Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Rotterdam: Professionalisering onderwijskundige medewerkers

Vergelijkbare documenten
Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Rotterdam: Onderzoek links- en dierenrechtenextremisme

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Rotterdam: Een efficiënte basis. Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente De Bilt: Programma preventie polarisatie en radicalisering

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Verwey-Jonker Instituut: PREPARE. Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Brede in samenwerking met Halt Midden- en West-Brabant: Afslag Centrum

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Zaanstad. Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Stadsdeel Oud-Zuid: Democratische ontwikkeling risicojongeren

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering CMO: Aanpak polarisatie en radicalisering in de provincie Groningen

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Instituut voor Publiek en Politiek: Proeftuin De Haagse Tribune: samen in actie!

Resultaatinventarisatie polarisatie en radicalisering Stichting Kantara-Brug: 'Marokkaanse Mannen Bezoeken het Anne Frankhuis'

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Arnhem: 'Arnhem weerbaar' Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Programmabureau Intergrale Veiligheid NHN: P&R-inventarisatie in de Noord-Holland Noord (26 gemeenten)

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Elan: Draagvlak creëren Gelderse (boven)lokale aanpak

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Roermond. Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Waalwijk: 'Training (deskundigheidsbevordering) polarisatie en radicalisering'

Resultaatinventarisatie polarisatie en radicalisering Gemeente Nijmegen: 'Meer zicht op polarisatie in Nijmegen'

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Stadskanaal: Plan van aanpak polarisatie en radicalisering

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Weert: Actieplan Weert weert polarisatie en radicalisering

Resultaatinventarisatie polarisatie en radicalisering Stichting Op Touw: 'Tweede Wereldoorlog in Perspectief'

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Amersfoort: 'Onderzoek Polarisatie' Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Critical Mass: Projecten INBOX 2009 en INBOX Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Amsterdam: 'Doorontwikkeling actieplan radicalisering'

Aanpak van radicalisering op school

Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Utrecht: 'Preventie Polarisatie en Radicalisering'

Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

24 oktober 2011 Ons kenmerk /eze/aht. Inhoud

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Amsterdam: Aanpak Amsterdam tegen radicalisering

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering SIPI: 'Diamant, training Identiteit&Weerbaarheid'

Conclusies Inspectie De Inspectie heeft zich in haar onafhankelijke onderzoek gefocust op de lokale

Bijlage bij het convenant tussen migrantenorganisaties, (hulp)organisaties, politie en gemeente Deventer. Aan de Goede Kant van Eer

Subsidieregeling Amsterdam Dialoog (3B, 2015, 200)

Gemeentelijke aanpak Polarisatie en Radicalisering

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 2 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat drie moskeeën zijn aangevallen

Gemeenten leggen de rode loper uit voor kwetsbare jongeren richting school en werk

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Actieplan Veilige School

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Stichting Breaking Human Barriers: 'Radicaliseringsproject jongeren N.O.

De rol van de school. bij polarisatie en radicalisering van jongeren

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Culemborg: 'Aansprekend Terweijde' Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

Succesvol implementeren

Afspraken tussen raad, college en organisatie bij (grote) ruimtelijke gemeentelijke projecten S.Reijmer, 2 maart 2016, TA

Opbrengsten van het programma Stop Kindermishandeling van Kinderpostzegels

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

ONDERZOEKSPLAN 2009 GEMEENTE HOOGEVEEN Volledigheid opbrengsten

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

De rol van de school

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Werkdocument Montessori voor een nieuwe tijd

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Gemeente Boxmeer. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 28 oktober 2008

Verkoop kavels Dolderseweg

1. FORMAT PLAN VAN AANPAK

Artikel 1. Dit reglement verstaat onder:

CO 2 Communicatieplan

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland

Collegebesluit. Onderwerp: Verbetering aanpak mensen met verward gedrag BBV nr: 2017/85459

Datum 12 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de bouwplaats moskee in Enschede is besmeurd met varkensbloed

Energiemanagement Actieplan

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Met de brief in de bijlage stellen we de raad op de hoogte van de meest actuele stand van zaken.

Praktijkcase Samen Winnen Paardensport Paardensport Nuth. Datum: Auteur: Cristan Segers, Huis voor de Sport Limburg

Datum 21 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over man uit Doornenburg verdacht van voorbereiden aanslag op moslims

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

: 13 mei 2019 : 27 mei 2019

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Leusden. Auteur: Stichting Sportkanjers Wim van t Westeinde Datum: Versie: Sportkanjerclub Leusden versie 1

Referentie: Toelichting:

ALGEMEEN PROJECT RAPPORT

a Tľz T; * b m M» * W. Hompe rvu Postregistratienr(s) Onderwerp: Regionaal Plan van aanpak Transitie Jeugdzorg Portefeuillehouder W.

