M201219. Innovatie in het MKB. Ontwikkelingen in de periode 2002-2012. A. Ruis MSc.



Vergelijkbare documenten
M Innovatie in het MKB. Ontwikkelingen A. Ruis

Innovatie in het MKB. Ontwikkelingen in de periode A. Ruis

M Innovatie in het MKB. drs. J.P.J. de Jong. Zoetermeer, september 2006

M Innovatie in het MKB. Ontwikkelingen drs. J.P.J. de Jong drs. B.H.G. Jansen

Innovatie in het MKB Ontwikkelingen in de periode

M Innovatie in het MKB. Ontwikkelingen sinds drs. J.P.J. de Jong

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Corporate Venturing in het MKB

MKB-ondernemers met oog voor de toekomst

M Markt- en klantgerichtheid in het MKB. drs. S.C. Oudmaijer

M Opleidingsniveau in MKB stijgt

MKB-ondernemer ziet zichzelf vooral als manager

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis

Update Financieringsmonitor MKB September 2009

MKB in grote steden: aanhaken bij het landelijke beeld

MKB investeert in kennis, juist nu!

Open innovatie in MKB vooral door samenwerking bedrijven

M MKB heeft internationale handelsgeest

Aantal starters stabiliseert

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

Duurzame innovaties in het MKB

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003

M Ongelijk verdeeld. Financieringsproblemen in het MKB

Stemming onder ondernemers in het MKB

M Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

M De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

Starters zien door de wolken toch de zon

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Smering voor de nering

M Waar blijft die wortel? om maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB los te trekken? dr. R. Hoevenagel

Behoefte aan financiering in het MKB

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Coen in het kort. Inhoud rapportage. Toelichting. Provincie Limburg. Negatief beeld bij alle indicatoren

Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel

Werken in startende bedrijven

ONDERZOEKSRAPPORT TOPSECTOREN

Innovatie en internationalisering in het MKB

stad cijfers Inleiding Kerncijfers Werkgelegenheid Toename aantal banen Tabel 1: Banen en vestigingen

Conjunctuurenquête Nederland

M Een 'directe buitenlandse investering' is méér dan investeren alleen. Buitenlandse investeringen door MKB-bedrijven

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Middellangetermijn ontwikkeling MKB

De innovativiteit van de Nederlandse industrie en dienstensector 2002

M Innovatie in het MKB. De voedings- en genotmiddelenindustrie. ir. C.C. van de Graaff. drs. J.P.J. de Jong

Financiering van innovatie in het MKB

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Eerste kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Administratieve (over)last

Economische outlook Nederlandse regio s 2 e kwartaal 2011

Kwartaalmonitor detacheringsbranche Rapportage Q4 2016

Meting economisch klimaat, november 2013

Stemming onder ondernemers in het MKB

Innovatie in het MKB. Ontwikkelingen Jeroen de Jong (EIM) Paul ten Kroode (Syntens)

Van baan naar eigen baas

M Ondernemerschap en strategie in het MKB

Huidig economisch klimaat

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015

Oudedagsvoorziening in het MKB

Cao-lonen 2002, de definitieve gegevens

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Bedrijven die investeren in sociale innovatie hebben minder last van de crisis

M Starters en samenwerking

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Topsectoren in beeld Ontwikkelingen van de innovativiteit van de topsectoren

Conjunctuurenquête Nederland

Ondernemerschapsmonitor. herfst 2002

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

KvK-barometer provincie Utrecht

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014

M MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Bedrijfsleven onveranderd positief

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

ONDERNEMERSVERTROUWEN MINDER HOOG. Conjunctuurenquête Nederland Eerste kwartaal 2019

Buitenlandse investeringen door het MKB

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

M Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins

M Positieve exportontwikkeling zet door. Exportthermometer drs. S.C. Oudmaijer

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Nederlandse exportgroei houdt aan

Mei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011

Beroepsbevolking 2005

Afhankelijkheid in het MKB

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Business Barometer. 3 e kwartaal 2005

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf

Barometer Arbeidsmarkt Gelderland 2e kwartaal 2013

Export- en Importindex MKB

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

De innovativiteit van de Nederlandse industrie

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis

Werkgelegenheid in de Drechtsteden

Transcriptie:

M201219 Innovatie in het MKB Ontwikkelingen in de periode 2002-2012 A. Ruis MSc. Zoetermeer, november 2012

Toename innovativiteit in het MKB Na een scherpe daling van de innovativiteit in het MKB in 2011, is er in 2012 sprake van een flinke toename. Panteia/EIM meet al ruim 10 jaar de innovativiteit in het MKB. Ondanks de tegenvallende economische groei is het aandeel innovatieve bedrijven in 2012 gestegen. Het aandeel is het hoogste in de afgelopen vijf jaar, maar nog altijd lager dan in de periode 2002-2007. In zowel het midden- als het kleinbedrijf is de innovativiteit in 2012 toegenomen. MKB-bedrijven in de industrie, groothandel en communicatie zijn anno 2012 het meest innovatief. In de bouw en de transportsector is de innovativiteit naar verhouding het laagst. Gelet op de innovatieve activiteiten is er vooral sprake van een sterke stijging van het aandeel MKB-bedrijven dat samenwerkt om vernieuwingen te ontwikkelen. Ook is het aandeel bedrijven dat gebruikmaakt van externe kennisnetwerken flink toegenomen ten opzichte van vorig jaar. De toename van het aandeel bedrijven met medewerkers die zich specifiek bezighouden met innovatie, is een stuk kleiner. De conjunctuur lijkt van invloed op de verwachte uitgaven aan innovatie. In tijden waarin de economische groei tegenvalt, verwachten ondernemers duidelijk minder aan innovatie uit te geven dan in tijden van hoge economische groei. Voor komend jaar geven iets meer bedrijven aan meer in plaats van minder aan innovatie te willen uitgeven dan dit jaar. Afgaande op de voornemens van ondernemers, mogen we vooral een sterke toename van de uitgaven aan innovatie verwachten in de chemische, rubber- en kunststofindustrie, de metaalindustrie, de groothandel en de financiële dienstverlening. In met name de bouw en de horeca zijn de vooruitzichten somber. Panteia/EIM doet al ruim tien jaar jaarlijks onderzoek naar de mate waarin ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) innoveren. De beschikbare gegevens bieden de mogelijkheid om de ontwikkeling in de innovatieve activiteiten van ondernemers door de tijd te volgen. In deze rapportage gaan we achtereenvolgens in op realisatie van innovaties, innovatieve inspanningen en innovatieve voornemens van MKB-ondernemers in de periode 2002-2012. Tot slot staan we kort stil bij sectorale verschillen en verschillen tussen kleine en middelgrote bedrijven voor wat betreft de mate van innovativiteit. 2

1 Realisatie van innovatie Om te bepalen in welke mate MKB-bedrijven 1 innovaties realiseren, presenteren we in Figuur 1 de ontwikkeling sinds 2002 aan de hand van vier indicatoren: het percentage MKB-bedrijven dat in de afgelopen drie jaar ten minste één innovatie heeft gerealiseerd; 2 het percentage MKB-bedrijven met productinnovaties in de afgelopen drie jaar, ofwel de introductie van nieuwe producten of diensten; het percentage MKB-bedrijven met productinnovaties nieuw voor de bedrijfstak (dus producten of diensten die niet alleen nieuw zijn voor het eigen bedrijf) in de afgelopen drie jaar; het percentage MKB-bedrijven met procesinnovaties in de afgelopen drie jaar, ofwel vernieuwing of verbetering van de gehanteerde werkmethoden of productieprocessen (bijv. automatisering van de boekhouding, invoering van flexibele werkplekken, thuiswerken). Figuur 1 Realisaties van innovaties in de afgelopen drie jaar door bedrijven in het MKB (in procenten), 2002-2012 80% 65% 67% 68% 65% 66% 60% 58% 60% 59% 55% 59% 52% 58% 54% 56% 48% 58% 40% 44% 45% 48% 33% 34% 34% 36% 31% 35% 38% 28% 31% 31% 39% 31% 20% 24% 15% 17% 14% 15% 15% 16% 14% 15% 15% 12% 16% 0% 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 innovatieve bedrijven (ten minste één innovatie) nieuwe producten/diensten procesinnovatie producten/diensten nieuw voor de bedrijfstak Bron: Panteia/EIM, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2002-2012. 1 Het MKB is in dit onderzoek gedefinieerd als alle bedrijven tot 100 werkzame personen, in tegenstelling tot de steeds meer gebruikte definitie van 250 werkzame personen. Dit omdat de metingen t/m 2010 alleen zijn verricht onder bedrijven tot 100 werkzame personen. 2 Deze definitie is een samenstelling van de indicatoren over product- en procesinnovatie. Een bedrijf beschouwen we als innovatief als ten minste een van beide typen innovaties is gerealiseerd in de afgelopen drie jaar. Deze definitie is identiek aan de manier waarop in Europees verband de innovativiteit van een bedrijf wordt gemeten. Zie OECD, 2005, Oslo Manual: Guidelines for Collecting and Interpreting Innovation Data, 3rd Edition. 3

