1 H5 8 Het christendom [p. 79-81] Het jodendom en Jezus van Nazareth Bewoners Palestina: Joden Opvallen door: godsdienst Hadden maar één god, hij was volgens hun dé enige ware god Wereld geschapen + bemoeien met die wereld Joden hielpen [uitverkoren] Godsdienstige opvattingen Joden stonden in: Oude Testament Bekendste regels Joden: Tien Geboden Joden geloofden: god heeft een verbond met ons gesloten Wij vereren hem en we volgen zijn geboden op: hij geeft ons een grote staat Slecht met Joden door: andere volken overheersten Joden: Kwam in verlosser op, verlosser: Door God gezonden Zou bevrijden van vreemde heersers Verlosser Jezus van Nazareth: Geboren in Bethlehem, Augustus was toen keizer Woonde grootste deel in Nazareth 30 jaar: prediken Volgelingen zagen hem als politiek & godsdienstig leider Zou Rom. uit Palestina verdrijven Joodse leiders aanklagen, bang leiderschap te verliezen Gouverneur Pontius Pilatus [Rom.] veroordeelde tot dood Jezus had nooit gezegd dat hij op pol. macht uit was Koninkrijk waar hij over sprak niet van deze aarde Terechtstelling: beginpunt, géén eindpunt De leer van het Chrdom Volgelingen Jezus overtuigd dat hij 3 dagen na dood weer levend was geworden, 40 dagen daarna naar hemel Op Pasen en Hemelvaart vieren de Christenen dat nog Volg. Jezus zeiden dat hij ook goddelijk wezen was [nl. zoon god], hij had ook naam Christus, bet. Gr.:gezalfde Gezalfd = door god uitgekozen Zijn leer werd ± 200 n.chr. vastgelegd in een boek, Nieuwe Testament Oude + Nieuwe Testament samen = bijbel christenen Christenen geloven: God heeft zoon Jezus als verlosser naar aarde gestuurd Sinds eerste mensen [Adam en Eva] ongehoorzaam waren geweest tegen God: breuk ontstaan Alleen god breuk herstellen Dood Jezus: weg naar God vrij Hij zou later terugkeren naar aarde en alle aardse rijken verenigen en Koninkrijk God stichten Hierdoor joodse verlossersideaal uitgebreid tot alle mensen Zolang zij wachtten op het Koninkrijk van God, moesten christenen proberen zich van kwaad te ontdoen en goed te leven De verspreiding van het Chrdom Tijdens Pax Romana hele M-Z één groot rijk met goede verbindingen Eerste verspreiders Chrdom waren de 12 apostelen [belangrijkste leerlingen Jezus] Steeds meer aanhang, eerst vooral onder armen + onderdrukten, verklaringen hiervoor kunnen zijn: Jezus was geen mythologische figuur, maar gewonen man die zijn leefde onder armen Palestina Jezus predikte dat ieder zijn naaste moest liefhebben als zichzelf en dat alle mensen gelijk waren voor God De slaaf en zijn meester waren broeders Vooral om deze reden vonden Rom. en Gr. het Chrdom een gdstd. van slaven Chrdom verzette zich niet tegen slavernij zelf Het chrdom beloofde de komst van een Koninkrijk van God en bood hoop op beter leven n/d dood Juist armen + onderdrukten hadden behoefde aan deze beloften
2 Later: ook bovenlaag voelt zich aangetrokken door chrdom: Door geloof leven n/d dood + uitgebreide regels v/h mens. gedrag, zoals Tien Geboden Andere gdstd. hadden die regels niet Vervolgingen v/h chrdom Rom. overheid was verdraagzaam geweest tegenover andere gdstd. Als ze gebied veroverd hadden, en ze hadden geen last van de gdstd. daar, mocht die blijven bestaan Toch had groot deel Rom. bev. niks met de chr. Werd kwaadgenomen dat ze niet deelnamen aan allerlei activiteiten [bv. gdstd. vereringen, gladiatorengevechten] Ontstond