Participeren in Tytsjerksteradiel en Achtkarspelen Contourennotitie Participatiewet

Vergelijkbare documenten
Participeren in Tytsjerksteradiel en Achtkarspelen Contourennotitie Participatiewet

Een nieuwe taak voor gemeenten

Ynlieding Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Deze wet voegt de WWB, de Wsw en een deel van de Wajong samen.

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Participatiewet en Quotumheffing White Paper

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

PARTICIPEREN IN TYTSJERKSTERADIEL

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

Visie en uitgangspunten (1)

Beleidskader en verordeningen Participatiewet Eddy van der Spek Eva Mercks

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014

De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september Edith van Ruijven

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

Wajong en Participatiewet

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland

Unieke Achterhoekers aan het werk? Doet u ook mee? Hans Bakker & Evert Jan Hamer Namens Werkbedrijf Achterhoek 10 december 2015

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW

Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester

Participatiewet. 1 januari 2015

Raadsvoorstel. Vergadering : 23 april Agendapunt : 7. Programma : (8) Wurk & Bystân Portefeuillehouder : H. Rijpstra. Aan de Raad.

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Participatiewet Startnotitie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Participatiewet en Quotumwet. Stand van zaken 9 januari 2014

De Participatiewet, banenafspraak & quotum. Fabian Ouwehand Re-integratie & Participatie

Beschut werk in Aanleiding

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Participatiewet, Banenafspraken en Quotumwet. Door: Tanja Willemsen Divosa

Contourennotitie doorontwikkeling arbeidsmarktregio Fryslân t.b.v. VFG pho Werk en Inkomen 26 maart 2014.

Participatiewet. Wetgeving

Werk, inkomen. sociale zekerheid

arbeid / dagbesteding Participatiewet

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Regionale Impact Participatiewet. 1. Participatiewet West-Brabant 2. Gecoördineerde werkgeversbenadering

Verordeningen Participatiewet

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

Invoering Participatiewet. Raadscommissie Samenleving 8 oktober 2014

Doel bijeenkomst. Informeren over de stand van zaken. Beeld schetsen van de beoogde aanpak UWV. Ophalen vragen, opmerkingen, tips en zorgen

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

Workshop Risse Groep & Werk.Kom Kansen pakken t.a.v. de Participatiewet!

Nieuwe wetten voor zorg en ondersteuning bij wonen en werken

BESCHUT WERK NIEUW AGENDA. De ontwikkeling van de sociale werkvoorziening en het oude beschut werk

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Arbeidsparticipatie naar vermogen

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

De Participatiewet en De Banenafspraak. Stijn van Bruggen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

Beleidskaders Participatiewet

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Gemeenteraad

Bram wil werken! Wat betekenen de veranderingen in wet- en regelgeving voor hem? Februari 2015

1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei Notitie beleidskeuzes participatiewet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Veranderingen in de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet

Visie Participatiewet

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Korte inhoud : De verordeningen Participatiewet dienen door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

Aanleiding Achtergrond

Actuele kijk op de Participatiewet in het sociale domein

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Werken naar vermogen. Maart 2012

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

De Onderwijsspecialisten Dienstverlening. De participatiewet. Ed Staal en Richard Brenkman

Ontwikkelingen wet- en regelgeving bij arbeidsintegratie. November 2013 Neeltje Huvenaars

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Doelgroep Voorziening Ondersteunende voorzieningen Loonwaarde 40-80% WML 2 en eventueel aangewezen op een Baanafspraakbaan

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar J. van Bragt, (t.a.v. J.van Bragt)

Visie/Uitgangspunten sociaal domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Roadshow CUMELA Nederland

De Onderwijsspecialisten. Participatiewet. Hoe en wat? Richard Brenkman & Frans van der Ven. Zutphen, februari 2016

Robert Capel Tom de Haas Martin Heekelaar Implementatiedag 12 december, Utrecht

Sociaal Domein 2016: De Uitdaging Hoe krijgen we mensen aan het werk? Evelien Meester

De decentralisatie van arbeidsparticipatie. Louis Polstra

Participatiewet. Veranderingen voor de Oosterschelderegio. 2 juni 2014 Door: Jaap Schipper.

Workshops Arbeidsmarktbeleid

RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 6 Vaststellen concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio.

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Transitieplan. 12 september 2013

Participatiewet Doelgroepregister, Banenafspraak

PARTICIPATIEWET. Dag van de uitvoering 19 juni 2014

Overzicht instrumenten re-integratie

Participatiewet. Hoe kunt u werk bieden aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking?

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

Par$cipa$ewet. Inhoud. Opzet Effecten en scenario s. Wat is de huidige situa5e? Wat gaat er veranderen? Welke effecten ontstaan?

kijk wij presenteren u

Aan de raad. Brielle, 3 oktober Beslispunt: Instemmen met de Kadernota Participatiewet 2015.

Wijziging op de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Borsele

Transcriptie:

Participeren in Tytsjerksteradiel en Achtkarspelen Contourennotitie Participatiewet datum : Februari 2015 auteur : N. de Vries /R.Schievink afdeling : Mienskip/Samenleving

Contourennotitie Voor u ligt de 'Contourennotitie Participatiewet. Ons doel is om met deze notitie een kader te scheppen voor de uitvoering van de Participatiewet op het terrein van (arbeids)participatie van mensen met en zonder arbeidsbeperking. In deze notitie besteden we onder meer aandacht aan visie, ambitie, klantgroepen en de inzet van re-integratie instrumenten in relatie tot het besteedbare Participatiebudget. De Contourennotitie is een vervolg op de Startnotitie Participatiewet 1. Wij leggen deze notitie opiniërend en besluitvormend voor aan de raad. Sinds 1 januari 2012 is er sprake van een samenwerkingsverband tussen de gemeente Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel op het gebied van werk en inkomen. Er is een gezamenlijke afdeling Werk & Inkomen De Wâlden gevormd. Ook is er een vergaande samenwerking tussen de afdelingen Samenlevingszaken en Mienskip. De beleidsafdelingen zijn autonoom, de colour locale is geborgd, maar we streven ernaar om zo veel mogelijk zaken gezamenlijk op te pakken. Vanuit deze basis hebben we de notitie geschreven. Wij bieden de raad deze notitie dan ook aan als gezamenlijk document. Participatie Wat is Participatie? Participeren betekent deelnemen, het onderdeel uitmaken van, het hebben van een aandeel in iets. Vanuit het sociaal domein gezien kunnen we stellen; het deelnemen aan de samenleving. Participatie draagt bij aan het welbevinden van de burger. Participatie voorkomt dat burgers in een sociaal isolement raken en mogelijk daardoor het perspectief van het leven verliezen. Vanuit de Participatiewet gezien kunnen we onderscheid maken tussen maatschappelijke- en arbeidsparticipatie. Wij willen met het uitvoeren van de Participatiewet alle burgers naar vermogen laten participeren. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een andere manier te participeren in de samenleving. Inclusieve samenleving en arbeidsmarkt Een inclusieve samenleving is een samenleving waar iedereen tot zijn recht kan komen. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, gender, leeftijd, talenten of beperkingen iemand heeft. Een samenleving die is ingericht volgens de principes van diversiteit en gelijkwaardigheid. 1 Startnotitie Participatiewet behandeld in de informatiecarrousel van 14 maart 2013. De arbeidsmarkt is een onderdeel van de inclusieve samenleving. De Participatiewet draagt bij aan de inclusieve samenleving en inclusieve arbeidsmarkt. Iedereen heeft, naar zijn of haar vermogen, recht op werk, zoveel mogelijk op de reguliere arbeidsmarkt. Wij willen burgers aanspreken op hun mogelijkheden en niet op hun beperkingen. Daarnaast willen we ondernemers bewust maken van het maatschappelijk ondernemerschap. Door burgers maximaal te laten participeren draagt dit bij aan de totstandkoming van de inclusieve samenleving en inclusieve arbeidsmarkt. Contourennotitie Participatiewet 2015 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Sociaal Maatschappelijke Agenda en Beleidskaders Sociaal Domein 5 1.3 Centrale Vraag 5 1.4 Wet Sociale Werkvoorziening 6 1.5 Leeswijzer 6 2. Samenvatting 7 3. Sociaal Domein 9 3.1 Samenhang overige transities 9 3.2 Toegang; sociale dorpenteams en jeugdteams 10 3.2.1 De sociale dorpenteams 10 3.2.2 De jeugdteams 10 3.3 Samenhang met andere beleidsterreinen 10 4. Visie en Ambitie 13 4.1 Visie 13 4.2 Ambitie 13 5. Participatiewet 14 5.1 Inleiding 14 5.2 Samenvoeging WWB, Wsw, deel Wajong en nieuwe wetgeving 14 5.3 WWB activerender 15 5.4 Werkbedrijf 15 5.5 Werkgeversbenadering 16 5.6 Extra banen en quotumwet 16 6. De algemene instrumenten in de Participatiewet 18 7. Budgetten 19 7.1 Participatiebudget 19 7.2 Inkomensdeel 20 7.3 Uitbreiding doelgroepen 20 7.4 Prognose omvang cliëntenbestand BUIG 20 8. Beleidskeuzes 21 8.1 De uitdagingen bij het in- en uitvoeren van de Participatiewet 21 8.1.1 Integraal beleid binnen het sociaal domein 22 8.1.2 Tweesporenbeleid 22 8.1.3 Een baan 22 8.1.4 Participatie 22 8.1.5 Kansen en Talenten 22 8.1.6 De arbeidsmarkt 22 8.1.7 Re-integratie 23 Contourennotitie Participatiewet 2015 3

