Van stal tot akker Impact op de omgeving Mario De Block Agentschap voor Natuur en Bos 29/11/2013 foto s: Mario De Block
Inleidend 613.860 ha geregistreerde landbouw in Vlaanderen (w.v. 58% voedergewassen) 166.322 ha SBZ (ca. 12% van Vlaanderen, 8% terrestrisch) 33% SBZ (55.306 ha) in landbouwbestemming 18.000 ha SBZ-H in landbouwgebruik Ondanks biodiversiteitsdoelstelling 2010: EU: slechts 17% habitats in gunstige SVI 25% diersoorten met uitsterven bedreigd in EU 66% dagvlindersoorten en 62% zoetwatervissoorten Vlaanderen bedreigd/uitgestorven In Vlaanderen (2013): 5van 47 habitatsin gunstige SVI + 7 verbeterend, 3/4 e zeer ongunstig 9 van 59 soorten SBZ-H in gunstige SVI, 14 verbeterend, 18 verslechterend, >1/3 e zeer ongunstig Oorzaken: ver-factoren: verdroging, verzuring, vermesting, versnippering, + klimaatwijziging, urbanisatie, gewasbescherming, invasieve exoten,
Trends landbouw Trend schaalvergroting/minder bedrijven (16 24 ha/bedrijf, 39000 26000 bedrijven tss 2001-2011) Hoge veestapelbezetting België (2,8 GVE/ha cultuurgrond) 2010: uitstoot NH3 Vlaamse landbouw circa 35 kton (varkens: 19 kton, runderen 12,5 kton) Bruto-dierlijke mestproductie 2011: 168,5 kton N + 69,2 kton P2O5 Watergebruik: 65 miom3/j in Vlaamse landbouw (37% glastuinbouw, 27% intensieve veehouderij, 19% tuinbouw open lucht) Gewasbeschermingsmiddelen: 7,1 kg/ha.j (-52% sinds 2000) Potentiële winsten energiegebruik/co2-uitstoot (studie Innovatiesteunpunt BB), methaanuitstoot, Vermesting: totale depositie anorg N (NOx + NHx). Gem. Vlaanderen 2011: 21 kg N/ha (1990: 46kg/ha) Verzuring: totale depositie SOx, NOx, NHx. Gem. Vlaanderen 2011: 2027 Zeq/ha (1990: 5121 Zeq/ha) Bijdrage landbouw tot verzuring Vlaanderen circa 42%, tot vermesting circa 60% toenemende eco-efficiëntie nog steeds belangrijke taken binnen aanpak vermesting, verzuring, fosforbelasting, fijn stof, broeikasgassen, gewasbescherming, agrobiodiversiteit sinds 08 stagnatie verzurende emissie [2000-2008: -26%] en P-belasting water [2000-2008: -25%]
Beleidsdoelstelling 2020, Eur. Parlement lidstaten SEBI(StreamliningEuropean BiodiversityIndicators), Europese biodiversiteitsstrategie met thematische ecologische doelen 2020 VIA: in 2020 heeft Vlaanderen voldoende habitat ingericht, herbestemd, verbeterd of afgebakend om 70% van de instandhoudingsdoelstellingen van de Europees te beschermen soorten en habitats te realiseren. Artikel 17.1. HRL: Na afloop van de in artikel 23 bedoelde periode stellen de Lidstaten om de zes jaar een verslag op over de toepassing van de in het kader van deze richtlijn genomen maatregelen. Accent GLB: 3 strategische doelstellingen vastgesteld, w.o. hoogwaardig en gediversifieerd voedsel bieden dat is geproduceerd op duurzame wijze met behoud van de natuurlijke hulpbronnen en de biodiversiteit. O.a.: 5% ecologisch aandachtsgebied. Met gelaagd betalingssyteem: oaaanvullende steun ter vergoeding van de kosten voor de levering van collectieve milieugoederen die niet door de markt worden vergoed (ecologische of groene component). Accenten komend PDPO III, decreet LI, natuurdecreet,
Natura 2000 in Vlaanderen 47 habitattypes, 59 soorten SBZ-H 109 soorten SBZ SBZ-V (blauw), SBZ-H (groen), VEN (rood) SBZ-V: 98.243 ha + 3 gebieden in Noordzee SBZ-H: 105.022 ha over 38 gebiedscomplexen, 455 deelgebieden Doelstelling IHD (2013): uitbreiding Eur. doelen 47.000 ha (2050)
