K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R



Vergelijkbare documenten
K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

V O LW A S S E N E N

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

V O LW A S S E N E N

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

J O N G E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017

Kinderen in Noord gezond en wel?

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

Resultaten vragenlijst leerlingen

Themarapport. Voeding en bewegen

Kinderen in Oost gezond en wel?

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Overgewicht (incl. obesitas)

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017

Participatie en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Ommen

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK

Staat van gezond gewicht en leefstijl van Amsterdamse kinderen. Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2017

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Zwolle

Gezondheidsenquête Methode en respons

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Raalte

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 1: ALGEMEEN RAPPORT

Tabak, cannabis en harddrugs

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Kampen

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Hardenberg

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl.

In paars de gegevens van de 13 tot 17-jarigen. Dus: Rosmolenwijk Zaandam Zuid: RZz, Zaanstad: Z, Zaanstreek-Waterland:ZW

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Deventer

Bewegen en overgewicht in Purmerend

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Jongerenmonitor : Gemeente Deventer

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Olst-Wijhe

Samenvatting Jong; dus gezond!?

OUDEREN SAMENVATTING EN AANBEVELINGEN. Seniorenonderzoek 2008 Onderzoek bij zelfstandig wonenden van 65 jaar en ouder. Vitaal.

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West

Armoede en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Basisschool De Tovercirkel

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar jongeren GO Jeugd 2004

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN

Ouderen en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Provinciaal rapport. Resultaten jeugdgezondheidsonderzoek S a m e n w e r k e n a a n g e z o n d h e i d

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Figuur 1. Jongeren in Friesland en Nederland, die voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004; CBS, 2003) 1.

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN

8. Werken en werkloos zijn

Kernboodschappen Gezondheid Losser

BEWEGEN IN NEDERLAND

BEWEGEN IN NEDERLAND

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Voeding en Bewegen bij Peuters

Gezondheid en welzijn van volwassenen en senioren in Zuid-Holland West. Sociale activiteiten Mantelzorg. Gezondheidsonderzoek. Eenzaamheid Steunpunten

Bewegen in Nederland

Gezondheid Midden-, Oost- en Zuid-Europeanen

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Renkum

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD

Jeugdmonitor 0-11 jaar

Legenda achtergronddocument Kindmonitor 2016

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Rijnwaarden

Overname van dit rapport of gedeelten daaruit is toegestaan, mits de bron wordt vermeld.

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Zo gezond zijn kinderen in de regio Amstelland en Diemen!

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid en welzijn van 19-plussers in Zoetermeer. Gezondheidsenquête 2016

BEWEGEN IN NEDERLAND

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Regio Gelderland Midden

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN AA EN HUNZE

Samenvatting Jeugdmonitor Utrecht

HE E Z E GEZONDHEID & WELZIJN. De gezondheid van het kind is volgens ouder (heel) blij. Meest voorkomende problemen: Regio: 8%

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

LICHAMELIJKE GEZONDHEID

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Wageningen

Transcriptie:

VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in het voorjaar van 2010 een schriftelijke gezondheidsenquête uitgevoerd onder ouders of verzorgers van kinderen van 0 t/m 11 jaar. De resultaten zijn beschreven in een serie van tien factsheets en geven inzicht in de gezondheid, leefstijl en leefomstandigheden van de kinderen in de regio. Wassenaar Hoeveel groente en fruit eten jonge kinderen? En hoeveel bewegen ze? Hoe vaak sporten ze op school, bij een vereniging of op straat? En spelen ze vaak buiten? Hoeveel kinderen zijn te zwaar? En wat vinden ouders zelf van de manier van leven, beweeggedrag en het gewicht van hun kind? Deze en andere vragen worden in deze factsheet beantwoord. Voeding Ontbijt Bijna alle kinderen van 1 t/m 11 jaar in de regio (98%) ontbijten vijf keer per week of vaker. Hierin zijn nauwelijks verschillen tussen gemeenten. ONTBIJT MINDER DAN 5 KEER PER WEEK 1 Westland Rijswijk Midden-Delfland Delft Leidschendam- Voorburg Pijnacker- Nootdorp Zoetermeer allochtoon nw 2 7% autochtoon 1% 1) 1 t/m 11-jarigen. 2) kind is niet-westers allochtoon. Groente In de regio Zuid-Holland West eet 52% van de kinderen tussen 1 en 11 jaar dagelijks groente; 69% op minimaal zes dagen in de week. De rest, bijna eenderde (31%), eet groente op vijf of minder dagen per week. In de factsheets worden resultaten gepresenteerd over het vóórkomen van indicatoren van gezondheid. Ook is onderzocht of de indicatoren vaker voorkomen bij bepaalde groepen. Hierbij zijn de volgende achtergrondkenmerken bestudeerd: geslacht, leeftijd, opleiding van de ouders, etniciteit, gezinssituatie en rondkomen. Tot slot is bepaald of er verschillen zijn tussen gemeenten en trends ten opzichte van het Kinderenonderzoek 2006. Resultaten die in de factsheets aan de orde komen zijn, voor wat betreft geslacht en leeftijd, representatief voor alle kinderen in de regio. Verschillen tussen groepen kinderen of gemeenten zijn alleen genoemd als deze relevant en statistisch significant zijn (dat wil zeggen met een kans van minder dan 5% op toeval berustend). Meer details over de onderzoeksopzet en methode zijn beschreven in factsheet 1. EET NIET DAGELIJKS GROENTE 1 lage opleiding 55% gemiddelde opleiding 54% hoge opleiding 43% leeftijd 4-7 jaar 51% leeftijd 1-3 jaar 44% autochtoon 50% allochtoon nw2 43% allochtoon w 2 36% 1) 1 t/m 11-jarigen. 2) kind is niet-westers (nw) of westers (w) allochtoon. In Westland is het percentage kinderen dat niet dagelijks groente eet opvallend hoog (55%), in Wassenaar (38%) en Rijswijk (42%) juist laag. 6-1 KINDERENONDERZOEK 2010

Fruit Van de kinderen tussen 1 en 11 jaar eet 61% dagelijks fruit; 69% op minimaal zes dagen per week. Het percentage kinderen dat niet elke dag fruit eet neemt toe van 16% op eenjarige leeftijd tot 50% op elfjarige leeftijd. EET NIET DAGELIJKS FRUIT 1 leeftijd 8-11 jaar 47% leeftijd 0-3 jaar 25% leeftijd 4-7 jaar 41% lage opleiding 46% hoge opleiding 35% gemiddelde opleiding 43% autochtoon 41% allochtoon nw2 36% allochtoon w 2 29% 1) 1 t/m 11-jarigen. 2) kind is niet-westers (nw) of westers (w) allochtoon. In Rijswijk is het percentage kinderen dat niet dagelijks fruit eet relatief laag (33%). Er is een samenhang tussen groente- en fruitconsumptie: bijna drie op de tien kinderen (28%) krijgt beide producten niet dagelijks voorgeschoteld. Lichaamsbeweging Norm lichaamsbeweging In het onderzoek zijn drie normen voor lichaamsbeweging opgenomen (tabel 1). TABEL 1: NORMEN VOOR LICHAAMSBEWEGING Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) Dagelijks minimaal één uur lang lichaamsbeweging: activiteiten waardoor het hart sneller gaat kloppen, zoals sport, fietsen, lopen, en op straat spelen. Fitnorm Minimaal drie keer per week twintig minuten intensieve lichaamsbeweging: activiteiten waarbij het hart sneller gaat kloppen en een persoon buiten adem raakt, zoals sport. Combinorm Combinatie van de NNGB en de Fitnorm: voldoen aan een of beide normen. ONVOLDOENDE LICHAAMSBEWEGING (NNGB) 1 meisjes 59% jongens 50% leeftijd 8-11 jaar 57% leeftijd 4-7 jaar 52% hoge opleiding 56% lage opleiding 49% 1) 4 t/m 11-jarigen, voldoet niet aan de NNGB. ONVOLDOENDE LICHAAMSBEWEGING (FITNORM) 1 leeftijd 4-7 jaar 41% leeftijd 8-11 jaar 26% eenoudergezin 41% ander gezin 32% met rondkomen 39% geen moeite 32% met rondkomen meisjes 37% jongens 30% lage opleiding 37% hoge opleiding 31% gemiddelde opleiding 35% 1) 4 t/m 11-jarigen, voldoet niet aan de Fitnorm. Bij de twee normen spelen verschillende risicofactoren een rol. Bij laagopgeleide ouders voldoen relatief veel kinderen aan de NNGB, en relatief weinig kinderen aan de Fitnorm. Kinderen van 8 t/m 11 jaar voldoen minder vaak aan de NNGB maar juist vaker aan de Fitnorm. Een verklaring voor deze verschillen zou kunnen zijn dat kinderen van laag opgeleide ouders en kinderen jonger dan acht jaar hun lichaamsbeweging vooral krijgen door (buiten)spelen, terwijl bij kinderen van hoogopgeleide ouders en kinderen boven de acht jaar sport een grotere rol speelt. Voor wat betreft de NNGB zijn geen grote verschillen te zien tussen gemeenten, bij de fitnorm is het percentage kinderen dat deze norm niet haalt relatief hoog in Zoetermeer (38%). Sport Aan de ouders van 4 t/m 11 jarigen is gevraagd hoe vaak kinderen sporten op school, bij een sportvereniging en op straat. Vrijwel alle kinderen (98%) sporten één of meer dagen per week op school, 81% sport één of meer dagen per week bij een sportvereniging en 88% sport minimaal één dag per week buiten school en sportvereniging om (bijvoorbeeld voetballen op straat of zwemmen) (figuur 1). Van de 4 t/m 11-jarige kinderen voldoet 54% niet aan de NNGB en 33% niet aan de Fitnorm. Bijna een kwart (23%) van de kinderen voldoet aan geen van beide normen (Combinorm). 6-2 KINDERENONDERZOEK 2010

