Onderzoeksrapportage invoering 1-zorgroute in samenwerkingsverbanden



Vergelijkbare documenten
Draaiboek invoering 1-zorgroute in een samenwerkingsverband primair onderwijs. Samen onderwijs passend maken. Passend onderwijs

Wat worden leerlingen en ouders hier beter van? Wat levert het op voor leerkrachten, scholen en partners?

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Werken met groepsplannen in het VO Naar handelingsgericht werken. Schoolpsychologencongres maart 2013 Arjan Clijsen

KWALITEITSKAART. 1-Zorgroute. Opbrengstgericht werken

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen

PASSEND ONDERWIJS: samenwerken aan kwaliteit.

Handelingsgericht werken in het VO Op maat ontwerpen en invoeren onderwijszorgroute. Dag van de zorgcoördinator 2013

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen

SWV Eemland Zorgplan Collectieve Ambitie

Schoolondersteuningsprofiel. De Poolster

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon

Doorlopende leerlijnen. Arjan Clijsen, Wout Schafrat en Suzanne Beek. Competentiescan Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs

Taken van interne begeleiders in de samenwerking

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht

Hoe volgt en begeleidt Montessori-Zuid de leerlingen?

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Passend Onderwijs. Regio 30-08

Schoolondersteuningsprofiel. 11LK00 'n Esch

Bijeenkomst 1 Maatwerktraject onderwijskundig begeleider

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het?

Masterclass Handelingsgericht Werken voor IB ers en rekenspecialisten

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid

Samenvatting Ondersteuningsprofiel Passend Onderwijs. Nassauschool Groningen

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel. 00CV00 School Matthijsje

Schoolondersteuningsprofiel. 05KK00 n Boaken

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

Ondersteuningstoewijzing gaat over de wijze waarop leerlingen die extra ondersteuning behoeven die ondersteuning kunnen ontvangen.

Schoolondersteuningsprofiel. 11WU00 Mariaschool

Op weg naar een sluitende zorgstructuur in en om het (voortgezet) speciaal onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip

Handelingsgericht werken

ZORGPLAN uitvoeringsplan Samenwerkingsverband WSNS. Zuidwest Utrecht (21.02) Vaststelling. Datum: Voorzitter

Schoolondersteuningsprofiel. 24CT00 RK Basisschool De Floriant

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs

ALGEMENE INFORMATIEBROCHURE

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN?

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

Schoolondersteuningsprofiel. 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht

analyse van de opbrengsten.

Schoolondersteuningsprofiel. 11KM00 Basissch Insp J. Cryns

Schoolondersteuningsprofiel. 08BD Prins Willem Alexander

Schoolondersteuningsprofiel

Opbrengstgericht werken (OGW)

Schoolondersteuningsprofiel. 17FK/17PC/30AR De Diamant

Schoolondersteuningsprofiel. 07MG00 Chr Basissch Eben Haezer

Jaarplan / regio Randstad

Schoolondersteuningsprofiel. 08PJ00 J.J. Anspachschool

Schoolondersteuningsprofiel. 17IQ00 School voor Speciaal Basisonderwijs De Verrekijker

Schoolondersteuningsprofiel. 27CG00 RK Bs De Waterwilg

Schoolondersteuningsprofiel. 13KR00 De Wendakker

Figuur 1: Leerlingen in basisonderwijs ( )

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013

Schoolondersteuningsprofiel. 11RU00 Obs De Lijster

Samenwerkingsverband VO Delft en omstreken

III extra ondersteuning Niveau 3. Bestuurs systematiek. Monitoren en evalueren minimaal na 3 maanden in am, met AB-er en ouders

Ondersteuningsplan

12OT00 Berglarenschool GEMERT. Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Samenvatting. Totalen

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Opbrengstgericht werken -instructiebehoeften -pedagogische behoeften Handelingsgerichte-proces-diagnostiek. November 2011 Ad Kappen

Samenwerkingsverband VO Amsterdam. Schoolondersteuningsprofiel

Teksten voor de nieuwe website van REC Zeeland t.a.v. INFORMATIE T.B.V. HET ONDERWIJS/ONDERWIJS(DES)KUNDIGEN.

Niveaus van zorg in 6 stappen

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Dr. Ellen Luteijn GZ psycholoog en werkzaam bij Kentalis. NVA Congres 2013

Schoolondersteuningsprofiel. 15WU00 Albertine Agnesschool

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Schoolondersteuningsprofiel

1-zorgroute in het speciaal basisonderwijs

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

ROUTEPLANNER BIJ GROEIDOCUMENT HANDELINGSGERICHT INTEGRAAL ARRANGEREN

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Van individuele casuïstiek naar casusoverstijgende oplossing?!

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Schoolondersteuningsprofiel. 14QN00 IBS De Twamester

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Schoolondersteuningsprofiel. 21NI00 GBS De Fontein

Schoolondersteuningsprofiel. 04TL00 Chr Basissch It Twaspan

Schoolondersteuningsprofiel. 18UV00 OBS De Westhoek

1. Ons beleid over ons pedagogisch klimaat wordt door alle teamleden toepast.

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs

SBO 3 BOOR ZORGPLAN

Transcriptie:

Onderzoeksrapportage invoering 1-zorgroute in samenwerkingsverbanden WSNS KPC Groep Suzanne Beek Arjan Clijsen

Colofon Deze publicatie is ontwikkeld door KPC Groep voor ondersteuning van het regulier en speciaal onderwijs in opdracht van het ministerie van OCW. KPC Groep vervult op het gebied van R&D een scharnierfunctie tussen wetenschap en onderwijsveld. Het is toegestaan om, in het kader van een educatieve doelstelling, niet bewerkte en niet te bewerken (delen van) teksten uit deze publicatie te gebruiken, zodanig dat de intentie en aard van het werk niet worden aangetast. Het is toegestaan om het werk in het kader van educatieve doelstellingen te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar te maken in enige vorm, zoals elektronisch, mechanisch of door fotokopieën. Bronvermelding is in alle gevallen vereist en dient als volgt plaats te vinden: Bron: Beek, S. & Clijssen, A. (2011). Onderzoekrapportage invoering 1-zorgroute in samenwerkingsverbanden primair onderwijs. s-hertogenbosch: KPC Groep in opdracht van het ministerie van OCW. KPC Groep, s-hertogenbosch, 2011

1 VOORWOORD 5 1.1 Leeswijzer 6 Inhoud 2 1-ZORGROUTE EN HET SAMENWERKINGSVERBAND/DE 7 REGIO 2.1 Korte schets van 1-zorgroute 7 2.2 Implementatie in het samenwerkingsverband 9 2.3 Samenwerkingsverbanden en regio 10 2.4 Ouders 12 3 ONDERZOEKSOPZET 14 3.1 Probleemstelling 14 3.2 Doelstelling 14 3.3 Vraagstelling 14 3.4 Onderzoeksaanpak 14 3.5 Afstemming 16 3.6 Opbrengsten 17 4 RESULTATEN 18 4.1 Vooronderzoek 18 4.2 Literatuur 19 4.3 Zes samenwerkingsverbanden 20 4.4 Vragenlijsten 28 5 CONCLUSIES 32 5.1 Onderzoeksvragen 32 5.2 Het invoeringsproces 32 5.3 Afstemming tussen de schoolinterne en de schoolexterne 36 zorg 5.4 Gezamenlijk denk- en werkkader voor alle actoren 37 6 DISCUSSIE 39 7 BRONNEN 40 8 BIJLAGE 1: TELEFONISCHE INTERVIEWS MET ZES 42 SAMENWERKINGSVERBANDEN 8.1 Onderzoeksvragen 42 8.2 Inrichting structuur (stuurgroep et cetera) 42 8.3 Aanleiding 44 8.4 Doelen rond 1-zorgroute 45 8.5 Regie, besluitvorming, introductie en communicatie rond de 47 1-zorgroute 8.6 Draagvlak voor de 1-zorgroute 50 8.7 Activiteiten 50 8.8 Afstemming bovenschool en school 50 8.9 Middelen 54

