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn.

Spiekbriefje Frisse Wind

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim

Onderzoek en ontwikkeling voor een kleinschalige windturbine met venturi en geluidsdemper

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN)

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

1 INLEIDING ALGEMENE VRAGEN... 3

Houten, 17 februari Geachte leden van het rondetafelgesprek,

Informerend gedeelte bij Omzendbrief LNE/2009/01 RO/2009/01: Beoordelingskader voor de inplanting van kleine en middelgrote windturbines

Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen

Gelet op artikel 62, derde lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie;

Praktische toepassing mini windturbines

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

Beleidsnotitie kleine windturbines 2008

KLEINE WINDTURBINES NOVEMBER Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse: energie uit wind en zon

Rapport klanttevredenheid 2013

Persmap Opening testveld Kleine Windturbines Zeeland 7 november 2007

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

DB-vergadering Agendapunt 5

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Onderwerp Aanvraag om bouwvergunning voor het oprichten (vervangende nieuwbouw) van twee mestsilo's op het perceel Peesterweg 8 te Zuidvelde.

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Windenergie. Verdiepende opdracht

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Den Haag aan de wind Workshop ontmoet en groet Duurzaam Den Haag

Hoor- en adviescommissie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: keuze tussen twee locaties voor een brandstofverkooppunt te Fijnaart.

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

FUMO deelnemersonderzoek 2015

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012

Vergunningverlening Plan van aanpak

Klantenpanel RVO.nl Resultaten peiling 36: Koopsubsidie Januari 2016

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling Antidiscriminatievoorziening Limburg

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

De gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd wat u zelf precies van de aanvraag vindt.

Programma 19u30 Ontvangst en welkomstwoord 20u00 Toelichting recent onderzoeksproject (VUB en Erasmushogeschool) en testbank Greenbridge (Bart

Ontwerp Omgevingsvergunning

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

Datum 24 juli 2018 Afdeling Veiligheid en Handhaving Contact R.A. Posthuma Telefoon

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

Gemeente Landsmeer. Wmo-klanttevredenheid over juni 2014

Januari Jaarverslag 2012

Omgevingsvergunning. Gebleken is dat uw aanvraag voldoet en daarom verlenen wij u de omgevingsvergunning waarom u heeft gevraagd.

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding

Regelgeving Horeca Maastricht 2005

Windenergie in Brussel

1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2

CABA Agendapunt: 8 AAN DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE AANGELEGENHEDEN

De gemeenteraad heeft mij verzocht de gemeenteraad in de bezwaarprocedure te vertegenwoordigen en hem waar nodig nader van advies te dienen.

Markstudie naar kleine windturbines in Vlaanderen

Enquête Telefonische dienstverlening

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Beleid voor kleine windturbines

Raadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Financiering in het MKB

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente

Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen

Beslissing op bezwaar inzake lasten onder dwangsom Bosscheweg 67 in Drunen.

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord

Daarom zal ik mij beperken tot de grote denkfout: de Kleefse Waard. Koningspleij-Noord

Beleidsvisie Kleine Windturbines Gemeente Den Helder

Dakkapel kan wél Gemeente Diemen

Collegevoorstel. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Alles in de wind. Over windenergie. Hoe werkt een windturbine? Tandwielkast vroeger en nu. Direct Drive

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Duurzaam in de buurt. Over groene stroom en investeren. Enquête leefbaarheid en veiligheid Bureau Onderzoek Gemeente Groningen

Administratievelastenmeting. Provincie Gelderland Michel Bloemheuvel, Rob Blank en Stefan Prij 20 mei 2015

Bijlage 8 Ruimtelijke Onderbouwing meetmast ten behoeve van windpark Spuisluis

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN)

Internetpanel Dienst Regelingen

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Inleiding: Koninklijke Sanders B.V. heeft een verzoek ingediend voor de bouw van een bedrijfshal van 4200m2.

Onderwerp: Planschadeverhaalovereenkomst nieuwbouw woning Torenstraat tussen te Drunen.

Bijlagen. Tevredenheid van potentiële werknemers

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Actieve deelname aan keteninitiatief maart tussentijdse rapportage. Inhoudsopgave

Reactie op zienswijze 12 woningen Laan Van Altena

Transcriptie:

provincie groningen Voor de Wind gaan! Een praktijkproject over kleine windturbines in de gebouwde omgeving

Voor de Wind gaan! Dit project werd mede mogelijk gemaakt door ondersteuning van het programma DEN, dat wordt uitgevoerd door SenterNovem. Project Voor de wind gaan! Projectnummer: 2020-03-12-20-001 Penvoerder: Provincie Groningen Medeaanvragers: Van Hall Instituut, inmiddels Van Hall Larenstein Fortis Windenergy Turby Prisma Bouw H-energiesystemen SET windside (Windwall) Verslagperiode: 2004-2007

Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING 3 Inleiding 3 Resultaten 4 Conclusie 5 Discussie 5 Afsluitend 5 2. BELEIDSMONITORING 7 Inleiding 7 Doelstelling 7 Werkwijze 7 Resultaten 9 Conclusie en aanbevelingen 10 3. TECHNISCHE EN ECONOMISCHE MONITORING 12 Inleiding en doelstelling 12 Werkwijze 12 Resultaten 13 Conclusie en aanbevelingen 16 4. SOCIALE MONITORING 17 Inleiding en doelstelling 17 Werkwijze 17 Resultaten 18 Conclusie en aanbevelingen 20 5. DE REALISATIE VAN DE INDIRECTE ENERGIEVERDIENSTE 21 Innovatititeit 21 Knelpunten 21 Kostprijs duurzame energie 22 2

1. SAMENVATTING Inleiding Voor de wind gaan! Dat is de naam die gekozen is voor dit project: met een uitroepteken. Misschien hadden we er beter ook een vraagteken aan toe kunnen voegen. We begonnen dit project ten slotte vanwege de vragen die er zijn over kleine windturbines en hoe deze bij zouden kunnen dragen in een duurzame energievoorziening. De projectdoelstelling van het project luidt dan ook Het in een praktijksituatie onderzoeken van de perspectieven van meerdere typen kleine windturbines in de bebouwde omgeving, onderverdeeld naar landelijk gebied, woonomgeving en bedrijventerrein. Dit heeft geleid tot de volgende vraagstelling: Waar en onder welke omstandigheden komt welke windturbine het best tot zijn recht (in termen van onder andere rendement, inpasbaarheid, veiligheid, beleving en esthetische aspecten) daarbij uitdrukkelijk rekening houdend met het bestuurlijk proces en de juridische aspecten vanuit met name de lokale overheid. Mede dankzij een subsidie uit het programma DEN heeft de provincie Groningen dit praktijkexperiment uit kunnen voeren, samen met de projectpartners. Deze partners zijn de provincie Drenthe, Van Hall Larenstein en een zestal fabrikanten van kleine windturbines: Fortis Windenergy, H-energiesystemen, Prisma Bouw (provane), SET (windside), Turby en Windwall (deze laatste is helaas inmiddels failliet). Daarnaast hebben we samengewerkt met de provincie Fryslân en KNNadvies. Door deze samenwerking hebben we het project uit kunnen voeren in de drie Noordelijke provincies, waarbij monitoring van de verschillende deelaspecten uitgevoerd is door het Van Hall Instituut en KNNadvies. We begonnen in 2004 met de plaatsing van de turbines in de verwachting dat deze binnen een half jaar tot een jaar zouden staan. We wilden de verschillende typen kleine windturbines plaatsen in de drie ver- Fortis; Hoogkerk 3

