S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen



Vergelijkbare documenten
Aanpak fijn stof bij veehouderijen

RAPPORT LUCHTKKWALITEIT

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Aanleg parallelweg N248

Informatiebijeenkomst Fijnstof. Jos van Lent, provincie Noord Brabant

Informatie over luchtkwaliteit. Johan G. Vollenbroek. Nijmegen, 15 juni 2007

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

HaskoningDHV Nederland B.V. MEMO. : Provincie Overijssel : Tijmen van de Poll : Jorrit Stegeman

Kennisnemen van de resultaten van de derde monitoringsronde van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o.

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage Samenvatting Amsterdam

Luchtkwaliteit Maarsbergen Haarbosch

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

RWS luchtonderzoek, traject A12 Duiven - Duitse grens 130 km/uur

Pluimveehouderij Maatschap Lichtenberg te Koningsbosch Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

JANSEN RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU

Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal

Bijlage 9: Onderzoek luchtkwaliteit

N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK

Provincie Noord-Brabant. Aanvulling. bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk. april 2005 / Definitief

Bijlage 4 Luchtkwaliteitsplan

Nota van Antwoord Kabinetsstandpunt Verlengen Nationaal Samenwerkingsprogramma

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Notitie. Aanvullend onderzoek luchtkwaliteit Bestemmingsplan Water. 1 Achtergrond aanvullend onderzoek. 2 Aanpak en uitgangspunten

Rapport luchtkwaliteit Gemeente Oegstgeest

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving

Beoordeling onderzoek luchtkwaliteit Heijmans AC Meppel

LUCHTKWALITEIT BESTEMMINGSPLAN LANDGOED DE REEHORST Triodos 11 JANUARI 2016

Omgevingsvergunning OV

Ontwerp besluit UV

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening. WETTELIJK KADER

Bestemmingsplanwijziging spoor HOV Velsen

Luchtkwaliteitonderzoek. Bestemmingsplan Parkzoom december 2014

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens

Onderzoek luchtkwaliteit parkeerterrein Hoorn. Onderzoek luchtkwaliteit parkeerterrein stadsstrand Hoorn

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari v3 M. Blankvoort

Gezonde lucht voor Utrecht. Wiet Baggen, senior adviseru. Hier komt tekst Overzicht luchtbeleid Hier komt ook tekst. Utrecht.nl

Aanpassing GCN*) fijn stof in IJmond

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Gemeente Leiden Johan van der Burg

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid

RWS luchtonderzoek, traject A2 Holendrecht - Vinkeveen 130 km/uur dynamisch

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

RWS luchtonderzoek, traject A1 Soest - Knooppunt Hoevelaken 130km/uur

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek

Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER

Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden

De luchtkwaliteit om ons heen. Informatie over de kwaliteit van de lucht bij u in de buurt

Toetsingskader en aanpak fijn stof bij veehouderijen

Luchtkwaliteit ontwikkeling. spoorzone te Winterswijk

Onderzoek luchtkwaliteit. Elsendorpseweg 99, Elsendorp

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde

Omgevingsdienst Regio Nijmegen D OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager. Wienerberger BV, steenfabriek Erlecom Datum besluit 14 JAN Onderwerp.

Monitoring NSL. Werksessie Veehouderijen. Hans Berkhout RIVM

Varkenshouderij De Jong te Tjerkgaast Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Luchtkwaliteit Vicarielaan te IJsselstein

LOG Montfort - Maria Hoop

Onderzoek Luchtkwaliteit. Ontwikkeling Raadhuisplein-Haderaplein Haren

4.3. Fijn stof en NO 2

HaskoningDHV Nederland B.V. MEMO. : De heer A. Borgeld (B.M.G. Vastgoed B.V.) : Ramon Nieborg : De heer W. Herweijer (Ordito)

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Rapportage Luchtkwaliteit 2009 Rapport over de luchtkwaliteit in de provincie Utrecht

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Gemeente Lansingerland

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Onderzoek luchtkwaliteit. Woontoren Bètaplein. Gemeente Leiden. Datum: 12 juni 2015 Projectnummer:

Milieudienst Kop van Noord-Holland

Provinciaal Actieplan Luchtkwaliteit Drenthe

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Luchtkwaliteit Nieuwegein 2009

