hoofdstuk 3 Het samenlevingscontract



Vergelijkbare documenten
Grafiek 1: inschrijvingen in Centraal Register van Huwelijksovereenkomsten

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

inhoudstafel Hoofdstuk 1 Samenwonen 9 Hoofdstuk 2 Huwen 29 Hoofdstuk 3 Het samenlevingscontract 53 Voorwoord 3

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

hoofdstuk 12 Conclusie

Om te beginnen: de gemeenschappelijke aanslag voor gehuwden

Mandaat vennootschap onbezoldigd sociale kas verplicht?

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt?

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen?

HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) HET SAMENLEVINGSCONTRACT. Partnerpensioen

HUWELIJK. De notaris luistert, geeft raad en tekent mee KONINKLIJKE FEDERATIE VAN HET BELGISCH NOTARIAAT

Huwen. De notaris luistert, geeft raad en tekent mee.

Erfrecht. Wie erft wat?

Huwelijkse. voorwaarden.

Samenwonen? Of toch maar trouwen?*

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

Deel 2 Op weg naar een gelijkschakeling, maar toch nog belangrijke verschilpunten

PLANNEN ZONDER SCHENKEN. Legal Counsel Wealth Analysis & Planning

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14

hoofdstuk 6 Huren Huren 131

Adders onder het gras bij een gesplitste aankoop

Je rechten bij erfenis

1. Onterven. 2. Generatiesprong

REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING

hoofdstuk 1 Samenwonen

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT

Hoe beveilig ik mijn partner?

WETTELIJKE SAMENWONING INFOBROCHURE

Wie wil gaan samenwonen heeft twee keuzes: feitelijk of wettelijk samenwonen.

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

1. (Een gewone) hand- en/of bankgift

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

10 stappenplan (echt)scheiding

1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht

Is er leven na de dood?

Verlies van een partner - Verwerking - Administratieve molen

Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering...

Een slim testament? Finance Avenue Ann Maelfait Advocaat-vennoot Rivus

samenlevingsvormen Voor en nadelen van uw keuze

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht

Inhoud. 1 Uw bedrijf en uw familie: uw familiezaak? 2 Spelregels om te trouwen. Inhoud

Een eigen. huis.

HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018

OPEN VRAGEN. VRAGENLIJST n r I VERGELIJKEND EXAMEN Brussel, zaterdag 10 maart 2012 (voormiddag)

SPRONG RECHT MORGEN. De naar het voor. Hervorming Huwelijksvermogensrecht. De sprong naar het recht voor morgen Hercodificatie van de basiswetgeving

JE BENT 20 OF EN JE HEBT GEEN ZORGEN VOOR MORGEN?

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Geregistreerde schenkingen om successierechten te vermijden. Copyright and disclaimer

Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11

FAQ Schenkingen en Legaten

Veel gestelde vragen over erven

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen'

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13

op Consulaat in Nederland: allen mogelijk indien beide partners niet de Nederlandse nationaliteit hebben

Juridische begrippen in begrijpelijke taal

Vragenlijst effectief verdelen huwelijkse voorwaarden

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN

Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot,

Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen. Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

INHOUD. Huwelijk en fiscus

INHOUDSTAFEL. Voorwoord 5 Inhoudstafel 7 Korte inleiding 12

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN

Inhoud. Algemeen p. 1. Inleiding p. 3. Het wettelijk stelsel p. 7. De andere huwelijksstelsels p. 17. Besluit p. 23

Samen levings. contract.

A. Ondernemer en huwelijk

Successieplanning. Jan Van Ermengem Notaris te Meerhout

Vormingplus heet u welkom

ONGEHUWD SAMENWONEN. De notaris luistert, geeft raad en tekent mee KONINKLIJKE FEDERATIE VAN HET BELGISCH NOTARIAAT

Organisatie van de preventieve rechtspleging

DOSSIER. De Burgerlijke Maatschap

Samenwonen, en dan...

Beknopte inhoudstafel (Vóór elk deel vind je de gedetailleerde inhoudstafel van dat deel. De nummers verwijzen naar de bladzijden.

uwelijkse voor waarden Informatie over trouwen

Samenlevingsvormen Verschillen op juridisch, fiscaal en sociaal vlak

Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot,

Estate Planning. crashed.life / photocase.com HOEZO, GEGEVEN IS GEGEVEN?

CONSULTATIES - CLAUSULES

Site wettige erfgenamen

Uit elkaar. Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen

Bankzaken. 10 Andere organisaties en instellingen. 1 Wat gebeurt er met de bankzaken van de 1 overledene? Was de overledene cliënt bij KBC Bank?

Gecontroleerd schenken aan uw kind voor de bouw of aankoop van een huis of verbouwingen

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET.

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

Grafiek 1: Index inschrijvingen huwelijksovereenkomsten (4 de trimester 2014 = index 100)

Uw Scheiding Uw Financieel Planner

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

Ongehuwd samenwonen. De notaris luistert, geeft raad en tekent mee.

uwelijkse voor waarden Informatie over trouwen

Transcriptie:

hoofdstuk 3 Het samenlevingscontract

Inleiding In de eerste twee hoofdstukken werden feitelijk en wettelijk samenwonen en het huwelijk grondig toegelicht. Daarbij werd duidelijk dat er met betrekking tot het huwelijk al heel wat zaken vanuit de wet geregeld zijn. Zo werd in het vorige hoofdstuk onder andere aangehaald dat wanneer er bij een huwelijk geen bijzondere afspraken gemaakt worden, het huwelijk plaatsvindt volgens het wettelijk stelsel. Bij een huwelijk volgens dit wettelijk stelsel is de verdeling van het vermogen en de inkomsten bij wet bepaald in het huwelijksvermogensstelsel scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten. Daarnaast werd ook uitgebreid stilgestaan bij het huwelijkscontract waarin het koppel bepaalde afspraken kan maken waardoor het mogelijk wordt om aanpassingen of toevoegingen te doen aan dit wettelijk stelsel, of waarin men expliciet kan opteren voor het stelsel van scheiding van goederen of algehele gemeenschap van goederen. Met betrekking tot feitelijk en wettelijk samenwonende partners is de wettelijke regeling echter heel wat beperkter. Ondanks verschillende pogingen van de wetgever om het wettelijk samenwonen meer rechtszekerheid te geven, blijft er nog steeds een groot verschil tussen het ongehuwd samenwonen en het huwelijk. Het is ook voor samenwonenden van groot belang om op voorhand afspraken te maken met betrekking tot het verdere verloop van hun samenleving. Dit alles brengt met zich mee dat het bij samenwonenden aan te raden is om bij aanvang van de samenwoning een en ander in een contract vast te leggen. Dit is mogelijk aan de hand van een samenlevingscontract, wat kan vergeleken worden met het huwelijkscontract. Het samenlevingscontract is een contract op maat van de samenwonende partners. Binnen bepaalde grenzen kunnen ze de inhoud, afhankelijk van hun eigen wensen en behoeften, vrij invullen. In dit hoofdstuk zal het samenlevingscontract en zijn inhoud grondig toegelicht worden. Daarbij wordt zowel voor wat betreft wettelijke als voor feitelijke samenwoning stilgestaan bij de gevolgen die kunnen optreden wanneer er geen samenlevingscontract Het samenlevingscontract 55

opgesteld is. Daarna wordt aandacht besteed aan de formaliteiten die vervuld moeten worden om van een geldig samenlevingscontract te kunnen spreken. Hierbij zal onder andere een antwoord gegeven worden op de vraag of hiervoor al dan niet een beroep moet worden gedaan op een notaris. Vervolgens zal de inhoud van een samenlevingscontract besproken worden. De afspraken die wel of juist niet in het contract opgenomen mogen worden, komen hierbij aan bod. Verder zal ook uitleg gegeven worden bij het opstellen van een inventaris. 1 Het samenlevingscontract In het hoofdstuk over samenwonen (cf. hoofdstuk 1) werd duidelijk dat er weinig formaliteiten vervuld moeten zijn om van feitelijke of wettelijke samenwoning te kunnen spreken. Voor feitelijke samenwoning is er enkel een gemeenschappelijk domicilieadres nodig. Voor wettelijke samenwoning is er ook een verklaring bij de dienst bevolking van de stad of de gemeente vereist. Naast de beperkte formaliteiten wordt samenwonen ook gekenmerkt door beperkte rechtsgevolgen en beperkte rechtsbescherming. Om onderling over een aantal thema s afspraken te maken, kunnen de partners bij aanvang van de samenwoning of in de loop van het samenwonen met elkaar een samenlevingscontract afsluiten. Wanneer samenwonende partners een veilige regeling wensen met betrekking tot de verdeling van hun vermogen bij de beëindiging van de samenwoning of bij overlijden, doen ze er goed aan om vooraf een samenlevingscontract op te stellen. Een samenlevingscontract is een overeenkomst waarin samenwonende of toekomstig samenwonende partners een aantal afspraken maken over de manier waarop ze hun samenwoning regelen en over wat er gebeurt als deze samenwoning ten einde komt. Het bestaan van deze overeenkomst tussen de partners zal dan ook, net zoals bij het huwelijkscontract, vermeld worden in het bevolkingsregister dat weergeeft dat de partners samenwonen. Het is belangrijk om hierbij op te merken dat het opmaken van een samenlevingscontract niet verplicht is. Het werd dan ook niet vermeld als voorwaarde om van wettelijk samenwonen te kunnen spreken. Twee partners kunnen met andere woorden perfect een verklaring van wettelijke samenwoning afleggen zonder dat daarbij sprake is van een samenlevingscontract. De praktijk maakt echter duidelijk dat een samenlevingscontract zowel tijdens het samenwonen als bij een eventuele beëindiging ervan heel wat discussies kan vermijden. Ook wanneer partners beslissen om feitelijk te gaan samenwonen, kunnen ze een samenlevingscontract opmaken. Ook hier is dit niet verplicht maar in elk geval wel aan te raden. 56

De enige voorwaarde voor het opstellen van een samenlevingscontract is uiteraard dat de partners het eens zijn over de bepalingen die in dit contract opgenomen zijn en hun goedkeuring dan ook aantonen door het contract te ondertekenen. Indien de beide partners daarmee akkoord gaan, kan een samenlevingscontract ook in de loop van de samenleving opgesteld worden of kan een bestaand contract steeds gewijzigd worden. In een samenlevingscontract kan aan de hand van verschillende afspraken vooraf een antwoord gegeven worden op verschillende vragen die doorheen de samenwoning kunnen voorkomen: > Hoe kunnen we de aankoop van een gemeenschappelijke woning regelen? > Wat zijn de financiële gevolgen van een belangrijk inkomstenverschil tussen mezelf en mijn partner? > In hoeverre kunnen schuldeisers van mijn partner hun schulden bij mij verhalen? > Hoe worden de kosten van de huishouding verdeeld over mij en mijn partner? > Wat gebeurt er als we de samenwoning stopzetten? > Wat zijn de gevolgen van een overlijden? > Welke rechten hebben mijn kinderen uit een vorig huwelijk? >... Wanneer de partners geen samenlevingscontract afsluiten, worden hun rechten en plichten geregeld volgens de algemeen geldende wettelijke bepalingen. Zoals opgemerkt zijn deze wettelijke bepalingen echter nog beperkt. Hoe die wettelijke omkadering eruit ziet, hangt af van de vraag of men gekozen heeft voor wettelijke of feitelijke samenwoning. 1.1 Feitelijke samenwoning zonder samenlevingscontract Bij feitelijke samenwoning wordt er van uitgegaan dat elk van de samenwonende partners eigenaar blijft van de goederen die hij bij de aanvang van de samenwoning bezat en van de goederen die hij tijdens de samenwoning verworven heeft. Wanneer de partner het eigendomsrecht van een bepaald goed wil opeisen, zal hij dit met bewijzen moeten kunnen aantonen. Het leveren van dit bewijs verschilt naargelang het gaat om een roerend goed, dan wel om een onroerend goed. Wanneer het om een onroerend goed gaat, zoals een woning of een bouwgrond, brengt het bewijzen van de eigendom meestal weinig problemen met zich mee. In de notariële aankoopakte van het goed staat namelijk vermeld wie de eigenaar is. Er kunnen natuurlijk wel problemen de kop opsteken wanneer bijvoorbeeld de ene partner gelden heeft geïnvesteerd in het onroerend goed van de andere. Zo is het mogelijk dat de ene partner bepaalde verbouwingswerken of aanpassingen financiert of meefinanciert in de woning die eigendom is van de andere partner. Wanneer hij dan op een bepaald moment, bijvoorbeeld bij het Het samenlevingscontract 57