schillende omgevingen. In totaal zouden 22 turbines worden geplaatst. Uitgangspunt was dat de fabrikanten zelf verantwoordelijk waren voor de plaatsing van de turbines volgens een afgesproken verdeling. De laatste twee jaren van het project zouden worden ingezet voor de monitoring van de beleidsaspecten, de sociale aspecten en de technische en economische resultaten. Resultaten Het verloop van het project was anders dan verwacht en daarmee voldeed het project aan onze verwachting: een leerzaam praktijkexperiment. Het plaatsen van de turbines verliep moeizamer dan gedacht door zowel vergunningsprocedures, als door zaken die speelden tussen fabrikanten en kopers van de windturbines. Met name voor particulieren bleek de aanschaf van een turbine lastig. Dit blijkt ook uit het feit dat uiteindelijk alleen (boeren)bedrijven en overheidsinstanties tot daadwerkelijke koop zijn overgegaan. Eind 2006 hebben we besloten de plaatsing van turbines stop te zetten en de verlenging van het project van een jaar in te zetten voor met name de technische monitoring. De overige twee monitoringstrajecten waren grotendeels al afgerond. In totaal zijn binnen het project 14 turbines geplaatst. Het gaat om vier Fortissen Montana (5 kw), één Fortis Alize (10 kw), twee HE-molens (15 kw en 30 kw), één Turbojet (2 kw), vier Turby s (2 kw), één Windside (1,4 kw) en één Provane (5kW). Deze zijn geplaatst in het landelijk gebied (4), de woonomgeving (3) en op bedrijventerreinen (7). In de pagina s hierna zal dieper worden ingegaan op werkwijze en resultaten van de monitoring. Samengevat zijn de resultaten als volgt: Beleidsmonitoring Gemeenten zijn onbekend met het fenomeen kleine windturbine; Procedures zijn erg lang, met name wanneer een vrijstellingsprocedure nodig is (art. 19); Welstandadvies is meestal, maar minder over plaatsing in het landelijk gebied; Soms is een aanpassing van de milieuvergunning nodig; Er wordt weinig bezwaar gemaakt vanuit de omgeving; Vanuit beleid geredeneerd bieden bedrijventerreinen de geschiktste locatie voor kleine windturbines, terwijl twee van de drie provincies kleine windturbines in het landelijk gebied (willen) weren. Vanuit onze ervaringen vanuit beleidsmonitoring geven wij de volgende aanbeveling mee: Het in de toekomst opnemen van kleine windturbines in staatsblad 410 (Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken) van de overheid. Het opnemen van KWT s in dit besluit dient echter onder bepaalde voorwaarden te gebeuren. De belangrijkste voorwaarde moet zijn dat de KWT s alleen bouwvergunningvrij op bedrijventerreinen mogen worden geplaatst. Technische monitoring De opbrengst verschilt per type en per locatie; Door (tijdelijke) uitval van turbines hebben een aantal turbines weinig gegevens en/ of electriciteit opgeleverd in het project De gerealiseerde opbrengst is vaak maximaal 50% van de verwachte opbrengst; De lage opbrengsten worden op bedrijventerreinen soms verklaard door turbulentie, maar liggen hoofdzakelijk aan verschillende fouten in de turbines zelf; Vanuit opbrengst geredeneerd is het landelijk gebied de meest geschikte omgeving voor kleine windturbines. Vanuit onze ervaringen vanuit de technische monitoring geven wij de volgende aanbeveling mee: 4

De kleine windturbine behoeft nog een behoorlijke technische doorontwikkeling, waarbij de terugverdientijden in ieder geval teruggebracht moeten worden naar een termijn binnen de technische levensduur van de turbines. Met die ontwikkeling zou de huidige markt, van mensen met een zeker idealisme, behouden kunnen blijven. Voor commerciële groei zou een aanzienlijker doorontwikkeling nodig zijn. De bijdrage die kleine windturbines op dit moment lijken te kunnen leveren in een duurzame energievoorziening moeten vooral worden aanschouwd op het niveau van een locatie en niet op het niveau van een bijdrage in een totale duurzame energievoorziening. Sociale monitoring De mening van locatiehouders over aspecten als geluid, trilling, onderhoud en vormgeving loopt behoorlijk uiteen. Een aandachtspunt is de mate van uitval/storing en de verhouding van kosten en baten (zelfs inclusief de in het project aan de aankoop gekoppelde subsidie). Er is behoefte aan realistische informatie over te verwachten opbrengsten. De ervaringen vanuit de sociale monitoring ondersteunen de ervaringen vanuit de beleids- en technische monitoring. De kleine windturbine blijkt toch nog een markt in ontwikkeling te zijn, wellicht zelfs één die in de kinderschoenen staat. De ontwikkeling die nodig is wordt ook gezien door de markt zelf, getuige een recent initiatief om tot een branchevereniging te komen. De branchevereniging zou de verschillende fabrikanten kunnen helpen van elkaar te leren en kan een kennis- en informatiepunt zijn rondom realistisch te verwachten opbrengsten en voor zaken die spelen rondom vergunningen. Conclusie Om terug te komen op de doelstelling van het project en een conclusie te trekken over de omgeving waarin een windturbine het meest tot zijn recht komt, rekening houdend met alle bovengenoemde aspecten, kunnen we constateren dat een voorzichtige conclusie mogelijk is. Vanuit beleids- en sociaal oogpunt is de meest geschikte locatie het bedrijventerrein. Vanuit de techniek zou het bedrijventerrein tweede keuze zijn na landelijk gebied. In Drenthe worden kleine windturbines in het landelijk gebied geweerd, GS van Fryslân heeft het voornemen dat te doen. Indien een turbine goed wordt geplaatst, rekening houdend met turbulentie, is het bedrijventerrein toch de meest aan te bevelen optie. Discussie Doordat er minder turbines geplaatst zijn dan gepland is het lastiger om conclusies te trekken uit met name de sociale en de technische monitoring. Fortis windenergy heeft vijf turbines geplaatst in het project, Turby vier. Daarmee kleuren de aanpak en de resultaten van deze fabrikanten sterk de uitslag van de monitoring. Wat betreft de technische monitoring is zeker een relevant beeld ontstaan. Echter, wanneer er meer dezelfde type turbines in verschillende omgevingen geplaatst hadden kunnen worden, hadden er wellicht eenduidiger conclusies getrokken kunnen worden over de oorzaak van een lagere opbrengst. In het rapport over de technische monitoring is zo goed mogelijk aangegeven welke oorzaken plausibel lijken te zijn. De conclusies die wij trekken in de verschillende deelrapporten en deze brochure geven een richting aan, maar zijn niet hard te noemen. Afsluitend Het project Voor de wind gaan! is in Nederland het eerste project waarin ervaring is opgedaan met het plaatsen van kleine windturbines in de praktijk. Het praktijkexperiment zoals dat was bedoeld is daarmee zeker geslaagd. De resultaten laten zien dat het plaatsen van kleine windturbines in de praktijk niet meevalt, maar ook dat eenmaal geplaatste turbines vaak niet voldoen aan de verwachting. 5