Harmonisatie onderzoek 130 km/uur. effecten op luchtkwaliteit

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt

Leidse Ring Noord. Informatieavond Verkeer / Lucht / Geluid

Een gezonde omgeving in Binnenstad

PM-problematiek, invloed van diffuus

Vergunningen, Luchtkwaliteit en Gezondheid. Wijkplatformvergadering IJmuiden Noord 8 juni 2016

Advies lucht. Intern Advies

In deze memo worden de bevindingen uiteengezet met betrekking tot drie onderwerpen:

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014

Bijlage 4 - Onderzoek luchtkwaliteit

24 uurgemiddelden, mag max. 35 maal per kalenderjaar overschreden worden

Transcriptie:

S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt de vraag of het zinvol is om in de stadsregio Arnhem Nijmegen maatregelen bij bedrijven te nemen die verder gaan dan wat er nu al wordt gedaan om de uitstoot van fijn stof en stikstofdioxiden te beperken. Daarvoor richt Eolus zich op de volgende onderzoeksvragen: - Bevinden zich in de stadsregio bedrijven die door hun uitstoot van fijn stof en stikstofdioxiden een belangrijke bijdrage leveren aan de regionale achtergrondconcentratie of aan de locale concentratie? - Wijken de milieugegevens per bedrijf significant af van de gegevens die het Milieu en Natuur Planbureau nu gebruikt om de achtergrondconcentratie in de stadsregio te berekenen? - Wat zijn de meest kosteneffectieve maatregelen bij alle voor de luchtkwaliteit in de stadsregio belangrijke bedrijven om de uitstoot belangrijk te verlagen? Eolus

Inhoud 1 De opdracht van Eolus 5 2 Waarom Eolus? 5 Eolus vult andere programma s aan 5 Eolus onderzoekt kansen 6 3 De aanpak van Eolus 6 4 Stappenplan 7 Bedrijven in kaart brengen 7 Maatregelen nemen 9 5 Organisatie, kosten en planning 10 4

1 De opdracht van Eolus De luchtkwaliteit is de afgelopen jaren in Nederland sterk verbeterd, maar toch is de gewenste luchtkwaliteit nog niet bereikt. De grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide worden nog steeds op veel plaatsen overschreden. Eolus, onderdeel van de maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in de stadregio en de provincie Gelderland, wil kijken of het zinvol is maatregelen te nemen bij bedrijven die verder gaan dan wat er reeds wordt gedaan aan beperking van emissies naar de lucht. In Eolus werken de Stadsregio Arnhem Nijmegen en de provincie Gelderland samen aan een goed afgestemde benadering van de bedrijven in de regio en aan bundeling van hun expertise. Eolus kijkt naar primair fijn stof. Secundair fijn stof (vorming uit zwaveldioxide of stikstofoxiden met ammoniak) is nog niet goed te modelleren. De zwaveldioxide-uitstoot is door het landelijk beleid al ver teruggedrongen. Voor stikstofoxiden én voor de fijnste fijnstofdeeltjes (PM2,5) zijn verbrandingsinstallaties de belangrijkste bron. Verbrandingsemissies zijn algemener en worden ook uit lagere schoorstenen uitgestoten dan procesemissies. Het onderzoek beperkt zich daarom niet tot grote bedrijven met hoge bronnen en de achtergrondconcentratie, maar strekt zich ook uit tot kleinere bedrijven en de lokale concentratie, met name waar knelpunten zijn. 2 Waarom Eolus? Eolus vult andere programma s aan De belangrijkste bronnen van stikstofdioxide en fijn stof zijn het verkeer, de energievoorziening, de industrie, de landbouw en huishoudens. Stikstofoxiden zijn voornamelijk een lokaal probleem omdat ze bij allerlei verbrandingsprocessen vrijkomen. Industriële puntbronnen, industriebedrijven, dragen voor ongeveer 25 tot 30% bij aan de emissie van fijn stof in Nederland. Agrarische bedrijven, met name varkenshouderijen en pluimveehouderijen, blijken ook een significante bijdrage te leveren aan de concentratie fijn stof. Hoewel de uitstoot van landbouw en industrie aanzienlijk is, wordt landelijk en ook in de stadsregio het meeste effect verwacht van maatregelen die het verkeer betreffen. Naast de programma s van de Stadsregio Arnhem Nijmegen op het gebied van mobiliteit, heeft de stadsregio de drie programma s Hydra, Terra en Flora opgezet. Deze programma s bevatten maatregelen gericht op het verkeer die de uitstoot van fijn stof en stikstofdioxiden terugdringen. Voor industriële en landbouwbedrijven geldt al enige decennia regelgeving die de uitstoot naar de lucht beperkt. Eolus richt zich op de industriële en landbouwbedrijven. Daarmee richten de programma s 5 Eolus

