Psychiatrie Speciële fase a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a ICK Psychiatrie Ingangseisen De coassistent kan de verschillende (kinder- en jeugd)psychiatrische ziekten beschrijven met name voor wat de klachten en symptomen betreft; De coassistent kan zelfstandig een algemene anamnese opnemen en lichamelijk onderzoek verrichten, waarbij blijk wordt gegeven van een adequate professionele attitude; De coassistent heeft kennis van het psychiatrisch onderzoek; De coassistent spreekt en schrijft vlot en correct Nederlands. Deze ingangseisen gelden voor het ICK, dat plaatsvindt gedurende de week voorafgaand aan het coschap Psychiatrie. Tijdens het ICK worden deze kennis en vaardigheden getoetst aan de hand van bespreking van de doctoraalstof en aan de hand van het opnemen van een psychiatrische anamnese en het doen van psychiatrisch onderzoek bij patiënten die zijn opgenomen op de afdeling Psychiatrie, maar ook aan de hand van bespreken van getoonde kinder- en jeugdpsychiatrische onderzoeken. Locatie Literatuur Rooster Erasmus MC, afdeling Psychiatrie, colloquiumzaal I, Dp 0439, begane grond. Tekstboeken Hengeveld MW & Balkom AJLM van (red.): Leerboek psychiatrie. (tweede druk) Utrecht: De Tijdstroom, 2009 Daarnaast: Hengeveld MW & Schudel WJ: Het psychiatrisch onderzoek. Derde, geheel herziene druk. Utrecht: De Tijdstroom, 2003. Op de volgende pagina staat het ICK rooster van Psychiatrie vermeld. Bestudeer vooraf de opgegeven hoofdstukken.
2 / 7 Psychiatrie Speciële fase Maandagochtend Maandagmiddag 13.30 uur Dinsdagochtend Dinsdagmiddag Woensdagochtend Woensdagmiddag Donderdagochtend Donderdagmiddag Vrijdagochtend Vrijdagmiddag Hengeveld & Van Balkom Psychiatrisch onderzoek en classificatie 3, 4 Psychiatrisch onderzoek (vervolg) 3, 4 Psychosen 10 Stemmingsstoornissen 11 Persoonlijkheidsstoornissen 16 Organische psychiatrische stoornissen 9 Angst- en dwangstoornissen 12 Kinder- en jeugdpsychiatrie Polikliniek KJ&P, Sophia Psychiatrie in de medische praktijk 14, 15.3 Casus pro diagnosi en evaluatie ICK Als u meer dan 1 dag mist, dient u dit in te halen. Pas als u het ICK helemaal heeft afgerond, zal uw artsexamen gefiatteerd worden!! Mocht u toch meer dan 1 dag missen, neem dan contact op met de onderwijssecretaresse, (kamer DP 0420, tel. 010-7033237), om te bespreken wanneer u dit dagdeel kan inhalen. Coschap Psychiatrie 1 Leerdoelen Leerdoelen Het verwerven van kennis en vaardigheden op het gebied van de psychiatrie op het niveau van de basisarts, zoals aangegeven in het Raamplan 2001. In concreto impliceert dit onderstaande leerdoelen: De coassistent kan een (kinder- en jeugd)psychiatrische anamnese opnemen (met inbegrip van een sociale, een biografische en een heteroanamnese), een (kinder- en jeugd)psychiatrisch onderzoek verrichten en de bevindingen op geordende wijze in een status neerleggen; De coassistent kan de bij anamnese en onderzoek verkregen informatie ordenen en wegen en vervolgens uitwerken tot een structuurdiagnose met etiopathogenetische en differentiaal-diagnostische overwegingen; De coassistent kan een behandelstrategie opstellen, waaronder de indicatie voor farmacotherapeutische en psychotherapeutische interventies alsmede de indicatie voor verwijzing en/of multidisciplinaire participatie; De coassistent kan de relationele, medisch-ethische en sociaalmaatschappelijke aspecten van psychiatrische problematiek benoemen en toelichten; De coassistent kan een professionele houding en attitude tonen, zich uitend in betrokkenheid in de communicatie met patiënten, familieleden en andere direct betrokkenen in uiteenlopende situaties.