100% 80% 60% Buitenspelen Een op de vijf kinderen (20%) speelt gemiddeld minder dan een half uur per dag buiten. Het merendeel (65%) speelt gemiddeld een half tot twee uur per dag buiten en één op de zeven kinderen (15%) speelt zelfs meer dan twee uur per dag buiten. Er is hierbij gevraagd naar een gewone week; de gegevens hebben betrekking op het voorjaar. 40% 20% 0% op school 7 dagen/week 5-6 dagen/week 3-4 dagen/week 1-2 dagen/week (bijna) nooit bij sportvereniging buiten school/ vereniging Figuur 1: Aantal dagen in de week dat 4 t/m 11-jarige kinderen sporten op school, bij een sportvereniging en buiten school/sportvereniging om. Zes procent van de kinderen sport minder dan één dag per week bij een sportvereniging èn minder dan één dag per week buiten school of sportvereniging om. Bijna eenderde van deze kinderen sport op school ook minder dan twee dagen per week. Verschillen tussen groepen zijn met name te zien in sporten bij een sportvereniging. Dit wordt minder vaak gedaan door jonge kinderen en kinderen van ouders die laag zijn opgeleid of moeite hebben met rondkomen. Ook kinderen uit een eenoudergezin en allochtone kinderen sporten minder vaak bij een sportvereniging. In Delft sporten kinderen relatief weinig bij een sportvereniging en buiten school en sportvereniging om. In Zoeter meer wordt zowel op school als bij sportvereni - gingen minder gesport dan in de rest van de regio Zuid- Holland West. SPEELT MINDER DAN EEN HALF UUR PER DAG BUITEN 1 eenoudergezin 30% ander gezin 19% allochtoon nw 2 29% autochtoon 18% 25% geen moeite met rondkomen met rondkomen 19% meisjes 22% jongens 17% hoge opleiding 22% lage opleiding 17% gemiddelde opleiding 17% Het percentage kinderen dat gemiddeld minder dan een half uur per dag buitenspeelt is relatief hoog in de stedelijke gemeenten Rijswijk (26%) en Zoetermeer (23%) en juist relatief laag in de minder stedelijke gemeenten Midden- Delfland (13%), Westland (15%) en Pijnacker-Nootdorp (16%). Inactiviteit Bijna de helft van de kinderen (46%) zit gemiddeld een uur of langer per dag voor de TV. Eén op de tien kinderen (9%) zit gemiddeld twee uur of langer per dag voor de TV. KIJKT 2 UUR PER DAG OF LANGER TV/DVD 1 allochtoon nw 2 18% autochtoon 7% lage opleiding 16% hoge opleiding 6% gemiddelde opleiding 9% 16% geen moeite met rondkomen met rondkomen 7% leeftijd 8-11 jaar 13% leeftijd 2-3 jaar 7% leeftijd 4-7 jaar 6% Het percentage kinderen dat twee uur of langer per dag TV kijkt is relatief laag in Pijnacker-Nootdorp (5%) en relatief hoog in Delft (12%). Eén op de vijf kinderen van 2 t/m 11 jaar heeft een TV op de eigen slaapkamer. Dit percentage neemt gestaag toe van 4% op tweejarige leeftijd tot 37% op elfjarige leeftijd. 6-3 KINDERENONDERZOEK 2010

