Bijlage 2a: Beschrijving rekenmodel capaciteitenplanning hulpverlening bij overstromingen, modulair rekensysteem



Vergelijkbare documenten
2.2.1 Noordelijke kust

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

1.1 Overstromingsscenario s

Versie /6

Handleiding rekenmodel kosten inzameling oud papier

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

RISICOBESCHOUWING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN OVER HET SPOOR

Bestuurlijk resumé Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio MWB

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg

Handleiding. Model ter ondersteuning van investeringsbeslissingen in de bouw

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

BIJLAGE A1. Versie 24 maart 2016 (v1.0)

Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Randweg Zundert

Activiteiten Bureau Calamiteitenzorg. Breed Management Overleg 11 juni 2008

Datum : 16 april 2015 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Small Basic Console Uitwerking opdrachten

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota

Cultureel erfgoed. Ondersteunende informatie bij de workshop : Als niet het vuur maar het water de bedreiging is.

Impactanalyse Raadsman bij politieverhoor

Energiebesparing koffieverpakkingen

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.:

Nordex Windturbine type

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten

Subject: FW: Verzoek doorrekenen scenario's motie van Meenen

Werkinstructie Blauwdruk voor RI&E Biologische agentia vleessector en vleeswarensector

Handleiding Roostermodel

Memo advies uitgangspunten kostprijs berekeningen. Voor de WMO & Jeugdzorg Regio Midden Holland

Rekenvoorbeeld 1: CE Delft. dunnere folie voor koffiepads. CE Delft. Notitie. Delft, april milieu, en technolog. Oude Delft 180 Oude Delft 180

B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n

Werkinstructie Blauwdruk voor RI&E biologische agentia

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Versie /6

Grootschalige oefening Marken: Crisisoefening Waterwolf. Peter Kees Hamstra

Verkeersonderzoek Schutterspark

REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN Procesmodellen

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2009

Resultaten onderzoek Brexit. Terugkoppeling aan deelnemers

DHV Milieu en Infrastructuur BV. Laan 1914, nr. 35 Postbus BB Amersfoort Telefoon (033) Telefax (033)

Concept: Vervoersplan zorginstellingen Twente

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus AA Landgraaf

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Ketenafhankelijkheid van infrastructuurnetwerken

MER Waterfront. Opdrachtgever. Documentatie Verkeersprognoses. Gemeente Harderwijk Postbus AC HARDERWIJK

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Als het tóch dreigt mis te gaan: Invloed van wegcapaciteit op grootschalige evacuaties bij (dreigende) overstromingen

Werken met Groepsoverzichten & Groepsplannen

Aantallen in beeld Groepen die mogelijk negatieve/positieve gevolgen hebben t.o.v. huidige situatie

Erratum Report LEI

Kennissessie waterveiligheid

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel

Beknopte handleiding voor Derive 5.0 for Windows

Allereerst een opsomming van alle doorgevoerde veranderingen ten opzichte van de rekenstaat 1998:

Richting geven is vooruitkijken. Strategische personeelsplanning in het PO. Handleiding rekenmodel

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

Transportrisicoberekening N348 ter hoogte van Lemelerveld, gemeente Dalfsen

NATIONALE VEILIGHEID. Capaciteiten-analyse voor de taak grootschalige evacuatie

Sander de Haas en Cedrick Gijsbertsen

Dienst Stedelijke ontwikkeling & Beheer Team Milieu

Afspraken m.b.t. het vervoer/verplaatsen van leerlingen i.v.m. schoolactiviteiten.

Format Zorgcontinuïteitsplan

In het venster Blad Beveiligen wordt aangegeven wat gebruikers nog wel mogen. Daarnaast kan een wachtwoord worden ingevoerd.

Grootschalige oefening Marken: Crisisoefening Waterwolf. Iwan Schaap VrZW

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Uitleg: In de bovenstaande oefening zie je in het eerste blokje een LEES en een SCHRIJF opdracht. Dit is nog lesstof uit het tweede trimester.

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

Programmeeropgaven. Sem Prog DD

Paragraaf externe veiligheid bij planbesluit Zijlweg 245 Haarlem met een verantwoording van het groepsrisico

Bestemmingsplan Spoorwijk Den Haag. Bezonningsonderzoek dakopbouwen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Rapport Hengelvangstregistratie 2016 SNOEKBAARS. met registratie van bijvangsten. SNOEK en BAARS

De verhouding tussen meerkosten en baten wordt op een aantal peildata berekend en ook in de structurele situatie (2020 en verder).

Voorburg, 21 januari 197~ Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Overstroombaar gebied. Als het water komt. keteneffecten als gevolg van een overstroming. Durk Riedstra. Rijkswaterstaat Waterdienst.

Meer jaren onderhoudsplanning sportparken

RISICO'S SPOOR NIJMEGEN-NOORD

RICHTING GEVEN IS VOORUITKIJKEN STRATEGISCHE PERSONEELSPLANNING IN HET PO

Gemeente Den Haag. Effecten uitbreiding milieuzone Den Haag

Gemeente Losser. Parkeeronderzoek. Gemeente Losser

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN

Deelsessie: Een brand in een zorgcentrum, vanuit verschillende invalshoeken besproken. Stichting Zorggroep Ter Weel/crisiscoördinator

Klinische verloskunde in het dokter J.H.Jansenziekenhuis te Emmeloord: een verkenning.

Risicoberekeningen wegtransport gemeente Haarlemmermeer

BIJLAGE A1. Versie 2 april 2014 v1.0

Handleiding Aalles administratiesysteem versie 1.1. Inhoudsopgave

CE Delft Oplossingen CE Delft or milieu, econom Oplossingen voor ie en technolog milieu, economie ie en technologie Rekenvoorbeeld 2: Notitie

Transcriptie:

projectnr. 176401 071218 - DA17 4 juni 2008, versie 1.0 Capaciteitenplanning Ergst Denkbare Overstromingssccenario's Bijlage 2a: Beschrijving rekenmodel capaciteitenplanning hulpverlening bij overstromingen, modulair rekensysteem

Beschrijving rekenmodel capaciteitsplanning hulpverlening overstromingen projectnr. 176401-DA17 revisie 0.1 januari 2008 Opdrachtgever Rijkswaterstaat en PNV (BZK) Robert Slomp Postbus 17 8200 AA Lelystad datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave

Inhoud Blz. 1 Inleiding 2 1.1 Kader 2 1.2 Inhoud 2 2 Beschrijving conceptueel model 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Indeling van het gebied op basis van kwetsbaarheid 3 2.3 Strategieën en fasering 6 2.3.1 Twee strategieën 6 2.3.2 Strategie 1: "Iedereen blijft in het gebied" 6 2.3.3 Strategie 2: "Iedereen gaat het gebied uit" 8 Transport activiteiten en opvanglocaties 8 2.4 Indeling van de evacuatiestromen 8 2.4.1 Inleiding 8 2.4.2 Stromen naar buiten het bedreigde gebied 8 2.4.3 Beschrijving van de stromen 9 2.4.3.1 Blokschema, model 9 2.4.3.2 Toelichting op de stromen: 10 2.5 Hulpverleningsprocessen 11 3 Beschrijving rekenmodel 13 3.1 Inleiding 13 3.2 Blad 1: Basisgegevens 13 3.3 Blad 2: Stap 1 Stromen 14 3.4 Blad 3: Stap 1 Opvang en verzorging 18 3.5 Blad 4: Stap 2 Stromen 20 3.6 Blad 5: Stap 2 Redding, Evacuatie, Opvang en verzorging 21 4 Gebruik van het programma 24 4.1 Het programma 24 4.2 De afdruk 24 4.3 Aanwijzingen bij het gebruik 24 5 Bijlage 1: Afdruk van de Excel-bladen. 25 blad 1 van 25