In 2002 lag het aandeel innovatieve MKB-bedrijven op 65 procent. In de jaren daarna bleef het aandeel innovatieve MKB-bedrijven redelijk constant. In 2005/2006 was er weliswaar sprake van een teruggang, maar hier stond een sterke toename in 2007 tegenover. De impact van de in 2007 ontstane kredietcrisis en de daaropvolgende economische crisis is duidelijk terug te zien. In 2008 daalde het aandeel innovatieve MKB-bedrijven van maar liefst 66 procent naar 50 procent; een kwart minder innovatieve bedrijven. In 2009 en 2010 steeg het aandeel innovatieve MKB-bedrijven licht. In samenhang met de verslechterde economische situatie in 2011 daalde het aandeel echter wederom, nu tot onder de 50 procent. Dit is het laagste niveau in tien jaar. In 2012 is sprake van een flinke opleving. Het aandeel innovatieve bedrijven is hiermee het hoogste in de afgelopen vijf jaar, maar nog altijd lager dan in de periode 2002-2007. Voor wat betreft procesinnovaties en productinnovaties (al dan niet nieuw voor de bedrijfstak) zien we een vergelijkbare ontwikkeling over de tijd. Bij productinnovaties gaat het in circa de helft van de gevallen om producten die nieuw zijn voor de bedrijfstak. Gelet op de ontwikkeling van de innovatieresultaten over een langere periode, lijkt er (vooral vanaf 2006) een positieve relatie te zijn met de conjunctuur (zie ook Figuur 2). Dit impliceert dat in perioden van laagconjunctuur minder innovatie is te verwachten. In situaties van een opgaande conjunctuur geldt het omgekeerde. Ook uit eerder onderzoek blijkt dat MKBondernemers rekening houden met de conjuncturele situatie bij het nemen van beslissingen. 1 Zij kunnen verschillend reageren op een situatie van laagconjunctuur: 2 een afwachtende houding aannemen ('niets doen'); streven naar efficiëntie ('zo veel mogelijk bezuinigen'); streven naar een ondernemende oplossing ('dingen anders doen', bijvoorbeeld door nieuwe producten of diensten te introduceren). Laatstgenoemde vorm is het meest gunstig voor innovatie in het MKB. Uit het onderzoek bleek echter dat een meerderheid kiest voor meer efficiëntie om tegenvallende economische situaties het hoofd te bieden. Toch zien ondernemers ook in economisch mindere tijden kansen en worden zij juist gestimuleerd tot innovatie. Zo blijkt uit het rapport 'Ondernemen in de crisistijd' 3 dat ongeveer een op de drie MKB-bedrijven meer kansen dan bedreigingen ziet in de crisis. Bedrijven zoeken naar nieuwe afzetmarkten, breiden hun producten- of dienstenaanbod uit of doen extra investeringen. 1 Zie Bosma, N., J. Hessels en M. Overweel, 2003, Hoe reageren MKB-ondernemers op veranderingen in de conjunctuur?, Zoetermeer: EMI. 2 Pearce, J.A. en D.K. Robbins, 1994, Entrepreneurial Recovery Strategies of Small Market Share Manufacturers, Journal of Business Venturing, 9 (2): 91-108. 3 Pleijster, F. en M.J. Overweel, 2009, Ondernemen in crisistijd, Zoetermeer: EIM. 4