Psychiatrie Speciële fase 3 / 7 In het Raamplan 2009 vindt u de gezamenlijke landelijke eindtermen van de initiële opleiding tot arts. Overige leerdoelen: Sociale vaardigheden: De coassistent toont aan op adequate wijze te kunnen deelnemen aan multidisciplinair teamoverleg en overleg met verwijzers; De coassistent is in staat een professionele houding te handhaven in het contact met oncoöperatieve patiënten en/of familieleden; De coassistent is in staat op beknopte en heldere wijze een casus te presenteren en daarover van gedachten te wisselen. Professioneel gedrag: De coassistent heeft nadrukkelijk getoond zich in de omgang met patiënten, familieleden van patiënten, collegae en andere disciplines zowel professioneel als betrokken te gedragen conform hetgeen van een (aankomend) arts verwacht mag worden. Hij/zij neemt daarbij de gangbare medisch-ethische normen in acht. 2 Feedback, beoordeling en procedure bij het examen Feedback De co-assistenten zorgen zelf voor geregelde feedback door aios of psychiaters. Deze wordt ingevuld in het feedbackzakboekje voor de klinische fases dat de coassistent zelf beheert. Feedbackmomenten zijn: Feedbacksituatie Aantal Frequentie Algemene indruk op de afdeling (situatie 2*) Directe observatie van een patiëntcontact (situatie 4*) Statusbespreking (situatie 5*) Patiëntpresentatie (situatie 6*) Wetenschappelijk referaat (situatie 7*) 2 in 1e en 2e helft van co-schap 2 in 1e en 2e helft van co-schap 4 ca. 1x per week 1 1 Beoordeling Tevens wordt het functioneren volgens een vaste procedure (vastgelegd in formulieren) bijgehouden. Dit houdt in dat na drie weken en aan het einde van het co-schap psychiatrie (in de vijfde week) een beoordelingsformulier door de aios wordt ingevuld en besproken. De tussentijdse beoordeling is belangrijk voor de coassistent om eventueel maatregelen te kunnen nemen voor verbeteringen of veranderingen in de competenties. Bij deze beoordelingen dient de co-assistent het feedbackzakboekje voor te leggen aan de aios.
4 / 7 Psychiatrie Speciële fase Procedure bij het examen Over het algemeen zal het examen plaatsvinden in de tweede helft van de laatste week Het uiteindelijke cijfer voor het co-schap wordt vooral bepaald door het resultaat van het artsexamen. Wanneer echter de cijfers voor tussentijdse beoordelingen hiervan sterk afwijken, kan de examinator het eindcijfer maximaal één punt verhogen of verlagen. De examinator bepaalt of het eindcijfer nog wordt veranderd door het oordeel voor de klinische stage; let wel: dit is een mogelijkheid, geen recht. 3 Oudste coschap De afdeling Psychiatrie van het Erasmus MC biedt de mogelijkheid van een oudste coschap. De duur hiervan bedraagt 12 15 weken (afhankelijk of u ook uw keuzecoschap hiermee wilt combineren) en heeft als doelstelling: nader kennismaken met de praktijk van de klinische psychiatrie en inzicht verwerven in de co-morbiditeit bij psychiatrische patiënten. U zult onder supervisie van een arts-assistent en een psychiater zelfstandig een aantal patiënten onderzoeken en volgen c.q. behandelen. U zult werkzaam zijn in de kliniek bij opgenomen patiënten of op de polikliniek psychiatrie bij ambulante patiënten in combinatie met werk in de psychiatrische consultendienst, waarbij patiënten met psychiatrische problematiek op somatische afdelingen beoordeeld worden. Belangstelling hiervoor kan schriftelijk of per e-mail worden gemeld bij het hoofd van de afdeling: dr. W.W. van den Broek, afdeling Psychiatrie, Dp0418, Erasmus MC, postbus 2040, 3000 CA Rotterdam, via een mail aan het onderwijssecretariaat f.maas@erasmusmc.nl. U zult voor een oriënterend gesprek met hem worden uitgenodigd. Ook de afdeling Kinder- en jeugdpsychiatrie van het Erasmus MC (-Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam) biedt een oudste coschap met een duur (naar keuze) van 12-15/16 weken en heeft als doelstelling: nader kennismaken met de kinder- en jeugdpsychiatrie, meer zicht krijgen op het diagnostisch proces en werkveld. Onder supervisie van oudste arts-assistenten, psychiaters en/of kinder- en jeugdpsychiaters verricht u zelfstandig diagnostiek bij kinderen en jongeren op de polikliniek. Tevens kunt u een bijdrage leveren aan consultatie in de jeugd-ggz. Daarnaast is een oudste coschap mogelijk op de Adolescentenkliniek, waarbij een combinatie van diagnostische activiteiten en het volgen, dan wel behandelen van adolescenten met jeugdpsychiatrische aandoeningen wordt geboden. Belangstellenden kunnen contact opnemen met mevrouw M.A. van Ballegooijen, secretaresse O&O, via m.a.vanballegooijen-balvers@erasmusmc.nl of direct met coördinator co-schappen, mevrouw F. van der Steen (kinder- en jeugdpsychiater) via l.vandersteen@erasmusmc.nl De andere geaffilieerde instellingen bieden in de meeste gevallen ook de mogelijkheid van een oudste coschap. U kunt hiervoor contact opnemen met de betreffende coassistentenopleider.
