Verslag Invitational Conference. De Checkstandaard: professionele opsporing verzocht



Vergelijkbare documenten
Het PreventieConsult in de huisartsenpraktijk

Het PreventieConsult cardiometabool

30 juni 2009 De Checkstandaard

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Zorgketen c.q. Netwerkaanpak actieve leefstijl. Anneke Hiemstra en Marloes Aalbers, NISB

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Persoonsgerichte preventie in de praktijk. S.A. Petra

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

De kunst van elkaar begrijpen

Disclosure belangen sprekers

Visie Ehealth Longfonds

Zorg op maat voor Hart- en/of vaatziekten Waarom ontvangt u deze folder?

Regionaal ketenzorg protocol COPD

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi.

Sfeerimpressie netwerkbijeenkomst Preventie in de Buurt 19 maart 2015 in Haarlem

Implementatie: stappen, tips en trucs

3 FASEN MODEL. Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement

toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte

Nederlandse samenvatting

Uitnodiging voor huisartspraktijken voor deelname aan onderzoek Valpreventie in de eerstelijnszorg

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven

Wat heeft u gisteren gedaan om uw gezondheid op peil te houden?

Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management

Chronische Nierschade in Nederland

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur

Bestrijding ongezonde leefstijl hard nodig om forse stijging diabetes, hart- en vaatziekten en nierfalen te voorkomen.

PreventieConsult in de startblokken

Zorg op maat voor Diabetes type 2 Waarom ontvangt u deze folder?

Eindopdracht Verbeterplan zorg aan chronisch zieken

Wat werkt? Doorstroom van zorg naar regulier sport- en beweegaanbod verbeteren

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur

De Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI)

Kernelement Samenwerking tussen zorg en sport

Zorgmodule Voeding Kansen voor de diëtist. Wineke Remijnse Beleidsadviseur NVD April 2013

De oplossing voor het opzetten van gestructureerde osteoporosezorg

Programma beschrijving

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit

Hart- en vaatziekten Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg

Persoonsgerichte preventie: wie, wat, waar, hoe. Roderik Kraaijenhagen NIPED, Amsterdam

Patiëntenparticipatie in Diseasemanagement & Chronic Care Model. Margo Weerts

Present. Gezond en vitaal aan het werk

Achtergrond informatie Pilot centrale zorgverlener Smallingerland

Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten.

Uw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch

Zet de volgende stap! Naar een nieuwe manier van zorgverlenen

Onbekend maakt onbemind

Van een individuele ad-hoc aanpak, naar een collectief non-stop stresspreventiebeleid

Zorg op maat voor Diabetes type 2 Waarom ontvangt u deze folder?

> Een chronische ziekte; uw zorg is onze zorg

Ondersteuning bij implementatie zelfmanagement

De Businesscase Light

Met elkaar voor elkaar, beleidskader chronische zorg

Onderzoek Saltro COPD-portaal

Vrijheidsbeperkende maatregelen. Vrijheidsbeperkende maatregelen terugdringen? in de langdurende zorg. Vilans helpt mee

Zorg op 1 lijn in Leidsche Rijn

Eigen regie in de palliatieve fase

ZELFMANAGEMENT IN DE ZORGSTANDAARDEN

Hoe beweegprogramma's voor kwetsbare ouderen te implementeren?!

Toezicht op de toegankelijkheid en kwaliteit van de veteranenzorg met behulp van de CQ-index

DO NOT COPY. Chronische ziekten. Inhoud. De maatschappelijke opgave. Wat is er aan de hand? Wat doen we er aan? Rol overheid. Preventie in de zorg

Fijn dat uw praktijk meedoet aan ACT II, het vervolg van het Amsterdams Cardiovasculair Traject (ACT).

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Zorg op maat voor Hart- en/of vaatziekten Waarom ontvangt u deze folder?

Zorg op maat voor Diabetes type 2 Waarom ontvangt u deze folder?

Preventie vrouwelijke genitale verminking door de Jeugdgezondheidszorg in Nederland. Tosca Hummeling, projectleider GGD Nederland

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe Vita

Lifestyle coaching. Preventief uw leefstijl veranderen. - U staat er niet alleen voor. Waarom laten coachen? Wanneer laten coachen?

Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement. Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten?

Post-hbo opleiding psychosociale zorg door oncologieverpleegkundigen

Zelfmanagement RGF Midden Oost Brabant 19 mei Hanke Timmermans Consultant CBO,

Opzet van de interventie 4-8 en 8-13 jaar Stappen Wanneer Wie Frequentie Duur

Zorg op maat voor COPD & Astma Waarom ontvangt u deze folder?