Oppervlaktedoelstellingen Natura 2000 Via calibratie: wetenschappelijk/beleidsmatig/maatschappelijk getoetst inclusief aantal aangenomen principes Habitats Gewestelijke Instandhoudingsdoelen Besluiten eerste principiële goedkeuring Min Max Min Max Goedgekeurde besluiten Buiten de besluiten Estuaria 2160 2170 1050 1080 2165 0 Duinen 297 473 324 478 401 0 Open water 100 231 399 457 423 0 Heides 2980 3484 3367 3977 3851 0 Graslanden 1116 1931 1288 1995 1809 122 Venen 214 368 378 438 373 0 Grotten 0 0 0 0 0 0 Bossen 33420 45950 13035 16896 14660 23688 Totaal 40287 54607 19841 25321 23682 23810 Impact doelen habitats/rbb s op landbouwgebruik SBZ: - 5262 ha akker/weiland, tov 55.306 ha Bosdoelen buiten SBZ: 90% via omvorming (binnen SBZ: circa 70% omvorming)
Taakstelling IHD 2020-2050 2020: 16 habitats in goede, gunstige of verbeterde staat van instandhouding + meeliftende soorten HA B I T A T S 36 2008 2020 2050 3 3 8 13 SO OR T E N 2008 2020 2050 7
Processen In 2020 70% oppervlakte onder correct beheer (VIA) Incl. passende maatregelen (art 6.2.) MP s, Natuurinrichting, soortenbeschermingsplannen, geïntegreerde beheerplannen (incl. mogelijke rol landbouwers), Beheerplan terrein Vlaams Natura 2000 programma Doelen 2020 + prior. insp. SBZ Management Plan Realisaties + acties beheer en drukken + zoekzone Allocatie + maatregelen+ planning Actieplan milieudruk Locatie + maatregelen+ planning
Overleg implementatieproces Managementplannen 1.0 (2013-2014) Goed te keuren bij vaststelling S-IHD-besluiten en aanwijzing SBZ s Gecalibreerde doelen + prioritaire inspanningen per deelgebied Voortvloeiend uit BOLOVs Managementplannen 1.1 (2014) Evidenties (ANB, Natuurpunt, bosgroepen, ) Niet-limitatieve lijst prioritaire acties en verdeling taken Afgestemd per SBZ via overlegplatformen Managementplannen 1.2 (na 2014) Vrijwillige inspanningen Afgestemd per SBZ via overlegplatformen Managementplannen 1.3 (2019) Passende verplichtingen Afgestemd per SBZ via overlegplatformen en Vl. Reg.
Verdere aanpak milieudruk: ook belangrijke rol landbouw -Bestaande kaders: VlaremII, Nitraatrichtlijn, Mestdecreet, MAP 4, KRW, Mina-plan 4, NEC, IED, -Nieuw gepland: *GLB, PDPO III: extra gebiedsgerichte klemtonen en voorwaarden *Thematisch gerichte aanpak stikstof: PAS, Programmatorische Aanpak Stikstof) Sectoren- en termijngericht: landbouw/industrie 1 e taskforce PAS: 26/09/13 (BB, ABS, VOKA, Unizo, VMM, INBO, VITO, ILVO, MOW, L&V, ANB, NP) Doel finale afspraken: 2016 + extra middelen VLIF, Eco 2, + project-en gebiedsgerichte aanpak nutriënten (P, N, )
Stikstofproblematiek Natte + droge depositie + invloei -stikstofvracht oppervlaktewater: 61% bijdrage vanuit landbouw, + doorvloei grondwater -onrechtstreeks: bij overstroming nitraatrijk water -depositie ammoniak (90% vanwege landbouw, 57% hiervan uit stallen en mestopslag) -+ relatie vorming fijn stof (41% ammoniumzouten) Gereduceerd N relatief meest uitgesproken problematisch (NHx tov Nox) Bronnen ammoniakemissie: stal (56%), bemesting (29,4%), grazen 7%, kunstmest (6,6%), mestverwerking (1,5%) In 26 van de 38 Vlaamse SBZ-H gebieden te hoge N-depositie voor duurzame instandhouding NOx: belang (vervoer + verkeer, industrie, huishoudens, glastuinbouw, mestvergisting) Systemische impact Vb: klokjesgentiaan niet kiemend/bloeiend bij bodemph< 4,5 soort gentiaanblauwtje rupsen vogels (oakoolmees, wulp, sperwer, grauwe klauwier, klapekster) + dikte eierschalen tgv gebrek aan kalk en slakjes in verzuurde omgeving, + transfer mineralen/sporenelementen uit borstspieren verzwakkende moedersperwers, verschuiving leefgebied klapekster, wulp, Verzuring, vermesting: persisterend effect op bodem (zandige bodems: paar eeuwen)
