jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

Vergelijkbare documenten
jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Noordse jongeren op de arbeidsmarkt

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012

Achtergronddocument bij fact sheet jeugdwerkloosheid 2014

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid. achtergronddocument

Jongeren op de arbeidsmarkt

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Monitor jeugdwerkloosheid 2010

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Werkloosheid 50-plussers

Arbeidsmarkt MRA in 2014 in beeld

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Opleidingsniveau stijgt

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Jongeren buiten beeld 2013

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV.

8. Werken en werkloos zijn

5. Onderwijs en schoolkleur

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Meerdere keren zonder werk

Jongeren in Rotterdam en Nederland, 2007 en Vinodh Lalta, CBS-CvB

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

Participatie in arbeid

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Herintreders op de arbeidsmarkt

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf.

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

Beroepsbevolking Amsterdam, 2011

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

Niet-werkende werkzoekenden

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

Februari Brancheschets Horeca

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Langdurige werkloosheid in Nederland

10. Veel ouderen in de bijstand

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2013

Fact sheet. Ondernemers in Nieuw-West, te bestuderen kijken we eerst naar alle vesti- merschap in stadsdeel Nieuw-West zich verhoudt

Achtergrondrapportage bij de Arbeidsmarktmonitor Amsterdam

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie inkomen

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Werkloosheid Amsterdam

Stromen door het onderwijs

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Bijlage B3. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Ans Merens

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Basiscijfers gemeenten. Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Toelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Bijlagen bij hoofdstuk 10 De positie van allochtone vrouwen Mérove Gijsberts (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Transcriptie:

1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn er steeds meer jongeren die geen baan kunnen vinden. Van de 15.000 jongeren zijn er 2.800 actief op zoek naar werk (37% van de beroepsbevolking). Dit is veel meer dan gemiddeld in (24%). 1 In deze fact sheet zijn alle jongeren op basis van de kenmerken onderwijs, werk en werkloosheid ingedeeld in groepen. 2 Figuur 1 Belangrijkste ontwikkelingen jeugdwerkloosheid laagopgeleide jongeren vaker dan gemiddeld werkloos hoogste jeugdwerkloosheid van 64% werklozen volgt opleiding Ruim 15.000 jongeren Achttien procent van de bevolking van is tussen de 15 en 27 jaar oud. In wonen relatief veel jongeren van 20 tot 25 jaar. Twee derde van de jongeren is van niet-westerse herkomst, dit is relatief veel. Definities Beroepsbevolking: iedereen tussen de jonge mannen (41%) veel vaker dan gemiddeld werkloos (24%) 2.800 jongeren werkloos (37% beroepsbevolking) 800 jongeren geregistreerd als werkloze 15 en 64 jaar die minimaal 12 uur per week werkt of wil werken. Bestaat uit de werkzame beroepsbevolking en de werkloze beroepsbevolking. Werkzame beroepsbevolking: iedereen die relatief veel jongeren met Wajonguitkering inkomen werkende jongeren lager dan gemiddeld 46% van de jongeren heeft een startkwalificatie ( 66%) minimaal 12 uur per week werkt. Werkloze beroepsbevolking: iedereen die actief op zoek is naar een baan van minimaal 12 uur per week.