Figuur 2 Aandeel innovatieve bedrijven (ten minste één innovatie) versus conjunctuur, 2002-2012 80% 4,00 aandeel innovatieve bedrijven 70% 60% 40% aandeel innovatieve bedrijven groei BBP 3,00 2,00 1,00 0,00 groei BBP (3-jaars voortschrijdend gemiddelde) 30% 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012-1,00 Bron: CBS, CPB MEV 2013, Panteia/EIM, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2002-2012. 2 Innovatieve activiteiten Innovatieve activiteiten van bedrijven in het MKB zijn er enerzijds op gericht om innovatiekansen te herkennen en anderzijds om de ontwikkeling van innovaties te bewerkstelligen. Om een beeld te krijgen van de innovatieve activiteiten van MKB-bedrijven in de periode 2002-2012, zijn drie indicatoren beschikbaar: het percentage MKB-bedrijven dat externe netwerken (met andere bedrijven en/of met kennisinstellingen) gebruikt om kennis uit te wisselen; het percentage MKB-bedrijven dat samenwerkt om vernieuwingen te ontwikkelen; het percentage MKB-bedrijven met gespecialiseerde innovatiemedewerkers, ofwel medewerkers (inclusief directeuren/eigenaren) die in hun dagelijkse werk betrokken zijn bij vernieuwingsinspanningen. De ontwikkeling van deze indicatoren is weergegeven in Figuur 3. Het inschakelen van een extern netwerk is voor MKB-bedrijven waardevol, omdat het de eigen beperkingen kan compenseren. Contact onderhouden met externe partijen (klanten, toeleveranciers, concurrenten, kennisinstellingen, etc.) biedt kansen om trends en ontwikkelingen uit de omgeving op te pikken. Hiervan kan het bedrijf gebruikmaken om te vernieuwen en te verbeteren. Uit Figuur 3 blijkt dat het gebruik van kennisnetwerken na 2002 is afgenomen en in de jaren daarna op een redelijk constant niveau is gebleven. In 2012 is echter een sterke stijging van het gebruik hiervan waargenomen. Een goede relatie met toeleveranciers en andere partijen in de bedrijfsomgeving kan resulteren in daadwerkelijke participatie van deze partijen in de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Samenwerking met andere partijen kan uitkomst bieden om een tekort aan middelen te ondervangen en de risico's van het mislukken van een innovatieproject te verkleinen. Tot 2010 bleef de mate waarin werd samengewerkt op een vrij stabiel niveau. 5

In 2011 was sprake van een forse daling van het aandeel MKB-bedrijven dat aangaf samen te werken om te innoveren, maar in 2012 is het aandeel weer op het 'normale' niveau. Figuur 3 Innovatieve activiteiten van bedrijven in het MKB (in procenten), 2002-2012 60% 53% 52% 53% 54% 51% 46% 46% 45% 43% 40% 42% 41% 42% 39% 42% 40% 40% 35% 30% 35% 33% 36% 34% 32% 34% 32% 32% 29% 31% 29% 29% 31% 33% 20% 19% 10% 0% 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 gebruik van externe kennisnetwerken samenwerking om te vernieuwen speciale medewerkers voor innovatie Bron: Panteia/EIM, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2012-2012. Verder is de inzet van menskracht en financiële middelen een vereiste om te kunnen innoveren. Door hun geringe omvang hebben MKB-bedrijven veelal beperkte personele, materiële en financiële middelen voor innovatie beschikbaar. Ook de mogelijkheden voor risicospreiding zijn beperkter dan in het grootbedrijf, omdat simpelweg minder innovatieprojecten tegelijk kunnen worden uitgevoerd. Gelet op het percentage bedrijven dat medewerkers in dienst heeft die zich in hun dagelijks werk met innovatie bezighouden, is een dalende trend waarneembaar in de periode 2002-2012. De afname vond echter wel vooral plaats in de periode 2006-2008. Gedurende de laatste jaren is het aandeel niet meer verder gedaald en zelfs licht gestegen. De drie indicatoren lijken geen relatie te hebben met de conjunctuur. We benadrukken dat de gepresenteerde indicatoren geen volledig beeld geven van de mate waarin bedrijven innoveren. Voor de concrete innovatieuitgaven van bedrijven zijn bijvoorbeeld geen gegevens beschikbaar. 3 Innovatieve voornemens 3.1 Uitgaven aan innovatie Ieder jaar wordt de ondernemers gevraagd of ze het komende jaar meer of minder aan innovatie willen gaan uitgeven. Informatie hierover is beschikbaar vanaf 2003. Het saldo van de bedrijven die meer willen gaan uitgeven, minus de bedrijven die minder willen gaan uitgeven, is weergegeven in 6