8.2 Welke klantgroepen in relatie tot het beschikbare budget 24 8.2.1 Kerntaken 24 8.1.2 Kerntaak klantgroepen 26 8.3 Voorstel aan de Raad 28 9. Risicoanalyse 29 9.1 Uitvoeringskosten 29 9.2 Budgetten 29 9.2.1 Inkomensdeel 29 9.2.2 Budgetdeel participatie/re-integratie 29 9.2.3 Europees Sociaal Fonds 29 9.2.4 Budgetdeel Wsw 30 9.3 Succes Participatiewet 30 9.4 Besparing Sociaal Domein haalbaar? 30 Bijlage 1 Bronvermelding Bijlage 2 Sociaal Maatschappelijke Agenda/Beleidskader Transities Sociaal Domein Bijlage 3 De Werkkamer Bijlage 4 Stand van zaken Werkbedrijf Bijlage 5 Garantiebanen en Quotumwet Bijlage 6 Stand van zaken algemene instrumenten Bijlage 7 Werkwijze jongeren Contourennotitie Participatiewet 2015 4

1. Inleiding 1.1 Aanleiding De Participatiewet is per 1 januari 2015 in werking getreden. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan het werk krijgen. Sinds 1 januari zijn wij verantwoordelijk voor alle mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning richting de arbeidsmarkt nodig hebben. Met de invoering van de Participatiewet wil het Rijk mensen meer kansen op werk bieden en het principe van één regeling voor de gehele doelgroep consequent doorvoeren. Gemeenten krijgen daarvoor de vrijheid om te bepalen welke ondersteuning mensen nodig hebben. Voor de uitvoering van de Participatiewet is een rol weggelegd voor de gemeenteraad. In de Participatiewet zijn algemene instrumenten 2 opgenomen die het college kan inzetten om personen met arbeidsvermogen te ondersteunen richting de arbeidsmarkt. De wet schrijft voor dat we binnen onze arbeidsmarktregio, onder regie van het Werkbedrijf, uniforme afspraken moeten maken over het inzetten van deze algemene instrumenten. De gemeenteraad stelt in de Participatieverordening de inzet van deze algemene instrumenten vast. Voor een optimale maatwerkgedachte heeft het college, naast de algemene instrumenten, de bevoegdheid om locale instrumenten 3 in te zetten. Met het vaststellen van de Contourennotitie Wet Werk en Bijstand 4 en de opiniërende en besluitvormende behandeling van de Re-integratie- en Participatieverordening 2013 5 heeft de raad al een voorschot genomen op de inwerkingtreding van de Participatiewet. Met de uitgangspunten in die Contourennotitie en verordening heeft de raad destijds al een belangrijke stap gezet in het gedachtegoed van de Participatiewet. 1.2 Sociaal maatschappelijke agenda en beleidskaders Sociaal Domein We willen de Participatiewet onder de vlag van de Sociaal Maatschappelijke Agenda uitvoeren 6 en in samenhang met de andere decentralisaties. Keuzes die we maken, moeten passen binnen de uitgangspunten van de Sociaal Maatschappelijke Agenda en het beleidskader Transities Sociaal Domein 7. 1.3 Centrale vraag De Participatiewet is een brede voorziening met zoveel mogelijk gelijke arbeidsmarktkansen voor mensen met arbeidsvermogen. Deze wet moet een sterke impuls geven aan het tot stand brengen van de inclusieve samenleving en inclusieve arbeidsmarkt 8. Door slimme verbindingen 9 te leggen met de andere decentralisaties binnen het sociaal domein dragen we bij tot het maximaal laten participeren van de burger. Maatwerk is daarbij het sleutelwoord. De gemeente voert de Participatiewet uit waarbij wij op regionaal niveau de samenwerking binnen het netwerk van het Regionaal Werkbedrijf 10 moeten zoeken. De Participatiewet schrijft voor dat de in de Participatieverordening 2 Zie hoofdstuk 6. 3 Bijvoorbeeld het inzetten van een opleiding, een jongerenvoucher, werkervaringsplek, etc. 4 Vastgesteld in de Raadsvergadering van 13 december 2012. 5 Vastgesteld in de Raadsvergadering van 7 maart 2013. 6 Zie bijlage 2. 7 Zie bijlage 2. 8 Zie kader op blz. 2. 9 Zie hoofdstuk 3. 10 Zie onderdeel 5.4. Contourennotitie Participatiewet 2015 5