1 Inleiding 1.1 Kader 1.2 Inhoud In het kader van het project capaciteitsplanning is een rekenmodel opgesteld om de hulpverleningscapaciteiten te berekenen die via landelijke (bovenregionale bijstand) kunnen worden aangevuld, wanneer de eigen regionale capaciteit tekort schiet. Dit betekent dat in deze versie nog niet wordt ingegaan op de hulpverleningsprocessen en capaciteiten waarvoor nog niet op landelijke schaal bijstand kan worden geleverd. Immers daar was het project "Capaciteitsplanning" in deze fase nog niet op gericht. De beschrijving van het rekenmodel is erop gericht om met kennis van de rapportage van december/januari het rekenmodel zelf te kunnen toepassen als ondersteuning van het eigen regionale planningsproces. De kennis van de rapportage is noodzakelijk omdat daarin nader op de aanpak, de modellering en de overstromingsscenario's, effecten en hulpverleningsprocessen wordt ingegaan. Tevens worden daar de gebruikte assumpties toegelicht. Deze kennis is nodig om: - het model goed te kunne toepassen en - de resultaten (en de beperkingen daarvan) naar waarde te kunnen schatten. Achtereenvolgens gaan we in de volgende hoofdstukken in op: - de inhoud van het conceptuele model - de inhoud van het rekenmodel Het rekenmodel is gerealiseerd in de vorm van een aantal Excel rekenbladen. Bij toepassing veronderstellen we kennis en de aanwezigheid van Excel blad 2 van 25

2 Beschrijving conceptueel model 2.1 Inleiding Het conceptueel model wordt beschreven in de hoofdrapportage. DE belangrijkste elementen herhalen we hier. Daartoe gaan we achtereenvolgens in op: - de onderverdeling van het gebeid op basis van de kwetsbaarheid voor overstromingen - aaa 2.2 Indeling van het gebied op basis van kwetsbaarheid Na een overstroming staat het water niet overal even hoog, het water stroomt niet overal even hard, het water stijgt ook niet overal even hard. Met andere woorden er zou in de praktijk van de rampbestrijding bij besluitvorming en hulpverlening onderscheid gemaakt kunnen worden in de kwetsbaarheid van gebieden. Voor deze kwetsbaarheid zijn ook keteneffecten als het blijven functioneren of uitvallen van elektra en drinkwater van belang. Voor dit onderzoek is de inschatting van de kwetsbaarheid beperkt tot de overstromingsgegevens. We maken onderscheid in vijf gebieden, die op het kaartmateriaal in verschillende kleuren zijn aangegeven: 1. Droge zone zonder keteneffecten: gebieden die niet direct worden getroffen door de overstroming of keteneffecten hiervan (wit). 2. Droge zone met keteneffecten; dit gebied overstroomd niet maar wel is verondersteld dat voorzieningen uitvallen. Maatschappelijk functioneren van dit gebied is niet meer mogelijk (groen). 3. Natte zone met geringe waterdiepte: Gebieden die wel overstromen maar met een waterhoogte van maximaal 1 meter (oranje). 4. Natte zone met grotere waterdiepte: Gebieden met waterdieptes van meer dan één meter (rood). 5. Natte zone met hoge stijgsnelheid: Gebieden met hoge stijgsnelheid (dieprood). In de volgende figuur 2.1 is daarvan een voorbeeld gegeven. blad 3 van 25

Figuur 2.1 Indeling in kwetsbaarheid Deze indeling in gebieden is gebruikt voor het uitwerken van de effecten. Hiervoor is een database opgesteld. In de database (gebaseerd op HIS-SSM) is informatie opgenomen over de mensen en de bebouwing in de getroffen dijkringen. Binnen deze database wordt deze gekoppeld aan het geselecteerde gebied en de gegevens over de overstroming. Het totaal aantal inwoners binnen de getroffen gebiedsgrens is onderverdeeld in wel- en nietzelfredzamen. Binnen de natte zone met een geringe waterdiepte kunnen mensen in principe een aantal dagen overleven wanneer deze zich op en verdieping boven de begane grond bevinden. Ook dit gegeven kan in de bestuurlijke besluitvorming met betrekking tot evacuatie kunne worden betrokken en is daarom als element van het capaciteitsmodel opgenomen. In de vorm van een blokschema is deze indeling in de volgende figuur 2.2 aangegeven blad 4 van 25

Bedreigd gebied Gebied (over)-leefbaarheid i.v.m. waterhoogte/snelheid Aanwezigen (en bebouwing) Droge zone, met keteneffecten (waterhoogte = 0, maar er is wel sprake van keteneffecten) zelfredzaam: B1: niet-zelfredzaam: B2: Natte zone met geringe waterdiepte (waterhoogte < 1 m (heuphoog, veilig vanaf eerste verdieping) Bebouwing (laag : <1 verd.) zelfredzaam: B5: niet-zelfredzaam thuis: B6: Bebouwing (hoger : >=1 verd.) zelfredzaam: B7: niet-zelfredzaam thuis: B8: niet-zelfredzaam in instelling: B9: Natte zone met grotere waterdiepte/ hogere stijgsnelheid (waterhoogte > 1 m of nabij bressen (grotere snelheid/stijgsnelheid) zelfredzaam: B3: niet-zelfredzaam: B4: Droge zone zonder keteneffecten (waterhoogte = 0) zelfredzaam: B10: niet-zelfredzaam: B11: Figuur 2.2 Blokschema indeling in kwetsbaarheid Binnen elke zone worden in afzonderlijke blokken zelfredzamen en niet zelfredzame mensen onderscheiden. Binnen de "Natte zone / geringe waterdiepte" wordt daarbij zoals toegelicht een onderscheid gemaakt tussen hoog- en laagbouw. Bij de zelfredzamen in instellingen wordt dat onderscheid niet gemaakt. De onderscheiden blokken in de figuur worden genummerd B1 t/m B11. Op basis van een GIS analyse van de waterhoogten in relatie tot de aanwezige bebouwing en aantallen personen wordt per blok het aantal personen bepaald die in de situatie van dat blok aanwezig zijn. Dit is als voorbeeld voor een bepaald scenario opgenomen in figuur 2.3. blad 5 van 25