van de stadsregio zich op die bronnen die veruit de belangrijkste bijdrage leveren aan de luchtkwaliteit. De programma s omvatten 90% van de bronnen van stikstofdioxiden en 83% van de bronnen van fijn stof. Eolus onderzoekt kansen Eolus onderzoekt of de huidige regelgeving voldoende effect sorteert, en of er daar bovenop maatregelen te nemen zijn die een kosteneffectieve bijdrage leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit. De uitkomst van dat onderzoek schetst bovendien een beeld van de invloed van de industrie en landbouw op de luchtkwaliteit in de stadregio. Ook wanneer maatregelen niet kosteneffectief blijken, is inzicht hierin zinvol. De emissie van grote industriële bedrijven draagt voornamelijk bij aan de verhoging van de achtergrondconcentratie. Verlaging van de emissie van puntbronnen zorgt voor een algehele, weliswaar beperkte, verlaging van de achtergrondconcentratie. Is deze verlaging van betekenis? En treedt deze verlaging op in de stadsregio of juist daarbuiten? Wellicht is bij de knelpunten toch een verlaging van de bijdrage aan de lokale concentratie mogelijk en zinvol, waardoor knelpunten in de luchtkwaliteit kunnen worden weggenomen. Eolus onderzoekt ook in hoeverre de werkzaamheden voor emissiereductie als onderdeel van de reguliere vergunningverlening bij bedrijven op knelpuntlocaties in de tijd naar voren gehaald kunnen en moeten worden, en in hoeverre aanvullende, bovenwettelijke maatregelen mogelijk en kosteneffectief zijn. 3 De aanpak van Eolus Het onderzoek van Eolus richt zich zowel op industriële bedrijven als op landbouwbedrijven. Eolus streeft drie doelen na: - Vaststellen of er zich in de stadsregio bedrijven bevinden die door hun uitstoot van fijn stof en stikstofdioxiden een relevante bijdrage leveren aan de achtergrondconcentratie in de stadsregio, of aan de lokale concentratie, en of daarbij een relatie is tussen de huidige knelpunten in de luchtkwaliteit en de geplande ruimtelijke ontwikkelingen. - Vaststellen in hoeverre de milieugegevens per bedrijf significant afwijken van de gegevens van de EmissieRegistratie die het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) gebruikt om de achtergrondconcentratie te berekenen, en als verschil in de gegevens wordt geconstateerd, of dit een belangrijk andere achtergrondconcentratie in de stadsregio tot gevolg heeft. 6

- Vaststellen wat de meest kosteneffectieve maatregel is bij alle voor de luchtkwaliteit relevante bedrijven om de bijdrage aan de achtergrondconcentratie te verlagen, en wat de meest kosteneffectieve maatregel is per bedrijf dat een relevante bijdrage levert aan de lokale concentratie bij een knelpunt. Voor het onderzoek is een getrapte aanpak gekozen. In deel 1 worden de bedrijven in kaart gebracht; deel 2 betreft de te nemen maatregelen. Deel 2 van het onderzoek wordt alleen uitgevoerd, als uit de resultaten van deel 1 blijkt dat dit zinvol is. In deel 2 van het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen het toepassen van de Wet milieubeheer (Wm) en bovenwettelijke maatregelen waartoe bedrijven niet kunnen worden verplicht. Bovenwettelijke maatregelen zijn maatwerk, waarmee kosten en tijd zijn gemoeid. Doorgaans is daar per geval een bestuurlijk besluit voor nodig. In het kader van dit onderzoek worden de stappen rond de bovenwettelijke maatregelen alleen doorlopen voor bedrijven die een relevante bijdrage leveren aan de achtergrondconcentratie of die bij een knelpunt rechtstreeks een relevante bijdrage leveren aan de concentratie. 4 Stappenplan Bedrijven in kaart brengen 1. Verzamelen van gegevens Het MNP gebruikt gegevens van de EmissieRegistratie om de achtergrondconcentratie in een bepaald gebied vast te stellen. Van welke gegevens het MNP uitgaat moet nog onderzocht worden. Eolus brengt daarom eerst in kaart van welke gegevens het MNP uitgaat en hoe deze zijn aan te passen (procedureel). Vervolgens verzamelt Eolus gegevens over de emissies door bedrijven. 2. Definiëren van de uitgangspunten Eerst stelt Eolus een lijst van bedrijfscategorieën op waarmee de bedrijven in de stadsregio zijn te selecteren die een relevante bijdrage leveren aan de uitstoot van fijn stof en stikstofdioxiden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de industriële en de agrarische bedrijven. Vervolgens wordt een ondergrens bepaald: onder welke waarde kan de bijdrage van een bedrijf aan de concentratie van de achtergrondwaarden van fijn stof en stikstofdioxiden in de stadsregio als niet relevant worden beschouwd? Deze grens wordt gehanteerd om die bedrijven te selecteren die de belangrijkste bijdrage leveren aan de achtergrondconcentraties. 7 Eolus

