VERSLAG VAN WERKZAAMHEDEN + KRITISCHE REFLECTIE MBO-3/MBO-4 SCHOEVERS

Vergelijkbare documenten
VERSLAG VAN WERKZAAMHEDEN + KRITISCHE REFLECTIE MBO-3/MBO-4 SCHOEVERS

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. New School Routing Academy Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst)

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Opleidingsinstituut Thomas BV

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Hout- en Meubileringscollege

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Studiecentrum Minerva

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten

Opbrengstgericht taalonderwijs

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Kok (Zelfstandig werkend kok)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. IMKO Opleidingen te s-hertogenbosch

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Instituut Memo

Onderwijskundig jaarverslag

KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Nederlandse Kappersakademie te Rotterdam

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Leidse Onderwijsinstellingen BV

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker

Format OER voor 2011 competentiegerichte opleidingen in het nieuwe format

Onderwijs- en examenregeling

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam te Rotterdam

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Mbo-Verpleegkundige Reizen (Verkoper reizen)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Amice

EXAMENPLAN Leerweg Cohort Startdatum Naam kwalificatiedossier. Commercieel medewerker BOL 2018 aug Commercie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. ARD International BV (Guard Group)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Clusius College te Alkmaar

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. ROC van Amsterdam. ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost)

Verslag van werkzaamheden schooljaar

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus)

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding commercieel medewerker 2017 en 2018

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. AFDELING UITERLIJKE VERZORGING Opleiding Kapper / Junior kapper

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Landstede te Zwolle. Recreatiedieren (Ondernemer/manager recreatiedieren), locatie Raalte

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Heering Consultancy Opleidingen B.V.

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ROC WEST-BRABANT FLORIJN COLLEGE. Opleidingen Commercieel medewerker

Gelders Opleidingsinstituut B.V.

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding: De examencommissie stelt je hierbij op de hoogte van de volgende Wijziging op bovengenoemde OER

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC TOP Sociaal-cultureel werker Sociaal werk

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Da Vinci College. Verkoper (Verkoper detailhandel) / Verkoper

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Medewerker schilderen (Gezel schilder totaalonderhoud)

Onderwijs- en examenreglement

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Pedagogisch Werk, niveau 3

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. (medewerker toezicht en veiligheid)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Zadkine te Rotterdam. ICT- en mediabeheer (ICT-beheerder)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ROC EINDHOVEN. Opleiding Assistent Mobiliteitsbranche

Wijzigingsblad OER. Cohort _K16_OER_23183_Pedagogisch Werk 14_K16_EXAMENPLAN_25485_Onderwijsassistent

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

KWALITEITSONDERZOEK MBO

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. M & M Opleidingen B.V.

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC De Leijgraaf Mbo-Verpleegkundige

Onderwijs- en examenreglement

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Friesland College te Leeuwarden. Ondernemer detailhandel

Onderwijs- en examenregeling

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ROC EINDHOVEN. Opleiding Manager Opslag en Vervoer

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Zorgcollege

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. De Groene Welle te Hardenberg. Dierenartsassistent Paraveterinair 97590

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Tio

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Operator (Voedingsoperator) Operator (Operator A)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij SKJ SABA REACH FOUNDATION

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Opleidingsinstituut voor Politie- en Beveiligingspersoneel BV

Kwaliteitsonderzoek naar examinering en diplomering bij

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Middelbaar Beroepsonderwijs bij. Scholengemeenschap Bonaire

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC van Amsterdam te Amsterdam

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (p2) (HKS, vanaf augustus 2016)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

Studiegids opleiding. Vormgeven communicatie & ruimte. Fase 1 - Cohort Kwalificatiedossier Ruimtelijke Vormgeving 2015

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Opleidingsinstituut Thomas te Den Bosch

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Onderwijsassistent (p3) (HKS, vanaf augustus 2016)

Verslag van werkzaamheden 2017

Onderwijs- en examenreglement

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Kuva Opleidingen

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Arcus College

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Medewerker ICT

Wijzigingsblad OER. Pedagogisch Medewerker Kinderopvang Crebonummer kwalificatiedossier Crebonummer kwalificatie Niveau 3

Inspecteur van het Onderwijs

Examenplan 1.Overzicht

Examenplan 1.Overzicht

Zelfstandig werkend kok 95420

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Onderwijsassistent

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker

Onderwijs- en Examenregeling

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Stichting Onderwijsgroep Tilburg ROC Tilburg

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING VAVO. VAVO Rijnmond College, Albeda-Zadkine te Rotterdam. Opleiding vwo

EXAMENPLAN 2016 Crebocode: 23183, Leerweg: bol / bbl / Maatwerktrajecten

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding bedrijfsadministrateur cohort 16. bedrijfsadministrateur

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Onderwijsassistent. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Verslag van werkzaamheden Doktersassistente Crebo Instituut Memo Snoeckgensheuvel HL Amersfoort Telefoon:

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Zadkine te Rotterdam. Kapper (Junior kapper)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Studiecentrum Minerva te Almere

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Onderwijsassistent vestiging Raalte

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Bedrijfsadministrateur Bedrijfsadministrateur

nummer Chauffeur goederenvervoer Chauffeur goederenvervoer Akkoord Voorzitter Examencommissie Vastgesteld namens het College van Bestuur

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Edudelta College Goes te Goes. Dierverzorging 2 (Medewerker dierverzorging)

ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

Opleidingsplan. Middenkader engineering Crebo opleiding Uitstroomdifferentiaties Technicus engineering Installatietechniek

Transcriptie:

VERSLAG VAN WERKZAAMHEDEN + KRITISCHE REFLECTIE MBO-3/MBO-4 SCHOEVERS STUDIEJAAR 2013/2014

Inhoud Inleiding... 4 Kenmerken... 5 1 Algemene informatie... 7 1.1 Ontstaan en groei van de Schoevers Groep... 7 1.2 Ambitie... 7 1.3 Kernwaarden... 8 1.4 Organisatiestructuur Schoevers... 9 1.5 Het onderwijsaanbod van Schoevers... 11 Gebied 1, Onderwijsproces... 12 2 Programma, samenhang... 13 2.1 Doelstelling... 13 2.2 Uitvoering... 13 2.3 Monitoring... 15 2.4 Resultaten 2013/2014... 15 2.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 16 3 Programma, didactisch handelen... 17 3.1 Doelstelling... 17 3.2 Uitvoering... 17 3.3 Monitoring... 18 3.4 Resultaten 2013/2014... 18 3.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 18 4 Programma, Leertijd... 20 4.1 Doelstelling... 20 4.2 Uitvoering... 20 4.3 Monitoring... 21 4.4 Resultaten 2013/2014... 21 4.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 21 5 Programma, Leeromgeving... 23 5.1 Doelstelling... 23 5.2 Uitvoering... 23 5.3 Monitoring... 23 5.4 Resultaten 2013/2014... 24 5.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 24 6 Begeleiding, Intake en plaatsing... 26 6.1 Doelstelling... 26 6.2 Uitvoering... 26 6.3 Monitoring... 26 6.4 Resultaten 2013/2014... 26 6.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 27 7 Begeleiding, Informatievoorziening... 28 7.1 Doelstelling... 28 7.2 Uitvoering... 28 7.3 Monitoring... 28 7.4 Resultaten 2013/2014... 28 7.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 29 8 Begeleiding, Studieloopbaanbegeleiding... 30 8.1 Doelstelling... 30 8.2 Uitvoering... 30 8.3 Monitoring... 32 8.4 Resultaten 2013/2014... 32 8.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 33 9 Leren in de beroepspraktijk... 34 9.1 Doelstelling... 34 9.2 Uitvoering... 34 9.3 Monitoring... 35 2

9.4 Resultaten 2013/2014... 36 9.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 38 10 Praktijkgerichtheid... 39 10.1 Doelstelling... 39 10.2 Uitvoering... 39 10.3 Monitoring... 40 10.4 Resultaten 2013/2014... 40 10.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 40 Gebied 2, Examinering... 41 11 Exameninstrumentarium, afname en beoordeling... 42 11.1 Doelstelling... 42 11.2 Uitvoering... 42 11.3 Monitoring... 45 11.4 Resultaten 2013/2014... 46 11.5 Ontwikkelingen/verbeteracties... 46 12 Diplomering... 47 12.1 Doelstelling... 47 12.2 Uitvoering... 47 12.3 Monitoring... 47 12.4 Resultaten 2013/2014... 47 12.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 48 Gebied 3, Opbrengsten... 49 13 Diplomaresultaat... 50 13.1 Doelstelling... 50 13.2 Resultaten 2013/2014... 50 14 Uitval... 51 14.1 Doelstelling... 51 14.2 Resultaten 2013/2014... 51 Gebied 4, Kwaliteitsborging... 52 15 Kwaliteitsborging... 53 15.1 Sturing... 53 15.2 Beoordeling... 53 15.3 Verbetering en verankering... 55 15.4 Dialoog en verantwoording... 55 16 Kwaliteitsdoelstellingen... 57 16.1 Inleiding... 57 16.2 Indicatoren en resultaten cyclische kwaliteitsdoelen 12/13... 57 16.3 Resultaten specifieke kwaliteitsdoelen 13/14... 59 16.4 Kwaliteitsdoelen 2014/2015... 59 Gebied 5, Naleving Wettelijke vereisten... 60 17 Naleving Wettelijke vereisten... 61 Gebied 6, Kwaliteit van het leraarschap... 62 18 Didactisch handelen en professionalisering docenten... 63 18.1 Doelstelling... 63 18.2 Uitvoering... 63 18.3 Monitoring... 66 18.4 Resultaten 2013/2014... 66 18.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties... 67 3