genoemde voorzieningen/instrumenten 11 evenwichtig over de doelgroep van het Participatiebudget moeten worden verdeeld. Dat brengt ons bij de volgende centrale vraag: Welke mogelijkheden en middelen hebben we tot onze beschikking en welke keuzes moeten wij maken, om 1. het gedachtegoed van de inclusieve samenleving en inclusieve arbeidsmarkt zo goed mogelijk invulling te geven, en 2. de Participatieklantgroepen zo optimaal en evenwichtig mogelijk te bedienen met als doel Participatie in de breedste zin van het woord.* * Toetsingskader: sociaal maatschappelijke agenda, de uitgangspunten vastgelegd in het beleidskader Transities Sociaal Domein, de Participatiewet en het participatiebudget. 1.4 Wet Sociale Werkvoorziening In deze contourennotitie besteden we geen aandacht aan de afbouw van de Sociale Werkvoorziening (Wsw). De afbouw van de Sociale Werkvoorziening is een afzonderlijk traject waarover we de raad apart informeren. De link met de uitvoering van de Participatiewet komt hierbij uitgebreid aan bod. In deze notitie beperken we ons tot de uitvoering van de Wsw in relatie tot de inzet van het gebundelde Participatiebudget. 1.5 Leeswijzer In het eerste hoofdstuk hebben we de aanleiding voor deze notitie beschreven en een centrale vraag geformuleerd. De volgende hoofdstukken geven een (deel-) antwoord op deze vraag. In hoofdstuk 2 hebben we de belangrijkste onderwerpen van deze notitie samengevat en in hoofdstuk 3 leest u de samenhang met de overige transities & beleidsterreinen en hoe de toegang is geregeld. De gezamenlijke visie en ambitie van de gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel voor het onderdeel Werk en Inkomen hebben we in hoofdstuk 4 opgenomen. In hoofdstuk 5 gaan we in op het doel van de Participatiewet, het Werkbedrijf en de extra banen die er gecreëerd moeten worden. Hoofdstuk 6 geeft een kort overzicht van de instrumenten in de wet en hoofdstuk 7 bevat de budgettaire kaders met een prognose van het cliëntenbestand. Hoofdstuk 8 is het belangrijkste hoofdstuk van deze notitie. In dit hoofdstuk laten wij alle belangrijke facetten van de notitie terugkomen, wat resulteert in een indeling in klantgroepen en de dienstverlening per klantgroep. In deze notitie hebben wij een risicoanalyse opgenomen in hoofdstuk 9. 11 Zie hoofdstuk 6. Contourennotitie Participatiewet 2015 6

2. Samenvatting Met de invoering van de Participatiewet spreken we van een sociale hervorming. Het doel van deze wet is om één regeling uit te voeren voor WWB-ers, burgers die niet meer kunnen instromen in de Wsw en Wajong en werklozen zonder uitkering. Het Rijk wil met de Participatiewet concreet bereiken dat: 1. iedereen mee doet. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een andere manier te participeren in de samenleving; 2. mensen worden beoordeeld op hun mogelijkheden, niet op hun beperkingen; 3. er alleen ondersteuning is voor wie het nodig heeft; 4. een transparant en activerend nieuw stelsel mensen uit een uitkering houdt. Door de komst van de Participatiewet is de toegang tot de Wet sociale werkvoorziening afgesloten. De Wajong is alleen nog toegankelijk voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten. Voor de participatie-ondersteuning ontvangen we een gebundeld Participatiebudget en krijgen we meer re-integratie-instrumenten tot onze beschikking. We moeten meer mensen bedienen met minder geld. Op regionaal niveau werken we samen met UWV, SW-bedrijven, werkgevers- & werknemersorganisaties en onderwijs in het Werkbedrijf Fryslân. Het Werkbedrijf speelt een belangrijke rol bij het plaatsen van mensen met een arbeidsbeperking op de reguliere arbeidsmarkt en op de extra banen uit de banenafspraak. Daarnaast heeft het Werkbedrijf als doel om werkgevers die mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen te ontzorgen. Om de werkgever te ontzorgen moeten we onder regie van het Werkbedrijf een basispakket aan functionaliteiten organiseren. We starten met een minimale variant van het Werkbedrijf. In de jaren 2015/2016 is er sprake van een doorontwikkeling, waarbij we toewerken naar een maximale variant in 2017. We willen de participatietaak binnen de Participatiewet uitvoeren in samenhang met de andere decentralisaties en aanpalende beleidsterreinen, op basis van het gedachtegoed van de Sociaal Maatschappelijke Agenda en het beleidskader Transities Sociaal Domein en gaan daarbij uit van: De beleiduitgangspunten: Integraal beleid binnen het sociaal domein. Voorkoming instroom en inzet op uitstroom. Een baan boven een uitkering. Participeren is voor iedereen en kan iedereen! Optimaal benutten van kansen en talenten met als doel een inclusieve arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is leidend. Participatiebudget inzetten voor re-integratie. We kennen twee klantgroepen: De Werkgever De Werkzoekende Contourennotitie Participatiewet 2015 7

De klantgroep Werkzoekende verdelen we in de burger die kan werken en de burger waarbij maatschappelijke participatie de meest reële optie is. De burger jonger dan 27 jaar hebben we als specifieke klantgroep benoemd. We hebben dit nader uitgewerkt in onderdeel 8.1.1. Met het oog op het formuleren van een basis waarop we in de toekomst verdere (beleids)keuzes kunnen maken, vragen wij de raad om in te stemmen met de geformuleerde visie en ambitie, de beleidsuitgangspunten en de indeling van participatie-klantgroepen in relatie tot de inzet van het Participatiebudget. Contourennotitie Participatiewet 2015 8

3. Sociaal Domein We noemden al dat de keuzes die wij bij de uitvoering van de Participatiewet maken, moeten passen binnen de uitgangspunten van de Sociaal Maatschappelijke Agenda en het beleidskader Transities Sociaal Domein. Dit in samenhang met de andere decentralisaties en beleidsterreinen. Hieronder gaan we in op de samenhang met de overige decentralisatie en beleidsterreinen. 3.1 Samenhang overige transities Wij gaven eerder in deze notitie al aan dat de Participatiewet een brede voorziening is met zoveel mogelijk gelijke rechten, plichten en arbeidsmarktkansen voor mensen met arbeidsvermogen. De uitkeringsvoorwaarden, financiering, ondersteuning en uitvoering van verschillende regelingen zijn met de nieuwe wet zoveel mogelijk gelijk getrokken. De invoering van de Participatiewet staat niet op zich. Er is samenhang met twee andere decentralisaties die vanuit het rijk zijn voorgesteld. Het gaat om: de overheveling van de AWBZ Begeleiding naar de WMO (2015); de overheveling van de Jeugdzorg (2015). Bij alle decentralisaties is er sprake van beleidsvrijheid, maar ook van een verlaging van de budgetten. We worden geconfronteerd met grote bezuinigingen. We moeten meer gaan doen met minder geld. Door de kortingen in de toekomst moeten we de budgetten slimmer inzetten en het werk anders organiseren. Het is daarom van belang om dwarsverbanden, samenhang, synergie en samenwerking tussen deze beleidsterreinen en uitvoering te vinden, te stimuleren en te realiseren. De implementatie van de Participatiewet kunnen we niet los zien van bovengenoemde decentralisaties omdat er sprake is van overlap in de doelgroepen van de verschillende regelingen. Dit betekent dat we de Participatiewet moeten implementeren in samenhang met de decentralisaties op het terrein van zorg, jeugd en aanpalende terreinen zoals passend onderwijs. Hierbij moet het accent liggen op de overlap in doelgroepen in relatie tot de inzet van voorzieningen en de inzet/uitwisseling van financiële middelen met als uitgangspunt 1 gezin, 1 plan, 1 contactpersoon. Wanneer we spreken over dwarsverbanden, samenhang, synergie en samenwerking, kunnen we bijvoorbeeld denken aan: Gezamenlijke diagnose en aanpak meervoudige problematiek. Gezamenlijke invulling uitgangspunt 1 gezin, 1 plan, 1 contactpersoon. Eigen kracht. Overlap doelgroep arbeidsmatige AWBZ dagbesteding en beschut werk. Inzet personen met uitkering in welzijns- en zorgsector. Beoordelen aanbieders van zorg- en welzijnsactiviteiten op social return. Deze lijst is uiteraard niet limitatief. Het uitgangspunt blijft maatwerk, aansluiten bij de vraag van de burger/samenleving en het benutten van kansen. Contourennotitie Participatiewet 2015 9

