Algemeen pedagogisch beleidsplan

Vergelijkbare documenten
Pedagogische Visie en Beleid

Wenbeleid KDV Polderpret

Pedagogisch beleid 0 4 jaar. een samenvatting. Juni 2015

Ouderbeleid van BSO De Bosuil

Samenwerking met de ouders Hoofdstuk 4

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Pedagogisch beleidsplan Fris! Kinderdagverblijven

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6

2 Algemene doelstelling en visie

SKS Alles Kids. Ieder kind is uniek. Onze visie. De 5 speerpunten

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

PEDAGOGISCH BELEID VAN DE SKPC

Pedagogisch beleid Flexkidz

Dubbeldamseweg-Zuid 97, 3314 JC Dordrecht,

Samen de Wereld Kleuren. Pedagogische visie

Stichting psz De3Kernen. PEDAGOGISCH BELEID peuteropvang 2-4 jaar

opvang 0-4 jaar STICHTING KINDEROPVANG BARENDRECHT

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Peuteropvang Dolfijn

Visie (Pedagogisch werkplan)

SKS Alles Kids. Onze visie

Stichting Peuterschool De Dreumes. PEDAGOGISCH BELEID peuteropvang 2-4 jaar

Observeerbare Termen. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid 2

Doelstelling. De organisatie

Pedagogische werkwijze BSO De Wilgenboom, versie december 2015 Vera Snelle, locatiemanager

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Maak een afspraak voor een rondleiding bij jou in de buurt

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar. Locatie-specifieke informatie over KDV Minoes

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

Verkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang.

PEDAGOGISCH BELEID KINDERDAGVERBLIJF HOJPIEPELOJ TE BREDA

Pedagogisch werkplan Kinderopvang De Cirkel KDV Den Ham Zuidmaten

Pedagogisch Beleidsplan. Fris! Kinderdagverblijven

Ik ben pedagogisch medewerker bij TintelTuin

Pedagogisch Beleid. Inschrijving

PEDAGOGISCH BELEID PIPELOI pagina 1 van 6

KLEINE MENSEN GROTE WENSEN

Pedagogisch werkplan peuteropvang Morgenster

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Versie 1.06 Datum Informatieboekje Gastouderbureau Beiler Sprookjesboom

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Pedagogisch werkplan. Kinderdagverblijven

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios

Activiteitenbeleid 2013

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN 0 4 JAAR

Pedagogisch werkplan. peuteropvang Morgenster. Pedagogisch werkplan de Morgenster 2018

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Veel gestelde vragen over peuterschool Nieuw Sloten

Pedagogische werkwijze op de locatie

Pedagogisch werkplan BSO De Toermalijin het Rooster

PEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK

Pedagogische werkwijze KDV De Torenmolen, versie november 2015 Selma Schalkwijk, locatiemanager

Een goede. keuze. Welkom bij 2Samen Peuterspeelzaal

Buitenschoolse opvang De speelark is onderdeel van kinderopvang Robbedoes. Informatieboekje. Buitenschoolse opvang. De Speelark Heel.

Wenbeleid Kinderopvang/BSO Het Kinderparadijs

Kwaliteit & pedagogiek

Pedagogisch beleidsplan 2016

Pedagogisch beleidsplan.

Pedagogische visie. Welkom bij Op Stoom. Zin in taart? Altijd wat te doen

Het kind centraal. Pedagogisch beleidsplan van kinderdagverblijf Small

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar. Locatie-specifieke informatie over KDV Katrijn

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen

Welkom bij Op Stoom. Pedagogische visie. Lieve actieve medewerkers

Pedagogisch beleid Lunchkids

Pedagogisch werkplan BSO Bussloo

Afspraken rondom vierogen principe KDV KieKeBoe en BSO Kids & Go

Kinderopvang Het Kinderpaleis is een particuliere organisatie. In dit boekje willen we u informeren over onze Kinderopvang.

Pedagogisch werkplan. Peutercentrum t Kwetternest

Bijlage bij Pedagogisch overleg 0-4 jaar

Pedagogisch plan van aanpak 2017

Algemeen pedagogisch beleidsplan

Hartelijk welkom bij Kids2b

Inhoudsopgave : Wenbeleid Voorwoord Wenperiode nieuw kind Hulp bij het wennen Kinderen die moeilijker wennen...

Ik ben pedagogisch medewerker op een VVE locatie van TintelTuin

Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!

De Maatjes Kinderopvang en basisschool De Kreek Spelenderwijs van kinderopvang naar onderwijs

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleid Kidscasa

Pedagogische werkwijze op de locatie

Kinderopvang Het Kinderpaleis is een particuliere organisatie. In dit boekje willen we u informeren over onze Kinderopvang.

Pedagogische werkwijze Peuterspelen Het SchatRijk, Februari 2019 Anouk Aafjes, Locatiemanager

Samen op ontdekkingsreis

Veel gestelde vragen over peuterschool t Koggeschip

Pedagogisch beleid Kids&Co

Visie in de praktijk

Inspectierapport Dikkertje Dap (KDV) Gerlachusstraat AK Loon op Zand Registratienummer

Pedagogische visie van Stichting Rijswijkse Kinderopvang. Ontdekkend spelen. Uitdagend werken

PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 1 van 5

Pedagogisch beleidsplan. (Beknopte versie)

Het Pedagogisch Beleidsplan

Aanvulling pedagogisch beleidsplan Kleine Raaf

Transcriptie:

