Samenvatting aardrijkskunde H9:



Vergelijkbare documenten
Wat is Meteorologie?

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Werkblad:weersverwachtingen

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden.

1. LESBEGIN. 2. Lesuitwerking De verschillende klimaten de Europese kaart situeren. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD

HFDST 6. HET WEER IN ONZE STREKEN

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

* Hoeveel daalt de luchtdruk als we alleen al de troposfeer doorlopen van onder naar boven?

12. Depressies, fronten en andere neerslagproducerende weersystemen

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

KLIMAAT GLOBAAL. We beginnen met enkele observaties: aardrijkskunde 4 e jaar. De zonnehoogte in Ukkel doorheen de dag, doorheen het jaar.

Leerlingboekje Sonnenborgh

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8

> Schatting van de verplaatsingssnelheid

Les 5: Factoren van weer en klimaat

K1 Geofysica. Diagnostische toets. Weer en klimaat vwo. Paragraaf 1.2 Atmosfeer

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

Examen Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 6t/m 14

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

De algemene luchtcirculatie

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

Het weer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Het weer hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

hoofdstuk AK Noordhoff Uitgevers bv

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Klimaat en landschapszones op aarde

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Een les met WOW - Luchtdruk

Een les met WOW - Temperatuur

KLIMAATVERANDERING. 20e eeuw

Een les met WOW - Temperatuur

2. Algemene circulatie

KNMI 06 klimaatscenario s

Klimaatverandering. Opzet presentatie

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

INDONESIË. Natuurlijke en landschappelijke kenmerken

Achtergrondinformatie toelichtingen bij ppt1

4.1 Weer en klimaat in de eigen regio

Zon, aarde en maan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

PRAKTISCHE ASPECTEN VAN DE SYNOPTISCHE WEERANALYSE

-Land-waterverdeling. Land warmt sneller op dan water, maar koelt ook sneller af.

Periode Aardrijkskunde 10 e klas. Klimatologie. Versie

Inhoud. Praktische gegevens 3 - Doelgroep - Leerdoelen - Tijdsduur - Aansluiting bij lesmethoden - Keuze van de onderzoeksplek

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

Woordenlijst - Aarde

Klimaatverandering. Opzet presentatie

1. De atmosfeer Weerkaart voor zaterdag 9 januari 2010

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

6,9. Samenvatting door een scholier 1093 woorden 21 september keer beoordeeld. Aardrijkskunde HFD 1 1. Schaalniveaus

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.

Een les met WOW - Luchtdruk

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger

Weerberichten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Tentamen Inleiding Atmosfeer 3 mei 2016 TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat

6,4. Werkstuk door een scholier 2086 woorden 22 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

BANANEN LANGS DE NOORDZEE antwoordblad

Les bij klimaatverandering:

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

Weer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Secundaire Scholen De Wedstrijd

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces

Pedagogische ACTIVITEITEN

staat bvb. xa voor arctische lucht en ms voor maritieme subtropische lucht).

Weersgerelateerde interferentie

2 Landschapszones op aarde SO 1

Opdrachten bovenbouw hv

Examen Inleiding Atmosfeer 8 mei 2014 EXAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 8 mei 2014, 13:30-16:30 uur

Tentamen Inleiding Atmosfeer 3 mei 2016 UITWERKINGEN TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur

THEMA 4 - WEERSVOORSPELLING

KNMI 06 klimaatscenario s

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a.

AARDE & KLIMAAT HAVO

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 en 3 (Actieve aarde)

11. Weersituaties Inleiding Weertype

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Yvonne van der Meer-Balster. Meteorologie voor zweefvliegers

10. Wasbordpatroon in bewolking achter bergen en eilanden

Werkstuk ANW Weersvoorspelling

Klimaatverandering in internationaal perspectief

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

2 De atmosfeer. Algemeen. Sferen

Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt.