Inleiding Dit verslag van werkzaamheden heeft betrekking op de competentiegerichte opleidingen van Instituut Schoevers B.V. die vallen onder de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, te weten: Secretaresse (CREBO-nummer 95380), WEB-niveau 3, BOL Secretaresse (CREBO-nummer 95380), WEB-niveau 3, BBL (Philips project) Directiesecretaresse/Managementassistent (CREBO-nummer 95391), WEB-niveau 4, BOL In dit verslag van werkzaamheden is tevens opgenomen de kritische reflectie over studiejaar 2013/2013. Het verslag is opgesteld aan de hand van de door de Onderwijsinspectie gedefinieerde kwaliteitsgebieden en de daarbij benoemde aspecten. Per hoofdstuk is een indeling gemaakt in doelstellingen, uitvoering, monitoring, resultaat en ontwikkelingen/verbeterplannen. In najaar 2014 heeft de onderwijsinspectie de mbo4 opleiding Directiesecretaresse/Managementassisten van Schoevers onderzocht. De inspectie concludeert het volgende. Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen we dat er geen risico s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast concluderen we dat de kwaliteitsborging bij Instituut Schoevers BV voldoende is. We gaan er op basis van deze conclusie vanuit, dat de instelling voldoende zicht heeft op de onderwijskwaliteit en in staat is om ook in de toekomst de risico s voor de onderwijskwaliteit te voorkomen, danwel vroegtijdig te signaleren en te verhelpen. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we één opleiding onderzocht. Bij deze opleiding hebben we alles voldoende beoordeeld. Op grond van de bevindingen met betrekking tot de kwaliteitsborging, en op grond van het kwaliteitsonderzoek bij de steekproefopleiding is er voor de inspectie geen aanleiding voor vervolgonderzoek. Vanzelfsprekend biedt het rapport van de inspectie aanknopingspunten voor verdere verbeteringen. Hoewel dit verslag van werkzaamheden formeel terugblikt op het laatste geheel afgeronde studiejaar (2013/2014) is er daarom voor gekozen bij deze punten steeds ook de in studiejaar 2014/2015 ingezette verbeteracties te vermelden. Het verslag ligt ter inzage op het hoofdkantoor van Schoevers te Houten en op alle vestigingen van Schoevers en is gepubliceerd op www.schoevers.nl. Houten, februari 2015 Marco Broeknellis en Ingrid Kolenbrander Directieteam Schoevers 4

Kenmerken Secretaresse Instelling Schoevers College Adres Papiermolen 10 3994 DK HOUTEN BRIN-nummer 24GP Telefoon (030) 2808 770 Fax (030) 2808 775 Opleiding Secretaresse Niveau WEB niveau 3 CREBO code 95380 Aard Omvang Onderwijslocaties Initiële, voltijdse opleiding (BOL) 1600 sbu Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht Secretaresse Instelling Schoevers College Adres Papiermolen 10 3994 DK HOUTEN BRIN-nummer 24GP Telefoon (030) 2808 770 Fax (030) 2808 775 Opleiding Secretaresse Niveau WEB niveau 3 CREBO code 93233 Aard Omvang Onderwijslocaties Opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) 1600 sbu Eindhoven (Maatwerktraject i.s.m. Philips) 5

Directiesecretaresse Instelling Schoevers College Adres Papiermolen 10 3994 DK HOUTEN BRIN-nummer 24GP Telefoon (030) 2808 770 Fax (030) 2808 775 Opleiding Directiesecretaresse/Managementassistent Niveau WEB niveau 4 CREBO code 95391 Aard Omvang Onderwijslocaties Initiële, voltijdse opleiding (BOL) 1600 sbu Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht 6

1 Algemene informatie 1.1 Ontstaan en groei van de Schoevers Groep In 1913 startte Adriaan Schoevers een opleidingsinstituut voor kantoor en handel. In de ruim honderd jaar van zijn bestaan is het opleidingsinstituut uitgegroeid tot wat nu heet de Schoevers Groep. De Schoevers Groep omvat de volgende onderdelen. Schoevers Opleidingen (Instituut Schoevers BV): biedt vanuit zes vestigingen erkende mbo- en hbo-opleidingen aan in voltijd en deeltijd. Hogeschool Schoevers en Schoevers College zijn werknamen van Schoevers Opleidingen. Schoevers Academie levert beroepsopleidingen, cursussen en open trainingen voor werkenden. Schoevers Incompany levert maatwerktrainingen en open trainingen voor bedrijfsleven en overheden met daarnaast onderzoek, advisering en coaching. Schoevers Baanbemiddeling is specialist in arbeidsbemiddeling voor managementondersteuners. 1.2 Ambitie Schoevers werkt vanuit het uitgangspunt life long learning. De snelle ontwikkelingen in de huidige kennissamenleving maken het nodig om voortdurend bij te leren. Wat gisteren werd geleerd, is morgen wellicht volkomen achterhaald. Het is zaak kritisch vast te stellen wat binnen een beroepsopleiding de harde kern aan beroepsspecifieke competenties vormt, en wat als het ware een variabel deel is. De afgestudeerden dienen in ieder geval te beschikken over die harde kern aan beroepsspecifieke competenties en dienen bovendien in staat te zijn na afronding van hun mbo- of hbo-opleiding nieuwe bekwaamheden (kennis, inzicht en vaardigheden) in belangrijke mate zelfstandig te verwerven. De Schoevers Groep kent een viertal activiteiten; voltijdopleidingen, deeltijdopleidingen, training/advies en baanbemiddeling. Teneinde het concept van life long learning concreet vorm te geven, heeft Schoevers de work & learn cycle ontwikkeld. Deze cycle visualiseert Schoevers als fullservice-organisatie voor iedere stap in de loopbaan van een student: leren èn werken. 7

1.3 Kernwaarden Werd Schoevers vroeger geassocieerd met Pumps, Parelkettingen en Plooirokken. Nu kent Schoevers de volgende vier P s als kernwaarden:: Praktijkgericht, Persoonlijk, Performance en Prettig. De opleidingen van Schoevers sluiten aan bij de beroepspraktijk, kenmerken zich door persoonlijke aandacht voor de talenten van de student, stimuleren de student tot performance en excelleren en waarborgen dat de omstandigheden van intake tot diploma-uitreiking door de student als prettig worden ervaren. De kernwaarden zijn belangrijk binnen Schoevers. Ze spelen een grote rol bij de selectie van medewerkers en vormen de basis van de omgang met elkaar en met de studenten. De kernwaarden worden breed gedragen in de organisatie. In de volgende paragrafen wordt weergegeven hoe de kernwaarden concreet vorm krijgen. Persoonlijk en prettig Docenten zijn degenen die de 4 Ps van Schoevers inhoud geven door hun persoonlijke benadering en het creëren van een prettige leeromgeving. Studenten waarderen dat: Schoevers docenten worden zowel bij interne als bij externe evaluaties bijzonder goed beoordeeld door studenten. Het docentencorps van Schoevers is een mix van theoretisch geschoolde docenten en docenten die hun sporen verdiend hebben in de beroepspraktijk. Schoevers streeft naar brede inzetbaarheid van docenten, niet alleen uit praktische overwegingen maar ook omdat de ervaring is dat juist het lesgeven aan voltijdstudenten in combinatie met het lesgeven aan studenten die een opleiding volgen naast hun werk, de ontwikkeling van de docent bevordert en hen betrokken houdt bij de beroepspraktijk. De persoonlijke aandacht voor de student uit zich ook in begeleidingsmogelijkheden die aansluiten bij de persoonlijke behoeften van de student. Begeleiding bij de studiekeuze is er via een persoonlijk intakegesprek. Begeleiding tijdens de studie krijgt vorm via mentoren, tutoruren en een zorgvuldige begeleiding van stage en afstuderen. Overigens staat de P van persoonlijk hier niet voor pamperen, maar heeft de begeleiding ten doel de student te helpen zijn persoonlijke talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Praktijkgericht In de opleidingsvisie van Schoevers staat: De opleidingen van Schoevers kenmerken zich door een hoge mate van beroepsgerichtheid en een consequente koppeling van leren aan werken. Het beroep wordt in de opleiding gehaald. Waar mogelijk door de student daadwerkelijk kennis en ervaring te laten opdoen op de werkplek en anders in gesimuleerde praktijkomstandigheden. Afgestudeerden beschikken op die manier niet alleen over actuele beroepsspecifieke kennis en vaardigheden (competenties) maar zijn bovendien in staat zelfstandig nieuwe kennis en vaardigheden te verwerven. De P van praktijkgerichtheid is op verschillende manieren in de organisatie verankerd. Input vanuit het beroepenveld is er via de klankbordgroep Secretarieel, waarin net beginnende beroepsbeoefenaars (Schoevers alumni) en ervaren professionals ten minste twee maal per jaar meedenken en meepraten over de invulling van de opleidingen. Daarnaast is er directe input vanuit het beroepenveld via de contacten met zusterorganisaties Schoevers Baanbemiddeling en Schoevers Incompany, via stagebedrijven en alumni. 8