Algemeen pedagogisch beleidsplan

1. Inleiding Een pedagogisch beleidsplan is een belangrijk onderdeel van het kwaliteitsbeleid in de kinderopvang. Met kwaliteit wordt bedoeld dat het werk zo doeltreffend, doelmatig en kindgericht mogelijk door het kindercentrum wordt uitgevoerd. Kinderdagverblijven moeten ouders schriftelijk kunnen informeren over hun pedagogisch beleid. Het pedagogisch beleid geeft inzicht in de uitgangspunten waarmee het kindercentrum werkt. Met doel ben ik gestart met het schrijven van een pedagogisch plan. Het is alleen nog lang niet klaar. Het is een dynamisch plan wat met zeer grote regelmaat zal worden geëvalueerd en waar nodig veranderd, uitgebreid en aangescherpt. Dit om de kwaliteit binnen het kindercentrum te blijven verbeteren. Ook zullen de pedagogisch medewerkers betrokken worden in het uitbreiden en verfijnen van dit pedagogisch beleidsplan. Dit plan heb ik geschreven als een vertrekpunt. In dit pedagogisch beleidsplan zal de omschrijving van de visie en doelstelling van de Torteltuin duidelijk worden uiteen gezet. Uitgangspunt voor het pedagogisch beleidsplan vormt de theorie van de Russische psycholoog Lev Vygotsky. Deze theorie is bekend geworden onder de naam zone van de naastgelegen ontwikkeling. Vygotski gaat er van uit dat het kind leert in aansluiting op wat hij al weet, maar het moet wel nieuw of uitdagend zijn om daadwerkelijk van leren te kunnen spreken. Op kindercentrum de Torteltuin zullen we ontwikkelingsgericht gaan werken.deze werkwijze komt voort uit de theorie van de zone van de naaste ontwikkeling. Kinderopvang biedt ouders de mogelijkheid om de zorg voor hun kind(eren) te combineren met werk of andere activiteiten. Kinderopvang biedt echter meer. Kinderen hebben er van nature behoefte aan om contact te hebben met andere kinderen. In kindercentrum de Torteltuin kunnen kinderen ervaren wat het betekent om in een groep met andere kinderen van alles te kunnen ondernemen. Ze kunnen samen pret en ruzie maken, op ontdekkingstocht gaan, avonturen beleven, geheimen delen, verjaardagen vieren en nieuwe vrijheden en grenzen ontdekken. Ook kunnen ze ervaring opdoen in het omgaan met andere volwassenen dan de eigen ouder(s)/verzorger(s). Ze komen in aanraking met uitdagend spelmateriaal en ze leren samen om een eigen inbreng te hebben bij allerlei activiteiten die de groepjes kinderen ondernemen. Zo kan kinderopvang zowel kind als ouder een zinvolle aanvulling op de thuissituatie bieden. biedt kinderen van zes weken tot en met twaalf jaar zo ruim mogelijke ontplooiingsmogelijkheden. Dit gebeurt in een geborgen sfeer die tegelijk prikkelend is. We zien opvoeden als een activiteit die zich richt op het meegeven van de bagage aan kinderen die zij nodig hebben om in de samenleving volwaardig te kunnen functioneren. In de opvang willen wij vanuit onze specifieke rol aanvullend zijn op de opvoeding thuis. Inspiratiebronnen voor dit pedagogisch beleidsplan zijn geweest: Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen 2009 Startblokken in de kinderopvang, De Activiteit, 2009 NB: wanneer er in dit plan gesproken wordt over ouders bedoelen we daar ook verzorgers mee en wanneer er over hij gesproken wordt bedoelen wij ook zij.

2. Kinderdagverblijf, peuteropvang en buitenschoolse opvang bestaat uit twee onderdelen : - KDV (kinderopvang), de dagopvang voor kinderen onder de 4 jaar - BSO (buitenschoolse opvang), de opvang voor kinderen van 4 tot 13 jaar - PO (peuteropvang), 2 tot 4 jaar 2.1 Het kinderdagverblijf Het kinderdagverblijf biedt opvang aan kinderen van 6 weken tot 4 jaar. Wij werken met een horizontale groepsindeling. We werken met: o De Krullevaar 0-1 jaar o De Lispeltuut 1 2 jaar o De Stampertjes 2-3 jaar o De Hasselerwaard 3-4 jaar o Langhors 3+ De babygroep bestaat uit 3 pedagogisch medewerkers en maximaal 12 kinderen. Op de dreumesgroep staan 2 pedagogisch medewerkers en maximaal 16 kinderen en bij de peuters werken ze met 2 pedagogisch medewerkers en maximaal 16 kinderen. Hieronder vindt u het schema voor de berekening van de beroepskracht-kind-ratio bij groepen dagopvang, op grond van artikel 3, tweede en derde lid, van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Kinderen in de leeftijd van 0 tot 1 jaar: 1 leidster mag maximaal 4 kinderen opvangen Kinderen in de leeftijd van 1 tot 2 jaar: 1 leidster mag maximaal 5 kinderen opvangen Kinderen in de leeftijd van 2 tot 3 jaar: 1 leidster mag maximaal 8 kinderen opvangen Kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar: 1 leidster mag maximaal 8 kinderen opvangen 4 jaar tot einde basisschool: 1 leidster mag maximaal 10 kinderen opvangen 8 jaar tot einde basisschool: 2 leidsters en een andere volwassene mogen maximaal 30 kinderen opvangen

Op de Torteltuin hebben we bewust voor horizontale groepen gekozen omdat we daar dagelijks kunnen terugvallen op vaste routines. Dit geeft duidelijkheid aan kinderen en groepsleiding. In een horizontale groep zijn veel mogelijkheden voor het individuele ritme van elk kind. Het dagprogramma, speelgoed en de inrichting zijn zoveel mogelijk afgestemd op het ontwikkelingsniveau en behoeftes van de kinderen. Naast het gebruik van de eigen stamgroep ruimte, maken de kinderen ook gebruik van diverse andere ruimtes waar activiteiten kunnen worden geboden, bijvoorbeeld het atelier, de speelhal of het speellokaal. Dit gebeurt uiteraard onder begeleiding en toezicht van een pedagogisch medewerker. Waar nodig kunnen de kinderen op een andere groep gebracht of gehaald worden, dit in geval van samenvoegen van groepen. Van 07.30 uur tot 09.00 uur en van 17.00 uur tot 18.30 uur kunnen de groepen (Krullevaar & Lispeltuut en Stampertjes, Hasselerwaard & Langhors) samengevoegd worden. Ook tijdens de schoolvakanties, wanneer er minder kinderen de Torteltuin bezoeken kan het zijn dat de groepen samengevoegd worden. Het streven is dat er te allen tijde meerdere (minimaal twee) pedagogisch medewerkers in pand/op locatie aanwezig zijn. Ook tijdens de pauzes worden pedagogisch medewerkers afgewisseld zodat altijd voldoende personen aanwezig zijn. Zij functioneren als achterwacht voor hun collega in verband met mogelijke calamiteiten. Om voor de kinderen de overgang van de ene groep naar de andere makkelijker te maken, werken wij met een opendeuren-beleid. Dit biedt kinderen niet alleen de mogelijkheid om de andere kinderen van het kindercentrum te leren kennen, maar ook de andere pedagogische medewerkers en groepsruimten. Open deuren beleid betekent ook dat we kinderen de mogelijkheid geven om zelf keuzes te maken. Keuzes met wie ze spelen, waarmee ze spelen en in welke ruimte. Het is een wijze van werken waardoor kinderen meer ervaringen kunnen opdoen en meer uitdaging en variatie hebben. De visie die eraan ten grondslag ligt is gericht op ruimte geven aan kinderen, aansluiten bij hun behoeften en mogelijkheden, meer mogelijkheden bieden voor eigen initiatief, zorgen dat kinderen zichzelf kunnen en mogen zijn. Aansluiten bij de interesse en mogelijkheden van kinderen betekent dat kinderen zich prettiger voelen en meer zelf initiatief kunnen nemen. De overstap naar de nieuwe groep zal altijd in overleg met de ouders plaatsvinden en voorafgegaan worden door een wenperiode. Aan de overstap wordt niet strikt vastgehouden aan de leeftijd, maar er wordt gekeken naar het individuele kind. 2.1 Wendag Ouders worden in de gelegenheid gesteld om hun kind, voordat ze definitief bij ons starten een ochtend of middag (dagdeel) mee te laten draaien. Zo kunnen kinderen langzaam wennen aan het reilen en zeilen in de Torteltuin. Voor ouders is deze wendag ook heel belangrijk. 2.2 De buitenschoolse opvang Kinderen die naar de basisschool gaan kunnen gebruik maken van onze buitenschoolse opvang: De Petteflet. De buitenschoolse opvang is bestemd voor kinderen van groep één tot en met groep acht van de basisschool. Ze kunnen na schooltijd en in de vakanties bij ons terecht. De buitenschoolse opvang is geopend van 14.00 uur tot 18.30 uur. Op woensdag en vrijdag is de buitenschoolse opvang geopend

