Cedris lezing 3 maart 2016. 1. Inleiding



Vergelijkbare documenten
Stand van zaken implementatie Participatiewet

Sociale werkbedrijven de toekomst

Graag inboeken als ingekomen stuk voor de gemeenteraad van Oudewater. Met vriendelijke groet, Arjen van der Lugt Raadsgriffier

Bruggen, Bootjes en Trampolines

Cedris I Koningin Wilhelminalaan 3, 3527 LA Utrecht I Postbus 8151,3503 RD Utrecht I I

Visie en uitgangspunten (1)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Wajong en Participatiewet

Verbinding beschut werk en dagbesteding

De Participatiewet in de praktijk. Heleen Heinsbroek NVRD themadag, 5 februari 2015

4 Aandachtspunten en aanbevelingen voor de korte termijn

Ondertussen.. In de SW

Van sociale werkvoorziening naar werkbemiddelingsbedrijf

Participatiewet: bijblijven en opschakelen

Meer kansen, meer banen. SW-bedrijven als banenmakelaar

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW

Participatiewet, Banenafspraken en Quotumwet. Door: Tanja Willemsen Divosa

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

SOCIALE WERKBEDRIJVEN

No.W /III 's-gravenhage, 6 oktober 2016

Een nieuwe taak voor gemeenten

De 7 belangrijkste vragen:

arbeid / dagbesteding Participatiewet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transitieplan. 12 september 2013

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Eerste Kamer der Staten-Generaal

de toekomst van sociale werkgelegenheid

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Beschut werk in Aanleiding

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Kijk naar de mens, niet naar de rugzak. maar een kracht. Autisme is voor mijn werk geen beperking, Staan voor een baan. Manager Operations Jos Bruens

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Oktober Participatiewet; kansen in samenwerking

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Ad hoc commissie Verkenning sociale infrastructuur Participatiewet VSIP 14 juni 2016

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Onderwerp: Impact Sociaal Akkoord voor de Participatiewet

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Allereerst wil ik de organisatoren van deze dag, de Stichting Lezen en Schrijven

De Participatiewet en De Banenafspraak. Stijn van Bruggen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

Ik praat wat langzamer, Sociaal ondernemen loont! maar hij werkt des te harder.

De feiten over beschut werk: werken loont Kernpunten

Tweede Kamer der Staten Generaal Vaste Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA s-gravenhage. Geachte heer, mevrouw,

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen

Arbeidsparticipatie naar vermogen

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte.

De Participatiewet. In een politiek krachtenveld. 25 september Twitter mee! hashtag: #VGNparticipatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stroomopwaarts. Begeleiding jongeren met psychische kwetsbaarheid

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Verslag participatiedebat deel 2. Het werknemersperspectief

Is er plek voor tegenprestatie in uw organisatie? Aschwin van den Abeele Directeur SWH

Gemeente Den Haag. De voorzitter van de Commissie Samenleving. Geachte voorzitter,

De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september Edith van Ruijven

Werk, Passend. Beschut. 2015/ Beschut werk in het Sociaal Domein

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed

De Participatiewet en het dienstenportfolio UWV

Loonkostensubsidie: maak de regeling eenvoudiger en meer lonend

Onderstaand gaan wij kort in op een aantal argumenten die onze doelgroep aangaan.

Nieuwe kansen voor intermediairs

Participatiewet en Quotumwet. Stand van zaken 9 januari 2014

Schakelen tussen schaalniveaus sturen over organisatiegrenzen heen

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T F

De decentralisatie van arbeidsparticipatie. Louis Polstra

De Participatiewet in Almere

Beleidskaders Participatiewet

Van school en dan? Veranderingen in onderwijs, zorg, werk en inkomen en de gevolgen voor uw kind (&voor U).