einde van de relatie, die gelden wil terugkrijgen, ligt de volledige bewijsvoering bij hem. Hij zal moeten bewijzen dat hij die investering betaald heeft én dat hij het recht heeft om die gelden terug te vragen. Vooral dat laatste zal zeer moeilijk aan te tonen zijn indien hij niet in het bezit is van een of andere overeenkomst. Een gelijkaardig probleem doet zich voor wanneer de ene partner zelf verbouwingswerken uitvoert in de woning van de partner. De discussie die hierbij kan ontstaan betreft de vraag of bij beëindiging van de samenwoning die partner een financiële tegemoetkoming kan opeisen voor de geleverde prestaties. Dit alles toont aan dat een geschreven overeenkomst in ieder geval meer zekerheid aan de partners zal bieden. In het bovenstaande voorbeeld zou men in een bestaand samenlevingscontract op het moment van de investering afspraken kunnen maken met betrekking tot de terugbetaling, een eventuele intrest enz. Eventueel kan men er ook voor opteren om de schuld via een notariële akte te laten erkennen. Voor roerende goederen zoals gelden, een wagen of de inboedel ligt het bewijs heel wat moeilijker dan voor onroerende goederen. Om de eigendom van roerende goederen te bewijzen zijn alle bewijsmiddelen toegelaten. Zo mag men gebruikmaken van facturen, bestelbonnen, overschrijvingsbewijzen enz. Eventueel zou er zelfs bewijs geleverd kunnen worden met behulp van getuigen. Het is duidelijk dat dit een ingewikkelde bewijsvoering is. Dit toont opnieuw het nut aan van een geschreven overeenkomst om latere discussies te vermijden. 1.2 Wettelijke samenwoning zonder samenlevingscontract Voor de wettelijk samenwonenden zonder samenlevingscontract is er door de wet meer geregeld dan voor feitelijk samenwonenden. In het eerste hoofdstuk werden deze wettelijke beschermingsmaatregelen voor de wettelijk samenwonenden uitgebreid toegelicht. Daar werd onder andere stilgestaan bij de bescherming van de gezinswoning en de verplichting om bij te dragen in het huishouden. Naast deze regels is ook vastgelegd dat de wettelijk samenwonende partners het eigendomsrecht behouden op inkomsten en op goederen waarvan ze dat eigendomsrecht kunnen bewijzen. Met dit laatste komt men opnieuw terecht in de situatie van feitelijk samenwonenden, waarbij het eigendomsrecht van een bepaald goed op verschillende manieren bewezen kan worden. Ook hier geldt uiteraard de regel dat het bewijzen van het eigendomsrecht van een onroerend goed altijd makkelijker is dan van roerende goederen. 58

Een geschreven overeenkomst tussen de partners zal dus ook hier veel meer zekerheid met zich meebrengen. Daarnaast is een samenlevingscontract ook noodzakelijk om van een aantal standaardsituaties te kunnen afwijken. Van het samenlevingscontract wordt ook melding gemaakt in de wet. Artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek stelt namelijk dat de samenwonende partners hun wettelijke samenwoning naar eigen goeddunken door middel van een overeenkomst kunnen regelen. Dit toont nogmaals aan dat het opstellen van een samenlevingscontract een mogelijkheid is, maar niet verplicht is. 2 Formaliteiten en opmaak Hierboven werd duidelijk dat zowel bij feitelijke als bij wettelijke samenwoning het opmaken van een samenlevingscontract nuttig is. De formaliteiten waaraan het samenlevingscontract moet voldoen, zijn verschillend naargelang het gaat om feitelijk of wettelijk samenwonenden. 2.1 Formaliteiten van het samenlevingscontract voor feitelijk samenwonenden Voor feitelijk samenwonenden is het opstellen van een samenlevingscontract het eenvoudigst. Het is niet verplicht (maar wel mogelijk) dat de feitelijk samenwonenden hun samenlevingscontract via een notaris afsluiten. De partners kunnen er dus voor opteren om zelf samen een onderhandse akte op te stellen. Toch geniet een samenlevingscontract dat via een notariële akte opgesteld is de voorkeur. Tegenover de beperkte kostprijs van een notarieel samenlevingscontract staan namelijk heel wat voordelen. Een notariële akte geeft de beide partners meer rechtsbescherming dan een onderhandse akte. Daarnaast kunnen er zich geen discussies voordoen over de vraag of de inhoud van de akte wel bindend en afdwingbaar is. De notaris kan er namelijk op toezien dat wat overeengekomen wordt in het contract aan alle juridische rechtsregels voldoet en de verschillende afspraken op een juridisch correcte manier geformuleerd worden. Daarnaast kan hij aan de partners ook advies geven met betrekking tot clausules en bedingen die in hun specifieke situatie toegepast kunnen worden. Aangezien ieder samenlevingscontract verschillend is, is het moeilijk om hier een prijskaartje op te plakken. In sommige gevallen zal het contract heel wat uitgebreider zijn dan in andere samenlevingscontracten. Gemiddeld gezien zal de kostprijs van het notariële samenlevingscontract tussen 200 en 300 euro bedragen. In deze kostprijs is het opmaken van het contract en het ereloon van de notaris inbegrepen. Het samenlevingscontract 59