3.2 Toegang: sociale dorpenteams en jeugdteams Onze gemeente organiseert de cliëntondersteuning gebiedsgericht in sociale dorpenteams of jeugdteams. De uitdaging is nu om samen met deze teams een goede invulling te gegeven aan het principe 1 gezin - 1 plan 1 contactpersoon. 3.2.1 De Sociale Dorpenteams De dorpenteams worden bemenst door cliëntondersteuners van verschillende organisaties (MEE, MW, KEaRN, Wmo-loket). Ook consulenten van de afdeling Werk & Inkomen werken nauw samen met de sociale dorpenteams. Zij participeren aan de zijlijn en worden ingevlogen wanneer dit noodzakelijk is. De verwachting is dat de consulenten vooral in beeld komen in het geval van burgers met meervoudige problematiek of burgers die voor de Participatiewet vallen onder de klantgroep werkzoekende maatschappelijke participatie 12. De dorpenteams hebben de volgende taken: 1. Participatie van burgers in de dorpen versterken, preventieve activiteiten lokaal opzetten, het zelfoplossend vermogen en eigen sociaal netwerk versterken van degene met een ondersteuningsvraag (methode dichtbij-de-burger). 2. Bij meervoudige hulpvragen spin in het web zijn (één gezin, één plan, één contactpersoon) en het samen invulling geven aan de regisseursrol van de cliënt (gesprek thuis, ondersteuningsplan opstellen, ondersteunen bij de realisering van de onderdelen van het ondersteuningsplan, monitoren/bewaken van de beoogde resultaten van de onderdelen van het ondersteuningsplan). 3. Wanneer aan de orde: verzorgen van de toeleiding naar een maatwerkvoorziening. 3.2.2 De Jeugdteams De Jeugdwet, legt de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt. In de gemeente Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel zijn er per 1 januari 2015 jeugdteams operationeel. Deze teams hebben als doel om kinderen en jongeren binnen hun gezin op een veilige en goede manier te laten opgroeien. Het jeugdteam komt in beeld wanneer een jongere of opvoeder er, om welke reden dan ook, zelf niet meer uitkomt of daarnaar verwezen wordt door bijvoorbeeld professionals uit de basisvoorzieningen. De jeugdteams bieden gezinnen ondersteuning en hulp bij het verhelderen van hun vraag en het vergroten van het zelfoplossend vermogen. De jeugd teams werken samen met verschillende partijen, onder meer de sociale dorpenteams (als in gezinnen ook sprake is van problematiek bij de ouders wordt samengewerkt met de sociale dorpenteams). Wanneer nodig kan direct of via de sociale dorpenteams een verbinding worden gemaakt met de consulenten Werk & Inkomen. 3.3 Samenhang met andere beleidsterreinen Integraal beleid, domein overstijgend en duurzaam inzetbaarheidsbeleid. Termen die steeds vaker opduiken en veronderstellen dat we beleid in een bredere context moeten zien. Deze contourennotitie is geen specifiek integraal beleidsstuk. Toch vinden wij het belangrijk om de integraliteit en verbindingen tussen de verschillende beleidsterreinen zichtbaar te maken. 12 Zie voor verdere uitleg klantgroep werkzoekende Maatschappelijke Participatie onderdeel 8.1.2 Contourennotitie Participatiewet 2015 10

Hieronder volgen een aantal korte teksten die onze collega s vanuit de verschillende beleidsterreinen hebben aangeleverd. Deze teksten zijn toegespitst op participatie en de inclusieve samenleving. Samenhang op hoofdlijnen Wmo De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) legt bij gemeenten de verantwoordelijkheid neer om voor hun inwoners voorzieningen te treffen die nodig zijn om zelfstandig te kunnen blijven leven en maatschappelijk te kunnen deelnemen, voor zover zij daarin niet zelf en met behulp van hun sociale omgeving kunnen voorzien als gevolg van hun lichamelijke, verstandelijke, psychische, psychosomatische, of zintuiglijke beperking. Voorzieningen kunnen algemeen en zonder toeleidingsprocedure toegankelijk zijn (algemene voorzieningen), en toegesneden zijn op de individuele situatie, mogelijkheden en benodigdheden van een specifieke inwoner (maatwerkvoorzieningen). Onder Wmo-maatwerkvoorzieningen vallen bijvoorbeeld ook ondersteuning bij werknemersvaardigheden en zinvolle arbeidsmatige dagbesteding. Met elke inwoner met een ondersteuningsvraag als gevolg van Wmo-beperking beoordelen we in een gesprek wat de individuele situatie, mogelijkheden en benodigdheden zijn. Bij die beoordeling kunnen dus ook de eventuele arbeidsmogelijkheden in de zin van de Participatiewet aan de orde zijn. Daar waar inwoners als gevolg van hun beperking nog niet, of niet meer, volwaardig of zonder ondersteuning aan het arbeidsproces kunnen deelnemen, daar liggen de mogelijkheden voor het zoeken en leggen van verbindingen tussen de Wmo en de Participatiewet. Het hangt van de individuele en specifieke situatie en mogelijkheden af op welke wijze die verbindingsmogelijkheden van Wmo en Participatiewet er uit zien: aanvullend op elkaar, volgend op elkaar, in elkaar overgaand. Het is de uitdaging aan de inwoners, de professionele ondersteuners, en degene die de beslissingen moeten nemen om in maatwerk de mogelijkheden en kansen te benutten, en om oneigenlijke schotten tussen wetten en regelingen te slechten. Jeugdzorg Gezondheidszorg Sport De jeugdwet heeft raakvlakken met de Participatiewet. Dit biedt kansen. Denk bijvoorbeeld aan de gesprekken waarbij werk en inkomen of vanuit jeugd het hele systeem in ogenschouw wordt genomen zodat we dus beter maatwerk kunnen leveren. Maar er zijn meer raakvlakken. Vanuit het uitgangspunt van één gezin, één plan en één regisseur is er een duidelijke verbinding met de financiële en dagelijkse situatie van het hele gezin. Investeren in een goede gezondheid is een voorwaarde! Want actieve en gezonde burgers participeren, zijn zelfredzaam en leveren een bijdrage aan de economie. Maar niet iedereen is even gezond en als we niets doen lopen de gezondheidsachterstanden verder op. De sleutel ligt in een brede, duurzame aanpak in het dorp met een actieve rol voor de burger zelf. Daarbij zien we gezondheid niet als afwezigheid van ziekte, maar als de capaciteit van mensen om zelf regie te voeren. Verbinding van beleidsterreinen, zoals 'werk en inkomen' met 'gezondheid' is daarbij essentieel. Bevordering van een gezonde leefstijl (bijvoorbeeld beweging, voeding, roken) is van belang. De gemeente wil een sportieve samenleving waarin iedereen ervoor kan kiezen mee te doen om actief en gezond te leven, waarbij de versterking van leefbaarheid in de dorpen een belangrijke doelstelling is. Sport en beweging is een middel om mensen die maatschappelijk buitenspel staan Contourennotitie Participatiewet 2015 11