2 Tabel 2 Jongeren naar voornaamste activiteit, en 2013 en 2014 (aantallen en procenten) abs. % abs. % 1 in opleiding 5.650 37 44.200 32 2 in opleiding en aan het werk 1.750 12 22.400 16 3 aan het werk en niet in opleiding 3.050 20 35.700 26 4 werkloos en in opleiding 1.800 12 11.300 8 5 werkloos en niet in opleiding 1.000 7 7.100 5 6 niet in opleiding en niet werkend, overig 1.850 12 16.300 12 totaal 15.100 100 137.000 100 Ruim 9.000 jongeren volgen onderwijs Meer dan de helft van de jongeren uit (61%) volgt onderwijs, dit komt neer op 9.200 jongeren (groepen 1, 2 en 4 in tabel 2). Een deel hiervan gaat alleen naar school (37% van alle jongeren), anderen combineren een opleiding Zes groepen om werk en werkloosheid in beeld te krijgen Om in beeld te krijgen wat de situatie van jongeren in Oost is qua opleiding, werk en werkloosheid zijn alle jongeren op basis van deze kenmerken ingedeeld in zes hoofdgroepen: 1. In opleiding; 2. In opleiding en aan het werk; 3. Aan het werk en niet in opleiding; 4. Werkloos en in opleiding; 5. Werkloos en niet in opleiding; 6. Niet in opleiding en niet werkend, overig. De grootste groepen jongeren zijn: in opleiding (35%), werkend en niet in opleiding (21%) en werkend en in opleiding (18%). De groep niet in opleiding en niet werkend, overig (groep 6) zoekt niet actief naar een baan of is niet direct beschikbaar voor een baan en geldt daarom niet als werkloos. Deze fact sheet beschrijft de verschillende groepen jongeren. Tabel 3 Jongeren uit naar voornaamste activiteit, 2014 (aantallen en procenten) beroepsbevolking abs. 2014 % 1 in opleiding nee 5.650 37 2 in opleiding en aan het werk ja 1.750 12 3 aan het werk en niet in opleiding ja 3.050 20 4 werkloos en in opleiding ja 1.800 12 5 werkloos en niet in opleiding ja 1.000 7 6 niet in opleiding en niet werkend, overig nee 1.850 12 totaal 15.100 100 met een grote bijbaan (12%) en een relatief groot deel (12%) volgt een opleiding en zoekt actief naar een baan. Het opleidingsniveau van de jongeren in is in vergelijking met laag. telt ongeveer 4.800 werkende jongeren Tweeëndertig procent van de jongeren uit is aan het werk voor minimaal 12 uur per week (groepen 2 en 3 in tabel 2). Van deze 4.800 jongeren volgen er 1.750 ook een opleiding. Jongeren in werken minder vaak dan gemiddeld in (42%). Jongeren uit werken relatief vaak in de detailhandel (21%), de gezondheids- en welzijnssector (18%) en de horeca (12%). 2.800 werkloze jongeren Van de jongeren in behoort 37% tot de werkloze beroepsbevolking, dit zijn ongeveer 2.800 jongeren. Dit zijn jongeren die meer dan 12 uur willen en kunnen werken maar dat nu nog niet doen (groepen 4 en 5 in tabel 2). Jongeren uit zijn veel vaker werkloos dan gemiddeld in de stad (24%) en ook vaker dan bijvoorbeeld jongeren uit Nieuw-West (31%) en Noord (24%). Van de werkloze jongeren volgt 64% wel een opleiding. In heel is dit 61%. Het valt op dat jongeren zonder startkwalificatie, jongens, 15-22 jarigen en jongeren van autochtone herkomst uit veel vaker werkloos zijn dan het gemiddelde voor deze groepen in de stad. Sommige jongeren hebben recht op bijstand of een WW-uitkering en schrijven zich daarom in bij DWI of het UWV. Begin 2014 stonden bijna 800 jongeren uit hier ingeschreven. Dit is 5,2% van alle jongeren uit, dat is relatief veel (: 3,8%).

Figuur 4 Bevolkingsopbouw en, 2014 3 80+ 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 4 3 2 1 0 mannen vrouwen 80+ 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 1 2 3 4 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 x 1.000 x 1.000 Activiteiten van bijna 1.900 jongeren onbekend Bovenop de eerder genoemde 2.800 werkloze jongeren zijn er 1.850 jongeren in die aangeven dat zij niet tot de werkloze beroepsbevolking behoren maar ook niet werken of een opleiding volgen (groep 6 in tabel 2). Dit zijn bijvoorbeeld jongeren die arbeidsongeschikt zijn en een Wajong-uitkering ontvangen of voortijdig schoolverlaters die al dan niet begeleiding krijgen. Van deze jongeren staan er 400 geregistreerd als werkloze (DWI of UWV 2,6%), 500 ontvangen een Wajong-uitkering (3,3%), 550 zijn voortijdig schoolverlater met begeleiding en 200 zijn voortijdig schoolverlater zonder begeleiding omdat dat (nog) niet mogelijk is of niet gewenst is. Er blijven dan nog 200 jongeren over waarvan we niet weten wat ze doen (1,3%). Demografie In wonen 15.100 15 tot en met 26 jarige jongeren (januari 2014). Dit is 18% van de bevolking van en 11% van alle jongeren in. De bevolkingsopbouw van wijkt op een paar punten af van : er zijn relatief veel twintigers en dertigers en 45-64 jarigen. Van de jongeren van 15 tot en met 26 jaar is 51% vrouw. In heel is dit 54%. Verder wonen er in relatief veel se jongeren van niet-westerse herkomst (67%, 40% ), het aandeel se jongeren van Westerse herkomst is er iets lager dan gemiddeld (10%, 12% ) en ook het aandeel jongeren van autochtone herkomst is veel lager dan gemiddeld (24%, 46% ). Figuur 5 Jongeren en naar leeftijd, herkomst en geslacht, 2014 1.600 18.000 1.400 16.000 1.200 14.000 1.000 800 600 400 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 200 2.000 0 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 0 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 niet-westerse herkomst - jonge vrouw westerse herkomst - jonge vrouw autochtoon - jonge vrouw niet-westerse herkomst - jonge man westerse herkomst - jonge man autochtoon - jonge man

