Door Maestro recht te richten kan hij nu ontspannen galopperen en de piaffe en levade met gemak uitvoeren.

Vergelijkbare documenten
Rechtrichten en Academische rijkunst

Op weg naar evenwicht.

Dit ebook is het resultaat van vele jaren onderzoek en studie en ik hoop dat je veel baat zult hebben bij dit ebook.

Jaarcursus Train je paard in balans

Het opleidingsschema voor menners. Ad Aarts

ZE ZEGGEN DAT JE ZIJGANGEN MOET RIJDEN OM JE PAARD RECHT TE RICHTEN. HMM, HOEZO LOGISCH?

Basis van de dressuur

Het is de bedoeling dat het paard actief aan de longe leert gaan met een regelmatige gang.

Introductie E- book Academische Rijkunst

Rijtechniek Springen. Fases van de sprong en verlichte zit

De dressuurproef klasse B

Meld u aan voor de nieuwbrief, als op de hoogte gehouden wilt worden van de nieuwste e-books, video s en aanbiedingen:

Hoe te beginnen met het recht richten van je paard?

Welkom! Bij dit gratis e-book + de bijbehorende video. Goed dat je ervoor

Interview. Verticaal en horizontaal rechtrichten. Een (op)rechte. oplossing

KAPTOOM-INFO.

Hoe gebruikt de ruiter zijn eigen lichaam om paard te rijden en meer specifiek om aan de teugel te rijden?

Cursus Atletische Rijkunst Fase 1

Aanleuning en het aangespannen paard.

Cursus Atletische Rijkunst Fase 1

Balans en Springen Thema Januari

De basis van de basis - deel 1

De Geïntegreerde Zit: een introductie.

6 Dagelijkse Grondoefeningen en Technieken. Voor een Soepel en Gebalanceerd Paard

Oefeningen. Uitademen als u kracht zet, inademen als u ontspant.

ASPRAKEN BIJ HET AFNEMEN VAN KLASSIEKE RUITERBREVET EXAMENS (= slagingscriteria ruiterbrevet A&B) RUITERBREVET A

Core Stability - serie 1

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

Aanleuningsproblemen

Houding en zit van de ruiter

DE KAPTOOM. door Marijke de Jong

Thema Mei Basis Dressuur

Bekkenkanteling: maak afwisselend een bolle- en holle rug, waarbij romp en hoofd stil blijven liggen op de onderlaag.

Door Wout Verhoeven & Maarten Thysen OPWARMING CORE STABILITY

TRAININGSPLAN. Buikspieren

Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap.

De ( hoofd)houding van het paard

Lage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op:

De foamroll oefeningen

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET

SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) ALGEMEEN

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren.

Longeren is als dansen

10 Tips voor een Betere Zit

door Marijke de Jong

Sportprogramma voor stomadragers

Succes en veel plezier toegewenst!

Fitnessbal training. Kern training / Core stability

( Hoe moet deze oefeningen doen? )

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen.

Paardrijles. Inleiding. Inhoud. Spullen die je nodig hebt

Maak je klaar voor de lange ontspanning. Pak wat je nodig hebt om comfortabel te liggen.

Voer de oefeningen voor het bovenlichaam (pagina 3) uit, gevolgd door de oefeningen voor de buikspieren en zet er een motiverend muziekje bij op.

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma

VOORBEELDEN FYSIEKE OEFENINGEN LIFELONG. +31 (0) Wil je je lichamelijk vitaler voelen?

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding

Protocol voor de ringmeesters van de Pavo Cup tijdens de voorselectiewedstrijden

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie

Op zoek naar een (op)rechte manier van trainen? Hét kenniscentrum voor ruiter en paard LEERGANG: TECHNISCH TRAINEN

De 11+ Een compleet warming-up programma

Statische rekoefeningen

Trainingspaard Torros Amigos

10 minuten training 1 Total Body

Adviezen na een keizersnee

Train your Core Stability with energy lab

Sportprogramma voor stomadragers

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint:

De anatomie en de biomechanica van het paardenlichaam INHOUDSOPGAVE

Lenigheid en beweeglijkheid

VOORBEREIDINGSPROGRAMMA TUSSENSEIZOEN (U14-U15-U16-U17)

Dorine Erkens. Guasha Therapie voor Paarden VOORWOORD

1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5

Oefeningen en houdingsadviezen voor na de bevalling

Protocol voor de ringmeesters van de Pavo Cup tijdens de voorselectiewedstrijden

FEIF Rijpaardenprofiel Beschrijving van de wijze van uitvoering Formulier voor trainers

NIEUW Leergang: Technisch trainen. Op zoek naar een (op)rechte manier van trainen?

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

5.3.3 Een patiënt verplaatsen Verplaatsen in het bed: een patiënt op de zij draaien (omkeren) Zachtjes het gebogen been en de schouder van de

13. MICROBEWEGINGEN VOOR IN DE BADKAMER

Yogales maart 2019!! Bewust staan

Oefeningen bij bekkenklachten

Horsemanship en Rijkunst

Beweeg B Verbeter je resultaten!

IN DRIE EENVOUDIGE STAPPEN CHECKEN OF JOUW PAARD IN BALANS IS. (1)Foto's maken. (3)Paard Checken. Uitslag

De basis van de basis - deel 2

Marije van der Leeuw 2013 Alle rechten voorbehouden Manegekrant 1

LONGEREN. Samengesteld door docenten Helicon Opleidingen NHB Deurne: A. Aarts, M. Eeken, E. Koelewijn, E. Timmermans

Kantoorfitness op 1 M² met theraband

Dé VCA-specialist van Zuid-Nederland

Je zit: De voeten worden van buiten naar binnen in de beugels gestoken.

Ik ga je wat vertellen, je hoeft alleen maar te volgen wat ik zeg, mijn stem is nu het enige wat voor jou belangrijk is om te volgen.

Adviezen na een keizersnee

1. Abdominal Crunch - Rechte buikspieren

Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam:

Het evenwichtsmodel. De geniale Oberlandstallmeister Dr. Gustav Rau (foto 1)beschreef het evenwichtsmodel in 1910 als volgt:

Hartelijk dank voor je interesse in het Pullbands.nl E-Book.