weer bij de samenleving te betrekken. Onderwijs/ WEP-middelen Maatschappelijke Zorg Economische Zaken Het inkomen per hoofd van de bevolking in Fryslân ligt circa 20% beneden dat van het Nederlandse gemiddelde. De kansen op de arbeidsmarkt en het verdienvermogen van de beroepsbevolking hangt direct samen met het opleidingsniveau. De (centrale) overheid trekt zich terug en legt taken bij de lagere overheid. Dit betekent ook dat er op de lokale schaal het nodige ánders moet. Een nieuwe manier van kijken naar rolverdeling en samenwerken. Dit vraagt een andere rol van gemeenten en ook een 'sociale innovatie van de arbeidsmarkt'. Daarbij werken we al constructief samen met de onderwijspartners. De gemeente ondersteunt activiteiten ter verbetering (en borging) van de afstemming van vraag en aanbod tussen arbeidsmarkt en onderwijs. In goede samenwerking met deze partners ontwikkelen we ondersteunende concrete maatregelen en projecten. Participeren / meedoen in de samenleving is een belangrijk speerpunt. Het gaat hierbij voornamelijk om maatschappelijke deelname. In het dagelijks leven, in het dorp, past een actieve rol van burgers. Zij vormen het fundament voor een leefbare buurt. Alle onderdelen van het sociaal beleid zijn er op gericht het zelforganiserend vermogen van burgers en hun omgeving te versterken. Bij zelforganiserend vermogen gaat het niet alleen over de manier waarop iemand zichzelf goed kan redden en meedoet in de samenleving, maar ook over de manier waarop mensen hun netwerk kunnen mobiliseren. Die netwerken zijn te vinden in de omgeving van familie en vrienden maar als het goed is ook in de straat en de buurt en bij laagdrempelige voorzieningen zoals bijvoorbeeld sportverenigingen, sociaal cultureel werk, een buurthuis, klussendienst, jeugdsoos en muziekvereniging. Wij zetten ons in om werkgelegenheid binnen de gemeente te behouden, zo veel mogelijk te versterken en waar mogelijk te vergroten. Hierbij is een goede samenwerking met het bedrijfsleven maar ook met andere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld onderwijs van groot belang. Ook nauwe samenwerking met de afdeling Werk en Inkomen is cruciaal. Bij contacten met het bedrijfsleven maken we ondernemers bewust van maatschappelijk verantwoord ondernemen en de verantwoordelijkheden die hier bij horen. Ondernemers worden vanuit de gemeente ondersteund bij hun arbeidsvraag en hierbij zoeken we passende oplossingen met extra aandacht voor re-integratie. Daarnaast proberen we de lokale economie te versterken en uit te breiden door projecten die zich richten op ondernemerschap, gunstige vestigingsfactoren voor ondernemers en innovatie. Immigranten en vluchtelingen Immigranten die langdurig in Nederland komen wonen moeten de taal spreken en de Nederlandse samenleving kennen (inburgeren). Naast de vrijwillige immigrant kennen we ook de vluchteling. De maatschappelijke begeleiding voor vluchtelingen is een wettelijke verplichting van de gemeente. De taalvoorziening is met ingang van 2013 overgedragen aan het DUO. Inburgeraars kunnen gebruik maken van het sociaal leenstelsel. We zetten direct in op participatie van de vluchteling. Naast het volgen van een inburgeringscursus, kijken we direct naar de mogelijkheden van participatie. Contourennotitie Participatiewet 2015 12

4. Visie en Ambitie Wat is onze visie en ambitie op het terrein van Werk en Inkomen? 4.1 Visie Onze visie is een opsomming van kernwoorden die wij hebben vertaald naar een ambitie in tekst. 4.2 Ambitie Onze ambitie is: 1. Iedereen doet mee, op basis van gelijkwaardigheid zowel in de samenleving als op de arbeidsmarkt. 2. We gaan uit van de kracht en talenten van de burger. 3. We spreken burgers aan op hun kracht en verantwoordelijkheid. 4. Waar nodig bieden wij, in samenwerking met de ketenpartners, ondersteuning op het gebied van werk, inkomen, voorzieningen, opvoeding, inburgering en sociale problematiek. 5. Er is een nauwe samenwerking met lokale werkgevers en andere partners met als doel het verhogen van (arbeids)participatie. Contourennotitie Participatiewet 2015 13

5. Participatiewet 5.1 Inleiding Voor iedere burger, met of zonder arbeidsbeperking is er een plek op de arbeidsmarkt. De Participatiewet voegt de WWB, de Wsw en een deel van de Wajong samen. Met de Participatiewet streeft de regering naar een inclusieve arbeidsmarkt. Een arbeidsmarkt die plaats biedt aan jongeren en ouderen en aan mensen met en zonder beperking. Het is essentieel om mensen tot hun recht te laten komen en ze in staat te stellen zo veel mogelijk zelfstandig mee te doen aan de samenleving. Participatie, bij voorkeur via werk, zorgt voor sociale, economische en financiële zelfstandigheid, draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde en levert een bijdrage aan de sociale cohesie en de economie. De regering wil met de Participatiewet concreet bereiken dat: 1. iedereen mee doet. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een andere manier te participeren in de samenleving; 2. mensen worden beoordeeld op hun mogelijkheden, niet op hun beperkingen; 3. er alleen ondersteuning is voor wie het nodig heeft; 4. een transparant en activerend nieuw stelsel mensen uit een uitkering houdt. Wettelijk kader Bestaande wetgeving 5.2 Samenvoeging WWB, Wsw, deel Wajong en nieuwe wetgeving. Door de komst van de Participatiewet verandert er veel: 1. De Wsw is 1 januari 2015 afgesloten voor nieuwe werknemers. 2. De Wet werk en bijstand (WWB) is activerender gemaakt en opgegaan in de Participatiewet. 3. De Wajong krijgt onder andere te maken met herkeuring (binnen de Wajong zelf) en is activerender gemaakt door de baanafspraak 13. 4. Er komt een regionaal Werkbedrijf. Het Werkbedrijf vormt de schakel tussen de werkgever en de mensen met een arbeidsbeperking met arbeidsvermogen. 5. Voorbereiding van wettelijke regelingen die van invloed zijn op de uitvoering van de Participatiewet. Het gaat dan om de banenafspraak en de Quotumwet 14. In schema de gewijzigde en nieuwe wetgeving: 2015 Doelgroep vallend onder de P- wet Wajong Alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. Activerender door baanafspraak voor huidige bestand. Uitvoering door UWV. Huidige Wajongers behouden Wajong uitkering. WWB WWB gaat op in de Participatiewet. Wet maatregelen WWB met ingangsdatum 1/1/2015 gaat ook op in de Participatiewet. Wsw De werknemers op 1/1/2015 behouden rechten en plichten. Geen nieuwe instroom van werknemers per 1/1/2015. Burgers met een beperking, maar met arbeidsvermogen. Burgers met een WWB uitkering. Burgers met een Wsw indicatie (wachtlijst Wsw) Burgers met een beperking, maar met arbeidsvermogen. 13 Zie onderdeel 5.6 14 Zie onderdeel 5.6 Contourennotitie Participatiewet 2015 14