vijandige stemming, bloedige botsingen Keizers merkten dat chr. in 1 e plaats chr. waren, en 2 e plaats Rom. Vreesden dat ze niet meer Rom. regering zouden gehoorzamen, maar alleen eigen leiders Keizers na Trajanus gingen ze vervolgen, probeerden ze uit te roeien Niemand slaagde, juist omgekeerde De triomf v/h chrdom Keizers kwamen erachter dat vervolgingen niet werkten > gaven strijd op 313 bepaalde Constantijn dat chr goede burgers konden zijn [werd ook zelf chr] Eind 4e eeuw: Theodosius bep. dat chrdom enige toegestane gdstd. was Afgelopen: tempels, orakel van Delphi, Olympische Spelen, alles wat met oude gdstd. te maken had Triomf chrdom: nieuwe problemen Wat moesten ze doen met aanhangers andere gdstd.? Ze zingen ze vervolgen Overheid hielp Ook ketters vervolgd [= chr die over belangrijke geloofszaken anders dachten dan leiders] 2 e probleem: keizers gingen zich bemoeien met leiding chr kerk Soms zelfs keizer chr leider [bv. paus] af te zetten H6 1 De Germ. [Germ.] [p. 91 + 92] De opkomst van de Franken Hunnen gingen Rom. Rijk in, maar er ook weer uit Germ. bleven, Germ. volken veel gemeenschappen: o Talen leken op elkaar o Leefden vooral van landbouw en woonden in dorpen o Samenleving gelaagd [slaven vrijgelatenen vrije mannen], vrouwen + kids aan hun man/vader ondergeschikt o Elk Germ. volk was verdeeld in verschillende stammen o In iedere stam vergadering vrije mannen meeste macht o In oorlogstijd: aanvoerder kiezen, sommigen slaagden gezag na oorlog te behouden en koning te worden Afkortingen KAART BLZ. 90 LEREN! 1. WRR = West-Romeinse Rijk Franken belangrijkste Germ. volk [Frankrijk naar hen vernoemd] 2. ME = ME Oude eenheid WRR niet meer terugkeren 3. KdG = Karel de Grote o Wél pogingen hiertoe Maar grote rijken vielen telkens weer uiteen -> grenzen veranderden in de ME Karel de Grote Karel de Grote werd beroemdste koning van de Franken o Op gebied van onderwijs en wetenschap bewees hij Eur. grote diensten Begin ME: alleen geestelijkheid hield zich bezig met onderwijs en wetenschap KdG had veel invloed op geestelijken
3 o Hierdoor kon hij hen bevelen scholen op te richten in kloosters en kerken waar ook niet-geestelijken naartoe mochten Kinderen van edelen en veelbelovende jongeren, die niet van adel waren, konden naar deze school Verzamelden belangrijkste geleerden aan zijn hof o Kwamen niet met nieuwe dingen, maar zorgden ervoor dat veel kennis bewaard bleef van Gr. + Rom. Lieten boeken uit Gr.-Rom. tijd overschrijven Karel voerde ook veel oorlogen, hierdoor Frankische rijk bijna 2X zo groot [beheerste West-Eur.] o Vooral omdat Rome tot dit rijk behoorde, lag het voor de hand dat de heerser van het rijk de opvolger zou worden van de Rom. keizers o Kerstdag 800: paus gaf keizerskroon aan Karel Na dood KdG viel rijk snel uiteen, oorzaken: o Germ. hadden gewoonte rijk verdelen onder alle zonen v/d vorst o Opvolgers KdG voerden oorlogen tegen elkaar o Andere volken deden aanvallen [Noormannen uit noorden en moslims vanuit zuiden] H6 2 De samenleving in de vroege ME [p. 93-99] Boeken ME schrijvers o Vooral nagelaten: levens van heiligen en over oorlogen die koningen en edelen met elkaar uitvochten o Dagelijks leven weinig ME: o Bijna iedereen op platteland o Germ. bouwden geen steden [boerderijen over land of in dorpen] o Steden werden kleiner [bijv; bisschoppen