Deelnemers krijgen van meet af aan beroepsgerichte, geïntegreerde leerstof voorgelegd. Een deel van het curriculum is thematisch van aard. Deelnemers werken in hun opleiding op gevarieerde wijze aan beroepstaken die in de vorm van opdrachten aan hen worden gegeven. Een deel van de lesuren staat in dienst van die opdrachten. Schoevers werkt voor zowel mbo3 als mbo4 met praktijkexamendagen bij de examinering. De vakken Nederlands, Engels, Financiële calculatie, Secretariaatspraktijk, Zakelijk telefoneren worden tijdens deze dagen geïntegreerd getoetst. De ervaringen van studenten en docenten met deze manier van toetsen zijn positief. Performance Aan de basis van de opleidingen liggen het door Ecabo opgestelde kwalificatiedossier Secretariële beroepen en de daarin vermelde kerntaken en werkprocessen. Schoevers vindt het belangrijk dat studenten uiteindelijk het te realiseren eindniveau bereiken en goed toegerust de arbeidsmarkt opgaan. Schoevers verwacht wat van zijn deelnemers. Aanwezigheid bij de lessen en open staan voor feedback van medestudenten en docenten horen daarbij. In iedere situatie wordt de beroepscontext als uitgangspunt genomen. Zo bereidt de deelnemer zich optimaal voor op de rollen die hij/zij in de beroepspraktijk gaat vervullen. Voor het verkrijgen van een adequate beroeps- en werkhouding wordt er veel aandacht besteed aan de sociale kant van leren en werken. De sociale kant van werken wordt vormgegeven door werkvormen waarbij samenwerking, teamvorming en werkverdeling van belang zijn. 1.4 Organisatiestructuur Schoevers 1.4.1 Directie Marco Steenveld en Ingrid Kolenbrander vormen sinds oktober 2014 het directieteam van de Schoevers Groep. 1.4.2 Management- en coördinatiestructuur Hogeschool Schoevers Schoevers College kent in de organisatiestructuur twee lijnen: een managementlijn en een onderwijslijn. De lijnen komen samen bij het directieteam, dat verantwoordelijk is voor de besluitvorming. Managementlijn De managementlijn loopt van het directieteam naar de vestigingsmanagers en via hen naar de opleidingscoördinatoren en de docenten en medewerkers op de vestigingen. Commerciële, financiële en organisatorische besluitvorming vindt langs deze lijn plaats. Het directieteam is verantwoordelijk voor de efficiënte en servicegerichte uitvoering van het onderwijs en de beoogde groei. Schoevers kent 6 vestigingen, te weten: Amsterdam Arnhem Den Haag Eindhoven Rotterdam Utrecht De vestigingsmanager is verantwoordelijk voor de uitvoering van het landelijk beleid op regionaal niveau en is verantwoordelijk voor de kwaliteit, studenttevredenheid en 9

resultaten van zijn eigen vestigingen. Iedere vestigingsmanager stuurt twee vestigingen aan. De opleidingscoördinator is het dagelijkse aanspreekpunt voor studenten en docenten en is verantwoordelijk voor de interne organisatie op de vestiging. Onderwijslijn De onderwijslijn loopt van het directieteam via de afdeling Onderwijs & Ontwikkeling naar de landelijk vakcoördinatoren en vervolgens naar vakgroepen en docenten. Onderwijsinhoudelijke besluitvorming vindt langs deze lijn plaats. De afdeling Onderwijs en Ontwikkeling De afdeling O & O staat onder leiding van de manager O & O en is een stafafdeling die zich, centraal voor alle vestigingen, bezighoudt met het ontwikkelen en herzien van de onderwijsprogramma s binnen de kaders van de WHW en WEB. De afdeling is ook verantwoordelijk voor de samenwerking met CITO met betrekking tot de tentamenontwikkeling. De afdeling O & O adviseert het directieteam over gewenste en noodzakelijke wijzigingen in het curriculum. Landelijk vakcoördinatoren Onder verantwoordelijkheid van de manager O & O vallen ook de landelijk vakcoördinatoren. Er zijn vakcoördinatoren voor de vakgebieden: Management en organisatie Marketing/Bedrijfskunde Communicatie/PR Nederlands Engels Duits Spaans Communicatieve vaardigheden/officemanagement Informatica Onderzoeksvaardigheden (alleen hbo) Het vakgebied Beroepsvorming wordt inhoudelijk gecoördineerd door de onderwijskundigen van de afdeling O & O. Docenten Docenten worden vakinhoudelijk aangestuurd door de Landelijk vakcoördinator. Voor alle andere zaken (functioneren, inzet, urenverantwoording, studiebegeleiding, etc.) rapporteren zij aan de vestigingsmanager. Docenten hebben via vakgroepvergaderingen rechtstreeks invloed op het onderwijsprogramma. De landelijk vakcoördinator neemt op basis van de input van de docenten en in overleg met de afdeling O & O, de besluiten en informeert hierover de docenten via de vakgroepvergadering, via intranet en via nieuwsbrieven. Vakgroepvergaderingen vinden ten minste twee maal per jaar plaats. Binnen de organisatie bestaat een gezond spanningsveld tussen de managementlijn en de onderwijslijn. In het vestigingsmanagersoverleg, onder leiding van het directieteam, waar bij onderwijsinhoudelijke punten ook de manager O & O bij aanwezig is, en in de vergaderingen van de manager O & O met de vakcoördinatoren, waarbij ook een vestigingsmanager aanwezig is, worden de discussies vanuit beide perspectieven gevoerd. 10

1.4.3 Examencommissie De examencommissie houdt zich (conform artikel 7.4.5 van de WEB) specifiek bezig met de toetsing en examinering van de opleiding en het afgeven van diploma s. Het directieteam van Schoevers benoemt de leden van de examencommissie. De examencommissie van Schoevers verricht taken en werkzaamheden voor de erkende mbo en de hbo-opleidingen van Schoevers alsmede voor de eigen Schoevers trajecten. De examencommissie verricht haar taken en werkzaamheden voor zowel de voltijd- als de deeltijdopleidingen. De examencommissie verricht haar taken en werkzaamheden voor alle Schoevers vestigingen. Documenten die door de examencommissie worden uitgegeven gelden voor alle Schoevers studenten. Voorzitterschap en secretariaat van de examencommissie zijn belegd bij de afdeling O & O. Docenten zijn in de examencommissie vertegenwoordigd door de landelijk vakcoördinatoren van de vakgebieden: Marketing, Management en Nederlands. In 2013 is Dr. Ruud Klarus, lector bij de HAN, als extern lid toegetreden tot de examencommissie. Samenstelling, taken en bevoegdheden van de examencommissie zijn vastgelegd in het examenreglement. 1.5 Het onderwijsaanbod van Schoevers In het studiejaar 2013/2014 omvatte het aanbod van Schoevers de volgende beroepsopleidingen: Hogeschool Schoevers, hbo-opleidingen: - Bachelor Commercieel Communicatiemanagement, voltijd en deeltijd - Associate degree Officemanagement, voltijd en deeltijd Schoevers College mbo-opleidingen (competentiegericht): - Secretaresse (mbo3 WEB-diploma) BOL - Directiesecretaresse/Managementassistent (mbo4 WEB-diploma) BOL Voor Philips heeft Schoevers in Eindhoven als maatwerktraject de BBL-opleiding Secretaresse verzorgd. (mbo3 WEB-diploma) 1.5.1 Relatie mbo/hbo Vanzelfsprekend is Schoevers erbij gebaat het voor studenten zo aantrekkelijk mogelijk te maken om binnen de eigen onderwijsorganisatie door te stromen. Aan potentiële doorstromers wordt dan ook op vele manieren aandacht besteed: er zijn aparte informatierondes, persoonlijke gesprekken en studieadviezen enz. Teneinde onderwijs ook onderwijsinhoudelijk aantrekkelijk te maken wordt bij de ontwikkeling van het onderwijs uitgebreid aandacht besteed aan de aansluiting tussen de verschillende curricula. Schoevers was de eerste particuliere opleider die een geaccrediteerde Associate degree Officemanagement (hbo-niveau) mocht aanbieden, waarmee een doorlopende leerlijn van mbo3, via mbo4 en Associate degree naar Bachelor werd gerealiseerd. 11