4 Tabel 6 Jongeren per gebied in (aantallen en procenten) abs. % Bijlmer Centrum 5.200 34 Bijlmer Oost 4.500 30 Gaasperdam/Driemond 5.400 36 totaal 21.500 100 De se bevolking van 15 tot en met 26 jaar kenmerkt zich door een grote instroom van studenten (rond hun 18e jaar) en hoogopgeleide jongeren die in de regio komen werken (rond hun 25ste). Dit is in ook terug te zien, er zijn vooral veel jongeren van 20-22 jaar. De meeste jongeren uit wonen in Gaasperdam/Driemond (5.400 jongeren), gevolgd door Bijlmer Centrum (5.200 jongeren). In Bijlmer Oost wonen 4.500 jongeren. Vierenzestig procent van de jongeren is tussen de 15 en 22 jaar. Dit is relatief veel ten opzichte van het gemiddelde in (55%). Onderwijsvolgende jongeren Er zijn in 9.200 jongeren die een opleiding volgen. Dit is 61% van alle jongeren in. Dat is meer dan gemiddeld in (56%). De jongeren die een opleiding volgen worden in deze fact sheet in drie groepen gedeeld: in opleiding en niet werkend (37%), in opleiding en aan het werk (12%) en werkloos en in opleiding (12%). Dit zijn de groepen 1, 2 en 4 in tabel 4. Van de onderwijsvolgende jongeren in volgt 25% een opleiding in het voortgezet onderwijs, 34% volgt middelbaar beroepsonderwijs, 26% volgt een hboopleiding en 14% studeert aan een universiteit. Jongeren uit gaan in vergelijking met se jongeren vaak naar het middelbaar beroepsonderwijs en veel minder vaak naar het wetenschappelijk onderwijs (zie tabel 7). Voortgezet onderwijs Van de jongeren die in wonen volgt 25% een opleiding in het voortgezet onderwijs, dit zijn 2.270 jongeren. Jongeren uit zitten relatief vaak op het vmbo en volgen relatief weinig havo of vwo. Tabel 7 Onderwijsvolgende jongeren in en naar type onderwijs, 2012/ 13 (aantallen en procenten) abs. % abs. % voortgezet onderwijs 1 2.270 25 17.400 22 middelbaar beroepsonderwijs 3.110 34 16.000 21 hoger beroepsonderwijs 2.410 26 19.000 24 wetenschappelijk onderwijs 1.305 14 24.400 32 overig 2 100 1 1.000 1 totaal 9.200 100 77.800 100 1 Schooljaar 2013/ 14 inclusief speciaal onderwijs en particulier onderwijs (DMO). bron: CBS/DMO, 2 Betreft vavo (volwassenenonderwijs) bewerking O+S Van de vmbo-leerlingen kiest 55% voor de sector economie. Tweeëntwintig procent volgt de richting zorg en welzijn, een vijfde techniek en 2% landbouw. Jongeren uit volgen vaker dan gemiddeld in de richting economie en minder vaak de richting landbouw. In de hogere klassen van de havo en het vwo kiezen zij iets vaker dan gemiddeld voor economie en maatschappij (44%) en iets minder vaak voor een combinatie van richtingen (7%). Vijftien procent volgt natuur en techniek en 17% cultuur en maatschappij. Tabel 8 Onderwijsniveau middelbare scholieren in Oost en, 2012/ 13 (procenten) praktijkonderwijs 7 4 vmbo-b 20 12 vmbo-b/k 19 11 vmbo g/t 15 15 vmbo-t/havo/vwo 4 2 havo 19 23 vwo 16 33 totaal 100 100 Middelbaar beroepsonderwijs Er zijn 3.115 jongeren uit die een mboopleiding volgen. Dit komt neer op 34% van de onderwijsvolgende jongeren in. In het middelbaar beroepsonderwijs worden vier niveaus onderscheiden. Niveau 1 is het laagste niveau, niveau 4 het hoogste. Zes procent van de mboleerlingen uit volgt niveau 1, 24% niveau 2, 30% niveau 3 en 40% niveau 4. Eenennegentig procent van de mbo-leerlingen uit volgt MBO beroepsopleidende leerweg (bol), 9% volgt de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Dat is vergelijkbaar met het s gemiddelde.