vanaf 11.30 uur. Dit noemen we verlengde opvang ( lange middag ). De dagelijkse leiding is in handen van gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Afhankelijk van de hoeveelheid kinderen op een groep zijn er pedagogisch medewerkers aangesteld. Per 10 kinderen is er 1 pedagogisch medewerker. De Torteltuin zorgt ook voor vervoer van de scholen naar de BSO. Wij hebben hiervoor de beschikking over eigen vervoer (bakfiets, auto s). Binnen het basisonderwijs in Heerenveen wordt veel gesproken over het zogenaamde continue rooster. Dit houdt in dat de kinderen gedurende de week 5 dezelfde dagen hebben, van 8.15 uur tot 14.15 uur. Vandaar dat wij onze tijden hier op hebben aangepast. De verwachting is dat meer scholen dit rooster zullen gaan overnemen. Inmiddels zijn er 4 scholen overgegaan op dit rooster. Onze buitenschoolse opvang bestaat uit 2 groepen, hierin zitten kinderen van 4 t/m 12 jaar. Ook is er behoefte aan opvang van kinderen in de leeftijd van 12+. We hebben plannen om ook voor deze groep kinderen opvang te gaan bieden. Dit in combinatie met huiswerkbegeleiding en sporten (samenwerking met Sportstad Heerenveen). zal ik je vertellen van de wind en het water van de zon en de maan van vroeger en later van bliksem en donder van leven en dood van boven en onder van groen en van rood van het vuur en de kou van mij en van jou van de wereld de wijde wereld vertel ik jou Hans en Marianne Hagen uit: Van mij en van jou, 2007, Querido ISBN: 9789045104195

3. Pedagogische visie De Wet Kinderopvang (2005) en het Convenant Kwaliteit Kinderopvang gelden voor de kinderdagverblijven. De Wet en het Convenant stellen dat kinderopvang gericht moet zijn op: samenwerking met ouders bieden van veiligheid en verbondenheid overdragen van waarden en normen verwerven van sociale en persoonlijke competenties Richtinggevend voor dit pedagogisch beleidsplan zijn de volgende principes: Lichamelijke en emotionele veiligheid en welbevinden (emotioneel vrij zijn, nieuwsgierig zijn, zelfvertrouwen hebben). Binnen het ontwikkelingsgericht werken noemen we dit de basiskenmerken. Er wordt op de Torteltuin gezorgd voor een veilige en gezonde omgeving. Alle kinderen voelen zich welkom en hebben met één of meer pedagogisch medewerkers een vertrouwensband. De kinderen voelen zich ook vertrouwd met en veilig tussen de andere kinderen in de groep. Samenwerking met de ouders. Op de Torteltuin is de opvoeding van jonge kinderen gebaseerd op samenwerking met de ouders. Kinderen leren spelend en actief in relatie met hun omgeving. Binnen het ontwikkelingsgericht werken hebben we het dan over de brede ontwikkeling. Kinderen leren door spelen, doen, uitproberen, kijken imiteren, meedoen en aanwijzingen. Ze bouwen samen met anderen een gedeelde wereld op. De pedagogisch medewerkers hebben een actieve rol. Ze scheppen voorwaarden voor leren en ontwikkelen. Ze zien de kansen voor spel, leren en contact die zich spontaan voordoen. Ze creëren kansen door activiteiten aan te bieden. Holistische benadering. De opvoeding is evenwichtig gericht op alle aspecten van de ontwikkeling: op de emotionele, sociale, cognitieve, creatieve, motorische en morele ontwikkeling. Autonomie en verbondenheid. Enerzijds is er respect en ruimte voor de eigenheid en autonomie van ieder kind. Anderzijds leert het kind meedoen met het dag- en leefritme van de groep en om zich aan te passen. Ieder kind heeft het recht om bij te dragen aan het geheel. Respect voor diversiteit. Pedagogisch medewerkers hebben respect voor diversiteit (verschillen tussen mensen) en laten dat door hun gedrag zien. Kinderen wordt geleerd om positief om te gaan met verschillen die betrekking hebben op leeftijd, sekse, handicaps of sociaal-culturele achtergrond. De doorgaande lijn. Opvoeders sluiten aan bij de ontwikkeling van het kind en helpen het kind om de competenties te ontwikkelen die hij of zij nodig heeft in de volgende fase, op de basisschool.

Bedoelingen in samenhang Deze cirkel laat zien op welke doelen opvoeders zich richten als zij met baby s en peuters werken: Basiskenmerken in het hart: emotioneel vrij zijn, nieuwsgierig zijn, zelfvertrouwen hebben. Brede ontwikkeling in de middencirkel: communiceren en taal, samen spelen en samen werken, actief zijn en initiatieven nemen. Specifieke kennis en vaardigheden in de buitenrand; motorische vaardigheden, waarnemen en ordenen, woorden en begrippen.

In het werken met kinderen staat hun brede ontwikkeling voorop. We zien op de Torteltuin het kind als een compleet mens, volledig in ontwikkeling. Een mens dit niet in losse onderdelen wordt beschouwd. Want we weten dat zelfvertrouwen hebben en je veilig voelen, nieuwsgierig zijn of worden (binnenste cirkel), samen spelen, communiceren, actief zijn en initiatieven nemen (binnencirkel) hand in hand gaan met cognitieve ontwikkeling uit de buitenste cirkel én elkaar versterken. We hebben respect voor de eigenheid van het kind. Geborgenheid, veiligheid en uitdaging vormen de pedagogische basis van waaruit kinderen zich kunnen ontwikkelen. De basiskenmerken uit de binnenste cirkel zijn dan ook blijvende voorwaarden voor ontwikkeling en leren. In de volgende hoofdstukken ga ik nader in op de volgende principes: Lichamelijke en emotionele veiligheid en welbevinden; de basiskenmerken. Samenwerking met ouders Kinderen leren spelend en actief in relatie met hun omgeving; brede ontwikkeling 4. Lichamelijke en emotionele veiligheid en welbevinden (emotioneel vrij zijn, nieuwsgierig zijn, zelfvertrouwen hebben) Een relatie is het resultaat van herhaald contact. Door langer met elkaar om te gaan, ontstaan verwachtingen. Je weet wat je aan elkaar hebt. Er ontstaat een emotionele band. Onderzoek vanuit de hechtingstheorie toont aan dat jonge kinderen zich aan hun pedagogisch medewerkers gaan hechten, ze gebruiken hen als veilige basis om de omgeving te verkennen en zoeken bij hen bescherming en troost. Een warme, vertrouwde relatie tussen pedagogisch medewerker en kind wil zeggen dat het kind weet dat er goed voor hem wordt gezorgd en dat hij wordt gerespecteerd. De pedagogisch medewerkers en kinderen kennen elkaar en zijn op elkaar betrokken. Op de Torteltuin leert de baby dat de pedagogisch medewerkers ook goed voor hem zorgen als papa of mama er niet zijn. De pedagogisch medewerkers nemen dan de functie van hechtingsfiguur over. Pas later zijn kinderen in staat om het beeld van hun ouders vast te houden tijdens hun afwezigheid. Dat heeft te maken met de ontwikkeling van het voorstellend vermogen; dat wil zeggen het cognitief vermogen om je een voorstelling (representatie) te maken van iets wat afwezig is. Gedurende hun tweede en derde levensjaar ontwikkelen de meeste kinderen geleidelijk aan representatieve vaardigheden waardoor ze symbolisch contact kunnen houden met hun afwezige ouders. Als papa of mama er niet zijn, kunnen ze aan hen denken en weten waar ze zijn en wanneer ze terugkomen. Het is belangrijk dat de groepsleiding en ouders het eens zijn over basale waarden en normen en de pedagogische aanpak. Door dagelijks vriendelijk contact en overleg ontstaat wederzijds vertrouwen. Door de aankleding van de ruimte of een speciale plaats met foto s van de familie van het kind (familiemuur) kunnen ouders het kindercentrum als een stukje van zichzelf ervaren.een ontspannen relatie tussen ouder en groepsleiding helpt het kind om van de één naar de ander te gaan. Vanaf de eerste kennismaking wordt gewerkt aan een goede samenwerking en inzicht in de verschillen en overeenstemming tussen de opvoeding thuis en op de Torteltuin. Ouders en pedagogisch medewerkers worden partners in opvoeding.