Bedreigd gebied Gebied (over)-leefbaarheid i.v.m. waterhoogte/snelheid Aanwezigen (en bebouwing) Droge zone, met keteneffecten (waterhoogte = 0, maar er is wel sprake van keteneffecten) zelfredzaam: B1: 1.658.377 niet-zelfredzaam: B2: 207.847 Natte zone met geringe waterdiepte (waterhoogte < 1 m (heuphoog, veilig vanaf eerste verdieping) Bebouwing (laag : <1 verd.) zelfredzaam: B5: 111.511 niet-zelfredzaam thuis: B6: 2.859 Bebouwing (hoger : >=1 verd.) zelfredzaam: B7: 491.147 niet-zelfredzaam thuis: B8: 12.594 niet-zelfredzaam in instelling: B9: 60.079 Natte zone met grotere waterdiepte/ hogere stijgsnelheid (waterhoogte > 1 m of nabij bressen (grotere snelheid/stijgsnelheid) zelfredzaam: B3: 1.544.798 niet-zelfredzaam: B4: 193.612 Droge zone zonder keteneffecten (waterhoogte = 0) zelfredzaam: B10: 0 niet-zelfredzaam: B11: 0 Figuur 2.3 Blokschema met aantallen personen 2.3 Strategieën en fasering 2.3.1 Twee strategieën In de rapportage worden twee strategieën uitgewerkt: 1. iedereen (behalve hulpbehoevenden) in het te treffen gebied achterblijven (strategie 1) en 2. iedereen het gebied uitgaat (strategie 2). 2.3.2 Strategie 1: "Iedereen blijft in het gebied" Voor deze strategie wordt ervan uitgegaan dat de aanwezige personen in het te treffen gebied achterblijven, met uitzondering van diegenen die afhankelijk zijn van continue verzorging. Voor verdere uitwerking van deze strategie wordt verwezen naar de blad 6 van 25

voorgaande hoofdstukken. Fase 0: Aanloop In de aanloopfase is er sprake van atmosferische ontwikkelingen die leiden tot een storm met orkaankracht. Het meest waarschijnlijk te treffen gebied en de windkracht kunnen goed worden voorzien. De aanloopfase eindigt met een evacuatiebesluit. De hulpverleningscapaciteit wordt nog niet daadwerkelijk ingezet. Fase 1: Evacuatie volgens strategie 1: doorbraak verwacht Na fase 1 zijn - rekening houdend met de aanname dat niet iedereen de aanwijzingen van de overheid opvolgt - de volgende aantallen mensen per soort zone nog in het bedreigde gebied (figuur 5.11)en daarmee uitgangspunt voor de verzorgingsactiviteiten in de volgende fase en de logistieke processen in fase 3. Fase 2: Toename dreigingsituatie (orkaan maakt activiteiten onmogelijk) Aan het begin van fase 2 is de storm zodanig in kracht toegenomen dat normaal maatschappelijk functioneren niet meer mogelijk is. Ook de hulpverleningsdiensten moeten hun activiteiten staken. Gedurende een periode van ca 36 uur zijn er geen hulpverleningsactiviteiten mogelijk behoudens de verzorging in de opvangcentra. Fase 2 eindigt met een weerssituatie waarbij de hulpverlening weer kan worden opgevat. Fase 3: Doorbraak van kering(en) Bij de uitwerking van de hulpverleningsactiviteiten in fase 3 wordt uitgegaan van doorbraak van de keringen. Het is ook mogelijk dat de keringen het niet begeven. In dat geval kunnen de personen die in fase 1 zijn verplaatst terugkeren. Hier is ook hulpverleningscapaciteit voor nodig, maar dat wordt hier verder niet uitgewerkt, omdat er minder tijdsdruk is bij het terugkeer proces. De evacuatie van achtergebleven personen (uit fase 1) wordt gecontinueerd totdat alle personen uit het gebied zijn. Fase 4: Korte termijn opvang In fase 4 wordt de korte termijn opvang buiten het getroffen gebied gefaciliteerd. Hiervoor wordt niet uitgegaan van benodigde bovenregionale hulpverleningscapaciteit. De fasering wordt in de volgende figuur samengevat: Fasering voor strategie 1 (iedereen blijft in het gebied) fase 0. Aanloop 1. Evacuatie volgens strategie 1: doorbraak verwacht 2. Toename dreigingsituatie (orkaan maakt activiteiten onmogelijk) 3. Wel of geen doorbraak van kering(en) 4. Korte termijn opvang blad 7 van 25

2.3.3 Strategie 2: "Iedereen gaat het gebied uit" Voor deze strategie wordt ervan uitgegaan dat de aanwezige personen allemaal het bedreigde gebied uitgaan. Dit met uitzondering van degenen die de aanwijzingen van de overheid niet volgen. Deze assumptie is in voorgaande hoofdstukken toegelicht. We gaan er vanuit dat de instellingen met niet-zelfredzame personen de overheidsaanwijzingen wel volgen. In deze paragraaf wordt de hulpbehoefte voor deze strategie uitgewerkt. Dat wil zeggen, de hoeveelheid mensen van verschillende categorieën uit de verschillende gebiedstypen, groot, middelgroot en klein. Transport activiteiten en opvanglocaties De fasering in de logistieke stromen kan voor de strategie "Iedereen gaat het gebied uit" worden ingedeeld in dezelfde stappen als in de hiervoor beschreven strategie "Iedereen blijft binnen het gebied". 2.4 Indeling van de evacuatiestromen 2.4.1 Inleiding In het geval van evacuatie, volgens welke strategie dan ook zullen er vanuit de verschillende deelgebieden stromen mensen zich verplaatsen of worden verplaatst. Deze stromen kunnen hulpverleningscapaciteit vereisen en worden daarom opgenomen in het model. Niet alle stromen zijn relevant in elke strategie. Om het model zo strategie onafhankelijk mogelijk te maken zijn wel meerdere stromen opgenomen. Als de omvang van een stroom nul is leidt dat in het model tot nul gevraagde capaciteit. 2.4.2 Stromen naar buiten het bedreigde gebied Bij de evacuatie stromen zal er bij de meeste strategieën ook sprake zijn van stromen het gebied uit naar opvanglocaties in andere regio's. daarom zijn deze locaties ook onderdeel van het model. Bij de opvanglocaties is een onderscheid gemaakt tussen die voor zelfredzame en niet zelfredzame personen. Dit is aangegeven in figuur 2.4. blad 8 van 25

Figuur 2.4 Blokschema met opvanglocaties buiten het bedreigde gebied. In alle strategieën veronderstellen we dat de bevolking in de droge zone zonder keteneffecten binnen een dijkring niet behoeft te evacueren (althand geen beroep doet op hulpverleningscapaciteit) daarom wordt deze categorie verder niet meegenomen in de modelbeschrijving. 2.4.3 Beschrijving van de stromen 2.4.3.1 Blokschema, model In de volgende figuur 2.5 zijn de stromen opgenomen die onderdeel vormen van het model. De gele pijlen betreffen zelfredzame en de blauwe pijlen betreffen nietzelfredzame personen. blad 9 van 25