Eveneens kan worden vastgesteld dat in de hele keten: van fabricage van de turbine tot aan voorlichting, verkoop, plaatsing, service en onderhoud nog het nodige verbeterd kan worden. Kortom, het betreft hier een markt en een product in ontwikkeling. Beleid zou deze ontwikkeling kunnen ondersteunen. Gezien de resultaten van het project zou dat wellicht in het soort praktijkprojecten als deze moeten gebeuren. Voor grootschalige stimulering lijkt het nog te vroeg. Turby; Milieudienst Groningen Provane Assen Stormschade Eenrum Fortis; Hoogkerk 6

2. BELEIDSMONITORING Inleiding Naast de voortdurende aandacht voor de verdere technische ontwikkeling ten aanzien van kleine windturbines (KWT s), verdient ook de beleidsmatige en procedurele kant rondom de plaatsing van KWT s de nodige aandacht. Vandaar dat er binnen het project Voor de wind gaan voor gekozen is juist dit onderwerp één van de hoofdpijlers te laten zijn. Doelstelling Binnen het onderdeel Beleid & regelgeving hebben we in het project Voor de wind gaan de volgende twee hoofdvragen centraal gesteld: Waar bevinden zich de grootste knelpunten in de procedure tot aan plaatsing van de kleine windturbines? Hoe kan in de toekomst beter worden gehandeld om makkelijker en sneller over te gaan tot het plaatsen van kleine windturbines? Werkwijze Er is voor gekozen om deze vragen te beantwoorden aan de hand van de ervaringen bij 10 locaties binnen het project Voor de wind gaan. De locaties zijn zo geselecteerd dat er gevarieerde en voldoende informatie is verkregen. We hebben interviews afgenomen bij de gemeenten waar de plaatsing van de turbine heeft, had moeten, of nog moest plaatsvinden. Aanvullend daarop is bij een aantal locatiehouders telefonisch informatie ingewonnen over hoe zij de procedures hebben ervaren. We hebben eveneens gekeken naar de beleidspositie vanuit de drie noordelijke provincies ten aanzien van kleine windturbines. Alvorens verder te gaan met de resultaten van de beleidsmonitoring op gemeentelijk niveau, gaan wij eerst kort in op de standpunten per provincie: - Provincie Groningen: maximale ashoogte 15 meter vanaf het maaiveld; - Provincie Drenthe: kleine windturbines worden gestimuleerd in het gebouwde gebied, maar worden niet toegestaan in het landelijk gebied; - Provincie Fryslân: overweegt om de plaatsing van kleine windturbines (wiek van maximaal 3,5 meter) in het buitengebied tegen te gaan. Hieronder lichten wij de handelende personen en instanties met betrekking tot het plaatsen van een KWT nader toe. Gemeenten Het betreft de gemeenten waarbij een aanvraag voor het plaatsen van een KWT heeft plaatsgevonden binnen het project Voor de wind gaan. Milieuwetgeving Alle overheden hebben de taak om het milieu te beschermen en te verbeteren. Voor het verbeteren en beschermen van het milieu kan gedacht worden aan lucht, geluid, water, bodem, afval. Om daadwerkelijke resultaten voor het milieu te boeken is het noodzakelijk dat de milieuregels worden nageleefd. Met dit onderwerp wordt bekeken in hoeverre het plaatsen van KWT s te maken heeft met de milieuwetgeving. 7

Bestemmingsplan In het bestemmingsplan worden gebruik en bouwmogelijkheden van de grond in een gemeente voor iedereen vastgelegd. Een bouwvergunning kan worden verleend als een bouwwerk overeenkomstig is met de bepalingen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Als dat niet het geval is kan via een art.19 procedure van de Wet op de Ruimtelijke Ordening met een onderbouwing vrijstelling van het bestemmingsplan worden verleend. Op basis van de vrijstelling kan dan alsnog een bouwvergunning worden verstrekt. Fabrikanten / leveranciers Bij het project zijn 6 verschillende fabrikanten / leveranciers betrokken. Locatiehouders Onder locatiehouders verstaan we de particulieren of de bedrijven waar de windturbine is geplaatst, wordt geplaatst of nog moest worden geplaatst. Omgeving / omwonenden In aanvulling op de bovengenoemde actoren kan ook de omgeving/omwonenden invloed hebben op de behandeling van de aanvraag. Zij hebben de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen (bezwaren). Locatiehouder Vergunningsaanvraag Gemeente Communicatie Fabrikant / leverancier Behandeling aanvraag Bestemmingsplan Welstandstoezicht Milieuwetgeving Hinder / bezwaren V Of X Omgeving / omwonenden Voor de interviews hebben we een vragenlijst opgesteld die telkenmale was aangepast aan de betreffende locatie. De volgende onderwerpen zijn hierin aan de orde geweest: Bezwaren / omgeving Bij het plaatsen van een KWT kan het gebeuren dat er hinder ontstaat voor de omgeving. Hinder die is ontstaan of eventuele bezwaren die zijn ingediend worden binnen dit onderwerp behandeld. 8