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Subsidievoorwaarden. 1. Algemeen

Toelichting Kom Verder aanvraag Voor implementatie van ondersteunde zelfzorg

1a. Is de centrale doelstelling van het hele programma zorgacademie voor u duidelijk? Wat zijn volgens u de voornaamste doelstellingen?

Plan van Aanpak Format. Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf

Kenniswerkplaats Tienplus

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB RV

Aanvraag subsidie Zwaluwen Jeugd Actie

INNOVATIEVE PROJECTEN

Beschikking. Beleidsregel sociale veiligheid Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni

EVALUATIE PROJECTLEIDERSCHAP FAMILIEZORG Klaartje van Montfort Ad van Oorschot 5 januari 2018

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK 'T IEMENSCHOER EN T KORHOEN, SCHOOL VOOR SO/VSO- ZML

Transcriptie:

Referentie Rapport Van Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99 info@kplusv.nl www.kplusv.nl Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Rotterdam: Professionalisering onderwijskundige medewerkers Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie Arnhem, 22 november 2010

Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond evaluatie 1 1.2 Opzet evaluatie 1 1.3 Projectbeschrijving 1 2 Voor de start van het project 3 2.1 Betrokkenheid 3 2.2 Draagvlak en beleid 3 2.3 Samenwerking met externe partijen 4 3 Start en opzet van het project 5 3.1 Start en aanleiding 5 3.2 Doelgroep en doelstellingen 5 3.3 Risico's 6 3.4 Organisatie en communicatie 6 3.5 Verantwoording 7 4 Uitkomsten van het project 8 4.1 Realisatie producten/activiteiten 8 4.2 Realisatie versus budget 8 4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie 8 4.4 Borging van het project 9 5 Doeltreffendheid 10 5.1 Doelbereik en reikwijdte 10 5.2 Maatschappelijk effect 11 6 Leerpunten 12 6.1 Succes- en risicofactoren 12 6.2 Samenwerking 12 6.3 Best practice 12 Bijlagen 1 Relevante definities 2 Geraadpleegde bronnen

1 Inleiding 1.1 Achtergrond evaluatie In het kader van de uitvoering van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 vinden verschillende activiteiten plaats. Een deel hiervan wordt mede gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ). Dit gebeurt door toekenning van een decentralisatie-uitkering aan gemeenten en door toekenning van een tijdelijke subsidie aan maatschappelijke organisaties. In opdracht van het ministerie van VenJ worden alle projecten en aanpakken waarvoor een decentralisatie-uitkering of een subsidie is toegekend geëvalueerd. Met deze evaluatie streeft het ministerie van VenJ een aantal doelen na: leren voor volgende projecten en aanpakken; de resultaten van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; het bereik van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; 'best practices' benoemen en toegankelijk maken voor betrokkenen. 1.2 Opzet evaluatie De evaluatie van de lokale projecten is uitgevoerd door bestudering van het onderzoeksplan, de beschikbare achtergronddocumentatie en eventueel beschikbare eigen evaluatiedocumenten. De projectleider heeft parallel daaraan een webenquête ingevuld. De ingevulde webenquête vormde voor de onderzoekers, tezamen met vragen naar aanleiding van de overige documentatie, de gespreksrichtlijn voor de gesprekkenronde. De onderzoekers hebben met de projectleider van het ISPR gesproken. Doel van het interview was een nadere invulling en verdieping van de uit schriftelijke bronnen verkregen informatie, zoals de aanvraag voor de decentralisatie-uitkering en het projectvoorstel. Het resultaat is het onderhavige rapport. De diverse elementen uit de evaluatie zijn weergegeven in de volgende paragrafen. 1.3 Projectbeschrijving De pilot 'Professionalisering onderwijskundige medewerkers van moskeeën en andere islamitische verenigingscentra' is gestart door de Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR) in samenwerking met het Informatie Schakelpunt Radicalisering (ISPR) van de gemeente Rotterdam. De pilot loopt volgens het projectplan 1 van augustus 2009 tot november 2010 en richt zich met name op: islamitische radicalisering. 1 Projectplan Pilot, ISPR gemeente Rotterdam in samenwerking met het SPIOR, 20 juli 2009. Pagina 1