Belangrijke middelen om een vertrouwensrelatie op te bouwen zijn: Uitwisselen van informatie over de groep en thuis : Bij de eerste kennismaking informeren we de ouders over de gang van zaken op de Torteltuin. Ouders krijgen een rondleiding. Naast algemene informatie over de Torteltuin krijgen ouders ook een mapje van de eigen groep van hun kind (eren) mee naar huis. Hierin staan foto s en tekstjes: wie zijn de pedagogisch medewerkers van deze groep? Wat doen wij gedurende de dag? Waar gaat het kind eten, slapen en spelen? De ouders informeren de pedagogisch medewerkers over de opvoeding thuis. Wat is het kind gewend? Hoe gaan ze thuis met het kind om? Welke dagen komt het kind op de Torteltuin? Wie kan er gebeld worden als er iets aan de hand is met het kind? We vragen ook foto s van thuis, die we een plek geven op de familiemuur : Wennen : We geven het kind en ouder de tijd om te wennen aan de nieuwe omgeving. We denken hierbij aan: samen met ouders een activiteit in de groep doen, veilige dingen van thuis meenemen, dagritme en rituelen benoemen. Ruimte geven om gevoelens te uiten en te delen : Veel ouders vinden het moeilijk om hun kind uit handen te geven. Onbewust kunnen zij dit gevoel overbrengen op hun kind, wat het afscheid nemen nog moeilijker maakt. We geven ouders de ruimte om hun gevoelens te uiten, hun zorgen en twijfels uit te spreken. Leren van een afscheidsrituee : We spreken met ouders af dat het moment van afscheid nemen -soms moeilijk- het beste kort, duidelijk en steeds op dezelfde manier kan gebeuren. Een weifelende ouder brengt het kind in verwarring. Meestal nemen we het kind van de ouder over en is er tijd om samen de ouder uit te zwaaien. Tijdens het wenproces bouwen de pedagogisch medewerkers met ieder kind een persoonlijke relatie op, waarin de basis wordt gelegd voor een gevoel van vertrouwen en veiligheid. Het team spreekt af wie de vaste pedagogisch medewerker wordt voor het kind. Voor het opbouwen van de persoonlijke relatie zijn de volgende pedagogische middelen van belang: Sensitieve responsiviteit : Bij binnenkomst stapt de vaste pedagogisch medewerker op de nieuwkomer(s) af. De naam wordt genoemd en de medewerker heet het kind van harte welkom. Met houding, lichaamstaal en mimiek laten de pedagogisch medewerkers ouders en kind voelen dat ze welkom zijn. Het kind voelt zich veilig en geaccepteerd. Respect voor de autonomie van het kind : Dit is in de beginfase extra belangrijk. Door het kind ruimte te geven om in eigen tempo in te voegen; door het eigene van het kind te waarderen. Maar ook door zijn thuis een plek te geven in de groep door gesprekjes over papa en mama, broertjes en zusjes; foto s van thuis; of door een knuffel of lapje van thuis mee te nemen in de groep. Rust en geduld zijn heel belangrijk. Praten, uitleggen en luisteren : Het nieuwe kind heeft al een plekje in de groep: er staan bijvoorbeeld een naam en een foto op het kapstokje van het kind en er is een mandje/kastje voor het kind in de groep. Pedagogisch medewerkers vragen hoe het met kind en ouder gaat, hoe ze het vinden om vandaag te komen en tonen interesse in hun persoonlijke situatie. Grenzen stellen en rituelen maken : De pedagogisch medewerkers leren de wenkinderen wat van hen verwacht wordt door duidelijke regels, grenzen en rituelen. Maar op een heel soepele manier. Met de wenkinderen wordt de

ruimte verkend: waar is de wc, waar kun je water drinken, waar zijn de speelhoeken? De pedagogisch medewerkers geven steeds uitleg en verwoorden wat er gebeurt. Autonomie van het kind en het ritme van de groep Een goede overgang maken doen pedagogisch medewerkers door een verbinding te maken tussen de spontane activiteiten en wensen van het kind enerzijds en het meedoen aan het groepsgebeuren en leiding accepteren anderzijds. Wat is belangrijk bij het creëren van positieve overgangsmomenten : voorspelbare herhaling, rituelen en liedjes kinderen een actieve rol geven tijdig aankondigen en uitleggen positief en actief taalgebruik plaatjes, label, foto s wachten beperken geduldige pedagogisch medewerkers voorbereide omgeving; opruimen en speelklaar maken goede samenwerking tussen collega s Voor een baby is het belangrijk en prettig als de omgeving voorspelbaar en bekend is. Dit betekent een vaste volgorde van verzorgingshandelingen en een vaste plek voor spullen en speelgoed. Vervolgens is het belangrijk om een overgang aan te kondigen, de reactie van de baby af te wachten, vervolgens mee te nemen en een stapje verder te gaan. Ook voor peuters is het belangrijk om een overgang tijdig aan te kondigen. Ze kunnen steeds meer actief bij het overgangsmoment worden betrokken (helpen opruimen of klaarzetten) en rituelen gebruiken. Door in een peutergroep spullen en speelgoed een vaste plaats te geven kunnen kinderen veel zelf doen en pakken. Kinderen krijgen, passend bij hun leeftijd, een actieve rol in de zorg voor hun directe omgeving. Taken in relatie met de overgangsmomenten zijn bijvoorbeeld mee tafel dekken, opruimen en het gezellig maken van de groepsruimte. Kinderen leren zo verantwoordelijk te zijn voor hun omgeving en rekening te houden met de behoeftes van andere kinderen op de groep. Een aantrekkelijke en vertrouwde omgeving Het hele kindercentrum straalt uit hier is het goed. Voor de kinderen maar ook voor hun ouders en pedagogisch medewerkers. De speelruimtes zijn sfeervol en harmonieus in aankleding, kleurgebruik en lichtval. Bij de aankleding van muren, vloeren en meubilair wordt er rekening mee gehouden dat jonge kinderen snel overprikkeld raken als er veel tegelijk te zien en horen is. Een goede akoestiek is daarom ook wezenlijk voor alle ruimtes waarin de kinderen spelen en verblijven. De buitenruimte nodigt kinderen uit tot verschillende activiteiten in verschillende seizoenen. Ouders en kinderen voelen zich eerder thuis als ze iets van zichzelf in de inrichting herkennen. De Torteltuin houdt daarom rekening met wat de kinderen en ouders thuis of binnen hun cultuur gewend zijn. Dat kan ook in kleine dingen zitten, in bepaalde voorwerpen of foto s van thuis. In de ruimte is ook zichtbaar welke kinderen er horen. Zowel binnen- als buitenruimtes voldoen aan hoge veiligheidseisen. Alle ruimtes voldoen aan de normen van hygiëne en veiligheid. Er is een goed binnenklimaat (zoals schone lucht en goede temperatuurregeling) en is een toegankelijke en aantrekkelijke buitenspeelmogelijkheid. Met behulp van risico-inventarisaties bewaken we de veiligheid en gezondheid van de kinderen. Kinderen leren binnen en buiten om te gaan met risico s die ze aankunnen.