8.10 Kwaliteitsbewaking 55 8.11 Meerwaarde en knelpunten 55 9 BIJLAGE 2: VRAGENLIJSTONDERZOEK 59 IMPLEMENTATIE 1-ZORGROUTE IN HET SAMENWERKINGSVERBAND 9.1 Korte toelichting van het vragenlijstenonderzoek 59 9.2 Vragenlijst implementatie1-zorgroute in het 59 samenwerkingsverband 9.3 Resultaten 71 Pagina 4/82

1 VOORWOORD Passend onderwijs betekent dat elk kind onderwijs krijgt dat het beste bij zijn of haar talenten en beperkingen past. Dit geldt ook voor de kinderen met een stoornis, ernstige ziekte of handicap. Zij kunnen extra hulp krijgen op een reguliere school of op een school voor speciaal onderwijs. Om te garanderen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past, wordt per 1 augustus 2012 de zorgplicht ingevoerd. Scholen en schoolbesturen worden dan verplicht te zorgen voor een passende onderwijsplek en passend onderwijs voor elke leerling. Het project Weer Samen Naar School (WSNS) had als doel kinderen, die extra zorg en begeleiding nodig hebben, zoveel mogelijk op een reguliere basisschool te houden. Het ging om leerlingen die moeite hebben met leren of die gedragsproblemen hebben. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen met ADHD, dyslexie of bepaalde vormen van autisme. Ook hoogbegaafde leerlingen hebben vaak extra aandacht nodig. Lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapte leerlingen en leerlingen met ernstige gedragsstoornissen of psychiatrische stoornissen zijn geen doelgroep van WSNS. Deze leerlingen kunnen naar een school voor speciaal onderwijs (SO) of ze kunnen met leerlinggebonden financiering (het rugzakje) naar een reguliere basisschool. Basisscholen krijgen extra geld en hulpmiddelen van de overheid om zoveel mogelijk kinderen passende zorg en passend onderwijs te kunnen bieden. Daarnaast is er intensieve samenwerking tussen basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) om de zorg op een zo hoog mogelijk niveau te brengen. Deze aanpak zorgt ervoor dat kinderen met speciale zorgbehoeften optimaal kunnen presteren op de basisschool. Ook is de verwachting dat met deze aanpak minder kinderen naar het speciaal onderwijs of een school voor SBO gaan. Het project '1-zorgroute in samenwerkingsverband/regio' werd door KPC Groep uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW in het kader van SLOA. Het project richtte zich op de strategische kern: "het op alle niveaus (groep, school, samenwerkingsverband en regio) realiseren van een dekkend en flexibel aanbod" (zie Hoofdlijnenbrief 2011-2012). Op het niveau van samenwerkingsverbanden WSNS vond in dit project onderzoek plaats naar de manier waarop de implementatie van 1-zorgroute verloopt en naar de wijze waarop 1-zorgroute een gezamenlijk denk- en werkkader biedt voor alle actoren die op groepsniveau, schoolniveau en bovenschools niveau betrokken zijn bij de onderwijszorg aan leerlingen. Een aandachtspunt binnen het onderzoek was de wijze waarop binnen een SWV vanuit 1-zorgroute de afstemming en samenwerking tussen de schoolinterne en de schoolexterne zorg handelingsgericht, efficiënt en effectief ingericht kan worden (denk bijvoorbeeld aan zorgteams in school en een bovenschools Zorg Advies Team). Het project '1-zorgroute in SWV/regio' was onderdeel van drie deelprojecten waarin onderzoek verricht werd naar de implementatie en de resultaten van de 1-zorgroute. In 2009 is het deelproject '1-zorgroute in de basisschool' afgerond en in 2010 liep het deelproject '1-zorgroute in het speciaal basisonderwijs' af. Deze onderzoeksrapportage had niet tot stand kunnen komen zonder de enthousiaste en betrokken maar ook kritische verhalen van vele betrokkenen bij 1-zorgroute in samenwerkingsverbanden. Dank daarvoor! Pagina 5/82

1.1 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt een korte schets gegeven van de 1-zorgroute en wordt een samenvatting gegeven van de literatuur op het terrein van de zorg in en om de school. Hoofdstuk 3 geeft de onderzoeksopzet weer. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van het vooronderzoek, de literatuurstudie, bij de zes cases en van het vragenlijstonderzoek geschetst. Hoofdstuk 5 bevat de conclusies en afgesloten wordt met een discussiehoofdstuk. In de bijlagen worden de resultaten uitgebreider beschreven. Pagina 6/82

2 1-ZORGROUTE EN HET SAMENWERKINGSVERBAND/DE REGIO 2.1 Korte schets van 1-zorgroute In opdracht van WSNS Plus is voor basisscholen, SBO-scholen, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden WSNS 1-zorgroute ontworpen (Clijsen, Gijzen, De Lange en Spaans, 2007). 1-zorgroute is een integrale aanpak, waarin in onderlinge samenhang op groepsniveau, schoolniveau en bovenschools niveau (binnen het SWV of de regio) cyclisch en planmatig stappen gezet worden om de onderwijszorg binnen en buiten de school af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Centraal staat het vergroten van de handelingsbekwaamheid van leraren om preventief, doelgericht en handelingsgericht om te gaan met verschillen in onderwijsbehoeften van leerlingen. De 1-zorgroute is gebaseerd op een 10-tal uitgangspunten. Deze vormen de rode draad in de inhoud en het proces van de 1-zorgroute. 1 Alle leerlingen hebben zorg nodig. 2 Proactief denken en handelen. 3 Denken vanuit onderwijsbehoeften. 4 Werken met groepsplannen. 5 Stimulansen voor effectief onderwijs en de zorgstructuur. 6 Eenduidigheid, transparantie en afstemming. 7 Ouders zijn een belangrijke partner. 8 Registratie van het onderwijsaanbod. 9 Aandacht voor instroom en uitstroom. 10 Bovenschoolse samenwerking. In de groep In de groep wordt de cyclus Handelingsgericht Werken uitgevoerd. Pagina 7/82 In deze cyclus zet de leerkracht de onderstaande stappen. 1 Het verzamelen van gegevens over leerlingen uit toetsen, observaties en gesprekken met kinderen en ouders in een groepsoverzicht. 2 Het signaleren van leerlingen die de komende periode extra aandacht nodig hebben.