2.2 Formaliteiten van het samenlevingscontract voor wettelijk samenwonenden Wanneer wettelijk samenwonenden beslissen om een samenlevingscontract op te stellen, worden zij altijd verplicht om dat samenlevingscontract onder de vorm van een notariële akte op te stellen. Wanneer zij onderling een onderhandse overeenkomst maken, of samen iets overeenkomen dat afwijkt van het samenlevingscontract, is die overeenkomst in geval van discussie nooit een geldig bewijsmiddel, niet ten opzichte van elkaar en niet naar derden toe. Ook bij een eventuele wijziging of aanpassing van het samenlevingscontract is het verplicht om bij de notaris langs te gaan. Wanneer een feitelijk samenwonend koppel een onderhandse overeenkomst gesloten heeft en na verloop van tijd beslist om wettelijk te gaan samenwonen kunnen ze de eventuele onderhandse overeenkomst die ze in het verleden gemaakt hebben door een notaris laten beëdigen. 3 Inhoud De afspraken die de samenwonende partners met elkaar in het samenlevingscontract kunnen maken, zijn erg gevarieerd. Er bestaan dan ook geen wettelijke bepalingen over hoe een samenlevingscontract er precies qua vorm moet uitzien. Wel zijn er wettelijke regels gemaakt met betrekking tot de inhoud, namelijk over afspraken die wel, of juist niet, in het samenlevingscontract mogen opgenomen worden. Aangezien feitelijke samenwoning niet wettelijk geregeld is, moet een samenlevingscontract voor feitelijk samenwonenden in principe niet aan deze voorwaarden voldoen. Voor hen gelden enkel de regels die gelden voor iedere contractvorm. Het spreekt echter voor zich dat het ook voor feitelijk samenwonenden aan te raden is zich met betrekking tot hun samenlevingscontract aan dezelfde voorwaarden te houden als wettelijk samenwonenden. Onderstaand zullen eerst een aantal bepalingen besproken worden waarover in het samenlevingscontract afspraken gemaakt kunnen worden. Het is hierbij niet de bedoeling om alle mogelijke afspraken op te sommen. Wel zullen de belangrijkste en meest voorkomende clausules aan bod komen. Daarna worden een aantal thema s behandeld waarvan bij wet vaststaat dat men er geen afspraken over mag opnemen in het samenlevingscontract. 60

3.1 Wat kan men vastleggen? Vooreerst kan het koppel in het samenlevingscontract afspraken maken met betrekking tot de aanwezige bezittingen. Bepaalde bezittingen kunnen als persoonlijk aanzien worden, terwijl andere goederen als gemeenschappelijke goederen aangeduid kunnen worden. Indien dit niet verder gespecificeerd wordt, zijn de gemeenschappelijke goederen in principe in onverdeeldheid voor 50 % eigendom van elke partner. Er kan in het samenlevingscontract een opsomming gemaakt worden van de goederen die de partners reeds in hun persoonlijk bezit hadden vóór de samenwoning. Het kan hierbij zowel gaan om roerende als onroerende goederen. Dit wordt ook een inventaris genoemd, waarover later in dit hoofdstuk meer (cf. 4). Veelal gaat men, voor wat de toekomst van de samenwonende partners betreft, in een samenlevingscontract voor een vermogensverdeling opteren die overeenkomt met die van gehuwden onder het wettelijk stelsel of gehuwden onder het stelsel van scheiding van goederen. Bij een eerste mogelijke verdeling spreken de partners af dat alle bezittingen van vóór het samenwonen persoonlijke bezittingen blijven. Ook goederen die tijdens het samenwonen aan één van de partners vererfd of geschonken worden, komen in zijn of haar persoonlijk vermogen terecht. Daarnaast wordt vaak in het samenlevingscontract opgenomen dat beroepsinkomsten, goederen aangekocht tijdens het samenleven en inkomsten op de persoonlijke bezittingen in onverdeeldheid aan beiden zullen toebehoren. Een andere mogelijke verdeling van de vermogens in een samenlevingscontract stemt overeen met het huwelijksvermogensstelsel van scheiding van goederen. Alle inkomsten, schenkingen, erfenissen en dergelijke meer komen terecht in het persoonlijk vermogen van één van de partners. Wanneer de partners samen een gemeenschappelijke rekening hebben waarmee ze bepaalde goederen aankopen, worden deze geacht in onverdeeldheid van de beide partners samen te zijn. Merk op dat dit stelsel op het gebied van de vermogensverdeling in de praktijk dezelfde uitwerking zal hebben als wanneer er geen samenlevingscontract opgesteld is. Dit zijn echter niet de enige mogelijkheden. Zoals de wet duidelijk maakt, mogen de partners de inhoud van hun samenlevingscontract vrij bepalen, zolang ze zich daarbij aan de wettelijke voorschriften houden (cf. 3.2). Met betrekking tot de verdeling van de bezittingen over het persoonlijke en het onverdeelde vermogen hebben de partners dus in principe volledige vrijheid. Uiteraard kan de notaris hen bijstaan om hun wensen in de juiste juridische context te plaatsen. Een andere mogelijke afspraak die de samenwoners in het samenlevingscontract kunnen opnemen heeft te maken met de maandelijkse bijdrage aan de gemeenschappelijke rekening. Op welke manier het vermogen ook verdeeld is onder de partners, er blijven steeds bepaalde kosten die gemeenschappelijk zijn. Denken we hierbij onder andere aan de facturen van de huur, de nutsvoorzieningen (gas, water, elektriciteit, internet...) Het samenlevingscontract 61