Kinderen doen veel en graag samen, maar hebben ook behoefte aan rust en privacy. Bij hun spel- en leeractiviteiten willen ze soms niet gestoord worden en geconcentreerd bezig kunnen zijn. Ze hebben een hoekje nodig om alleen of met zijn tweeën rustig een boekje te bekijken of een plekje onder de bomen om met een vriendinnetje te spelen. We zorgen er op de Torteltuin voor dat privacy en veiligheid samengaan. Gedurende de dag zijn er veel momenten waarop de kinderen samen zijn. Er is een plaats waar kinderen samen kunnen eten en drinken en de rituelen meemaken die daarbij horen, zoals zingen en vertellen. Dat kan met de hele groep, maar soms zullen de pedagogisch medewerkers de kinderen verdelen in twee of drie subgroepjes. De plaats van de stoelen en de tafels is uitnodigend. Een bank en een kussenhoek vergroten de intimiteit en verbondenheid op de groep. Om de Torteltuin zo goed mogelijk in te richten hebben we een architect ingeschakeld die al veel ervaring heeft met het inrichten van kinderdagverblijven. Het spreekt voor zich dat de Torteltuin voldoet aan de richtlijnen voor gezond en ergonomisch verantwoord werken voor pedagogisch medewerkers. Er is ook aandacht voor : comfort, bijvoorbeeld comfortabele zitplaatsen als de pedagogisch medewerker voorleest of vertelt of een baby een voeding geeft een zitje waar de pedagogisch medewerker even met een ouder kan praten een ruimte om werk voor te bereiden of om observaties en verslagen uit te werken een ruimte voor documentatie en boeken ter inspiratie voor het werken met de kinderen We zijn op de Torteltuin altijd gespitst op veiligheid en welbevinden. We screenen voortdurend de omgeving en het gedrag van de kinderen daarop. We zorgen ervoor dat baby s en dreumesen binnen ons zicht zijn en dat de kinderen makkelijk oogcontact met ons kunnen maken. We letten ook op het algemene welbevinden van de kinderen in de groep. Door regelmatig te observeren hebben de pedagogisch medewerkers van ieder kind een beeld van zijn welbevinden in de groep en op de Torteltuin. is het kind in de regel ontspannen en blij? Of is het juist angstig en schuw? is het kind in de regel nieuwsgierig en staat het open voor nieuwe ervaringen? is het kind betrokken bij zijn spelactiviteiten? Gaat het kind erin op? gebruikt het kind de pedagogisch medewerkers als veilige basis als hij hulp nodig heeft? wil het kind ervaringen delen met de pedagogisch medewerkers? heeft het kind belangstelling voor andere kinderen en maakt hij contact? zijn ouders en kinderen ontspannen bij het brengen en halen? De pedagogisch medewerkers observeren ook het welbevinden van de groep als geheel is de sfeer positief, vrolijk en gezellig? zijn de kinderen bij elkaar betrokken? kunnen de kinderen ongestoord spelen? verloopt de dag als geheel soepel, werkt het dagritme? spelen de kinderen in de speelhoeken en met de materialen, wordt de gehele speelruimte binnen en buiten gebruikt?

Op de Torteltuin zullen we de observatielijsten van Startblokken(HOREB) gaan gebruiken. In september 2012 zijn we begonnen met de invoering van Startblokken in de Kinderopvang. Dit is een 3 jarig traject. Na dit traject volgt certificering. Dit traject volgen we onder begeleiding van Bureau Meesterschap (www.bureaumeesterschap.nl). Tevens volgt de directeur/eigenaar de opleiding tot beeldcoach. Door het maken van filmbeelden worden de pedagogisch medewerkers gecoacht. Een pedagogisch medewerker heeft op verzoek van de Torteltuin een oriëntatie cursus Emmi Pikler gevolgd. In het voorjaar van 2013 zullen we in teamvergaderingen bespreken wat we hiervan gaan gebruiken in de babygroepen. Uiteraard zal dit in het pedagogisch beleidsplan opgenomen worden. 5. Samenwerking met de ouders Werken op de Torteltuin is samenwerken met ouders. De ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind en zij hebben en houden altijd de meeste invloed op het kind. De betrokkenheid van ouders komt voort uit de betrokkenheid bij hun eigen kind. Naarmate het kind langer op de Torteltuin is, raken ouders meer betrokken bij het geheel. Goed contact en regelmatig overleg tussen ouders en kindercentrum vormen de basis van goede kinderopvang. Ouders vormen geen homogenen groep. Ze hebben verschillende verwachtingen en redenen om van de Torteltuin gebruik te maken. De meeste ouders hebben opvang nodig vanwege hun werk of studie en willen dat de pedagogisch medewerkers een deel van de opvoeding overnemen. Ouders verschillen in sociale en etnische achtergronden. Ze hanteren thuis verschillende communicatie- en opvoedingsstijlen. Soms wordt thuis geen Nederlands gesproken,maar Fries of de moedertaal van het land van herkomst. Tijdens de eerste weken dat kind en ouders de Torteltuin bezoeken ( de wenperiode) wordt de basis gelegd voor wederzijds begrip tussen de ouders, het kind en de pedagogisch medewerkers. Maar ook daarna blijft een dagelijks warm welkom nodig. In alle contacten tussen pedagogisch medewerkers en ouders is er sprake van tweerichtingsverkeer. Medewerkers weten soms niet wat er met een kind aan de hand is of wat ze het beste kunnen doen. Dan zijn de ouders de aangewezen personen om advies aan te vragen. Het komt ook voor dat de ouders de pedagogisch medewerkers om advies vragen. Vaak wordt gezamenlijk naar oplossingen gezocht op basis van de ervaringen van zowel de ouders als van de pedagogisch medewerkers. Kinderen doen belangrijke ervaringen op in het kindercentrum en ze maken interessante ontwikkelingen mee. Jonge kinderen kunnen daar nog moeilijk over vertellen. Op de Torteltuin vergemakkelijken we gesprekjes tussen ouders en kinderen over wat ze hebben meegemaakt door foto s, presentaties, uitvoeringen, whiteboards, logboeken of video s. Ouders krijgen hierdoor ook meer zicht op de pedagogische invloed van het kindercentrum, en wat de Torteltuin daarmee voor het kind betekent. Op de Torteltuin hebben we contact met ouders over hun kind: dagelijks bij het halen en brengen tijdens oudergesprekken en op de Torteltuin voeren we 2 keer per jaar oudergesprekken over de ontwikkeling en het welbevinden van het kind. Deze gesprekken worden gevoerd aan de hand van een observatieverslag dat de pedagogisch medewerkers over het kind hebben geschreven. bij de buitenschoolse opvang is er ook de mogelijkheid om twee keer per jaar een tien-minuten