Psychiatrie Speciële fase 5 / 7 Bijlage I Problemenlijst Psychiatrie Ongewone wijze van contact met de arts Ongewoon oogcontact Ongewone klachtenpresentatie Roept ongewoon sterke gevoelens op bij de arts Slaperigheid, sufheid, afwezigheid Slaapklachten Problemen met de aandacht Verhoogde afleidbaarheid Desoriëntatie Vergeetachtigheid, geheugenklachten Geheugenverlies voor (traumatische) gebeurtenissen Onvermogen ingewikkelde handelingen te verrichten Zich opdringende herinneringen of beelden Zien of horen wat anderen niet zien of horen Gevoelens van vervreemd zijn van zichzelf of de omgeving Moeite met concentreren, denken Onlogisch, verward, chaotisch praten Ongewone overtuigingen of denkbeelden Vreemde ideeën over het uiterlijk Overtuiging van het verkeerde geslacht te zijn Hardnekkige angst voor besmetting, ziekte Zich opdringende, ongewenste gedachten Overmatige opgewektheid Overmatige somberheid Ontbreken van plezier, belangstellingen Ontbreken van gevoelens Suïcidegedachten Prikkelbaarheid, wantrouwigheid, boosheid Nervositeit, gespannenheid Angst, angst in aanvallen Vrees voor situaties of voorwerpen Toegenomen emotionaliteit, snel wisselende emoties Tonen van ongewoon weinig emotie Somatisch onverklaarde lichamelijke klachten Onverklaarde uitval van lichamelijke functies Nabootsen van ziekte Seksuele klachten Motorische, vocale tics Bewegingloosheid, ontbreken van spraak Nadoen van bewegingen, spraak Eigenaardige, chaotische bewegingen, spraak Weinig, traag bewegen, spreken Veel, snel bewegen, spreken Opdringerig, ongewenst gedrag Ongewone seksuele voorkeur Sociaal ongepast gedrag Overmatig agressief gedrag
6 / 7 Psychiatrie Speciële fase Overmatig seksueel gedrag Apathie, sloomheid, gebrek aan initiatief Overmatig gebruik van medicijnen Overmatig alcoholgebruik Druggebruik Vreetbuien Zelfopgewekt braken Zelfveroorzaakt laxeren Zelfbeschadiging, suïcidepoging Impulsiviteit Vermijdingsgedrag Zelfverwaarlozing Achterdochtig, prikkelbaar, snel gekwetst, rancuneus als Afstandelijk, gesloten, weinig emotioneel, solitair als Excentriek, zonderling, vreemde spraak, eigenaardige denkbeelden als Onbetrouwbaar, leugenachtig, impulsief, agressief, roekeloos, gewetenloos als Onbeheerst, impulsief, zich leeg voelend, overmatig idealiserend of afwijzend als Theatraal, aandachtvragend, hyperemotioneel, oppervlakkig, suggestibel als Arrogant, hooghartig, met grootheidsgedachten als Terughoudend, sociaal onhandig, geremd, contacten vermijdend, met gevoel tekort te schieten als Onderdanig, afhankelijk, besluiteloos, passief, hulpeloos, met minderwaardigheidsgevoel als Dwangmatig, detaillistisch, beheerst, controlerend, koppig, star, perfectionistisch als Zwakzinnigheid Achterblijven in motorische vaardigheden en coördinatie Achterblijven in de taalontwikkeling Achterblijven in interactievaardigheden Achterblijven in communicatieve vaardigheden Achterblijven in schoolse vaardigheden Problemen met zindelijk worden Stotteren
Psychiatrie Speciële fase 7 / 7 Bijlage II Vaardigheden Psychiatrie Anamnese Psychiatrisch onderzoek Probleeminventarisatie Verdere diagnostiek Therapie Zelfstandig opnemen van een psychiatrische autoanamnese, sociale en biografische anamnese, heteroanamnese Systematisch beschrijven van de eerste indrukken Herkennen, beschrijven en interpreteren van de gevoelens, door patiënt bij onderzoek opgeroepen Beoordeling van de cognitieve functies, Beoordeling van de affectieve functies, Beoordeling van de conatieve functies Probleeminventarisatie met patiënt, echtpaar of gezin Probleeminventarisatie in een crisissituatie Probleeminventarisatie naar aanleiding van een suïcidepoging Presenteren van een psychiatrisch probleem aan collega s Het opstellen van een waarschijnlijkheidsdiagnose Indicatie stellen voor psychiatrische opname Deelname aan overleg in behandelteam Uitvoeren van een eenvoudige gesprekstherapie Bijlage III Kennis van ziektebeelden Organisch-psychiatrische stoornissen Psychotische stoornissen Stemmingsstoornissen Angst- en dwangstoornissen Stress- en aanpassingsstoornissen Psychiatrische stoornissen met (voornamelijk) lichamelijke presentatie Verslavingen en drangstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen Ontwikkelingsstoornissen en gedragsstoornissen