Welstandstoezicht Door middel van het welstandstoezicht wordt getoetst of bouwwerken voldoen aan redelijke eisen van welstand. In het kader van het welstandstoezicht wordt de architectuur van bouwwerken beoordeeld in relatie tot de omgeving. Sinds 1 januari 2003 geldt een nieuwe woningwet. Deze wet eist dat gemeenten zelf normen voor welstandstoezicht opstellen, deze moeten worden vastgelegd in een welstandnota. Elke gemeente heeft dus verschillende normen ten aanzien van welstand. Bestemmingsplan Welstandstoezicht Milieuwetgeving Looptijd Bezwaren / omgeving Opmerkingen Windside, Aeolus (artist impression) Resultaten Het is goed om op te merken dat het merendeel van de meegenomen aanvragen en plaatsingen op bedrijventerreinen heeft plaatsgevonden. Zeven van de tien locaties betreffen bedrijventerreinen, twee het landelijk gebied en slechts één een woonomgeving. Van de aanvragen zijn er zes gedaan door bedrijven, drie door gemeenten en één door een particulier. Bestemmingsplan Voor de bouwvergunning wordt de aanvraag getoetst aan het bestemmingsplan van de betreffende locatie. Ons is gebleken dat er geen specifiek beleid is voor KWT s. De KWT s worden behandeld als bouwwerk. In enkele gemeenten (twee in Fryslân, één in Drenthe) is wel beleid voor windturbines in het algemeen in het bestemmingsplan opgenomen. In drie gevallen voldeed het bestemmingsplan. In vijf gevallen is een vrijstellingsprocedure doorlopen, waarvan twee art.19, twee art.15 en één art.17 procedure. Eén aanvraag moest nog worden getoetst en bij één locatie is geen contact met de gemeente geweest. Welstandstoezicht In de meeste gevallen is geadviseerd door de welstandscommissie. Vier locaties zijn meteen beoordeeld en één locatie is beoordeeld nadat een aantal aanpassingen was doorgevoerd. Drie adviezen zijn negatief en één vergunning was nog in procedure. Voor één locatie is een art.17 vrijstellingsprocedure (tijdelijke vergunning) doorlopen en hier is welstand niet in beeld geweest. Milieuwetgeving Een KWT met een rotordiameter van kleiner dan 2 meter is geen inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en kan, indien het past in huidige vergunning of AMvB, geplaatst worden indien de wijziging in inrichting wordt gemeld. Als de rotordiameter groter is dan 2 meter is een windturbine wel een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. Indien de KWT voldoet aan de voorschriften uit het besluit voorzieningen en installaties is de KWT een vergunningsvrije inrichting. Ook in deze situatie is het melden van een wijziging in inrichting voldoende. Alleen als een KWT niet binnen de gestelde voorschriften blijft van de huidige vergunning of AMvB en,besluit voorzieningen en installaties, niet van toepassing is, moet een milieuvergunning worden aangevraagd. 9

Looptijd De looptijd betreft de lengte van periode waarin de gehele procedure is doorlopen. Hierin wordt meegenomen wanneer de eerste contacten tussen aanvrager en vergunningverlener zijn geweest, of en wanneer een eventueel schetsplan is ingediend, en wanneer de uiteindelijk definitieve aanvraag is ingediend. Tot slot hoelang de afhandeling van de aanvraag heeft geduurd en ook wanneer de turbine eventueel is geplaatst. In zes van de tien meegenomen situaties is het bij een melding wijziging in inrichting gebleven. Bij één locatie is geen contact met de gemeente geweest, maar zou het waarschijnlijk ook bij een melding zijn gebleven. Voor twee locaties heeft aanpassing in de milieuvergunning moeten plaatsvinden. Op één locatie is de milieuvergunningsprocedure gestopt, omdat bekend werd dat de bouwvergunning niet kon worden verleend en het niet meer nodig was. Bezwaren/ omgeving Op zeven van de tien locaties zijn geen bezwaren ingediend en wordt er geen hinder van de turbine ondervonden. Op één locatie (Milieudienst Groningen) produceert de turbine bij veel wind wel geluid. Het geluid wordt echter in de meeste gevallen overstemd door andere geluidsbronnen op het terrein. Op één locatie (Zweeloo, gemeente Coevorden) is wel bezwaar gemaakt door omwonenden die bang zijn voor geluidsoverlast. Zij wonen echter op een dusdanige afstand van de te plaatsen turbine dat dit niet verder wordt meegenomen (afstand groter dan vier maal de masthoogte). De op het stadskantoor in Leeuwarden geplaatste KWT, tot slot, is stilgezet vanwege door omwonenden ondervonden geluidsoverlast. Aanvullende opmerkingen Enkele malen is vanuit de gemeente aangegeven dat de bouwvergunningsaanvraag niet altijd in eerste instantie compleet of juist is ingediend. Dit is voor drie locaties een belangrijke reden geweest voor het langer duren van de procedure. Conclusies en aanbevelingen De grootste vertraging in de procedure tot aan plaatsing van de kleine windturbines (KWT s) treedt op bij het uitvoeren van vrijstellingsprocedures door gemeenten en provincies. Door de hoogte van de KWT s voldoen deze vaak niet aan de eisen van het bestemmingsplan. Een vrijstellingsprocedure is nodig om een bouwvergunning te verlenen voor een bouwwerk dat niet voldoet aan deze eisen. Voor vijf van de tien onderzochte locaties is een dergelijk procedure doorlopen. Eén locatie waarvoor een aanvraag heeft plaatsgevonden heeft een nieuw bestemmingsplan. Ook hier is nu het doorlopen van een vrijstellingsprocedure noodzakelijk. Het is de art.19 vrijstellingsprocedure die voor de meeste vertraging zorgt. Deze procedure is erg uitgebreid en heeft een lange doorlooptijd. De art.15 procedure zorgt ook voor vertraging. Deze procedure kan op gemeentelijk niveau worden doorlopen. Procedurele vertraging heeft zich verder voorgedaan doordat de aanvraag door de locatiehouder/fabrikant van de windturbine niet altijd compleet wordt ingediend. In drie van de tien onderzochte locaties kon de vergunningsaanvraag niet meteen in behandeling worden genomen door bijvoorbeeld: fouten in constructieberekening, ontbreken situatietekening met maatvoering, ontbreken geluidsrapporten. Welstandstoezicht heeft voor het plaatsen van KWT s op bedrijventerreinen in alle onderzochte locaties geadviseerd. Hieruit kan worden afgeleid dat welstandscommissies bedrijventerreinen geschikte locaties vinden voor KWT s. In het landelijk gebied daarentegen is het advies twee keer negatief geweest. 10