Tabel 9 Onderwijsniveau mbo-leerlingen en, 2012/ 13 (procenten) niveau 1 6 5 niveau 2 24 26 niveau 3 30 27 niveau 4 40 41 totaal 100 100 Een derde van de mbo-leerlingen volgt een opleiding in de richting handel, administratie en juridische ondersteuning en een vijfde gezondheidszorg en welzijn. Dit is vergelijkbaar met de hele stad. Hoger onderwijs Van de jongeren uit volgen er 3.715 een hbo- of wo-opleiding. Dit is 40% van de onderwijsvolgende jongeren. Van de jongeren in het hoger onderwijs gaat 65% naar het hbo en 35% naar de universiteit, zij gaan vaker dan gemiddeld in naar het hbo ( 44% en 56%). Zowel jongeren uit op het HBO als op het WO volgen vaak een opleiding in de richting van sociale wetenschappen, bedrijfskunde en rechten (tabel 8). Jongeren op het WO volgen wel minder vaak dan gemiddeld in een opleiding in deze richting (45% tegenover 53%), maar volgen vaker dan gemiddeld een opleiding in de gezondheidszorg en welzijn. Dit laatste heeft waarschijnlijk te maken met het AMC dat in is gevestigd. 5 Tabel 10 Jongeren in en in het hoger onderwijs naar opleidingsrichting, 2012/ 13 (procenten) HBO WO Onderwijs 7 10 2 2 Taalwetenschappen, geschiedenis en kunst 7 12 24 15 Sociale wetenschappen, bedrijfskunde en rechten 45 40 43 53 Natuurwetenschappen, wiskunde en informatica 7 5 11 8 Techniek, industrie en bouwkunde 5 7 2 2 Landbouw en diergeneeskunde 0 0 0 0 Gezondheidszorg en welzijn 20 16 15 17 Persoonlijke dienstverlening, vervoer, milieu en veiligheid 9 11 1 1 onbekend 0 0 1 1 totaal 100 100 100 100 Figuur 11 Bruto participatie jongeren en, 2014 (procenten) jonge vrouwen 44 jonge mannen 56 55 57 23-26 jaar 72 76 15-22 jaar 38 39 autochtone mers 53 59 mers van westerse herkomst 48 60 mers van niet-westerse herkomst 50 50 met startkwalificatie, hoog met startkwalificatie, middelbaar zonder startkwalificatie 70 66 36 34 60 80 Gaasperdam/Driemond Bijlmer Oost Bijmer Centrum 55 53 44 totaal 50 100 80 60 40 20 56 0 20 40 60 80 100%

6 Tabel 13 Aandeel jongeren met startkwalificatie per groep, en, 2014 (procenten) 2014 2014 1 in opleiding 34 52 2 in opleiding en aan het werk 87 87 3 aan het werk en niet in opleiding 63 83 4, 5 en 6 werkloze beroepsbevolking en overige jongeren 33 56 totaal 46 66 Arbeidsparticipatie Jongeren met een startkwalificatie Een startkwalificatie 3 geldt als minimale kwalificatie voor de arbeidsmarkt. Tweederde van de se jongeren (66%) is (al) in bezit van een startkwalificatie. In is 46% van de jongeren in het bezit van een startkwalificatie. Een deel van de jongeren zonder startkwalificatie heeft, doordat zij nog op school zitten, nog wel zicht op het behalen van een startkwalificatie. Jongeren die werken en geen opleiding meer volgen behalen meestal geen startkwalificatie meer. Van deze jongeren heeft 63% een startkwalificatie. Dit is veel minder dan gemiddeld in (83%). Bruto arbeidsparticipatie De werkzame en werkloze jongeren samen vormen de beroepsbevolking. De beroepsbevolking bestaat uit mensen die 12 uur per week werken of willen werken (groepen 2 tot en met 5 in tabel 2). De beroepsbevolking uitgedrukt als percentage van de totale bevolking is de bruto participatie. Begin 2014 behoort 50% van de jongeren uit tot de beroepsbevolking. Dit is iets minder dan gemiddeld in (56%). Jongeren uit met startkwalificatie behoren vaker tot de beroepsbevolking dan jongeren zonder startkwalificatie. Een opvallend verschil met het se gemiddelde is dat jonge vrouwen, hoogopgeleide jongeren en jongeren met een Nederlandse herkomst uit minder vaak dan gemiddeld in tot de beroepsbevolking behoren. Werkzame jongeren Ongeveer een derde (31%) van de jongeren in is aan het werk voor minimaal 12 uur per week. Dit zijn in totaal ongeveer 4.800 jongeren (groepen 2 en 3 in tabel 2). Jongeren uit werken minder vaak dan gemiddeld in, van alle se jongeren was begin 2014 42% aan het werk. Jongeren uit werken vooral in de detailhandel (21%), de gezondheids- en welzijnssector (18%) en de horeca (12%). Ten opzichte van alle se jongeren werken de jongeren uit relatief vaak in de detailhandel. Van de werkende jongeren werkt 49% 12 tot en met 24 uur per week, dit zijn vooral jongeren die een opleiding combineren met een baan. Achttien procent van de jongeren werkt 25 tot en met 32 uur, 27% werkt 33 tot en met 40 uur en 8% werkt Figuur 13 Werkende jongeren en naar aantal uren werk per week, gemiddelde 2009-2013 met startkwalificatie, hoog met startkwalificatie, middelbaar zonder startkwalificatie met startkwalificatie, hoog met startkwalificatie, middelbaar zonder startkwalificatie autochtone mers mers van westerse herkomst mers van niet-westerse herkomst autochtone mers mers van westerse herkomst mers van niet-westerse herkomst 23-26 jaar 15-22 jaar 23-26 jaar 15-22 jaar jonge vrouwen jonge mannen jonge vrouwen jonge mannen totaal totaal 0 20 40 60 80 100 % 0 20 40 60 80 100 % 12-24 uur 25-32 uur 33 uur of meer 41 uur of meer sterk wisselend