Bedreigd gebied Opvang gebied Gebied (over)-leefbaarheid i.v.m. waterhoogte/snelheid Aanwezigen (en bebouwing) Zelfredzaam Nietzelfredzaam Droge zone, met keteneffecten (waterhoogte = 0, maar er is wel sprake van keteneffecten) ob5 zelfredzaam B1 zelfredzaam B2 niet-zelfredzaam S6-7a S8a O1 O2 Bebouwing (laag (laag : <1 : <1 verd.) verd.) Bebouwing (hoger : >=1 verd.) Natte zone met geringe waterdiepte (waterhoogte < 1 m (heuphoog, veilig vanaf eerste verdieping) B5 zelfredzaam B7 S1b S9b(+S1b) zelfredzaam B6 S4a B8 niet-zelfredzaam thuis niet-zelfredzaam thuis S5a(+S4a) O7 O6-8 B9 niet-zelfredzaam in instelling S10 O6-8 Natte zone (waterhoogte > 1 m of nabij bressen (grotere snelheid/stijgsnelheid) B3 zelfredzaam B4 niet-zelfredzaam S2a S3a O3 O4 Figuur 2.5 Blokschema met mogelijke bevolkingsstromen bij evacuatie. 2.4.3.2 Toelichting op de stromen: Achtereenvolgens beschrijven we de in het model opgenomen stromen. S1: Zelfredzamen uit de natte zone met geringe waterdiepte uit de laagbouw (B5) De mensen uit B5 kunnen hebben 2 opties: - evacueren binnen het bedreigde gebied naar een opvanglocatie in de droge zone (blok Ob5: opvang B5): dit wordt beschreven door middel van stroom S1a; - evacueren naar buiten het bedreigde gebied naar opvanglocatie O7: dit is stroom S1b S2: Zelfredzamen uit de natte zone (B3) De mensen uit B3 kunnen hebben 2 opties: - evacueren binnen het bedreigde gebied naar een opvanglocatie in de droge zone (blok Ob5: gecombineerd met opvang B5): dit wordt beschreven door middel van stroom S2b; - evacueren naar buiten het bedreigde gebied naar opvanglocatie O3: dit is stroom S2a S3: Niet-zelfredzamen uit de natte zone (B4) De mensen uit B4 worden geëvacueerd: - naar buiten het bedreigde gebeid naar opvang O4 (instellingen) in het opvanggebied: dit wordt beschreven door middel van stroom S3a; S4: Niet-zelfredzamen thuis uit de natte zone met geringe waterdiepte uit de laagbouw (B6) De mensen uit B6 worden geëvacueerd: - naar buiten het bedreigde gebeid naar opvang O6-8 (instellingen) in het blad 10 van 25

opvanggebied: dit wordt beschreven door middel van stroom S4a; S5: Niet-zelfredzamen thuis (hogere bouw) uit de natte zone met geringe waterdiepte (B8) De mensen uit B8 worden geëvacueerd: - naar buiten het bedreigde gebeid naar opvang O6-8 (instellingen) in het opvanggebied: dit wordt beschreven door middel van stroom S5a; S6-7: Zelfredzamen uit de droge zone met keteneffecten (B1) De mensen uit B1 kunnen hebben behoudens niet te evacueren 1 optie: - evacueren naar buiten het bedreigde gebied naar opvanglocatie O1: dit is stroom S6-7a (de oorspronkelijk verschillende stromen 6 en 7 zijn inmiddels gecombineerd) S8: Niet-zelfredzamen uit de droge zone met keteneffecten (B2) De mensen uit B2 worden geëvacueerd: - naar buiten het bedreigde gebied naar opvang O2 (instellingen) in het opvanggebied: dit wordt beschreven door middel van stroom S8a; S9: Zelfredzamen uit de natte zone met geringe waterdiepte uit de hoogbouw (B7) - De mensen uit B7 kunnen evacueren naar buiten het bedreigde gebied naar opvanglocatie O7: dit is stroom S9b S10: Niet-zelfredzamen in instellingen uit de natte zone met geringe waterdiepte (B9) De mensen uit B9 worden geëvacueerd: - naar buiten het bedreigde gebeid naar opvang O6-8 (instellingen) in het opvanggebied: dit wordt beschreven door middel van stroom S10; 2.5 Hulpverleningsprocessen Per opvang en stroom uit de vorige paragraaf zijn er hulpverleningsprocessen gedefinieerd. Die zijn per fase weergegeven in de volgende figuur 2.6. blad 11 van 25

Te doen Strategie 1 Strategie 2 Fase Waar Waar Locatie Stroom Locatie Stroom 0. Aanloop Informatie en communicatie (locatie/buurt specifiek) 1. Evacuatie: doorbraak Begeleiding evacuatie zelfredzamen (geel) verwacht. S2 S1 S1 Evacuatie niet-zelfredzamen S3 S2 S4-5 Opvang en verzorging zelfredzaam O3 C1 Ob5 Opvang en verzorging niet-zelfredzaam O4 C2 O6-8 2. Ontwikkelen Monitoren, voorlichten situatie (orkaan) Opvang en verzorging zelfredzaam O3 Ob5 Opvang en verzorging niet-zelfredzaam O4 O6-8 3. Doorbraak Begeleiding evacuatie zelfredzamen (geel) S6-7 S9 Evacuatie niet-zelfredzamen S8 Opvang en verzorging zelfredzaam O3 Ob5 O1 O7 Opvang en verzorging niet-zelfredzaam O4 O6-8 O2 Primaire levensbehoeften B1 B7 B2 4. Kortdurende opvang Opvang en verzorging zelfredzaam O1 O3 O7 Opvang en verzorging niet-zelfredzaam O2 O6-8 O4 C1 C2 Figuur 2.6: Koppeling van rampbestrijdingsprocessen met de opvanglocaties en stromen. De opvangactiviteiten buiten het bedreigde gebeid worden verondersteld te worden uitgevoerd met de eigen middelen van de opvangregio. Dit betekent dat we er vanuit gaan dat daar geen behoefte wordt gedaan op de landelijke capaciteit. Deze activiteiten worden dan ook niet in het rekenmodel uitgewerkt. blad 12 van 25

3 Beschrijving rekenmodel 3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk zijn de elementen van het rekenmodel conceptueel besproken. In dit hoofdstuk gaan we op de berekeningen zelf. Voor de onderbouwing van assumpties en andere modelveronderstellingen verwijzen we naar de hoofdrapportage. Achtereenvolgens gaan we in de volgende paragrafen in op de volgende werkbladen van het model: 1. Basisgegevens 2. Fase Evacuatie: Stromen 3. Fase Redding - evacuatie - korte termijnopvang: Stromen 4. Fase Evacuatie: Opvang en verzorging 5. Fase Redding - evacuatie - korte termijnopvang: Opvang en verzorging 3.2 Blad 1: Basisgegevens De inhoud van het werkblad is opgenomen in bijlage 1. Hierbij is het voorbeeld gebruikt dat ook in het vorige hoofdstuk is opgenomen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 A B C D E F G H I J K L M N Scenario: Gebied A 1. Gebied Aanwezigen Basisgegevens Droge zone, keteneffecten B1: Zelfredzaam 1.658.377 B2: Niet-zelfredzaam 207.847 Natte zone; geringe waterdiepte Beb. Laag Beb. Hoog B5: Zelfredzaam 111.511 B7: Zelfredzaam 491.147 B6: Niet-zelfredzaam 2.859 B8&B6: Niet-zelfredzaam 12.594 Instelling niet-zelfredzaam B8&B6 60.079 Natte zone; grotere waterdiepte/hogb3: Zelfredzaam 1.544.798 B4: Niet-zelfredzaam 193.612 Droge zone; geen keteneffecten B9: Zelfredzaam B10: Niet-zelfredzaam Totaal: 4.282.824 Netto kwantitatieve uitgangspunten (op basis van percentage evacuatie binnen gebied plus "80/20") % bevolking dat aanwijzingen evacuatie opvolgt: 80% procent Na fase 1 % B3 naar B1 (rest naar buiten regio): 40% Opvang Zelfredzaam Droge zone, keteneffecten B1: Zelfredzaam 1.326.702 530.019 331.675 B2: Niet-zelfredzaam 198.516 9.331 Natte zone; geringe waterdiepte Beb. Laag Beb. Hoog B5: Zelfredzaam 22.302 B7: Zelfredzaam 392.918 151.755 B6: Niet-zelfredzaam 572 B8&B6: Niet-zelfredzaam 10.075 4.806 Instelling niet-zelfredzaam B8&B6 0 60.079 Natte zone; grotere waterdiepte/hogb3: Zelfredzaam 308.960 741.503 B4: Niet-zelfredzaam 8.692 184.920 Droge zone; geen keteneffecten B9: Zelfredzaam 0 B10: Niet-zelfredzaam 0 5. Totaal: 4.282.824 7. 2. 4. 6. Nietzelfredzaam 3. Figuur 3.1 Inhoud werkblad 1: Basisgegevens 1. Invoer gegevens aanwezigen Hier worden de gegevens m.b.t. de aanwezigen in de verschillende blokken ingevoerd. De aantallen kunnen volgen uit een GIS-analyse of op ander wijze zijn vastgesteld. De gegevens over de "Droge zone, geen keteneffecten" behoeven niet te worden ingevuld. blad 13 van 25