Transcriptie:

VOORWOORD Beste lezer, Is je paard altijd gespannen tijdens het rijden? Wil hij niet afwenden naar een kant? Loopt hij continu te hard of is hij juist niet vooruit te branden? Staakt je paard regelmatig of steigert of bokt hij zelfs? Of is hij steeds teugelkreupel? Lijkt het soms meer op een vechtsport dan op paardrijden, omdat je paard het bit altijd zo vastpakt aan één kant? Dan ben je niet de enige! Veel ruiters kampen met problemen tijdens het rijden. Het lijkt er soms op dat mensen meer genieten van de verzorging van hun paard dan van het erop rijden. Als je alles al hebt geprobeerd om de problemen van je paard op te lossen en te horen hebt gekregen dat het wel tussen de oren van het paard zal zitten, dan is het rechtrichten wellicht je laatste redmiddel. Voor mijn paard Maestro was het in ieder geval DE oplossing: Hier zie je Maestro in juni 2003. Hij was heel scheef en vond daardoor alles heel moeilijk, zodat verzet ontstond. Hij liet zich bijna niet longeren, in een grote ruimte trok hij zich los, en galopperen was vrijwel onmogelijk. Hij ging met hoge snelheid plat door de bocht. Ook was hij heel loperig in draf en naar links afwenden ging niet of nauwelijks. Rechtrichten bood uitkomst! Door Maestro recht te richten kan hij nu ontspannen galopperen en de piaffe en levade met gemak uitvoeren. Door rechtrichtende oefeningen is hij nu lichamelijk en geestelijk in balans en is hij heel fijn te rijden. Wil je dat ook? Begin dan met het lezen van dit ebook, dat uit twee delen bestaat, waarin het hoe, wat, waarom, waarmee en wanneer van de natuurlijke scheefheid en het rechtrichten wordt uitgelegd. Veel leesplezier! 2010 www.rechtrichten.com Pag. 2 van 33

DIT IS VERSIE 2.2 VAN DIT EBOOK Dit ebook is het resultaat van vele jaren onderzoek en studie en ik hoop dat je veel baat zult hebben bij dit ebook. Hierbij het vriendelijke verzoek om onderstaand formeel copyright te respecteren om het ook in de toekomst mogelijk te maken om meerdere van deze publicaties voor je samen te stellen. Je sportiviteit in deze en daarmee je waardering voor de toegevoegde waarde van dit werk voor je eigen ontwikkeling stel ik zeer op prijs. COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Paarden Begrijpen worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm, of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) worden gereproduceerd ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is of worden overgenomen in enig dag-, nieuws- of weekblad of tijdschrift (al of niet in digitale vorm of online).tegen overtreders zullen altijd juridische stappen worden ondernomen. DISCLAIMER Bij het samenstellen van dit ebook is de grootste zorg besteed aan de juistheid van de hierin opgenomen informatie. kan echter niet verantwoordelijk worden gehouden voor enige onjuist verstrekte informatie in dit document. stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van eventuele onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledigheden in dit document. Het is belangrijk dat je deskundige begeleiding zoekt, als je geen of onvoldoende ervaring hebt opgedaan in het rechtrichten. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 3 van 33

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 2 1. INLEIDING... 5 1.1. De natuurlijke scheefheid... 5 1.2. Rechtrichten... 5 1.3. Elk paard is uniek... 6 1.4. Opzet... 7 2. DE NATUURLIJKE SCHEEFHEID... 8 2.1. Laterale scheefheid... 9 2.2. Horizontale onbalans... 13 2.3. Links- of rechtshandigheid... 15 2.4. Asymmetrie in de achterhand... 17 2.5. Torpedo vorm... 20 2.6. Diagonale onbalans... 22 2.7. Verticale scheefheid... 25 2.8. Verhouding onder/boven... 26 2.9. Scheve ruiter... 28 2.10. Samenvatting... 29 3. OVERZICHT PROBLEMEN DOOR NATUURLIJKE SCHEEFHEID... 30 3.1. Rijkunstige problemen... 30 3.2. Mentale & gedragsproblemen... 30 3.3. Fysieke problemen... 31 3.4. Andere oorzaken... 31 3.5. Symptoombestrijding of remedie?... 32 4. TOT SLOT... 33 2010 www.rechtrichten.com Pag. 4 van 33

1. INLEIDING Het paard is van nature in principe geen lastdier. Dus als we er als ruiter op willen gaat zitten, moet het paard goed voorbereid worden om ons te dragen. Dat doen we door middel van dressuur, met als onderdeel het rechtrichten. 1.1. DE NATUURLIJKE SCHEEFHEID Elk paard is van nature scheef, dat wil zeggen, elk paard is van nature asymmetrisch ontwikkeld. Net als de mens is elk paard links- of rechtshandig, zowel in de voorbenen als in de achterbenen. Daarnaast heeft hij een kromming in zijn lijf naar links of naar rechts. Verder draagt hij meer gewicht op zijn voorbenen dan op zijn achterbenen. En dat zorgt voor een ongelijke gewichtsverdeling over alle vier de benen van het paard. Als de ruiter deze scheefheden niet corrigeert kan dat tot problemen bij het paard leiden. Het rechtrichten is bedoeld om het paard symmetrisch te ontwikkelen in lijf en ledematen. 1.2. RECHTRICHTEN Het rechtrichten bestaat uit een reeks gymnastiekoefeningen voor het paard om spieren te rekken en te strekken, aan te spannen en weer te ontspannen, zodat hij fit, soepel, buigzaam, gespierd en sterk wordt om de ruiter goed te kunnen dragen. een onbespierd paard een bespierd paard Dressuur in de vorm van rechtrichtende buigingsarbeid zorgt ervoor dat het paard symmetrisch ontwikkelt in lijf en ledematen. Daarnaast zorgt het rechtrichten ervoor dat het paard in balans komt en zijn gewicht goed verdeelt over alle vier de benen. Door het paard recht te richten kan het paard de ruiter correct dragen. Daarnaast zorgen goed doordachte gymnastiserende oefeningen ervoor dat je paard zijn werk als rijpaard tot op hoge leeftijd gezond kan doen. Dressuur is afgeleid van de natuurlijke bewegingen van het paard. Ook in vrijheid zien we de fraaie dressuuroefeningen, zoals de piaffe, passage en levade. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 5 van 33

1.3. ELK PAARD IS UNIEK Al in de 17e eeuw werd er door de grootmeester in de rijkunst Antoine de Pluvinel (1552 1620) over de natuurlijke scheefheid geschreven. En ook François Robichon de La Guérinière (1688 1751) en Gustav Steinbrecht (1808 1885) noemen dit fenomeen in hun boeken. Laten we eens naar de neuzen van diverse paarden kijken. We denken altijd dat gezichten van mensen en neuzen van paarden symmetrisch zijn, maar deze foto s laten zien dat neuzen en neusgaten asymmetrisch zijn. Niet alleen neuzen zijn asymmetrisch, ook lichaam en ledematen zijn niet symmetrisch. Het perfect symmetrische paard moet nog geboren worden, alle paarden zijn van nature asymmetrish. De asymmetrie laat zich echter niet in hokjes duwen. Elk paard is uniek in zijn scheefheid en behoeft maatwerk in het rechtrichten. In dit ebook zul je een aantal algemeenheden betreffende de natuurlijke scheefheid tegenkomen. Maar het is bv. niet zo dat bij ALLE linksgebogen paarden de linkerheup hoger staat en dat ALLE rechtsgebogen paarden linksom op de binnenschouder vallen. Sommige paarden zijn scheef, maar uiten dat niet in een scheef bekken; sommige paarden vallen op beide handen op de binnenschouder enz. Kijk naar je paard, ontdek zijn of haar specifieke asymmetrie en probeer je paard daarop in evenwicht te brengen door je paard recht te richten. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 6 van 33

1.4. OPZET Dit ebook gaat over de natuurlijke scheefheid. De opzet is als volgt: In hoofdstuk 2 wordt de natuurlijke scheefheid uitvoerig behandeld. Alle dimensies van de natuurlijke scheefheid worden beschreven in dit hoofdstuk. Laterale scheefheid Horizontale scheefheid Links- en rechtshandigheid Asymmetrie in de achterbenen Verhouding voor-achter Diagonale scheefheid Verticale scheefheid Verhouding onder-boven Hoofdstuk 3 geeft weer welke gevolgen de natuurlijke scheefheid kan hebben en tot welke problemen het kan leiden. Scheef Gebogen Rechtgericht 2010 www.rechtrichten.com Pag. 7 van 33