3 Het benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen, met in het bijzonder aandacht voor de leerlingen die bij stap 2 gesignaleerd zijn. 4 Het clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. 5 Het opstellen van een groepsplan, op basis van onderwijsbehoeften en gekozen clustering. 6 Het uitvoeren en evalueren van het groepsplan. Scholen kiezen voor welke vakgebieden (meestal lezen, taal en rekenen) zij deze cyclus in school uitvoeren. Sommige scholen stellen een apart pedagogisch groepsplan op. Andere scholen kiezen ervoor de pedagogische aspecten op te nemen in de didactische groepsplannen. De school maakt zelf een keuze in welke frequentie zij de cyclus HGW per schooljaar uitvoert. In de school In de school vinden de groepsbesprekingen en leerlingenbesprekingen plaats. Elke cyclus van handelingsgericht werken wordt afgerond met een groepsbespreking. Deze bespreking is tevens het begin van de nieuwe cyclus. Bij de groepsbespreking zijn de leerkracht en de intern begeleider aanwezig. In de groepsbespreking wordt het vorig groepsplan geëvalueerd, het groepsoverzicht besproken, de onderwijsbehoeften van bepaalde leerlingen aangescherpt en bekeken hoe in de groep leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften op een haalbare manier geclusterd kunnen worden. Tevens worden handvatten verzameld voor het opstellen van het nieuwe groepsplan en wordt besproken hoe naar subgroepje(s) leerlingen de instructie en het aanbod geïntensiveerd kan worden. Desgewenst geeft de leerkracht aan waar zij begeleiding bij nodig heeft van de intern begeleider. Als een leerling herhaald onvoldoende profiteert van het groepsplan, als de onderwijsbehoeften van de leerling onduidelijk blijven of als er vermoedens zijn van een ernstige problematiek of stoornis, kan de leerling vanuit de groepsbespreking aangemeld worden voor de leerlingenbespreking c.q. het zorgteam van school. Centraal in deze bespreking staat de begeleidingsvraag van de leerkracht. Voorafgaand en na afloop van de leerlingenbespreking vindt een gesprek plaats met de ouders van de leerling. In de leerlingenbespreking worden het ontwikkelingsperspectief (OPP) en de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling verhelderd en besproken hoe de leerkracht aan deze onderwijsbehoeften in een groepsplan of een individueel handelingsplan tegemoet kan komen. De intern begeleider leidt de leerlingenbespreking. De leerkracht is altijd aanwezig. Op steeds meer scholen is de leerlingenbespreking een overleg van het zorgteam van school. In het zorgteam van school, dat onder leiding van de intern begeleider staat, kan ook externe deskundigheid aanwezig zijn, bijvoorbeeld maatschappelijk werk, een jeugdverpleegkundige of een gedragswetenschapper. Zij kunnen de leerkracht en intern begeleider adviseren en hebben korte lijnen naar de zorg en bijvoorbeeld ambulante opvoedingsondersteuning. Vanuit de leerlingenbespreking c.q. het zorgteam van school kan een leerling aangemeld worden bij het bovenschoolse Zorg Advies Team (ZAT) van het samenwerkingsverband of bij een commissie die in het kader van passend onderwijs de toewijzing van extra ondersteuning in het samenwerkingsverband gaat uitvoeren. Pagina 8/82 Bovenschools De leerlingenbespreking c.q. het zorgteam van school is in de 1-zorgroute de schakel naar bovenschoolse (onderwijs)zorg binnen het samenwerkingsverband. De intern begeleider is de contactpersoon en meldt zo nodig leerlingen aan bij een commissie in het samenwerkingsverband die de toewijzing van extra ondersteuning uitvoert.

De school kan het samenwerkingsverband om handelingsgerichte (proces)diagnostiek vragen als zij niet weet wat het OPP en de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling zijn. Als de leerkracht (en intern begeleider) niet weet hoe zij in de groep aan de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling tegemoet kan komen, kan om ondersteuning, begeleiding of coaching van de leerkracht (en intern begeleider) gevraagd worden. De ondersteuningsbehoeften van de leerkracht zijn dan eerst in kaart gebracht. In geval van medische of psychosociale problematiek kan via het ZAT/CJG om externe zorg aan het kind of om opvoedingsondersteuning voor de ouders gevraagd worden. De gemeente heeft de regierol in de jeugdketen en dient ervoor te zorgen dat er sluitende afspraken zijn voor snelle en passende hulp. De zorg in het onderwijs moet daarom zo goed mogelijk afgestemd worden met de zorg die geboden wordt door Centra voor Jeugd en Gezin (jeugdgezondheidszorg en het maatschappelijk werk) en de jeugdhulpverlening. Het zorgadviesteam is het platform waarin scholen met de buitenschoolse zorginstanties afstemmen over de zorg. Indien de school na herhaalde (en goed gedocumenteerde) inspanningen niet in staat is om tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling, kan in de leerlingenbespreking c.q. het zorgteam van school in nauw overleg met de ouders het besluit genomen worden om de mogelijkheden te onderzoeken van een (tijdelijke) verwijzing van de leerling naar een tussenvoorziening, een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. Het samenwerkingsverband stelt zelf vast welke criteria en procedures gehanteerd worden voor het toewijzen van deze extra ondersteuning. Feitelijk kunnen in de 1-zorgroute vier niveaus van onderwijszorg onderscheiden worden, met elk eigen onderwijszorgarrangementen: de algemene onderwijszorg en de extra ondersteuning aan leerlingen in de groep; extra ondersteuning aan een leerling vanuit de leerlingenbespreking c.q. het zorgteam van school; ondersteuning vanuit het SWV aan de leerling en/of leerkracht in de basisschool, externe (jeugd)zorg aan de leerling of opvoedingsondersteuning voor de ouders en als laatste de onderwijszorg in het special basisonderwijs, speciaal onderwijs of een tussenvoorziening. 2.2 Implementatie in het samenwerkingsverband Vanuit de regio of het samenwerkingsverband worden idealiter de volgende fasen bij de invoering van de 1-zorgroute doorlopen (Clijsen, 2007). - Oriëntatiefase. Op bovenschools niveau wordt op uitvoerings- en bestuurlijk niveau georiënteerd op de inhoud van de 1-zorgroute en de meerwaarde ervan. Na deze oriëntatie volgt een besluitvormingsproces zoals dat binnen het samenwerkingsverband gebruikelijk is. - Voorbereidingsfase. Er wordt een bovenschoolse stuurgroep geïnstalleerd. Zij analyseert de huidige situatie in het samenwerkingsverband en formuleert de gewenste situatie. Er wordt een masterplan opgesteld waarin twee elementen centraal staan: de invoering van de 1-zorgroute in de scholen (meestal gebeurt dit tranchegewijs) en de omvorming van de bovenschoolse zorgstructuur (met alle actoren). De externe partners die een rol hebben binnen de 1-zorgroute worden in deze fase geïnformeerd. - Planvorming met externen. Met de externe partners wordt in overleg nagegaan hoe de samenwerking in het kader van de 1-zorgroute moet gaan plaatsvinden. De komst van passend onderwijs is hierin een belangrijk gegeven. Het eindresultaat is een convenant. - Uitvoeringsfase. Tijdens de uitvoeringsfase staat monitoring en bijstelling centraal. De stuurgroep vervult hierin een belangrijke functie. Pagina 9/82