Figuur 4. Uit het figuur blijkt een duidelijk relatie tussen de verwachte uitgaven aan innovatie en de conjunctuur. In tijden waarin de economische groei tegenvalt (2003, 2009-2012), verwachten ondernemers duidelijk minder aan innovatie uit te geven dan in tijden van hoge economische groei (2006-2008). Figuur 4 Verwachtingen over uitgaven aan innovatie versus conjunctuur, 2003-2012 uitgaven aan innovatie (saldo meer en minder) 40% 30% 20% 10% 0% Groei BBP uitgaven aan innovatie (saldo meer en minder) 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0-1,0 groei BBP (3-jaars voortschrijdend gemiddelde) Bron: CBS, CPB MEV 2013, Panteia/EIM Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2003-2012. De piek in 2011 voor wat betreft de uitgaven aan innovatie, wordt vooral veroorzaakt doordat relatief weinig bedrijven aangaven minder aan innovatie te zullen uitgeven. Vermoedelijk is in de jaren daarvoor al flink bezuinigd op innovatie 1, waardoor veel bedrijven in 2011 voornemens waren in ieder geval niet nog minder aan innovatie uit te geven. 3.2 Investeringen in innovatie Hoe innovatie in het MKB zich in de nabije toekomst zal ontwikkelen, wordt in kaart gebracht aan de hand van de volgende indicatoren: het percentage MKB-bedrijven dat komend jaar zeker gaat investeren in nieuwe producten of diensten; het percentage MKB-bedrijven dat komend jaar zeker gaat investeren in procesinnovatie. Informatie over bovenstaande indicatoren is beschikbaar vanaf 2004. Anno 2012 verwacht ruim een kwart van de MKB-ondernemers volgend jaar zeker te investeren in productinnovaties. Iets minder dan een derde van de ondernemers gaat volgend jaar zeker investeren in procesinnovaties. 1 Getuige ook het lage aandeel innovatieve bedrijven (zie hoofdstuk 1) en het relatief grote aandeel bedrijven dat in 2009 en 2010 heeft aangegeven minder aan innovatie te zullen gaan uitgeven. 7

De verwachtingen van ondernemers over product- en procesinnovaties in een bepaald jaar zijn afgezet tegen de realisaties in dat jaar (zie Figuur 5). Het aandeel MKB-bedrijven dat zeker gaat investeren in nieuwe producten/diensten, is redelijk in lijn met het daadwerkelijke aandeel MKBbedrijven dat aan productinnovatie heeft gedaan. Voor wat betreft procesinnovaties liggen de verwachtingen en de realisaties ver uit elkaar. Met uitzondering van het jaar 2008, liggen de realisaties elk jaar een stuk hoger dan de verwachtingen over dat jaar. Let wel, bij de verwachtingen gaat het alleen om bedrijven die aangeven zeker te gaan investeren in product-/ procesinnovaties. Figuur 5 Verwachtingen en realisaties m.b.t. product- en procesinnovatie, 2003-2012 70% 60% 40% 30% 20% 10% 0% 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 zeker investeren in nieuwe producten/diensten zeker investeren in procesinnovatie productinnovatie (realisatie) procesinnovatie (realisatie) Bron: CBS, CPB MEV 2013, Panteia/EIM Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2004-2012. 4 Sectorale verschillen De prestaties van ondernemers voor wat betreft innovatieve resultaten, innovatieve inspanningen en innovatieve voornemens kennen sectorale verschillen (Tabel 1). MKB-bedrijven in de industrie, groothandel en communicatie zijn anno 2012 per saldo het meest innovatief. Binnen de industrie zijn de voedings- en genotmiddelenindustrie en de chemische, rubber- en kunststofindustrie traditiegetrouw koplopers. In de bouw en de transportsector is de innovativiteit naar verhouding het laagst. Deze sectoren kennen echter hun eigen dynamiek. Innovatie draait hier vaker om de adoptie van toepassingen die elders in het bedrijfsleven zijn ontwikkeld. Procesinnovatie komt vaker voor dan productinnovatie. Als we kijken naar de innovatieve bedrijven in iedere sector, dan richten de industriële sectoren (met uitzondering van de overige industrie), de autosector, de groot- 8