BEDOELD VOOR DE ONDERNEMERS IN VOORSCHOTEN, LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN WASSENAAR

Raad R/

Nieuwsbrief Werken is meedoen

Beschut werk uit de startblokken

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

De Onderwijsspecialisten. Participatiewet. Hoe en wat? Richard Brenkman & Frans van der Ven. Zutphen, februari 2016

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

BESCHUT WERK NIEUW AGENDA. De ontwikkeling van de sociale werkvoorziening en het oude beschut werk

Toespraak staatssecretaris Van Ark, symposium over inclusief ondernemen ( Iedereen doet mee ), Asito, Den Haag, 28 mei 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid DATUM

r , Website t ARCHIEFEXEMPlAAR

2014D34450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Workshops Arbeidsmarktbeleid

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Stand van zaken Participatiewet dagen verder. Heleen Heinsbroek Ledenbijeenkomst DetaNet 19 november 2015

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

IBN ALS SOCIALE ONDERNEMING VOOR EEN BREDERE GROEP

Factsheet: Sociaal akkoord en de gevolgen voor de Participatiewet

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Transcriptie:

Cedris lezing 3 maart 2016 1. Inleiding Dank voor de uitnodiging. Vorig jaar (11 juni) gaf ik bij een congres van Cedris en Social Enterprise een toelichting op het SER-advies over sociale ondernemingen. In het advies is de SER ingegaan op dit relatief nieuwe fenomeen. Een belangrijke waarneming was dat een deel van de sociale ondernemingen zich inzet voor mensen met een arbeidsbeperking. Zij zien het verhogen van de arbeidsparticipatie van deze groep mensen als een belangrijk doel van hun organisatie. Het gaat soms ook mensen die vóór 2015 in aanmerking kwamen voor beschut werk. Daarnaast stelden we in het advies vast dat sociale ondernemingen onderdeel zijn van een continuüm: met aan de ene kant reguliere, commerciële bedrijven en aan de andere kant non-profitorganisaties en burgerinitiatieven. Daartussen bevinden zich sociale ondernemingen. En je zou kunnen zeggen dat SW-bedrijven en voorzieningen voor beschut werk zich ook op dit continuüm bevinden. Vandaag zal ik opnieuw ingaan op dit continuüm, maar dit keer vanuit het perspectief van mensen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt, mensen met ernstige arbeidsbeperkingen. Waar kunnen zij aan de slag? Wat is hun vangnet? Voor sommigen ligt een plek bij een reguliere werkgever voor de hand, voor anderen is eerder beschut werk geschikt en voor weer anderen kan een sociale onderneming uitkomst bieden. De SER richt zich van oudsher met name op stelsel en systeemvraagstukken rondom sociale zekerheid en voorzieningen. Hoe zorgen we voor economische groei en genoeg werkgelegenheid, en bevorderen we dat iedereen economische zelfstandigheid kan realiseren? Daar hoort ook bij, wat zijn de terugvalopties voor het geval mensen hun werk verliezen, gehandicapt raken? En wat voor aanbod bieden we mensen die wel kunnen werken, maar door beperkingen niet bij reguliere werkgevers aan de slag kunnen, of waarvoor werkgevers niet gevraagd kan worden alle risico s te dragen. Het gaat ons om een inclusieve arbeidsmarkt en wat daarvoor nodig is. Ik ga in mijn bijdrage in op: - De recente veranderingen in de sociale werkvoorziening en de mogelijke gevolgen voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. - Het belang van een goed werkende en sluitende infrastructuur voor deze doelgroep, alsmede voor werkgevers die met deze mensen willen werken. - Opkomende goede initiatieven, waaronder van sociale ondernemingen. 2. Recente veranderingen in sociale werkvoorziening Sociaal Akkoord en Participatiewet Eerst wil ik stilstaan bij de veranderingen op het terrein van de sociale werkvoorziening. De Participatiewet is nu ruim een jaar van kracht. Er is een lange geschiedenis aan vooraf gegaan, waaronder het afsluiten van het Sociaal Akkoord in 2013. In het akkoord zijn diverse, langjarige afspraken gemaakt om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen, waaronder de Banenafspraak. Doel van de Participatiewet is onder meer om zoveel mogelijk mensen aan de onderkant van de arbeidsmark in reguliere arbeid aan het werk te helpen. En de mogelijkheden te benutten om de problemen rondom participatie (mee doen dus) zo dicht mogelijk bij de burger te organiseren. Er is veel voor te zeggen dat mensen uiteindelijk duurzamer aan