Gebied 1, Onderwijsproces 12

2 Programma, samenhang 2.1 Doelstelling Schoevers stelt zich ten doel mbo-opleidingen aan te bieden die aansluiten op de kerntaken en werkprocessen zoals gedefinieerd in het kwalificatiedossier Secretariële beroepen en het document Loopbaan en Burgerschap en op de eisen op het gebied van taal en rekenen conform het referentiekader Meijerink. 2.1.1 Indicatoren In de modulewijzers worden de werkprocessen, alsmede de elementen en dimensies Loopbaan en Burgerschap en de domeinen op het gebied van Nederlandse taal en rekenen uitgewerkt in Schoevers leerdoelen. 2.2 Uitvoering 2.2.1 Kerntaken en werkprocessen Voor de mbo3 opleiding Secretaresse en voor de mbo4 opleiding Directiesecretaresse/Managementassistent geldt het kwalificatiedossier Secretariële beroepen versie 12/13. Hierin is een tweetal kerntaken gedefinieerd. 1. Voert taken rondom informatiemanagement uit 2. Voert taken rondom planning en organisatie uit Aan iedere kerntaak is een aantal werkprocessen gekoppeld. Deze werkprocessen geven weer welke werkzaamheden een beginnend beroepsbeoefenaar zal verrichten. Schoevers heeft de werkprocessen en de daaraan gekoppelde competenties geoperationaliseerd in leerdoelen. Leerdoelen geven aan wat de student moet kennen en kunnen. De leerdoelen zijn SMART uitgewerkt en zijn daarmee specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Vervolgens zijn de verschillende leerdoelen gebundeld in Schoeversmodules. In samenwerking met de afdeling Onderwijs en Ontwikkeling, bepaalt de landelijk vakcoördinator hoe de modules binnen zijn vakgebied eruit moeten komen te zien, welke leermiddelen worden gebruikt en hoe het programma van toetsing wordt ingericht. De keuze van de leermiddelen wordt bepaald door de factoren actualiteit, niveau en praktijkgerichtheid. Omdat Schoevers ook een eigen uitgeverij kent, heeft de landelijk vakcoördinator ook de mogelijkheid om te kiezen voor het ontwikkelen van een eigen leermiddel. Hiervoor wordt dan een ontwikkelproject opgestart. Met name in de vakgroep talen kent Schoevers een groot aantal eigen beroepsgerichte leermiddelen. Modules worden jaarlijks in de vakgroep geëvalueerd en geactualiseerd. 2.2.2 Loopbaan en Burgerschap Het document Loopbaan en Burgerschap beschrijft de kwalificatie-eisen op het gebied van burgerschap en loopbaan van deelnemers. Schoevers hanteert voor het onderwijs op het gebied van Loopbaan en Burgerschap de elementen en dimensies zoals gedefinieerd in het document Loopbaan en burgerschap uit 2011/2012: 13

Loopbaan, elementen Element 1: capaciteitenreflectie: beschouwing van de capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan, Element 2: motievenreflectie: beschouwing van de wensen en waarden van belang voor de loopbaan, Element 3: werkexploratie: onderzoek naar werk en mobiliteit in de loopbaan, Element 4: loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces, Element 5: netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt, gericht op loopbaanontwikkeling. De elementen zijn uitgewerkt in de leerdoelen van de Schoevers modules Persoonlijke effectiviteit en Sollicitatietechniek Burgerschap, dimensies de politiek-juridische dimensie de economische dimensie de sociaal-maatschappelijke dimensie de dimensie vitaal-burgerschap. De dimensies zijn uitgewerkt in de leerdoelen van de Schoevers modules Maatschappijleer, Bedrijfskunde, Communicatieve vaardigheden en de stage. Leerdoelen geven aan wat de student moet kennen en kunnen. De leerdoelen zijn SMART uitgewerkt en zijn daarmee specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. 2.2.3 Referentiekader Nederlandse taal en Rekenen In het referentiekader Nederlandse taal en Rekenen staat beschreven wat kinderen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kennen en kunnen. Voor studenten op mbo3 niveau is het niveau vastgesteld als 2F, voor studenten op mbo4 niveau op 3F. Voor taal zijn per niveau de volgende domeinen beschreven: Mondelinge taalvaardigheid (gespreksvaardigheid, spreekvaardigheid en luistervaardigheid) Lezen (lezen van zakelijke teksten) Schrijven Begrippenlijst en taalverzorging Voor rekenen gaat het om de volgende domeinen: Getallen Verhoudingen Meten en Meetkunde Verbanden Schoevers heeft het onderwijs in Nederlandse taal en Rekenen voor een groot deel geïntegreerd in het onderwijs dat in het kader van de kerntaken en werkprocessen uit het kwalificatiedossier Secretariële Beroepen wordt gegeven, teneinde studenten zoveel mogelijk bewust te maken van het praktisch nut van deze vaardigheden. Voor dat deel waarvoor de praktische toepasbaarheid in het kader van het beroep minder is, wordt apart lestijd ingeruimd. 2.2.4 Centrale leerstofontwikkeling Schoevers Opleidingen hecht aan centrale leerstofontwikkeling. De naam Schoevers staat landelijk voor één en hetzelfde product, in het belang van kwaliteit en efficiëntie. De 14

centrale aanpak maakt het mogelijk de kwaliteit van de opleidingen zorgvuldig te bewaken en de inhoud afgestemd te houden op de actuele eisen van de beroepspraktijk. De afdeling Onderwijs & Ontwikkeling is verantwoordelijk voor de leerstofontwikkeling en voor de bewaking van de inhoudelijke en onderwijskundige kwaliteit. De afdeling bestaat uit een manager Onderwijs & Ontwikkeling, een coördinator/projectleider en twee ontwikkelaars (totaal 3.8 fte). De manager Onderwijs & Ontwikkeling geeft tevens leiding aan de acht vakcoördinatoren die betrokken zijn bij de producties van de afdeling. De landelijk vakcoördinatoren hebben ieder een aanstelling van ten minste 0,1 fte. Docenten hebben via vakgroepvergaderingen rechtstreeks invloed op het onderwijsprogramma. De vakcoördinator neemt op basis van de input van de docenten de besluiten en informeert hierover de docenten via de vakgroepvergadering, via intranet en via nieuwsbrieven. Vakgroepvergaderingen vinden ten minste drie maal per jaar plaats. Indien noodzakelijk/gewenst organiseert de afdeling Onderwijs & Ontwikkeling een informatiesessie of een training voor docenten. 2.3 Monitoring Jaarlijks inventariseert de afdeling Onderwijs & Ontwikkeling of aanpassing van de curricula of module-inhouden noodzakelijk is. Hiertoe wordt gedurende het studiejaar via veel verschillende wegen informatie verzameld. Voorbeelden van informatiebronnen zijn: de resultaten van de diverse enquêtes, ervaringen van stagebegeleiders, de input van de klankbordgroep, informatie van de trainers van Schoevers training en advies, ervaringen van docenten tijdens het lesgeven, analyse van de tentamenresultaten, wijzigingen in leermiddelen etc. Vervolgens beoordeelt de afdeling Onderwijs & Ontwikkeling in overleg met de desbetreffende landelijk vakcoördinator welke maatregelen genomen moeten worden. Dit varieert van het ontwikkelen van een geheel nieuwe module in een bepaald vakgebied tot het bijstellen of actualiseren van het modulemateriaal (modulewijzer, leermiddelen, docentenmateriaal). Afdeling Onderwijs & Ontwikkeling coördineert en ondersteunt vervolgens het ontwikkel/aanpassingstraject waarbij de landelijk vakcoördinator en een of meer vakdocenten betrokken zijn. De landelijk vakcoördinator draagt de inhoudelijke verantwoordelijkheid. 2.4 Resultaten 2013/2014 2.4.1 Kerntaken en werkprocessen Er zijn geen wijzigingen aangebracht in het programma. 2.4.2 Loopbaan en burgerschap Er zijn geen wijzigingen aangebracht in het programma. 2.4.3 Referentiekader Nederlandse taal en Rekenen Ook Schoevers heeft inmiddels te maken met centraal ontwikkelde examens voor Nederlands, rekenen en Engels. Teneinde organisatie, docenten en studenten goed voor te kunnen bereiden op deze examens is besloten al in 2011/2012 te beginnen met het inroosteren van extra uren voor Nederlands en Rekenen en mee te doen aan de pilotexamens. De resultaten in 2013/2014 waren als volgt. 15

