Invoering van de Wet taaleis



Vergelijkbare documenten
Beleidsregels Wet taaleis gemeente Edam-Volendam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst;

BELEIDSREGELS TAALEIS

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Vlagtwedde

Beleidsregels Wet Taaleis 2016 betreffende de Participatiewet

Beleidsregels Wet taaleis 2016 gemeente Druten

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Beleidsregels Wet taaleis Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2016

overwegende dat het wenselijk is nadere regels met betrekking tot de uitvoering van de Wet Taaleis vast te leggen, b e s l u i t e n:

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Mook en Middelaar 2016.

Beleidsregels Wet taaleis gemeente Schouwen-Duiveland

Beleidsregels Wet taaleis 2016

b. Uitkering: de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet

CVDR. Nr. CVDR397168_1

Burgemeester en wethouders van Heemskerk maken bekend de beleidsregel Beleidsregels Taaleis 2016 gemeente Heemskerk vast te stellen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

overwegende dat het om redenen van rechtszekerheid en doelmatigheid wenselijk is om beleidsregels vast te stellen inzake de taaleis Participatiewet;

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oldambt 2015

Bij alle overige te leggen documenten moet een individuele beoordeling plaatsvinden.

Openbaar. Artikel 39 vragen van de fractie D66 over Bijsterhuizen. Alleen ter besluitvorming door het College. Conform advies Aanhouden Anders, nl.

Hoofdstuk IV Kennisgeving, bereidverklaring en aanbod taaltraject 3

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 31 januari 2017

documentnr.: INT/M/16/24656 zaaknr.: Z/M/16/30986 Beleidsregels Wet taaleis 2016

Hoofdstuk I Algemeen. Hoofdstuk II Taaleis. Hoofdstuk IV Taaltoets. Beleidsregels Wet taaleis Oldebroek 2016

Beleidsregels taaleis Participatiewet Sociale Dienst Oost Achterhoek

Vragen ex artikel 39 van D66 over kinderen in huishoudens met een laag inkomen

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels Wet taaleis Oldebroek Hoofdstuk I Algemeen

Beleidsregels Wet Taaleis Participatiewet Meierijstad 2017

Reactiebrief advies KGO ondersteuning chronisch zieken

Effectrapportage sancties

Beantwoording schriftelijke vragen SP over dreigend faillissement TSN Thuiszorg

Het college van burgemeester en wethouders van Montferland,

Op de volgende wijze wordt de kennis van de Nederlandse taal aangetoond:

Beantwoording schriftelijke vragen van de D66-fractie over de experimenten Participatiewet. Met bijgevoegde brief beantwoorden wij deze vragen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,

GEMEENTEBLAD. Nr BELEIDSREGEL TAALEIS 2016 DDFK+S

documentnr.: INT/M/16/25122 zaaknr.: Z/M/16/30986 Raadsvoorstel

Reactie op de brief van Vérian omtrent verlenging contracten Hulp bij het Huishouden

Raadsbrief social return en verdringing

Beleidsregel Taaleis Participatiewet gemeente Bronckhorst Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

1. Deel te nemen aan de stichting Legal Valley 2. De brief aan de raad als reactie op de ingediende wensen en bedenkingen vast te stellen

Beantwoording schriftelijke raadsvragen 'Beëindigen overeenkomst VMBO-scholen en ROC Nijmegen'

Artikel 3 Taaltoets De taaltoets wordt uitgevoerd door nog een nader te bepalen organisatie.

Openbaar. Schriftelijke vragen, conform art. 39, betreffende vacaturecafés

besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels Wet taaleis Goeree- Overflakkee.

Openbaar. Subsidieverlening aan Stichting De Bastei t.b.v. NME taken. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad

het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht; de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet

Openbaar. Vaststellen Onderzoeksopzet Workfast. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Beantwoording vragen SP boetes bijstand

Beantwoording schriftelijke vragen 'Vergunninghouders begeleiden naar betaald werk'

Onderwerp Vragen Groen Links over gratis draadloos internet in binnenstad Nijmegen

e. Participatiewet: de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

Hoofdstuk 4 Niet toetsen in het kader van de Wet Taaleis

Beleidsregel Wet taaleis 2016

Statutenwijziging Alliantie voortgezet onderwijs

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen over de Opleidingswinkel Salus

Beantwoording schriftelijke vragen Groen Links over aanbesteding doelgroepenvervoer

Ondertekening Retaildeal

Beantwoording schriftelijke vragen D66 over betaling van facturen van ondernemers

CVDR. Nr. CVDR601833_1. Hoofdstuk 1 Algemeen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Collegevoorstel Onderwerp Programma / Programmanummer BW-nummer Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Col egevergadering no 47

Initiatiefvoorstel aan de Raad

Convenant studeren vluchtelingen in het hoger onderwijs

Besluit Beleidsregels Wet taaleis

Wijziging statuten Alliantie voortgezet onderwijs

Beantwoording schriftelijke vragen D66 art. 39 RvO over vervanging bij ziekte Wmo

Openbaar. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de raad. Gemeenteraad Conform advies Aanhouden.

4. De bijgaande brief aan de Raad vast te stellen.

Mantelzorgwaardering. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp. Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / BW-nummer. Portefeuillehouder B.

Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Kollumerland c.a. Schiermonnikoog

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Datum. 8 november Onderwerp. Ons kenmerk. Taaleis BSW/ RIS294999

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Schriftelijke vragen vervangen fietspadtegels.

Eerste resultaten quick-wins terugdringen bijstandstekort

Beantwoording schriftelijke raadsvragen 'Beëindiging AKA-opleiding Flex College'

Openbaar. Beantwoording vragen van de fractie Eigenhuijsen en de fractie PvdA over de eigen bijdrage in de Jeugdwet

Onderwerp Beantwoording schriftelijke raadsvragen over toelatingsbeleid ROC Nijmegen inzake jongeren met autisme

Openbaar. Bijstandsontwikkeling 1e helft Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Vragen adviescie LHBT-beleid over identiteitswijziging Transgenders

Beantwoording schriftelijke vragen SP over rituitval bij Breng-bussen

Openbaar. Brief aan Kamer over BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp. Programma Inkomen & Armoedebestrijding

Vaststellen raadsbrief Toezegging uit de Kamerronde van 11 juni 2014 (Voorjaarsnota 2014)

Met bijgevoegde brief informeren wij de raad over de bijstandsontwikkelingen in 2014 en over de regionale ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Voorgesteld wordt de raad een brief te sturen met daarin een overzicht van de bijstandsontwikkeling in 2015.

1. Inleiding. 2. De doelgroep

Op 3 maart 2014 heeft Breed ons op de hoogte gesteld van de voortgang van deze opdracht. Hiervan stellen wij de raad op de hoogte.

Antwoord op vragen concretisering Duitse plannen Economic Board

antwoordbrief schriftelijke vragen CDA brandbrief Mesdagstraat Uitnodiging bewonersbrief

Onderwerp Reactie op brief KGO over de Wet Werken naar Vermogen (WWNV)

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Inzet educatiemiddelen 2017.