Tabel 14 Gemiddeld persoonlijk inkomen, 2011 4, en jonge mannen 14.300 17.000 jonge vrouwen 13.800 16.800 autochtoon 17.500 19.600 niet-westers allochtoon 12.800 14.400 totaal 14.000 16.900 aantal jongeren met heel jaar inkomen 6.700 53.500 meer dan gemiddeld in (39%). Het gemiddeld inkomen van jongeren uit was in 2011 14.000, dit is minder dan gemiddeld in ( 16.900). Dit verschil is terug te zien bij zowel jongens als meisjes en bij zowel jongeren van Nederlandse afkomst als jongeren van nietwesterse afkomst. Werkloze en niet actieve jongeren 7 41 uur of meer. Acht procent van de jongeren uit werkt een sterk wisselend aantal uren per week. Jongeren uit werken gemiddeld minder vaak 41 uur of meer dan jongeren in heel. Meisjes uit werken veel minder uur per week dan jongens, dit verschil is in veel groter dan gemiddeld in de stad. Werkende meisjes werken vaak 12-24 uur, jongens werken vaker 33 uur of meer. Er zijn twee groepen werkende jongeren te onderscheiden: jongeren die naast hun opleiding een baan hebben van minimaal 12 uur per week en jongeren die werken en geen opleiding meer volgen. De tweede groep is in het grootst. Beide groepen zijn kleiner dan gemiddeld in (zie tabel 1). Inkomen jongeren lager dan gemiddeld Vijfenveertig procent van de jongeren uit heeft in 2011 een heel jaar inkomen ontvangen, dit zijn in totaal ruim 6.700 jongeren. Dit is In tabel 2 van deze fact sheet staan drie groepen minder actieve jongeren: werkloze onderwijsvolgende jongeren, werkloze niet onderwijsvolgende jongeren en overige niet actieve jongeren. Daarnaast zijn er de jongeren die geregistreerd staan als werkloze. Deze groep overlapt deels met de eerder genoemde groepen. Zevenendertig procent werkloos Zoals eerder al beschreven werd, behoort 37% van de jongeren uit tot de werkloze beroepsbevolking, dit komt neer op ongeveer 2.800 jongeren. Deze jongeren zoeken wel actief naar een baan maar kunnen die nu niet vinden. Jongeren in zijn veel vaker dan gemiddeld in de stad (24%) werkloos. Niet overal in het stadsdeel is de jeugdwerkloosheid even hoog, maar ook wanneer gekeken wordt naar de gebieden binnen het stadsdeel dan valt op dat in alle drie de gebieden de jeugdwerkloosheid bovengemiddeld is. In Bijlmer Centrum is de jeugdwerkloosheid het hoogst (51%), in Gaasperdam/Driemond het laagst (27%) en Bijlmer Oost zit daartussenin (33%). Figuur 15 Werkloze beroepsbevolking jongeren 15 tot 27 jaar naar gebied, 2014 stadsdeel gebied 24% 31% 20% 18% 21% 22% werkloze beroepsbevolking = 24% boven gemiddeld gemiddeld onder gemiddeld 37% Bron: CBS, bewerking O+S, en O+S