mbo3 Nederlands, gemiddeld cijfer: 7,9; 86 deelnemers, slechts 4 scoren een onvoldoende. Percentage geslaagd: 95 % (2013: 93%), 3 scores onder 5. Schoevers scoort significant beter dan de rest van het land. De vaardigheidsscore landelijk is 79.1, voor Schoevers is die 88,3. mbo3 Rekenen, gemiddeld cijfer: 6,4; 90 deelnemers, 64 scoren een voldoende. Percentage geslaagd: 71% (2013: 64%), 6 scores onder 5. Schoevers scoort significant beter dan de rest van het land. De vaardigheidsscore landelijk is 110, voor Schoevers is die 124. mbo4 Nederlands, gemiddeld cijfer: 6,6; 127 deelnemers, 36 scoren een voldoende. Percentage geslaagd: 72 % (2013 66%), 7 scores onder 5. Schoevers scoort significant beter dan de rest van het land. De vaardigheidsscore landelijk is 88.8, voor Schoevers is die 93.7. mbo4 Rekenen, gemiddeld cijfer: 5,1 (2013: 4,6); 124 deelnemers, 42 scoren een voldoende. Percentage geslaagd: 34% (2013: 26%), 28 scores onder 5. De vaardigheidsscore van Schoevers is iets beter dan de landelijke score. Schoevers: 121,0; landelijk: 118,3. Voor mbo3 zijn de resultaten in orde. In studiejaar 2015/2016 telt de toets voor het eerst mee. De verwachting is dat dit voor Schoevers geen problemen zal opleveren. Voor mbo4 telt het centraal examen in studiejaar 2014/2015 voor het eerst mee voor de slaag/zakbeslissing. Echter het eindcijfer voor Nederlands 3F wordt bepaald door het resultaat voor het Centraal examen te middelen met de resultaten voor de instellingsexamens op het gebied van schrijfvaardigheid, gespreksvaardigheden, spreekvaardigheid en woordleer. De verwachting is dat het resultaat voor Nederlands 3F geen extra barrière zal vormen om te slagen. De score op het centraal examen kan echter nog wel beter. De verwachting is dat het feit dat studenten weten dat het examen dan meeweegt, in ieder geval nog voor een verhoging van het slagingspercentage zal zorgen. Ook is er inmiddels meer oefenmateriaal beschikbaar voor de examens, zodat studenten nog beter voorbereid het examen in kunnen gaan. Voor Rekenen zijn de resultaten beter dan of vergelijkbaar met het landelijk niveau. De rekentoets ligt politiek onder vuur. Er worden uitgebreide maatregelen genomen om te waarborgen dat de toets geen onneembare horde wordt. De rekentoets telt voor mbo4 vanaf studiejaar 2015/16 mee, voor mbo3 pas vanaf 2016/2017. Ook voor rekenen geldt dat het essentieel is dat er gebruikgemaakt wordt van de voorbeeldexamens die geleidelijk aan beschikbaar komen. 2.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties Voor studiejaar 2014/2015 is een aantal wijzigingen in het curriculum doorgevoerd in verband met de invoering van de 1000-uren norm. In dit studiejaar is ook besloten gebruik te gaan maken van Microsoft Office examens voor de informaticavakken, in plaats van de ECDL-examens. Met de Microsoft Office examens bereiken de studenten een iets hoger niveau. De verhoging van de urennorm van 850 naar 1000 uur, maakte het mogelijk voor informatica extra uren in te roosteren, zodat het hogere niveau voor informatica ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt. In 2015 wordt gestart met de voorbereiding van de aanpassingen in het curriculum die voortvloeien uit de verplichte invoering van de nieuwe versie van het kwalificatiedossier secretariële beroepen voor studiejaar 2016/2017. 16

3 Programma, didactisch handelen 3.1 Doelstelling Schoevers stelt zich ten doel onderwijs te bieden dat de student stimuleert om de leerstof op actieve wijze te verwerken en toe te passen. Dit vraagt om toepassing van verschillende, specifieke werkvormen. Schoevers stelt zich ten doel alle studenten persoonlijk te benaderen, zodat iedere student optimaal gestimuleerd wordt de leerdoelen te realiseren. 3.1.1 Indicatoren Ten minste 70 % van de studenten beoordeelt de aspecten met betrekking tot de docenten met een voldoende of hoger in de uitstroomenquête. Ten minste 70% van de studenten geeft een 7 of hoger als rapportcijfer voor de p voor persoonlijk in de uitstroomenquête. 3.2 Uitvoering Schoevers kiest bewust voor gestructureerd onderwijs met veel contactmomenten gekoppeld aan heldere leerdoelen. Daarnaast aandacht voor persoonlijke leerbehoefte van de student. Het verkrijgen van een adequate beroeps- en werkhouding staat altijd centraal en daarom is er veel aandacht voor de sociale kant van leren werken. Schoevers noemt deze vorm van onderwijs attention learning. Studenten werken in hun opleiding op gevarieerde wijze aan beroepstaken die in de vorm van opdrachten aan hen worden gegeven. In de opleiding neemt de eigen verantwoordelijkheid van de student voor het onderwijsproces toe. 3.2.1 Onderwijsmix BOL Voor de theoriecomponent geldt dat de kennis voornamelijk overgedragen wordt door middel van contacturen met docenten en zelfstudie. Docenten maken gebruik van verschillende werkvormen (doceren, vragen en opdrachten, discussie) en audiovisuele media om de lessen afwisselend, actief en boeiend te maken. In de praktijkcomponent passen de studenten het geleerde toe, in lesverband, bijvoorbeeld door het oefenen van mondelinge taalvaardigheid met rollenspellen, maar ook buiten lesverband, bijvoorbeeld bij projectwerk en tijdens de stages. In verschillende modules wordt projectmatig gewerkt. Studenten voeren projecten uit voor echte (of gesimuleerde) opdrachtgevers. Deze projecten zijn inhoudelijk gericht op het gebied van de opleiding en dienen volgens de regels van projectmatig werken uitgevoerd te worden. 3.2.2 Onderwijsmix BBL Ook in de BBLvariant wordt de student gestimuleerd om de leerstof op actieve wijze te verwerken en toe te passen. Doordat BBL-studenten al tijdens het leren in de praktijk werkzaam zijn, is het mogelijk in de lessen gebruik te maken van dit referentiekader. De theoriecomponent krijgt bij BBL vorm door contacturen waarin docenten de stof via verschillende werkvormen aanbieden, waarbij de link naar de praktijk waar mogelijk centraal staat. De praktijkcomponent krijgt vorm via opdrachten die, waar mogelijk, direct aan de eigen beroepspraktijk van de student worden gerelateerd. Daarnaast wordt deze component vormgegeven door de studenten tijdens hun opleiding een afsluitende bijeenkomst voor hun eigen praktijkbegeleiders te laten organiseren. Binnen deze geïntegreerde opdracht komen alle competenties die een secretaresse dient te bezitten aan bod. 17

3.3 Monitoring De tevredenheid over de docent wordt bevraagd in de Uitstroomenquête, die ieder jaar in oktober onder alle studenten wordt afgenomen. Studenten beoordelen daarin het docentencorps als geheel. Tevens wordt hierin een rapportcijfer gegeven voor de P van persoonlijk. Individuele beoordeling van docenten vindt plaats in de studentenenquête. (zie hoofdstuk 18.3.1). 3.4 Resultaten 2013/2014 Studenten zijn bijzonder tevreden over het docentencorps van Schoevers. Percentage voldoende, goed of uitstekend jaar opleiding praktijkgerichtheiniveavaardigheid kennis- doceer- sfeer in betrokken- bereikbaar- N de les heid heid 2014 mbo3 sec 100.0 97,5 100.0 87,5 97,5 100,0 40 2014 mbo4 ds/ma 98,5 100.0 95,3 98,5 90,8 90,6 65 2013 mbo3 sec 94,7 100,0 94,7 97,3 86,8 92,1 38 2013 mbo4 ds/ma 98,4 98,4 93,3 96,7 96,7 95,1 61 2012 mbo3 sec 98,0 95,9 98,0 98,0 98,0 93,6 49 2012 mbo4 ds/ma 92,3 92,3 92,3 78,5 84,6 84,6 66 Percentage 7 of hoger de P van persoonlijk jaar Opleiding persoonlijk N 2014 mbo3 sec 97,5 40 2014 mbo4 ds/ma 92,3 65 2013 mbo3 sec 81,6 38 2013 mbo4 ds/ma 80,3 61 2012 mbo3 sec 85,7 49 2012 mbo4 ds/ma 75,8 66 Vestigingen ontvangen een uitsplitsing per vestiging per niveau van deze resultaten. 3.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties De meer traditionele onderwijsvorm die Schoevers hanteert (gestructureerd, klassikaal onderwijs, met relatief veel begeleide onderwijstijd en persoonlijke aandacht) leidt tot goede resultaten. Echter ontwikkeling op het gebied van techniek en communicatie (social media) zorgen er ook voor dat studenten anders leren en andere leerbehoeften hebben. In dat kader doet Schoevers onderzoek naar de mogelijkheden van blended learning. Doelstelling daarbij is niet om de hiervoor genoemde didactische principes los te laten, echter om te zoeken naar mogelijkheden om door gebruik te maken van nieuwe technologische ontwikkelingen te komen tot een aantrekkelijker onderwijs in de klas. Virtual attention learning (afgeleid van virtual action learning) is de term die daar goed bij past. In najaar 2013 is Schoevers een project Blended Learning gestart. Voor de projectbegeleiding is het bedrijf Innofun aangetrokken. Twee onderwijsontwikkelaars van de afdeling O & O ontwikkelen in samenspraak met vakinhoudelijke experts (landelijk vakcoördinator en docenten) en onder begeleiding van Claudia Wrede, adviseur van Innofun, twee pilotmodules. Het betreft hier een module voor Nederlands niveau mbo4 en een module Timemanagement. In januari 2015 wordt de module Timemanagement 18

als pilot uitgevoerd. Als de pilot succesvol verloopt zal worden onderzocht hoe virtual attention learning breder kan worden vormgegeven. 19