gesprek te voeren. Door middel van een lijst met vragen die ouders hebben ingevuld, wordt het gesprek gevoerd. Er bestaat natuurlijk ook altijd de mogelijkheid om tussendoor een afspraak te maken met de pedagogisch medewerkers en een gesprekje te plannen. Daarnaast zijn er andere vormen van contact over het eigen kind door bijvoorbeeld: groeimap : elk kind op de Torteltuin heeft een groeimap. In deze map proberen de pedagogisch medewerkers een leuk overzicht te geven van 4 jaar Torteltuin. In deze map gaan knutselwerkjes, foto s, verhaaltjes over activiteiten die op het dagverblijf zijn gedaan en verslag van de verjaardagen die het kind gevierd heeft. Ook bevinden zich in deze mappen de observatieformulieren. de familiemuur : De ouders maken een fotocollage van de familie. Met opa s, oma s, tantes, ooms, andere familieleden. Maar ook met honden, katten, foto s van het huis enzovoort. De ouders kunnen zelf kiezen welke informatie belangrijk is uitwisselen van dagboekjes /schriftjes in de buitenschoolse opvang hangt een whiteboard. Hierop staat geschreven wat de kinderen deze dag gedaan hebben. Verder verzorgen de kinderen van de Petteflet regelmatig voor een krantje waar allerlei zaken instaan (verslag van activiteiten bijvoorbeeld). Contact in de groep Er zijn verschillende vormen van contact op groepsniveau : tijdens brengen en halen zien ouders foto s en informatie over de activiteiten van die dag en belangrijke gebeurtenissen. Op de Torteltuin richten we ook regelmatig exposities in van wat kinderen verzameld of gemaakt hebben. Daarnaast zijn er informatiebrieven. feesten en uitstapjes. Het vieren van feesten en het organiseren van uitstapjes met kinderen en ouders zijn niet alleen leuk en leerzaam voor de kinderen maar het versterkt het gevoel van gezamenlijkheid en betrokkenheid. ouderbijeenkomsten. Op de Torteltuin organiseren we ouderbijeenkomsten in de vorm van ouderavonden (meestal rond een thema) en koffieochtenden. ouders als gast in de groep. Jonge kinderen zijn heel erg geïnteresseerd in wat grote mensen doen. Een ouder die bij de politie werkt en op bezoek komt in uniform, is een groot succes ook op de buitenschoolse opvang. Dat wordt nog weken nadien uitgespeeld tijdens het fantasiespel. Iets doen en kinderen erbij betrekken vinden ze prachtig. Dat kan van alles zijn, van een fietsband plakken tot en met samen een taart bakken of schilderen (in het atelier). Een open sfeer tegenover ouders maakt van de groep (en van de Torteltuin) een ontmoetingsplaats. Meepraten en adviseren Naast de verantwoordelijkheid voor hun eigen kind hebben ouders in de kinderopvang ook wettelijke rechten op beleidsniveau die zijn vastgelegd in de Wet kinderopvang. Voor de betrokkenheid tussen ouders en kinderdagverblijf zijn meepraten en meedenken goede instrumenten. Ouders hebben adviesrecht op een aantal terreinen, waaronder het pedagogisch beleid. Het organiseren van een oudercommissie is een wettelijke verplichting voor organisaties voor kinderopvang. Met een oudercommissie beschikt de Torteltuin over een gesprekspartner die namens de ouders kan spreken.

De bevoegdheden van de oudercommissie en de procedures waaraan de organisatie en oudercommissie zich moeten houden staan vastgelegd in het medezeggenschapsreglement. Alle ouders die voor opvang van hun kind(eren) gebruik maken van de Torteltuin kunnen lid worden van de oudercommissie. De voltallige oudercommissie bestaat uit 3 tot 6 leden(afhankelijk van aantal kinderen op de Torteltuin) die onderling de taken verdelen. De werkwijze van de oudercommissie staat omschreven in een reglement. Klachtenregeling Ouders bespreken hun vragen en opmerkingen als eerste met de groepsleiding. Pedagogisch medewerkers reageren alert op alle signalen van zorg of onvrede bij ouders. Opmerkingen over de gang van zaken worden niet opgevat als persoonlijke kritiek. Vanuit hun beroepshouding geven pedagogisch medewerkers alle aandacht aan het wegnemen van de zorg. Mochten er desondanks toch dingen zijn waar u mee blijft zitten, dan kunt u gebruik maken van onderstaande klachtenprocedure, opdat uw klacht op de juiste wijze afgehandeld wordt. Van belang is om hier te vermelden dat u als ouder altijd het recht heeft om de landelijke klachtencommissie in te schakelen! is aangesloten bij de stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK) www.klachtkinderopvang.nl. Stap 1: eerst klagen bij wie het betreft Een klacht over de bejegening door een pedagogisch medewerker dient in eerste instantie met de desbetreffende pedagogisch medewerker besproken te worden. Zo nodig kan de directie hierbij een bemiddelende rol spelen. Heeft u een klacht over beleidszaken dan kunt u dit het beste met de directie bespreken. U kunt een klacht zowel schriftelijk als mondeling indienen. Stap 2: Een klacht indienen bij de directie Voelt u zich door de directe betrokkenen niet of onvoldoende gehoord, dan kunt u altijd bij de leidinggevende terecht met uw klacht. Zij zal samen met u en de betrokkene(n) een oplossing proberen te zoeken. Stap 3: Een klacht indienen bij de oudercommissie De oudercommissie is er om uw belang en die van uw kind(eren) te vertegenwoordigen. U kunt te allen tijde mondeling of schriftelijk met uw klacht terecht bij de oudercommissie. Indien gewenst zal de oudercommissie de klacht namens u inbrengen bij de directie of bemiddelen bij de afhandeling van uw klacht. De oudercommissie heeft een eigen email adres: oudercommissie.detorteltuin@live.nl Stap 4: Een formele klacht indienen Wanneer eenzelfde klacht zich opnieuw voordoet of wanneer de klacht niet naar tevredenheid is afgehandeld door de pedagogisch medewerker of leidinggevende, heeft u de mogelijkheid een formele klacht in te dienen bij de klachtencommissie. De Wet Klachtrecht Cliënten Zorginstellingen (WKCZ) schrijft voor dat kinderopvangorganisaties op zorgvuldige wijze met klachten van ouders omgaan. De wet schrijft voor dat elke kinderopvangorganisatie een klachtenregeling opstelt en ouders over deze regeling informeert. Ook is elke kinderopvangorganisatie verplicht om een klachtencommissie te hebben dan hier wel deel van uit te maken.