Hieruit kan voorzichtig worden afgeleid dat het landelijk gebied als minder geschikt voor het plaatsen van KWT s wordt gezien. Milieuwetgeving is vaak van toepassing op KWT s. In bijna alle gevallen is het besluit voorzieningen & installaties van toepassing. Door dit besluit hoeft alleen een wijziging in de inrichting gemeld te worden. In twee gevallen was dit niet mogelijk, op deze locaties heeft zonder problemen of vertragingen aanpassing in de milieuvergunning plaatsgevonden. Vanuit de omgeving worden bijna geen bezwaren ingediend. De KWT s veroorzaken tot dusver bekend vrijwel geen hinder. Een belangrijke uitzondering betreft de plaatsing van een KWT op het stadskantoor in Leeuwarden. Deze is stilgezet vanwege ondervonden geluidsoverlast. Aanbeveling Vanuit onze ervaringen geven wij de volgende aanbeveling mee: het in de toekomst opnemen van kleine windturbines in staatsblad 410 (Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken) van de overheid. Het opnemen van KWT s in dit besluit dient echter onder bepaalde voorwaarden te gebeuren. De belangrijkste voorwaarde moet zijn dat de KWT s alleen bouwvergunningvrij op bedrijventerreinen mogen worden geplaatst. Ingebruikneming van de windturbine in het milieupark Assen Michel Berends, leverancier; Johan Kuikman, Fortis windenergie en Alex Langius, milieuwethouder Assen. 11

3. TECHNISCHE EN ECONOMISCHE MONITORING Inleiding en doelstelling Doel van de technische en economische monitoring was om te onderzoeken: hoeveel energie in kwh de turbines produceren; hoeveel dit in euro s is en wat daarbij de terugverdientijd is. Vooraf waren er hypotheses geformuleerd over de redenen waarom de gerealiseerde prestaties lager, of eventueel hoger, waren dan verwacht. Als belangrijkste reden werd een mogelijk lagere of hogere windsnelheid gekozen. Daarom zijn metingen van windsnelheden op locaties uitgevoerd om dat te onderzoeken. Werkwijze Om te kijken hoeveel de kleine turbines presteren zijn meterstanden bijgehouden door de locatiehouders zelf. Deze zijn doorgegeven aan de onderzoeker. Deze prestaties zijn vergeleken met de theoretisch te verwachten prestaties. Deze zijn berekend op basis van vermogenscurves en voorkomende windsnelheden. Of, als de curve niet voor handen was, door schattingen. Als voorbeeld kan de berekening gelden die voor de Fortis Montana gemaakt is. Om de werkelijke geleverde prestaties te kunnen beoordelen wordt hierna de theoretisch te verwachten opbrengst berekend. Hiertoe worden de vermogenscurve en de voorkomende windsnelheden gecombineerd. Op de website van Fortis is de vermogenscurve van de Montana te vinden. In onderstaande grafiek is deze overgenomen. vermogenscurve Montana kw 7 6 5 4 3 2 1 0 0 5 10 15 20 25 30 windsnelheid Grafiek 1. Vermogenscurve Fortis Montana 12

Als de gemiddelde windsnelheden van de afgelopen 30 jaar van het meteorologisch station Eelde worden losgelaten op deze vermogenscurve ontstaat het beeld van de productie zoals in grafiek 1 is te zien. potentiële energieopbrengst Montana kwh 800 700 600 500 400 300 200 100 0 0 5 10 15 20 25 30 windsnelheid Grafiek 2. Potentiële energieopbrengst Montana. De totale verwachte jaarproductie kan berekend worden op 5000 tot 7000 kwh. Dit is onder ideale omstandigheden. Dat wil zeggen dat er lokaal geen obstakels zijn die de wind remmen of die tot turbulentie leiden. De vergelijkbare berekening leidde voor de Turby tot een theoretische jaaropbrengst van 1500 tot 2000 kwh. Vooraf waren er hypotheses geformuleerd over de redenen waarom de gerealiseerde prestaties lager, of eventueel hoger, waren dan verwacht. Als belangrijkste reden werd een mogelijk lagere of hogere windsnelheid gekozen. Daarom zijn metingen van windsnelheden op locaties uitgevoerd om dat te onderzoeken. Resultaten Niet alle turbines op locatie hebben gewerkt; meestal vanwege technische mankementen, één keer mede door problemen met het verkrijgen van de vereiste vergunning. Van de 14 geplaatste turbines zijn er slechts 9 die echt tot productie komen. De turbines die wel werken, presteren over het algemeen veel minder energie dan verwacht. Onderstaande tabel geeft het overzicht van de gerealiseerde producties. 13

Tabel 1. Productieresultaten Type turbine Locatie Looptijd meting(en) productie Totale productie in kwh Fortis Montana 5 Kw Hoogkerk November 2004 tot december 2005 December 2005 tot december 2006 3069 2800 3069 2800 Tolbert April 2005 januari 2007 1996 1663 Assen 1 Augustus 2006 Oktober 2007 1827 1566 Assen 2 Juni 2006 februari 2007 560 750 Fortis Alize 10 kw Dronrijp Voorjaar 2005 Heeft niet gedraaid - Turby Groningen Gasunie Juli 2006 april 07 240 288 Groningen Januari 06 januari 07 260 260 Milieudienst Leeuwarden Juli 2006 Gestopt wegens geluidsoverlast - stadskantoor Ferwoude September 2006-546 504 Oktober 2007 H-Energiesystemen Eenrum Juni 2006 - mei 2007 2578 2812 Wirdum Mei 2005 mei 2006 Mei 2006 mei 2007 Geen meter, gebaseerd op schatting minderverbruik 38000 28700 Windturbojet Coevorden Oktober 2007 Nog niet geplaatst - Provane De Wolden September 2006 Stormschade, in herstel - Windside Sexbierum Juli 2005 Geen meter Productie gestopt Productie per jaar in kwh Als de realisatie wordt uitgezet tegen de theoretisch verwachte opbrengst ontstaat het beeld zoals dat in onderstaande tabel te vinden is. Tabel 2. Vergelijking realisatie en verwachting. Type turbine Locatie Verwachte jaarproductie 14 Gemeten jaarproductie Fortis Montana 5 kw Hoogkerk 5000 Jaar 1: 3069 Jaar 2: 2800 Tolbert 5000 1633 32% Assen 1 5000 1566 31% Assen 2 5000 750 15% Fortis Alize 10 kw Dronrijp 5000.- - Turby Groningen: Gasunie 1500 288 19% Groningen Milieudienst 1500 260 17% Leeuwarden stadskantoor 1500 - - Ferwoude 1500 546 36% H-Energiesystemen Eenrum 37500 2578 7% Wirdum 22500 Jaar 1: 38000 Jaar 2: 28700- Coevorden - - - Provane De Wolden 5000 - - Windside Sexbierum 3000 - - Realisatie als % van de verwachting 60% 56% 168% 128%