In de oorspronkelijke projectopzet 1 waren de volgende hoofddoelstellingen opgenomen: het verbeteren van het pedagogisch klimaat in moskeeën en andere islamitische verenigingscentra; het verhogen van de ouderparticipatie in het reguliere onderwijs en in de samenleving als geheel. Naast deze hoofddoelstelling zijn de volgende doelstellingen in het projectplan beschreven: Bijdragen aan onderwijs gericht op het leven als moslim in Nederland en daarmee aan een positieve identiteitsvorming van de kinderen als Nederlands burger. Inhoudelijk aandacht besteden aan de onderwerpen 'normen en waarden van de democratische rechtstaat', 'polarisatie en radicalisering', 'bewustwording creëren'. Pedagogische uitwisseling en afstemming met de ouders van de leerlingen en met samenwerkende instellingen, zoals basisscholen, die met leerlingen te maken hebben. Het betrekken van de ouders bij het geven van informatie over de democratische rechtstaat waar zij deel van uitmaken en het tegengaan van radicalisering en polarisatie. Bijdragen aan pedagogische innovatie van leerkrachten die werkzaam zijn in moskeeën en islamitische verenigingscentra en stichtingen die Koran en taalonderricht verzorgen aan kinderen. In de onderstaande tabel zijn de activiteiten weergegeven die bij dit project zijn geformuleerd. Categorie activiteiten Training professionals Kennisuitwisseling Welke deelprojecten en/of activiteiten waren bij de start van het project geformuleerd? Opleiding professionalisering van de leraren in moskee en islamitische centra, die belast zijn met Koran- en taalonderricht. Methodiekbeschrijving van de opleiding. Conferentie van professionals om ervaring en methodieken met elkaar te delen, indien de pilot opleiding succesvol blijkt. De opleiding is het centrale onderdeel van de pilot. De opleiding wordt verzorgd door de Hogeschool Rotterdam en is bedoeld om de leerkrachten meer pedagogische en didactische vaardigheden te leren en daarnaast te scholen op waarden van de democratische rechtstaat. Tevens worden leerkrachten getraind in het omgaan met kritische vragen van leerlingen over ervaren dilemma's tussen de Koran en de democratische rechtstaat. Daarnaast biedt de opleiding de leerkrachten een erkend certificaat, waarmee zij een eventuele vervolgopleiding bij de Hogeschool Rotterdam kunnen volgen. In totaal heeft het ministerie van VenJ aan de gemeente Rotterdam een bedrag van 66.080 toegekend voor de pilot 'Professionalisering onderwijskundige medewerkers van moskeeën en andere islamitische verenigingscentra'. Pagina 2

2 Voor de start van het project De volgende paragrafen gaan over de situatie voorafgaand aan de start van het project. We kijken hierbij in het bijzonder naar de bekendheid van de organisatie met het vraagstuk van polarisatie en radicalisering, het bestaande beleid en de samenwerking met externe partijen. 2.1 Betrokkenheid Bij betrokkenheid gaat het om de mate waarin de organisatie voor de start van het project al betrokken was bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. In de gemeente Rotterdam is in 2005, voortkomend vanuit het actieprogramma 'Meedoen of achterblijven', het Informatie Schakelpunt Radicalisering (ISPR) opgericht. Het ISPR is opgericht ter voorkoming en bestrijding van radicalisering in Rotterdam. De gemeente Rotterdam is bekend geraakt met de decentralisatie-uitkering via het ministerie zelf, vanaf de start van het Actieprogramma Polarisatie en Radicalisering. De gemeente participeert in een ambtelijke werkgroep van het ministerie van VenJ in het kader van het Actieprogramma Polarisatie en Radicalisering. 2.2 Draagvlak en beleid In deze evaluatie is gevraagd naar het draagvlak binnen de organisatie voor het gestructureerd tegengaan van polarisatie en radicalisering. Het gaat om de aandacht op management en/of bestuurlijk niveau in de organisatie. Dit kan onder meer tot uiting komen in beleid en concrete doelstellingen. Voor de start van de pilot was er binnen de gemeente Rotterdam zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau aandacht voor het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh heeft de gemeenteraad unaniem een motie aanvaard om acties te ondernemen om radicalisering en extremisme tegen te gaan in Rotterdam. Deze motie is uitgewerkt in het actieprogramma 'Meedoen of Achterblijven'. Dit actieprogramma uit 2005 vormde (mede) de start van het ISPR. Doelstelling van het programma was het voorkomen en bestrijden van radicalisering in Rotterdam. Het ISPR heeft daarbij de regie op het polarisatie- en radicaliseringbeleid binnen de gemeente. Het radicaliseringbeleid in de gemeente Rotterdam richt zich op: polarisatie; links radicalisering; dierenrechten extremisme; rechts radicalisering; islamitische radicalisering. De prioriteit van het beleid is in 2005 gelegd bij het tegengaan van islamitische radicalisering. Ontwikkelingen van de afgelopen jaren (zoals beschreven is in de Trendrapportage ISPR 2009) bevestigen dat die alertheid voor islamitisch radicalisme op haar plaats is. Daarnaast manifesteren zich in de gemeente Rotterdam rechts extremisme en linksextremisme. Pagina 3