2. Totaal aantal aanwezigen in bedreigd gebied Het totaal aantal aanwezigen in het bedreigd gebied wordt uitgerekend. 3. Assumptie: percentage aanwezigen dat aanwijzingen overheid opvolgt Hier wordt het percentage ingevuld van de mensen die de evacuatieaanwijzingen van de overheid opvolgt: - weggaan naar buiten de natte zone als de overheid dat vraagt (bijv. aanwezigen Blok B3); de rest blijft thuis - weggaan als de overheid vraagt te evacueren naar de droge zone (bijv. aanwezigen blok B5); de rest blijft thuis - thuisblijven als de overheid dat vraagt (bijv. blok B1); de rest gaat weg. De basiswaarde is 80% luistert. De niet-zelfredzamen in instellingen volgen de overheidsaanwijzingen voor 100%. 4. Assumptie: percentage aanwezigen B3 dat evacueert naar B1(Ob%), rest gaat naar O3 Hier wordt het percentage ingevuld van de mensen vanuit B3 die evacueren naar de opvang in de droge zone - met keteneffecten (stroom S2b van B3 naar Ob5 binnen B1). De rest gaat met stroom S2a naar O3. De basiswaarde is: 40% gaat naar B1, de rest naar buiten het bedreigde gebied. Aan deze basisgegevens en assumpties heeft het model genoeg op de berekening uit te voeren. 5. Resultaat berekening na fase 1 (invoer voor berekening fase 3: Redding, evacuatie, kortdurende opvang) Hier staan de berekende aantallen aanwezigen in de bedreigde gebieden na de evacuatiefase, rekening houdend met de aantallen en assumpties onder no's 1 t/m/ 5. in het bedreigde gebied 6. Resultaat berekening na fase 1 Idem aan 5, maar nu voor het opvanggebied 7. Totaal aantal aanwezigen in bedreigd- en opvanggebied Het totaal aantal aanwezigen in gebieden wordt uitgerekend. Dit aantal moet gelijk zijn aan dat van no.2 3.3 Blad 2: Stap 1 Stromen In deze eerste rekenstap wordt de capaciteit bepaald die samenhangt met de stromen uit fase 1: de evacuatiefase. Het eerste deel van het gebruikte rekenblad is opgenomen in de volgende figuur 3.2. blad 14 van 25

2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 A B C D E F G H I J K L M N O P Assumpties Gebied Aanwezigen S1: Veilige zone, keteneffecten B1: Zelfredzaam 1.658.377 percentage eigen vervoer 80% B2: Niet-zelfredzaam 207.847 personen per bus 25 omlooptijd bus 3 uur Waarschuwingszone Beb. Laag Beb. Hoog tijdduur fase 1 12 uur B5: Zelfredzaam 111.511 B7: Zelfredzaam 491.147 B6: Niet-zelfredzaam 2.859 B8&B6: Niet-zelfred 12.594 Niet-zelfredzaam samenstelling (% totale bevolking) Instelling niet-zelfredzaam % ziekenhuis 0,32% B9 60.079 % verpleegtehuis 3,00% % verzorgingstehuis 5,00% Onveilige zone B3: Zelfredzaam 1.544.798 % gehandicapten 0,40% B4: Niet-zelfredzaam 193.612 % gevangenen 0,15% 8,87% Veilige zone B9: Zelfredzaam 0 % niet-zelfredzamen thuis 2,50% B10: Niet-zelfredzaam 0 Totaal 11,37% 3. Totaal: 4.282.824 Werktijd tot aflossing 12 uur % volgt aanwijzingen 80% procent Aannames Ontslag% Transport% Transport% Transport% Transport% Transport% Stap 1 Ambulance Liggend Rolstoelbus Bus Detentiebus aantal per voertuig 2 4 8 25 8 Begeleiding evacuatie zelfredzamen Variabelen in ziekenhuizen 20% 20 0 50 30 in verpleegtehuizen 0% 20 0 0 80 S1a in verzorgingstehuizen 0% 0 0 20 80 gehandicapt (gem) 0% 20 0 0 80 verstandelijk gehandicapt 1000% 5 5 60 30 Pol-1 Ontruimen en evacueren lichamelijk gehandicapt 2000% 5 5 60 30 Betrokkenen 111.511 bruto geestelijke gezondheidszorg 6000% 0 20 30 50 (%) Aantal dat weg gaat 89.209 personen Deze stroom 35.684 personen % Eigen vervoer 80% zintuigelijk gehandicapt 4000% 5 5 30 60 Betrokkenen 7.137 netto gevangenen 20% 0 0 0 0 100 Tijdduur 12 uur Niet-zelfredzamen 0% 5 5 50 40 1. 2. Figuur 3.2 Inhoud werkblad 2: Stap 1 Stromen 1. Ingevoerde gegevens aanwezigen Hier worden de gegevens m.b.t. de aanwezigen nogmaals afgebeeld. Deze worden overgenomen uit werkblad 1 2. Assumpties die gelden voor alle berekeningen op dit werkblad. Hier kunnen de assumpties worden gekwantificeerd voor die moeten gelden voor deze fase van de evacuatie / hulpverlening. De roodomrande assumpties (veelal gele velden) kunnen worden gewijzigd. De effecten van de wijzigingen worden meteen in de uitkomsten verwerkt. Veelal gelden die waarden ook voor de andere rekenbladen (zijn daar dan blauw omrand ; veelal lichtgele velden) 3. Assumpties die betrekking hebben op de medische/ghor activiteiten van de keten Het tweede deel van het gebruikte werkblad is opgenomen in figuur 3.3 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 B C D E F G H I J K L M N Begeleiding evacuatie zelfredzamen Variabelen in ziekenhuizen 20% 20 0 50 4. in verpleegtehuizen 0% 20 0 0 S1a 5. in verzorgingstehuizen 0% 0 0 20 gehandicapt (gem) 0% 20 0 0 verstandelijk gehandicapt 1000% 5 5 60 Pol-1 Ontruimen en evacueren lichamelijk gehandicapt 2000% 5 5 60 Betrokkenen 111.511 bruto geestelijke gezondheidszorg 6000% 0 20 30 (%) Aantal dat weg gaat 89.209 personen Deze stroom 35.684 personen % Eigen vervoer 80% 6. zintuigelijk gehandicapt 4000% 5 5 30 Betrokkenen 7.137 netto gevangenen 20% 0 0 0 Tijdduur 12 uur Niet-zelfredzamen 0% 5 5 50 Personen per uur 595 personen Personen per bus 25 personen Omlooptijd bus 3 uur 7. Aantal bussen 71 bussen Aantal chauffeurs 71 chauffeurs 8. Pol-3 Verkeer regelen Aantal kruispunten 20 te regelen kruispunt 20 verkeersregelaars per kruispunt 4 regelaars Regelaars per kruispunt 4 Tijdduur 12 uur Aantal verkeersregelaars 80 Verkeersregelaars blad 15 van 25