Fosfaatproblematiek -fosforvracht oppervlaktewater: 44% bijdrage landbouw -rechtstreekse eutrofiëring oppervlaktewater (zuivering: mogelijk hergebruik P?), incl. run-off -onrechtstreeks: bij overstroming fosfaatrijk water Correctie in fosfaatgift na jarenlang surplus (Vlaanderen) 40 mio kg fosfaat 2015 (Mina-plan 4) Gem P-gift zandig NW-Europa, 1965-2007: 1115 kg/ha, 350 kg/ha opname gewas (Sattari et al, 2011) Relaties met S-depositie/sulfaatbelasting (sulfaat oxideert Fe uit Fe2S/Fe2PO4; beijzeren) P-voorraad persistenter dan N-voorraad: effecten decennia -100en jaren (O-Frankrijk: na 2000 jaar nog steeds verhoogde biobeschikbare P-fractie, Dupouey et al, 2002) Relatie met verzuring: bodemph en beschikbaarheid P (Ca-binding stabieler dan Fe, ) Flora P-arme bodems investeert minder in voortplanting (kortere bloei, minder zaad) (Wassen, Fujita 2013) Wereldvoorraad P mijnen eindig (uitputting 100 jaar?)
Bronaanpak milieudruk: stal- en perceelniveau Stalniveau: sturing via MER, PB, MV (+ SV), ondersteuning VLIF (extra ifv IHD/PDPO III) -BBT (klassiek voor nieuwe stallen, AEA/Vlarem II), waar nodig/zinvol ook voor oude stallen (lucht-/combiwassers, mestbandbeluchting/droogtunnel, aangepaste mestkelder, dichte vloer + sleuven/mestschuif, ); -slimme inzet extra milderende maatregelen (MER, PB, MV, ) (eiwitarmer voer, snijmaïssilagestrooisel ipv stro of houtkrullen, aanplant windsingels, biobed, balansballen oude varkensstallen, evt. bact. toevoeging mest) -deels bedrijfsmatig heroriënteren veestapel: bv aantal kalveren/biggen tovvolw. dieren -permanenter beweiden runderen? -aanzuren mest runderen/varkens? (te onderzoeken) Nederland: stopperslijst met emissiebeperkende maatregelen, tot 2020 (bijlage) Perceelniveau: sturing via MAP, KRW, VLM, RL, PDPO III, MP s, Eco 2, -aanleg constructed wetlands (dunne mestfractie) -slim/precisiebemesten/evenwichtsbemesting, slim ploegen (verlaagde runoff) -toepassen steenmeel? (maïs zandgrond, proeven Nl) -groenbedekkers na hoofdteelt -bufferstroken (1 m 5 m) (optimum habitat natuurlijke bestrijders plaaginsecten: 3,5 m) -natte hoekpanden/nat. bufferbekkens: recycling nutriënten/sediment + winst biodiversiteit Mestverwerking -(co)vergisting (groene stroom), export,
Indicatieve kosteneffectiviteit en reductiepotentieel extra maatregelen landbouw (Nederland, Planbureau Leefomgeving, 2009)
Stopperslijst Nederland: brongerichte maatregelen
Behalve bronaanpak: gebiedsgerichte aanpak habitatherstel Inrichting en beheer Plaggen, afgraven nutriëntverzadigde toplaag, bekalken Versneld maaien en afvoeren / na afgraven enten met maaisel naburige referentievegetaties Beijzeren(aanpak sulfidetoxiciteit, bijz. in venige gebieden) Aanvulling kationen/sporenelementen bodem (steenmeel, bekalking, versterkte grondwaterinvloed) Bosomvorming / open plekkenbeheer / plaggen boszones, lokaal kappen beuk, Am. eik, Bekalken boszones? (vb: Pennsylvania: macrofauna + zangvogels bij bodemph4 4,6) Immobilisatie P door Al-, Fe- en/of Ca-toediening (of steenmeel; proeffase heidegebieden Nl) Aanpak via waterhuishouding (bv geleidelijk /seizoenaal) (tot 25 cm -mv nog verenigbaar met maïs?) Waterbeleid: extra aandacht voor biodiversiteit bovenstroomse waterlopen, relatie KRW-HRL Ecosysteemdiensten, bv waterplanten (bv Azolla: opname P, groene meststof; Vietnam, start proeven Nl) Via oa NI, beheerplan, gebiedscontract/dienstenconvenant, PDPO III, flankerend beleid VLM, + grondenbank, mogelijkheid bedrijfsverplaatsing
Mogelijkheden landbouw Natura 2000 -BO s(9000 ov., 50.066 ha, 8% landbouwareaal Vlaanderen) -dienstenconvenanten (LI), gebiedscontracten: langere termijn, via o.a. ABG s, -vb: nulbemestingin SBZ, peilbeheer, uitmijnen, kuikenweiden, botanisch beheer, bufferstroken, uitstel beweidingsdatum, -extensieve/nabegrazing, soortenbescherming (hamster, geelgors, kamsalamander, ), bebossing -fauna-akkers: akkervogels, insecten, vleermuizen, ree, (+ mog. verwerking maaisel) -multifunctionele/natuurgerichte landbouwbedrijven -Functionele AgroBiodiversiteit, SoLaBio, multifunctionele beheerplannen, thematische ABG s (bv waterconservering Wuustwezel), PDPO II/III (bv groenblauwe diensten O-T), -aanleg natuurlijke bufferbekkens met mogelijkheid watergebruik bij langdurige droogte + GLB: 5% ecologisch focusgebied met vergroeningssteun Financiering: PDPO III, VLIF, Leader, Eco 2, RL, ANB, flankerend beleid VLM, Provincies, Thematische rollende (gebieds)fondsen? (bv uitmijning) Algemene gebiedsfondsen, gebiedslabels, Natura 2000-labels, streekproducten,
Specifieke kans: uitmijnen Soortenrijkdom vs plantopneembare P Trage afvoer maaien en afvoeren: snel van 46 kg P/ha.jtot 6 kg P/ha.j Uitmijnen: ook op langere termijn afvoer 20-80 kg P/ha.j mogelijk Uitmijnen = fosfaatextractie mbv geschikte teelten en aangepaste bemesting (K, evt. N) In functie van herstel schrale habitats, of in functie van aansluitende vernatting Onderzoek Liereman ism UGent, ANB + landbouwers 2013-2017, incl. diverse teelten, + bodemchemische en bedrijfseconomische parameters BO uitmijning in opmaak
Kader milieueffectbeoordeling intensieve veeteelt (MER/screening/PB) Toetskader RL-boek landbouwdieren (2011)
Voortoets, passende beoordeling (stavaza nov 2013) Voortoets: hulpinstrument analyse PB/mogelijkheden mildering effecten (doel: mei 2014) Modules: oa modellering depositie tav habitats impactgebied + potenties zoekzone saldo doelen In overleg met ANB, vervolgtraject: specifieke modellering implementatie MM of start PB Passende Beoordeling: indien significant negatieve effecten niet kunnen worden uitgesloten, opmaak adhv praktische wegwijzer milieuthematische fiches (doel: eind 2014) In PB: gehele bedrijfsvoering wordt bekeken, incl. akkers, weiden, + effecten bedrijvenclusters PB: toetsen aan grenswaarden LSVI (intern beheer: streefwaarden) Kritische lasten stikstof (Bobbink en Hettelingh 2011), empirisch bepaald op 18-24 sites EU Ook < kritische lasten N impacten: oa epifyten, reeds effect vanaf 2-3 µg/m3 NH3 Ondergrens voor vervolganalyse na voortoets: 3% van kritische last habitat 3130 (KL 5,8 kg/ha.j), incl toetsing voor gradueel krimpende zoekzones volgens stavaza implementatie MP s Dossiers grensstreek: hantering eigen toetskader, gebiedseigen klemtonen volgens impact