2.3 Samenwerking met externe partijen In de regel wordt voorafgaand aan de projecten al samengewerkt met diverse partijen. In de evaluatie is gevraagd naar de samenwerking en het succes van de samenwerking. Vóór de start van de pilot wordt in de gemeente Rotterdam al samengewerkt op het terrein van radicalisering. Sinds het actieprogramma 'Meedoen of Achterblijven' (2005) heeft deze samenwerking steeds meer vorm gekregen. Zo vindt er casusoverleg plaats tussen betrokken organisaties naar aanleiding van een melding bij het ISPR en worden door het ISPR actief organisaties betrokken bij onderzoeken en projecten. Het ISPR is gesitueerd binnen de Directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam en werkt actief samen met: gemeentelijke diensten en deelgemeenten; welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuizen, jeugdcentra); multiculturele organisaties; politie; gemeenten in de regio; diverse zelforganisaties, zoals organisaties van bekeerlingen. In het project 'Professionalisering onderwijskundige medewerkers' wordt samengewerkt met Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR) en de Transfergroep (verbonden aan de Hogeschool Rotterdam). SPIOR is het platform waar moskeeën in de regio Rijnmond en sociaal-culturele islamitische organisaties bij zijn aangesloten. SPIOR richt zich op de moslimgemeenschap (circa 100.000) binnen het Rijnmond gebied. Vóór de start van het project geeft de gemeente aan dat samenwerking met het SPIOR succesvol is. Pagina 4

3 Start en opzet van het project Dit hoofdstuk gaat in op de start en opzet van het project. Het gaat hierbij om de aanleiding van het project, de initiatiefnemers en de beoogde doelen en doelgroepen bij de start van het project. Ook wordt ingegaan op de succes- en risicofactoren, de organisatie en de communicatie en de verantwoording. 3.1 Start en aanleiding De directe aanleiding voor de pilot was een incident in 2004, waarbij aan het licht kwam dat er op een kindonvriendelijke manier Koran- en taalonderricht werd gegeven door sommige leerkrachten in een moskee in Rotterdam. SPIOR nam in opdracht van gemeente Rotterdam - het initiatief om te onderzoeken wat er mis is gegaan en welke stappen ondernomen konden worden. SPIOR is naar aanleiding van het incident in 2004 een pedagogisch overleg gestart tussen een moskeeorganisatie in Rotterdam en de politie, basisscholen in de omgeving en de GGD afdeling jeugd. Vervolgens is in 2006 in opdracht van gemeente Rotterdam door het Verwey-Jonker Instituut een onderzoek uitgevoerd bij drie moskeeorganisaties in Rotterdam. Uit dit onderzoek blijkt onder meer dat moskeeorganisaties in het onderricht uitgaan van een 'traditioneel' didactische aanpak met weinig interactie. De aanpak en het materiaal van het onderwijs zijn nog onvoldoende gericht op het 'leven als moslim in Nederland'. Om aan de aanbevelingen van het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut opvolging te geven heeft het SPIOR in samenwerking met de Transfergroep een projectplan ontwikkeld om middels een opleiding bij leraren van moskeeën en andere islamitische verenigingscentra didactische en pedagogische vaardigheden te ontwikkelen. Dit projectplan is vervolgens bij het ISPR ingediend met het verzoek om samenwerking met het ISPR en financiële ondersteuning. 3.2 Doelgroep en doelstellingen In de onderstaande tabel zijn de doelstellingen weergegeven zoals deze in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. Doelstelling Geldigheid doelstelling Doelgroep Het verbeteren van het pedagogisch klimaat in moskeeën en andere islamitische verenigingscentra. Doelstelling geldt nog. Primair de moskeeën en islamitische verenigingscentra in Rotterdam. Secundair door uitwisselen van methodieken ook organisaties in Nederland breed. Het verhogen van de ouderparticipatie in het reguliere onderwijs en in de samenleving als geheel. Doelstelling geldt nog. Primair de ouders en onderwijsinstellingen in Rotterdam. Secundair door uitwisselen van methodieken ook organisaties en ouders in Nederland breed. De onderstaande tabel geeft de deelprojecten of activiteiten weer en het beoogde bereik daarvan. Pagina 5