Voortgangsbrief beleidskader Onderwijs 0 tot 12 jaar

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling

Uitwerking klantenparticipatie P-wet 2015

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

beantwoording schriftelijke vragen Nijmeegse Fractie inzake de woonfunctie in bestemmingsplannen

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar

Sociale Dienst Oost Achterhoek Nota Dagelijks Bestuur

Raadsinformatiebrief Rigtergroep

Artikel 39 vragen van de fractie van D66 over privacy decentralisaties

GEMEENTEBLAD. Nr december Officiële uitgave van gemeente Bergeijk. Het college van burgemeester en wethouders van Bergeijk;

Transcriptie:

Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Invoering van de Wet taaleis Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer BW-01466 Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting De Wet taaleis voor bijstandsgerechtigden is op 1 januari 2016 in werking getreden. De Wet taaleis introduceert een verplichting voor bijstandsgerechtigden om de Nederlandse taal te beheersen. Indien een bijstandsgerechtigde niet voldoet aan deze inspanningsverplichting verlaagt het college de bijstand. Als gevolg van de wetswijziging moeten beleidsregels (door ons college) en de gewijzigde maatregelenverordening (door onze raad) worden vastgesteld. Tevens stellen we de raad voor de in de septembercirculaire 2015 toegekende middelen voor de uitvoering van de taaleis structureel toe te voegen aan de afdeling Zorg en Inkomen. Verder stellen we de brief aan onze Cliëntenraad vast waarin we reageren op welke wijze we hun adviezen in ons voorstel hebben verwerkt. En stellen we de brief aan de D66- fractie over de Wet taaleis vast (naar aanleiding van artikel 39 vragen). Ter besluitvorming door het college 1. De beleidsregels Taaleis vast te stellen. 2. De brief aan de Cliëntenraad met onze reactie op hun advies inzake de invoering van de taaleis vast te stellen. 3. De brief aan de fractie van D66 met het antwoord op de artikel 39 vragen over de Wet taaleis vast te stellen. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO00, Lucile Braam, 9522 Datum ambtelijk voorstel 7 januari 2016 Registratienummer 15.0012297 Steller Lucile Braam Paraaf akkoord Datum Aan de Raad voor te stellen 1. De maatregelenverordening vast te stellen. 2. De begrotingswijziging vast te stellen. Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 19 januari 2016 Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.5 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder Collegevoorstel.docx

Collegevoorstel 1 Probleemstelling De Wet taaleis introduceert een inspanningsverplichting voor bijstandsgerechtigden om de Nederlandse taal te beheersen, voor zover dit noodzakelijk is voor het naar vermogen verkrijgen, aanvaarden en het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Indien een bijstandsgerechtigde niet voldoet aan deze inspanningsverplichting verlaagt het college de bijstand. De Wet taaleis is van toepassing op alle bijstandsgerechtigden waarvoor de arbeidsverplichting geldt. Voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en personen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, geldt geen arbeidsverplichting en gaat de taaleis dan ook niet gelden. Doel en achtergrond De bijstand is een vangnet waarop burgers zonder inkomen en vermogen een beroep kunnen doen zodat zij in hun primaire levensbehoeften kunnen voorzien. De regering vindt het belangrijk dat een belanghebbende zo snel als mogelijk uit de bijstand stroomt en daarvoor alles moet doen wat in zijn of haar vermogen ligt. Daartoe behoort het verkrijgen van een voldoende mate van beheersing van de Nederlandse taal. Het beheersen van de Nederlandse taal is volgens de regering immers een belangrijke succesfactor om uit de bijstand te komen en deel te nemen aan het arbeidsproces in Nederland. Daarnaast is voldoende beheersing van de Nederlandse taal een belangrijke voorwaarde om scholing te kunnen volgen, waarmee de kansen op de arbeidsmarkt vergroot worden. De regering is van mening dat in de brede arbeids- en re-integratieverplichting de eis van voldoende beheersing van de Nederlandse taal onvoldoende tot uiting komt. Daarom wordt met de wet taaleis de inspanningsverplichting om de Nederlandse taal op minimaal het referentieniveau 1F te beheersen, opgenomen in de Participatiewet. De wet taaleis betreft dus een inspanningsverplichting; belanghebbenden die referentieniveau 1F nog niet beheersen, zullen zich moeten inspannen om alsnog het gestelde taalniveau te behalen. Regionale aanpak In de regio Rijk van Nijmegen is besloten om de invoering van de Wet taaleis daar waar mogelijk in regionaal verband op te pakken. De achterliggende reden hiervoor is dat de gemeenten in de regio de taken rondom de arbeidsinschakeling van bijstandsgerechtigden hebben overgedragen aan het Werkbedrijf Rijk van Nijmegen. In de regio is een werkgroep samengesteld waarin het Werkbedrijf en de gemeentelijke afdelingen Inkomen vertegenwoordigd zijn. We streven hierbij zoveel als mogelijk naar een regionale uniforme beleidslijn. Waarbij we kiezen voor een pragmatische aanpak. Dit betekent dat we als eerste kijken naar het perspectief dat iemand op werk heeft, als dit perspectief vrijwel niet aanwezig wordt geacht, vindt geen verdere beoordeling van de taalvaardigheid plaats. Daar waar iemand wél dat perspectief heeft, zal niet alleen een inspanningsverplichting worden opgelegd, maar zoveel als mogelijk ook de faciliteiten worden geboden om de Nederlandse taal op het gewenste niveau te verwerven. Aantallen instroom en zittend bestand De Wet taaleis is op 1 januari 2016 in werking getreden voor bijstandsgerechtigden die vanaf die datum recht op bijstand hebben. Op basis van gegevens van de instroom in de maand april 2015 (willekeurig gekozen), schatten we in dat circa 15 bijstandsgerechtigden in de regio een taaltoets moeten afleggen voor de beoordeling van hun taalvaardigheid. Voor de regionale instroom in de bijstand geldt dat we circa 180 taaltoetsen in 2016 moeten afnemen.

Collegevoorstel Vervolgvel 2 Voor het zittend bestand geldt overgangsrecht. Dit overgangsrecht regelt dat de taaleis per 1 juli 2016 van toepassing is voor het zittend bestand bijstandsgerechtigden. Het gaat dan om personen die op 31 december 2015 recht hebben op algemene bijstand. Er is een sterke voorkeur om het zittend bestand (met arbeidsverplichting) gefaseerd te screenen op de taaleis, waarbij de prioriteit gelegd wordt op: 1. duur van de bijstand: bijstandsgerechtigden die recent zijn ingestroomd in de bijstand worden als eerste gescreend; 2. leeftijd: bijstandsgerechtigden die jonger dan 40 jaar zijn worden als eerste gescreend. 2 Juridische aspecten De Participatiewet is het wettelijk kader. De Wet taaleis introduceert een nieuwe bepaling in de Participatiewet (namelijk artikel 18b). Ons college is bevoegd om de bepalingen in de wet uit te voeren. Hiertoe stellen we de beleidsregels Taaleis vast. Daarnaast leggen we twee besluiten voor aan de raad, namelijk de vaststelling van de gewijzigde maatregelenverordening en een begrotingswijziging. 3 Doelstelling Het doel van onderhavig voorstel is het vaststellen van de beleidsregels Taaleis en de gewijzigde maatregelenverordening om zorg te dragen dat de nieuwe bepalingen in de Participatiewet uitgevoerd kunnen worden door onze afdeling Zorg en Inkomen in nauwe samenwerking met het Werkbedrijf. Via de begrotingswijziging regelen we dat de rijksmiddelen ter compensatie van de uitvoering toegevoegd worden aan de afdeling Zorg en Inkomen. Via dit voorstel beantwoorden we tevens de vragen van de fractie D66 Nijmegen over de taaleis en laaggeletterdheid. 4 Argumenten Beslispunt 1: beleidsregels taaleis vaststellen De beleidsregels regelen de beleidsvrijheid die ons college heeft op dit onderdeel van de wet. Concreet gaat het om de volgende aspecten: Aspect Beleidsregel Toelichting het college kan beleid formuleren over de beoordeling welke documenten als ander document gelden voor de beoordeling van de beheersing van het Nederlandse taalniveau. Artikel 2 In de toelichting van de beleidsregel is uiteengezet welke andere documenten geldig zijn voor het aantonen van de beheersing van het taalniveau. Naast diploma s en certificaten accepteren we ook een cv of een arbeidsovereenkomst waaruit blijkt dat de bijstandsgerechtigde beschikt over het taalniveau. het college kan beleid formuleren over in welke situaties sprake kan zijn van het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid zoals bedoeld in artikel 18b lid 6 onderdeel b Participatiewet. het college heeft beleidsvrijheid bij de Artikel 8 Artikel 7 Als blijkt dat iemand die niet voldoet aan de taaleis, een leerprobleem heeft, ontheven is van de inburgeringsplicht en/of diverse malen zonder succes een taalcursus heeft gevolgd, zal de inspanningsverplichting om aan de taaleis te voldoen niet opgelegd worden. De afspraken die met de bijstandsgerechtigde worden gemaakt in het