het werk komen als er ook oplossingen komen voor allerlei belemmeringen om überhaupt aan het werk te gaan (denk aan schulden, verslaving, gezinsproblematiek, etc.) Onderdeel van de Participatie wet is dat de sociale werkvoorziening in 2015 op slot is gegaan. Dit gaat gepaard met bezuinigingen en de afbouw van beschut werk naar ca. 30.000 structurele plekken op de langere termijn. Een van de gevolgen dat het merendeel van de mensen die voorheen een plek vond in de SW-bedrijven, een plek zal moeten vinden bij gewone werkgevers. Alleen als een plek bij een reguliere werkgever echt niet mogelijk is, kan iemand met een arbeidsbeperking in een voorziening beschut werk aan de slag. Het is aan gemeenten om invulling aan die voorziening te geven. Dit laatste past in de bredere ontwikkeling van decentralisatie, waarbij de integrale verantwoordelijkheid voor participatie en de daarbij horende voorzieningen bij gemeenten is komen te liggen. Lange historie Het is belangrijk te beseffen dat Nederland een lange historie heeft met de opbouw van de sociale werkvoorziening en sociale werkbedrijven. Deze zijn opgekomen na de Tweede Wereldoorlog. Geleidelijk is het accent gelegd op vooral dienstverlenende activiteiten. Ook zijn ze zich, door aanpassing van de voorwaarden, vooral gaan richten op het bieden van werk aan mensen met grote arbeidsbeperkingen. Tegelijk zagen we dat SW-bedrijven het afgelopen decennium een steeds gevarieerder en passender werkaanbod konden realiseren voor de doelgroep en zelfs andere doelgroepen (mensen in de bijstand bijvoorbeeld). Dit heeft geresulteerd in een sector waarin ongeveer 100.000 mensen een plek hebben en waarmee reguliere werkgevers graag samenwerken. De SW heeft zich kortom tot een waardevolle voorziening ontwikkeld. Naar de sociale werkvoorziening nieuwe stijl Gezien deze rijke historie én gezien de veranderingen die op dit moment gaande zijn, zou je kunnen zeggen: we zijn op weg naar de sociale werkvoorziening nieuwe stijl. Daarbij wil ik twee zorgpunten met u delen, maar ook aangeven waar kansen liggen. 3. Zorg #1: Mogelijkheid beschut werk voor zeer kwetsbare groep Er is een groep mensen met een arbeidsbeperking die zich in een zeer kwetsbare positie op de arbeidsmarkt bevindt. Voor hen is werken vrijwel alleen mogelijk binnen een aangepaste werkomgeving en met intensieve begeleiding. Het is voor werkgevers te veel gevraagd om deze mensen in dienst te nemen. Dat betekent niet dat zij geen nuttig werk kunnen doen. Ze kunnen bijvoorbeeld meer aan dan in de dagbesteding wordt geboden. Preciezer gezegd: het gaat om mensen die tot circa 40% van het minimumloon kunnen verdienen. Deze mensen moet een wenkend perspectief worden geboden. Zij moeten kunnen meedoen in de samenleving, met een inkomen dat recht doet aan hun inspanningen. Beschut werk (en detacherings mogelijkheden) in het gedrang Een beschutte werkplek is voor deze mensen een goede en misschien wel de enige optie. Daar is de ondersteuning en aandacht aanwezig die zij verdienen en de werkomgeving is er stabiel genoeg. Er zijn overigens ook mensen die kunnen doorgroeien vanuit een beschutte plek naar een meer reguliere werkplek. Beschut werk hoeft geen statische situatie meer te zijn, het is goed dat gekeken wordt of mensen in een passende plek misschien meer loonwaarde kunnen realiseren.