4 Programma, Leertijd 4.1 Doelstelling Schoevers stelt zich ten doel de onderwijsprogramma s zodanig in te richten en op alle vestigingen uit te voeren dat wordt voldaan aan de wettelijke urennorm Schoevers stelt zich te doel dat geen enkele student langer dan een dag afwezig is zonder dat de reden daarvan bekend is. 4.1.1 Indicatoren Het percentage lesuitval is 0%. Het gemiddeld verzuimpercentage per student is over een jaar gerekend niet hoger dan 10%. 4.2 Uitvoering 4.2.1 Urentabel en roostervoorschriften In de Onderwijs- en examenregeling van Schoevers is de urentabel opgenomen. In de urentabel worden contacturen, tutor/huiswerkuren en beroepspraktijkvorming weergegeven. Op basis van de urentabellen stelt de afdeling Onderwijs & Ontwikkeling in samenspraak met de landelijk vakcoördinator roostervoorschriften vast. Alle vestigingen hanteren deze roostervoorschriften. 4.2.2 Lesuitval De opleidingscoördinator houdt bij welke lessen zijn uitgevallen. Per les wordt geregistreerd of de les is vervangen. Als de les niet is vervangen wordt geregistreerd wanneer de les wordt ingehaald. Lessen worden altijd vervangen of ingehaald. 4.2.3 Verzuimregistratie Schoevers spreekt de student aan op zijn verantwoordelijkheid om het lesprogramma daadwerkelijk te volgen, door regelmatig verzuimgegevens te verzamelen en studenten en ouders regelmatig te informeren over het verzuim. In 2014 zijn de procedures voor verzuimregistratie vastgelegd in een landelijk verzuimprotocol dat in september 2014 is ingevoerd op alle vestigingen. In het protocol zijn de regels en procedures met betrekking tot verzuim(registratie) vastgelegd. Belangrijke elementen in het protocol zijn: 1. Iedere docent vult bij elke les de presentielijst in. 2. Studenten die niet aanwezig zijn en waarvan niet bekend is waarom ze afwezig zijn, worden diezelfde dag nagebeld. 3. Met studenten die veelvuldig afwezig zijn geweest voert de mentor een voortgangsgesprek. 4. Bij ernstig verzuim voert de vestigingsmanager een gesprek met de student en zo nodig ook met de ouders. 5. Twee keer per jaar (kerstvakantie en in mei voor de stage begint) wordt aan ouders gecommuniceerd hoeveel lessen een student heeft verzuimd (absoluut en in %), tenzij ouders hebben aangegeven deze informatie niet te willen ontvangen. Ouders worden actief betrokken bij de bestrijding van het lesverzuim door studenten 6. Voor studenten die onder de kwalificatieplicht vallen, geldt dat bij structureel spijbelgedrag naar de ouders gecommuniceerd wordt dat de leerplichtambtenaar ingelicht zal worden. De vestigingsmanager is hiervoor verantwoordelijk. 20

4.3 Monitoring 4.3.1 Urentabel en roostervoorschriften De coördinator Onderwijs & Ontwikkeling controleert de roosters aan het begin van ieder semester, zodat gegarandeerd minimaal 850 uur worden geroosterd. 4.3.2 Lesuitval De gegevens met betrekking tot de lesuitval worden aan het eind van het studiejaar verzameld door de manager O & O. De gegevens worden indien daartoe aanleiding is, besproken in het vestigingsmanagersoverleg van september. 4.3.3 Verzuimregistratie In juli wordt het gemiddeld verzuimpercentage per student per jaar berekend. De gegevens worden indien daartoe aanleiding is, besproken in het vestigingsmanagersoverleg van september. 4.4 Resultaten 2013/2014 4.4.1 850-uren norm Bij de controle van de roosters door de coördinator van de afdeling Onderwijs & Ontwikkeling zijn in 2013/2014 geen afwijkingen geconstateerd. 4.4.2 Lesuitval Tijdens de audit in zomer 2014 is geïnventariseerd hoe de vestigingen de lesuitval registreerden. Op basis van best practice is hieruit één systeem gekozen. Dit systeem is in september 2014 landelijk ingevoerd. Door de verschillen in de wijze van verzuimregistratie was het in de zomer van 2014 nog niet mogelijk om een totaalpercentage te berekenen. Met ingang van de zomer 2015 moet dit door de gestandaardiseerde procedure wel mogelijk zijn. 4.4.3 Verzuimregistratie Voor beide groepen is de kwaliteitsdoelstelling met betrekking tot het verzuim gehaald. Zorgvuldige informatie over de presentieplicht al bij het intakegesprek en de strikte controle leiden tot goede resultaten op dit punt. (Studiejaar 13/14 Secretaresse 5%, Directiesecretaresse/Managementassistent 7%; Studiejaar 12/13 Secretaresse 6%, Directiesecretaresse/Managementassistent 5%; Studiejaar 2011/2012: Secretaresse 7% en Directiesecretaresse/Managementassistent 7 %; 2010/2011: Secretaresse: 11%, Directiesecretaresse/Managementassistent 10%) 4.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties 4.5.1 Lesuitval Teneinde de monitoring van de lesuitval een structurele plaats te geven in het systeem van kwaliteitsborging is met ingang van september 2014 een standaard format ingevoerd. De gegevens worden ieder jaar tijdens een interne audit in januari en juli geverifieerd. 21

4.5.2 Verzuimregistratie Schoevers heeft geen geautomatiseerd verzuimregistratiesysteem. Omdat aanschaf van een geautomatiseerd systeem (nog) niet haalbaar is, zijn met ingang van september 2014 de procedures met betrekking tot de verzuimregistratie van met name leerplichtige en kwalificatieplichtige studenten vastgelegd in een verzuimprotocol. De naleving van dit protocol wordt geverifieerd tijdens een interne audit in januari en juli. 22

5 Programma, Leeromgeving 5.1 Doelstelling Schoevers stelt zich ten doel haar vestigingen een representatieve en zakelijke uitstraling te geven en stelt daarmee ook op dit gebied afstemming op de toekomstige beroepspraktijk centraal. Schoevers stelt zicht ten doel de faciliteiten af te stemmen op technologische ontwikkelingen en op de wensen van de moderne student. Kanttekening daarbij is wel dat Schoevers er in dit verband niet naar streeft trendsetter te zijn, maar trendvolger. 5.1.1 Indicatoren Ten minste 70 % van de studenten beoordeelt de aspecten met betrekking tot locatie en faciliteiten in de uitstroomenquête met een voldoende of hoger beoordeeld. In de uitstroomenquête is de gemiddelde score voor de p van prettige leeromgeving ten minste 7. 5.2 Uitvoering 5.2.1 Gebouwen en computers Bij de inrichting van de Schoeversvestigingen wordt gekeken naar een zo efficiënt mogelijk gebruik van de beschikbare ruimte. Algemene ruimtes in alle vestigingen zijn zodanig ingericht dat de gewenste representatieve en zakelijke uitstraling wordt gerealiseerd. Op technologisch gebied zijn de volgende stappen gezet. Uitbreiding van de bandbreedte is gerealiseerd.. De computer-student ratio op de vestigingen is in de informaticalessen 1:1. Ook zijn er in de kantine computers beschikbaar voor vrij gebruik. Elke vestiging heeft een draadloos netwerk, zodat studenten met hun eigen laptop kunnen inloggen. 5.3 Monitoring In de uitstroomenquête wordt de tevredenheid van de studenten over locatie en faciliteiten gemeten. 23