8 Tabel 16 Werkloze beroepsbevolking 15-26 jaar naar voornaamste activiteit, en 2014 (procenten) Ruim helft werkloze jongeren volgt opleiding Niet alle werkloze jongeren zitten zonder onderwijsvolgende jongeren 50 33 dagbesteding thuis. De werkloze jongeren zijn te verdelen in twee groepen: de ene groep (64% van alle werklozen) is werkloos en volgt niet-onderwijsvolgende jongeren 25 16 een opleiding. De andere groep (36% van alle totaal 37 24 werklozen) is werkloos maar volgt geen opleiding. Van de onderwijsvolgende jongeren is begin Figuur 17 Aandeel werkloze jongeren in de beroepsbevolking, en, 2014 (procenten) jonge vrouwen 32 jonge mannen 41 24 24 23-26 jaar 15-22 jaar 56 19 16 36 autochtone mers mers van westerse herkomst mers van niet-westerse herkomst 44 31 22 14 22 38 met startkwalificatie, hoog met startkwalificatie, middelbaar zonder startkwalificatie 54 30 12 10 25 44 Gaasperdam/Driemond Bijlmer Oost Bijmer Centrum 51 33 27 totaal 37 60 50 40 30 20 10 24 0 10 20 30 40 50 60 % Figuur 18 Geregistreerde werkloze jongeren in totale populatie, en, 1 januari 2014 (procenten) jonge vrouwen 5,9 3,6 jonge mannen 5,4 4,1 23-26 jaar 11,4 6,2 15-22 jaar 2,4 1,9 autochtone mers 6,4 3,9 mers van westerse herkomst 3,1 1,9 mers van niet-westerse herkomst 5,7 4,3 Gaasperdam/Driemond 4,9 Bijmer Oost 5,4 Bijmer Centrum 5,5 totaal 5,2 3,8 12 10 8 6 4 2 0 2 4 6 8 10 12% Bron: UWV en DWI, bewerking O+S 2014 50% werkloos ( 33%), van de niet onderwijsvolgende jongeren is 25% werkloos ( 16%). Jongeren zonder startkwalificatie zijn vaker werkloos dan jongeren met startkwalificatie en van de jongeren met een startkwalificatie zijn de jongeren met een middelbare opleiding vaker werkloos dan de jongeren met en hoge opleiding. Dit geldt voor de hele stad, maar jongeren in zonder startkwalificatie zijn veel vaker (54%) werkloos dan het gemiddelde in voor deze groep (44%). Jongeren van 15-22 jaar zijn vaker werkloos dan 23-plussers. Ook dit geldt voor de hele stad, alleen het aandeel werkloze 15-22 jarigen ligt in veel hoger dan gemiddeld (56% vs. 36%), terwijl het aandeel werkloze 23-36 jarigen rond het gemiddelde ligt (19% vs. 16%). Jongens uit zijn vaker dan meisjes werkloos, terwijl er gemiddeld in geen verschil is tussen jongens en meisjes. Voor elke onderzochte groep geldt dat er in meer werkloze jongeren zijn dan gemiddeld in.

Geregistreerde werkloosheid Naast de werkloze beroepsbevolking is er ook nog een andere maat om te kijken naar jeugdwerkloosheid, namelijk het aantal jongeren dat geregistreerd staat als werkzoekende bij UWV of bij het Jongerenloket van de Dienst Werk en Inkomen (DWI). In januari 2014 stonden bijna 800 jongeren uit geregistreerd bij UWV, Tabel 19 Instroom en uitstroom jongeren 15-26 jaar bij DWI, en, 2014 abs. instroom 474 2.948 uitstroom 720 4.077 saldo 246 1.129 procenten uitstroom aandeel positieve uitstroom 31 40 aandeel neutrale uitstroom 62 52 aandeel negatieve uitstroom 8 8 totaal 100 100 Tabel 20 Jongeren WWB-uitkeringen naar trede, en, 2014 Bijlmer Bijlmer Gaasperdam/ Centrum Oost Driemond Trede 1 18 11 18 16 18 Trede 2 35 31 26 31 29 Trede 3 26 33 35 31 29 Trede 4 12 16 11 13 14 Trede 5 5 5 2 4 3 onbekend 4 4 8 5 6 totaal 100 100 100 100 100 Tabel 21 Jongeren met Wajong-uitkering, en, 2014 (aantallen en procenten) abs. % abs. % jonge mannen 290 4,2 1.800 2,9 jonge vrouwen 210 3,1 1.400 1,9 15-22 jaar 260 3,0 1.500 2,0 23-26 jaar 240 4,8 1.700 2,8 mers van niet-westerse herkomst 360 5,6 1.900 3,8 mers van westerse herkomst 30 2,2 200 1,0 autochtone mers 110 1,8 1.100 1,7 totaal 500 3,3 3.200 2,3 bij DWI of bij beide instanties. Dit komt neer op 5,2%. Dit is meer dan gemiddeld in, van alle se jongeren stond op dat moment 3,8% geregistreerd als werkloze. Van de jonge mannen uit staat 5,4% geregistreerd als werkloze, van de jonge vrouwen 5,9%. Drieëntwintigplussers staan zowel in als in heel vaker geregistreerd als werkloze dan 15-22 jarigen. De jongste groep heeft dan ook vaak geen recht op een uitkering waardoor zij zich niet snel inschrijven als werkzoekende. In staan 23-26 jarigen wel veel vaker ingeschreven als werkzoekende (11,4%) dan gemiddeld in (6,2%). In- en uitstroom bij DWI In 2014 stroomden er 474 jongeren in bij DWI in en er stroomden 720 jongeren uit. Er is dus sprake van uitstroomoverschot, dit geldt ook voor als geheel. Er is in wel minder vaak dan gemiddeld in sprake van positieve uitstroom (31% tegenover 40%). Positieve uitstroom betekent uitstroom naar werk of school. Net als gemiddeld in is 8% van de jongeren uitgestroomd omdat zij niet meewerken aan een traject, dit wordt negatieve uitstroom genoemd. Tot slot is er relatief vaak sprake van neutrale uitstroom in (62%). Dit zijn jongeren die om andere redenen uitstromen (bijvoorbeeld een verhuizing, maar ook jongeren die 27 worden en daarom niet langer meetellen als jongere). Jongeren die bij DWI instromen worden ingedeeld in treden die hun afstand tot de arbeidsmarkt weergeven. Trede 1 impliceert een grote afstand tot de arbeidsmarkt, terwijl jongeren in trede 4 vrijwel direct zonder begeleiding aan de slag kunnen. Trede 5 wordt gebruikt voor jongeren die gedeeltelijk aan het werk zijn. Zestien procent van de jongeren uit is ingedeeld in trede 1, 13% in trede 4. Dit komt overeen met het gemiddelde in. Wajong Er zijn in ongeveer 500 arbeidsongeschikte jongeren die een Wajong-uitkering ontvangen, dat is 3,3% van alle jongeren in. Van alle se jongeren heeft 2,3% een Wajong-uitkering. Vooral jongeren tussen de 23 en 26 jaar (5%) en mers van niet-westerse herkomst (6%) ontvangen relatief veel een Wajong-uitkering. 9