2. DE NATUURLIJKE SCHEEFHEID Elk paard is van nature scheef en asymmetrisch in lijf en ledematen. De natuurlijke scheefheid of asymmetrie bestaat uit een aantal dimensies: 1. De links- of rechtsgebogenheid in het lichaam: de zogenaamde laterale scheefheid 2. Het meer gewicht dragen op de voorbenen dan op de achterbenen: de zogenaamde horizontale scheefheid 3. De links- of rechtshandigheid in de voorbenen 4. De links- of rechtshandigheid in de achterbenen 5. Het schraag bewegen van het paard, omdat de voorhand smaller is dan de achterhand 6. Het zwaartepunt dat zich niet precies in het midden van het paard bevindt, maar meer richting één van de twee voorbenen: de zogenaamde diagonale scheefheid 7. De verticale scheefheid, zoals hiernaast op de foto is te zien 8. Als deze dimensies niet rechtgericht worden, ontstaat er een verkeerde verhouding in het gebruik van rug- en buikspieren In de volgende paragrafen worden al deze dimensies beschreven. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 8 van 33

2.1. LATERALE SCHEEFHEID De laterale scheefheid is de natuurlijke buiging in de wervelkolom, van nek tot staart, naar links of naar rechts. Ook zijn er paarden met een continue S curve in hun wervelkolom. Een van nature recht paard moet in principe nog geboren worden! Rechtsgebogen paard Elk paard heeft een concave, holle kant korte, stijve, sterke spieren. Linksgebogen paard De convexe, bolle kant bestaat uit lange, soepele, slappe en minder ontwikkelde spieren. Interessant is, dat er verschillende ''geloven'' zijn. Er zijn meer linksgebogen paarden volgens de oude grootmeesters als Antoine de Pluvinel, François de la Guérinière en Gustav Steinbrecht en ook een aantal hedendaagse specialisten scharen zich achter deze aanname. Volgens een aantal andere hedendaagse trainers zijn er juist meer rechtsgebogen paarden. Mogelijke oorzaken Waarom zijn paarden van nature naar links of rechts gebogen? Daarover doen een aantal theorieën de ronde: De ligging van het veulen in de baarmoeder bepaalt de laterale buiging. Vele handelingen gebeuren al eeuwenlang links van het paard, zoals het leiden van een paard, het zadelen, opstijgen en afstijgen, waardoor de meeste paarden linksgebogen zijn. De meeste mensen zijn rechtshandig en trainen het paard daardoor te eenzijdig, waardoor het paard scheef getraind wordt. Ruiters versterken vaak de natuurlijke buiging die het paard zelf neemt door onbewust hun lichaamsgewicht te verleggen naar één bepaalde kant van het paard, zodat de ruiter scheef komt te zitten zoals op de foto te zien is. Hierdoor gaat het paard steeds schever lopen. De ongelijke beheersing van lichaam en ledematen komt, doordat alle bewegingen een bepaald doel hebben en altijd op dezelfde manier uitgevoerd worden, zodat ze instinctief worden. Een bepaalde actie produceert altijd dezelfde beweging. Tijdens de groei past het lichaam zich aan aan de uitvoering van bepaalde instinctieve bewegingen en ontwikkelt daarom ongelijk. Alle mensen en dieren hebben een tendens om in cirkels te bewegen als ze geblinddoekt zouden zijn of geen punten van oriëntatie zouden hebben. Dus jonge dieren die op onderzoek uitgaan, lopen door de natuurlijke scheefheid ongemerkt in een cirkel, zodat ze altijd weer bij de groep uitkomen. Het ''cirkelinstinct'' is de oorzaak van de ongelijke spierontwikkeling. Een andere oorzaak wordt gezien in de twee hersenhelften die ieder eigen functies hebben. Waar het om gaat is dat het niet echt belangrijk is om de oorzaak precies te weten, maar dat we beseffen dat het een gegeven is waar we niet omheen kunnen. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 9 van 33

Kenmerken en symptomen van een linksgebogen paard Een linksgebogen paard zal zich gemakkelijk laten inbuigen naar links en moeilijker naar rechts. Een heel duidelijk symptoom van een linksgebogen paard is, dat het paard makkelijk linksom loopt in de rijbaan en moeilijker rechtsom: Als de ruiter op de hoefslag rijdt op de linkerhand, dan zal het paard de neiging hebben om zijn achterhand naar binnen te zetten en als het ware wat traversmatig lopen. Vaak zet het paard de achterhand teveel naar binnen. Travers rechtsom vormt vaak een probleem, omdat het paard moeite heeft met buigen naar deze zijde. Als de ruiter rechtsom rijdt heeft het paard de neiging op de binnenschouder te vallen en de hoeken af te snijden. Door de slap bespierde rechterkant, kan het voorkomen dat het zadel naar rechts gaat liggen en dat de ruiter naar rechts zakt en scheef komt te zitten. Het zadel opvullen is geen oplossing, maar symptoombestrijding. De stijgbeugel hangt dan rechts lager. De stijgbeugel met twee gaten korter maken is dan slechts symptoombestrijding. Doordat de buik van het paard meer naar rechts bolt, loopt het paard tegen het rechterbeen van de ruiter aan. Na het afstijgen kan de ruiter soms aan de zweet- of slijtageplekken op het zadel zien dat het paard hem het meest op de rechterkant heeft gedragen. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 10 van 33

Door de lange, bolle kant lijkt het verder of het paard het bit aan de rechterkant vastpakt en het bit aan de linkerkant niet wil aannemen. Veel ruiters concluderen hieruit dat de oorzaak van scheefheid in de mond van het paard ligt. Maar dat kan eenvoudig weerlegd worden door het paard op een kaptoom te rijden. Het teugelcontact voelt dan net zo ongelijk als daarvoor. Als de ruiter gaat trekken aan de vastzittende kant kan dit tot onregelmatigheid in de beweging leiden of tot teugelkreupelheid. Een kalm paard verliest dan zijn lust tot lopen, terwijl een temperamentvol paard hectisch kan reageren. Andere paarden steken hun tong uit hun mond. Op de volte buigt het paard veel makkelijker naar de ene kant dan naar de andere kant. Een linksgebogen paard neemt linksom vaak teveel buiging aan, waardoor hij de neiging heeft om over de buitenschouder te vallen. Een linksgebogen paard vindt het rechtsom moeilijk om in te buigen en laat zich liever naar binnen vallen. Hij behoudt dan de verkeerde buiging en valt op de binnenschouder waardoor de volte steeds kleiner wordt. Door de ruiter kan de natuurlijke scheefheid verergeren. Soms trekt de ruiter zo hard aan de stijve teugel, dat er in het paard een S-curve ontstaat. Voor het rechtsgebogen paard geldt precies het omgekeerde. De ruiter moet de symptomen kunnen herkennen en kunnen erkennen dat het paard niet perfect recht is. Rechtrichten is de oplossing. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 11 van 33