5.4 Resultaten 2013/2014 Van de mbo3 studenten geeft 85% een 7 of hoger als rapportcijfer voor prettige leeromgeving. Voor mbo4 is dat 88%. Percentage voldoende of hoger jaar schoolgebouw schoonmaak bereikbaarheid theorielokalen computerlokalen 2014 Amsterdam mbo3 60 80 100 100 100 60 2014 Amsterdam mbo4 31 62 92 100 92 54 2014 Arnhem mbo3 40 80 100 60 80 100 2014 Arnhem mbo4 44 67 100 63 89 56 2014 Den Haag mbo3 67 83 100 100 100 67 2014 Den Haag mbo4 100 100 100 100 75 100 2014 Eindhoven mbo3 100 71 100 100 86 86 2014 Eindhoven mbo4 60 73 93 93 87 80 2014 Rotterdam mbo3 50 50 100 75 88 63 2014 Rotterdam mbo4 8 33 100 58 100 17 2014 Utrecht mbo3 67 89 100 89 89 56 2014 Utrecht mbo4 67 58 100 58 83 50 kantine 2013 Amsterdam mbo3 67 100 100 100 67 33 2013 Amsterdam mbo4 78 89 89 100 78 56 2013 Arnhem mbo3 25 63 100 63 88 75 2013 Arnhem mbo4 47 73 100 53 79 73 2013 Den Haag mbo3 100 100 100 100 88 75 2013 Den Haag mbo4 100 100 100 100 100 71 2013 Eindhoven mbo3 63 63 88 75 75 88 2013 Eindhoven mbo4 100 57 100 71 86 86 2013 Rotterdam mbo3 88 100 100 100 100 50 2013 Rotterdam mbo4 73 91 100 91 82 55 2013 Utrecht mbo3 100 100 100 100 33 67 2013 Utrecht mbo4 92 67 92 83 75 64 5.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties In 2014 is met een externe partij een ontwerp gemaakt voor een nieuwe technische infrastructuur. Hierdoor is het eventueel mogelijk een BYOD (Bring Your Own Device) policy te introduceren waarbij de student een eigen laptop of tablet meeneemt om op te werken. Aandachtspunt hierbij is nog de afname van de Centraal Ontwikkelde Examens voor Nederlands en Rekenen. Of de studenten voor hun lessen een laptop nodig hebben in de komende jaren is een keuze die de afdeling Onderwijs & Ontwikkeling moet maken. Omdat steeds meer laptops of tablets tegelijkertijd netwerktoegang moeten hebben, is in 2014 een uitbreiding van 24

het aantal draadloze toegangspunten gerealiseerd over het algemeen door over te gaan op glasvezel. De scores die niet voldoen aan de norm zijn aandachtspunten in het vestigingsplan van de desbetreffende vestigingsmanager. 25

6 Begeleiding, Intake en plaatsing 6.1 Doelstelling Schoevers stelt zich ten doel iedere student voorafgaand aan de studie zorgvuldig te informeren over de opleiding. Schoevers stelt zich ten doel iedere student op het juiste niveau te laten instromen. Schoevers stelt zich ten doel studenten bij aanvang van de studie zorgvuldig te informeren over leermiddelen, rooster en lesplanningen. 6.1.1 Indicatoren Ten minste 70 % van de studenten beoordeelt in de instroomenquête de aspecten met betrekking tot informatievoorziening vooraf en introductie met een voldoende of hoger. 6.2 Uitvoering 6.2.1 Voorafgaand aan de studie Studenten die zich oriënteren op een studie bij Schoevers kunnen zich informeren via de website www.schoevers.nl, via een papieren brochure en op open dagen op de Schoevers vestigingen. Ook kunnen studenten een dag komen proefstuderen. Iedere student die zich bij Schoevers aanmeldt voor een beroepsopleiding wordt uitgenodigd voor een persoonlijk intakegesprek. In dit gesprek worden de wederzijdse verwachtingen besproken. Eventuele bijzonderheden worden direct aangetekend in het CRM-programma Archie. Dit programma wordt gedurende de gehele studietijd gebruikt om persoonlijke informatie over de student te registreren. De wederzijdse afspraken worden vervolgens vastgelegd in het onderwijscontract dat door de student wordt ondertekend. 6.3 Monitoring De tevredenheid over het verloop van de eerste kennismaking met Schoevers tot en met de start van de opleiding wordt bevraagd in de Instroomenquête, die ieder jaar in september onder alle studenten wordt afgenomen. 6.4 Resultaten 2013/2014 In studiejaar 2013/2014 waren de belangrijkste resultaten als volgt. Ruim 68 % van de studenten komt via familie of vrienden het eerst in contact met Schoevers. Ruim 97 % van de studenten heeft de website bezocht. Studenten zijn over het algemeen zeer tevreden over de website. percentage voldoende, goed en uitstekend percentage goed en uitstekend gebruiksvriendelijkheid 97 73 volledigheid van de informatie op de website 92 63 (N=178) 26

64 % van de studenten geeft aan een open dag/avond bezocht te hebben. Voor mbo3 studenten zijn de goede naam, de erkende opleiding, de korte doorlooptijd en de baangarantie de belangrijkste redenen om voor Schoevers te kiezen. Bij mbo4 zijn dit de goede naam, de korte doorlooptijd, het erkende diploma en de baangarantie. In onderstaande tabel staat de waardering voor open dag, intake en kennismakingsdag per vestiging per niveau. Gemeten is steeds het percentage voldoende of hoger. De scores zijn uitstekend. open dag intake kennismakingsdag jaar niveauvestiging organisatie informatie pers. ben. informatie pers. ben. organisatie informatie programma N 2013 mbo3 Amsterdam 100 100 100 100 100 100 100 88 17 2013 mbo4 Amsterdam 92 92 100 100 100 100 100 91 26 2013 mbo3 Arnhem 100 83 83 100 100 100 100 86 10 2013 mbo4 Arnhem 100 100 100 100 100 86 93 57 22 2013 mbo3 Den Haag 100 100 100 100 100 100 100 91 13 2013 mbo4 Den Haag 100 100 100 100 100 100 100 86 15 2013 mbo3 Eindhoven 100 100 92 100 100 100 100 100 15 2013 mbo4 Eindhoven 100 100 100 96 96 95 95 90 31 2013 mbo3 Rotterdam 100 86 86 100 100 100 100 50 14 2013 mbo4 Rotterdam 100 100 100 100 100 100 100 75 18 2013 mbo3 Utrecht 93 100 93 95 100 100 100 83 20 2013 mbo4 Utrecht 100 93 86 90 95 100 100 88 21 2012 mbo3 Amsterdam 100 100 100 100 100 91 100 73 13 2012 mbo4 Amsterdam 100 100 100 100 100 100 100 71 16 2012 mbo3 Arnhem 100 100 100 92 100 79 100 64 16 2012 mbo4 Arnhem 100 100 100 100 100 100 100 94 22 2012 mbo3 Den Haag 100 100 100 100 100 100 100 92 13 2012 mbo4 Den Haag 100 100 100 100 100 100 100 83 13 2012 mbo3 Eindhoven 83 100 83 100 100 89 89 67 11 2012 mbo4 Eindhoven 100 89 100 94 94 93 100 73 20 2012 mbo3 Rotterdam 100 100 100 94 100 94 100 100 19 2012 mbo4 Rotterdam 100 100 100 100 100 100 100 83 21 2012 mbo3 Utrecht 100 100 100 100 100 100 100 100 10 2012 mbo4 Utrecht 100 100 100 91 100 91 100 82 19 6.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties Voortzetting van het huidige beleid. 27

7 Begeleiding, Informatievoorziening 7.1 Doelstelling Schoevers stelt zich te doel studenten tijdens de studie zorgvuldig en volledig te informeren over resultaten en studievoortgang. 7.1.1 Indicatoren Ten minste 70 % van de studenten beoordeelt in de uitstroomenquête de aspecten met betrekking tot informatievoorziening en verwerking studieresultaten met voldoende of hoger. 7.2 Uitvoering 7.2.1 Informatie bij aanvang van de studie Studenten ontvangen tijdig voor aanvang van de studie een boekenlijst, waarop de te gebruiken leermiddelen staan. In de introductieweek ontvangt de student zijn lesrooster en worden de studenten bekend gemaakt met het Schoevers intranet. Hierop staan alle voor de student relevante documenten: Onderwijs- en examenregeling Examenreglement Jaarplanning Toetswijzer Toetsplanning Modulewijzers Ook vindt de student hier eventueel aanvullend lesmateriaal 7.2.2 Informatie tijdens de studie Vestigingen informeren studenten over organisatorische zaken (bijvoorbeeld toetsroosters, bedrijfssimulatiedagen, etc.) via het forum op het intranet en/of via e- mail. 7.2.3 Informatie over de studievoortgang Studenten kunnen hun resultaten online inzien op het Schoevers intranet. In februari en mei ontvangen de studenten een totaaloverzicht op papier. Deze papieren rapportage is in februari onderwerp van gesprek tijdens een verplichte afspraak met de mentor. 7.3 Monitoring De tevredenheid over de informatievoorziening wordt bevraagd in de Uitstroomenquête, die ieder jaar in oktober onder alle studenten wordt afgenomen. De tevredenheid over de informatie in de toetswijzers wordt ook nog apart gemeten in de Studentenenquête van februari. 7.4 Resultaten 2013/2014 Het landelijk gemiddeld rapportcijfer dat mbo-studenten aan de informatievoorziening geven is een 7,9. Vorig jaar was dat 8,0. Hieronder staan de aspecten die betrekking hebben op de informatievoorziening, uitgesplitst per vestiging en per niveau. Gemeten is steeds het percentage voldoende of hoger. Scores die hoger zijn dan het voorgaande jaar zijn groen gemarkeerd. 28