Collegevoorstel Vervolgvel 3 beoordeling van de voortgang. In ieder geval moet de voortgang worden beoordeeld met een toets: een half jaar en 1 jaar na de schriftelijke kennisgeving van het redelijke vermoeden. taalplan zijn het uitgangspunt voor de beoordeling van de voortgang. Daarnaast heeft het college de beleidsvrijheid om enkele procedurele aspecten vast te leggen, bijvoorbeeld over de termijnen waarbinnen de taaltoets afgenomen moet worden en de uitslag aan de klant bekend gemaakt moet worden. We hebben ervoor gekozen uit te gaan van de maximale wettelijke termijnen van acht weken. Beslispunt 2: brief aan de Cliëntenraad We hebben een concept van ons voorstel voorgelegd aan de cliëntenraad. Als reactie op hun advies hebben we een brief geschreven met daarin opgenomen op welke wijze we zijn omgegaan met hun advies. In het kort is dit als volgt: Advies Cliëntenraad Faciliteren van mensen Als mensen een verplichting opgelegd krijgen, moeten ze ook de faciliteiten krijgen om te voldoen aan de verplichting Relatie wet taaleis en inburgeringsplicht De Cliëntenraad vindt de relatie tussen de taaleis en de inburgeringsplicht onvoldoende tot uiting komen in de beleidsregels. Prioritering groepen De Cliëntenraad vraagt aandacht voor nietprioritaire groepen: mensen die al langer in de bijstand zitten. Tevens vragen ze ook om aandacht voor mensen die wettelijk niet hoeven te voldoen aan de taaleis (namelijk de mensen zonder arbeidsplicht) Mensen zonder potentie om te voldoen aan de wet taaleis De Cliëntenraad pleit ervoor mensen die geen potentie hebben te voldoen aan de taaleis te ontzien. Inspanningsverplichting en geen of geen tijdig aanbod Wat zijn de gevolgen voor iemand met een inspanningsverplichting, maar die geen passend aanbod voor het verwerven van de taal kan krijgen? Taalmaatje De Cliëntenraad pleit ervoor om taalbegeleiding via taalmaatjes uit te voeren. Reactie college We faciliteren mensen om te voldoen aan hun inspanningsverplichting.. In onze reactie hebben we de relatie toegelicht. Deze staat ook in de beleidsregels. We hebben besloten om aan de vereisten en de geest van de nieuwe wetsbepaling te voldoen. Dit betekent dat we de taal van mensen met arbeidsplicht beoordelen en de prioriteit geven aan de mensen met perspectief op werk. Als blijkt uit een verklaring van de onderwijsinstelling dan wel uit een leerbaarheidstoets dat iemand niet kan voldoen aan de taaleis, leggen we geen inspanningsverplichting op. Het taalplan wordt in samenspraak met de klant opgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met een eventueel taalaanbod en de start (dan wel wachttijd) van dat taalaanbod. De mogelijkheden hiervoor gaan we in 2016 nader verkennen (in samenhang met het Bondgenootschap laaggeletterdheid).

Collegevoorstel Vervolgvel 4 Beslispunt 3: beantwoording artikel 39-vragen over wet taaleis Op 23 december 2015 (5 januari 2016 binnengekomen) heeft de D66-fractie raadsvragen gesteld over de wet taaleis. De vragen zijn gebaseerd op een artikel in de Gelderlander. In bijgaande brief aan de D66-fractie beantwoorden we de vragen. Beslispunten voor de raad In de maatregelenverordening wordt een bepaling opgenomen waarin het niet-afleggen van de taaltoets expliciet wordt gesanctioneerd. Dit betekent dat als iemand niet verschijnt voor het afleggen van de taaltoets beoordeeld moet worden of deze gedraging gesanctioneerd moet worden. Als hieruit blijkt dat, dat het geval is, dan bedraagt de sanctie 5% van de bijstandsnorm. Verder maken we van de gelegenheid gebruik om een omissie in de maatregelenverordening recht te zetten. De raad moet verder de bijgevoegde begrotingswijziging vaststellen. Zie raadsvoorstel én onderstaande paragraaf financiën. 5 Financiën Er zijn drie onderdelen in onderhavig voorstel die een financiële component hebben: 1. de kosten van de taaltoetsen; 2. uitvoeringskosten van de afdeling Zorg en Inkomen; 3. de kosten van taaltrajecten. Kosten van de taaltoetsen De kosten van de taaltoetsen moeten uit het Participatiebudget worden betaald. Het Nijmeegse participatiebudget is overgeheveld naar de MGR, module Werkbedrijf. Dit geldt ook voor de andere gemeenten in onze arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. We hebben dan ook in de regio met ons Werkbedrijf afgesproken dat zij de noodzakelijke taaltoetsen inkopen en de kosten ten laste brengen van het Participatiebudget. De afdelingen Inkomen in de regio verwijzen de bijstandsgerechtigden die een taaltoets moeten afleggen direct door naar de onderwijsinstelling cq uitvoerder van de taaltoetsen. Uitvoeringskosten Gemeente Nijmegen ontvangt vanaf 2016 een compensatie voor de uitvoeringskosten. Deze compensatie wordt door het Rijk via het gemeentefonds gegeven. Het Rijk heeft deze al in eerdere circulaires aangekondigd en in de septembercirculaire 2015 daadwerkelijk in de vorm van een taakmutatie toegekend vanaf 2016. Voor Nijmegen gaat het om de volgende (structurele) bedragen: 2016 2017 2018 2019 43.000 84.000 86.000 88.000 Integrale afweging uitkeringen gemeentefonds Aangezien het gaat om een nieuwe taak voor de afdeling Zorg en Inkomen, die aanwijsbaar extra uitvoeringscapaciteit kost (zie kopje uitvoering en evaluatie ), stellen we voor om de taakmutatie uit het gemeentefonds volledig over te hevelen naar de afdeling Zorg en Inkomen. Hiertoe leggen we een begrotingswijziging voor aan de raad ter vaststelling.

Collegevoorstel Vervolgvel 5 Kosten van taaltrajecten We zijn voornemens om bijstandsgerechtigden die een inspanningsverplichting opgelegd krijgen te ondersteunen bij de verwerving van de Nederlandse taal op het vereiste niveau. Gemeenten hebben hier twee budgetten voor beschikbaar: 1. Eén hiervan is het participatiebudget van het Werkbedrijf. Het Werkbedrijf zal een bijstandsgerechtigde met perspectief op werk een voorziening aanbieden voor de arbeidsinschakeling en dit combineren met een taalverwervingstraject. 2. Daarnaast heeft de gemeente Nijmegen als contactgemeente zogenoemde WEBmiddelen (wet educatie beroepsonderwijs) voor de regio Rijk van Nijmegen beschikbaar. Voor bijstandsgerechtigden die dusdanige taalbelemmering hebben zal gebruik gemaakt worden van de beschikbare taaltrajecten in het kader van de WEBmiddelen. Momenteel worden deze trajecten door het ROC Nijmegen uitgevoerd. Eventuele bijkomende kosten (zoals voor kinderopvang) trachten we zoveel mogelijk te voorkomen (door tijdstippen van taalaanbod te variëren). Indien dit niet mogelijk is, zullen we via de reguliere werkwijze nagaan of we deze kosten kunnen vergoeden (bijzondere bijstand of Participatiebudget). In het kader van het Bondgenootschap laaggeletterdheid gaan we het huidige aanbod om laaggeletterdheid tegen te gaan inventariseren en op basis daarvan gaan we na of dit sluitend is. Expliciet gaan we na of het huidige aanbod aangevuld kan worden met taalmaatjes. 6 Participatie en Communicatie Het onderhavige voorstel is in de Cliëntenraad besproken. Zie kopje argumenten voor een overzicht van de voornaamste adviezen van de Cliëntenraad. En onze reactie op het advies van de Cliëntenraad. 7 Uitvoering en evaluatie De uitvoering van de nieuwe bepaling ligt primair bij de gemeentelijke afdeling Zorg en Inkomen. Ten behoeve van de uitvoering zal bij het Bureau Nieuwe Klanten van de afdeling een expertteam taalverwerving worden ingericht. Wat behelst de nieuwe bepaling in de wet over de taalvaardigheid voor het uitvoeringsproces? Aan de hand van het onderstaande plaatje lichten we de bepalingen in de Participatiewet toe.