Nieuwe 2015 wetgeving Participatiewet Inwerkingtreding 1/1/2015 Quotumwet Wet blijft slapend tot meet moment eind 2015. De eerste meting vindt plaats in 2016 over (baanafspraak) 2015. 5.3 WWB activerender (WWB maatregelen) Om de WWB activerender te maken spreekt de regering bijstandsgerechtigden aan op de inzet van de eigen mogelijkheden, tegelijkertijd oog houdend voor de menselijke maat. Met de extra maatregelen zoals de kostendelersnorm, de tegenprestatie, uniformering van de arbeidsverplichtingen, de handhaving hierop en het intensiveren van een actief armoedebeleid 15 wil de regering het vangnetkarakter van de bijstand versterken. Deze maatregelen zijn vastgelegd in de Wet maatregelen WWB. Deze wet is per 1 januari 2015 inwerking getreden en per gelijke datum opgegaan in de Participatiewet. 5.4 Werkbedrijf De Participatiewet schrijft voor dat er in de 35 arbeidsmarktregio s in Nederland een Werkbedrijf moet komen. Het Werkbedrijf is een arbeidsbemiddelingsbedrijf dat zorgt voor de verbinding tussen bedrijven en kandidaten met een arbeidsbeperking die een plek willen op de arbeidsmarkt, maar daarvoor ondersteuning nodig hebben. Rol De werkbedrijven zijn de schakel tussen bedrijven/banen en de mensen die wij naar de zogenaamde garantiebanen 16 moeten toeleiden. Daarnaast heeft het Werkbedrijf als doel om werkgevers die mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen te ontzorgen. Om de werkgever te ontzorgen moeten we onder regie van het Werkbedrijf een basispakket aan functionaliteiten organiseren. Het gaat dan bijvoorbeeld om de volgende onderwerpen 17 : 1. Werkgeversdienstverlening. 2. Verstrekking van voorzieningen zoals werkplekaanpassingen en begeleiding op de werkplek. 3. Inzet van de no-riskpolis. 4. Zorg dragen voor eenduidige inzet van instrumenten (o.a. loonkostensubsidie, proefplaatsing en jobcoaching). 5. Maken van afspraken over de organisatie van Beschut Werken. Vormgeving Het Werkbedrijf is een bestuurlijk samenwerkingsverband dat minimaal bestaat uit een vertegenwoordiging van gemeenten, werkgevers en werknemers in de regio waarbij andere stakeholders betrokken kunnen worden. De lead ligt bij de wethouder van de centrumgemeente. Er is geen blauwdruk hoe een regionaal Werkbedrijf eruit zou moeten zien. Het is de bedoeling dat wordt aangesloten bij wat al goed werkt en bij bestaande samenwerkingsverbanden in de regio s. De samenwerking met onderwijs mag daarbij niet ontbreken. Door op voorhand een goede verbinding te leggen tussen het Werkbedrijf en het PRO/VSO 18 onderwijs willen we bewerkstelligen dat leerlingen die de school na het examenjaar verlaten geen achterstand hebben ten opzichte van andere burgers. Wij pleiten er binnen de arbeidsmarktregio Fryslân dan ook voor om onderwijs als één van de belangrijkste stakeholders toe te voegen aan het samenwerkingsverband. 15 Het Armoedebeleid Iedereen van Waarde heeft een sterk activerend karakter en is vastgesteld in de raadsvergadering van 22 januari 2015. 16 Zie onderdeel 5.6. 17 Zie voor meer informatie hoofdstuk 6 van deze notitie. 18 Praktijk Onderwijs en Voortgezet Speciaal en Onderwijs. Contourennotitie Participatiewet 2015 15

Gemeenten zijn en blijven verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Dat betekent in praktische zin dat gemeenten zelf lokaal de uitvoering doen van alle werkzaamheden die vallen onder het Werkbedrijf. Met betrekking tot de stand van zaken van het Werkbedrijf Fryslân verwijzen wij naar bijlage 4 van deze notitie. 5.5 Werkgeversbenadering Om de Participatiewet succesvol uit te voeren krijgt de samenwerking met werkgevers veel aandacht. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Deze uitvoering leidt alleen tot een succes wanneer gemeenten en werkgevers het totstandkomen van een inclusieve arbeidsmarkt als een gezamenlijke verantwoordelijkheid zien. Wij hebben de afgelopen jaren een goede relatie met onze werkgevers in de regio opgebouwd. Het is van belang om blijvend te investeren in deze relatie en daarbij actief op zoek te gaan naar geschikte banen, goede matches te maken en de re-integratie-inspanningen af te stemmen op de vraag en behoefte van werkgevers. De werkgever is onze maatschappelijk partner, lees klant. Goede dienstverlening aan werkgevers en werknemers is van groot belang. Het moet voor werkgevers eenvoudig zijn om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Werkgevers willen zo min mogelijk administratieve rompslomp ervaren bij het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking. Het Uitvoeringsinstituut werkgeversverzekeringen (UWV) en gemeenten spelen een sleutelrol bij het ontzorgen en het effectief ondersteunen van werkgevers. De arbeidsmarktregio Fryslân is een aantal jaar geleden gestart met de regionale werkgeversbenadering. Het gaat om een samenwerkingsverband waarbij alle gemeenten en het UWV zijn aangesloten. In een overeenkomst zijn afspraken vastgelegd over wie de werkgevers benadert en de wijze waarop dit gebeurt. Hierdoor ontstaat er voor de werkgever een duidelijk beeld hoe de dienstverlening eruit ziet. Deze samenwerkende netwerkorganisatie is een goede basis voor de vormgeving van het Werkbedrijf. Voor werkgevers betekent het dat zij één aanspreekpunt hebben waar zij terecht kunnen voor informatie, advies en expertise. 5.6 Extra banen en Quotumwet Naast de Participatiewet zijn er een aantal andere belangrijke wettelijke regelingen die van invloed zijn op de uitvoering van de Participatiewet. Het gaat dan om de volgende regelingen: Extra banen / garantiebanen De Quotumwet Afspraak over extra banen / garantiebanen In het sociaal akkoord van 11 april 2013 hebben het kabinet en werkgevers afgesproken dat ze extra banen gaan creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. In totaal gaat het om 125.000 extra banen die in 2026 gerealiseerd moeten zijn; 100.000 in de marktsector en 25.000 bij de overheid 19. Deze banenafspraak staat los van de 30.000 beschutte werkplekken die de komende jaren kunnen worden gecreëerd en de arbeidsplaatsen waarop nu al Wajong ers werken. Voor wie zijn de banen bedoeld De extra banen zijn bedoeld voor: 1. mensen die onder de Participatiewet vallen en die geen wettelijk minimumloon kunnen verdienen; 2. mensen met een Wsw-indicatie op de wachtlijst; 19 Zie bijlage 5 voor de opbouw van het aantal afgesproken banen. Contourennotitie Participatiewet 2015 16

3. Wajongers met arbeidsvermogen; 4. mensen met een handicap die met wat ondersteuning wél in staat zijn het minimumloon te verdienen. Beoordeling Het UWV beoordeelt op basis van wettelijke beoordelingscriteria 20 of iemand tot de doelgroep van de baanafspraak behoort. De gemeente bepaalt vervolgens of, en zo ja, welke ondersteuning iemand verder nodig heeft 21. Voorrang doelgroepen Gemeenten en sociale partners hebben afgesproken dat mensen met een Wsw-indicatie op de Wsw-wachtlijst en Wajong ers in 2015 en 2016 voorrang hebben bij plaatsing op de banen. Mensen uit de doelgroep tellen mee voor de banenafspraak op het moment dat ze aan de slag gaan bij reguliere werkgevers. Quotumwet De Quotumwet legt de baanafspraak uit het sociaal akkoord wettelijk vast en regelt hoe het aantal gerealiseerde extra banen wordt gemeten. Als stok achter de deur bevat de Quotumwet een uitgewerkte quotumregeling. Met deze quotumregeling krijgen werkgevers met 25 medewerkers of meer de verplichting om een bepaald percentage mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Wanneer werkgevers daar niet aan voldoen, betalen zij een boete van 5.000 per niet vervulde plek. De quotumregeling wordt pas geactiveerd als werkgevers de aantallen banen uit de baanafspraak niet realiseren. Dit gebeurt na overleg met gemeenten en sociale partners. De eerste meting vindt plaats in 2016 over 2015. Realiseren garantiebanen We streven naar een inclusieve samenleving en arbeidsmarkt op basis van gelijkwaardigheid. Om de inclusieve arbeidsmarkt tot een succes te maken moeten bedrijfsleven en (lokale)overheid hun verantwoordelijkheid nemen. Dit betekent dat er voor onze eigen gemeente, in de rol van werkgever, een belangrijke opdracht ligt richting onze burgers maar ook richting het bedrijfsleven daar waar het gaat om goed voorbeeld, doet goed volgen. 20 Hoe weten de toekomstige werknemers dat zij tot de doelgroep behoren? En hoe zit dat met de gemeenten, UWV en de werkgevers? UWV zorgt voor een doelgroepregister waarin de mensen komen te staan die tot de doelgroep voor de extra banen behoren. Gemeenten en UWV informeren de mensen als zij in het register komen te staan. Gemeenten en UWV kunnen dit register raadplegen en de mensen via de regionale Werkbedrijven bemiddelen op de extra banen. Ook de werkgevers kunnen het UWV vragen of een potentiële werknemer tot de doelgroep behoort. 21 Hoe komen de mensen op de banen terecht? De uitvoering vindt lokaal plaats met behulp van de instrumenten waarover we op provinciaal niveau afspraken hebben gemaakt. Contourennotitie Participatiewet 2015 17