Daarnaast is detachering vanuit een SW-bedrijf een beproefde methode om deze mensen bij reguliere werkgevers te laten meedraaien. Dat is een gewaardeerde samenwerkingsvorm voor werkgevers, zonder dat het vangnet voor het individu verdwijnt en zonder dat de werkgever zware verplichtingen moet aangaan. Zorgelijk is daarom dat de voorziening beschut werk onder druk lijkt te staan. Uit een recente rapportage van de Inspectie SZW blijkt dat niet alle gemeenten ervoor kiezen om een voorziening beschut werk in te richten. Wel een groot deel gelukkig, maar niet allemaal. Tegelijkertijd blijft het beoogde aantal (nieuwe) beschutte werkplekken sterk achter bij de verwachting. De afgesproken 30.000 plekken zijn nog lang niet in zicht. Ik maak me daar zorgen om, wat gebeurt er met deze mensen? Zeker ook in de gemeenten zonder voorziening? 4. Zorg #2: Benutting infrastructuur en expertise Een ander punt van zorg is dat de infrastructuur en expertise onderbenut lijken te worden. Ik beschreef al even de ontwikkeling die de sector van SW-bedrijven in de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. Daardoor is kennis en ervaring opgebouwd die nodig is om een kwetsbare doelgroep aan het werk te krijgen en werkgevers goed te ondersteunen. Cedris heeft een lijstje gemaakt van onontbeerlijke faciliteiten, waaronder: o Een adviesfunctie voor werkgevers en hen helpen bij de aanpassing van werkprocessen. o Het bieden van goede matching en begeleiding door de inzet van job coaches en banenmakelaars. o Het ontwikkelen van werknemersvaardigheden en startklaar maken van mensen. o Inspelen en samenwerken met lokale en regionale werkgeversnetwerken. o Detacheringsfaciliteiten o Voorziening beschut werk Ook in de toekomst blijft het nodig om deze faciliteiten te bieden, zeker in een integrale vorm op regionaal niveau. Versnippering is niet efficiënt. Het is een logisch samenhangend geheel van faciliteiten. Integrale faciliteiten blijven nodig Een dekkende infrastructuur lijkt helaas nog niet verzekerd. Ik heb al een kijkje mogen nemen in een recente monitor van Cedris, en daaruit blijkt dat 1 op de 4 SW-bedrijven aangeeft dat de kennis en infrastructuur van het voormalige SW-bedrijf onvoldoende wordt gebruikt bij de uitvoering van de Participatiewet. Met publieke middelen opgebouwde kennis van matchen, begeleiden en detacheren, dreigt zo verloren te gaan. Dit is een zorgelijke uitkomst. We willen niet het kind met het badwater weggooien. Het zou daarom goed zijn om nog eens na te gaan hoe de bestaande infrastructuur beter benut kan worden en vast te stellen of er gaten in de regionale infrastructuur ontstaan en hoe deze kunnen worden gedicht. Het gaat er overigens niet per se om dat al deze faciliteiten in 1 hand zijn, en bewezen kwaliteit moet ook een rol spelen bij de afweging welke partijen de noodzakelijke infrastructuur kunnen bieden. Het is goed als consequent wordt toegewerkt naar uitstekende dienstverlening. Het is daarbij wel goed om ons te realiseren dat de kennis en expertise van de SW bedrijven met publieke middelen is opgebouwd en dat we moeten waken voor kapitaalvernietiging.