Uit eerder onderzoek (Amsing, Bertu en Maas, 2009 en Adema en Amsing, 2010 en ook uit het vooronderzoek) kwam naar voren dat bij de invoering van 1-zorgroute in de school het goed afstemmen en samenwerken met partners in de externe onderwijszorg, zowel op basisscholen als scholen voor speciaal basisonderwijs, géén hoge prioriteit heeft. De scholen zijn bij de invoering in eerste instantie vooral gericht op het maken van een interne kwaliteitsslag ten aanzien van handelingsgericht werken. Medewerkers in het onderwijs en in de zorg spreken vaak een verschillende taal (zie ook Rekers e.a., 2008). De 1-zorgroute wil alle betrokken actoren in onderwijs en zorg een gezamenlijk denk- en werkkader bieden en bijdragen aan een efficiënt en effectief functionerende zorgketen, waarin vroegtijdig gesignaleerd en gereageerd wordt. Vanuit literatuuronderzoek naar goede implementatie bij de ontwikkeling en uitvoering van effectieve jeugdzorg (Stals e.a., 2008) is bekend dat planmatige implementatie cruciaal is voor het werken met effectieve interventies, of deze nu van buitenaf (door invoering van evidencebased practice) of van binnenuit (door ontwikkeling van practice-based evidence) geïnitieerd worden. Die aandacht kan op verschillende manieren besteed worden: benader implementatie als een planmatig en langdurig proces; maak gebruik van effectieve strategieën die op maat ingezet worden (passend bij de doelgroep, de interventie, de context en met de verschillende fasen van het proces) en monitor de uitkomst zodat resultaten zichtbaar worden en bijstelling mogelijk is; heb aandacht voor onderzoek naar implementatie. 2.3 Samenwerkingsverbanden en regio Ten aanzien van de samenwerking tussen scholen en andere zorgpartners in een samenwerkingsverband of regio is vooral beschrijvend onderzoek uitgevoerd. Doorduijn, Fiddelaars-Jaspers, Spee en Van Veen (2002) constateerden met betrekking tot de samenwerking op strategisch en operationeel niveau tussen de leerlingenzorg van de school, de bovenschoolse leerlingenzorg en externe instellingen dat de partijen met een eigen visie op de noodzaak en de invulling van de samenwerking met elkaar samenwerken. In 2005 beschreven Radema, Van Veen, Verheij & Wouters zestien scholen binnen REC Cluster 3 en 4 die in samenwerking met instellingen in de jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg voor 'zeer moeilijk plaatsbare leerlingen' onderwijszorgarrangementen ontwikkelden. De proefprojecten lieten zien dat het vormgeven van onderwijszorgarrangementen een intensief en tijdconsumerend proces is. Ontwikkelen van een gezamenlijke visie en aanpak en het bewust omgaan met drie dimensies van samenwerking (informatie-uitwisseling, afstemming en integratie van activiteiten) bleken belangrijke uitgangspunten in dit proces. Pagina 10/82 In het kader van passend onderwijs is door het ITS (Smeets, 2007) een onderzoek uitgevoerd naar de samenwerking tussen primair onderwijs, voortgezet onderwijs, regionale expertisecentra en jeugdzorg in vijf regio s (Zuid-Limburg, Duin en Bollenstreek, Eemland, Waterland en Arnhem). Daarin bleek behoefte aan verbetering van de bovenschoolse zorgstructuur gezien de overlap in de bovenschoolse zorg en versterking van het handelingsgericht werken van leraren. Ook het systeem van indicatiestelling diende verbeterd, daar dit te bureaucratisch was en de procedures veel tijd kostten. Als derde punt werd gewezen op het ontbreken van een doorgaande lijn in het onderwijs- en zorgaanbod. De oplossing werd gezien in het inrichten van 1-loket. De volgende succesfactoren voor regionale samenwerking werden in dit onderzoek genoemd. 1 Een gevoel van urgentie en relevantie. 2 Duidelijke doelen, rollen en verantwoordelijkheden. 3 Een duidelijk tijdpad en een stapsgewijze aanpak.

4 Leiderschap, regie en besluitvaardigheid. 5 Betrokkenheid bij en deskundigheid van deelnemers. 6 Aandacht voor preventie. 7 Sturingsmogelijkheden op basis van opbrengstverwachtingen, supervisie, monitoring en evaluatie. 8 Adequate communicatie en uitwisseling van informatie. 9 Voldoende middelen, voorzieningen en ondersteuning. 10 Een stabiele situatie. De taken van regionale loketten Passend onderwijs zouden kunnen bestaan uit advisering, indicatiestelling, begeleiding, toewijzing van onderwijszorg en doorverwijzing, zo blijkt uit onderzoek dat in opdracht van de ECPO is gedaan naar regionale loketten (Smeets, 2009). Dit onderzoek maakte verder duidelijk dat het afstemmen van onderwijs en zorg een complex probleem is, waarbij verschillende zorgpartners overlappend werken, waarin wet- en regelgeving en financiering niet altijd even duidelijk zijn én het begrip regio bij de zorgpartners anders wordt ingevuld. In de periode naar het wetsvoorstel Passend onderwijs is bijvoorbeeld in de 'Voortgangsrapportage Passend onderwijs' (2009) en de brief van OCW (2010) gesproken over het afstemmen van het onderwijs en de zorg (jeugdgezondheidszorg, de jeugdhulpverlening en het maatschappelijk werk bijvoorbeeld in het ZAT), over het onderwijszorgprofiel van de school en het onderwijszorgplan van het samenwerkingsverband. Het geheel van de onderwijszorgprofielen van de scholen zou het onderwijszorgplan vormen en bevat het dekkend geheel van onderwijszorgarrangementen, de beschrijving van de bestuurlijk vastgestelde basiszorg van het onderwijs, de systematiek van toewijzing van middelen in het kader van onderwijszorg en de samenwerking met partners in de jeugdketen in het kader van 'Zorg in en om school'. De verplichting om regionale netwerken te vormen is in de 'Nieuwe koers Passend onderwijs' (Ministerie van OCW, 2010) vervallen. De samenwerkingsverbanden WSNS zijn (weer) aan zet. Zorgplicht blijft echter op bovengemeentelijk c.q. regionaal niveau om samenwerking vragen. ZAT's kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het gezond en veilig opgroeien van alle jeugdigen, het hebben van een passende plek in het onderwijs en het halen van een diploma (brief van kabinet aan de Tweede kamer 'Wettelijke borging van de zorg in en rond school', juni 2009). De kwaliteit van de ZAT's stijgt, maar de deelnemende kernpartijen en de bestuurlijke borging verbeteren onvoldoende. Het kabinet wilde borgen dat partijen de school als vind- en werkplaats gebruiken voor zorg aan jeugdigen. Onder de zorg in en om de school wordt verstaan: de preventieve inzet van hulpverlening en zorg in school, de instandhouding van multidisciplinaire ZAT's en de beschikbaarheid van achterliggende zorg en voorzieningen. In de rapportage 'Zorg in en om school' (Bosdriesz e.a., 2010) ten behoeve van het landelijk referentiekader Passend onderwijs ziet men een goede zorgstructuur met daarin bovenschoolse ZAT's en schoolinterne zorgteams ( beperkt ZAT ) als een belangrijke voorwaarde om tot een goede afstemming en samenwerking tussen onderwijs en zorg te komen. De helderheid omtrent procedures en afspraken, maar ook de inbedding van het ZAT in de interne structuur van de school moet verbeterd worden (Bosdriesz, 2010). Pagina 11/82 Hoffmans en Heegsma formuleerden in de notitie Navigeren tussen richting en ruimte (maart 2010) ten behoeve van het Landelijk Referentiekader met betrekking tot kwaliteit van Passend onderwijs een aantal ijkpunten voor de afstemming en samenwerking tussen de schoolinterne en schoolexterne zorg: als de school niet meer alleen in staat is de leerling passend onderwijs te bieden, schakelt zij het netwerk rond de school in. De zorgplichtige schoolbesturen in een SWV bepalen gezamenlijk het bereik en de vormgeving van de basis-, breedte en dieptezorg,

