Diversiteitsspecifieke zorg Diversiteitsspecifieke zorgverstrekker Grenzen? Bernard Spitz PENTALFA 27-11-2014 1. De krant 2. De realiteit? 3. Het (tucht)recht 4. Een oplossing? Klacht tegen moslim die mannelijke arts weigert Een Belgische anesthesist heeft een klacht ingediend tegen een moslim van Jordaanse afkomst, omdat deze de operatiekamer blokkeerde waar zijn echtgenote een spoedkeizersnede moest ondergaan. De vrouw is uiteindelijk toch geopereerd, maar de dokter moest vanaf de gang instructies naar een verpleegster roepen. Dokter Y. Z. uit X, net over de grens bij het Limburgse Weert, werd op 23 augustus 's nachts naar het ziekenhuis Maas en Kempen geroepen, omdat een moslima onmiddellijk een keizersnede moest ondergaan. Na een bevalling die al tien uur aan de gang was, had haar ongeboren baby hartritmestoornissen en moest snel ter wereld komen. Maar de echtgenoot van de vrouw wilde niet dat een man haar behandelde, blokkeerde de deur van de operatiekamer en probeerde zijn vrouw de operatiekamer uit te rijden. Hij eiste een vrouwelijke anesthesist. Na twee uur vruchteloos praten, terwijl de vrouwelijke gynaecoloog bleef herhalen dat het kindje zou sterven als het niet zo snel mogelijk gehaald zou worden, werd een imam opgetrommeld. Die gaf de arts toestemming de vrouw een ruggenprik te geven. Maar daarvoor moest ze eerst geheel worden ingezwachteld, op een klein stukje huid na voor de naald. Daarna werd de anesthesist verplicht de operatiekamer te verlaten. Y.Z. schreeuwde zijn instructies door een kier van de deur naar een verpleegster, die binnen de anesthesie bijhield. Volgens de directie van het ziekenhuis heeft de dokter met 'bewonderenswaardig begrip' gehandeld: hij had de man ook kunnen laten verwijderen door de politie. De anesthesist heeft klacht ingediend bij de onderzoeksrechter in Tongeren voor het belemmeren van een arts bij de uitoefening van zijn functie en wegens discriminatie: hij mocht niet werken omdat hij man is. Hij vindt ook dat hij morele schade heeft opgelopen, omdat hij zijn medische hulpplicht niet kon voldoen, terwijl hij wel aansprakelijk zou zijn voor eventuele complicaties. Advocaat Ph. D.: "Een dokter belemmeren bij de uitoefenen van de geneeskunde is strafbaar. Bestuurslid H. D. van de Moslimexecutieve, zegt dat in de islam de algemene regel geldt dat een vrouw moet worden behandeld door een vrouwelijke arts. "Maar als er geen vrouwelijke dokter voorhanden is, mag het ook een man zijn. Liefst een dokter die moslim is. Als ook dat niet kan, door de hoogdringendheid van de situatie, dan is een niet-moslim toegelaten." Moslima weigert man als arts Medisch specialisten luiden de noodklok: de eis dat moslima s alleen door vrouwelijke artsen kunnen worden geholpen, levert levensbedreigende situaties op, zowel voor arts als patiënt. Het loopt de spuigaten uit. Je geloof verschaft je geen voorrechten'', zegt de Utrechtse radioloog Floris Sanders namens de beroepsgroep.,,in de gezondheidszorg wordt iedereen gelijk behandeld.'' Het vakblad Medisch Contact komt deze week met schokkende voorbeelden van acute situaties waarin mannelijke artsen vanwege culturele of religieuze redenen niet hun werk kunnen doen. Soms wordt de arts zelfs fysiek bedreigd door de mannelijke cipiers die met de gesluierde dames naar het ziekenhuis komen. 1
Moslima weigert man als arts Ook komt het voor dat specialisten worden gedwongen om vervoer te regelen naar ziekenhuizen, waar wél vrouwelijke artsen beschikbaar zijn. Dit leidt tot situaties waarin de levens van de moslima's en hun ongeboren kinderen op het spel worden gezet, meldt het Nederlands Dagblad. Volgens Ben Crul, hoofdredacteur bij Medisch Contact, moet er direct worden ingegrepen: Straks weigeren patiënten nog een neger, een homo of een Chinees als arts aan het bed. De discriminatie van mannelijke artsen moet stoppen. We moeten heel duidelijk zijn: wij doen hier niet aan mee, anders vallen er nog doden.'' De PvdA zal in de Kamer de situatie aan de orde stellen.,,die mannen brengen de levens van hun vrouwen in gevaar'', vindt Kamerlid Khadija Arib. Ik wil onderzoeken of we ze strafrechtelijk kunnen aanpakken.'' 2