heeft zich aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). U kunt als ouder direct naar de klachtencommissie stappen. Een uitspraak van de klachtencommissie is bindend. Protocol kindermishandeling Als pedagogisch medewerkers zich zorgen maken over een kind, bespreken ze die zorgen met de ouders. Vanuit de Torteltuin worden geen deskundigen van buiten ingeschakeld als de ouders daar niet mee instemmen. Zij blijven immers de verantwoordelijken voor hun kind. Wel proberen de pedagogisch medewerkers en/of de leidinggevende door middel van gesprekken de ouders ervan te overtuigen dat het betrekken van deskundigen in het belang kan zijn van het kind. Als er een duidelijk vermoeden is van kindermishandeling en de ouders zijn hierop niet aanspreekbaar, dan moet het kindercentrum in het belang van het kind de ouders passeren en deskundig hulp inschakelen. We hanteren daarvoor een protocol waarin duidelijk is aangegeven welke stappen door wie gezet moeten worden. Op de Torteltuin wordt gewerkt met de Meldcode Kindermishandeling. Deze ligt ter inzage op de locatie. 6. Kinderen leren spelend en actief in relatie met hun omgeving Jonge kinderen hebben een aangeboren drang tot leren en ontdekken. Ze zijn nieuwsgierig en hebben een enorm doorzettingsvermogen. Ze vallen en staan weer op. Ze blijven proberen tot ze iets kunnen of snappen. Jonge kinderen gaan dan volledig op in waar ze mee bezig zijn. Ze gooien zich er helemaal in. Hun hele lijfje doet mee. Als ze blij zijn, lacht hun hele lijf. Als ze nieuwsgierig zijn, vergeten ze alles om zich heen. Als ze iets ontdekt hebben, willen ze het delen met de pedagogisch medewerkers of met de andere kinderen. Vanwege deze totale betrokkenheid wordt in de pedagogiek van jonge kinderen uitgegaan van het holisme, een totale betrokkenheid. Kinderen leren met hun handen, hoofd en hart. Jonge kinderen zijn kleine ontdekkers. Baby s zijn al op zoek naar de relatie tussen wat zij doen en wat er dan gebeurt. Voelend, handelend en spelend doen kinderen ervaring op met zwaartekracht, ruimte, verhoudingen, hoeveelheden en tellen. Karakteristiek voor jonge kinderen is het herhalen van dezelfde bewegingen met kleine variaties en kijken wat dat doet. Jonge kinderen onderzoeken ook de effecten van hun handelen op hun sociale omgeving. Spelen is de natuurlijke manier van jonge kinderen om te leren en hun omgeving te verkennen. Spelen geeft plezier. Jonge kinderen houden ook van een speelse omgang met volwassenen. Samen grapjes maken en liefst vertrouwde grapjes waarvan het kind het verloop kent. Bijvoorbeeld: Zo rijdt een damespaard, een damespaard Met het boerenpaard als groots hoogtepunt. Door te spelen oefenen kinderen alle socialen, emotionele, cognitieve, morele en communicatieve vaardigheden die ze nodig hebben.

Spelvormen die veel voorkomen bij jonge kinderen zijn: bewegingsspel fantasiespel speel- leerspelletjes exploratief en constructie spel Steunen en stimuleren van leren Zodra kinderen elkaar zien, gebeurt er iets tussen hen. Pedagogisch medewerkers zorgen daarom in de eerst plaats voor goede voorwaarden, zodat deze contacten positief kunnen verlopen: Voorwaarden scheppen : o inrichting van de ruimte zodat de kinderen elkaar niet hinderen. Duidelijke hoeken waarin kinderen samen kunnen spelen met bepaalde materialen, waar ze rustig alleen kunnen spelen, waar rust is en waar activiteit is o Dagritme en groepssamenstelling, zodat kinderen vrienden kunnen maken en speelkameraadjes vinden die hen uitdagen o observeren hoe kinderen in hun vel zitten, vriendschap en negatieve patronen tussen de kinderen. Pedagogisch medewerkers hebben oog voor positieve en negatieve invloeden van kinderen op elkaar. Zo kunnen pedagogisch medewerkers bijsturen en plannen maken Aansluiten bij het spontane leren : o spontaan contact en spelen. Kijken hoe de kinderen op elkaar reageren en wat ze samen doen. Oog hebben voor het non-verbale contact tussen kinderen o Spontane neiging om elkaar te imiteren o Rituelen en plezier in samen zijn en samen dingen doen o Plezier in helpen, meedoen en erbij horen o Samen praten, taal gebruiken. Geven van uitleg en woorden voor emoties en bedoelingen Kansen zien en grijpen : o Tijdens verzorgactiviteiten als de lunch, naar de wc gaan, afscheid nemen of opruimen. Tijdens het spelen binnen of buiten Kansen creëren : o Met kinderen rituelen ontwikkelen, verhalen vertellen en uitspelen in fantasiespel, samen dansen of muziek maken, samen werken aan beeldende expressie. Kinderen een steuntje geven waardoor ze met een beetje hulp op hoger niveau kunnen functioneren (zone van de naaste ontwikkeling) tijdens het meespelen of kinderen laten meehelpen met taakjes Stimulerende communicatie : o verwoorden van emoties, uitleggen, bemiddelen bij conflicten, aanwijzingen geven, regels verwoorden. Positief leiding geven en goed omgaan met macht : o Een vuistregel hierbij kan zijn: vrij spel is het domein van de kinderen en de pedagogisch medewerker is te gast. Bij gestructureerde activiteiten geeft de pedagogisch medewerker leiding en structuur waarbinnen de kinderen kunnen bewegen. Grenzen : o Waar kinderen spelen zijn soms ook conflicten. Die hebben kinderen nodig om hun eigen grenzen en die van een ander te leren kennen. De meeste conflicten gaan over het delen van speelgoed of het samen spelen. Oftewel afpakken en regels overtreden.net als in de hele maatschappij hebben kinderen in de groep te maken met verschillende achtergronden, regels en afspraken. We leren kinderen met respect om te gaan met de grenzen van