één en ander binnen de zorgplichtbepalingen, het budgettaire kader en het inspectietoezicht. Behalve het ZAT, als schakel, bestaat de hulp om de reguliere scholen uit alle voorzieningen en activiteiten die scholen en schoolbesturen hebben afgesproken om leerlingen en scholen te ondersteunen bij het bieden van snelle, nabije, kwalitatief goede leerlingenzorg en het mobiliseren van benodigde deskundigheden. In elke gemeente moet minimaal één Centrum voor Jeugd en Gezin zijn. Kernfuncties zijn het bundelen en versterken van het lokale aanbod op het gebied van opvoedingsondersteuning. Verder moeten ouders, kinderen en professionals bij deze centra terecht kunnen met allerlei vragen over opvoeden en opgroeien: het CJG moet een herkenbaar en laagdrempelig inlooppunt in de buurt zijn. Een derde belangrijke kernfunctie is de structurele verbinding met de zorgteams en ZAT s in het onderwijs, bijvoorbeeld via de jeugdgezondheidszorg, het (school)maatschappelijk werk of bureau jeugdzorg, partijen die toch al deel uitmaken van het ZAT. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat scholen, waar veel signalen over kinderen en jongeren in beeld komen, goed zijn gepositioneerd. Medewerkers van het CJG moeten hun werk ook op school kunnen doen. ZAT en CJG doen zo geen dubbel werk, maar versterken elkaar (Rouvoet, 2008; Bosdriesz, 2010). Uit onderzoeken die al zijn verricht binnen de SLOA-programmalijn 3 Passend onderwijs en zorg blijkt eveneens dat het realiseren van een dekkend aanbod in een samenwerkingsverband/regio geen eenvoudige opgave is als er zoveel besturen, scholen, organisaties en 'lagen' bij betrokken zijn (Hoitink, Van Danselaar, Hautvast, Bosma, Koekkoek & Mulder, 2008). Ook Metsemakers, Van Amelsvoort en Van Jaarsveld (2002) gaven aan dat samenwerking tussen organisaties altijd mensenwerk is en ruimte vraagt voor contact. Grootschaligheid en de daarmee vaak gepaard gaande standaardisering en bureaucratie botsen daarmee. Het 'ontmoeten' kan oplossingen bieden. Het SLOA-project 'Naar een dekkende expertise in de regio' dat eind 2009 afgerond is, heeft een werkwijze opgeleverd (Van Herp, Van Meegen & Rekers, 2009) voor het inventariseren van de huidige en gewenste expertise in een samenwerkingsverband/regio, waarmee witte vlekken en knelpunten in onderwijs en zorg in kaart worden gebracht en vervolgstappen gezet kunnen worden. Uit het onderzoek kwam naar voren dat het verzamelen van betrouwbare kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in alle scholen en zorginstellingen moeilijk is en dat eigenlijk jaarlijks een update nodig is. De kracht van de ontwikkelde werkwijze zit vooral in het direct oppakken van knelpunten. Het werken met de 1-zorgroute op alle niveaus zou ondersteunend kunnen werken bij het signaleren van knelpunten en het zoeken naar oplossingen. 2.4 Ouders Een goede samenwerking tussen school en ouders is essentieel (Reitsma & De Wit, 2011). Uit diverse onderzoeken blijkt namelijk dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor opvoeding en onderwijs waarbij ouders en school samen optrekken, de kans op betere onderwijsresultaten en goed sociaal functioneren van jongeren vergroot en de kans op voortijdige schooluitval juist verkleint. Ouders en school kunnen samen gunstigere omstandigheden creëren voor de ontwikkeling en het leren van jongeren. Die samenwerking kan veel vormen aannemen en kan zich op verschillende niveaus afspelen. Door het NJI (Moerkens, Bosdriesz, Godefrooi & van Kessel, 2009) is in onderstaand schema de relatie tussen de stappen in de zorgroute (de linkerkant van de figuur) en het contact met ouders (de rechterkant van de figuur) gelegd. Pagina 12/82

Pagina 13/82 Bron: Moerkens, M., Bosdriesz, M., Godefrooy, C. en B. van Kessel (2009). Een effectief en efficiënt zorgteam op school Handreiking voor de intern begeleider. Utrecht: NJI.

3 ONDERZOEKSOPZET 3.1 Probleemstelling Naast de trends als opbrengstgericht werken, talenten en doorgaande ontwikkelingslijnen van kinderen, zijn de beleidsontwikkelingen rond Passend onderwijs, Zorg in en om de school en de vorming van Centra voor Jeugd en Gezin van invloed op de samenwerking tussen onderwijs en zorg. Met 1-zorgroute wordt een integrale aanpak geboden, waarin in onderlinge samenhang op groepsniveau, schoolniveau en bovenschools niveau (binnen het SWV of de regio) cyclisch en planmatig stappen gezet worden om de onderwijszorg binnen en buiten de school af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. 3.2 Doelstelling Het project '1-zorgroute in SWV/regio' had vanuit de integrale aanpak en ketenbenadering tot doel een gezamenlijk denk- en werkkader te ontwikkelen voor alle actoren die in de verschillende geledingen van de onderwijszorg in een SWV/regio werkzaam zijn. Het project wilde onder meer bijdragen aan kennis over een effectieve en transparante samenwerking tussen de verschillende partners in een SWV/regio en aan een efficiënte en handelingsgerichte afstemming tussen de schoolinterne en de schoolexterne zorg. 3.3 Vraagstelling Centraal stond de vraag: biedt 1-zorgroute een gezamenlijk denk- en werkkader voor alle actoren die in de diverse geledingen van een SWV/regio (op groepsniveau, schoolniveau en bovenschools niveau) betrokken zijn bij de onderwijszorg rond leerlingen? Tevens werd onderzoek verricht naar hoe de implementatie van 1-zorgroute in een SWV/regio verloopt en wat de ervaren resultaten zijn. De volgende deelvragen kwamen aan de orde. 1 Met welke actoren en in welke stappen wordt 1-zorgroute in een SWV/regio geïmplementeerd? Op welke wijze worden schoolleiders, intern begeleiders en leerkrachten vanuit het SWV hierbij ondersteund? Wat zijn randvoorwaarden en succesfactoren voor een goede implementatie van 1-zorgroute in het SWV? Wat zijn in het SWV de ervaren resultaten? 2 Op welke wijze kan vanuit 1-zorgroute de afstemming en samenwerking tussen de schoolinterne en de schoolexterne zorg op een efficiënte en effectieve wijze ingericht worden? Wat is daarbij de rol en taak van zorgteams in school, een bovenschools ZAT en één loket? Wat zijn randvoorwaarden en succesfactoren voor een goede samenwerking? 3.4 Onderzoeksaanpak Pagina 14/82 Vooronderzoek In 2008 is in twee regio s (Eemland en Voorne-Putten) die 1-zorgroute als uitgangspunt hadden genomen en op basis van deze route de structuur voor de regio in wilden richten oriënterend onderzoek verricht naar de implementatie van 1-zorgroute. Ook is een expertmeeting georganiseerd voor de personen uit die regio s die goed zicht hadden op en betrokken waren bij de ontwikkeling van Passend onderwijs en bij het tot stand brengen van een dekkend en flexibel onderwijsaanbod. In 2009 zijn ook andere regio s bij de oriëntatie betrokken. Tevens heeft er literatuuronderzoek plaatsgevonden, zijn er praktijkvoorbeelden verzameld over de afstemming tussen de schoolinterne en schoolexterne zorg in een regio en zijn ervaringsdeskundigen bevraagd. Aan de hand van de bevindingen is een eerste ontwerp gemaakt voor de afstemming van de schoolinterne en schoolexterne zorg vanuit 1-zorgroute.