Categorie activiteiten Training professionals Kennisuitwisseling Deelprojecten en/of activiteiten (blanco indien categorie niet van toepassing) Opleiding professionalisering van de leraren in moskeeën en islamitische centra, die belast zijn met Koran- en taalonderricht. Methodiekbeschrijving van de opleiding. Conferentie professionals om ervaring en methodieken met elkaar te delen, indien de pilot opleiding succesvol blijkt. Omvang beoogde doelgroep (raming) 20 deelnemers Geen raming gedaan 3.3 Risico's Kritieke succes- en risicofactoren zijn de factoren die een grote impact kunnen hebben op het welslagen van het project. In deze evaluatie is gevraagd of voorafgaand aan het project de kritieke succes- en risicofactoren inzichtelijk zijn gemaakt. In het projectvoorstel worden de volgende risico's beschreven: er is geen risico ten aanzien van het projectleiderschap omdat ten tijde van de aanvraag van de subsidie het SPIOR en de Transfergroep al gestart zijn met de werkzaamheden; er zijn al deelnemers voor de opleiding benaderd, waarbij er gerekend kan worden op minimaal 18 deelnemers. In het projectvoorstel zijn de risicofactoren beschreven, de succesfactoren zijn niet expliciet opgenomen. In de beschrijving van het project worden naar aanleiding van het eerder uitgevoerde onderzoek door het Verwey-Jonker Instituut en Forum in 2006 de aanbevelingen beschreven voor het project. Deze zijn: aansluiten bij de initiatieven van SPIOR waarin extra scholing en intervisie voor leraren centraal staat; verbeteren van lesmateriaal waarin het leven als moslim in een westers land een prominente plaats heeft. 3.4 Organisatie en communicatie In de evaluatie is gevraagd of voor de aansturing en uitvoering van de activiteiten een projectorganisatie is ingesteld. Ook is gevraagd of voor de interne en externe communicatie over de activiteiten een plan is opgesteld. SPIOR treedt op als projectleider en zorgt voor de samenstelling van de begeleidingscommissie. Deze commissie bestaat uit een vertegenwoordiger van de Hogeschool Rotterdam, een vertegenwoordiger van de gemeentelijke dienst JOS (Jeugd, Onderwijs en Samenleving) en een vertegenwoordiger van het ISPR. Twee consulenten van het SPIOR werven en selecteren de deelnemers van de opleiding. Tevens begeleiden de consulenten de deelnemers tijdens de opleiding en bewaken ze de voortgang. Het SPIOR fungeert als centraal aanspreekpunt voor de gemeente. Pagina 6

De rol van de gemeente Rotterdam, via het ISPR, is vooral een aanjagende en begeleidende rol in het project (via de begeleidingscommissie). In de opstartfase heeft de projectleider van het ISPR vooral meegedacht over de uitgangspunten van het opleidingsprogramma. Daarnaast is de rol van het ISPR het betrekken van nog niet benaderde groeperingen voor deze pilot. 3.5 Verantwoording De formele verantwoording van het ISPR aan bestuur/management over de voortgang en besteding van de middelen door het ISPR (breed) vindt plaats: door rapportage aan de gemeenteraad via een trendrapportage en begeleidende brief. Ook worden debatten gevoerd naar aanleiding van de trendrapportage, of over de voortgang van het 5-jaren actieprogramma Veilig; door ambtelijke verantwoording aan de directeur Veiligheid en de burgemeester, via het afdelingshoods (afhankelijk van de situatie). In de begeleidende brief bij de Trendrapportage 2009 is meegedeeld dat een nieuw beleidsdocument wordt opgesteld. Begin 2010 is het vijfjaren actieprogramma Veilig, inclusief een paragraaf over radicalisering, besproken in de gemeenteraad. In verband met de heroriëntatie van Directie Veiligheid krijgt de nieuwe beleidsvisie waarschijnlijk vorm binnen de kaders van dit vijfjaren actieprogramma Veilig. Pagina 7