maar ook kosten voor het huishouden, de opvoeding van de kinderen, een gemeenschappelijke wagen, meubelen Daarom is het aan te raden dat de partners samen een gemeenschappelijke rekening openen waarmee ze dergelijke kosten kunnen betalen (cf. hoofdstuk 9, 6.2). Bij de verplichtingen van wettelijk samenwonenden werd vermeld dat zij bij wet verplicht zijn om beiden een bijdrage te betalen in de gemeenschappelijke kosten in verhouding tot hun financiële mogelijkheden. Wettelijk samenwonende partners zijn echter, in tegenstelling tot gehuwden, niet verplicht om hun inkomsten bij voorrang aan te wenden voor de gemeenschappelijke kosten van het samenleven. Het maandelijks bij te dragen bedrag moet niet noodzakelijk hetzelfde zijn voor beide partners. Het bedrag kan bepaald worden op basis van wat elke partner verdient. Als één van de partners niet of slechts deeltijds werkt, is het mogelijk dat zijn financiële bijdrage vervangen wordt door een bijdrage in natura. In de praktijk zal het dan meestal zo zijn dat de partner die niet werkt, instaat voor het huishouden of voor de opvang van de kinderen. In ruil hiervoor zal zijn of haar bijdrage aan de gemeenschappelijke rekening lager zijn. De partners kunnen hieromtrent afspraken maken in het samenlevingscontract. Daarin kan dan een bedrag vastgesteld worden dat elk van de partners moet bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten. Dit bedrag kan eventueel evolueren doorheen de tijd. Verder kunnen in het samenlevingscontract nog bijkomende afspraken gemaakt worden met betrekking tot de gemeenschappelijke financiële rekening. Indien men een rekening bij de bank opent, legt men op dat moment vast wiens handtekening nodig is om verrichtingen met het geld van die rekening uit te voeren. In praktijk kunnen de beide partners meestal verrichtingen uitvoeren zonder dat de andere partner volmacht moet geven. Eventueel kan men, indien men dat wenst, zijn partner zelfs volmacht geven op zijn persoonlijke rekening(en). De partners kunnen in het samenlevingscontract ook een lijst van zaken opsommen die met deze gemeenschappelijke rekening betaald kunnen worden. Het is daarnaast ook mogelijk om een verbod om bepaalde uitgaven met de gemeenschappelijke rekening te betalen, op te nemen, waardoor de partners verplicht worden deze kosten met hun eigen gelden te betalen. Wanneer één van de twee partners bijvoorbeeld een zaak uitbaat, kan afgesproken worden dat geen enkele kost met betrekking tot deze zaak vanuit de gemeenschappelijke rekening betaald mag worden. Daarnaast kan bijvoorbeeld afgesproken worden dat het onderhoudsgeld dat uitgekeerd moet worden aan een ex-partner van één van de samenwoners niet met de gemeenschappelijke rekening betaald mag worden. Een ander goed waarover afspraken gemaakt kunnen worden is bijvoorbeeld de wagen. Het is mogelijk dat de wagen die voor het gezin gebruikt wordt, eigendom is van één van de partners. Aangezien het de enige wagen van het gezin betreft en deze wagen door de 62

beide partners gebruikt wordt, kunnen de partners afspreken dat alle kosten die deze wagen met zich meebrengt met de gemeenschappelijke rekening betaald zullen worden. In het omgekeerde geval zou men kunnen beslissen dat bijvoorbeeld de kosten van de moto van de man niet met de gemeenschappelijke rekening bekostigd zullen worden. Indien één van de partners deze afspraken niet naleeft, zal de gemeenschappelijke rekening in principe vergoed moeten worden door de persoonlijke rekening van deze partner. Dit kan echter enkel afgedwongen worden door middel van een veroordeling via de rechtbank, wat meestal geen eenvoudige procedure is. Ook wat er met de tegoeden op de rekening(en) moet gebeuren indien de relatie wordt beëindigd door een relatiebreuk of een overlijden, kan in het samenlevingscontract afgesproken worden. Een andere thema dat in het samenlevingscontract kan worden opgenomen heeft te maken met de bevoegdheid om contracten af te sluiten. De partners kunnen namelijk afspraken maken met betrekking tot contracten waarvoor ze beiden hun toestemming moeten geven. Bij wettelijk samenwonenden geldt steeds de verplichting dat alle contracten met betrekking tot de gezinswoning door de beide partners samen afgesloten moeten worden. Deze regel blijft geldig als de woning eigendom is van één van de twee partners. Daarnaast kunnen in het samenlevingscontract nog een reeks andere contracten opgenomen worden waarvoor de partners afspreken dat ze steeds samen hun akkoord moeten geven. Zo kan bijvoorbeeld afgesproken worden dat voor de aankoop van onroerende goederen steeds de toestemming van de beide partners vereist is. Er kunnen ook soorten contracten worden opgesomd waarvoor juist geen toestemming van de beide partners vereist is. Zo kunnen de huur van een garagebox, de leasing van een wagen, het afsluiten van een verzekeringscontract en dergelijke meer toegelaten worden. Uiteraard hangt de noodzaak voor het opnemen van dergelijke bedingen af van de persoonlijke situatie van de samenwonende partners. Daarom is het belangrijk dat de partners zelf grondig nadenken over welke afspraken voor hun situatie noodzakelijk zijn. Een volgende reeks afspraken die in het samenlevingscontract gemaakt kunnen worden, hebben te maken met de kinderen. Uiteraard zal het vaak voorkomen dat de afspraken omtrent de kinderen pas achteraf in het samenlevingscontract opgenomen worden. De meeste overeenkomsten met betrekking tot de kinderen hebben te maken met de kosten die aan de opvoeding verbonden zijn. Daarbij is de situatie verschillend naargelang het een kind van de beide partners betreft of een kind van één van de partners. Bijvoorbeeld in nieuw samengestelde gezinnen waarbij de beide partners reeds kinderen hebben uit een vorige relatie is het maken van afspraken hieromtrent erg belangrijk. Uiteraard kunnen er zich op dit vlak heel wat verschillende situaties voordoen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat het kind niet steeds aanwezig is (co-ouderschap) of de nieuwe partner zou Het samenlevingscontract 63