Pas op de plaats De koerswijzing Passend onderwijs, het nog in ontwikkeling zijnde landelijk referentiekader, onduidelijkheid over de financieringssystematiek en de (politieke) besluitvorming die stagneert hebben er in 2010 toe geleid dat samenwerkingsverbanden die 1-zorgroute invoeren met betrekking tot het inrichten van een goede afstemming en samenwerking tussen de schoolinterne en schoolexterne onderwijszorg eerst afwachten wat komen gaat. De samenwerkingsverbanden hebben zich in 2010 geconcentreerd op de ondersteuning van de scholen bij de implementatie van 1-zorgroute. Dit betekent dat uitwerkingen van hoe de schoolinterne en schoolexterne zorg in 1-zorgroute op elkaar afgestemd kunnen worden in samenwerkingsverbanden niet verder ontwikkeld en beproefd konden worden. Wel is in 2010 onderzocht wat de consequenties zijn van de koerswijzing Passend onderwijs en van het werkdocument Passend onderwijs en het referentiekader voor de zorgplicht voor het inrichten van een goede afstemming en samenwerking tussen de schoolinterne en schoolexterne zorg. Tevens zijn uitgangspunten en ijkpunten samengesteld voor een goede afstemming en model(len) voor het in 1-zorgroute inrichten van de afstemming en samenwerking tussen de schoolinterne en schoolexterne zorg. Diepte onderzoek bij zes samenwerkingsverbanden In 2010 is onderzocht in hoeverre de uitgangspunten bij de implementatie van 1-zorgroute in het samenwerkingsverband een rol spelen, hoe de implementatie verloopt en wat de resultaten daarvan zijn. Er is gekozen voor de selectie van samenwerkingsverbanden die tenminste één jaar met de invoering van 1-zorgroute bezig waren. De volgende zes samenwerkingsverbanden werden in het onderzoek betrokken. - SWV Annie M.G. Schmidt. - WSNS RK Samenwerkingsverband Delta. - Bijzonder SWV Arnhem e.o. - De Stichting WSNS PO Samenwerkingsverband Rijnstreek (en Interzuilair regionaal samenwerkingsverband VO Midden-Holland en Rijnstreek). - Stichting Samenwerkingsverband Katholiek Onderwijs Zoetermeer en Omstreken (SSKOZO). - SWV WSNS Groningen Stad 2.01. Van elk van de samenwerkingsverbanden zijn websites bestudeerd, de coördinatoren en de externe adviseurs telefonisch of face to face geïnterviewd en zijn zorgplannen en andere relevante documenten (beleidsplannen, huishoudelijk reglement, protocollen) geanalyseerd. Pagina 15/82 Beoogd werd bij de zes samenwerkingsverbanden antwoorden te vinden op de volgende deelvragen. - Met welke actoren en in welke stappen wordt 1-zorgroute in een SWV geïmplementeerd? Wat zijn daarbij randvoorwaarden en succesfactoren? Wat zijn de ervaren resultaten? - Op welke wijze worden schoolleiders, intern begeleiders en leerkrachten (en ouders) vanuit SWV'n ondersteund bij de invoering van 1-zorgroute? Wat zijn daarbij randvoorwaarden en succesfactoren? Wat zijn de ervaren resultaten? - Op welke wijze wordt vanuit 1-zorgroute de afstemming en samenwerking tussen de schoolinterne en de schoolexterne zorg ingericht? Wat is daarbij de rol en taak van zorgteams in school, een bovenschools ZAT? Wat zijn randvoorwaarden voor een goede samenwerking en succesfactoren? Wat zijn de ervaren knelpunten? - Draagt de gekozen afstemming tussen schoolinterne en schoolexterne zorg bij aan een vlotte, efficiënte en handelingsgerichte ondersteuning van leerlingen, ouders, leraren en/of scholen?

In Bijlage 1 worden de antwoorden op deze vragen uitgebreid beschreven. Breedte onderzoek met vragenlijsten In 2011 is een brief of mail naar de coördinatoren van alle samenwerkingsverbanden verzonden. In de brief of mail werd de coördinatoren verzocht de digitale vragenlijst in te vullen wanneer ze minimaal één jaar 1-zorgroute hebben ingevoerd vanuit het samenwerkingsverband. Via DUO waren 235 adressen van samenwerkingsverbanden verkregen (153 email adressen en voor de SWV waarvan deze niet voorhanden waren de 82 adressen van het samenwerkingsverband). Aan de coördinatoren waarvan het e-mailadres bekend was en die de vragenlijst nog niet hadden ingevuld, is na drie weken een herinneringsmail gestuurd. Ook zijn de bij KPC Groep bekende coördinatoren gebeld om te proberen een hogere respons te bereiken. Het vermoeden is dat veel brieven en mail de coördinatoren niet bereikten daar in de lijst het algemene adres van het samenwerkingsverband of het info@ -, admin@ - of swv@ - mailadres was opgenomen. In onderstaand schema wordt de respons samengevat weergegeven. 235 respondenten benaderd 38 respondenten logden in 27 vragenlijsten ingevuld 6 buiten doelgroep 8 gedeeltelijk ingevuld 13 respondenten geheel ingevuld De zes respondenten die buiten de doelgroep vielen, werkten korter dan één schooljaar aan de invoering van 1-zorgroute in het samenwerkingsverband. Van de 13 respondenten die de vragenlijst in zijn geheel invulden, namen twee eveneens deel aan het diepte-onderzoek. Een aantal respondenten gaf daarnaast via de mail aan waarom ze de vragenlijst niet invulden: vo-samenwerkingsverband, coördinator is ziek, project Afstemming (dat vergelijkbaar is met 1-zorgroute) wordt gebruikt, nog niet bezig, we laten dit over aan de individuele schoolbesturen, niet bij de vragenlijst op internet kunnen komen. Met de vragenlijst werden dezelfde thema s bevraagd als bij de interviews. Nagegaan werd welke stappen gezet zijn in het SWV bij de implementatie van 1-zorgroute en op welke wijze scholen, intern begeleiders en leerkrachten ondersteund zijn bij de implementatie. Wie zijn betrokken bij de implementatie? Wat waren knelpunten, randvoorwaarden en succesfactoren bij de implementatie van 1-zorgroute in een SWV? Wat zijn de ervaren resultaten van invoering van 1-zorgroute? Biedt 1-zorgroute een gezamenlijk denk- en werkkader voor alle actoren die in de diverse geledingen van het SWV werkzaam zijn? In Bijlage 2 worden de vragenlijst en de antwoorden van de respondenten gegeven. Pagina 16/82 3.5 Afstemming De bevindingen uit dit onderzoek werden tussentijds en in het najaar van 2011 besproken met deskundigen rond handelingsgericht werken en van het NJI. Hierbij is vooral aandacht besteed aan de vraag of 1-zorgroute een gezamenlijk denk- en werkkader biedt en welke elementen uit 1-zorgroute daartoe bijdragen en op welke wijze de schoolinterne en schoolexterne zorg op elkaar wordt afgestemd. Gepoogd is om tot een gezamenlijk beeld te komen. Met deskundigen

van CED en NTO-effect is besproken wat de consequenties van de onderzoeksbevindingen zijn voor het draaiboek 'Implementatie 1-zorgroute in SWV/regio'. Er werd nauw samengewerkt met het project 'Een dekkend aanbod van onderwijszorg in het samenwerkingsverband' uit programmalijn 3 Passend onderwijs en zorg. 3.6 Opbrengsten In deze onderzoeksrapportage wordt verslag gedaan van de wijze van onderzoek en de data die verzameld zijn en staan de resultaten en conclusies gepresenteerd. De opbrengsten van het project zijn bestemd voor coördinatoren van samenwerkingsverbanden WSNS, schoolbesturen en de instellingen en actoren die in de bovenschoolse zorg in en rond een samenwerkingsverband werkzaam zijn. De bevindingen uit het onderzoek werden gebruikt om het 'Draaiboek Implementatie 1-zorgroute in SWV/regio' (Clijsen, 2007) te actualiseren, met ook ruim aandacht voor het ontwerpen en inrichten van een goede afstemming en samenwerking tussen de schoolinterne en de schoolexterne zorg. In een publicatie, die los van het eerdere draaiboek is te gebruiken, is een nieuw draaiboek samengesteld, die op www.kpcgroep.nl is te downloaden. Pagina 17/82