4 Uitkomsten van het project Dit hoofdstuk belicht datgene wat het project heeft opgeleverd aan producten of activiteiten. Ook wordt ingegaan op het budget en het proces van monitoring en zelfevaluatie. 4.1 Realisatie producten/activiteiten Hieronder volgt een nadere toelichting op de actuele stand van zaken van de pilot. Categorie activiteiten Training professionals Kennisuitwisseling Deelprojecten en/of activiteiten (blanco indien categorie niet van toepassing) Opleiding professionalisering van de leraren in moskeeën en islamitische centra, die belast zijn met Koran- en taalonderricht. Methodiekbeschrijving van de opleiding. Conferentie professionals om ervaring en methodieken met elkaar te delen, indien de pilot opleiding succesvol blijkt. Gerealiseerd? De opleiding loopt tot september 2010. Gepland voor najaar 2010 * * Het project krijgt volgens de projectleider inmiddels (november 2010) een vervolg met aandacht voor taalontwikkeling, binnen de afdeling Jeugd, Onderwijs en Samenleving. 4.2 Realisatie versus budget Voor het project is een budget opgesteld. In dit budget is een verdeling opgenomen tussen een bijdrage door VenJ en de bijdrage door de gemeente (in uren en in een bijdrage aan de 'out of pocket'-costs). De pilot wordt uitgevoerd binnen de daarvoor gestelde begroting. 4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie Een onderdeel van projectmanagement is monitoring en vervolgens bijsturing. Het monitoren van de pilot vindt plaats door: de twee consulenten van het SPIOR die om de week contact hebben met de deelnemers over de voortgang van de opleiding; de begeleidingscommissie die op twee momenten tijdens de opleiding een tussenrapportage en een evaluatie uitvoeren. De bijsturing die heeft plaatsgevonden betreft het herzien van de planning, aangezien de wervingsfase meer tijd heeft gekost dan oorspronkelijk gepland. Vooraf was een inschatting gemaakt van 20 deelnemers, terwijl uiteindelijk circa 35 deelnemers zich hebben aangemeld. Met alle aangemelde deelnemers is een selectiegesprek gevoerd. Uiteindelijk zijn 20 deelnemers gestart met de opleiding en zijn er 15 deelnemers op een wachtlijst geplaatst. Pagina 8

4.4 Borging van het project De borging heeft betrekking op de wijze waarop de uitkomsten en leerpunten van het project een structurele plaats hebben gekregen in het beleid van de gemeente/organisatie. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat de kennis, contacten en producten die zijn ontstaan in het project, nu structureel worden toegepast door de initiatiefnemende organisatie en door andere betrokken organisaties. Vóór de start van het project is op verschillende manieren nagedacht over de borging van deze pilot. De borging is voorzien op een aantal manieren: De deelnemers van de opleiding die de opleiding met goed gevolg afsluiten, verbinden zich voor minimaal 3 jaar aan een moskee als onderwijskundig medewerker. Het lesprogramma voorziet er in dat deze medewerkers in staat zijn om op een kindvriendelijke, pedagogisch verantwoorde wijze Koran- en taalonderricht te verzorgen. Daarnaast hebben ze kennis opgedaan over de democratische rechtstaat en zijn de medewerkers in staat om dit in de praktijk te brengen. Na afloop van de opleiding is een evaluatiemoment voorzien, waarin onder andere een publicatie geschreven wordt over de methodiek van de opleiding. Daarnaast wordt volgens het plan van aanpak een conferentie georganiseerd waarmee de kennis en ervaring uit dit project gedeeld wordt met andere professionals in Nederland. Ten tijde van het interview met de projectleider in mei 2010 was het onduidelijk of er een vervolg komt op de opleiding. Gezien het aantal deelnemers die op de wachtlijst staan zou er een tweede opleiding verzorgd kunnen worden. Of dit gaat gebeuren is volgens de projectleider van de gemeente afhankelijk van de beschikbare budgetten bij zowel de gemeente als bij het ministerie van VenJ. In november 2010 geeft de gemeente Rotterdam in een reactie aan dat het SPIOR een voorstel heeft ingediend bij de dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving, voor een vervolg op het lesprogramma. Dit vervolg omvat ook taaleducatie, zodat de startpositie van de deelnemers meer gelijk wordt getrokken, ook voor degene die het Nederlands slecht beheersen. Dit vervolg is intern akkoord bevonden en regelt volgens de gemeente daarmee het vervolg en de borging van het project. Pagina 9