Hierbij wordt ook weer onderscheid gemaakt tussen industriële bedrijven en agrarische bedrijven. Voor industriële bedrijven wordt in eerste instantie bekeken of de selectiecriteria van de gemeente Arnhem voldoen: Arnhem gebruikt deze om te bepalen of van een bedrijf in het kader van vergunningverlening wel of niet van een luchtonderzoek wordt verlangd. Voor agrarische bedrijven wordt bekeken of de selectiecriteria van de regio De Vallei ook voor de stadsregio kunnen worden gebruikt. 3. Selecteren van bedrijven De provincie is over het algemeen het bevoegd gezag voor ruim veertig industriële bedrijven in de stadsregio die mogelijk effect hebben op de luchtkwaliteit. Deze bedrijven leveren in de meeste gevallen een bijdrage aan de achtergrondconcentratie. Alle bedrijven worden onderzocht om de luchtrelevante gegevens van de bedrijven te inventariseren. Daarnaast worden enkele bedrijven binnen de stadsregio onderzocht waar de gemeente het bevoegd gezag is. Ook voor deze bedrijven wordt vastgesteld welke gegevens voor de luchtkwaliteit van belang zijn. 4. Berekenen van de bijdrage Allereerst wordt de bijdrage aan de achtergrondconcentratie berekend van alle bedrijven gezamenlijk. Als sprake is van een significante bijdrage, dan wordt de individuele bijdrage per bedrijf berekend om te achterhalen welke bedrijven de grootste bijdragen leveren. Eerst voor de industriële bedrijven binnen de stadsregio, maar ook andere relevante bedrijven in Arnhem en Nijmegen. Indien noodzakelijk wordt ook in de overige gemeenten bekeken welke bedrijven bijdragen aan de achtergrondconcentratie. De resultaten van de berekeningen worden op kaarten weergegeven. 5. Toetsen van de bijdragen Vervolgens worden de bijdragen van de bedrijven aan de achtergrondconcentratie getoetst aan de vastgestelde ondergrens. Op basis hiervan worden de bedrijven geselecteerd die een relevante bijdrage leveren aan de achtergrondconcentratie. De invloedsfeer van de geselecteerde bedrijven wordt weergegeven op een kaart samen met de huidige locaties waarbij sprake is van een knelpunt in de luchtkwaliteit en de locaties waar ruimtelijke ontwikkelingen zijn gepland. Dan worden de gegevens vergeleken met de gegevens van het MNP. Als er significante verschillen zijn tussen beide wordt nagegaan op welke wijze de gegevens van de EmissieRegistratie zouden moeten worden aangepast. Het MNP wordt daarna verzocht om op basis van de gewijzigde gegevens de achtergrondconcentratie in de stadsregio opnieuw te berekenen zodat kan worden vastgesteld wat de verandering is in de achtergrondconcentratie. 8