handel, de communicatiesector en de verhuur en exploitatie van onroerend goed zich relatief vaak op productinnovatie. In de chemische, rubber- en kunststofindustrie gaat het hierbij bovendien vaak om producten die nieuw zijn voor de bedrijfstak. Procesinnovatie vindt relatief veel plaats onder innovatie bedrijven in overige industrie, de bouw, de autosector en de transportsector. Kennisuitwisseling door het gebruik van externe kennisnetwerken vindt vooral plaats in de chemische, rubber- en kunststofindustrie, de communicatiesector en de financiële en zakelijke dienstverlening. De eerste twee sectoren scoren bovendien hoog op het aandeel bedrijven dat samenwerkt om nieuwe producten te ontwikkelen en de inzet van gespecialiseerde innovatiemedewerkers. Tabel 1 Innovatie in MKB-bedrijven naar sector (in procenten), 2012 Realisatie van innovaties Innov. activiteiten Voornemens Sector Ten minste één innovatie Productinnovatie Producten nieuw voor bedrijfstak Procesinnovatie Externe kennisnetwerken Samenwerking Gespecialiseerde medewerkers Uitgaven aan innovatie (saldo) Zeker investeren in productinnovatie Zeker investeren in procesinnovatie Industrie - v&g industrie 79 58 26 57 45 42 50 16 43 34 - chemische ind. 81 59 47 71 75 63 63 24 41 44 - metaalindustrie 69 45 30 62 58 47 52 20 36 41 - overige industrie 72 37 17 69 48 35 43 11 30 39 Bouwnijverheid 41 9 5 38 37 23 19-9 10 16 Diensten - autosector 60 50 7 58 51 27 26 14 30 43 - groothandel 71 50 29 53 58 46 48 21 38 40 - detailhandel 51 28 12 38 48 29 26 8 26 22 - horeca 65 27 16 56 23 17 29-5 31 35 - transport 52 20 9 49 37 36 37 10 27 34 - communicatie 71 52 24 57 70 54 57 13 50 37 - fin. diensten 60 24 14 49 65 41 46 26 34 46 - onroerend goed 54 39 19 43 60 41 37 17 37 32 - zakelijke diensten 59 34 20 49 65 41 43 13 27 31 - overige diensten 57 31 14 39 46 19 27 13 31 35 MKB totaal 58 31 16 48 51 33 35 9 28 31 Bron: Panteia/EIM, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2012. 9