Van de 2 t/m 11 jarige kinderen is 8% dagelijks, buiten schooltijd, gemiddeld meer dan een uur bezig met de computer (inclusief spelcomputer). In Pijnacker-Nootdorp is het percentage kinderen dat een uur of langer per dag computert relatief laag. GEBRUIKT 1 UUR PER DAG OF LANGER DE COMPUTER 1 leeftijd 2-3 jaar 1% leeftijd 8-11 jaar 17% leeftijd 4-7 jaar 3% allochtoon nw 2 13% autochtoon 7% jongen 10% meisje 6% Zowel voor TV/DVD kijken als voor computeren geldt dat de hoeveelheid tijd die de kinderen hiermee doorbrengen gestaag toeneemt met de leeftijd (figuur 2). 30% 25% 20% 15% 10% opgave van de ouders heeft ruim tweederde (68%) van de 2 t/m 11 jarige kinderen een lichaamsgewicht dat past bij hun lengte en leeftijd (figuur 3). Elf procent van de kinderen heeft een te hoog gewicht: matig overgewicht (9%) of ernstig overgewicht (2%). Aan de andere kant heeft 21% van de kinderen ondergewicht. Deze percentages zijn nauwelijks veranderd sinds 2006. 9% 13% 68% 9% % 2 0% 50% 100% ernstig ondergewicht ondergewicht normaal gewicht matig overgewicht ernstig overgewicht Figuur 3: Percentage kinderen met een te hoog of te laag lichaamsgewicht, op basis van gegevens die door de ouders zijn verstrekt. HEEFT OVERGEWICHT 1 allochtoon nw 2 21% autochtoon 9% 5% 0% 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 leeftijd > 2 uur/dag TV kijken > 1 uur/dag computeren opleiding laag 19% opleiding hoog 8% opleiding gemiddeld 13% 1) 2 t/m 11-jarigen, volgens opgegeven lengte en gewicht door de ouders. 2) kind is niet-westers allochtoon. Figuur 2: Percentage kinderen dat meer dan twee uur per dag TV/DVD kijkt of meer dan een uur per dag computert, naar leeftijd. Aan de ouders is gevraagd hoe lang zij vinden dat een kind tussen 4 en 12 jaar voor een beeldscherm (TV of computer) mag zitten. Ruim de helft (58%) vindt dat een uur per dag genoeg is, 36% kiest voor een tot twee uur en bij 7% van de ouders mag een kind langer dan twee uur per dag achter een beeldscherm zitten. Dit komt niet helemaal overeen met de werkelijkheid: Bij ouders die twee uur per dag TV of computer voldoende vinden, zit één op de zes kinderen in de praktijk langer achter de TV en/of computer. Overgewicht Aan de ouders is gevraagd naar de lengte en het gewicht van het kind. Voor kinderen van twee jaar en ouder is op basis van deze gegevens de BMI 1 uitgerekend. Volgens de 1) Body Mass Index: gewicht (kg)/lengte 2 (m). Indeling in vijf categorieën van lichaamsgewicht op basis van leeftijdsspecifieke grenswaarden. Allochtone kinderen met een niet-westerse herkomst hebben vaker overgewicht dan autochtone kinderen. Met name kinderen van Turkse en Marokkaanse herkomst hebben vaak overgewicht (figuur 4). Onder Turkse kinderen is het aandeel met ernstig overgewicht relatief hoog. Nederlands Overig westers Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans, Arubaans Overig niet-westers 0% 10% 20% 30% 40% ernstig overgewicht matig overgewicht Figuur 4: Percentage kinderen met overgewicht naar verschillende etnische groepen. 6-4 KINDERENONDERZOEK 2010