het kind kunnen adopteren. Dit alles zal uiteraard zijn implicaties hebben op het vlak van de betaling van de kosten die aan de opvoeding van het kind verbonden zijn. Bij een kind van de beide partners samen of wanneer de partner beslist het kind te adopteren, zullen de kosten meestal betaald worden met de gemeenschappelijke rekening. In andere gevallen zou het kunnen dat de kosten betaald worden door het eigen vermogen van de ouder van het kind. Het spreekt voor zich dat de kinderen en de kosten die eraan verbonden zijn een heel belangrijk onderwerp zijn waarover absoluut afspraken gemaakt moeten worden. Meer informatie over de kinderen bij feitelijk en wettelijk samenwonende partners zal verder in dit boek (cf. hoofdstuk 11, 3.1) aan bod komen. Een volgend onderwerp dat in het samenlevingscontract opgenomen kan worden heeft te maken met de beëindiging van het samenleven. De verdeling van de vermogens na de samenleving is waarschijnlijk het belangrijkste thema van het samenlevingscontract. Het gaat hierbij niet alleen om de stopzetting van de samenleving omdat de partners beslissen uit elkaar te gaan, maar ook de regeling bij een overlijden komt hier aan bod. Men kan in het samenlevingscontract onder andere afspraken maken met betrekking tot de verplichting van het betalen van een hulp- of bijstandsuitkering van de ene aan de andere partner. Het gaat dan om een periodieke forfaitaire geldsom die gedurende een afgesproken periode betaald moet worden aan de partner bij de beëindiging van het samenwonen. Daarnaast kunnen ook afspraken gemaakt worden met betrekking tot de verdeling van de aanwezige goederen bij de beëindiging van het samenwonen. In principe zullen er hierbij weinig problemen zijn. Wanneer men echter, zoals vaak het geval is, ook gemeenschappelijke goederen heeft, kunnen er wel problemen opduiken. Indien de partners met de gemeenschappelijke rekening bijvoorbeeld meubelen gekocht hebben voor de gezinswoning, zal moeten afgesproken worden hoe deze goederen verdeeld zullen worden. In principe gebeurt de verdeling van de onverdeelde goederen 50/50. Men zou echter eventueel vooraf een andere verdeling kunnen afspreken in het samenlevingscontract. Het wordt nog moeilijker wanneer de partners samen met de gemeenschappelijke rekening bijvoorbeeld een nieuwe maatkeuken gekocht hebben die geplaatst wordt in de gezinswoning die eigendom is van één van de partners. Een mogelijke oplossing voor deze situatie is dat bij een eventuele scheiding de partner die geen eigenaar is van de woning, het geld van zijn investering terugkrijgt. Het zou echter ook kunnen dat zijn investering een compensatie is voor het werk dat zijn partner doet in het huishouden. In dat geval zal hij het geld van zijn investering niet terugkrijgen. Het belang van een samenlevingscontract moge dus duidelijk zijn. Over al deze moeilijke situaties zoals hierboven beschreven kunnen afspraken gemaakt worden in het samenlevingscontract. Zonder dergelijke overeenkomst zal de beëindiging van de samenwoning onvermijdelijk tot zware discussies leiden. 64

In het geval van overlijden van één van de partners zullen er zich vaak moeilijke en ingewikkelde situaties voordoen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de verdeling van de goederen moet gebeuren tussen de overlevende partner en de ouders van de overledene. Naast de emotionele gevolgen van het verlies, kan een discussie hierover makkelijk tot conflictsituaties leiden. Het spreekt dan ook voor zich dat de partners samen dit gevoelige onderwerp niet uit de weg mogen gaan en afspraken moeten maken over hoe zij deze verdeling bij overlijden van één van de partners wensen te organiseren. Het is belangrijk hierbij op te merken dat enkel met betrekking tot de goederen in onverdeeldheid schikkingen getroffen kunnen worden in het samenlevingscontract en dat deze schikkingen geen erfenisrechtelijke bepalingen mogen bevatten. Een mogelijke bepaling die hieromtrent in het samenlevingscontract kan opgenomen worden, is het beding van aanwas, dat dikwijls wordt gebruikt met betrekking tot de gemeenschappelijke woning. Dit beding zorgt ervoor dat bij het overlijden van de ene partner, zijn aandeel in de gemeenschap naar de overlevende partner gaat. Daarbij kan gestipuleerd worden of het gaat om een overdracht van enkel het vruchtgebruik of een overdracht in volle eigendom (cf. hoofdstuk 7, 3.2). In hoofdstuk 7 zal ook een antwoord gegeven worden op de vraag wat er met de gemeenschappelijke gezinswoning gebeurt bij overlijden van één van de partners. Bovenstaand werden een aantal veel voorkomende afspraken die in een samenlevingscontract opgenomen kunnen worden, toegelicht. We herinneren aan de opmerking dat deze lijst niet alle mogelijke clausules weergeeft. De samenwonende partners kunnen bijgevolg zelf kiezen welke clausules uit de lijst ze wensen op te nemen in hun samenlevingscontract en welke bijkomende afspraken ze hiernaast nog willen maken. Bovendien kunnen de partners in de loop van de samenleving ook samen beslissen bepaalde clausules te wijzigen, te schrappen of toe te voegen aan het samenlevingscontract. Hierbij moeten ze in elk geval rekening houden met de beperkingen die in onderstaande paragraaf toegelicht worden. 3.2 Wat kan men niet vastleggen? Uit de bovenstaande bespreking werd duidelijk dat de partners een grote vrijheid hebben met betrekking tot de verschillende afspraken die ze kunnen opnemen in een samenlevingscontract. Toch somt het Burgerlijk Wetboek een aantal zaken op die niet toegestaan zijn. Zo zegt de wet dat het samenlevingscontract geen clausules mag bevatten die beperkingen oplegt aan de individuele vrijheid van de partners. Dit brengt met zich mee dat er in een samenlevingscontract geen verplichting van trouw opgenomen kan worden. Bij het huwelijk is daarentegen de trouw een wettelijke verplichting. Het samenlevingscontract 65