Meer links- dan rechtsgebogen paarden? Door de eeuwen heen hebben grootmeesters en ruiters met het fenomeen natuurlijke scheefheid te maken gehad. Diversen hebben daarover ook geschreven. Wat opvalt is, dat naast overeenkomstige ideeën en ervaringen, juist ook verschillende uitgangspunten, aannames en geloofsovertuigingen een rol spelen. Sommige trainers beweren dat er meer linksgebogen paarden zijn. Andere beweren dat er juist meer rechtsgebogen paarden zijn. Wetenschappelijk is niet bewezen dat er meer links- dan rechtsgebogen paarden zijn of juist andersom. Belangrijk is dus dat een trainer elk paard individueel benadert en buiten de kaders durft te denken en niet in hokjes denkt. Elk paard moet op zijn tempo een op maat gemaakt trainingsplan doorlopen om zich symmetrisch te ontwikkelen: * Zijn lichaam moet zowel naar links als naar rechts kunnen buigen. En dat zowel op de volte, als in schouderbinnenwaarts, als in travers, als in stap, draf en galop, en in verzamelde stap, draf en galop en in de piaffe en de passage. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 12 van 33

2.2. HORIZONTALE ONBALANS De horizontale scheefheid is de onevenwichtige verdeling van het gewicht over de voorhand en de achterhand. Door het verhoudingsgewijs aanzienlijke gewicht van hals en hoofd worden de voorbenen zwaarder belast dan de achterbenen. Paarden dragen daardoor van nature 3/5 van het gewicht op de voorhand en 2/5 op de achterhand. Laten we zeggen dat een paard 500 kilo weegt, dan draagt het paard 300 kg op de voorbenen en 200 kg op de achterbenen. Automatisch voortbewegen Natuurkundig beschouwd kun je dit als volgt zien: een object in evenwicht heeft zijn middelpunt gevonden en wordt onbeweeglijk. Zodra het evenwicht verstoord wordt, zal de hele massa zich willen verplaatsen in de richting van het overgewicht. Het op de voorhand lopen is daarom gemakkelijk bij het grazen, want het zorgt voor een automatisch voortbewegen. In vrijheid draagt het paard dus zijn gewicht op zijn schouders. Hij ondervindt hiervan geen schade, omdat hij niets anders dan zijn eigen gewicht hoeft te dragen, zijn bewegingen naar willekeur kan maken en zijn achterbenen naar eigen inzicht kan inzetten om de voorhand te ondersteunen. Als er geen ruiter op het paard zit is het op de voorhand lopen geen probleem. De problemen ontstaan wanneer ruitergewicht wordt toegevoegd en het paard niet wordt recht gericht. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 13 van 33

Symptomen met ruitergewicht Als een ruiter op een paard rijdt dat in natuurlijk evenwicht loopt kunnen de volgende symptomen optreden: Het paard hangt op de teugel c.q. is zwaar op de hand en gebruikt de ruiterhand als vijfde been. Het paard vertoont weinig schoudervrijheid. Het ongebalanceerde paard heeft de neiging om gespannen te raken. Een gespannen paard kan niet ontspannen en zal soms verzet tonen. Een gespannen paard zal de ruiter geen lichte, gelijkmatige, elastische en levendige aanleuning geven. Het ongebalanceerde paard verliest ritme tijdens het maken van tempowisselingen. Overgangen van galop naar draf of van draf naar stap zullen erg oncomfortabel aanvoelen omdat het paard op de voorhand valt. Het paard kan zich aantikken, omdat het voorbeen te traag is met optillen. Een ander symptoom is struikelen. Het paard struikelt omdat de teen van de hoef eerder contact maakt met de bodem dan de rest van de hoef. Het paard loopt bergaf. In de diagonale beenzetting in draf zal het voorbeen een fractie eerder landen dan het achterbeen (met het blote oog vaak niet waar te nemen), zodat dit een terugwaartse schok oplevert waardoor het doorzitten bemoeilijkt wordt. Door het ruitergewicht, dat nu ook op de voorhand als last erbij komt, kan overbelasting van de voorbenen ontstaan. In extreme gevallen raakt het paard in paniek en begint te rennen, omdat het geen controle heeft over zijn eigen lichaam. Druk op de teugels geeft het paard juist iets om tegenaan te leunen als houvast en dat zorgt ervoor dat het paard juist nog meer op de voorhand gaat open. Een sterker bit helpt niet en is slechts symptoombestrijding. Het paard leert niet vanzelf meer gewicht op de achterhand te dragen. Daarvoor heeft hij de hulp van de ruiter nodig via het rechtrichten. De ruiter moet ervoor zorgen dat het paard het gewicht goed over de vier benen verdeelt. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 14 van 33

2.3. LINKS- OF RECHTSHANDIGHEID De asymmetrie in de voorhand bestaat uit het links- of rechtshandig zijn. De voorkeur voor rechts of linkshandig zie je bij veel dieren terug: 75% van de mensen is rechtshandig, de meeste papegaaien zijn linkshandig, bij katten, honden en muizen is 50% linkshandig en de andere helft is rechtshandig. Sommige paarden zijn rechtshandig, wat betekent dat ze met hun rechtervoorbeen een betere coördinatie hebben en sterker zijn dan met hun linkervoorbeen. Andere paarden zijn juist linkshandig. De links- of rechtshandigheid biedt in het dagelijkse leven voordelen. Als we bijvoorbeeld struikelen, vangen we onszelf op met de betreffende arm en het betreffende been waarin we het meeste vertrouwen hebben. We reageren altijd hetzelfde als we onze balans verliezen en dat doet het paard ook. Veelal is het volgende het geval: * linksgebogen paarden zijn rechtshandig * rechtsgebogen paarden zijn linkshandig Als een paard rechtshandig is, draagt dit been in het algemeen meer gewicht en heeft het paard een betere coördinatie in dit voorbeen. Hetzelfde geldt voor een linkshandig paard. Veulens zijn vanaf hun geboorte al ongelijk in het gebruik van hun voorbenen. Vanwege hun lange benen en korte hals staan ze vaak wijd en altijd met hetzelfde been naar voren en hetzelfde been naar achteren. Zo ontstaat het zogenaamde graasvoetje. Het voetje wat het minste gewicht draagt is steiler. Ook volwassen paarden hebben een voorkeurshouding bij het grazen. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 15 van 33

Kenmerken, symptomen en gevolgen Zonder ruitergewicht is de links- of rechtshandigheid geen probleem. De problemen beginnen als er ruitergewicht wordt toegevoegd. Het paard heeft de neiging om met het sterkere voorbeen de last van de voorhand op te vangen. Dat betekent dat dit been meer gewicht draagt. Als het ruitergewicht op het paard erbij komt en het paard wordt niet rechtgericht, dan heeft het paard de neiging dit ruitergewicht OOK met dit voorbeen te gaan dragen. Door de onevenredige gewichtsverdeling kunnen ritmestoornissen optreden. Ook kan het paard kort-lang gaan stappen, omdat het achterbeen aan de kant van het handige voorbeen niet voldoende door kan swingen naar voren. De onbalans neemt dan enorm toe en dit kan leiden tot overbelasting en in ernstige gevallen tot hoefkatrolontsteking en kreupelheid. Paarden met hoefkatrolontsteking zullen hun passen verkorten en zijn moeilijk te wenden. Na het rijden zie je soms dat de paarden in rust het overbelaste been meer voorwaarts zetten om het te ontlasten. Vanwege de links- of rechtshandigheid is de ene schouder geproportioneerder dan de andere schouder. De schouders hebben verschillende bespiering. De handigheid kan er toe leiden dat het paard altijd in dezelfde galop aanspringt, ongeacht of hij links- of rechtsom loopt. De ruiter moet deze gevolgen en symptomen herkennen en via training ervoor zorgen dat het paard even handig wordt met beide voorbenen. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 16 van 33