Collegevoorstel Vervolgvel 6 Stap 0: beoordeling harde criteria en arbeidsplicht Bij de aanvraag om bijstand worden gegevens gevraagd aan de aanvrager. Op basis van deze gegevens vindt een eerste beoordeling plaats over de taalvaardigheid en beoordeling over de arbeidsplicht. In de Participatiewet is het zo geregeld dat iedere aanvrager in principe de arbeidsplicht heeft. Als iemand geen arbeidsplicht krijgt opgelegd, dan vindt er geen verdere beoordeling op de taalvaardigheid plaats. Stap 1: beoordelen taalvaardigheid Beoordeling van de taalvaardigheid vindt plaats op basis van:: a. bewijs dat bijstandsgerechtigde 8 jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gevolgd; b. diploma inburgering; of c. een ander document waaruit de beheersing van de taalvaardigheid blijkt. Deze beoordeling vindt plaats door de klantmanagers van de afdeling Zorg en Inkomen. Stap 2: geen documenten, dan taaltoets afnemen Als de bijstandsgerechtigde geen documenten heeft om zijn taalvaardigheid aan te tonen moet er een taaltoets worden afgenomen. De toets wordt afgenomen door een externe partij. In de maatregelenverordening nemen we een bepaling op dat mensen verplicht zijn om de taaltoets af te leggen. Stap 3: inspanningsverplichting en bereidverklaring Als uit de taaltoets blijkt dat de bijstandsgerechtigde niet voldoet aan de taaleis, wordt (in principe) 1 een inspanningsverplichting opgelegd en moet de bijstandsgerechtigde zich bereid verklaren de taal te leren. De bijstandsgerechtigde moet dan binnen een redelijke termijn starten met het leren van de taal. Deze termijn wordt in samenspraak met de bijstandsgerechtigde en de klantmanager van de afdeling Zorg en Inkomen bepaald. Stap 4: leren van de Nederlandse taal en eventuele ondersteuning De wet legt gemeenten geen verplichting op om belanghebbenden financieel te ondersteunen bij het verbeteren van de taalvaardigheid. De taalvaardigheid kan namelijk ook op andere manieren worden verbeterd dan via een formele of dure cursus. De regering wijst daarbij op de mogelijkheden van zelfstudie, digitale leermiddelen of een taalmaatje. In onze regio streven we ernaar om mensen te faciliteren en hen een taalaanbod te doen. Het in te zetten traject wordt met de bijstandsgerechtigde afgesproken in een taalplan. Dit plan kan dan tevens dienen als een bereidverklaring (stap 3). Stap 5: voortgang bewaken Hierbij gaat het om het bewaken van de voortgang van het taalplan. We moeten de voortgang beoordelen met wederom een taaltoets. Tevens speelt in deze stap de beoordeling van de eventuele toepassing van een maatregel een rol. Deze taak ligt volledig bij de afdeling Zorg en Inkomen. Een deel van de uitvoering geschiedt door het Werkbedrijf, namelijk de inkoop van de taaltoetsen. Verder heeft het Werkbedrijf betrokkenheid bij de inzet van reintegratievoorzieningen, waarbij voor bijstandsgerechtigden die onvoldoende de Nederlandse 1 De inspanningsverplichting wordt enkel opgelegd als blijkt dat iemand wél in staat geacht moet worden om te kunnen voldoen aan de taaleis. Dit betekent bijvoorbeeld dat als iemand een leerprobleem, hij of zij geen inspanningsverplichting opgelegd krijgt. De toets op de leerbaarheid kan door de externe partij worden uitgevoerd.

Collegevoorstel Vervolgvel 7 taal beheersen een taalverwervingstraject in combinatie met een voorziening ingezet kan worden. 8 Risico Er zijn geen risico s aan dit voorstel verbonden. Bijlage(n): Beleidsregels Taaleis Raadsvoorstel met bijlagen (verordening en begrotingswijziging) Brief aan de cliëntenraad Brief aan de D66-fractie

Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 17 februari 2016 / 11/2016 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Invoering Wet taaleis Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 19 januari 2016 Samenvatting De Wet taaleis is op 1 januari 2016 in werking voor bijstandsgerechtigden getreden. De Wet taaleis introduceert een inspanningsverplichting voor bijstandsgerechtigden om de Nederlandse taal te beheersen, voor zover dit noodzakelijk is om te werken. Indien een bijstandsgerechtigde niet voldoet aan deze inspanningsverplichting verlaagt het college de bijstand. Als gevolg van de wetswijziging moeten beleidsregels (door ons college) en de gewijzigde maatregelenverordening (door onze raad) worden vastgesteld. Tevens stellen we u voor de in de septembercirculaire 2015 toegekende middelen voor de uitvoering van de taaleis structureel toe te voegen aan de afdeling Zorg en Inkomen. Voorstel om te besluiten 1. De maatregelenverordening vast te stellen. 2. De begrotingswijziging (BW-01466) vast te stellen. Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail Lucile Braam, 9522, l.braam@nijmegen.nl RVS wet taaleis

Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding De Wet taaleis introduceert een inspanningsverplichting voor bijstandsgerechtigden om de Nederlandse taal te beheersen, voor zover dit noodzakelijk is voor het naar vermogen verkrijgen, aanvaarden en het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Indien een bijstandsgerechtigde niet voldoet aan deze inspanningsverplichting verlaagt het college de bijstand. De Wet taaleis is van toepassing op alle bijstandsgerechtigden waarvoor de arbeidsverplichting geldt. Voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en personen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, geldt geen arbeidsverplichting en gaat de taaleis dan ook niet gelden. Doel en achtergrond De bijstand is een vangnet waarop burgers zonder inkomen en vermogen een beroep kunnen doen zodat zij in hun primaire levensbehoeften kunnen voorzien. De regering vindt het belangrijk dat een belanghebbende zo snel als mogelijk uit de bijstand stroomt en daarvoor alles moet doen wat in zijn of haar vermogen ligt. Daartoe behoort het verkrijgen van een voldoende mate van beheersing van de Nederlandse taal. Het beheersen van de Nederlandse taal is volgens de regering immers een belangrijke succesfactor om uit de bijstand te komen en deel te nemen aan het arbeidsproces in Nederland. Daarnaast is voldoende beheersing van de Nederlandse taal een belangrijke voorwaarde om scholing te kunnen volgen, waarmee de kansen op de arbeidsmarkt vergroot worden. De regering is van mening dat in de brede arbeids- en re-integratieverplichting de eis van voldoende beheersing van de Nederlandse taal onvoldoende tot uiting komt. Daarom wordt met de wet taaleis de inspanningsverplichting om de Nederlandse taal op minimaal het referentieniveau 1F te beheersen, opgenomen in de Participatiewet. De wet taaleis betreft dus een inspanningsverplichting; belanghebbenden die referentieniveau 1F nog niet beheersen, zullen zich moeten inspannen om alsnog het gestelde taalniveau te behalen. Regionale aanpak In de regio Rijk van Nijmegen is besloten om de invoering van de Wet taaleis daar waar mogelijk in regionaal verband op te pakken. De achterliggende reden hiervoor is dat de gemeenten in de regio de taken rondom de arbeidsinschakeling van bijstandsgerechtigden hebben overgedragen aan het Werkbedrijf Rijk van Nijmegen. We streven hierbij zoveel als mogelijk naar een regionale uniforme beleidslijn. Waarbij we kiezen voor een pragmatische aanpak. Dit betekent dat we als eerste kijken naar het perspectief dat iemand op werk heeft, als dit perspectief vrijwel niet aanwezig wordt geacht, vindt geen verdere beoordeling van de taalvaardigheid plaats. Daar waar iemand wél dat perspectief heeft en leerbaar is, zal niet alleen een inspanningsverplichting worden opgelegd, maar zoveel als mogelijk ook de faciliteiten worden geboden om de Nederlandse taal op het gewenste niveau te verwerven. Aantallen instroom en zittend bestand De Wet taaleis treedt op 1 januari 2016 in werking voor bijstandsgerechtigden die vanaf die datum recht op bijstand hebben. Op basis van gegevens van de instroom in de maand april RVS wet taaleis