bleven bisdommen vanuit oude Rom. steden besturen] Omdat geestelijken mensen nodig had voor werk, was er nog werk in de stad ME: o Boeren voor eigen levensbehoeften zorgen, vaak grote moeite: Slechte graanoogst -> s winters nauwelijks eten, en dieren ook niet Trekdier dood -> volgende voorjaar niet meer ploegen -> hongersnood nóg erger Soms na paar misoogsten hele streken uitgestorven Hierdoor was iedereen eigenlijk alleen maar bezig met voor voedsel zorgen ME: o Gevoel dat alléén groep belangrijk was Je moest je dan ook precies gedragen zo als dat in de groep, dorp, stad of geestelijkheid van je verwacht was De boeren Elk kasteel en elk klooster was in de ME het middelpunt van een dom. [= dorp met land in de omgeving] o Was eigendom van een edelman, bisschop of klooster Dom. o Iedere grootgrondbezitter minstens één o Van één heer zeer verspreid over land o Edelman/bisschop/abt woonde dan zelf op één dom. liet de ander besturen door rentmeesters o 90% bev. werkzaam op dom., andere vrije boeren [vaak nakomelingen Germ. veroveraars] Vrije boeren: hadden eigen grond Vaak onvrij personeel Woonden soms op dom., soms helemaal zelfstandig o Meer horigen dan vrije boeren Afkortingen 4. Dom. = dom./dom. 5. KL = kooplied/kl 6. Bev. = bevolking
4 Horigen: Soms nakomelingen van vrije boeren die vrijheid hadden opgegeven voor bescherming adellijk heer Meer nakomelingen Rom. slaven die van hun eigenaar een stuk grond in pacht hadden gekregen, deze hadden als horigen meer vrijheid, maar moesten voor zichzelf zorgen Allemaal op dom. Grond niet in bezit, maar hadden die gepacht Diensten verlenen voor heer Gelaagdheid [3 groepen]: Hoeveelheid land Hoeveelheid diensten Hoeveelheid pacht te betalen Degenen die er het beste afkwamen, konden doordat ze wat over hadden, zich vrijkopen De edelen Leefwijze heel anders dan boeren o Bezaten land, werken er niet op Leefden van arbeid boeren In ruil daarvoor bestuurden ze hun dom., spraken ze recht over onderdanen en voerden als het nodig was oorlog Edellieden verdelen: o Hoge adel Maar enkele honderden [bijv; graaf van Vlaanderen, woonden in grote burchten] Enige luxe [bijv; elke dag vlees, kleding van bont en zijde] Vaak honderden dom. in leen van de koning; zo n gebied is moeilijk te beschermen Hulp inroepen van lage edelen, die gaven hulp en kregen daarvoor één of meer dom. BELANGRIJK!: De koning en edelen die één of meer dom. in leen gaven -> leenheer Edelen die één of meer dom. leenden -> leenman o Lage adel [meesten] Eén of enkele dom. Woonden op kleine kastelen [meer een boerderij met torens en die ommuurd was] Maar weinig meer te eten dan hun horigen Moesten meer uitgeven dan horigen Koning in vroege ME weinig macht, edelen deden altijd of hun leen eigen bezit was, en luisterden alleen naar de koning als ze dat zelf wilden De geestelijken 3 e groep ME: geestelijkheid ME christenen verdeeld in 2 Kerken: o Katholieke [West-Eur.] o Grieks-christelijke Kerk [Oost-Eur. + deel Midden-Oosten] 2 soorten geestelijken: seculiere en reguliere Seculiere geestelijken Zijn: o Paus o Bisschoppen o Priesters Leven tussen andere mensen Alleen mannen kunnen het worden ME: o Dorpspriester dichtst bij gelovigen [meestal: boerenafkomst, weinig of geen opleiding]