6. De algemene instrumenten in de Participatiewet Gemeenten krijgen met de Participatiewet een breder palet aan instrumenten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen. De Participatiewet schrijft voor dat we binnen onze eigen arbeidsmarktregio, onder regie van het Werkbedrijf, uniforme afspraken moeten maken over deze algemene instrumenten 22. Dit betekent dat we provinciaal gelijkluidend beleid moeten formuleren voor wat betreft de inzet van deze instrumenten. Op basis van maatwerk kunnen we voor de werkgever en de werkzoekende ook locale instrumenten inzetten. Voor de inzet van deze instrumenten is het niet verplicht om provinciaal afspraken te maken. Hieronder gaan we kort in op de algemene instrumenten. Instrument Loonwaardemeting Loonkostensubsidie No-riskpolis Beschut werk 23 Jobcoaching Mobiliteitsbonus Werkplekaanpassingen Social Return on Investment (SROI) Korte toelichting De loonwaarde geeft de prestatie weer van een werknemer in een bepaalde functie, op een bepaalde werkplek. De loonwaardebepaling is van belang voor de inzet van de instrumenten loonkostensubsidie en beschut werken en om te bepalen of iemand tot de doelgroep van de banenafspraken behoort. Om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om iemand met een arbeidsbeperking in dienst te nemen, kunnen we loonkostensubsidie verstrekken. Loonkostensubsidie is alleen bedoeld voor mensen die verminderd productief zijn en niet het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Het doel van het instrument no-riskpolis is om werkgevers te stimuleren mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. De no-riskpolis zorgt er voor dat de werkgever compensatie ontvangt voor de loonkosten wanneer een werknemer met arbeidsbeperkingen ziek wordt. Beschut werk is bedoeld voor mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding en aanpassingen van de werkplek nodig hebben, dat niet van een reguliere werkgever mag worden verwacht dat hij deze mensen in dienst neemt, ook niet met een extra voorziening van gemeente of UWV. Of iemand in aanmerking komt voor beschut werk hoeft niets te zeggen over de mate van productiviteit van deze persoon. De voorziening is juist bedoeld voor mensen die met deze (structurele) ondersteuning wel in staat zijn om loonvormende arbeid te verrichten. De verdiencapaciteit is dus niet bepalend voor beschut werk, wel de mate van begeleiding. Jobcoaching betreft de begeleiding op de werkvloer van een werknemer en werkgever. Premiekorting op werknemersverzekeringen om het voor werkgevers financieel aantrekkelijker te maken om een persoon uit de doelgroep van de banenafspraak aan te nemen. Een aanpassing van de werkplek kan noodzakelijk zijn om het werk uit te voeren. Voorbeelden zijn een aangepaste bureaustoel of een rolstoeltoegankelijke werkruimte. SROI is het maken van afspraken door een opdrachtgever met een opdrachtnemer over het leveren van een maatschappelijke bijdrage als onderdeel van de opdracht, bij de inkoop/aanbesteding van werken, diensten of leveringen. Deze sociale/maatschappelijke bijdrage bestaat uit het inzetten van een bepaald aantal of % personen uit kwetsbare groepen. Te denken valt aan een dienstverband, stage of werkleerplekken. 22 Zie bijlage 6 voor een inhoudelijke verdieping en de stand van zaken mbt tot de afspraken binnen de arbeidsmarktregio Fryslân 23 Het onderscheid tussen dagbesteding (niet loonvormend) en beschut werk (wel loonvormend) is het gegeven dat er bij beschut werk sprake is van een dienstbetrekking. Binnen de wettelijke kaders van de P-wet en de Wmo 2015 hebben we beleidsvrijheid bij het invullen en organiseren van de voorzieningen beschut werk en dagbesteding. Dit stelt ons in staat om te komen tot een integraal arrangement dat aansluit bij de behoeften en mogelijkheden van onze inwoners, met een prikkel richting loonvormende arbeid. Contourennotitie Participatiewet 2015 18

7. Budgetten De uitkeringen, inclusief de loonkostensubsidies, worden betaald uit het BUIG-budget (bundeling uitkeringen inkomensvoorzieningen) ook wel Inkomensdeel genoemd. Het Participatiebudget zetten we in voor de bekostiging van de algemene- en locale reintegratie-instrumenten. Aan het huidige Participatiebudget worden middelen toegevoegd in verband met het afsluiten van de Wajong voor mensen met arbeidsvermogen de begeleiding van mensen die niet meer de Wsw kunnen instromen en voor het zittend bestand Wsw. Het Participatiebudget maakt onderdeel uit van de integratie-uitkering 24. Verdeelmodellen Het budget voor bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies wordt na de inwerkingtreding van de Participatiewet verdeeld volgens een nieuw model waarmee de kosten, naar verwachting, beter kunnen worden ingeschat. Ook voor de verdeling van het Participatiebudget is een nieuw model ontwikkeld. Subsidies Naast het inzetten van het Participatiebudget voor re-integratie biedt het Europees Sociaal Fonds (ESF) 25 gemeenten de kans het Participatiebudget te verhogen met subsidies. De centrumgemeente van een arbeidsmarktregio kan deze subsidie aanvragen. Binnen de arbeidsmarktregio Fryslân willen we optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van deze subsidies. De gemeente Leeuwarden is centrumgemeente. Vangnet Het Ministerie SZW heeft vanuit het oogpunt van financiële beheersbaarheid een vangnetregeling ontwikkeld (soort IAU/MAU 26 ). Voor het inkomensdeel komt er in 2015 een tijdelijk en eenvoudig vangnet voor gemeenten om eventuele grote financiële tekorten op te vangen. Gemeenten dragen de financiële verantwoordelijkheid voor de uitgaven voor de bijstand, maar als het tekort oploopt tot meer dan 10% dan kunnen gemeenten een beroep doen op dit tijdelijke vangnet. Het tijdelijke vangnet creëert ruimte om in goede afstemming met alle betrokken partijen te werken aan een definitieve vormgeving van het vangnet vanaf 2016. 7.1 Participatiebudget In tabel I zijn de definitieve budgetten 2014 en de voorlopige budgetten 2015 vermeld. Tabel I Tytsjerksteradiel Participatie Definitief Budget 2014 Voorlopig budget 2015 budget 27 P-budget klassiek 754.405 P-budget klassiek + 789.587 28 nieuwe doelgroep (re-integratie) WSW 4.521.803 Wsw 4.347.900 Totaal 5.276.208 Totaal 5.137.487 24 Het Participatiebudget komt vanaf 1 januari 2015 samen met de middelen van de andere decentralisaties rechtstreeks in het gemeentefonds als integratie-uitkering. Gemeenten krijgen op deze manier maximale bestedingsvrijheid bij de uitvoering van haar verantwoordelijkheden mbt jeugdhulp, zorg en begeleiding naar werk. 25 Het Europees Sociaal Fonds (ESF) is het belangrijkste Europese middel om werkgelegenheid te ondersteunen, mensen aan werk te helpen en te zorgen voor eerlijker arbeidskansen voor alle EU-burgers. Het ESF wordt in Nederland uitgevoerd door het Agentschap SZW, een onderdeel van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 26 Incidenteel aanvullende uitkering/ Meerjarige aanvullende uitkering. 27 De Wsw Rijksbijdrage was in 2014 een apart budget. In 2015 is dit budget toegevoegd aan het P-budget. 28 Het voorlopig budget 2015 voor dit onderdeel is hoger dan het definitieve budget 2014 voor dit onderdeel. De reden hiervan is het gedeeltelijk overhevelen van de re-integratiegelden Wajong en Wsw. Contourennotitie Participatiewet 2015 19