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 2015 (willekeurig gekozen), schatten we in dat circa 15 bijstandsgerechtigden in de regio een taaltoets moeten afleggen voor de beoordeling van hun taalvaardigheid. Voor de regionale instroom in de bijstand geldt dat we circa 180 taaltoetsen in 2016 moeten afnemen. Voor het zittend bestand geldt overgangsrecht. Dit overgangsrecht regelt dat de taaleis per 1 juli 2016 van toepassing is voor het zittend bestand bijstandsgerechtigden. Het gaat dan om personen die op 31 december 2015 recht hebben op algemene bijstand. We screenen het zittend bestand (met arbeidsverplichting) gefaseerd op de taaleis, waarbij de prioriteit gelegd wordt op: 1. duur van de bijstand: bijstandsgerechtigden die recent zijn ingestroomd in de bijstand worden als eerste gescreend; 2. leeftijd: bijstandsgerechtigden die jonger dan 40 jaar zijn worden als eerste gescreend. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader De Participatiewet is het wettelijk kader. De Wet taaleis introduceert een nieuwe bepaling in de Participatiewet (namelijk artikel 18b). Ons college is bevoegd om de bepalingen in de wet uit te voeren. Hiertoe hebben we de beleidsregels Taaleis vastgesteld. Daarnaast leggen we twee besluiten voor aan uw raad, namelijk de vaststelling van de gewijzigde maatregelenverordening en een begrotingswijziging. 1.2 Relatie met programma Dit voorstel valt onder het programma Inkomen en Armoedebestrijding. Verder is er een relatie met het programma Economie en Werk, vanwege de uitvoering van reintegratievoorzieningen door het regionale Werkbedrijf. Ook is er een relatie met het programma Onderwijs, vanwege het volwasseneneducatiebudget en de bestrijding van laaggeletterdheid. 2 Doelstelling Het doel van onderhavig voorstel is het vaststellen van de gewijzigde maatregelenverordening om zorg te dragen dat de nieuwe bepalingen in de Participatiewet over de taaleis uitgevoerd kunnen worden door onze afdeling Zorg en Inkomen in nauwe samenwerking met het Werkbedrijf. Via de begrotingswijziging regelen we dat de rijksmiddelen ter compensatie van de uitvoering toegevoegd worden aan de afdeling Zorg en Inkomen. 3 Argumenten Beslispunt 1: Maatregelenverordening In de maatregelenverordening stellen we voor een bepaling op te nemen waarin het niet afleggen van de taaltoets wordt gesanctioneerd. Dit betekent dat als iemand niet verschijnt voor het afleggen van de taaltoets beoordeelt moet worden of deze gedraging gesanctioneerd moet worden. Als hieruit blijkt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn op grond waarvan we afzien van een sanctie, dan bedraagt de sanctie 5% van de bijstandsnorm. Verder maken we van de gelegenheid gebruik om een omissie in de maatregelenverordening recht te zetten. Bij de omzetting van de huidige maatregelenverordening naar de Participatiewet is onbedoeld een bepaling weggevallen. Het gaat om de bepaling om RVS wet taaleis

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 bijstandsgerechtigden te kunnen sanctioneren in het geval zij door eigen toedoen hun werk hebben verloren en een beroep moeten doen op publieke middelen. We stellen voor om deze bepaling die dus onbedoeld was weggevallen, weer in de verordening op te nemen. Wettelijke maatregelen De wet schrijft een trapsgewijze verlaging van de bijstand voor in het geval blijkt dat een bijstandsgerechtigde zich niet houdt aan de inspanningsverplichting te voldoen aan de taaleis: 20% verlaging voor de duur van zes maanden; 40% verlaging voor de duur van zes maanden; 100% verlaging voor onbepaalde tijd. Let op: een verlaging wordt altijd pas opgelegd na een beoordeling van de verwijtbaarheid en de omstandigheden. Op grond van dat onderzoek kan besloten worden af te zien van de wettelijke maatregel en/of de omvang van de maatregel af te stemmen op de omstandigheden. Beslispunt 2: Begrotingswijziging: Integrale afweging uitkeringen gemeentefonds Aangezien het gaat om een nieuwe taak voor de afdeling Zorg en Inkomen, die extra uitvoeringscapaciteit kost, stellen we voor om de taakmutatie uit het gemeentefonds volledig over te hevelen naar de afdeling Zorg en Inkomen. Hiertoe leggen we een begrotingswijziging voor aan de raad ter vaststelling. 4 Risico s Er zijn geen risico s aan ons voorstel verbonden. 5 Financiën Gemeente Nijmegen ontvangt vanaf 2016 een compensatie voor de uitvoeringskosten. Deze compensatie wordt door het Rijk via het gemeentefonds gegeven. Het Rijk heeft deze in de septembercirculaire 2015 daadwerkelijk in de vorm van een taakmutatie toegekend vanaf 2016. Voor Nijmegen gaat het om de volgende (structurele) bedragen: 2016 2017 2018 2019 43.000 84.000 86.000 88.000 Via de begrotingswijziging BW-01466 hevelt u deze middelen over naar het programma Inkomen en Armoedebestrijding. De verdere kosten die samenhangen met de taaltoetsen, de taaltrajecten en bijkomende kosten vangen we op in de reguliere budgetten hiervoor (Participatiebudget via het Werkbedrijf en het Volwasseneneducatiebudget). 6 Participatie en Communicatie Onze Cliëntenraad heeft ons geadviseerd over de invoering van de Wet taaleis. Hun advies en onze reactie hierop hebben we als bijlage bij het voorstel opgenomen. Kortheidshalve verwijzen we u naar deze bijlagen. RVS wet taaleis

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 4 7 Uitvoering en evaluatie De uitvoering van de nieuwe bepaling ligt primair bij de gemeentelijke afdeling Zorg en Inkomen. Ten behoeve van de uitvoering zal een expertteam taalverwerving worden ingericht. Een deel van de uitvoering geschiedt door het Werkbedrijf, namelijk de inkoop van de taaltoetsen Verder heeft het Werkbedrijf betrokkenheid bij de inzet van reintegratievoorzieningen, waarbij voor bijstandsgerechtigden die onvoldoende de Nederlandse taal beheersen een taalverwervingstraject in combinatie met een voorziening ingezet kan worden. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Bijlage(n): Wijzigingen in de maatregelenverordening en begrotingswijziging BW-01466 RVS wet taaleis