Verder uitgewerkt ziet het beeld van de prestaties er per locatie dan als volgt uit: Van de Fortis Montana zijn er vier opgesteld binnen het project. Ze leveren 15 60% van de productie die vooraf was ingeschat. Dit was afhankelijk van de locatie. Bij één locatie, gelegen aan de rand van een bebouwd gebied met het buitengebied, was de productie 60%. De andere drie turbines, midden op bedrijventerreinen, kwamen niet verder dan 30%. De Fortis Alize heeft niet geproduceerd. Dit kwam door technische en juridische problemen. Van de vier geplaatste Turby s hebben er drie kunnen werken. Eén is stilgezet vanwege geluidsoverlast. De productie van de overgebleven Turby s komt uit op maximaal 20% van de verwachting. De Turby produceert in principe bij een windsnelheid tussen de 5 en 14 meter per seconde. Hij is niet zelfstartend. Bij te weinig wind start hij één maal per 10 minuten door stroom toe te voeren. Boven een bepaald maximum slaat hij uit vanwege veiligheidsoverwegingen. En ook dan start hij één maal per 10 minuten. In de praktijk is bij één locatie gebleken dat hij al bij 8 m/sec weer uit slaat. Hij produceert dus slechts tussen de 5 en 8 m/sec. Dit kan als voornaamste oorzaak genoemd worden voor de lage productie. De fabrikant werkt aan verbetering. De Provane is door stormschade niet aan produceren toegekomen. De turbine van H-Energiesystemen, van het type H-800, heeft 170% geleverd van de verwachting. Dit is echter een geval waar geen meter aanwezig is, het is een schatting van de locatiehouder op basis van minderverbruik. De turbine van H-Energiesystemen van type H-1000 heeft slechts 10% geleverd van de verwachting. De oorzaak lijkt een systeemfout. De Windturbojet van H-Energiesystemen is nog niet geplaatst vanwege langlopende procedures. De turbine van het type WS4-C van Windside heeft nauwelijks kunnen presteren door problemen in de onderbouw. Mogelijke oorzaken afwijking realisatie en verwachting. Om te proberen een verklaring te vinden voor de productieresultaten zijn er op locaties windmetingen verricht. Op vijf locaties zijn elk ongeveer elf metingen verricht. De steekproef was te klein om uitspraken te doen voor langere perioden. Er is een eerste indruk ontstaan over windsnelheden die voor locatiehouders enig inzicht verschaft in de windsnelheid ter plaatse. Er is een serieuze indruk ontstaat dat de Montana s op bedrijventerreinen last hebben van minder wind en turbulentie. Turby; Leeuwarden Windside; Aeolus H-energiesystemen; Wirdum 15

Voor andere locaties zijn er geen eenduidige uitkomsten van de windmetingen. Echter voor de locatie van de H-800 kan gezegd worden dat het tijdens de metingen goed waaide en dat er toch nauwelijks productie was. Dit leidt tot de conclusie dat de lage productie aan de turbine zelf te wijten is. Als mogelijke andere verklaring voor de lage productiecijfers bij meerdere turbines, is het idee dat de omvormers tot verliezen leiden. De terugverdientijden zijn in de praktijk erg lang, afgezien van de molen van 15 kw van H-energiesystemen. Ze zijn meer dan 30 jaar. Tabel 3. Terugverdientijden (in jaren) in theorie en in het project Type In theorie Bij realisatie zoals in project Montana rand bebouwing 19 31 Montana bedrijventerrein 19 78 Alize 19 - Turby 60 280 H-800 12 6 H-1000 8 - Provane 14 - Windside WS-4 38 - Windside Conclusie en aanbevelingen Afrondend moet gesteld worden dat de productie van de turbines laag was, eigenlijk veel te laag. De fabrikanten zullen aan de ontwikkeling van hun product moeten werken willen zij kans maken in de markt en bijdragen aan energie- en CO2 -besparing. Commerciële uitvoering project Er zijn wel kansen in de markt. Dit kan gezegd worden naar aanleiding van opmerkingen van de locatiehouders/eigenaren. Zij hebben de turbine aangeschaft met het idee dat de terugverdientijd minder moet zijn dan de technische levensduur, maar dat de turbine niet rendabel hoeft te zijn. Een aantal van hen heeft serieuze vragen van buren, kennissen en omwonenden gehad of de turbines redelijk presteren, want in dat geval zouden zij ook belangstelling hebben in de aanschaf van een turbine. Echter de productie was te laag. Daardoor zijn terugverdientijden langer dan de technische levensduur. Met de doorontwikkeling van de kleine windturbine zou de huidige markt, van mensen met een zeker idealisme, behouden kunnen worden. Voor commerciële groei zou een aanzienlijker doorontwikkeling nodig zijn. De bijdrage die kleine windturbines op dit moment lijken te kunnen leveren in een duurzame energievoorziening moeten vooral worden aanschouwd op het niveau van een locatie en minder op het niveau van een bijdrage in een totale duurzame energievoorziening. 16

4. SOCIALE MONITORING Inleiding en doelstelling Niet alleen vraagstukken rondom beleid & regelgeving en de technische prestaties zijn van belang ten aanzien van kleine windturbines, maar ook ervaringsgegevens. Dit onderdeel is ter sprake gekomen in de sociale monitoring binnen het project Voor de wind gaan! Werkwijze Om inzicht te krijgen in de manier waarop de windturbine wordt ervaren door de locatiehouders is een vragenlijst opgesteld. De vragenlijst bevatte gesloten vragen. De veronderstelling was dat dit enerzijds de barrières voor het invullen zou verlagen en dat anderzijds het zou bijdragen aan een eenvoudiger verwerking. Vragenlijst locatiehouder Antwoorden op vijfpuntsschaal (van zeer negatief tot zeer ) - Hoe beoordeelt u de windturbine in het algemeen? - Hoe beoordeelt u de windturbine ten aanzien van: Onderhoud Geluid Trilling Uitval/storing Benodigde tijd en aandacht - Hoe beoordeelt u de vormgeving van de windturbine? - Hoe beoordeelt u de kosten-baten verhouding van de windturbine? Met subsidie vanuit het project Voor de wind gaan Zonder subsidie - Hoe beoordeelt u de contacten met het bevoegd gezag? - Hoe beoordeelt u uw contacten met de fabrikant/leverancier? - Hoe beoordeelt u de dienstverlening van de fabrikant/leverancier? Deze vragenlijst is twee keer, in februari 2007 en in november 2007, via de mail afgenomen. Nadat de vragenlijst op deze manier onder de locatiehouders was verspreid is er, indien nodig, nog één keer tot enkele keren achteraan gebeld. Ten opzichte van de enquête die in februari 2007 is uitgezet is er in de tweede ronde een drietal vragen toegevoegd: - Heeft u de omwonenden betrokken bij de plaatsing van de kleine windturbine (nee/ja) - Hoe beoordelen de omwonenden de kleien windturbine ten aanzien van geluid? - Hoe beoordelen de omwonenden de kleien windturbine ten aanzien van vormgeving en landschappelijke inpasbaarheid? 17