Het percentage kinderen met overgewicht varieert van 7% in Wassenaar tot 13% in Delft en Rijswijk. De verschillen tussen gemeenten zijn echter niet statistisch significant. Kinderen met overgewicht hebben niet vaker dan andere kinderen ziekten of aandoeningen, maar ze worden door de ziekte in combinatie met het overgewicht wel meer belemmerd in hun dagelijkse bezigheden. Ook hebben kinderen met overgewicht vaker problemen met leeftijd - genoten en worden ze vaker gepest. TV kijken en computeren hangen sterk samen met het hebben van overgewicht. Overgewicht komt relatief vaak voor bij kinderen die veel computeren (27%), kinderen die veel TV/DVD kijken (18%) en kinderen die een TV op de eigen kamer hebben (16%). Ter vergelijking: in de totale groep is het percentage kinderen met overgewicht 11%. Ook kinderen die niet voldoen aan de Fitnorm hebben vaker overgewicht (15%). Met ontbijten, groente en fruit eten en met de NNGB is geen significante relatie gevonden. Omdat lengte en gewicht in het Kinderenonderzoek niet zijn gemeten, is de betrouwbaarheid van de gegevens afhankelijk van het inschattingsvermogen van de ouders. Bovendien ontbreken gegevens over gewicht en/of lengte bij 12% van de kinderen. Tijdens de reguliere contacten met de Jeugd gezond - heidszorg (JGZ) worden vrijwel alle kinderen gewogen en gemeten in groep 2 en groep 7 van de basisschool (respectievelijk 5-6 jaar en 10-11 jaar). Bij vergelijking van de JGZ-gegevens met de gegevens die ouders in de vragenlijst hebben ingevuld, blijkt dat ouders het gewicht van hun kind over het algemeen flink lager inschatten dan het in werkelijkheid is (tabel 2). Het percentage kinderen met onder - gewicht volgens lengte en gewicht dat ouders opgeven is veel hoger dan het percentage dat de JGZ meet. Bij overgewicht is dit bij 10-11 jarige kinderen juist andersom. Van de kinderen met overgewicht vindt 43% van de ouders het kind (iets) te zwaar. 57% van de ouders van kinderen met overgewicht vindt dus niet dat het gewicht aan de hoge kant is. Ook bij kinderen met ondergewicht wordt het gewicht door ouders vaak niet goed ingeschat; 73% van deze ouders vindt het gewicht van hun kind goed. Leefstijlverandering Aan ouders is gevraagd wat zij zouden willen veranderen om de gezondheid van hun kind te verbeteren. Bij kinderen met overgewicht zou eenderde van de ouders willen dat het kind wat dunner wordt (figuur 5). De leefstijlfactoren die zij het meest noemen zijn gezonder eten, minder snoepen en meer bewegen. De laatste twee factoren worden door deze ouders vaker genoemd dan door andere ouders. Gezonder eten en het verminderen van inactiviteit (minder TV kijken, minder computeren) worden door deze ouders bijna even vaak genoemd als door ouders met een kind dat geen overgewicht heeft. dunner worden gezonder eten minder snoepen meer bewegen minder tv/dvd kijken minder computeren Figuur 5: Percentage ouders van kinderen met overgewicht en kinderen zonder overgewicht, dat een leefstijlfactor wil veranderen. Colofon 0% 10% 20% 30% 40% overgewicht geen overgewicht TABEL 2: PERCENTAGE KINDEREN MET ONDERGEWICHT EN OVERGEWICHT IN TWEE LEEFTIJDSGROEPEN, VOLGENS OPGEGEVEN LENGTE EN GEWICHT DOOR DE OUDERS (VRAGENLIJST) EN VOLGENS METINGEN DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG (JGZ). 5-6-jarigen 10-11-jarigen vragen- vragenlijst JGZ lijst JGZ ondergewicht 24% 15% 16% 8% overgewicht 11% 11% 11% 18% Mening van ouders over het gewicht Aan de ouders is ook gevraagd wat ze zelf van het gewicht van hun kind vinden. Factsheets in de reeks kinderen onderzoek 2010: 1 Onderzoeksopzet en achtergrondkenmerken 2 Thuissituatie, kinderopvang en opvoeding 3 Lichamelijke gezondheid 4 Psychosociale gezondheid 5 Roken en alcoholgebruik 6 Voeding, beweging en gewicht 7 Mondhygiëne en zwemvaardigheid 8 Seksuele en relationele vorming 9 Veiligheid en geweld 10 Samenvatting en kernboodschappen voor beleid Meer informatie GGD Zuid-Holland West Sector Gezondheidsbevordering Epidemiologie Postbus 6080 2702 AB Zoetermeer (079) 343 08 88 info@ggdzhw.nl www.ggdzhw.nl/onderzoek Maart 2012 6-5 KINDERENONDERZOEK 2010