Maatschappelijke Ontwikkeling Aan de fractie van D66 T.a.v. de heren M. Groothuizen en T. van Gent p/a fractiesecretariaat D66 Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Ons kenmerk MO00/16.0000321 Contactpersoon Lucile Braam Onderwerp Antwoord vragen ex artikel 39 over de Wet taaleis Datum uw brief 23 december 2015 Doorkiesnummer (024) 3299522 Geachte heer Groothuizen en heer van Gent, Met deze brief geven wij antwoord op de vragen ex artikel 39 die u heeft gesteld over de invoering van de Wet taaleis. In deze vragen spreekt u over ongeletterdheid, wij spreken in onze beantwoording over laaggeletterdheid. We veronderstellen dat u ook doelt op laaggeletterdheid. Samen met de beantwoording van deze raadsvragen ontvangt u ons voorstel over de invoering van de Wet taaleis. In dit voorstel lichten we ook kort de inhoud en achtergrond toe van de inspanningsverplichting aan bijstandsgerechtigden te voldoen aan de taaleis. 1. Is het college het met D66 Nijmegen eens dat de gemeente Nijmegen er alles aan moet doen wat in haar mogelijkheden ligt om ongeletterdheid te bestrijden? Zo ja, ziet het college net als D66 Nijmegen in de Wet taaleis een mogelijkheid om ongeletterdheid te bestrijden? Ja, wij zijn het met D66 Nijmegen eens dat we alles moeten doen wat in ons vermogen ligt om laaggeletterdheid te bestrijden. Wij doen dit via de volwasseneneducatiedoelen en onze voortrekkersrol in het Bondgenootschap laaggeletterdheid. We zien de invoering van de taaleis voor bijstandsgerechtigden als een middel om laaggeletterdheid op te sporen. 2. Is het college het met D66 Nijmegen eens dat juist mensen met een kansarme positie ten opzichte van de arbeidsmarkt ondersteuning van de gemeente moeten krijgen? Zo ja, waarom wordt er dan een schifting gemaakt bij de Wet taaleis? Ja, we zijn het eens met D66 Nijmegen dat juist mensen met een kansarme positie ten opzichte van de arbeidsmarkt ondersteuning van de gemeente moeten krijgen. Hiertoe zetten we naast het Participatiebudget gemeentelijke middelen in voor de bevordering van de arbeidsinschakeling van werkzoekenden, ook voor degenen met een kansarme positie op de arbeidsmarkt. Een belangrijk instrument hiervoor zijn de ontwikkeltrajecten. De taaleis geldt conform de Participatiewet voor bijstandsgerechtigden met een arbeidsverplichting. Als iemand niet voldoet aan de taaleis, maar wel in aanmerking komt voor een re-integratievoorziening wordt dit gecombineerd met een taalverwervingstraject. Onze middelen zijn niet toereikend om iedereen met de arbeidsplicht een www.nijmegen.nl BRF raadsvragen taaleis

Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Vervolgvel 1 (re-integratie)aanbod te doen. Ons Werkbedrijf diagnosticeert de kandidaten voor een aanbod en bemiddeling naar werk. Voor bijstandsgerechtigden die niet voldoen aan de taaleis én (nog) niet in aanmerking komen voor een re-integratievoorziening, maken we gebruik van educatietrajecten. Dit wordt betaald uit het volwasseneneducatiebudget. Ook voor dit budget geldt echter dat dit niet toereikend is om iedereen een aanbod te doen. Of we iemand een aanbod kunnen doen hangt af van de beschikbaarheid van een plaats op dat moment. In het kader van het Bondgenootschap laaggeletterdheid wordt in 2016 het gehele aanbod van taaltrajecten in de regio geïnventariseerd. 3. Op basis van welke voorwaarden deelt de gemeente Nijmegen mensen in de groep met perspectief dan wel in de groep zonder perspectief op werk? We hanteren geen voorwaarden op basis waarvan we de mensen in de bijstand indelen in wel of geen perspectief op werk. Een dergelijke beoordeling is naar onze mening altijd een tijdelijke en individuele beoordeling die in de uitvoeringspraktijk wordt gemaakt. Voor de screening van de taalvaardigheid geldt dat we de volgende lijn voorstaan: Voor mensen die vanaf 1 januari 2016 bijstand gaan ontvangen geldt dat we iedereen met een arbeidsverplichting gaan beoordelen op de taaleis. Deze beoordeling vindt plaats via een taaltoets (uitgevoerd door een externe partij). Voor bijstandsgerechtigden die voor 1 januari 2016 al een bijstandsuitkering ontvingen geldt, dat we hun taalvaardigheid gefaseerd gaan beoordelen (vanaf 1 juli 2016). We hebben de keuze gemaakt te starten met de bijstandsgerechtigde die jonger dan 40 jaar is en nog kortdurend een bijstandsuitkering ontvangt. 4. Uit hoeveel mensen bestaat de groep die volgens de gemeente Nijmegen geen perspectief op werk hebben? Deze vraag kunnen we niet beantwoorden (zie toelichting op vraag 3). Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg www.nijmegen.nl BRF raadsvragen taaleis

L Nijmegen, 23 december 2015 Schriftelijke vragen aan het college von burgemeester en wethouders ex ortikel 39 von het Reglement von Orde voor de vergoderingen en ondere werkzoomheden van de raad. Geacht college, ln een artikel in de Gelderlander onder de titel 'Grote gemeenten stellen soepele taaleisen aan bijstandsgerechtigden' werd 16 december jongstleden ingegaan op de nieuwe Wet taaleis die vanaf 1 januari 2016 in werking treedt. Deze wet houdt in dat alle mensen met een bijstandsuitkering het Nederlands moeten beheersen op niveau 1F. Dit is te vergelijken met de taalvaardigheid van een leerling aan het einde van groep acht op de lagere school. ln het artikel kwam naar voren dat de grote gemeenten in Gelderland dat alleen kansrijke bijstandsgerechtigden beoordeeld gaan worden of ze aan de nieuwe taaleisen voldoen. Wie geen perspectief heeft op een baan, wordt In de grote gemeenten met rust gelaten. Een woordvoerster van de gemeente Nil'megen zei: 'Het is de wet en die gaan we uitvoeren. Maar we gaan alleen de taalvaardigheid beoordelen van mensen die perspectief op werk hebben en waarvan we inschatten ze aan de inspanningsverplichting kunnen voldoen.' D66 Nijmegen ziet de nieuwe Wet taaleis als een goed middel om de striid aan te Saan tegen ongeletterdheid en is geschrokken van de berichtgeving in de Gelderlander. Door je als gemeente alleen maar te focussen op de kansrijke mensen voor op de arbeidsmarkt houd je het probleem van ongeletterdheid alleen maar in stand. Daarnaast moet je als overheid voorzichtig zijn om mensen'op te geven'. Daarom de volgende vragen: j.. ts het college het met D66 Nijmegen eens dat de gemeente Niimegen er alles oon moet doen wat in haar mogetijkheden ligt om ongeletterdheid te bestrijden? Za io, ziet het college net ots D66 Nijmegen in de Wet taoleis een mogelíjkheid om ongeletterdheid te bestriiden? 2. ls het coltege het met D66 Nijmegen eens dot juist mensen met een konsorme positie ten opzichte van de arbeidsmarkt ondersteuning van de gemeente moeten krijgen? Zo jo, waarom wordt er don een schit'ting gemoakt bii de Wet tooleis? 3. Op bosis van welke voorwoorden deelt de gemeente Nijmegen mensen in de groep met perspectief don wel in de groep zonder perspectief op werk? 4. Uit hoeveet mensen bestaot de groep die volgens de gemeente Nijmegen geen perspectieí op Hoogachtend, werk hebben? Maarten Groothuizen Toon van Gent Fractievolger )66 Nijmegen