Kern van de zaak Patiënten hebben soms een voorkeur voor een man of een vrouw als behandelaar of onderzoeker. Deze voorkeur kan voortkomen uit persoonlijke motieven, eerdere (negatieve of positieve) ervaringen, persoonlijke trauma s, of religieuze beweegredenen. Om artsen en instellingen handvatten geven hoe zij met een dergelijke vraag om kunnen gaan, heeft de KNMG in 2008 een standpunt opgesteld voor de curatieve sector. Geen plaats voor zwarte dokters? Er is nauwelijks kwantitatief onderzoek dat aangeeft in hoeverre zwarte dokters het slachtoffer van discriminatie zijn. KNMG 2008 Patiënten moeten voorkeur voor arts tijdig aangeven Een arts/instelling wordt geadviseerd alleen aan het verzoek om een mannelijke of vrouwelijke zorgverlener te voldoen als de patiënt dit tijdig (bij het maken van een afspraak) aangeeft. De enige voorkeur waar mogelijk rekening mee gehouden kan worden is sekse. Artsen of zorginstellingen gaan niet in op wensen van patiënten om door een hulpverlener te worden geholpen die aan andere kenmerken voldoet (zoals een bepaalde seksuele geaardheid, huidskleur, politieke gezindheid of godsdienst). Komt de patiënt pas tijdens het bezoek aan de instelling met een voorkeur voor een man of vrouw als zorgverlener, dan hoeft aan het verzoek van de patiënt geen gehoor te worden gegeven. Het staat de patiënt overigens wel vrij om ook dan de toegewezen behandelaar te weigeren. In spoedsituaties heeft de patiënt in principe geen keuze en dient de patiënt gebruik maken van het beschikbare aanbod van artsen. Ook in spoedsituaties heeft de patiënt echter het recht de toegewezen behandelaar te weigeren, zelfs als dit consequenties heeft voor de eigen gezondheidstoestand. Uitzondering is de situatie van een vrouw tijdens de bevalling. In dat geval mag de op dat moment beschikbare arts zo nodig tegen de wil van de vrouw in maatregelen nemen om ernstige schade of de dood van het kind te voorkomen. Door alle emoties dreigen we uit het oog te verliezen waar het in deze discussie om gaat: het recht van patiënten zelf te bepalen of zij door iemand onderzocht of behandeld willen worden. Dat recht heeft iedereen, wit of zwart, vrouw of man, moslim of atheïst en is een waardevol goed. Veel patiënten hebben een voorkeur voor een man of vrouw als zorgverlener. In de gezondheidszorg komen mensen in kwetsbare, emotionele en intieme situaties terecht, en dan is het belangrijk dat zij zich vertrouwd voelen bij hun zorgverlener. Medische zorg is niet gebaat bij patiënten die zich niet op hun gemak voelen. Of die gevoelens veroorzaakt worden door religie, negatieve ervaringen of persoonlijke voorkeur doet niet ter zake. Moeten artsen en instellingen dan altijd maar ingaan op de wens van de patiënt? Nee, dat hoeft niet. Van patiënten wordt gevraagd dat zij tijdig (bij afspaak, niet pas bij bezoek) hun voorkeur laten weten Zij moeten weten dat niet altijd op een wens kan worden ingegaan. Patiënten mogen altijd een zorgverlener weigeren, maar zij kunnen niet eisen dat altijd een bepaalde zorgverlener voor hen klaarstaat. Als in niet-spoedeisende situaties patiënten te laat laten weten dat zij een bepaalde voorkeur hebben, dan moet de patiënt voor de keus worden gesteld: alsnog akkoord gaan met de beschikbare zorgverlener, of naar huis gaan met een rekening en een nieuwe afspraak. 3
Men moet geen zorgverleners bij andere patiënten weghalen dus, geen schema s omgooien en zeker geen zorgverleners in hun lunchpauze door laten werken. Patiënten hebben recht op vrije artsenkeuze, maar instellingen hebben de plicht hun werknemers te vrijwaren van discriminatie en overtrokken eisen. Intimiderend of bedreigend gedrag van patiënten of hun begeleiders is te allen tijde uit den boze. Nationale Raad van de Orde der Geneesheren 2008 Keuze van de arts bij spoedgevallen en/of tijdens de wachtdienst Advies van de betreffende de brief van het diensthoofd gynaecologie van een groot ziekenhuis met betrekking tot patiënten die om religieuze, ideologische of culturele redenen wensen verzorgd te worden door een arts van het vrouwelijke geslacht. De wet betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus 2002 bepaalt in artikel 6 dat de patiënt recht heeft op vrije keuze van de beroepsbeoefenaar en recht op wijziging van deze keuze. Ook de Code van geneeskundige plichtenleer legt in de artikelen 27 en 31 deze vrije artsenkeuze door de patiënt vast als een grondbeginsel voor de geneeskundige relatie. In artikel 5 stelt de Code bovendien dat de geneesheer al zijn zieken even gewetensvol moet verzorgen, ongeacht hun sociale stand, hun nationaliteit, hun overtuiging, hun faam en zijn persoonlijke gevoelens jegens hen. Artikel 31 bepaalt dat de geneesheer erop zal bedacht zijn geen filosofische, godsdienstige of politieke overtuiging te kwetsen. De Nationale Raad vraagt: -Maatregelen te treffen om tegemoet te komen aan de wensen van de patiënten zonder de werking van de dienst en de zorg aan de andere patiënten in het gedrang te brengen. -De patiënte, en eventueel haar familie van bij het eerste contact op de hoogte te brengen: 1. van de organisatie van de dienst, van de artsen die er werken en van de mogelijkheid