5 Doeltreffendheid De doeltreffendheid komt aan bod aan de hand van het doelbereik, de reikwijdte en de maatschappelijke effecten van het project. 5.1 Doelbereik en reikwijdte Bij doelbereik gaat het om de realisatie van de doelstellingen. Reikwijdte betreft de mate waarin in het project de beoogde doelgroepen zijn bereikt. De onderstaande tabel geeft het doelbereik weer zoals dat door de gemeente - het ISPR - zelf wordt ervaren. Doelstelling Realisatie doelstelling Eventuele toelichting Het verbeteren van het pedagogisch klimaat in moskeeën en andere islamitische verenigingscentra. Het verhogen van de ouderparticipatie in het reguliere onderwijs en in de samenleving als geheel. Deels Deels De opleiding is nog niet afgerond, maar de deelnemers hebben inmiddels al meer kennis en vaardigheden opgedaan. Of deze doelstelling behaald wordt, dient de komende jaren bezien te worden als de deelnemers hun kennis en vaardigheden in praktijk brengen. Het project loopt nog waardoor het lastig is om vast te stellen of deze doelstelling behaald is. De onderstaande tabel geeft de reikwijdte van het project weer. Doelgroep Is de beoogde doelgroep bereikt? Omvang doelgroep? Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf? Moskeeën en islamitische verenigingscentra in Rotterdam primair. Ja 20 deelnemers Ja Secundair door uitwisselen van methodieken ook organisaties in Nederland breed. Ouders en onderwijsinstellingen in Rotterdam primair. Nog niet Deelnemers aan conferentie Er was geen raming vooraf. Nog onbekend Geen raming Er was geen raming vooraf. Pagina 10

5.2 Maatschappelijk effect Uiteindelijk moeten de projecten bijdragen aan het verder tegengaan van polarisatie en radicalisering in de maatschappij. Dit is het beoogd maatschappelijk effect van de door het ministerie ondersteunde projecten. De pilot is ten tijde van het interview nog in volle gang. Een evaluatie van de opleiding heeft nog niet plaatsgevonden en is voorzien in het najaar van 2010. Gezien het aantal aanmeldingen en het niveau van de opleiding verwacht de projectleider van de gemeente Rotterdam dat deze onderwijskundige medewerkers beter in staat zijn om op pedagogisch verantwoorde wijze het Koran- en taalonderricht te verzorgen en dat zij ook beter in staat zijn om het gesprek met kinderen en ouders aan te gaan over eventuele dilemma's tussen de Koran en de democratische rechtstaat. De projectleider van de gemeente verwacht -mede op basis van het eerder uitgevoerde onderzoek in 2006- dat doordat het gesprek over de dilemma's geopend wordt mensen minder snel radicaal gedachtegoed zullen ontwikkelen en dit project zal bijdragen aan het verminderen van islamitische radicalisering. Daarnaast is het interessant te melden dat deskundigen veel potentie zien in deze opleiding. De opleiding heeft daarom in november 2009 de Gemeenteprijs voor Polarisatie en Radicalisering ontvangen. De onderzoekers merken op dat de effecten van het project waarschijnlijk op langere termijn zichtbaar kunnen zijn. Zo is de doelstelling 'het verbeteren van het pedagogische klimaat' (pas) vast te stellen als de onderwijskundige medewerkers het geleerde in praktijk gaan brengen. Aangezien de opleiding tot eind 2010 loopt, zou het interessant zijn voor de gemeente om in 2011 of 2012 te monitoren in hoeverre de onderwijskundige medewerkers het geleerde in praktijk brengen en in hoeverre het pedagogische klimaat daadwerkelijk is verbeterd. Pagina 11

6 Leerpunten Dit hoofdstuk belicht de geconstateerde succes- en risicofactoren, de samenwerking en elementen in het project die eventueel kunnen dienen als goede voorbeelden. 6.1 Succes- en risicofactoren Door de projectleider worden de volgende succes- en risicofactoren benoemd: Aansluiten van de opleiding bij een bestaande behoefte van onderwijskundige medewerkers van moskeeën. De opleiding is opgezet in samenwerking met de Transfergroep en biedt daarmee de kans voor de deelnemers om een certificaat te halen, waarmee de deelnemers een vervolgopleiding kunnen volgen aan de Hogeschool van Rotterdam. De inzet van SPIOR, als platform voor alle islamitische organisaties en moskeeorganisaties, is een succes op zich. Het spreken van de 'taal' van de doelgroep en het vertrouwen dat de organisaties hebben in SPIOR heeft zeker bijgedragen aan het succes het hoge aantal deelnemers van deze opleiding. Daarnaast geeft de projectleider aan dat het onverwachte succes ook een risico is geweest er was ruimte voor 20 deelnemers waardoor de opleiding met enkele maanden vertraging gestart is. Tevens is een risico voor het project het verwachtingspatroon dat nu bestaat bij de deelnemers die niet geplaatst konden worden voor de opleiding. Deze deelnemers kunnen in een tweede ronde alsnog de opleiding volgen. Ten tijde van het interview in mei 2010 was het nog niet duidelijk of er een vervolg op deze pilot komt, waardoor het SPIOR op dat moment geen uitsluitsel kon geven over een toekomstige opleiding. In een reactie in november 2010 heeft de gemeente aangegeven dat er een vervolg komt op de opleiding. De projectleider heeft geprobeerd de genoemde risicofactoren te minimaliseren door: te verkennen in hoeverre de deelnemers van de wachtlijst een ander passend aanbod voor scholing kunnen krijgen, zoals taalscholing (indien nodig) via de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente; het beter op elkaar afstemmen van verschillende leertrajecten die vanuit de gemeente kunnen worden gefaciliteerd ziet de projectleider als een aandachtspunt. 6.2 Samenwerking De pilot is uitgevoerd door SPIOR en de Transfergroep in samenwerking met het ISPR. Volgens de projectleider van het ISPR verloopt deze samenwerking goed. De gemeente heeft daarbij een aanjagende rol richting SPIOR. 6.3 Best practice Er is sprake van een 'best practice' als het afgeronde project of elementen ervan geschikt zijn als positief voorbeeld voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De pilot is nog niet afgerond, maar volgens de onderzoekers zijn delen van dit project wel degelijk een goed voorbeeld voor andere organisaties die een opleidingsproject willen starten. Pagina 12