Figuur 3.3 Inhoud werkblad 2 : Stap 1 Stromen (vervolg 1) 4. het betreft hier de activiteiten die betrekking hebben op stroom S1a en wel de begeleiding en evacuatie van zelfredzamen. In dit geval voor stroom S1a 5. Politieprocessen. De processen waarvoor de politie verantwoordelijk is zijn met een blauwe balk gemarkeerd. In dit geval voor stroom S1a. Het betreft twee processen: - Ontruimen en evacueren en - Verkeer regelen - Begidsen (indien relevant bij een stroom) 6. Tussenresultaten van de berekening. Per proces wordt op een navolgbare wijze de benodigde capaciteit berekend rekening houdend met de aangegeven assumpties. Deze berekening zal in het volgende hoofdstuk inhoudelijk worden toegelicht. 7. Benodigde capaciteit voor dit proces in deze fase. Hier is de uitkomst opgenomen voor dit proces voor deze stroom in deze fase. In dit geval bijvoorbeeld: - er zijn gedurende 12 uur 71 bussen benodigd - er zijn ook 71 chauffeurs benodigd (uitgaande van - assumptie - een diensttijd van 12 uur in deze omstandigheden). Als de diensttijd wordt verkort zal het aantal chauffeurs verdubbelen. 8. Assumpties die gelden voor de links aangegeven berekening. Hier kunnen de specifieke assumpties worden gekwantificeerd voor die moeten gelden voor deze berekening voor dit hulpverleningsproces in deze fase van de evacuatie / hulpverlening. Daarna worden op hetzelfde werkblad eerst de politieprocessen voor de andere stromen afgewerkt. Daarna worden capaciteiten berekend voor de medische/ghor processen. Uit het werkblad is in figuur 3.4 een voorbeeld opgenomen. blad 16 van 25

B C D E F G H I J K L M N O 117 S3 118 119 GHOR-1 Ziekenhuis 120 GHOR-1 Coordinatie ambulances ziekenwagens rolstoelbus transportbus 121 Niet-zelfredzamen 193.612 bruto 193.612 193.612 193.612 122 Ziekenhuis 5.449 bruto 5.449 5.449 5.449 123 % ontslag 20% 20% 20% 20% 124 Betrokkenen 4.359 netto 4.359 4.359 4.359 125 % voertuig 20 % 0 50 30 126 Personen per ambulance 872 netto 0 2.180 1.308 127 Tijdduur 12 uur 12 12 12 128 Betrokkenen per uur 73 personen 0 182 109 129 Personen per ambulance 2 personen 4 8 25 130 Omlooptijd ambulance 3 uur 3 3 3 omlooptijd naar buiten gebied 3 uur 131 Aantal ambulances 109 ambulances 0 68 13 Omlooptijd ziekenwagen 3 uur (naar distr.punt) 132 Aantal chauffeurs 109 chauffeurs 0 68 13 Omlooptijd rolstoelbus 3 uur (naar distr.punt) 133 Aantal ambu begeleiders 109 ambu begeleiders 0 68 13 Omlooptijd transportbus 3 uur (naar distr.punt) 134 135 Verpleegtehuis 136 Coordinatie vervoer Ambulances ziekenwagens rolstoelbus transportbus 137 Niet-zelfredzamen 193.612 bruto 193.612 193.612 193.612 138 Verpleegtehuis 51.085 bruto 51.085 51.085 51.085 139 % ontslag 0% 0% 0% 0% 140 Betrokkenen 51.085 netto 51.085 51.085 51.085 141 % voertuig 20 % 0 0 80 142 Personen per voertuig 10.217 netto 0 0 40.868 143 Tijdduur 12 uur 12 12 12 144 Betrokkenen per uur 851 personen 0 0 3.406 145 Personen per voertuig 2 personen 4 8 25 146 Omlooptijd voertuig 3 uur 3 3 3 omlooptijd naar buiten gebied 3 uur 147 Aantal voertuigen 1.277 voertuigen 0 0 409 Omlooptijd ziekenwagen 3 uur (naar distr.punt) 148 Aantal chauffeurs 1277 chauffeurs 0 0 409 Omlooptijd rolstoelbus 3 uur (naar distr.punt) 149 Aantal ambu begeleiders 1277 begeleiders 0 0 409 Omlooptijd transportbus 3 uur (naar distr.punt) 150 151 Verzorgingstehuis 152 Coordinatie vervoer Ambulances ziekenwagens rolstoelbus transportbus 153 Niet-zelfredzamen 193.612 bruto 193.612 193.612 193.612 154 Verzorgingstehuis 85.142 bruto 85.142 85.142 85.142 155 % ontslag 0% 0% 0% 0% 156 Betrokkenen 85.142 netto 85.142 85.142 85.142 Figuur 3.4 Inhoud werkblad 2 : Stap 1 Stromen (vervolg 2) De berekening vindt per stroom plaats voor achtereenvolgens de niet zelfredzamen: - in ziekenhuizen - in verpleegtehuizen - in verzorgingstehuizen - gehandicapten anderszins in tehuizen - niet-zelfredzamen thuis die hulp nodig hebben bij de evacuatie Samenvattend voor stap Aan het eind van de berekeningen van ieder werkblad vindt een samenvatting plaats van de benodigde eenheden per stap. Deze samenvatting is opgesteld door de optelling van de verschillende capaciteiten van de verschillende middelen voor de betreffende stap. In dit geval voor wat betreft de stromen van stap 1. De resultaten zijn opgenomen in een overzichtstabel (zie figuur 3.5) blad 17 van 25

A B C D E F G 441 Samenvattend voor Stap 1 442 443 Ten behoeve van Politieprocessen (gedurende 12 uur) 444 445 Pol-1 Ontruimen en evacueren 1. 446 447 Aantal bussen 3.510 bussen 448 Aantal chauffeurs 3.510 chauffeurs 449 450 Pol-3 Verkeer regelen 451 452 Aantal verkeersregelaars 640 Verkeersregelaars 453 454 Pol-6 Begidsen 455 456 Aantal motoragenten 450 Motoragenten 457 458 459 Ten behoeve van GHOR-processen (gedurende 12 uur) 2. 460 461 462 463 GHOR--1: GNK-Somatisch Totaal Ambulances ziekenwagens rolstoelbus transportbus 464 Aantal voertuigen 2381 249 2030 1835 465 Aantal chauffeurs 2381 249 2030 1835 466 Aantal ambu begeleide 467 2381 249 2030 1835 Figuur 3.5 Samenvatting benodigde middelen werkblad 2 : Stap 1 Stromen 1. Benodigde middelen voor de Politie processen Hier zijn de benodigde middelen voor de politieprocessen samengevat, uitgaande van de assumpties zoals in het rekenmodel opgenomen. in dit geval: - 3510 bussen - 3510 chauffeurs (benodigde tijd niet langer dan de diensttijd) - 640 verkeersregelaars 2. Benodigde middelen voor de GHOR processen Hier zijn de benodigde middelen voor de GHOR processen samengevat, uitgaande van de assumpties zoals in het rekenmodel opgenomen. in dit geval: - 2381 ambulances - 249 "ziekenwagens" (in feite eenheden voor liggend vervoer; mogen derhalve ook vrachtwagens zijn waarin per eenheid 4 bedden in meegenomen kunnen worden. - 2030 rolstoelbussen - 1835 transportbussen (n.b.: dit zijn hetzelfde type eenheden als bedoeld bij de bussen van de politieprocessen). 3.4 Blad 3: Stap 1 Opvang en verzorging In deze tweede rekenstap wordt de capaciteit bepaald die samenhangt met de opvang en verzorging uit fase 1: de evacuatiefase. Het betreft daarbij hier concreet de opvang en verzorging in het bedreigde gebied van de mensen die in opvangcentra in het droge gebeid met keteneffecten zijn opgenomen. Het eerste deel van het gebruikte rekenblad is opgenomen in de volgende figuur 3.6. blad 18 van 25