Verder is het ook verboden om in het samenlevingscontract een overeenkomst op te nemen waarin staat dat na een relatiebreuk één van de partners aan de andere een vergoeding moet betalen die onbeperkt is in de tijd. Een dergelijke onderhoudsuitkering kan enkel vastgelegd worden in een beëindigingsverklaring voor wettelijk samenwonenden of via rechterlijke uitspraak van enerzijds aansprakelijkheid of anderzijds een natuurlijke verbintenis voor feitelijk en wettelijk samenwonenden (cf. hoofdstuk 1, 1.4 en 2.4). Daarnaast stelt artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek dat het samenlevingscontract geen bepalingen mag bevatten die strijdig zijn met de openbare orde en de goede zeden. Het is met andere woorden verboden om afspraken in het contract op te nemen die ingaan tegen de wetten uit het Burgerlijk Wetboek of andere wetteksten. Meer specifiek wordt er in artikel 1478 ook verboden om in het samenlevingscontract afspraken te maken die strijdig zijn met de andere artikels die het wettelijk samenwonen regelen. Zo mag men bijvoorbeeld geen afspraken maken waarbij het verbod opgeheven wordt dat één van de partners het recht heeft om de gezinswoning te verkopen, te verhuren of in pand te geven. Dit gaat namelijk in tegen het artikel 1477 van het Burgerlijk Wetboek dat van toepassing is voor wettelijk samenwonenden. Vervolgens mogen de bepalingen in het contract ook niet strijdig zijn met de regels betreffende het ouderlijk gezag en de voogdij. Men moet met andere woorden in elk geval met deze regelgeving rekening houden wanneer men afspraken omtrent de kinderen wenst op te nemen in het samenlevingscontract. Ten slotte mogen er in het contract ook geen afspraken gemaakt worden die indruisen tegen de regels die de wettelijke orde van erfopvolging bepalen. Er mogen bijgevolg helemaal geen afspraken gemaakt worden met betrekking tot de erfenis of de nalatenschap. Enkel de verdeling van de gemeenschappelijke goederen bij overlijden mag in het samenlevingscontract opgenomen worden. Voor afspraken met betrekking tot de erfenis kunnen de samenwonenden bijvoorbeeld een testament opstellen (cf. hoofdstuk 5, 2.1). Een samenlevingscontract dat afspraken bevat die niet voldoen aan één of meerdere van de bovenstaande bepalingen is ongeldig. Aangezien feitelijke samenwoning niet wettelijk geregeld is, moet een samenlevingscontract voor feitelijk samenwonenden in principe geen rekening houden met deze beperkingen. Merk wel op dat het samenlevingscontract van feitelijk samenwonenden wel moet voldoen aan het algemeen verbintenissenrecht, waardoor ook die overeenkomst 66

bijvoorbeeld niet mag ingaan tegen de openbare orde en de goede zeden. Bovendien mag een samenlevingscontract voor feitelijk samenwonenden ook geen regeling met betrekking tot de erfenis of de nalatenschap bevatten. Het spreekt voor zich dat het voor de samenwonende partners moeilijk is om na te gaan of hun afspraken eventueel ingaan tegen één van deze bepalingen. Hier is dan ook een belangrijke taak weggelegd voor de notaris. Hij zal bij het opstellen van de akte nagaan of de verschillende gewenste afspraken tussen de partners juridisch toegelaten zijn. Hoewel het voor feitelijk samenwonenden, in tegenstelling tot wettelijk samenwonenden, niet verplicht is om hun samenlevingscontract door een notaris te laten opmaken, zou dit een extra motivatie moeten zijn om voor hun samenlevingscontract toch bij een notaris langs te gaan. Er bestaat geen wettelijk model van wat er precies in een samenlevingscontract opgenomen moet worden. We voegen echter in de bijlagen bij dit boek een voorbeeld van een samenlevingscontract toe (cf. bijlage 1). 4 Opstellen van een inventaris Bovenstaand werd reeds besproken dat het samenlevingscontract bij voorkeur vóór de start van de samenwoning opgesteld wordt. Daarbij kunnen de verschillende aanwezige goederen ingedeeld worden in eigen goederen van de partners en goederen die eigendom zijn van de beide partners samen. Het is duidelijk dat het van groot belang is om de aanwezige goederen op voorhand op te sommen en te bepalen wie de eigenaar is om latere discussies te vermijden. Dit kan gebeuren aan de hand van een inventaris, een geschreven document waarop alle persoonlijke, gemeenschappelijke of in onverdeeldheid toebehorende bezittingen vermeld worden. Dit geschreven document kan het best toegevoegd worden aan het samenlevingscontract. Het spreekt voor zich dat de handtekeningen van de beide partners noodzakelijk zijn om achteraf discussies over de echtheid van de inventaris te vermijden. Noch feitelijk samenwonenden noch wettelijk samenwonenden zijn verplicht om een inventaris van hun bezittingen op te maken. Maar in de beide gevallen is het wel aan te raden. Het opstellen van een inventaris kan namelijk om twee verschillende redenen nuttig zijn. Vooreerst vereenvoudigt de inventaris de verdeling van de aanwezige goederen als de samenwoning beëindigd zou worden door een relatiebreuk of bij een overlijden van één van de partners. Alle goederen die als persoonlijke goederen in de inventaris opgenomen Het samenlevingscontract 67