Maatschappelijke Ontwikkeling Cliëntenraad Participatiewet t.a.v. de voorzitter dhr. M. Seveke postbus 9105 (tav M. van der Aalst) 6500 HG Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Ons kenmerk MO00/16.0000322 Contactpersoon Lucile Braam Onderwerp reactie op uw advies over de wet taaleis Datum uw brief Doorkiesnummer (024) 3299522 Geachte heer Seveke, In december 2015 hebben we uw cliëntenraad een concept van ons voorstel over de invoering van de wet taaleis voorgelegd. U heeft dit besproken in uw cliëntenraad en ons later advies gegeven over de invoering van de wet taaleis. We willen uw raad hiervoor bedanken. In deze brief lichten we toe op welke wijze we uw advies hebben opgevolgd, dan wel waarom we uw advies niet hebben opgevolgd. Voor de overzichtelijkheid hebben we uw advies opgedeeld naar zes adviezen. In onderstaand overzicht treft u onze reactie per advies aan. Advies Cliëntenraad Faciliteren van mensen Als mensen een verplichting opgelegd krijgen, moeten ze ook de faciliteiten krijgen om te voldoen aan de verplichting Relatie wet taaleis en inburgeringsplicht De Cliëntenraad vindt de relatie tussen de taaleis en de inburgeringsplicht onvoldoende Reactie college We faciliteren mensen om te voldoen aan hun inspanningsverplichting. De middelen die we kunnen inzetten zijn wel beperkt. We maken in de uitvoering keuzes in de wijze waarop we mensen faciliteren. Daar waar mensen in staat geacht kunnen worden om door zelfstudie hun taal te verhogen, willen we dit aanmoedigen. Daar waar we verwachten dat zelfstudie geen effectief middel is, willen we de beperkte middelen voor de Volwasseneneducatie of Participatiebudget inzetten. Bijkomende kosten voor bijvoorbeeld kinderopvang trachten we zoveel mogelijk te beperken, indien dit toch nodig is, zal een vergoeding voor de (bijkomende) kosten mogelijk zijn. De relatie tussen wet taaleis en de inburgeringsplicht is vastgelegd in de wet. Een nadere toelichting is n de beleidsregels toegelicht: personen waarvoor de www.nijmegen.nl Reactie op advies taaleis

Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Vervolgvel 1 tot uiting komen in de beleidsregels. Prioritering groepen De Cliëntenraad vraagt aandacht voor niet-prioritaire groepen: mensen die al langer in de bijstand zitten. Tevens vragen ze ook om aandacht voor mensen die wettelijk niet hoeven te voldoen aan de taaleis (namelijk de mensen zonder arbeidsplicht) Mensen zonder potentie om te voldoen aan de wet taaleis De Cliëntenraad pleit ervoor mensen die geen potentie hebben te voldoen aan de taaleis te ontzien. Inspanningsverplichting en geen of geen tijdig aanbod Wat zijn de gevolgen voor iemand met een inspanningsverplichting, maar die geen passend aanbod voor het verwerven van de taal kan krijgen? Taalmaatje De Cliëntenraad pleit ervoor om taalbegeleiding via taalmaatjes uit te voeren. inburgeringsplicht geldt, volgen een inburgeringscursus welke wordt afgerond met het inburgeringsexamen. Dit examen is op niveau A2, wat vergelijkbaar is met het referentieniveau 1F. wanneer eenpersoon op grond van de Wet inburgering reeds begonnen is met een traject gericht op verbetering van zijn beheersing van de Nederlandse taal, wordt hiermee voldaan aan de inspanningsverplichting. Op grond van de Wet inburgering moeten we als gemeente wel monitoren dat een persoon ook tijdens het inburgeringstraject voldoende voortgang maakt. We hebben besloten om aan de vereisten en de geest van de nieuwe wetsbepaling te voldoen. Dit betekent dat we de taal van mensen met arbeidsplicht beoordelen en de prioriteit geven aan de mensen met perspectief op werk. Het bestrijden van laaggeletterdheid in brede zin doen we in onze voortrekkersrol in het Bondgenootschap laaggeletterdheid en de Volwasseneneducatiedoelen. Als blijkt uit een verklaring van de onderwijsinstelling dan wel uit een leerbaarheidstoets dat iemand niet kan voldoen aan de taaleis, leggen we geen inspanningsverplichting op. De externe partij die de taaltoetsen afneemt, heeft de mogelijkheid om ook een leerbaarheidstoets af te nemen. De uitkomsten van beide toetsen benutten we om de inspanningsverplichting wel of niet op te leggen. Het taalplan wordt in samenspraak met de klant opgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met een eventueel taalaanbod en de start (dan wel wachttijd) van dat taalaanbod. De mogelijkheden hiervoor gaan we in 2016 nader verkennen. Dit gaan we doen in het kader van onze voortrekkersrol in het Bondgenootschap laaggeletterdheid. www.nijmegen.nl Reactie op advies taaleis

Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Vervolgvel 2 Wij hopen dat we uw vragen, reacties en adviezen naar tevredenheid hebben beantwoord. We willen u (wederom) danken voor de genomen moeite om ons van advies te voorzien! Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg www.nijmegen.nl Reactie op advies taaleis

L.S, Graag geven wij, als cliëntenraad een reactie op het voorstel betreffende Invoering van de Wet Taaleis d.d. 20 november 2015. De wet is een gegeven waarin vooral veel verantwoordelijkheden beschreven staan voor de cliënt. De wet legt de Gemeente geen verplichting op om belanghebbenden financieel te ondersteunen bij het verbeteren van de taalvaardigheid. Wij waarderen het dan ook dat de Gemeente ernaar streeft zoveel als mogelijk hierbij wél te faciliteren en hen een taalaanbod te doen. De groepbijstandsgerechtigden heeft niet de middelen om het zelf te financieren en de andere genoemde manieren om de taal te leren zijn vaak meer aanvullend dan dat er sprake kan zijn van vervanging van onderwijs. Tegelijkertijd is dit een punt waar wij, als cliëntenraad vragen bij hebben. Bij het inkopen van taalonderwijs gaat het om grote bedragen. Vanuit de praktijk ervaren wij dat er momenteel vaak sprake is van wachtlijsten. Wij zouden dan ook graag inzicht krijgen in de extra middelen die hiervoor ter beschikking worden gesteld, willen we het voornemen om te faciliteren naar waarde kunnen schatten. Dit met name omdat de formulering zoveel als mogelijk vragen oproept. Wil je mensen een verplichting opleggen, dan vinden wij het niet meer dan terecht dat men ook de mogelijkheid krijgt dit te kunnen waarmaken. Wij vragen hierbij ook aandacht voor voorzieningen die nodig zijn om het taalonderwijs te kunnen volgen zoals bijvoorbeeld kinderopvang. De wet is niet van toepassing op mensen waarvoor geen arbeidsverplichting geldt. Ook voor deze groep blijft taal een middel om te kunnen participeren in de samenleving. Wij hopen dan ook dat hier aandacht voor blijft bestaan zodat ook deze groep in aanmerking blijft komen voor taalonderwijs. Wat betreft de voorgestelde beleidsregels missen wij vooral een toelichting op hoe deze wet zich verhoudt tot de al bestaande controle op de plichten van de Wet Inburgering. Logisch zou bijvoorbeeld zijn dat stap a zou zijn; bewijs dat de bijstandsgerechtigde momenteel valt onder de Wet Inburgering. Wij nemen aan dat deze wet gezien wordt als een voorliggende voorziening en dat er geen sprake zal zijn van een dubbele controle. We zien dit niet terug in de beleidsregels, behalve dan, daar waar het gaat om het moment dat er reeds een diploma inburgering is. Ook stellen wij vragen wat betreft de keuze van fasering m.b.t. de prioritaire doelgroepen n.l. bijstandsgerechtigden die zojuist zijn ingestroomd en jongeren. Wij zien allerlei argumenten die pleiten voor een keuze voor deze doelgroep. Dit heeft echter tegelijkertijd het risico dat mensen die langer in de bijstand zitten niet aan bod komen en steeds kwetsbaarder worden op de arbeidsmarkt. Graag uiten wij tevens onze zorg voor bijstandsgerechtigden die al eerder een traject volgden waarbij tot uiting kwam dat zij niet de potentie lijken te hebben om het genoemde niveau te behalen. Dit is een groep die wij in de praktijk regelmatig tegenkomen. Het zou frusterend zijn voor de persoon om weer een nieuw traject in te zetten. Daarnaast lijkt het niet raadzaam hierbij onnodig middelen in te zetten. We zouden er daarom voor pleiten in deze gevallen de mogelijkheid te geven om te kunnen volstaan met een verklaring van de desbetreffende onderwijsinstelling waarin staat dat betrokkene ondanks voldoende inspanningen niet in staat is geweest het niveau te behalen.