5 Taken: Toezicht houden op leven + inwoners van zijn parochie [= groep gelovigen, die meestal samenviel in een dom.] Gelovigen voorbereiden op leven na dood Deel week: boer Iedere parochie eigen kerk o Bisschoppen [boven dorpspriester] Meestal adellijke afkomst Taken: Toezicht houden op parochies in hun bisdom Benoemden en ontsloegen dorpspriesters Beheerden kerkelijk bezit in bisdom Ook vaak leenmannen koning o Aartsbisschoppen [boven bisschoppen] Hebben eigen bisdom, houden ook toezicht op aantal andere o Paus [boven aartsbisschoppen] Aan hoofd alle geestelijken Mag regels vaststellen waaraan alle christenen zich moeten houden Mag bisschoppen bijeenroepen voor een concilie [= kerkvergadering] Reguliere [volgens regels levende] geestelijken Zijn: o Monniken o Nonnen Hoofd klooster abt/abdis Strenge regels voor monniken en nonnen o Ook niet trouwen, óók ze moeten abt/abdis altijd gehoorzamen [wat mogen ze wel zeg ] Allemaal lid van kloosterorde [= organisatie die in verschillende kloosters leven volgens zelfde regels] o Oudste = Benedictijnen [vernoemd naar Benedictus, hij stichtte in 529 op berg in Italië klooster Monte Cassino Andere bekende: Dominicanen en Franciscanen Taakjes: o Christelijk geloof verbreiden o Kerken en kloosters bouwen o Zieken verzorgen o Voedsel geen aan hongerigen o Boeken schrijven die voor de Kerk belangrijk waren o Verbeteringen zoeken bij het verbouwen van gewassen en het fokken van dieren o Land ontginnen door moerassen droog te leggen en dijken aan te leggen o Onderdak geven aan pelgrims en reizigers [er waren bijna geen hotels of herbergen] De grote invloed van de Kerk en de geestelijken op te samenleving ME: invloed geloof zeer groot, hoe kwam het dat de invloed v/d Kerk en de geestelijken zo groot was??? o Iedereen was in ME lid van zelfde [katholieke] Kerk Gevolg: geestelijken konden iedereen via preekstoel regelmatig beïnvloeden o Tot in de late ME waren geestelijken bijna de enigen die konden lezen en schrijven Mensen hadden voor het nieuws geestelijken nodig om het voor te lezen o In ME geloofden mensen dat leven op aarde een voorbereiding was op het eeuwige leven na dood Geestelijken moesten mensen hierbij helpen voorbereiden o Koningen hadden geestelijken nodig bij besturen land Moesten bijv. wetten en verdragen opschrijven, hoge geestelijken bestuurden zelf groot deel land o De paus kon iedereen, ook koningen, in de ban doen [= dat je geen lid meer was van Kerk] Hierdoor mocht je geen sacramenten [= gewijde handelingen die meestal door geestelijken worden verricht] ontvangen, na je dood kwam je in de hel o De Kerk was heel rijk Alle christenen gaven 1 / 10 van inkomen aan de Kerk Bij doop extra belasting
6 Ook andere giften Kerk was in 13 de eeuw rijker dan alle Eur. koningen bij elkaar o Alleen geestelijken schreven boeken Schreven over belangrijke dingen geloof [bijv; leven heiligen] Geestelijken alleen wetenschap Wiskunde + sterrenkunde om vooruit datum Pasen te berekenen Taalwetenschap ging vooral om het terugvinden oorspronkelijke tekst Bijbel Mogelijkheden om van de ene bevlaag in de andere terecht te komen Vroege ME meestal gelijk bekend bij welke bevlaag je hoorde o Je kon alleen uit groep komen door geestelijke te worden [voor boeren enige manier] o Bekwame jongemannen konden het in de Kerk ver brengen; afkomst maakte niet uit Eens van adel, altijd van adel, kan je zeggen o Edelen kwamen zelden of nooit in een lagere bevgroep