10 Tabel 22 Jongeren naar voornaamste activiteit, en 2014 (aantal en procenten) abs. % abs. % 1 in opleiding 5.650 37,4 44.200 32,3 2 in opleiding en aan het werk 1.750 11,6 22.400 16,4 3 aan het werk en niet in opleiding 3.050 20,2 26 26,1 4 werkloos en in opleiding 1.800 11,9 11.300 8,2 5a werkloos, niet geregistreerd als werkloze 600 3,6 4.400 3,2 5b werkloos en geregistreerd als werkloze 400 3,0 2.700 2,0 4+5 werkloze beroepsbevolking 2.800 18,5 18.400 13,4 geregistreerd werkloos 400 2,6 2.500 1,8 wajong-uitkering 500 3,3 3.200 2,3 vsv-met begeleiding 550 3,6 3.300 2,4 vsv-begeleiding niet mogelijk of niet wenselijk 200 1,3 1.600 1,2 overig niet werkloos, niet geregistreerd als werkloze 200 1,3 5.700 4,2 6 niet in opleiding en niet werkend 1.850 12,3 16.300 11,9 totaal 15.100 100 137.000 100 Overige jongeren De jongeren die niet werken, geen opleiding volgen maar ook niet werkloos zijn kunnen nader in beeld worden gebracht op basis van de kenmerken: geregistreerd als werkloze bij DWI of UWV, geregistreerd staan als voortijdig schoolverlater en het ontvangen van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Ongeveer 12% van alle jongeren uit (1.850 jongeren) heeft geen baan en volgt geen opleiding en is ook niet actief op zoek naar een baan. De gemeente kent en ondersteunt jongeren tot 23 jaar die geen startkwalificatie hebben. Jongeren met een startkwalificatie en jongeren van 23 jaar en ouder zijn alleen bij de gemeente bekend als zij zichzelf voor ondersteuning melden bij het Jongerenloket of als zij als werkzoekende staan ingeschreven bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Dit zijn bijvoorbeeld jongeren die arbeidsongeschikt zijn en een wajong-uitkering ontvangen of voortijdig schoolverlater zijn. Van de ongeveer 1.850 jongeren die tot de overige groep behoren staan er 400 geregistreerd als werkloze (DWI of UWV 2,6%), 500 ontvangen een wajong-uitkering (3,3%), 550 zijn voortijdig schoolverlater met begeleiding en 200 zijn voortijdig schoolverlater zonder begeleiding omdat dat (nog) niet mogelijk is of niet gewenst is. Er blijven dan nog 200 jongeren over waarvan we niet weten wat ze doen (1,3%). Voor weten we niet specifiek wat deze jongeren doen, maar uit analyses voor heel blijkt dat het erop lijkt dat deze jongeren wel een baan willen, maar daar niet actief naar zoeken. Helemaal ontmoedigd zijn ze niet, want de meesten verwachten toch binnen een half jaar werk te vinden. Andere jongeren combineren een kleine baan (minder dan 12 uur) met een parttime opleiding en vallen daardoor niet in de groepen in opleiding of aan het werk omdat deze groepen in deze fact sheet gedefinieerd zijn als respectievelijk fulltime opleidingen en banen van meer dan 12 uur per week. Een kleine groep jonge vrouwen, werkt of studeert niet omdat zij zorgen voor hun kind(eren).