2.4. ASYMMETRIE IN DE ACHTERHAND De asymmetrie in de achterbenen bestaat uit het verschil in stuwen en dragen. Elk paard heeft van nature een meer stuwend en een meer dragend achterbeen. Het stuwende been is vaak wat steiler en minder buigzaam. Het dragende been buigt gemakkelijker in de zeven gewrichten die een achterbeen heeft. De achterbenen werken dus niet gelijkmatig qua dragen en stuwen. Dat is ook te zien aan de bespiering van de achterhand. De ene bil zal er dikker uitzien dan de andere. De zeven gewrichten in het achterbeen Wij mensen hebben dezelfde handigheid in onze benen. Als we op een step staan, staan we elke keer met hetzelfde been erop en met het andere been zetten we af. Het verschil tussen stuwen en dragen De meeste paarden hebben van zichzelf uit voldoende stuwkracht in de achterhand. Als men niet oppast stuwt het paard zijn volle gewicht tegen de voorhand, waardoor verstijving van de voorhand en overbelasting kan ontstaan. Een achterbeen dat voornamelijk vanuit de loodlijn naar achteren beweegt, stuwt het lichaam vooruit en duwt voornamelijk tegen de massa. Een achterbeen dat zich vanuit de loodlijn ook naar voren beweegt, kan zijn achterbenen meer onder de massa brengen met gebogen, verende en soepele gewrichten. De linker tekening geeft een teveel aan stuwkracht (meer stuwen dan dragen). De rechter tekening geeft verzameling weer (meer dragen dan stuwen). Een gouden regel is dat de rode pijl naar achteren nooit langer mag zijn dan de pijl naar voren. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 17 van 33

Theorieën Diverse professionele paardenmensen en grootmeesters hebben verschillende gedachten over welk been nu meer dragend is en welk meer stuwend. Neem een linksgebogen paard: 1. Theorie 1 is dat het linkerachterbeen meer stuwt en het rechterachterbeen meer draagt. Het linkerachterbeen stuwt diagonaal het gewicht richting het rechtervoorbeen. Het rechterachterbeen treedt beter onder. 2. Theorie 2 is dat het rechterachterbeen meer stuwt en het linkerachterbeen meer draagt. Het linkerachterbeen grijpt meer naar voren dan het rechterachterbeen, maar wijkt zijlings uit. Dat been treedt meer onder dan dat het stuwt. Het rechterachterbeen treedt amper onder en stuwt lateraal het gewicht richting het rechtervoorbeen. 3. Theorie 3 is dat het rechterachterbeen stuwt EN draagt en dat het linkerachterbeen heel zwak is. (Kleine hondjes zie je wel eens stukjes op drie benen lopen). Natuurlijke scheefheid komt in meerdere vormen voor en verschilt van paard tot paard. In de praktijk moet elk paard als een individu worden gezien en behandeld. Natuurlijke scheefheid is in meer of mindere mate aanwezig, in de een of andere vorm, afhankelijk van het individuele paard. Net als paarden zijn ook honden en andere zoogdieren van nature scheef. Ook honden hebben een pootje wat meer onder de massa treedt en een pootje wat meer naast de massa beweegt. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 18 van 33

Kenmerken & symptomen Het dragende achterbeen is buigzamer en het stuwende been is stugger en steiler. Bij het paard op de foto is het linkerachterbeen het meest stuwend. Dit linkerachterbeen is daardoor steiler, waardoor het bekken zelfs links hoger staat. Door de asymmetrische ontwikkeling van de achterhand kan dus een scheef bekken ontstaan. Het buigzaam maken van het steile been is dan de remedie en niet het laten rechtzetten van het bekken door een specialist. Een niet rechtgericht paard loopt met de achterbenen niet keurig in de sporen van de voorbenen. Alle zoogdieren hebben de neiging om hun achterhand meer naar binnen te brengen. Linksgebogen paarden lopen daardoor linksom altijd traversmatig. Op voltes volgen de achterbenen van een linksgebogen paard op de linkerhand een smallere cirkel dan de voorbenen. Op de rechterhand maken de achterbenen een grotere cirkel dan de voorbenen, doordat de achterhand vaak uitzwaait. Een ander kenmerk is dat het ene achterbeen wel gemakkelijk onder de massa treedt en het andere been niet. Het zwakke achterbeen zakt soms weg, voornamelijk tijdens de draf. Paarden met een zwakke achterhand hebben soms moeite met de galop. Soms kiezen ze altijd voor dezelfde galop, ongeacht of ze linksom of rechtsom lopen. In enkele gevallen galopperen ze met de voorbenen en draven ze met de achterbenen. Veel paarden hebben een sterke achterhand, maar sommige ruiters rijden hun paard zodanig dat deze sterke achterhand het totale gewicht van het paard met extra kracht naar de voorhand verschuift. De ruiter kan door verkeerd rijden bij het paard dus juist problemen en gebreken ontwikkelen. Door het paard op de voorhand te rijden, al dan niet met slofteugel, met teveel aanleuning (de ruiterhand wordt als het ware het vijfde been waarop het paard steunt), ontstaat overbelasting op de voorhand met alle gevolgen vandien. Het paard loopt stijf, kort, gaat onregelmatig, komt in verzet, loopt scheef, wil niet buigen naar een bepaalde kant enz. Fysiotherapie, osteopathie, ontstekingsremmers worden vaak ingezet, maar zijn dan slechts symptoombestrijding, als de ruiter weer op de oude voet verder traint. De ruiter moet de gevolgen en symptomen herkennen en via training ervoor zorgen dat het paard even handig wordt met beide achterbenen, om de voorhand te ontlasten. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 19 van 33

2.5. TORPEDO VORM Het paard heeft abstract gezien een driehoek- of torpedovorm: de achterhand van het paard is breder dan de voorhand. De heupen zijn breder dan de schouders. Van bovenaf is dat goed te zien: Het paard loopt daarnaast van nature met zijn voorhand enigszins scheef geplaatst ten opzichte van de achterhand. Door de torpedovorm komt de voorwaartse impuls van de bredere achterhand schraag op de voorhand terecht, waardoor het paard zijwaarts spoort en licht naar binnen komt. Het paard loopt als het ware als een krab en verplaatst zich een beetje schraag en zijdelings - omdat het ene achterbeen meer stuwt en het andere meer draagt - en duwt het gewicht richting het schuin tegenoverliggende voorbeen. Hierdoor legt het paard meer gewicht op het ene dan op het andere voorbeen. Zeker als het paard langs een wand gereden wordt, wordt dit aspect nog versterkt: Het paard plaatst zijn binnenachterbeen naast de massa. Het spoort met de achterhand zijdelings naast de sporen van de voorhoeven en komt zo nog extra scheef te lopen. Scheef 2010 www.rechtrichten.com Pag. 20 van 33