o anderen. De pedagogisch medewerkers hebben een centrale rol in de groep. Zij houden in de gaten wat er gebeurt en geven duidelijk grenzen aan. Beeldende expressie Expressie hoort bij mensen. Ook kinderen uiten zich in kleur, klank, geur, smaak, vorm of beweging. Ze krassen, tekenen, kleuren, verven, scheuren, knippen en plakken. Ze drukken zich uit en maken zichzelf en de wereld mooi. Evenals muziek en dans is beeldende expressie een manier van communiceren zonder taal. Bij beeldende expressie nemen pedagogisch medewerkers een onderzoekende houding aan. Dat vraagt een grote gevoeligheid voor de leefwereld en de ervaringen van kinderen. Samen met de kinderen beleven ze de verwondering. De pedagogisch medewerkers maken gebruik van spontane voorvallen en bieden activiteiten aan. Ze laten de kinderen spelenderwijs kennismaken met de wereld om hen heen, zodat hun waarneming en creativiteit worden uitgedaagd en gestimuleerd. Zowel bij kansen grijpen als creëren gaat de pedagogisch medewerker uit van de manier waarop jonge kinderen leren: het tempo van de kinderen volgen imiteren, dat wil zeggen op je eigen manier iets nadoen kinderen ruimte geven om zelf actief te zijn en initiatieven te nemen verwoorden wat de pedagogisch medewerker ziet en luisteren naar waar het kind over wil vertellen Schrijven is het tekenen van letters. Tekenen is het achterlaten van sporen. Een spoor is een weg die je volgt Een weg om je verder te ontwikkelen.. Door iets voor te bereiden of aan te bieden inspireert de pedagogisch medewerker de kinderen. De kinderen reageren daarop en dat wordt weer het uitgangspunt van de pedagogisch medewerker. Zij laat zich door de kinderen inspireren. Ze volgt de kinderen en voegt iets toe, wat het kind oppakt of laat liggen. Er ontstaat wederzijdse inspiratie en een dialoog tussen kind, pedagogisch medewerker en materialen. Op de Torteltuin hebben we een atelier, waar de kinderen naar hartenlust kunnen knutselen. We maken regelmatig foto s en video s van de werkstukjes en het maken, er wordt bijgeschreven wat de kinderen doen. Regelmatig wordt hiervan een tentoonstelling/expositie gemaakt. 7. Taalontwikkeling en het gebruik van babygebaren Van alle dingen die kinderen tijdens hun eerste levensjaren leren, lijkt het leren praten toch wel het grootste wonder. Taal is het gebied dat kinderen primair leren van volwassenen. Baby s, dreumesen en peuters communiceren met hun lichaam-door gebaren, geluid, gezichtsexpressie- en later ook met woordjes en zinnetjes. Pedagogisch medewerkers spreken beide talen. Ze stimuleren de taalontwikkeling door alles wat ze doen en zien met woorden te begeleiden. Op kindercentrum de Torteltuin besteden we veel aandacht aan de taalontwikkeling. Zo is er een leesplan en zijn de pedagogisch medewerkers geschoold in Interactief Voorlezen. Meer voorlezen, beter in taal.

Om ook al met hele jonge kinderen te kunnen communiceren, maken we gebruik van babygebaren. Onderzoek heeft aangetoond dat een baby veel meer kan begrijpen en vertellen dan vroeger werd gedacht. Vanaf zes maanden oud kunnen baby s betekenisvolle gebaren maken en daarmee duidelijk maken wat ze willen. Dit is een groot aantal maanden eerder dan dat het spraakorgaan van een kind geschikt is voor verbale communicatie. De meeste kinderen beginnen tussen de twaalf en achttien maanden met spreken. De periode tussen het moment dat een kind taal kan begrijpen en het moment waarop hij taal kan produceren (veel later!) kan met babygebaren goed worden overbrugd. Het toepassen van babygebaren heeft diverse voordelen: cognitieve en taalkundige voordelen, emotionele voordelen, lange termijnvoordelen en het voordeel van contact met de dovengemeenschap. Het babygebaren programma zorgt niet voor vertraging in het proces van leren praten van je kind, sterker nog: dit proces wordt juist versneld door het gebruik van gebaren.onderzoek heeft aangetoond dat gebarende kinderen eerder beginnen met praten en een grotere woordenschat hebben dan kinderen die geen gebruik maken van gebaren. Het kind leert sneller praten omdat het taalverwervingsproces vroeger in gang wordt gezet. 8. Personeel Ons team is een mix van talenten. Door onder andere met een kinderyoga docent en een docent beeldende vorming samen te werken proberen we zo goed mogelijk in te spelen op de (ontwikkelings- )behoeften van de kinderen. We zijn goed in ons vak en vinden dat we een geweldig vak hebben. We zijn er voor de kinderen, maar ook voor de ouders, voor vragen en tips over opvoeding. Alle medewerkers hebben minimaal een MBO-opleiding (bijv. SPW 3), zijn professioneel en hebben een (kinder) EHBO-training gevolgd. Deze training wordt jaarlijks herhaald. Alle pedagogisch medewerkers zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Personeel wordt gehonoreerd volgens de CAO Kinderopvang. Naast de gediplomeerde pedagogisch medewerkers bieden wij stagiaires de mogelijkheid om passende werkervaring op te doen. Wij hebben stageplaatsen beschikbaar op verschillende niveaus van MBO-2 tot HBO. Stagiaires zijn boventallig en werken altijd onder toezicht en verantwoording van de pedagogisch medewerkers. Alle pedagogisch medewerkers van kindercentrum de Torteltuin hanteren in principe het Algemeen Beschaafd Nederlands als voertaal. Op verzoek van ouders is het mogelijk dat Friestalige pedagogisch medewerkers met uw kind Fries praat. 9.Extra s Je blijft toch wel eten? Op de Torteltuin kunnen de kinderen aan het eind van de middag een warme maaltijd eten. De kosten zijn 3,- per maaltijd. U kunt zowel structureel (op 1 of meerdere vaste dagen per week) als incidenteel van deze service gebruik maken. De maaltijden worden besteld bij het bedrijf Apetito en worden diepgevroren aangeleverd. De maaltijden moeten daarna 1 uur tot 1,5 uur nagaren. De maaltijden worden rond 17.00 uur geserveerd. Na de maaltijd krijgen de kinderen een toetje aangeboden.

Bij de maaltijden is ook gedacht aan kinderen die door een speciaal dieet of geloofsovertuiging niet alles mogen eten. Bij het bereiden van de maaltijden is er rekening gehouden met de groei en ontwikkeling van de kinderen, te weten: de maaltijden zijn gezond en op de behoeften van kinderen afgestemd er worden milde kruiden gebruikt door verantwoord gebruik van kruiden en specerijen er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van gejodeerd zout (ook wel bekend als JOZO-zout) er worden geen kunstmatige kleur- en zoetstoffen, alcohol en alcoholaroma s gebruikt er worden geen fosfaten in vlees en vleesproducten gebruikt er is verantwoord gebruik van suiker er wordt geen smaakversterker gebruikt De kinderen die een warme maaltijd gebruiken zitten gezamenlijk op één groep. Het aangeboden menu is zeer gevarieerd. Wekelijks kunt u op het prikbord of bij de keuken zien wat voor menu er die week wordt geserveerd. Knappe kop! Eens in de zes weken komt er een kinderkapper naar de Torteltuin. Aanmelden hiervoor kan op de intekenlijst die bij het kantoor hangt. Januari 2016, B.V.