4 RESULTATEN 4.1 Vooronderzoek Uit het vooronderzoek in twee regio s kwam naar voren dat het van belang is dat in de regio wordt gewerkt vanuit een gemeenschappelijke visie op de zorg voor leerlingen. De bevlogenheid van betrokken partijen en mensen bleek belangrijk. Ook bleek dat de schoolinterne en de schoolexterne zorg in het kader van Passend onderwijs op elkaar afgestemd te kunnen worden wanneer 1-zorgroute als gezamenlijk denk- en werkkader wordt gebruikt. Hiervoor moeten alle betrokkenen zich de begrippen, uitgangspunten en werkwijze van 1-zorgroute echt eigen maken en een gezamenlijke taal spreken. Verder werd geconcludeerd dat onderwijs en zorg grote werkgebieden zijn met hun eigen taakstellingen: rechtstreekse samenwerking en afstemming tussen alle professionals die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen leek niet haalbaar en efficiënt. Wel konden ze goed verbonden worden wanneer zorgteams en ZAT s werden gevormd. Meer eenduidigheid over de taak en samenstelling hiervan is nodig. Interne begeleiders zijn een belangrijke schakel tussen de schoolinterne en schoolexterne zorg. Opgemerkt werd verder dat de deelnemers van het ZAT voldoende beslissingsbevoegdheid en veel kennis en expertise moeten hebben om een echte brug te kunnen slaan tussen onderwijs en zorg. Andere aandachtspunten bleken de samenwerking met ouders en de verwijzing naar het SBO. Een voorbeeld uit een van de regio s van het gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor een zo effectief en efficiënt mogelijke dienstverlening aan jeugdigen, is het leidend convenant tussen alle ketenpartners voor de kerngemeente Amersfoort. Organisaties op het terrein van onderwijs, welzijn, zorg, justitie en politie hebben de intentie uitgesproken zich gezamenlijk verantwoordelijk te voelen, waar nodig de gaten in een sluitende aanpak te dichten en daarbij het belang van goede dienstverlening voor te laten gaan voor het individuele organisatiebelang. Dit convenant is de paraplu waaronder samenwerking wordt vormgegeven. Onderstaande figuur brengt dit in beeld. Pagina 18/82 Bron: Plan van aanpak experiment Eemland (http://www.passendonderwijseemland.nl/bestanden/planvanaanpak.pdf)

4.2 Literatuur Wanneer scholen 1-zorgroute in de school invoeren, heeft het afstemmen en samenwerken met partners in de externe onderwijszorg geen hoge prioriteit: de scholen zijn vooral gericht op het maken van een interne kwaliteitsslag ten aanzien van het handelingsgericht werken. Toch wordt met Passend onderwijs verwacht dat de zorgplichtige schoolbesturen in een SWV gezamenlijk een zorgplan opstellen binnen de zorgplichtbepalingen, het budgettaire kader en het kader van het inspectietoezicht. In verschillende bronnen (Clijsen, 2007; Radema et al, 2005; Rekers, 2008; Stals et al., 2008) blijken in het algemeen bij implementatie de volgende processtappen van belang: - het ontwikkelen van een gezamenlijke en gedeelde visie, taal en aanpak; - het benaderen van de implementatie als een intensief, planmatig, tijdconsumerend en langdurig proces; - het inzetten van effectieve strategieën die op maat worden ingezet; - het bewust omgaan met informatie-uitwisseling, afstemming en integratie van activiteiten (samenwerken); - het monitoren van de uitkomsten zodat resultaten zichtbaar worden en bijstelling mogelijk is. Samenwerking tussen onderwijs en zorg vraagt volgens onder andere Bosdriesz et al (2010), Doorduijn et al (2002), Hoffmans & Heegsma (2010), Moerkens et al (2009), Reitsma & de Wit (2011), Rouvoet (2008), Smeets (2007 en 2009), van Herp et al (2009) om: - een bovenschoolse zorgstructuur zonder overlap; - de instandhouding van multidisciplinaire ZAT's; - de preventieve inzet van hulpverlening en zorg in school; - de schoolinterne zorgteams; - versterking van handelingsgericht werken van leraren; - een duidelijk bereik en afstemming van basis-, breedte en dieptezorg; - betrouwbare kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in alle scholen en zorginstellingen; - doorgaande lijn in onderwijs- en zorgaanbod (bijvoorbeeld door CJG s); - de beschikbaarheid van achterliggende zorg en voorzieningen; - een partnerschap met ouders; - ont-bureaucratisering van de indicatiestelling; - helderheid over procedures en afspraken; - helderheid over het begrip regio; - leiderschap, regie en besluitvaardigheid. Smeets (2007) noemt als succesfactoren die voor samenwerking van belang zijn: - een gevoel van urgentie en relevantie; - duidelijke doelen, rollen en verantwoordelijkheden; - een duidelijk tijdpad en een stapsgewijze aanpak; - leiderschap, regie en besluitvaardigheid; - betrokkenheid bij en deskundigheid van deelnemers; - aandacht voor preventie; - sturingsmogelijkheden op basis van opbrengstverwachtingen, supervisie, monitoring en evaluatie; - adequate communicatie en uitwisseling van informatie; - voldoende middelen, voorzieningen en ondersteuning; - een stabiele situatie. Pagina 19/82

4.3 Zes samenwerkingsverbanden Binnen zes samenwerkingsverbanden is met interviews en bestudering van bronnen (zorgplannen, beleidsnota s, et cetera) onderzocht in hoeverre de uitgangspunten bij de implementatie van 1-zorgroute in het samenwerkingsverband een rol spelen, hoe de implementatie verloopt en wat de resultaten daarvan zijn. 4.3.1 Inrichting structuur (stuurgroep, et cetera) Actoren die deel uit maken van een bovenschoolse stuurgroep (regiegroep, kerngroep, expertgroep) zijn: vertegenwoordigers van het bestuur of de besturen, de coördinator/algemeen directeur/beleidsmedewerker van het samenwerkingsverband, vertegenwoordigers vanuit de directeuren, vertegenwoordiger van IB ers, vertegenwoordiger van SBO-school, externe adviseur(s). De stuurgroep is soms sterk sturend en regelend en soms meer volgend. Vooral de Plan- en Do-fase en minder de Check- en Act-fase worden door de stuurgroep uitgewerkt. De autonomie van schoolbesturen binnen de samenwerkingsverbanden is een aandachtspunt. Externe partners zijn de ouders, Jeugdzorg, Jeugdhulpverlening en Jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk, onderwijsbegeleidingsdienst, Leerplicht, REC, PCL, CvI. In alle samenwerkingsverbanden zijn afspraken gemaakt met de externe partners met name rond de zorgadviesteams. De rol van de partners verschilt wat betreft de deelname, het streven naar laagdrempelige toegang tot elkaar en wat betreft het ad hoc of structureel samenwerken. Gemeentelijk beleid kan de samenwerking versterken (met name via de rol van CJG). De mate waarin het samenwerkingsverband en het SBO een sturende rol nemen (met bijvoorbeeld een 1-zorgloket en expertisecentrum) heeft invloed op de positie, taken en verantwoordelijkheden van de externe partners. De scholen zijn bij alle zes de samenwerkingsverbanden vrij de eigen extern begeleider te kiezen, maar wel binnen bepaalde marges. Gekozen is voor externe adviseurs van schoolbegeleidingsdiensten, LPC of zzp ers. IB ers, schoolcontactpersonen of trajectbegeleiders zijn de schakel naar het ZAT. De samenwerkingsverbanden verschillen in de mate waarin ze zoveel mogelijk schoolexterne zorg in de school willen organiseren via het zorgplan. 4.3.2 Aanleiding De aanleiding om met 1-zorgroute vanuit het samenwerkingsverband te starten is vooral gelegen in het handelingsgericht willen werken (diagnosticeren (HGPD), begeleiden, verwijzen) en afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Terugbrengen van het deelnamepercentage is eveneens een onderwerp dat bij enkele samenwerkingsverbanden speelt. Een transparante zorgstructuur, verbetering van de basiszorg in scholen en een gezamenlijk denk- en werkkader voor alle actoren komen met het werken met 1-zorgroute sterker aan bod. Door met elkaar eenzelfde manier van werken te kiezen, komt er meer structuur in alle ontwikkelingen rond Passend onderwijs. Vier van de zes samenwerkingsverbanden werkten al langer aan handelingsgericht werken; de anderen raakten enthousiast na presentaties en lezingen. Handelingsgericht werken kan de motor zijn om de zorgstructuur aan te pakken, maar ook wordt voor deze manier van werken gekozen omdat de bovenschoolse zorgstructuur vraagt om een gezamenlijke aanpak. Pagina 20/82 De beweging start vaak bij de directeuren en IB ers en daalt vervolgens naar het niveau van de leerkrachten.