Stel je voor dat een paard tussen twee lijnen loopt. Het paard loopt recht, als de schouders en heupen op gelijkmatige afstand bewegen t.o.v. deze lijnen. Als het paard op de hoefslag langs de wand loopt, heeft het paard de neiging om met zijn schouder tegen deze wand te kleven. Dit veroorzaakt extra onbalans. Vooral in de galop heeft het paard de neiging hiertoe. Als het paard zijn binnenachterbeen te veel naar binnen zet, kan dit achterbeen niet ondertreden en dat zorgt ervoor dat de draagkracht van dit achterbeen niet ontwikkeld kan worden. Maar de draagkracht is nou juist zo belangrijk voor het dragen van de ruiter. Simpel voorwaarts rijden in de hoop dat het paard zich vanzelf rechtricht, leidt tot starre stugge paarden die de flexibiliteit in hun rug verliezen. Daarom is het belangrijk dat de voorhand correct voor de achterhand gericht wordt. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 21 van 33

2.6. DIAGONALE ONBALANS Het gegeven is dus dat het paard links- of rechtsgebogen is, links- /rechtshandig, links- /rechtsbenig en dat zijn voorhand smaller is dan de achterhand. In beweging heeft dit verschillende gevolgen voor de ligging van het zwaartepunt bij het paard. Het paard komt door de natuurlijke scheefheid in diagonale onbalans. Een symmetrisch paard, links op de tekening, draagt op alle vier de benen evenveel gewicht. Stel dat het paard 600 kilo zou wegen, dan draagt elk been 150 kilo. Het zwaartepunt, of het evenwichtspunt, bevindt zich precies in het midden van het paard (de blauwe stip). Bij een niet rechtgericht paard bevindt het zwaartepunt zich niet in het midden van het paard. Een linksgebogen paard draagt meer gewicht op zijn voorhand en wel het meest op zijn rechtervoorbeen. Door de laterale buiging, de links- / rechtshandigheid en -benigheid vindt er in beweging een diagonale verschuiving van het zwaartepunt plaats. Het zwaartepunt verschuift naar rechts en naar voren richting het rechtervoorbeen. En dit voorbeen draagt daardoor meer dan de gemiddelde 150 kilo. Kenmerk De diagonale verschuiving van het zwaartepunt manifesteert zich het duidelijkst op de voltes. Als het zwaartepunt niet gecorrigeerd wordt en diagonaal verschoven blijft, zal het paard als het ware achter het zwaartepunt aan lopen. De gevolgen zijn dan dat het paard op of over de schouder zal vallen. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 22 van 33

Over de buitenschouder vallen: ''centrifugale krachten'' Een linksgebogen paard steunt het meest op zijn rechtervoorbeen. Een linksgebogen paard op de linkerhand zal door de diagonale scheefheid over de buitenschouder vallen, doordat het zwaartepunt op rechtsvoor ligt. Door de middelpuntvliedende kracht heeft het paard de neiging om de volte steeds groter te maken. Voor het rechtsgebogen paard geldt precies hetzelfde op de rechterhand. Op de binnenschouder vallen: ''schaarkrachten'' Een linksgebogen paard op de rechterhand zal naar binnen kunnen vallen door het zwaartepunt dat op rechtsvoor ligt. Doordat het paard zich laat vallen op deze binnenschouder, fixeert het paard zijn lichaam op deze plaats. De achterhand beweegt, waardoor de achterhand zal uitscharen. Door het naar binnen vallen en het voornamelijk steunen op het rechtervoorbeen heeft het paard de neiging om de volte steeds kleiner te maken. Voor het rechtsgebogen paard geldt precies hetzelfde op de linkerhand. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 23 van 33

Opgemerkt moet worden dat er paarden zijn die op beide handen op de binnenschouder vallen of juist op beide handen over de buitenschouder. Het is dus altijd belangrijk om naar het individuele paard te kijken en niet te generaliserend te zijn. Gevolgen Door het uitscharen komt er veel druk op de zeven gewrichten van het achterbeen. Met name op de bovenste, het SI gewricht, het gewricht dat de achterbenen verbindt met de wervelkolom. Een paard dat op de binnenschouder valt zal zijn rug gaan spannen en zijn hoofd omhoog doen en eventueel naar buiten stellen om in balans te blijven. De belasting op het dragende voorbeen is te hoog en kan een vroegtijdige slijtage veroorzaken. Daarom is het belangrijk om de achterhand van een paard te stimuleren tot ondertreden en vervolgens tot dragen. Als de verende achterhand de last van de voorhand overneemt voorkomt dat slijtage aan de voorbenen. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 24 van 33

2.7. VERTICALE SCHEEFHEID Door de verschuiving van het zwaartepunt kan het paard scheef ten opzichte van de grond gaan lopen. Hier zie je dat het linker voorbeen meer gewicht draagt dan het rechter voorbeen. Het vermeerderd belasten van de binnenschouder leidt er toe dat het paard verticaal scheef komt ten opzichte van de grond. Gevolgen Als het paard in evenwicht is, is het mogelijk om de grenzen in het werk te verleggen. Het groene paard houdt in elke oefening balans en kan de kleinste voltes maken en zelfs een galoppirouette uitvoeren. Als een snel lopend paard zijn verticale evenwicht verliest, dan wordt zijn balans volledig verstoord. Het rode paard kan alleen zijn balans houden op grote voltes als hij veel snelheid maakt. Vergelijk dit met een motorfiets: hoe hoger de snelheid, hoe platter door de bocht. Het paard zal vaak ongewenst versnellen bij verticale scheefheid, zeker in de galop. De grootste fout is dat de ruiter gaat tegenhangen om in evenwicht te blijven. Dit veroorzaakt veel rugspanning. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 25 van 33

2.8. VERHOUDING ONDER/BOVEN Als de ruiter bovenstaande scheefheden niet corrigeert, ontstaat er vaak een onbalans in het gebruik van de spieren van de onder- en bovenlijn van het paard. De bovenkant van het paard wordt ook wel de bovenlijn genoemd. En zo is er ook een onderkant c.q. onderlijn. Dorsale en ventrale spierketen Spieren werken als schakels, die samen een spierketen vormen. Er is een dorsale spierketen (groen) en een ventrale keten (rood): De dorsale keten ( strekketen ) bestaat o.a. uit de strekspieren van de hals, de lange rugspier, de heupstrekkers (de bilspieren en hamstrings). De ventrale keten ( buigketen ) bestaat o.a. uit de buigspieren van de hals, de borstspieren, de buikspieren en de heupbuigers. De strek- en buigketen moeten met elkaar in balans werken om correcte beweging te produceren. De dorsale en ventrale spierketen vormen samen een cirkel van spieren die samenwerken om een staat van evenwicht te verkrijgen. Invloed scheefheid op de spierketens Door de scheefheden raakt het paard tijdens het rijden vaak uit balans. Het paard wil dan graag zijn hoofd en hals gebruiken om in balans te komen. Daardoor wil het paard graag zijn hoofd omhoog brengen. Dit kan hij alleen doen als hij zijn lange rugspier (longissimus dorsi) aanspant. Deze spier ligt aan beide zijdes van de wervelkolom en wordt door aanspannen kort, sterk en stug. Spanning in een individuele spier van de keten kan een domino-effect hebben op de andere spieren in de keten. Als de lange rugspier dus verkrampt, zal dit de hele werking van de strekketen beïnvloeden. En problemen in de strekketen bemoeilijken het gebruik van de buigketen, aangezien spieren in paren werken. Als de ene spier samentrekt, ontspant de andere. Dus als de bovenlijn zich aanspant, werkt de onderlijn niet correct. Een mens moet ook geen spullen tillen met zijn rug, maar met zijn buik. De buikspieren zijn ook voor het paard de belangrijkste spieren bij het dragen van gewicht en het ontlasten van de rug. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 26 van 33