De volgende elementen kunnen volgens de onderzoekers succesvol zijn: Het ontwikkelen van een opleiding in samenwerking met een (zelf-)organisatie die dichtbij de doelgroep staat én een onderwijskundige organisatie, zoals een hogeschool. Hierdoor is er enerzijds vertrouwen vanuit de doelgroep in de opleiding en anderzijds biedt het de deelnemers de kans om een erkende opleiding te volgen, waarmee de kans op een andere (vervolg-)opleiding ook tot de mogelijkheden behoort. Het aansluiten van het project bij de behoefte vanuit de doelgroep zelf. De rol van het onderzoek dat eerder door het Verwey-Jonker Instituut in samenwerking met het SPIOR is uitgevoerd. Er bleek veel draagvlak te zijn voor de conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek, zowel bij instellingen als bij de moskeeorganisaties. Daarmee is er meer draagvlak voor het opvolgen van deze aanbevelingen. De methodiek van de opleiding met periodieke begeleiding van de deelnemers én de afspraak met deelnemers over het vervolg na de opleiding (het minimaal voor 3 jaar verbinden als onderwijskundige medewerker aan een moskeeorganisatie). Pagina 13

Bijlage 1 Relevante definities Onderstaande toelichting is gebaseerd op de definities zoals die door de AIVD en het ministerie van VenJ worden gehanteerd: Activisme is de benaming voor het fenomeen waarbij personen of groepen op buitenparlementaire wijze maar binnen de grenzen van de wet, streven naar bepaalde idealen. Borging van projecten: de verankering van het beleid ontwikkeld in het project, de kennis opgedaan in het project en de resultaten van projecten in de dagelijkse uitvoering door betrokken organisaties. Borging blijkt onder anderen uit de wijze waarop het beleidsonderwerp aandacht krijgt in nieuw beleid, verantwoordelijkheden voor het beleidsonderwerp zijn toegewezen in de organisatie en middelen zijn toegekend om het beleidsonderwerp uit te werken en uit te voeren. Decentralisatie-uitkering: een uitkering die via het Gemeentefonds ter ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau door het Rijk wordt verstrekt aan gemeenten. Extremisme is het fenomeen waarbij personen of groepen, bij het streven naar bepaalde idealen, bewust over de grenzen van de wet gaan en (gewelddadige) illegale acties plegen. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van segregatie langs etnische en religieuze lijnen. Radicalisering is het proces van toenemende bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middel), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). Subsidie: een financiële bijdrage op grond van een tijdelijke subsidieregeling die door het Rijk wordt verstrekt aan zelfstandige rechtspersonen met als doel de ondersteuning van bovenlokale activiteiten ten behoeve van het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren. Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. De aan polarisatie en radicalisering verbonden fenomenen en processen kunnen zich manifesteren vanuit rechtse of linkse politieke overtuiging, vanuit islamitische geloofsovertuiging, of vanuit verbondenheid met dierenrechten. Pagina 1

Bijlage 2 Geraadpleegde bronnen Verantwoordelijke en aanspreekpunt voor de pilot professionalisering van onderwijskundige medewerkers binnen het ISPR. Trendrapportage ISPR 2009, Gemeente Rotterdam, december 2009. Projectplan 'Professionalisering onderwijskundige medewerkers van moskeeën en andere islamitische verenigingscentra', ISPR in samenwerking met het SPIOR, 20 juli 2009. De website van SPIOR: www.spior.nl. Webenquête. Pagina 1