Resultaten In onderstaande tabel vatten we de resultaten uit de 1ste meting samen, februari 2007. Alle locatiehouders Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer vaakst geantwoord Totaal Alle vragen 8 16 31 16 11 neutraal 82 Hoe beoordeelt u de windturbine in het algemeen? 1 2 2 2 7 Hoe beoordeelt u de windturbine ten aanzien van: Onderhoud 2 3 1 1 neutraal 7 Geluid 1 3 2 1 neutraal 7 Trilling 4 2 1 neutraal 7 Uitval/storing 2 2 2 1 7 Benodigde tijd en aandacht 1 5 1 neutraal 7 Hoe beoordeelt u de vormgeving van de windturbine? 2 2 2 6 Hoe beoordeelt u de kosten-baten verhouding van de windturbine? Met subsidie vanuit het project Voor de wind gaan 2 1 2 1 1 zeer negatief / 7 neutraal Zonder subsidie 3 4 negatief 7 Hoe beoordeelt u de contacten met het bevoegd gezag? 1 2 2 1 neutraal/ 6 Hoe beoordeelt u uw contacten met de fabrikant/leverancier? 1 4 2 neutraal 7 Hoe beoordeelt u de dienstverlening van de fabrikant/leverancier? 3 2 2 negatief Heeft u de omwonenden betrokken bij de plaatsing van de kleine 2 3 ja 7 windmolen (nee/ja)? Hoe beoordelen de omwonenden de kleine windmolen ten aanzien 1 2 5 van geluid? Hoe beoordelen de omwonenden de kleine windmolen ten aanzien van vormgeving en landschappelijke inpasbaarheid? 1 1 neutraal/ 3 Alle locatiehouders Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer vaakst geantwoord Totaal Alle vragen 10% 20% 38% 20% 13% neutraal 100% Hoe beoordeelt u de windturbine in het algemeen? 14% 29% 29% 29% 100% Hoe beoordeelt u de windturbine ten aanzien van: Onderhoud 29% 43% 14% 14% neutraal 100% Geluid 14% 43% 29% 14% neutraal 100% Trilling 57% 29% 14% neutraal 100% Uitval/storing 29% 29% 29% 14% 100% Benodigde tijd en aandacht 14% 71% 14% neutraal 100% Hoe beoordeelt u de vormgeving van de windturbine? 33% 33% 33% 100% Hoe beoordeelt u de kosten-baten verhouding van de windturbine? Met subsidie vanuit het project Voor de wind gaan 29% 14% 29% 14% 14% zeer negatief / 100% neutraal Zonder subsidie 43% 57% negatief 100% Hoe beoordeelt u de contacten met het bevoegd gezag? 17% 33% 33% 17% neutraal/ 100% Hoe beoordeelt u uw contacten met de fabrikant/leverancier? 14% 57% 29% neutraal 100% Hoe beoordeelt u de dienstverlening van de fabrikant/leverancier? 43% 29% 29% negatief 100% Heeft u de omwonenden betrokken bij de plaatsing van de kleine 29% 43% ja 100% windmolen (nee/ja)? Hoe beoordelen de omwonenden de kleine windmolen ten aanzien 20% 40% 60% van geluid? Hoe beoordelen de omwonenden de kleine windmolen ten aanzien van vormgeving en landschappelijke inpasbaarheid? 33% 33% neutraal/ 67% 18

In onderstaande tabel vatten we de resultaten uit de 2de meting samen, november 2007. Alle locatiehouders Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer vaakst geantwoord Totaal Alle vragen 25 21 44 40 11 neutraal 141 Hoe beoordeelt u de windturbine in het algemeen? 2 1 4 5 12 Hoe beoordeelt u de windturbine ten aanzien van: Onderhoud 2 6 3 1 neutraal 12 Geluid 1 2 4 4 1 neutraal/ 12 Trilling 1 1 4 5 1 neutraal/ 12 Uitval/storing 2 4 3 3 negatief 12 Benodigde tijd en aandacht 1 2 4 4 neutraal/ 11 Hoe beoordeelt u de vormgeving van de windturbine? 2 7 3 12 Hoe beoordeelt u de kosten-baten verhouding van de windturbine? Met subsidie vanuit het project Voor de wind gaan 1 5 3 1 1 negatief 11 Zonder subsidie 7 3 1 zeer negatief 11 Hoe beoordeelt u de contacten met het bevoegd gezag? 2 6 2 2 neutraal 12 Hoe beoordeelt u uw contacten met de fabrikant/leverancier? 3 1 4 3 1 neutraal 12 Hoe beoordeelt u de dienstverlening van de fabrikant/leverancier? 3 2 3 3 1 neutraal/ 12 Alle locatiehouders Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer vaakst geantwoord Totaal Alle vragen 18% 15% 31% 28% 8% neutraal 100% Hoe beoordeelt u de windturbine in het algemeen? 17% 8% 33% 42% 0% 100% Hoe beoordeelt u de windturbine ten aanzien van: Onderhoud 17% 0% 50% 25% 8% neutraal 100% Geluid 8% 17% 33% 33% 8% neutraal/ 100% Trilling 8% 8% 33% 42% 8% neutraal/ 100% Uitval/storing 17% 33% 25% 25% 0% negatief 100% Benodigde tijd en aandacht 9% 18% 36% 36% 0% neutraal/ 100% Hoe beoordeelt u de vormgeving van de windturbine? 0% 0% 17% 58% 25% 100% Hoe beoordeelt u de kosten-baten verhouding van de windturbine? Met subsidie vanuit het project Voor de wind gaan 9% 45% 27% 9% 9% negatief 100% Zonder subsidie 64% 27% 9% 0% 0% zeer negatief 100% Hoe beoordeelt u de contacten met het bevoegd gezag? 17% 0% 50% 17% 17% neutraal 100% Hoe beoordeelt u uw contacten met de fabrikant/leverancier? 25% 8% 33% 25% 8% neutraal 100% Hoe beoordeelt u de dienstverlening van de fabrikant/leverancier? 25% 17% 25% 25% 8% neutraal/ 100% Omdat ons inziens het aantal binnengekomen reacties tijdens de 2de meting tekort schiet, baseren wij onze conclusies in hoofdzaak op de uitkomsten van de 1ste meting. De resultaten van de 2de meting gebruiken wij daarbij om te bezien of er mogelijk tijdens de periode februari november 2007 sprake is van een serieuze afwijking. 19