terecht In sommige gebieden erfde oudste zoon alles van zijn vader; hij kon toetreden naar laag geestelijken o Kregen hoogste functies in Kerk [zoals bisschop en abt] Hadden vaak taak grond te beheren; zo werden ze hetzelfde als hun oudste broer: grootgrondbezitter H6 3 De opkomst van de ME stad [p. 100-105] Opkomst steden is belangrijkste verandering in ME samenleving De handel herleeft Handel West-Eur. sinds 5 de eeuw bijna verdwenen o Zorgden zelf voor bijna alles o Voor de weinige KL veel problemen: Weinig wegen Weinig bruggen Rovers Tol betalen aan adellijke heren voor reizen door hun grondgebied Enz. In 11 de en 12 de eeuw alle hindernissen overwonnen: KL gingen samenwerken Sloten zich aaneen in gilden [= diende de belangen van mensen die hetzelfde beroep uitoefenden] KL kregen steun van vorsten Hielpen bijv.: Tegen rovers en piraten Zorgden voor verbetering van wegen Maakten een einde aan de tollen Zorgden voor muntenstelsel zodat je overal in rijk met hetzelfde kon betalen Eur. handel herleefde eerst in Italië [lag gunstig voor handel tussen M-Oosten en rest Eur. o KL uit bijv. Venetië en Genua bouwden sinds 11 de eeuw goede handelsbetrekkingen op met O-Rom. rijk + moslimgebieden Vooral deze Italiaanse KL profiteerden van het door de kruistochten toegenomen contact 2 e helft 13 de eeuw ontstond in N-Eur. de Hanze [= verbond KL uit verschillende steden] o Hielpen elkaar bij handel met andere gebieden o Maakten afspraken om zelfde munten, maten en gewichten te gebruiken o Meerdere KL vervoerden soms handelswaar op één schip [verlies werd gedeeld als schip zou vergaan] Later: KL kregen bestuur in steden in handen [invloed KL was heel groot] o Hierdoor groeide Hanze uit van verbond kooplieden tot verbond steden o Hanze voornamelijk Duits, maar ook andere landen deden mee [ons land o.a.: Groningen, Bolsward, Stavorne, Deventer, Zwolle, Kampen, Harderwijk, Arnhem, Zutphen] o Voorbeeld hulp Hanze:
7 Stad weigert handelen met stad van Hanze -> rest van Hanze stopt ook met handel -> stad moet toegeven o Hanze in 13 de en 14 de eeuw oppermachtig handel in N-Eur. Oude steden herleven, nieuwe ontstaan Tegelijk met handel herleefden oude steden en er kwamen nieuwe, geen toeval o Handel drijven: steden nodig [beste verzamelplaats mensen die goederen en producten willen kopen en verkopen] Nieuwe steden ontstonden dan ook alle op voor handel goed gelegen plaatsen In steden konden mensen dingen: o Werk o Vrijheid o Boeiender leven Naar stad: o Boeren die geen werk meer hadden/die een boeiender leven wilden o Adellijke zonen die geen land of leen kregen o Horigen voor vrijheid REGEL: horige die jaar en een dag in stad was, niet langer door zijn heer kon worden opgeëist, hierdoor kon horige vrij man worden Meeste steden bleven klein o Bestonden uit: Marktplein Enkele hoofdstraten met zijstraten o Minder dan 5000 inw. o Ambl voornamelijke bevgroep: Metselaars Slagers Wevers Enz. o Ambl verkochten meest aan stad + boeren op stad Boeren verkochten dan weer aan stad o Loop eeuwen: weinig verandering Afkortingen 7. Ambl = ambachtslied/ambachtslieden Sommige steden groeiden sterk o Bijv. Parijs: 14 de eeuw 60.000 mensen o Produceerden meer, ook voor buiten stad, kooplieden verhandelden die producten o Meer knechten o Arbeiders nam nog sterker toe, toen handelaars producten op grote schaal gingen laten