Assumpties Gebied Aanwezigen Opvang Ob1 Veilige zone, keteneffecten B1: Zelfredzaam 1.658.377 530.019 1 opvangeenheid per x inwoners 250 B2: Niet-zelfredzaam 207.847 hulpverleners per eenheid 15 volcont. bezetting van 6 personen ehbo'ers per eenheid 1 uur volcont. bezetting d.m.v. 2 eenheden Waarschuwingszone Beb. Laag Beb. Hoog tijdduur fase 1 12 uur B5: Zelfredzaam 111.511 B7: Zelfredzaam 491.147 Tijdduur fase 2 120 uur B6: Niet-zelfredzaam 2.859 B8&B6: Niet-zelfredzaam 12.594 Distrib. punten per y inwoners 4000 inwoners Instelling niet-zelfredzaam Bereikbaar via weg 50% B9 60.079 Voertuigen per distr. punt 2 voertuig per punt Onveilige zone B3: Zelfredzaam 1.544.798 Agenten OO per distrib. punt 4 agenten per punt evt. 50% defensie B4: Niet-zelfredzaam 193.612 Aggregaten 1 per distributiepunt Veilige zone B9: Zelfredzaam 0 B10: Niet-zelfredzaam 0 % uit natte zone bij familie 20% % uit natte zone ger. diepte bij fami 20% Totaal: 4.282.824 Werktijd tot aflossing 12 uur Figuur 3.6 Inhoud werkblad 3: Stap 1 Opvang en verzorging. Voor toelichting: analoog aan toelichting bij figuur 3.2 De rekenstap betreft: - Gemeentelijke processen o opvang en verzorgen (gedurende maximaal 7 dagen) o Voorzien in primaire levensbehoeften - Politieprocessen o Handhaven openbare orde - GHOR-processen o Hulpverlening somatisch Dit is aangegeven in figuur 3.7 Ob1 Verplaatst van Waarschuwings- naar Veilig gebied met keteneffecten Gem-2 Opvangen en verzorgen (gedurende maximaal 7 dagen) Betrokkenen 530.019 bruto Opvangeenheden 2120 eenheden Aantal hulpverleners 31.801 hulpverleners Aantal EHBO'ers 2.120 Ehbo'ers Gem-5 Voorzien in primaire levensbehoeten Betrokkenen Distributiepunten Bereikbaar via weg bereikbaar via alt. route Tijdduur Aantal vrachtwagens Aantal vrachtwagenchauffeurs Aantal 4x4 wagens Aantal 4x4 chauffeurs Aantal aggregaten 530.019 bruto 133 eenheden 133 vrachtwagens 133 4x4 voertuigen 120 uur 133 vrachtwagens 265 chauffeurs 133 4x4 vrachtwagens 265 chauffeurs 265 aggregaten Pol-4 Handhaven Openbare Orde Aantal distributiepunten 133 Agenten per punt 4 Tijdduur 120 uur Aantal handhavers OO 1060 Agenten (Def. pers.) GHOR-1 Hulpverlening somatisch p.m. Huisartsenzorg via reguliere h 207.847 bruto Figuur 3.7 Inhoud werkblad 3: Stap 1 Opvang en verzorging (Berekeningen). Samenvattend voor stap Aan het eind van de berekeningen van ieder werkblad vindt een samenvatting plaats van de benodigde eenheden per stap. Deze samenvatting is opgesteld door de optelling van blad 19 van 25

de verschillende capaciteiten van de verschillende middelen voor de betreffende stap. In dit geval voor wat betreft de opvang en verzorging van stap 1. De resultaten zijn opgenomen in een overzichtstabel (zie figuur 3.8) Samenvattend voor Stap 1 Ten behoeve van Gemeentelijke processen (gedurende 96 uur) Gem-2 Opvangen en verzorgen (gedurende maximaal 7 dagen) Aantal hulpverleners Aantal EHBO'ers 31.801 hulpverleners 2.120 Ehbo'ers Gem-5 Voorzien in primaire levensbehoeten Aantal vrachtwagens Aantal vrachtwagenchauffeurs Aantal 4x4 wagens Aantal 4x4 chauffeurs Aantal aggregaten 133 vrachtwagens 265 chauffeurs 133 4x4 vrachtwagens 265 chauffeurs 265 aggregaten Ten behoeve van Politieprocessen (gedurende 12 uur) Pol-4 Handhaven Openbare Orde Aantal handhavers OO 1060 Agenten (Def. pers.) Figuur 3.8 Samenvatting benodigde middelen werkblad 2 : Stap 1 Stromen 1. Benodigde middelen voor de Gemeentelijke processen Hier zijn de benodigde middelen voor de gemeentelijke processen samengevat, uitgaande van de assumpties zoals in het rekenmodel opgenomen. in dit geval: - 31.801 hulpverleners - 2.120 EHBO'ers - 133 vrachtwagen - 265 chauffeurs (benodigde tijd langer dan de diensttijd) - 133 vrachtwagen 4x4-265 chauffeurs daarvoor - 265 aggregaten 2. Benodigde middelen voor de Politie processen Hier zijn de benodigde middelen voor de Politie processen samengevat, uitgaande van de assumpties zoals in het rekenmodel opgenomen. in dit geval: - 1060 ordehandhavers 3.5 Blad 4: Stap 2 Stromen In deze tweede rekenstap wordt de capaciteit bepaald die samenhangt met de stromen uit fase 2: de redding / evacuatiefase / kortdurende opvang fase Het betreft de activiteiten die in het bedreigde gebied plaatsvinden waar - naar we veronderstellen - de overstroming nu daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De capaciteit heeft betrekking op de mensen die in het gebied zijn achtergebleven. Op blad 1 zijn die mensen aangegeven. Boven aan blad 4 is dat gegeven nogmaals aangegeven (zie figuur blad 20 van 25