Achtkarspelen Participatie Definitief Budget 2014 Voorlopig budget 2015 budget P-budget klassiek 1.152.482 P-budget klassiek + 1.192.646 29 nieuwe doelgroep (re-integratie) WSW 5.904.365 WSW 5.675.962 Totaal 7.056.847 Totaal 6.868.608 7.2 Inkomensdeel In tabel II staat het definitieve budget 2014 en het voorlopige budget 2015 vermeld. Tabel II Definitief Budget 2014 Voorlopig budget 2015 Tytsjerksteradiel 7.438.624 7.406.347 Achtkarspelen 10.030.236 9.873.323 7.3 Uitbreiding doelgroepen Zoals genoemd betekent de komst van de Participatiewet een hervorming voor de Wajong en het afsluiten van de Wsw. Vanaf 2015 zijn wij verantwoordelijk voor de ondersteuning van: het cliëntenbestand dat van de WWB over gaat naar de Participatiewet; cliënten die volgens het oude regiem onder de Wsw of Wajong vielen maar na de sociale hervorming onder de Participatiewet vallen. 7.4 Prognose omvang cliëntenbestand BUIG De nieuwe doelgroep van de Participatiewet ontstaat als gevolg van het afsluiten van de Wsw, het beperken van de instroom in de Wajong en reguliere nieuwe instroom. Op basis van verwachte aantallen 30 hebben wij een prognose gemaakt van de omvang van het cliëntenbestand eind 2015. Let wel: de aanname die wij bij deze prognose hanteren is dat de nieuwe doelgroep gelijk verdeeld is over het land. In tabel III hebben we de cijfers van deze prognose verwerkt. Tabel III: Omvang cliëntenbestand per 31 december 2015 WWB + IOAW per 1-1- 14 WWB + IOAW per 1-1- 15 Prognose WWB + IOAW per 31-12- 15 Prognose Instroom 2015 voorheen Wajong Prognose Instroom 2015 voorheen Wsw Tytsjerksteradiel 568 579 573 10 10 593 Achtkarspelen 31 717 718 684 9 9 702 Prognose Totaal per 31-12- 15 Totaal 1285 1297 1257 19 19 1.295 29 Het voorlopig budget 2015 voor dit onderdeel is hoger dan het definitieve budget 2014. De reden hiervan is het gedeeltelijk overhevelen van de re-integratiegelden Wajong en Wsw. 30 Formule prognose berekening uit Vragen en antwoorden Participatiewet, Baanafspraak en Quotumwet d.d. september 2014, zie bijlage 1 Bronvermelding. 31 Achtkarspelen o.b.v. doelstelling daling 2% tov gemiddeld aantal van het voorgaand jaar. Contourennotitie Participatiewet 2015 20

8. Beleidskeuzes 8.1 De uitdagingen bij het in- en uitvoeren van de Participatiewet Eerder noemden we al dat er sprake is van een forse bezuiniging op het Participatiebudget. De kwaliteit van dienstverlening aan de brede doelgroep van deze wet, blijft een belangrijk uitgangspunt. Het succes van de Participatiewet valt of staat met het tot stand komen van de inclusieve arbeidsmarkt. Werkgevers, werknemers, sociale partners en de overheid moeten meedenken en werken aan deze gezamenlijke opdracht. De volgende vragen zijn hierbij van belang: 1. Moeten we het maatschappelijk vraagstuk integraal benaderen en hoe doen we dat dan? 2. Is het de verantwoordelijkheid van de overheid om mensen aan betaald werk te helpen? 3. Is het de verantwoordelijkheid van de overheid om mensen te laten participeren? 4. Hoe maken we juiste keuzes nu er sprake is van minder budget maar een grotere klantgroep? 5. Hoe kunnen we kansen en talenten van onze burgers als basis nemen boven beperkingen en belemmeringen? 6. Is het alleen de verantwoordelijkheid van de overheid om te komen tot een inclusieve samenleving en arbeidsmarkt? De Participatiewet gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van degenen die een beroep doen op genoemde wet om de uitkeringsduur zo kort mogelijk te houden. Daarbij is het begrip algemeen geaccepteerde arbeid leidend. Iedereen die kan werken moet gewoon aan de slag met het werk dat voorhanden is. De eigen verantwoordelijkheid is in principe niet begrensd en gaat te allen tijde vóór de verantwoordelijkheid van de overheid. Jarenlange investering richting werk of het aanbieden van trajecten aan alle burgers die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen is toegestaan, maar is niet wenselijk 32 en met de besparing op het budget in de toekomst ook niet haalbaar. De nadruk ligt op arbeidsparticipatie. De ultieme vorm van participeren is het verrichten van arbeid op de reguliere arbeidsmarkt, maar kan ook bestaan uit een dienst voor de samenleving, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Personen die (nog) niet kunnen re-integreren richting arbeidsmarkt kunnen mogelijk wel maatschappelijk participeren. Aansluiten bij de intrinsieke motivatie, talenten en mogelijkheden van de burgers, ondernemers en overheid, versterkt de wederkerigheid. Om te komen tot een inclusieve arbeidsmarkt, moeten werkgevers, (toekomstige) werknemers, gemeenten, UWV en onderwijsorganisaties hun krachten bundelen. We moeten het als een gezamenlijke opdracht voelen. Het bovenstaande vraagt om beleidskeuzes, waarbij we onderscheid maken tussen: Integraal beleid of specifiek beleid? Voorkoming instroom of alleen inzet op uitstroom? Een baan of een uitkering? Is participeren voor iedereen? Kansen en talenten of beperkingen en belemmeringen? Zijn de burgers leidend of is de arbeidsmarkt leidend? Participatiebudget inzetten voor re-integratie of Participatiebudget inzetten voor de dekking van de tekorten Wsw en een eventueel restant voor re-integratie? 32 Uit onderzoek komt naar voren dat langdurige trajecten (langer dan één jaar) contraproductief zijn. De betrokken uitkeringsgerechtigden zijn gedurende de gehele trajectduur niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt en lopen meer kans langdurig werkloos te worden. Dit staat in de literatuur ook wel bekend als lock-in effect. Bron: Kastoryano, S. en B. van der Klaauw, 2011, Dynamic evaluation of job search assistance, IZA Discussion Paper no. 5424. Contourennotitie Participatiewet 2015 21