4.3.3 Doelen rond 1-zorgroute In vijf samenwerkingsverbanden wordt expliciet de visie (en missie) op zorg voor leerlingen geformuleerd: - Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet. - Kansen op de beste ontwikkelingen van kinderen staan centraal. - Denken in mogelijkheden. - Onderwijs op maat voor iedere leerling, met extra aandacht voor leerlingen die dit nodig hebben vanwege bepaalde achterstanden, individueel bepaalde leerproblemen, gedragsproblemen of handicaps. - Om de missie Elk kind zorg op maat te verwezenlijken wordt de zorg rondom de leerling afgestemd c.q. aangesloten bij de mogelijkheden en basisbehoeften van de leerlingen, zodat lijnen duidelijk zijn en er een goede inrichting/uitvoering is voor de gehele leerlingenzorg binnen het SWV. Hoewel er in de zorgplannen meer activiteiten of gewenste eindsituatie dan doelen worden aangegeven, worden de volgende doelen genoemd die de samenwerkingverbanden met 1- zorgroute willen bereiken: - daadwerkelijk vorm geven aan handelingsgericht werken waarbij de cyclus HGW en het werken met groepsplannen centraal staan; - anticiperen op Passend onderwijs op alle niveaus (leerkrachten, scholen, samenwerkingsverband); - versterking en verbetering van de basiszorg en afgrenzing van breedtezorg; - professionalisering van leerkrachten: zelf nadenken over doelen en de uitkomsten van handelingsgerichte diagnostiek gebruiken voor klassenmanagement (differentiëren naar leerinhoud en naar organisatie en planning); - beweging op gang brengen en vervolgens gezamenlijk optrekken en leren van elkaar. Alle zes de samenwerkingsverbanden hebben (in het zorgplan) doelen geformuleerd rond handelingsgericht werken, 1-zorgroute en/of afstemming. Kernelementen in de doelen zijn: - alle leerlingen het onderwijs, begeleiding en zorg bieden die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen; - vormgeven van onderwijs vanuit onderwijsbehoeften van kinderen; - werken met groepsplannen en de cyclus van handelingsgericht werken inbedden in de zorgstructuur; - dialoog met ouders en zorgpartners buiten de school; - professionalisering van leerkrachten. Een plan van aanpak wordt in de vorm van een jaarplanning of activiteitenplan in twee samenwerkingsverbanden op bovenschools niveau beschreven en in twee samenwerkingsverbanden laat het samenwerkingsverband dit over aan het niveau van de scholen. Soms zijn de stappen die de school moet doorlopen (intake, studiemiddag, begeleiding, klassenbezoeken) wel al op het niveau van het samenwerkingsverband voorgeschreven. Op het niveau van het samenwerkingsverband worden wel activiteiten voor alle scholen die met 1-zorgroute of HGW werken georganiseerd. De volgende aandachtspunten spelen op het niveau van het samenwerkingsverband: positie en dienstverlening SBO binnen SWV; convenant voor samenwerking in de regio en kennis en ervaringen delen in netwerken van het SWV. Pagina 21/82

4.3.4 Regie, besluitvorming, introductie en communicatie rond de 1-zorgroute De regie ten aanzien van de invoering van 1-zorgroute lag bij vier van de zes samenwerkingsverbanden bij de coördinator SWV. Er is bij twee van de zes samenwerkingsverbanden een sterke stem van de (grote) schoolbesturen: autonomie van en besluitvorming door het schoolbestuur is daarbij een thema. Een of meerdere extern adviseur(s), schoolcontactpersonen of beleidsmedewerkers van het bestuur kunnen in de regiefunctie en bij de ondersteuning ondersteunen (analyseren van de beginsituatie, bijeenkomsten voorbereiden en begeleiden, coördinator ondersteunen, voorlichting geven, begeleiden van scholen, signaleren van aandachtspunten en monitoren van de kwaliteit). De coördinator van het samenwerkingsverband voert bij vier van de zes samenwerkingsverbanden de volgende taken uit: - leiden van de werkgroep invoering 1-zorgroute in het SWV; - motiveren, stimuleren en leiding geven aan de invoering van 1-zorgroute in het SWV; - opstellen van het plan van aanpak voor de invoering van 1-zorgroute in het SWV; - faciliteren van invoering van 1-zorgroute in het SWV in middelen en tijd; - bewaken van de voortgang van 1-zorgroute in het SWV; - afstemming met het bestuur van het SWV en bovenschools met directeuren en schoolbesturen; - onderhouden van contacten met externe partners in de regio. Er zijn binnen de samenwerkingsverbanden naast de stuurgroep niet altijd werkgroepen, maar soms wel een regiegroep of kerngroep óf er worden experts geraadpleegd. Per samenwerkingsverband zijn de taken die vervuld dienen te worden bij het gaan werken met 1- zorgroute verschillend belegd (coördineren, creëren van voorwaarden, monitoren, afstemmen, professionaliseren en communiceren). 4.3.5 Draagvlak voor de 1-zorgroute Binnen de school zijn de directeur, de IB er, leerkrachten, RT ers, SVA-leerkracht betrokken bij de invoering van 1-zorgroute in de het SWV. Als leden van het zorgplatform/ zorg(advies)team bovenschools worden genoemd: psychologen, orthopedagogen, logopedisten, fysiotherapeut, ambulant begeleiders, PCL, REC, leerlingbegeleiders, SBD, jeugdzorg, REC s, coördinator SWV VO, SMW, expertisecentrum. Ouders worden soms binnen de school en soms bij het traject buiten de school betrokken. Besturen hebben veelal een besluitvormende rol bij de invoering en bovenschools managers kunnen een motiverende rol spelen. Bij de verschillende actoren die betrokken zijn rond invoering van 1-zorgroute is het draagvlak in meerdere mate (coördinator SWV, directies, IB ers) of in mindere mate (leerkrachten en ouders) aanwezig. Dit heeft te maken met de mate waarin in de groepen ook daadwerkelijk aan 1-zorgroute uitvoering wordt gegeven; bij enkele samenwerkingsverbanden staat dit nog in de kinderschoenen. Ook tussen scholen (die soms in verschillende tranches starten met het invoeringstraject) en tussen besturen binnen één SWV zijn verschillen te constateren. De directeur en IB er zijn de voortrekkers voor de leerkrachten in de scholen. Intervisiebijeenkomsten worden ook op de implementatie van 1-zorgroute gericht. Bij besturen is het draagvlak aanwezig (besluitvorming); de eigen autonomie is wel een kwestie. Externen zijn nog niet altijd op de hoogte van 1-zorgroute. Ambulant begeleiders zijn nauw betrokken bij het proces. Pagina 22/82 Bij vier samenwerkingsverbanden is de invoering van 1-zorgroute bindend voor alle scholen en bij twee samenwerkingsverbanden niet. Het invoeringstraject bestaat bijna altijd wel uit verschillende tranches c.q. instapmomenten.