Twee definities van werkloosheid 11 Er zijn grofweg twee gangbare definities van (jeugd)werkloosheid. Ten eerste is er de werkloze beroepsbevolking en ten tweede is er de registratie van niet-werkende werkzoekenden. Dit zijn deels gescheiden en deels overlappende groepen. Beide definities zijn jaren lang voor verschillende doeleinden gebruikt, er is niet een allesomvattende maat. Op dit moment is de werkloze beroepsbevolking de meest gehanteerde maat. Werkloze beroepsbevolking Onder de werkloze beroepsbevolking wordt verstaan: mensen zonder werk in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar die actief zoeken naar een baan van minimaal 12 uur per week. De werkloze beroepsbevolking wordt standaard gepresenteerd als percentage van de beroepsbevolking, en dus niet als percentage van de gehele bevolking. De beroepsbevolking bestaat uit de werkende bevolking en de werkloze beroepsbevolking samen. In behoren 2.800 jongeren tot de werkloze beroepsbevolking (blauw in de figuur). Geregistreerde werkloosheid De geregistreerde werkloosheid bestaat in deze fact sheet uit de mensen die op zoek zijn naar een (andere) baan en zich hebben geregistreerd bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de mensen die een WWB-uitkering ontvangen via DWI. Januari 2014 staan er 800 jongeren geregistreerd (grijs in de figuur). Deze definitie wijkt af van de landelijke definitie, daarin worden alleen niet werkende werkzoekenden geregistreerd bij het UWV gebruikt. Afgelopen jaar is gebleken dat de registratie van niet-werkende werkzoekenden niet optimaal is. Deze cijfers worden door O+S bijna niet meer gebruikt. In dit onderzoek worden ze toch gebruikt in verband met de vergelijkbaarheid met de voorgaande monitor en omdat de problemen met de registratie minder gelden voor jongeren (die stonden toch al weinig geregistreerd). Figuur 23 Schematisch overzicht van de relatie tussen de werkloze beroepsbevolking enerzijds en de geregistreerde werkloosheid anderzijds, 2014 Werkloze beroepsbevolking 2.800 jongeren (18,5% van alle jongeren) Overlap 400 (3,0%) Geregistreerde werkloosheid 800 jongeren (5,3% van alle jongeren) Werklozen die niet geregistreerd staan Werklozen die wel geregistreerd staan Geregistreerde werklozen die niet tot de beroepsbevolking behoren Verschillen tussen definities Er zijn meer jongeren die tot de werkloze beroepsbevolking behoren dan dat er jongeren zijn die ingeschreven staan als werkzoekende. Dit komt doordat veel werkloze jongeren geen recht hebben op een uitkering en zich daarom niet inschrijven als werkzoekende. In bestaat de werkloze beroepsbevolking uit 2.800 jongeren. Op 1 januari 2014 stonden er 800 jongeren geregistreerd bij het UWV of bij DWI. Er zijn 400 jongeren die tot beide groepen behoren.

12 Noten 1 De werk en werkloosheidscijfers in deze fact sheet hebben betrekking op 470 enquêtes die verzameld zijn onder jongeren in in de periode september 2013 - april 2014. Voor de overzichtelijkheid en vergelijkbaarheid met de gehele stad wordt er naar verwezen als 2014. 2 Om tot de zes groepen jongeren te komen zijn verschillende gegevensbronnen gecombineerd. Er is gekeken naar bevolkingscijfers (GBA januari 2014), onderwijscijfers (CBS, schooljaar 2012/ 13 + DMO, VO 2013/ 14), inkomenscijfers (CBS 2011), werk- en werkloosheidscijfers (O+S enquête onder 470 jongeren uit, september 2013 - april 2014) en uitkeringscijfers (DWI, UWV en CBS, januari 2014). Deze fact sheet beschrijft daarmee cijfers per 1 januari 2014. 3 Een startkwalificatie is een diploma op minimaal mbo niveau 2 of een havo/vwo diploma. Een vmbo-diploma geldt niet als startkwalificatie. 4 Dit zijn de meest recente beschikbare inkomensgegevens. De cijfers komen vanwege controles en bewerkingen altijd pas enkele jaren na het betreffende jaar beschikbaar. Colofon Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S) Oudezijds Voorburgwal 300 1012 GL Telefoon 020 251 0333 algemeen@os.amsterdam.nl www.os.amsterdam.nl Auteurs: drs. Idske de Jong en Anne Huijzer MSc Opdrachtgever: Stadsdeel