Maatregelen nemen 1. Toetsen actualiteit milieuvergunningen Van de betreffende bedrijven wordt eerst nagegaan of de vergunning op gebied van luchtemissies actueel is. Als dat niet het geval is, kan via een wijziging van de vergunning de Best Beschikbare Techniek worden voorgeschreven. Het is maatwerk per bedrijf, waarvan een kosteneffectiviteitstoets standaard deel uitmaakt. Per bedrijf wordt nagegaan of hiermee het knelpunt wordt weggenomen. Soms moet er gezocht worden naar bovenwettelijke maatregelen om de concentratie te verlagen. Als dit te veel tijd kost, wordt volstaan met een indicatieve berekening van het effect van de Best Beschikbare Techniek, en afhankelijk daarvan een beoordeling of de herziening van de vergunning prioriteit krijgt met het oog op de luchtkwaliteit 2. Definiëren van de maatregelen Er wordt vastgesteld wat de minimale bijdrage moet zijn van de bovenwettelijke maatregel. Er wordt een ondergrens vastgesteld. Hieronder wordt de bijdrage van een maatregel aan de reductie van de uitstoot aan fijn stof en stikstofoxiden, in relatie tot het verlagen van de achtergrondconcentratie, als niet relevant beschouwd. Ook wordt aangegeven welke informatie per maatregel verzameld moet worden om de maatregel op haalbaarheid te kunnen toetsen. 3. Inventariseren van de maatregelen Er wordt een algemene lijst gemaakt met maatregelen die de uitstoot van fijn stof en stikstofdioxiden kunnen reduceren. Per bedrijf wordt vastgesteld welke maatregelen toepasbaar zijn. Per maatregel wordt tevens vastgesteld wat de redelijkerwijs te verwachten reductie is aan uitstoot van fijn stof en stikstofdioxiden in relatie tot het verlagen van de (achtergrond)concentratie. 4. Toetsen van de bijdrage van de maatregelen De geïnventariseerde maatregelen worden getoetst aan de vastgestelde grens. Op basis hiervan worden de maatregelen geselecteerd die een relevante bijdrage leveren aan de reductie van de achtergrondconcentratie. Vervolgens wordt bepaald welke van de geselecteerde maatregelen het meest kosteneffectief zijn. Daarbij wordt een relatie gelegd met de huidige knelpunten en mogelijk toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Eerst worden de meest kosteneffectieve maatregelen per bedrijf bepaald. Vervolgens wordt de meest kosteneffectieve verlaging van de achtergrondconcentratie bij bedrijven bepaald. 9 Eolus

5 Organisatie, kosten en planning Eolus gaat uit van een slagvaardige organisatie gericht op samenwerking en uitvoering. Er wordt een compacte werkgroep opgezet (maximaal zes personen). De werkgroep bestaat uit een projectmanager van de Stadsregio Arnhem Nijmegen en (milieu)specialisten van de provincie Gelderland en de gemeenten Arnhem en Nijmegen en, voor zover nodig, adviseurs. De kosten voor de uitvoering van Eolus zijn globaal als volgt geraamd: I. Bedrijven in kaart brengen 1. Verzamelen van gegevens 12.000 2. Definiëren van de uitgangspunten 7.000 3. Selecteren van bedrijven 25.000 4. Berekenen van de bijdrage 25.000 5. Toetsen van de bijdragen 8.000 II. Maatregelen nemen 1. Toetsen actualiteit vergunningen 20.000 2. Definiëren van de maatregelen 10.000 3. Inventariseren van de maatregelen 18.000 4. Toetsen van de bijdragen van de maatregelen 8.000 De planning van de verschillende onderdelen ziet er globaal als volgt uit: I. BEDRIJVEN IN KAART BRENGEN 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 1. VERZAMELEN VAN GEGEVENS p p p 2. DEFINIËREN VAN DE UITGANGSPUNTEN p p 3. SELECTEREN VAN BEDRIJVEN p p p p p p 3. BEREKENEN VAN DE BIJDRAGE p p p 5. TOETSEN VAN DE BIJDRAGEN p p II. MAATREGELEN NEMEN 1. TOETSEN ACTUALITEIT VERGUNNINGEN p p p p p p 2. DEFINIËREN VAN DE MAATREGELEN p 3. INVENTARISEREN VAN DE MAATREGELEN p p p p 4. TOETSEN BIJDRAGEN MAATREGELEN p p 10

11 Eolus

Postbus 6578, 6503 GB Nijmegen Stationsplein 26, 6512 AB Nijmegen T (024) 329 79 79 F (024) 329 79 70 info@destadsregio.nl www.destadsregio.nl