3.9). 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 B C D E F G H I J K L M N Assumpties Gebied Aanwezigen Opvang S1: Veilige zone, keteneffecten B1: Zelfredzaam 1.326.702 530.019 percentage eigen vervoer 80% B2: Niet-zelfredzaam 198.516 personen per bus 25 omlooptijd bus 3 uur Waarschuwingszone Beb. Laag Beb. Hoog tijdduur fase 1 12 uur B5: Zelfredzaam 22.302 B7: Zelfredzaam 392.918 tijdduur fase 2 120 uur B6: Niet-zelfredzaam 572 B8&B6: Niet-zelfredzaam 10.075 Niet-zelfredzaam samenstelling (% totale bevolking) Instelling niet-zelfredzaam % ziekenhuis 0,32% B9 0 % verpleegtehuis 3,00% % verzorgingstehuis 5,00% Onveilige zone B3: Zelfredzaam 308.960 % gehandicapten 0,40% B4: Niet-zelfredzaam 8.692 % gevangenen 0,15% 8,87% Veilige zone B9: Zelfredzaam 0 % niet-zelfredzamen thuis 2,50% B10: Niet-zelfredzaam 0 Totaal 11,37% Totaal: Werktijd tot aflossing 12 uur % volgt aanwijzingen 80% procent Figuur 3.9 Inhoud werkblad 4: Stap 2 Stromen Tevens zien we hier weer de assumpties rood- en blauw omrand die in dit werkblad gebruikt worden en die door de gebruiker kunnen worden veranderd. De capaciteiten die worden berekend in het werkblad hebben betrekking op: de niet zelfredzamen uit de droge zone met keteneffecten 3.6 Blad 5: Stap 2 Redding, Evacuatie, Opvang en verzorging In deze tweede rekenstap wordt de capaciteit bepaald die samenhangt met de redding, de evacuatie en de opvang en verzorging uit fase 2. Het betreft daarbij hier concreet de activiteiten in het bedreigde gebied van de mensen die in opvangcentra in het droge gebied met keteneffecten zijn opgenomen, de mensen in het natte gebeid met geringe waterstanden in de hogere bouw en de mensen die tegen het bevel in niet zijn geëvacueerd uit de laagbouw in dat gebied en zij dit dat niet hebben gedaan uit het rode gebied: natte zone met grotere waterdieptes en/of grotere stijgsnelheden. Het eerste deel van het gebruikte rekenblad bevat weer de aantallen aanwezigen waar dit rekenblad betrekking op heeft (zie voor toelichting blad 4). De rekenstap betreft: - Gemeentelijke processen o Opvang en verzorgen (gedurende maximaal 120 uur) o Voorzien in primaire levensbehoeften - Politieprocessen o Handhaven openbare orde - GHOR-processen o Hulpverlening somatisch - Algemeen o Logistiek In de samenvattende tabel zijn samenvattend de capaciteiten opgenomen die met deze processen samenhangen (figuur 3.10) blad 21 van 25

Ten behoeve van Gemeentelijke processen (gedurende 156 uur) (Incl. 36 uur doorloop van Stap 1) Gem-2 Opvangen en verzorgen (gedurende maximaal 7 dagen) Aantal hulpverleners Aantal EHBO'ers 31.801 hulpverleners 2.120 Ehbo'ers Gem-5 Voorzien in primaire levensbehoeten Aantal vrachtwagens Aantal vrachtwagenchauffeurs Aantal 4x4 wagens Aantal 4x4 chauffeurs Aantal tankwagens Aantal tankwagenchauffeurs Aantal 4x4 tankwagens Aantal 4x4 chauffeurs Aantal aggregaten Flessenwater 1.913 vrachtwagens 3.825 chauffeurs 464 4x4 vrachtwagens 928 chauffeurs 265 Tankwagens 531 chauffeurs 265 4x4 tankwagens 531 chauffeurs 1.109 aggregaten 2.172.538 liter per dag Ten behoeve van Politieprocessen (gedurende 156 uur) Pol-4 Handhaven Openbare Orde Aantal handhavers OO 3111 Agenten (Def. pers.) Ten behoeve van GHOR-processen (gedurende 156 uur) GHOR-1 Hulpverlening somatisch Aantal huisartsen Aantal assistenten 362 artsen 724 assistenten Ten behoeve van resterende Logistieke processen (gedurende 156 uur) Rest-1 Logistiek Aantal Amfibivoertuigen Aantal chauffeurs amfib. vtg'en Aantal Vletten Aantal bemanning vletten Aantal Heli's incl bemanjning 181 voertuigen 362 chauffeurs 1810 vaartuigen 3621 chauffeurs 181 heli's Figuur 3.10 Inhoud werkblad 5: Stap 2 Samenvattend de uitkomsten 1. Benodigde middelen voor de Gemeentelijke processen Hier zijn de benodigde middelen voor de gemeentelijke processen samengevat, uitgaande van de assumpties zoals in het rekenmodel opgenomen. in dit geval: - 31.801 hulpverleners - 2.120 EHBO'ers - 1.913 vrachtwagens - 3.825 chauffeurs (benodigde tijd langer dan de diensttijd) - 464 vrachtwagens 4x4-928 chauffeurs daarvoor - 1.913 tankwagens - 3.825 chauffeurs (benodigde tijd langer dan de diensttijd) blad 22 van 25

- 265 4x4 tankwagens 4x4-531 chauffeurs daarvoor - 1.109 aggregaten - 2.172.538 liter flessenwater 2. Benodigde middelen voor de Politie processen Hier zijn de benodigde middelen voor de Politie processen samengevat, uitgaande van de assumpties zoals in het rekenmodel opgenomen. in dit geval: - 3111 ordehandhavers 3. Benodigde middelen voor de GHOR processen Hier zijn de benodigde middelen voor de GHOR processen samengevat, uitgaande van de assumpties zoals in het rekenmodel opgenomen. in dit geval: - 362 huisartsen - 724 assistenten 4. Benodigde middelen voor algemene processen Hier zijn de benodigde middelen voor de algemene processen samengevat, uitgaande van de assumpties zoals in het rekenmodel opgenomen. in dit geval: - 181 amfibievoertuigen - 362 chauffeurs voor deze voertuigen - 1810 vletten - 3621 bemanningsleden hiervoor - 181 heli's blad 23 van 25

4 Gebruik van het programma 4.1 Het programma Het programma wordt geleverd in de vorm van een Excel-blad. We veronderstellen bij de gebruiker de volgende voorkennis: - basiskennis van Excel - gedegen kennis van de rapportage "Capaciteitsplanning Ergst Denkbare Overstromingsscenario's" d.d. januari 2008. Op uitdrukkelijk verzoek van opdrachtgever zijn de werkbladen niet beveiligd en kunnen alle velden worden bekeken en worden veranderd. - Bewaar daarom het oorspronkelijke exemplaar en werk met een kopie! Wanneer in de aangegeven vakken getallen worden aangepast (aantallen personen of assumptiewaarden) worden alle resultaten herberekend. Dit gaat snel zonder wachttijd. Tussen en/of eindresultaten kunnen worden bewaard door de betreffende versie van het rekenblad op te slaan via "Opslaan als ". 4.2 De afdruk Een afdruk van alle werkbladen is opgenomen in bijlage 1. De afdruk is duidelijk leesbaar wanneer deze pagina's uit de bijlage op A3 formaat worden afgedrukt. 4.3 Aanwijzingen bij het gebruik In de genoemde rapportage van het project wordt gesproken over twee strategieën: - iedereen blijft binnen het gebied - iedereen gaat naar buiten het gebied Uitgaande van een bepaald "gehoorzaamheidspercentage" vloeien deze twee strategieën vrijwel in elkaar over: - In het geval van de strategie "iedereen gaat het gebied uit" wordt de assumptie "% bevolking dat aanwijzingen evacuatie opvolgt: " op 100% gezet. - In het geval van de strategie "iedereen blijft in het gebied" wordt de assumptie "% bevolking dat aanwijzingen evacuatie opvolgt: " op 0% gezet. Elke tussenwaarde is ook mogelijk; dat zijn dan tussenmodellen. In feite is de in de rapportage uitgewerkte 80/20% ook al een tussenmodel. Vanwege de assumptie dat er in de strategie "iedereen gaat naar buiten" door de overheid geen opvang binnen het "veilige gebied met keteneffecten" is een apart rekenblad voor deze situatie gemaakt. Daarin wordt de opvang in het "groene gebied" op nul gesteld. blad 24 van 25

5 Bijlage 1: Afdruk van de Excel-bladen. blad 25 van 25