IJSLAND: EEN LAND VAN WATER EN VUUR

Aanvulling lesmateriaal brandweerduiker A2 en B1

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

Transcriptie:

Samenvatting aardrijkskunde H9: 1.Opbouw van de atmosfeer: opbouw atmosfeer of dampkring gebaseerd op temperatuursschommelingen. Hoogte atmosfeer Naam atmosfeerlaag Temp.-verloop verschijnsel 80-1000Km Ionosfeer Stijgen Poollicht 50-80Km Mesosfeer Dalen Meteoren 10-50Km Stratosfeer Stijgen Ozonlaag 0-10Km Troposfeer Dalen Wolken,weer 2. Rol van de atmosfeer: 2.1Belangrijke functies: Atmosfeer bevat: dizuurstof Houd gevaarlijke straling (UV) tegen werkt als schild tegen meteoren Voorkomt extreme temperatuurverschillen (natuurlijk broeikaseffect) 2.2Warmtebalans op Aarde: Van alle stralingsenergie in richting aarde komt maar 49% van de energie door instraling in de aarde terecht. Aarde zet zichtbare lichtstralen om in warmtestralen (infrarood) duurt ong. 2u gevolg: warmste moment dag NIET op middag (nl. als zon culmineert) maar ong. 2uur later. (In zomer culmineert zon NIET om 12u maar om 14u dus +2 u= 16u als warmste moment v. d. dag. (GTM +2 = zomertijd.) Warmste moment jaar valt niet in Juni (maand met langste dagen en meest instraling) maar op het einde van de maand Juli en h. begin van Augustus. Zichtbaar lichtstralen worden door waterdamp,(in wolken) koolstofdioxide, methaan, enz. doorgelaten maar de IR straling die door aarde na omzetting uitgestraald wordt, wordt door deze broeikasgassen tegengehouden en verwarmt zo de onderste atmosfeerlaag (troposfeer). Dit natuurlijke broeikaseffect zorgt ervoor dat de gemiddelde temp. op Aarde ong. 15 C bedraagt i.p.v. 33 C minder. De Zon is de primaire warmtebron, de aarde de secundaire warmtebron. 1

3.Klimaat veranderd: laatste eeuw gem. temp. Aarde met ±0.5 C gestegen. zeespiegel +10 tot +25cm gestegen. 3.2Oorzaken: verandering in zoneactiviteit, vulkaanuitbarstingen (daling gem. temp.) versterkt broeikaseffect door toename, methaan afkomstig van industrie en bevolking(groei). 3.3Maatregelen: moeten ervoor zorgen dat vooral concentratie in atmosfeer niet verder stijgt. Daarom in jaar 97 versch. landen KYOTO - protocol ondertekent, die vooral instaat op energie besparing en duurzame energiebronnen. = dalende uitstoot. 4.Factoren die temp. in troposfeer beïnvloeden: 4.1Zonshoogte: Zon NIET altijd even hoog aan hemel Hoe schuiner inval hoe langer weg dat stralen moeten afleggen = grotere opp. = kouder. kenmerken: 12u = warmer dan 's morgens en 's avonds. Uur v. dag in zomer warmer dan in winter. Seizoenen aan evenaar warmer dan aan polen. Breedteligging 4.2Geografische factoren: hoogteligging: hoger = kouder oriëntatie v. helling Noord of Zuid maritieme(zee)/ continentale(landelijk) ligging: dichter bij zee = kleiner temp versch. seizoenen verder van zee = omgekeerd ligging koude of warme zeestroom: zie tittel! bewolking & stof: kunnen instraling van warmte hinderen. = kouder. donkere of begroeide opp.: donkere opp. kennen kleinere temp. verschillen dan bleke of onbegroeide opp. 2

Samenvatting aardrijkskunde H10: 1.waarnemen v. h. weer: 1.1Soorten (kunstmatige) satellieten: Geostationaire satelliet: Draait 1keer/24u rond aarde en staat daardoor schijnbaar stil boven 1 plaats. (36000Km hoogte) nut: communicatie, observatie vb. Internetverkeer, tv, GPS, enz. Polaire satelliet: draait versch. keren per dag in een vlak rond polen (800Km hoogte) nut: grote opp. gescand op korte tijd bruikbaar voor weersvoorspellingen, aardobservatie,enz. 1.2Soorten satellietbeelden: 2.weerkaart: 2.2weerelementen op een kaart: Luchtdruk = gewicht kolom lucht per opp.-eenheid (m²) op zeeniveau druk = 1013hPa 3

luchtdruk wordt < als hoogte > wordt druklijnen of isobaren: Lijnen die punten verbinden waar zelfde luchtdruk heerst noemt men isobaren. (aangepast aan zeeniveau) winden: warme lucht zet uit, wordt lichter en stijgt op, ontstaat een lagedrukgebied koude lucht krimpt in, wordt zwaarder en daalt er ontstaat een hogedrukgebied. 4