Afgaande op de voornemens van ondernemers, mogen we vooral een sterke toename van de uitgaven aan innovatie verwachten in de chemische, rubber- en kunststofindustrie, de metaalindustrie, de groothandel en de financiële dienstverlening. In met name de bouw en de horeca zijn de vooruitzichten somber. Opvallend is dat de voornemens voor wat betreft producten procesinnovatie meer in evenwicht zijn dan de realisaties (voor het totale MKB: 28 en 31 procent tegenover 31 en 48 procent). 5 Innovatie naar grootteklasse Tot slot wordt ingegaan op de verschillen in innovativiteit tussen kleine (1 tot 10 werkzame personen) en middelgrote (10 tot 100 werkzame personen) bedrijven. In Figuur 6 is het aandeel innovatieve bedrijven naar grootteklasse weergegeven voor de periode 2002-2012. Het verloop tussen kleine en middelgrote bedrijven is vergelijkbaar, maar de schommelingen in het kleinbedrijf zijn wat groter. Het figuur laat zien dat het aandeel innovatieve bedrijven in de loop der jaren in het kleinbedrijf sterker is afgenomen dan in het middenbedrijf. Figuur 6 Innovatieve bedrijven (ten minste één innovatie) in het MKB (in procenten), naar grootteklasse, 2002-2012 100% 75% 90% 88% 87% 65% 67% 68% 63% 65% 65% 88% 65% 62% 79% 59% 54% 82% 66% 62% 72% 45% 75% 75% 54% 56% 52% 73% 47% 42% 81% 58% 54% 25% 0% 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 kleinbedrijf middenbedrijf MKB Bron: Panteia/EIM, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2002-2012. In hoofdstuk 2 is reeds opgemerkt dat het MKB minder innovatief is dan het grootbedrijf (onder andere door beperkte personele, materiële en financiële middelen voor innovatie beschikbaar en minder mogelijkheden voor risicospreiding). Dezelfde redenering kan worden toegepast op de bedrijven binnen het MKB. Dit verklaart voor een deel het verschil tussen het kleinbedrijf en het middenbedrijf. Daarnaast kan het verschil worden verklaard door te kijken naar de sectorstructuur. Het middenbedrijf is vergeleken met het kleinbedrijf sterk vertegenwoordigd in de industrie, de groothandel en de transportsector. Het kleinbedrijf is daarentegen relatief sterker vertegenwoordigd in de detailhandel, horeca en overige dienstverlening. Dit in combinatie met de uitkom- 10

sten uit het vorige hoofdstuk, biedt eveneens een verklaring voor het verschil in innovativiteit tussen het kleinbedrijf en het middenbedrijf. Tabel 2 laat zien dat het middenbedrijf beduidend innovatiever is dan het kleinbedrijf. Binnen de kleine bedrijven is onderscheid gemaakt tussen bedrijven met 1 werkzame persoon en bedrijven met 2 t/m 9 werkzame personen. De eerste groep bestaat voor een groot deel uit zzp'ers. 1 Het blijkt dat de groep bedrijven met 1 werkzame persoon minder innovatief is dan de overige bedrijven uit het kleinbedrijf. Toch kan hierbij een kanttekening worden geplaatst. Uit onderzoek komt naar voren dat zzp'ers over het algemeen niet minder maar ánders innovatief zijn. Zzp'ers fungeren vaker dan MKB-bedrijven als toepasser van vernieuwingen. Zij innoveren door het combineren en toepassen van elders beproefde kennis en methoden. Dit komt goed tot zijn recht als zzp'ers worden ingeschakeld voor innovatietrajecten van andere partijen. 2 Tabel 2 Innovatie in MKB-bedrijven naar grootteklasse (in procenten), 2012 Realisatie van innovaties Innov. activiteiten Voornemens Sector Ten minste één innovatie Productinnovatie Producten nieuw voor bedrijfstak Procesinnovatie Externe kennisnetwerken Samenwerking Gespecialiseerde medewerkers Uitgaven aan innovatie (saldo) Zeker investeren in productinnovatie Zeker investeren in procesinnovatie Kleinbedrijf 54 27 14 44 48 29 30 9 25 26-1 wp 42 23 11 31 40 24 23 7 21 19-2-9 wp 60 29 15 51 52 33 33 9 27 29 Middenbedrijf 81 50 30 72 69 54 61 12 41 59 MKB totaal 58 31 16 48 51 33 35 9 28 31 Bron: Panteia/EIM, Monitor Determinanten Bedrijfsprestaties, 2012. 1 Er bestaan verschillende definities van zzp'ers. Zie onder meer: Bruins, A., P.J.M. Vroonhof en N.E. de Vries, 2010, Aantal zzp'ers in de periode 1999-2009, Zoetermeer: EIM. Dit onderzoek zal niet verder ingaan op de verschillende definities. 2 De Vries, N.E. en P.J.M. Vroonhof, 2011, Ondernemen voor de toekomst: Innovatie en pensioenen van zzp'ers, Zoetermeer: Panteia/EIM. 11