maken o Grootste tak nijverheid was textiel [grote steden meer bedrijven, bijv. brouwerijen, glasblazerijen, metaalbedrijven en zeepziederijen] o Toename handel jaarmarken heel belangrijk Sommige steden bepaalde dagen elk jaar = jaarmarkt Steden die gunstig lagen meer Kooplieden van vooral grote steden kregen netwerk van contacten uit heel Eur. De stedelingen krijgen stadsrechten Vroegen ME: o Meeste stedelingen even onvrij als boeren op domein Allerlei verplichtingen tegenover heer Vooral handelaars konden deze verplichtingen niet goed combineren met hun beroep -> hierdoor gingen stadsbewoners heer vragen de stad stadsrechten te geven Hield in: Geen verplichtingen meer tegenover heer, behalve belastingen Zelf mogen regelen van bestuur en rechtspraak
8 Koningen, graven en hertogen waren bereid steden te helpen [belastingen maakten rijker] Beter met steden -> meer belasting vragen, zo konden hoge edelen macht van hun leenmannen beperken De gelaagdheid in de steden Er ontstonden bev. slagen nadat ze stadsrechten hadden gekregen o 1. Kooplieden- en ambachtsgilden o 2. Hogere personeel van 1 [verdienden genoeg om hogerop te kunnen komen, bijv. zelf bakkerij beginnen] o 3. Knechten [laag loon, net in leven blijven] Vaak: horigen die naar stad gegaan waren + nakomelingen Meerderheid o 4. Bedelaars en zwervers In Nijmegen in 1550 30% bev. Veel steden bestuurd door raden die meestal bestonden uit leden van koopliedengilde o Sommige steden werden leden raad door andere gilden gekozen Merendeel bev. geen invloed op beleid gilden dus ook geen invloed op stadsbestuur Eerst iedereen gelijke kansen om lid te worden van gilde, daarna zonen gildenleden voorrang Ambl en arbeiders komen in opstand Veel meer ambl dan kooplieden Steden welvaart vooral te danken aan: werk ambl en aan belastingen die zij betaalden o Hierdoor begrijpen waardoor ambl in verzet kwamen in steden waar alleen kooplieden in bestuur zaten Hierdoor kooplieden soms gedwongen macht delen met andere gilden Arbeiders profiteerden niet van toenemende welvaart in steden o In 14 de eeuw groeide welvaart niet meer -> groot aantal arbeiders werkloos Hierdoor grote opstanden o Mensen in ME: heel godsdienstig -> hierdoor uitten zij ergernis + woede in ketterijen [= meningen over het geloof die de leiders van de Kerk hebben verboden] Onder arbeiders in steden waren vooral ketterijen populair die leerden dat verschillen arm en rijk onrechtvaardig waren, en dat God de rijken vreselijk zou straffen Ketters werden vaak geleid door geestelijken die vonden dat ze wereld moesten veranderen, omdat God dat wilde Sommige steden: arbeiders macht in handen o Zagen geen kans bestuur stad lang te houden [arbeiders te weinig bestuurservaring en hoge geestelijken wilde vooral ketterijen bestrijden] M.b.v. Kerk + vorst + adel in omgeving wist bovenlaag stedelijke bevolking verzet van arbeiders vaak op een bloedige manier te onderdrukken H7 1 De islam [p. 122 + 123] Islam op dit moment na chr. grootste godsdienst [aantallen gelovigen: ruim 850 mln.] o Aanhangers islam, moslims, vormen de meerderheid van bevolking in: M-Oosten N-Afr. Afghanistan Pakistan Bangladesh Indonesië Enkele republieken van vroegere Sovjet-Unie [bijv. Kazachstan] Enkele Aziatische en Afr. landen hebben grote islamitische minderheden o Ook Rusland en Suriname o In ons land ongeveer half mln. moslims Islam ontstaan op Arabisch schiereiland