Door aardrotatie is er afbuiging van de wind naar rechts op het Noordelijk halfrond. bij ons zal de wind dus afwijken naar rechts. door temp. verschillen en aardrotatie ontstaan er grote drukgordels op aarde. Fronten zijn plaatsen waar koude en warme luchtstromen botsen = donder. A: Subpolair min. = L druk = stijgende lucht. B: subtropisch max. = H druk = dalende lucht C: Equatoriaal min. = L druk = stijgende lucht. 5

2.2Satellietbeeld of weerkaart lezen: bij IR afbeelding is warmste het donkerste op de afbeelding. (land warm = land donker) Bij visuele opname is zee donker door veel lichtweerkaatsing. Neerslag en wolkvorming(extra): Stijgende lucht --> koelt af, vochtiger bewolking bij L druk Dalende lucht --> warmt op, droger, bewolking lost op. 6

samenvatting aardrijkskunde H11: Wisselvallig weer bij lage druk en fronten: warme subtropische lucht botst ter hoogte van noordelijk west EU met koude polaire lucht. indien dit subpolair front in buurt v. België ligt mogen we slechter weer verwachten. Warm en koude lucht mengen niet en daarom zal de warme lucht boven de koude lucht heengaan. (lagere dichtheid warme lucht) = frontale depressie. frontale depressie bewegen: evolutie in de depressie door verschillen in vb. windkracht ontstaat golfvormige storing op frontlijn omdat de zwaardere lucht dichter bij aarde blijft zal deze dus door aardrotatie sneller bewegen dan lichtere warme lucht. hierdoor haalt koufront het warmtefront in. de warme sector tussen koufront en warmtefront klapt dicht en er ontstaat een occlusiefront. = kern van frontale depressie. 7

het weer bij frontale depressie: Nadering van het warmtefront = bewolking komt op luchtdruk daalt overtrekkend warmtefront = bewolking & neerslag in warme sector = licht hogere temp. dus minder neerslag. overtrekkend koudefront = bewolking en neerslag na de frontale depressie = hemel klaart op, luchtdruk stijgt. weer bij lage luchtdruk: onstabiel bewolkt veel wind neerslag weer bij hoge luchtdruk: stabiel bewolkt veel wind droog rijm,dauw,mist kunnen ontstaan. uitrusting weerpark: barometer, windvaan(w. richting, windmeter(w. snelheid), pluviometer(meet hoev. neersl.), hygrometer(meet luchtvochtigheidsgraad), heliograaf (meet duur zonnesch.) uitrusting weerballon: thermometer (sensor), barometer(sensor), trekrichting(windrichting),treksnelheid(w. snelheid), hygromter(sensor). 8

Samenvatting aardrijkskunde H12 west EU frontzone op de wereldisobarenkaart: weer west EU gekenmerkt door fronten en bijhorende lagedrukgebieden. Hoge en lagedrukgebieden liggen niet willekeurig verspreid over het aardopp. in januari als in juli liggen ze ongeveer evenwijdig met evenaar. De west EU frontzone hangt samen met zone lage druk (ong. 60 NB) waar warme lucht uit zuiden botst met koude lucht noorden, waardoor warme lucht moet stijgen, het subpolaire minimum. Lage druk = regenrijk gebied. Hoge druk = droog gebied. Verschillen klimaat: resultaat verschillen in opwarming (temp.) en neerslag komt tot uiting in verschillende klimaten op aarde op basis van temp. wordt grote opdeling in 3klimaatzones gemaakt: koude klimaten --> aanwezigheid polaire max = bijna nooit neerslag. gematigde klimaten --> bij poolcirkel weer beïnvloed door subpolair minimum = meer kans neerslag. Dichter bij keerkringen weer beïnvloed door subtropisch max. = droger, zeer weinig neerslag(woestijn) warme klimaten --> stijgende lucht (equatoriaal min.) en valt er dus elke dag veel neerslag. 9