verwerking studieresultaten tijdigheid info algemeen juistheid/volledigh eid info algemeen tijdigheid info lesuitval juistheid/volledigh eid info lesuitval tijdigheid info exameneisen juistheid/volledigh eid infor exameneisen 2014 mbo3 sec Amsterdam 100 100 100 100 100 100 100 5 2014 mbo4 ds/ma Amsterdam 76,9 84,6 92,3 69,2 84,6 84,6 92,3 13 2014 mbo3 sec Arnhem 100 100 100 100 100 100 100 5 2014 mbo4 ds/ma Arnhem 77,8 88,9 88,9 88,9 100 66,7 88,9 9 2014 mbo3 sec Den Haag 100 100 100 83,3 100 100 100 6 2014 mbo4 ds/ma Den Haag 100 100 75 75 75 75 50 4 2014 mbo3 sec Eindhoven 85,7 100 85,7 85,7 100 85,7 85,7 7 2014 mbo4 ds/ma Eindhoven 93,3 93,3 100 80 86,7 86,7 93,3 15 2014 mbo3 sec Rotterdam 87,5 87,5 87,5 75 71,4 62,5 75 8 2014 mbo4 ds/ma Rotterdam 75 75 75 72,7 91,7 75 75 12 2014 mbo3 sec Utrecht 55,6 55,6 77,8 77,8 88,9 88,9 100 9 2014 mbo4 ds/ma Utrecht 58,3 91,7 91,7 83,3 91,7 100 100 12 N 2013 mbo3 sec Amsterdam 66,7 66,7 100 66,7 66,7 100 100 3 2013 mbo4 ds/ma Amsterdam 66,7 77,8 88,9 55,6 55,6 100 100 9 2013 mbo3 sec Arnhem 87,5 100 100 87,5 87,5 100 87,5 8 2013 mbo4 ds/ma Arnhem 80 60 66,7 92,9 85,7 42,9 60 15 2013 mbo3 sec Den Haag 87,5 100 100 87,5 87,5 75 75 8 2013 mbo4 ds/ma Den Haag 71,4 100 100 85,7 85,7 85,7 85,7 7 2013 mbo3 sec Eindhoven 62,5 87,5 100 100 100 87,5 87,5 8 2013 mbo4 ds/ma Eindhoven 71,4 71,4 85,7 85,7 85,7 100 100 7 2013 mbo3 sec Rotterdam 100 87,5 87,5 87,5 100 100 87,5 8 2013 mbo4 ds/ma Rotterdam 90,9 90,9 90,9 90 100 81,8 81,8 11 2013 mbo3 sec Utrecht 100 100 100 100 100 66,7 100 3 2013 mbo4 ds/ma Utrecht 91,7 91,7 91,7 91,7 91,7 83,3 75 12 66 % van de mbo3-studenten beoordeelt de informatie over de tentamens in de toetswijzer als voldoende. Bij mbo4-studenten is dit 72%. Voor de informatie over de eisen om te slagen zijn de percentage: mbo3: 89% en mbo4 88%. 19% van de mbo3 studenten en 14% van de mbo4-studenten heeft in februari de toetswijzer nog nooit doorgenomen. 64 % van de mbo3 studenten bekijkt twee tot drie keer per week de berichten op intranet. Voor mbo4 is dit 73%. 7.5 Ontwikkelingen/Verbeteracties De informatievoorziening rond lesuitval en de verwerking van studieresultaten zijn als aandachtspunt benoemd in het vestigingsplan van de desbetreffende vestigingsmanager. 29

8 Begeleiding, Studieloopbaanbegeleiding 8.1 Doelstelling Schoevers stelt zich ten doel studenten zorgvuldig en op maat te begeleiden vanaf het moment van intake tot het behalen van het diploma. 8.1.1 Indicatoren Het gemiddeld cijfer voor de mentor in de studentenenquête is 7 of hoger. Ten minste 70 % van de studenten is in de studentenenquête tevreden over het aantal tutoruren. Ten minste 70 % van de studenten beoordeelt de aspecten met betrekking tot de stagecoördinatie in de uitstroomenquête met voldoende of hoger. Ten minste 70 % van de studenten beoordeelt de aspecten met betrekking tot de stagebegeleiding in de uitstroomenquête met voldoende of hoger. 8.2 Uitvoering In onderstaande overzichten is weergegeven hoe de begeleiding wordt vormgegeven. Begeleiding BOL-studenten Opleiding Wie Taak Evaluatie via Mentoren (zie paragraaf 8.2.1) Mbo3 Mbo4 Studentenenquête Opleidingscoördinator Verzuimrapportage Tutoruren (zie paragraaf 8.2.2) Stagecoordinator Mbo3 Mbo4 Mbo3 Mbo4 Mbo3 Mbo4 Mbo3 Mbo4 Daartoe aangewezen docenten Coördinator Docenten en Coördinator Docenten Coördinator of daartoe aangewezen docent Signaleren achterblijvende leerprestaties van studenten en proberen met de desbetreffende student te werken aan verbetering Centraal aanspreekpunt voor vragen van organisatorische aard Met behulp van presentielijsten de aanwezigheid van de studenten monitoren Vaste ingeplande uren ingepland waarop de docenten beschikbaar zijn: bijvoorbeeld om extra uitleg te geven, werkstukken te bespreken of als extra voorbereiding voor de tentamens Begeleidt de studenten bij het vinden van een stageplaats Studentenenquête N.v.t. Studentenenquête en uitstroomenquête Uitstroomenquête 30

Stagebegeleider Bedrijfsbegeleider Mbo3 Mbo4 Mbo3 Mbo4 Docenten Door het stagebedrijf aangewezen persoon Begeleiding van de stage vanuit Schoevers Begeleiding van de stage vanuit het stagebedrijf Uitstroomenquête N.v.t. De begeleiding van de BBL-studenten is als volgt verankerd in het onderwijsproces. Begeleiding deeltijd- en BBL-studenten Studiejaar Wie Taak Evaluatie via Mentoren Mbo3 Mbo4 Studentenenquête Opleidingscoördinator Mbo3 Mbo4 Stagebegeleider (n.v.t. bij BBL. Hier neemt de mentor deze taak op zich) Bedrijfsbegeleider Mbo3 Mbo4 Mbo3 Mbo4 Daartoe aangewezen medewerker Schoevers Coördinator Daartoe aangewezen medewerker Schoevers Door het stagebedrijf aangewezen persoon Signaleren achterblijvende leerprestaties van studenten en proberen met de desbetreffende student te werken aan verbetering Centraal aanspreekpunt voor vragen van organisatorische aard Begeleiding van de stage vanuit Schoevers Begeleiding van de stage vanuit het stagebedrijf Studentenenquête Uitstroomenquête N.v.t. 8.2.1 Mentoren Iedere student krijgt bij aanvang van de studie een mentor (m/v) toegewezen. De mentor is als vakdocent aan de opleiding verbonden en verricht deze functie als aanvullende taak. De mentoren signaleren achterblijvende leerprestaties van studenten en proberen met de desbetreffende student te werken aan verbetering. Zo worden studenten niet alleen ondersteund in hun studievaardigheden maar ook in problemen van persoonlijke aard, die samengaan met de leeftijd en de situatie van de meeste studenten (nieuwe opleiding, nieuwe stad, voor het eerst op zichzelf wonen, en dergelijke). Wat mag de student verwachten van de mentor? wekelijks een mentoruur aan het begin van het studiejaar een kennismakingsgesprek tijdens het studiejaar minimaal één verplicht voortgangsgesprek in de periode na de eerste tentamenweek tijdens het studiejaar (op initiatief van de student of van de studiebegeleider) gesprekken met betrekking tot studievoortgang, studieproblemen, persoonlijke aangelegenheden die van invloed zijn op de voortgang van de studie, studieadvisering 31

8.2.2 Tutor/huiswerkuren De student staat centraal bij de tutoruren. Elke dag zijn er vaste uren ingepland waarop de docenten beschikbaar zijn: bijvoorbeeld om extra uitleg te geven, werkstukken te bespreken of als extra voorbereiding voor de tentamens. Studenten die geen behoefte hebben aan extra begeleiding gebruiken deze uren om huiswerk te maken onder toezicht van een docent. Tutor/huiswerkuren zijn verplicht. 8.3 Monitoring Studenten wordt in twee enquêtes (in februari en oktober) gevraagd hun oordeel te geven over de verschillende elementen in de studiebegeleiding. De beoordeling van studenten wordt gebruikt bij het zo nodig aanscherpen van de begeleiding. Daarnaast vindt op elke vestiging ten minste één maal per jaar een overleg plaats van vestigingsmanager en/of coordinator met vertegenwoordigers van de verschillende groepen/klassen om verbeterpunten bespreken. 8.4 Resultaten 2013/2014 In de enquête die Schoevers ieder jaar in februari afneemt onder haar studenten wordt specifiek een oordeel gevraagd over de begeleiding. Hieronder worden de resultaten van de enquête uit februari 2014 weergegeven. 8.4.1 Mentor Doelstelling die Schoevers hanteert is dat mentoren tenminste met een 7 beoordeeld worden op de diverse aspecten. Resultaten 2013/2014 De resultaten worden in de verslaggeving naar aanleiding van de enquête uitgesplitst per vestiging en per klas. Op die manier wordt iedere mentor individueel beoordeeld. De resultaten worden door de vestigingsmanager met de mentor besproken. Indien de doelstelling niet is gehaald wordt een verbeterplan opgesteld. Eventueel wordt ook besloten de docent in het nieuwe studiejaar niet meer als mentor in te zetten. 32