9 o 6 e eeuw Mekka belangrijkst en welvarendste stad Rond 570 Mohammed hier geboren Werd koopman en kreeg interesse in godsdiensten die maar één god kenden [jodendom + chr. Volgens islam kreeg M. via engel Allah [Arabische woord voor God] opdracht om bestaan en wil Allah aan mensen te vertellen o Hierdoor werd hij profeet genoemd Islam letterlijk: onderwerping aan wil van God Moslims letterlijk: zij die zich onderwerpen aan God Koran is heilige boek islam [staat in wat Allah aan M. heeft geopenbaard Alle overgeleverde handelingen en uitspraken Mohammed staan opgeschreven in soenna Uit koran en soenna hebben moslimgeleerden in later eeuwen sharia [islamitische wetten] afgeleid, alle moslims moeten die wetten gehoorzamen GA VOOR DE HOOFDPLICHTEN NAAR HET DOCUMENT BEGRIPPEN, STAAT OOK OP DE SITE! H7 3 De Kruistochten [p. 124 + 125] 1095: paus Urbanus II roept in Clermont [zuiden Fr.] in een vergadering van geestelijken en edelen bijeen o Deed beroep aan mensen in Eur. [rijken EN armen] om ten strijde te trekken naar het Heilige land, Palestina o Jeruzalem en andere heilige plaatsen moesten worden veroverd op moslims De militaire tochten die tussen 1270 werden georganiseerd naar Heilig Land heette Kruistochten [= heet zo omdat deelnemers een kruis op hun kleding bevestigden] Loop 1 e kruistocht werd Heilige Land bijna helemaal veroverd [was van 1096 tot 1099] o 1099: Jeruzalem viel na hevige strijd Eén van leiders schreef aan paus: Mijn paard is tot aan de knieën onder het bloed. Dat komt door het rijden door de stapels doden en gewonden. Sommige kruisvaarders bleven in M-Oosten en bestuurden daar kleine gebieden o Maar 7 belangrijkste tochten waren [op 1 e na] allemaal min of meer een mislukking o Na 200 jaar laatste kruisvaarders verdreven De motieven voor de kruistochten Sinds 3 de eeuw bezochten christelijke pelgrims plaatsen in Palestina waar Christus had geleefd o Tot in 11 de eeuw tocht ongestoord ondernemen o In islamitische wereld bestond over algemeen verdraagzaamheid tegenover christenen o Behalve joden ook christenen wonen in Palestina + zelfde godsdienst houden Niet zelfde rechten, niet vervolgd, wel extra belasting Waarom deed paus in 1095 toch oproep tot kruistocht? o O-Rom. keizer vroeg paus militaire steun [wilde gebieden die waren verloren aan moslims heroveren] Waarom paus meewerkt is niet zeker, misschien door samenvoeging W- en O-Rom. rijk de eenheid binnen chr. herstellen of doordat hij van teruggekeerde pelgrims hoorde dat ze slecht waren behandeld door Sjeldsjoeken of meer voor mogelijke verovering Palestina Verzoek kwam op goed moment [kort ervoor moslims in Spanje nederlaag en waren moslims op Sicilië verslagen, wat lag er meer voor de hand dan verovering land dat voor alle chr. heilig was? NIETS! xd Uit alle lagen bev. mensen gehoor aan oproep paus Urbanus II, waarom? o Onderzoekers nemen aan dat godsdienstig enthousiasme om Palestina te veroveren op ongelovigen het belangrijkste motief was o Veel edelen zagen mogelijkheid roem, rijkdommen en land te verwerven o Avontuur zal velen hebben aangetrokken o Hemelse en aardse beloningen in vooruitzicht: Alle zonden zouden worden vergeven Schulden kwijtgescholden Misdadigers straf niet hoeven ondergaan Familie en bezit tijdens afwezigheid door Kerk beschermd