5. Goede initiatieven Is het dan alleen maar kommer en kwel? Zeker niet! Ik zie ook tal van goede initiatieven voorbij komen. Ik zie gemeenten op zoek gaan naar nieuwe samenwerkingspartners en proberen werk voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt anders, en integraler, te organiseren. Om een paar voorbeelden te noemen: o Een fusie van de sociale dienst van de gemeente met een SW-bedrijf (vorming van een gemeentelijk WERKbedrijf). o Samenwerking tussen een SW-bedrijf en het zorgnetwerk (AWBZ, jeugdzorg etc.). o Uitbesteding van SW-taken. o Samenwerking en opschaling van gemeentelijke sociale diensten. Ook de plannen die zijn ontwikkeld voor het sectorplan SW dat gericht is op de transformatie van de SW, vind ik bemoedigend. Interessant zijn de ideeën om te komen tot regionale detacheringsfaciliteiten, gezamenlijke werkgeversdiensten en een sluitende aanpak met het speciaal onderwijs. Ik heb de hoop dat dit kan bijdragen aan het verder borgen van de infrastructuur. Allemaal interessante ontwikkelingen die een uiting zijn van een branche in transitie en er hopelijk aan gaan bijdragen dat we uiteindelijk effectiever en efficiënter zowel mensen met aan afstand tot de arbeidsmarkt, als werkgevers kunnen bedienen. 6. Kans: sociale ondernemingen Tot slot wil ik graag inzoomen op één specifieke ontwikkeling. Ik noemde het al even in mijn inleiding: de opkomst van sociale ondernemingen en sociaal ondernemerschap. Sociaal ondernemerschap is aan het groeien, zo blijkt uit een onderzoek van Social Enterprise.nl. Sinds 2013 is de omzet van sociale ondernemingen met 24 procent gegroeid en de werkgelegenheid zelfs met 36 procent. Van alle sociale ondernemingen houdt ongeveer een derde zich bezig met het verhogen van arbeidsparticipatie van kwetsbare groepen. Ook SW-bedrijven zien de potentie van sociale ondernemingen. Sommige SW-bedrijven zijn zich aan het verzelfstandigen tot een sociale onderneming. Andere gaan een samenwerking met sociale ondernemingen aan. Uit de nieuwste kwartaalmonitor van Cedris blijkt bijvoorbeeld dat al de helft van de SW-bedrijven met sociale ondernemingen samenwerkt. Eerder SER-advies In het advies Sociale ondernemingen uit 2015 heeft de SER de kansen van sociale ondernemingen genoemd. Zo ziet de SER mogelijkheden in intensievere samenwerking tussen particuliere initiatieven en de overheid, omdat zij vaak dezelfde maatschappelijke doelen nastreven. Iets soortgelijks kan gelden voor sociale ondernemingen en SW-bedrijven. Het kan bijzonder interessant zijn om de expertise over beschut werk van SW-bedrijven te combineren met de ondernemingszin van sociale ondernemingen. Nadere advisering nodig Wel is hier een kanttekening op zijn plaats. Niet alle startende sociale ondernemingen kunnen het werk bieden dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren. Bovendien missen de ondernemingen nog de ervaring

met beschut werk en kunnen ze niet altijd de stabiliteit en ondersteuning bieden die mensen nodig hebben. Er zijn diverse vragen: Wanneer komen mensen met een arbeidsbeperking in aanmerking voor een baan bij een sociale onderneming? Wat gebeurt als het dienstverband bij de sociale onderneming niet wordt voortgezet, of als betrokkene terugvalt in arbeidsproductiviteit? Kortom: Hoe zijn deze bedrijven ingebed in het bredere continuüm van arbeidsmogelijkheden voor arbeidsbeperkten, en waartoe ook de SW-bedrijven en voorzieningen beschut werk behoren? Welke infrastructuur is nodig om de schakels in het continuüm goed te laten werken en hoe kan daarbinnen zo goed mogelijk worden samengewerkt tussen de verschillende partijen? Ook is het belangrijk na te gaan wat de rol van de overheid hierbij kan zijn. Het belang van de doelgroep moet daarbij wat mij betreft voorop staan, namelijk wat zij nodig hebben in verschillende fasen van hun loopbaan en ontwikkeling, om ook hun talent zo goed mogelijk te benutten. Het Kabinet heeft aangekondigd de SER om advies te vragen over de rol van sociale ondernemingen bij het vinden van werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Ik kan me voorstellen dat deze vragen hierin aan de orde komen. 7. Afrondend Ik rond af. De SER hecht er veel waarde aan dat er een structureel en compleet vangnet wordt geboden voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Dat is wenselijk vanuit het perspectief van de mensen waarvoor we dit doen, en voor werkgevers die bereid zijn deze groepen een plek te bieden. Beschut werk en detacherings mogelijkheden zijn onontbeerlijke onderdelen van een regionale infrastructuur voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De expertise en ervaring van de SW bedrijven is door het bedrijfsleven gewaardeerd en verdient het om behouden te blijven. Wel moet blijvend worden gewerkt aan verbetering van dienstverlening en aan een hernieuwde infrastructuur. Door samenwerking met bijvoorbeeld sociale ondernemingen kunnen nieuwe vormen ontstaan, het zou goed zijn als we nagaan hoe eventuele knelpunten kunnen worden weggenomen, en hoe we een en ander kunnen stimuleren.