Conclusies en aanbevelingen Allereerst concluderen wij dat de respons tijdens de eerste meting (februari 2007) groter was dan die tijdens de tweede meting (november 2007). Alhoewel wij geen goed zicht hebben op de redenen hiervan, duidt dit minimaal op een teruglopende belangstelling van de kant van de locatiehouders. Vormgeving De vormgeving van de kleine windturbine wordt over het algemeen gewaardeerd. Uitval/storing Uit de resultaten komt naar voren dat de mening van de locatiehouders op alle genoemde aspecten die te maken hebben met het functioneren van de windturbine behoorlijk uiteen loopt. Een aandachtspunt daarbij is in het bijzonder de mate van uitval/storing. De helft van de respondenten heeft hierover een negatief tot zeer negatief oordeel, terwijl één op de vier neutraal is in z n oordeel. Ook de aspecten geluid en benodigde tijd en aandacht vormen aandachtspunten. Financieel Nagenoeg alle respondenten zijn van mening dat zonder subsidie de kosten-baten verhouding van de windturbine (zeer) negatief is. Opvallend is dat dit oordeel slechts in beperkte mate ten positieve verandert wanneer de respondenten gevraagd wordt naar hun beoordeling van de kosten-baten verhouding van de windturbine met subsidie vanuit het project Voor de wind gaan. Contacten met bevoegd gezag Over het algemeen zijn de respondenten redelijk tevreden over de contacten met het bevoegd gezag. Contacten met en dienstverlening van fabrikant/leverancier Opvallend is dat een aanzienlijk deel van de respondenten hierover negatief tot zelfs zeer negatief is. Hier valt beslist nog veel winst te behalen door de fabrikanten/leveranciers. Aanbevelingen Gelet op het aantal respondenten is voorzichtigheid op z n plaats bij het interpreteren van de conclusies. Desalniettemin menen wij dat er voldoende aanleiding is voor de volgende aanbevelingen richting de fabrikanten/leveranciers: - technisch: minimaliseer de mate van uitval en storing; - financieel: zorg voor een betere verhouding tussen de kosten van de windturbine en de opbrengsten door een Turbojet; H-Energiesystemen (substantiële en) structurele verhoging van de opbrengsten (hier is natuurlijk sprake van een verband met het bovengenoemde aspect van uitval/storing ); - contacten: kijk eens kritisch naar de manier van contact onderhouden met en de dienstverlening naar klanten. Probeer daarin maximale verbeteringen aan te brengen. 20

5. DE REALISATIE VAN DE INDIRECTE ENERGIEVERDIENSTE Bijdrage van de resultaten van het project aan de doelstellingen van de BSE-DEN regeling Innovativiteit De verwachting van het project rondom dit punt is vooraf als volgt verwoord: Qua innovativiteit is het onderhavige project uniek. Het project omvat een integrale benadering van alle aspecten die komen kijken bij het plaatsen van een windturbine in de bebouwde omgeving. De verwachtingen van het project zijn hoog in die zin dat het een stimulans kan opleveren voor een omvangrijkere verspreiding van kleine windturbines in Nederland. Het project heeft aan deze verwachting voldaan in die zin dat het inderdaad de gewenste en unieke gegevens heeft opgeleverd op de verschillende aspecten zoals benoemd. Met daarbij de kanttekening dat uiteindelijk minder turbines zijn geplaatst dan voorzien, zodat conclusies minder hard zijn. Echter, ook het feit dat er minder turbines zijn geplaatst dan gedacht brengt conclusies met zich mee over het plaatsen in de praktijk. De resultaten van het project leiden niet direct tot een omvangrijkere verspreiding van kleine windturbines in Nederland, maar hebben wel inzicht gegeven in de zaken die die verspreiding in de weg staan. De ervaringen van dit project zijn input geweest voor het praktijkproject dat is opgestart in Zeeland en het project dat wordt opgezet in Den Haag. Daarnaast zijn de ervaringen zoals opgedaan in dit project ook stimulerend geweest voor het initiatief om tot een branchevereniging te komen voor kleine windmolenfabrikanten. Daarmee is het project wel een belangrijke opstap om te komen tot omvangrijkere verspreiding. Knelpunten Het project richtte zich op een tweetal technisch-economische knelpunten, namelijk het vergroten van de kennis over de opbrengstproblematiek en over de problematiek van certificering. Op de opbrengstproblematiek (te lage opbrengst ten opzichte van de prijs) wordt zo volledig mogelijk ingegaan in het rapport over de resultaten van de technisch-economische monitoring. De problematiek wordt met het project in ieder geval bevestigd. De oorzaak van de problematiek lijkt toch nog grotendeels in de techniek van de verschillende turbines te zitten en iets minder in omgevingsfactoren. De wens voor en noodzaak van certificering wordt met dit project bevestigd. Dit wordt ook door de branchevereniging onderkend en deze gaan hierop actie ondernemen. Daarnaast richtte het project zich op een tweetal institutionele knelpunten, namelijk het ontbreken van wet- en regelgeving bij lokale overheden voor kleine windturbines, en de bekendheid van kleine windturbines als optie voor duurzame energievoorziening. Voor het ontbreken van wet- en regelgeving wordt naar aanleiding van de resultaten van de beleidsmonitoring een concrete suggestie gedaan voor het opnemen van wet- en regelgeving op nationaal niveau. Om bij te dragen aan de bekendheid over (ervaringen met) kleine windturbines is actief bijgedragen aan verschillende congressen, aan het Europese project Wineur en is ter afsluiting van het project een studiemiddag gehouden bij Van Hall Larenstein. 21

Kostprijs Duurzame Energie De specifieke vraag hierbij is: in welke sectoren is het projectresultaat toepasbaar. In de aanvraag van de subsidie is het marktpotentieel van de kleine windturbines weergegeven in 2010 en 2020, zoals beschreven in de SenterNovemstudie Opwekking van windenergie in de gebouwde omgeving. Het is lastig om naar aanleiding van dit project conclusies te trekken in concrete getallen. Wel geeft het project aanleiding om de verwachte potentiëlen en penetratiegraad naar beneden bij te stellen. Bovendien geeft het project inzicht in (een deel van) de oorzaken die hieraan ten grondslag liggen. Meting windsnelheid; Gasunie 22