Symptomen Een harde rug c.q. korte bovenlijn zorgt voor veel ''problemen'': Niet nageeflijk zijn, een paard dat hard is in de mond is altijd hard in zijn rug Onderhals Schudden met hoofd Tandenknarsen Niet willen halsstrekken De ruiter niet laten doorzitten Telgang Dribbelen Flegmatiek, stroperig lopen Korte passen Taktfouten Teugelkreupel Onregelmatigheid Kissing spines Staken, bokken, steigeren Nervositeit: Een paard met een korte bovenlijn heeft altijd een houding van ''paraatheid'' en is als het ware ''klaar om te vluchten''. Dat maakt dat deze paarden vaak kijkerig zijn. Spanning in het lijf zorgt voor spanning tussen de oren. Slechte vacht: als de rugbespiering zich steeds meer verkort wordt de doorbloeding gereduceerd. De stofwisseling verslechtert, waardoor de vacht dof kan worden. De ruiter moet deze symptomen herkennen en via training ervoor te zorgen dat het paard het paard zijn bovenlijn stretcht en zijn buikspieren goed gebruikt. Gymnastisering is de oplossing. Symptoombestrijding? Soms worden hulpteugels (slofteugel, bijzetteugel e.d.) ingezet om het paard zijn hoofd te laten zakken en tot nageven en rond maken te dwingen. Hierdoor wordt de druk op de tong versterkt, waardoor de onderhals gaat aanspannen en langer wordt. Alle hulpmiddelen die gebruikt worden om het paard vast te binden en aan te snoeren zijn zonder uitzondering eerder nadelig dan nuttig. Het werkt vaak nieuwe problemen in de hand, zoals slechte berijdbaarheid, weerstand, achter de teugel lopen, op de hand leunen en kreupelheid. Ook komt de oorspeekselklier vaak tussen de kaak en de aangespannen onderhalsspieren knel te zitten, wat tot ontstekingen kan leiden en de speekselvorming beïnvloedt. Bovendien bederven deze hulpteugels allemaal de paardenmond, want de indrukken van het bit kunnen uitsluitend goed afgewogen worden door de levende en fijngevoelige hand van de ruiter. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 27 van 33

2.9. SCHEVE RUITER Op een scheef paard kan een ruiter niet recht zitten, maar een scheve ruiter kan de natuurlijke scheefheid van het paard versterken. Wat was er eerder, de kip of het ei? Het maakt niet uit of het ei eerder was of juist de kip: we hebben ze allebei nodig. Dus naast het rechtrichten van het paard moet ook de ruiter werken aan zijn eigen symmetrie. Vraag jezelf eens af: kun je net zo snel, makkelijk, vloeiend en mooi je handtekening met links als met recht schrijven? Of de muis van je computer gelijkmatige met beide handen bedienen? Je zult verschil in kracht en coördinatie merken in je beide handen. Ook zul je, als je langs een afgrond loopt, liever naar links langs die afgrond lopen of juist liever naar rechts. Ook heb je een voorkeur om links- of rechtsom te lopen. Dat is te merken aan mensen die verdwalen in de woestijn, die komen weer bij hetzelfde punt uit, omdat ook mensen een cirkelinstinct hebben. De oplossing om jezelf recht te richten is dezelfde als die voor het paard geldt: gymnastiseren en oefeningen doen! Pilates is erg goed voor het ontwikkelen van een symmetrisch lichaam en het verbeteren van de coördinatie. Maar ook yoga, Alexandertechniek en andere therapieën en gymnastiekvormen helpen de mens om zich evenwichtig te ontwikkelen. We willen graag dat ons paard onder de ruiter ontspannen, soepel, gespierd, atletisch en met een goede coördinatie, in balans, ritmisch en dynamisch gaat lopen. Aangezien dat alleen kan als paard en ruiter een twee-eenheid vormen en het paard vaak de ruiter spiegelt is het dus logisch dat OOK de ruiter ernaar moet streven om zijn eigen lijf ontspannen, soepel, gespierd, niet te dun/te dik, atletisch, gecoördineerd en gebalanceerd te krijgen. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 28 van 33

2.10. SAMENVATTING Holle kant: korte, stijve, sterke spieren Bolle kant: lange, soepele, slappe spieren Rechtsgebogen paard Linksgebogen paard Elk paard is van nature scheef en buigt daardoor makkelijk naar de ene kant en moeilijk naar de andere kant. Het paard heeft een holle en bolle kant Alle paarden dragen van nature 3/5 van het gewicht op de voorhand en 2/5 op de achterhand. Net als de mens is elk paard links- of rechtshandig. De voorbenen dragen niet allebei evenveel gewicht. Dit kan tot overbelasting van een bepaald voorbeen leiden. Het ene achterbeen is vaak meer stuwend en het andere meer dragend. Het dragende achterbeen is soepeler en treedt makkelijk onder. Het stuwende achterbeen is steiler en stugger en kan krachtig afzetten. Het paard loopt van nature met zijn voorhand enigszins scheef geplaatst t.o.v. de achterhand. Als het paard niet rechtgericht langs een wand gereden wordt, wordt dit aspect nog versterkt, omdat de schouders van een paard smaller zijn dan zijn heupen. Een paard dat niet gecorrigeerd wordt op de natuurlijke scheefheid en het natuurlijk evenwicht, valt tijdens het rijden vaak op de binnenschouder of over de buitenschouder. Er ontstaat een diagonale onbalans, d.w.z. een diagonale verschuiving van het gewicht naar een bepaalde schouder. Door de verschuiving van het zwaartepunt kan het paard verticaal scheef gaan lopen. Als de ruiter bovenstaande scheefheden niet corrigeert, ontstaat er vaak een onbalans in het gebruik van de spieren van de onder- en bovenlijn van het paard. Dit kan tot rugspanning en rugproblemen leiden. Op de voorhand Scheef langs wand Op de schouder Over de schouder Rugspanning 2010 www.rechtrichten.com Pag. 29 van 33