Bij stap 3 wordt de inspanningsverplichting beschreven van de bijstandsgerechtigden. Wij vragen ons af wat de consequentie zal zijn wanneer betrokkene zich wel heeft ingespannen maar uiteindelijk geen passend aanbod heeft kunnen krijgen. Bij stap 4 wordt gesproken over een redelijke termijn. Gezien het feit dat de hoge toestroom van vluchtelingen samenvalt met het moment dat de Wet Taaleis voor het zittende bestand wordt ingevoerd [na 1 juli 2016], lijkt het extra van belang te definiëren wat onder een redelijke termijn wordt verstaan. Beide ontwikkelingen zullen n.l de druk op het taalonderwijs vergroten. Onze vragen hebben met name betrekking op de benodigde middelen. Daarom tot slot nog een meer praktische opmerking. In het stuk wordt gesproken over het feit dat de regering wijst op o.a. de mogelijkheid van een taalmaatje als zijnde een niet formele mogelijkheid. Ervaringen met het inzetten van taalmaatjes vanuit verschillende organisaties in Nijmegen wijzen uit dat er voor deze vorm van (semi-formele) taalbegeleiding vaak veel vrijwilligers te vinden zijn, in veel gevallen ook met een min of meer passende opleiding. Alhoewel hier ook middelen voor nodig zijn kan het een prima [wat goedkopere] aanvulling zijn op verdere onderwijsvormen. Daarnaast dient het ook een breder doel n.l zoveel mogelijk contact tussen Nederlanders en mensen van allochtone afkomst. Tot zover onze reactie! Met vriendelijke groet, Cliëntenraad Nijmegen

Beleidsregels Taaleis gemeente Nijmegen 2016 Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen, Gelet op de bepaling van artikel 18b van de Participatiewet, BESLUIT: Artikel 1. Begripsbepalingen 1.Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht. 2.In deze beleidsregels wordt verstaan onder: Besluit taaltoets: Besluit taaltoets Participatiewet. college: het college van burgemeester en wethouders; Inburgering: de Wet inburgering. Participatiewet: de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz). referentieniveau: het fundamentele niveau (F-niveau) taal en rekenen volgens de richtlijnen van de Rijksoverheid. taalplan: een plan dat wordt opgesteld door de gemeente waarin staat wat het startniveau van belanghebbende is, welk niveau haalbaar is en hoe lang belanghebbende nodig heeft om dit niveau te bereiken. uitkering: de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet en de uitkering in het kader van de IOAW en IOAZ; Wet educatie: de wet van 9 juli 2014 tot wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van een specifieke uitkering educatie en het vervallen van de verplichte besteding van educatiemiddelen bij regionale opleidingencentra. Wet taaleis: de wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal toe te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB). Artikel 2. Aantonen beheersing Nederlandse taal. Dit kan op drie manieren: a. Wanneer belanghebbende in de leerplichtige leeftijd tenminste acht jaren in Nederland heeft gewoond wordt ervan uitgegaan dat door belanghebbende gedurende acht jaar Nederlandstalig onderwijs is gevolgd. b. Met rapporten of diploma s van erkende Nederlandse onderwijsinstellingen toont belanghebbende het volgen van Nederlandstalig onderwijs aan (zowel basis- als voortgezet/beroepsonderwijs). Dat kan ook particulier of Nederlandstalig onderwijs in het buitenland zijn. c. Een diploma inburgering of gelijkwaardig geldt als bewijs dat belanghebbende de Nederlandse taal beheerst en aan de taaleis voldoet. Artikel 3. Taaltoets De taaltoets wordt uitgevoerd door een externe partij in opdracht van het Werkbedrijf Regio Rijk van Nijmegen. Artikel 4. Geen taaltoets De taaltoets wordt niet afgenomen in de volgende situaties: 1

a. Als tijdens een vorige uitkeringsperiode al een toets is afgenomen en is vastgesteld dat belanghebbende de Nederlandse taal beheerst; b. Als tijdens een vorige uitkeringsperiode al een toets is afgenomen en is vastgesteld dat belanghebbende de Nederlandse taal onvoldoende beheerst, maar ook is vastgesteld dat door in de persoon gelegen factoren belanghebbende niet is staat is om de Nederlandse taal op referentieniveau 1F machtig te worden. c. Belanghebbenden die een uitkering hadden in een andere gemeente en in die gemeente al een toets hebben afgelegd. De toetsresultaten kunnen worden overgenomen, tenzij deze onvoldoende zekerheid bieden over de actuele taalvaardigheid. d. Uit zijn aard kortdurende bijstand. Dat kan zich bijvoorbeeld voordoen bij op handen zijnde emigratie of bij een ongeneeslijke terminale ziekte. Artikel 5. Kennisgeving en (geen) bereidverklaring Is de uitkomst van de toets dat belanghebbende niet aan de taaleis voldoet, dan wordt de volgende procedure gevolgd: a. Belanghebbende krijgt een gesprek waarbij hij de uitslag van de taaltoets hoort en een taalplan op maat krijgt aangeboden. Wanneer belanghebbende akkoord gaat met het taalplan tekent hij de taalovereenkomst. Dit is de bereidverklaring om te starten met het leertraject dat leidt tot kennis van de Nederlandse taal op referentieniveau 1F. Wanneer belanghebbende niet akkoord gaat met het taalplan wordt de bijstand beoordeeld volgens de regels in artikel 18b van de Participatiewet. b. Belanghebbende ontvangt binnen acht weken na het afleggen van de taaltoets de kennisgeving met de uitslag van de taaltoets. Artikel 6. Aanbod taalplan Belanghebbende krijgt een taalplan op maat aangeboden namens het college. Artikel 7. Het volgen van de voortgang van het taalplan Het taalplan is het uitgangspunt voor de beoordeling van de inspanningen van belanghebbende. Artikel 8. Het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid Elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt in ieder geval als er: a. Een ontheffing is in het kader van de Wet inburgering; b. Er sprake is van een gediagnosticeerd leerprobleem of; c. Diverse malen een taalcursus gevolgd is en vastgesteld is door de educatie-instelling dat door in de persoon gelegen factoren belanghebbende niet is staat is om de Nederlandse taal op referentieniveau 1F machtig te worden. Artikel 9.Relatie met Wet inburgering Wanneer belanghebbende begonnen is met een leertraject in het kader van de Wet inburgering, kan dit worden aangemerkt als voldoende inspanning van de kant van belanghebbende, zoals bedoeld is in de Wet taaleis. Artikel 10. Relatie met de Wet educatie Wanneer belanghebbende voor de ingangsdatum van de Wet taaleis begonnen is met een taalplan in het kader van de Wet educatie en dit traject loopt nog, kan dit aangemerkt worden 2