zijn, keren terug naar hun oorspronkelijke eigenaar of naar zijn erfgenamen. Alle resterende goederen worden dan verondersteld tot de onverdeeldheid te behoren waarvan elke partner in principe voor de helft eigenaar is. De waarde van deze goederen kan dan eventueel geschat worden en verdeeld worden onder de verschillende samenwoners. Er kan afgesproken worden dat de schatting gebeurt bij overeenkomst tussen twee notarissen. Indien deze niet tot een akkoord komen, wordt een rechter bevoegd om de waarde te bepalen. Het feit dat men op voorhand reeds een inventaris van de bezittingen opgemaakt heeft, kan bij een beëindiging dus eindeloze discussies vermijden. Een tweede argument voor het opmaken van een inventaris is dat men dankzij een duidelijke inventaris een betere bescherming geniet tegen eventuele schuldeisers. Wanneer één van de partners schulden heeft waarvan hij of zij niet meer in staat is om ze terug te betalen, kan de schuldeiser beslag laten leggen op de aanwezige goederen. In principe zal bij een dergelijke beslaglegging geen rekening gehouden worden met de vraag of de goederen van de partner-schuldenaar zijn, dan wel van de andere partner. Dit komt omdat de schuldeisers het wettelijk vermoeden mogen hebben dat de partner-schuldenaar eigenaar is van alle goederen die aanwezig zijn in de gezinswoning. Wanneer de andere partner echter kan aantonen dat bepaalde goederen die in de woning aanwezig zijn, deel uitmaken van zijn persoonlijke eigendom, zijn die goederen gevrijwaard van het beslag door de schuldeisers. Zelfs na beslaglegging kan de inventaris het eigendomsbewijs leveren voor het terugvorderen van de in beslag genomen goederen die geen eigendom zijn van de schuldenaar. Een inventaris is dus niets meer dan een lijst met daarop de verschillende bezittingen van de partners. Er is geen wettelijk model van wat er precies in een inventaris opgenomen moet worden. Gezien het belang van dit document bij eventuele discussies is het aan te raden om de goederen zo precies mogelijk te omschrijven. Zo kan achteraf ook geen twijfel meer ontstaan of het wel degelijk het omschreven goed betreft. Veelal zullen de samenwonenden de inventaris samen opstellen bij aanvang van de samenwoning. Naast de persoonlijke goederen van de beide partners kunnen er in de inventaris ook al gemeenschappelijke goederen voorkomen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de partners voordat ze samenwoonden samen bijvoorbeeld al een televisietoestel of een auto gekocht hadden. Dit kan dan ook opgenomen worden in de inventaris als gemeenschappelijk goed. In de loop van de samenwoning kan men eventueel op het moment van een belangrijke aankoop samen beslissen dat er nood is aan een actualisatie van de inventaris. Samenwonenden kunnen op elk moment een inventaris opmaken. In de praktijk zal het vaak voorkomen dat de inventaris samen met het samenlevingscontract opgesteld wordt. Bijgevolg zal de inventaris dan ook vaak samen met de notaris opgesteld worden. Dit is 68

echter geen verplichting. Het is zelfs mogelijk dat wettelijk samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract een inventaris opstellen zonder tussenkomst van de notaris. Het is in elk geval aan te raden om de inventaris zodra hij opgemaakt is, te laten registreren (waardoor het ook effectief bewijskracht krijgt). Dit gebeurt door het document van de inventaris aan te bieden bij het registratiekantoor. Daar wordt het document letterlijk overgeschreven en wordt er op het originele document een stempel gezet met verwijzing naar het boek, het blad en de kolom waar de registratie gebeurde. Het originele document met de stempel wordt vervolgens teruggegeven. Hiervoor moet wel een registratierecht betaald worden. Dankzij deze registratie kan het moment van de opmaak aangetoond worden aan eventuele schuldeisers. Wanneer iemand schulden heeft en het voor hem duidelijk wordt dat hij deze niet zal kunnen betalen en er dus een beslaglegging dreigt, zou hij snel nog een inventaris kunnen opmaken. Daarin zou hij kunnen vermelden dat bijna alle aanwezige goederen persoonlijke bezittingen van zijn partner zijn. Hierdoor zouden de schuldeisers geen aanspraak meer kunnen maken op deze goederen. Wanneer de inventaris echter dateert van kort vóór de beslaglegging zou er een vermoeden van opzettelijk misbruik kunnen zijn. In dat geval kan de inventaris door een juridische procedure nietig verklaard worden en moeten de partners het eigendomsrecht op de verschillende goederen alsnog op een andere manier bewijzen. Bij een geregistreerde inventaris wordt het duidelijk dat de inventaris al langer bestaat en vermijdt men dergelijke problemen. Een andere manier om het moment van opmaak aan te tonen, is de inventaris als bijlage aan het samenlevingscontract te laten hechten en op die manier notarieel te laten verlijden, waardoor er opnieuw een datum op vermeld wordt. 5 Besluit Uit voorgaande hoofdstukken werd duidelijk dat de rechtsbescherming voor gehuwden heel wat uitgebreider is dan die voor ongehuwd samenwonenden. Dit zorgt er dan ook voor dat er bij ongehuwd samenwonenden een belangrijke noodzaak is om vooraf onderling duidelijke afspraken te maken. Dit kan gebeuren aan de hand van een samenlevingscontract. Het opmaken van een dergelijk contract is niet verplicht voor samenwonenden, maar valt uiteraard wel sterk aan te raden. Het kan namelijk heel wat discussies vermijden bij beëindiging van de relatie of bij overlijden. Zowel feitelijk samenwonenden als wettelijk samenwonenden kunnen een samenlevingscontract opstellen. Wettelijk samenwonenden zijn verplicht hun contract door een notaris te laten opstellen. Feitelijk samenwonenden kunnen vrij kiezen tussen een al dan niet notariële akte. In elk geval geniet het opstellen van een notariële akte wel de Het samenlevingscontract 69

70 voorkeur: de notaris kan advies geven over de exacte formulering van de bepalingen die opgenomen worden in het samenlevingscontract, waardoor discussies achteraf kunnen worden vermeden. Het koppel kan vrij kiezen wat ze in het samenlevingscontract overeenkomen. Bovenstaand werden dan ook een hele reeks voorbeelden aangehaald van mogelijke afspraken die de partners in het contract kunnen opnemen. Het Burgerlijk Wetboek legt omtrent de inhoud slechts een paar beperkingen op. De wet legt daarbij voornamelijk het verbod op om clausules op te nemen die strijdig zijn met de openbare orde. Verder mag het contract ook geen bepalingen bevatten die beperkingen opleggen aan de individuele vrijheid van de partners en mag het contract geen erfenisbepalingen bevatten. Naast het samenlevingscontract kan het koppel ook een inventaris opmaken. Dit is een document waarop de partners alle persoonlijke bezittingen inventariseren. Feitelijk en wettelijk samenwonenden zijn niet verplicht om een dergelijke inventaris op te maken. De praktijk maakt echter duidelijk dat dit in heel wat gevallen aan te raden is. Een inventaris kan eventueel ook achteraf opgemaakt worden of kan bijgewerkt worden in de loop van het samenleven. In elk geval is het aan te raden om de inventaris te laten registreren. Hierdoor wint dit document aan bewijskracht.