3. OVERZICHT PROBLEMEN DOOR NATUURLIJKE SCHEEFHEID In dit hoofdstuk zie je nog eens de meest voorkomende problemen van de scheefheid op een rij. 3.1. RIJKUNSTIGE PROBLEMEN Oefening wel de ene kant op kunnen uitvoeren en niet op de andere hand Moeite met afwenden Het op de binnenschouder vallen Het over de buitenschouder vallen Ongelijke aanleuning Niet nageeflijk Het vastpakken van het bit aan een kant Zwaar op de hand De teugels als vijfde been gebruiken Niet willen halsstrekken In de verkeerde galop aanspringen Overkruist aanspringen Telgang in stap en/of galop Niet vierkant halt kunnen houden Scheef achterwaarts gaan Ongewenst versnellen Dribbelen Flegmatiek, stroperig lopen De ruiter niet laten doorzitten Ruiter en zadel zakken naar de lange, bolle kant, de ruiter komt scheef te zitten Weinig schoudervrijheid Korte passen Taktfouten Teugelkreupel 3.2. MENTALE & GEDRAGSPROBLEMEN Kijkerigheid Verzet Staken Oren in de nek bij bepaalde oefening Steigeren Bokken 2010 www.rechtrichten.com Pag. 30 van 33

3.3. FYSIEKE PROBLEMEN Het hoofd kantelen Schudden met het hoofd Tandenknarsen Tong uit de mond Staartzwiepen Rugproblemen Kissing spines Doffe vacht Bultjes op de rug Overbelasting voorhand Onregelmatigheid Kreupelheid (Klinisch) hoefkatrol SI-problemen Knieproblemen Heupproblemen Spat Gallen 3.4. ANDERE OORZAKEN Bovenstaande problemen kunnen ook andere oorzaken hebben dan de natuurlijke scheefheid. Natuurlijk moeten ook onderstaande aspecten in orde zijn, aangezien een paard van nature een steppedier, bewegingsdier en kuddedier is: Goed voer, voldoende ruwvoer Voldoende frisse lucht en zonlicht Vrije beweging in paddock of wei Contact met soortgenoten Daarnaast is een goed passend hoofdstel, zadel en bit een vereiste. Opstijgen met een opstapkrukje voorkomt ook rugproblemen. Als dit allemaal in orde is en de dierenarts, tandarts en overige specialisten hebben ook geen verklaring voor de problemen, dan kunnen de problemen met de natuurlijke scheefheid te maken hebben. Het is dan belangrijk om via het rechtrichten de scheefheid te reduceren, zodat bovengenoemde problemen zich niet meer voordoen. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 31 van 33

3.5. SYMPTOOMBESTRIJDING OF REMEDIE? Het is altijd belangrijk de oorzaak aan te pakken en niet de symptomen te bestrijden. Het is bijvoorbeeld niet verstandig om diverse hulpteugels (slofteugel, bijzetteugels enz.) en/of speciale bitten te hanteren, om nageeflijkheidsproblemen mee op te lossen. Het symptoom niet nageven vindt zijn oorzaak niet in de mond van het paard maar in de natuurlijke scheefheid. Verkeerde manier van rijden Veel paarden hebben een sterke achterhand, maar sommige ruiters rijden hun paard zodanig dat deze sterke achterhand het totale gewicht van het paard met extra kracht naar de voorhand verschuift. De ruiter kan door verkeerd rijden bij het paard dus juist problemen en gebreken ontwikkelen. Door het paard op de voorhand te rijden, al dan niet met slofteugel, met teveel aanleuning (de ruiterhand wordt als het ware het vijfde been waarop het paard steunt) ontstaat overbelasting op de voorhand met alle gevolgen vandien. Het paard loopt stijf, kort, gaat onregelmatig, komt in verzet, loopt scheef, wil niet buigen naar een bepaalde kant enz. Fysiotherapie, osteopathie, ontstekingsremmers worden vaak ingezet, maar zijn dan slechts symptoombestrijding, omdat de ruiter weer op de oude voet doorgaat. Problemen die juist zijn ontstaan door foutief rijden door eerdere ruiters, kunnen alleen door een goede ruiter verholpen worden of de ruiter moet van rijtechniek willen veranderen onder begeleiding van een goede instructeur. Heilgymnastiek Dressuur, en in het bijzonder het onderdeel rechtrichten, kan als heilgymnastiek gebruikt worden. Bepaalde vervormingen of afwijkingen van het lichaam en door de natuur bepaalde tekortkomingen zijn bij paarden te herstellen door het paard de juiste oefeningen te laten doen. De ruiter kan het paard van allerlei tekortkomingen, afwijkingen of zelfs kwalen afhelpen door het paard de juiste gymnastische oefeningen te laten doen. Denk bijvoorbeeld aan problemen als stijve schouders en/of een stijve rug, die zich uiten in beperkte schoudervrijheid, moeite met nageeflijkheid en onregelmatig bewegen. Maar ook paarden met hoefkatrol, kissing spines, scheve bekkens zijn enorm goed te helpen. Door het paard passende oefeningen te laten uitvoeren, zodat hij de juiste spieren aanspant, de juiste spieren strekt, de juiste spieren buigt en zijn gewicht goed verdeelt over zijn benen kan de ruiter het paard dus op een rijkunstige manier, d.w.z. door het paard dressuurmatig goed te rijden, enorm helpen. De ruiter is dan zelfs in staat om complete genezing teweeg te brengen nadat alle diergeneeskundige hulp niet toereikend is geweest. Bewegingstherapie Dressuur kan ook als bewegingstherapie worden ingezet. Bewegingstherapie speelt in de medische wereld al jaren een grote rol. Iemand met bepaalde rugproblemen krijgt buikspieroefeningen voorgeschoteld en iemand met een stijve arm krijgt allerhande bewegingsoefeningen om de boel weer soepel te maken. Vele lichamelijke problemen zijn zelfs beter af met passende oefeningen dan met alleen maar fysiotherapie, osteopathie of geneesmiddelen. Let wel, deze disciplines zijn heel waardevol, maar het blijkt dat ze soms beter aanslaan als mens of paard er ook de juiste gymnastiekoefeningen bij doen. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 32 van 33

4. TOT SLOT De natuurlijke scheefheid is een spiertechnisch probleem, dat door training van de spieren opgelost kan worden. Deze training heet ''rechtrichten''. Het eindresultaat is een rechtgericht paard. Een rechtgericht paard: 1. is symmetrisch ontwikkeld in lijf en ledematen; 2. is symmetrisch in beweging en kan alle oefeningen zowel linksom als rechtsom gelijkmatig uitvoeren; 3. laat zich verzamelen en oprichten. Het rechtrichten bestaat uit het in evenwicht brengen van het paard op alle fronten: Lateraal Horizontaal Voor Achter Diagonaal Verticaal Onder en boven In het ebook Rechtrichten komt dit onderwerp aan bod en wordt per dimensie gekeken hoe het ideale rechtgerichte paard er uitziet. In dit deel worden ook de stappen van het rechtrichten belicht. Het rechtrichten in de praktijk bestaat uit zes stappen, die ervoor zorgen dat het paard zich symmetrisch ontwikkelt in lijf en ledematen: Stap 1: Lengtebuiging Stap 2: Voorwaarts neerwaarts Stap 3: Ondertreden Stap 4: Buiging van elk achterbeen afzonderlijk Stap 5: Buiging buitenachterbeen Stap 6: Buiging van beide achterbenen tegelijk Het resultaat van deze zes stappen is dat een paard symmetrisch ontwikkeld is in lijf en ledematen en dat hij op alle fronten in balans komt. Tot ziens in het ebook Rechtrichten. 2010 www.rechtrichten.com Pag. 33 van 33