een gepersonaliseerde behandeling te krijgen in het kader van de gebruikelijke prestatie-uren; 2. van de organisatie van de spoedbehandeling en van de wachtdienst, met de beperkingen die ze inhouden voor de integrale vrije keuze van een beoefenaar. De Nationale Raad meent dat deze inlichtingen idealiter verstrekt worden in een begrijpelijke taal voor de patiënte, desgewenst in aanwezigheid van een familielid en zo nodig met de hulp van de interculturele bemiddelaar. De patiënt ontvangt een geschreven document met deze inlichtingen en tekent voor ontvangst. Bij onoverkomelijke problemen waarin elke dialoog onmogelijk is, blijkt het vaak zinvol een beroep te doen op een bedienaar van de godsdienst. Daarnaast is informatie van het medisch en paramedisch team betreffende de impact van de religieuze opvattingen en van de culturele tradities op de zorgpraktijk noodzakelijk om a priori s of zelfs afwijsreacties die onaanvaardbaar zijn op deontologisch gebied, te vermijden. 4
Zowel de wet betreffende de rechten van de patiënt als de Code van geneeskundige plichtenleer bepalen dat de patiënt altijd het recht heeft zorg te weigeren. Volgens de wet dient deze weigering schriftelijk vastgelegd te worden en bij het dossier gevoegd te worden. De weigering of de intrekking van de toestemming hebben niet tot gevolg dat het recht op een kwaliteitsverstrekking vervalt, in het bijzonder bij levensgevaar; dit natuurlijk binnen de perken van het mogelijke en zonder het recht te geven dwang uit te oefenen. Keuze van de arts bij spoedgevallen en/of tijdens de wachtdienst. De Nationale Raad heeft in zijn vergadering van 26 april 2008 zijn goedkeuring gehecht aan de Gedragscode die hem werd voorgelegd door de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie en de Beroepsvereniging van Belgische Gynaecologen en Verloskundigen. Gedragscode (versie NR 24-04-2008) De vrije artsenkeuze is een essentieel recht van iedere patiënt. Elke patiënt mag onvoorwaardelijk beroep doen op een arts van zijn/haar keuze: zowel voor de diagnostiek als voor de behandeling. Dit recht is fundamenteel. Artikel 6 van de wet Patiëntenrechten zegt: De patiënt heeft recht op vrije keuze van de beroepsbeoefenaar en recht op wijziging van deze keuze behoudens, in beide gevallen, beperkingen opgelegd krachtens de wet. Wanneer beroep wordt gedaan op spoedgevallendiensten of georganiseerde wachtdiensten van de verschillende medische disciplines kan de toepassing van deze stelregel niet worden gegarandeerd. Elke patiënt dient bij het eerste contact ervan op de hoogte gebracht te worden dat de organisatie van de spoedbehandeling en van de wachtdiensten beperkingen kan inhouden voor de integrale vrije keuze van een arts. De bestaffing van hoger genoemde diensten gebeurt op basis van medische competentie en kwaliteit van zorg. De organisatie van wacht- en urgentiediensten kan niet afhankelijk zijn van het geslacht van de zorgverstrekker (net zo min als van andere criteria die geen verband houden met de competentie voor medische zorg). De beschikbaarheid en aanwezigheid van artsen in het ziekenhuis in het kader van spoed- of wachtdiensten zijn vooraf vastgelegd en raadpleegbaar. Overeenkomstig de wet betreffende de rechten van de patiënt en de deontologie heeft de patiënt steeds het recht zorg te weigeren. Deze in principe schriftelijke weigering wordt toegevoegd aan het dossier. Bij weigering of intrekking van toestemming wordt in functie van de urgentie binnen de perken van het mogelijke de nodige kwaliteitszorg toegediend, zonder evenwel dwang uit te oefenen. De vrije keuze komt uitsluitend toe aan de patiënt zelf (of de wettig voor hem optredende persoon) en geenszins aan andere personen, ten opzichte van wie zo nodig de gepaste ordemaatregelen dienen te worden genomen. In dit verband wordt vanwege de patiënt of andere personen een correcte houding ten aanzien van de organisatie van spoedgevallendiensten en wachtdiensten gevraagd. 5
Weigering van behandelingen: 1. Religieuze redenen 2. Vrees sociale uitsluiting 3. Opportuniteitsredenen 4. Psychopathologie Beleidsplan diversiteit KU Leuven 2014-2017 Vicerector Katlijn Malfliet De KU Leuven kiest, op grond van haar opdrachtverklaring voor een inclusief beleid, dat mensen met diverse achtergronden een evenwaardige plaats geeft. Ze wil in haar diversiteitsbeleid een voorbeeld en een inspiratiebron zijn voor de bredere samenleving. Ze beoogt een inclusief beleid, af te stappen van «kansengroepen», creativiteit, flexibiliteit, innovatie in te zetten voor een «design for all». De grenzen om zo met diversiteit waarderend om te gaan zijn rechtvaardigheid, gelijke kansen, respect en dialoog. 6