Zelfstandig omgaan met COPD. - persoonlijke ondersteuning via internet - deelname aan het e-vita COPD platform en wetenschappelijk onderzoek.

Overzicht Financiering eerste lijn

PROGRAMMABEGROTING

Hoe kies ik een zelfzorgtool die bij mij past?

1. Inleiding. Aanleiding

1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag?

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting

Keurmerkrapportage. rapportage Keurmerk Basis GGZ 2016 o.b.v. de zelfevaluatie

Eindopdracht Verbeterplan zorg aan chronisch zieken

HANDREIKING GECOMBINEERDE LEEFSTIJLINTERVENTIE VOOR GEZINNEN

DEELNEMEN AAN HET ACTIEF NETWERK Nationaal Platform Duurzame Inzetbaarheid - IN ZORG

Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)

Plan herinrichting Platform Vitale Vaten, vastgesteld op 14 april 2011

Overwegingen voor deelname aan netwerk / samenwerking

LEEFSTIJLCOACH LEEFSTIJLCOACH

Factsheet. Meet the Needs. Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht

Werken aan effectief en doelgericht. herstel. Verwijzers

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD.

Niet elke patiënt kan en wil de regie nemen, maar een patiënt moet wel de keuze hebben

Transcriptie:

Verslag Invitational Conference De Checkstandaard: professionele opsporing verzocht Bilthoven, 30 juni 2009 Dagvoorzitter: Henk Smid, directeur ZonMw

Inhoudsopgave Voorwoord...3 Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Plenaire presentaties...5 De Checkstandaard... 5 Drs. Marianne van Oosterhout, projectmanager Checkstandaard Nederlandse Hartstichting Professionele opsporing: drie perspectieven De professional...7 Prof.dr. Pim Assendelft, hoogleraar huisartsgeneeskunde Leids Universitair Medisch Centrum De consument...11 Hans van Laarhoven, de Hart&Vaatgroep, Bilthoven De zorgverzekeraar...13 Aldien Poll, zorgverzekeraar AGIS en lid van het dagelijks bestuur Platform Vitale Vaten Hoofdstuk 2 Workshops...15 Waarover moet de checkstandaard duidelijkheid geven? Rol van de cliënt (2x)...15 Gespreksleider: Marina Senten, manager afdeling Kennis & Innovatie, Nederlandse Hartstichting, Den Haag Ontwerp van het checkproces...17 Gespreksleider: Marc Roosenboom, afdelingshoofd Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn, Utrecht Beslissingsondersteuning...18 Gespreksleider: Bert Kuipers, algemeen directeur Diabetes Fonds, Amersfoort Eisen setting en faciliteiten...19 Gespreksleider: Désirée Stolker, programmaleider Preventie, Nederlandse Hartstichting, Den Haag Informatiesystemen...20 Gespreksleider: Marc Roosenboom, afdelingshoofd Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn, Utrecht Kwaliteitsindicatoren...22 Gespreksleider: Bert Kuipers, algemeen directeur Diabetes Fonds, Amersfoort Competenties van de aanbieders/zorgverleners...23 Gespreksleider: Désirée Stolker, programmaleider Preventie, Nederlandse Hartstichting, Den Haag Hoofdstuk 3 Resultaten stemmingsformulieren...24 Bijlagen 1. Kenmerken PreventieConsult/Checkstandaard/Zorgstandaarden...28 2. Model van een checktraject...29 3. Conferentiekrant...30 4. Deelnemerslijst...31 5. De dromen van een bedrijfsarts, de partners van LekkerLangLeven en van het ministerie van VWS.33 2

Voorwoord Voor u ligt het verslag van de Invitational Conference over De Checkstandaard: professionele opsporing verzocht van 30 juni 2009. Deze Invitational Conference is georganiseerd door het Diabetes Fonds, Nierstichting Nederland en de Nederlandse Hartstichting, in het kader van hun gezamenlijke preventieprogramma LekkerLangLeven. Dit programma is gericht op bewustwording en stimulering van goede vroegtijdige opsporing van risicofactoren in de reguliere zorg. Dit doen de drie fondsen door de ontwikkeling van een Checkstandaard, het investeren in wetenschappelijk onderzoek over risicocommunicatie en effectieve leefstijl, lobby en pleitbezorging richting politiek. De fondsen signaleren diverse problemen rondom gezondheidschecks. Er is een wildgroei aan allerlei testen naar gezondheid ontstaan. Meer en meer burgers willen én kunnen zich laten testen. De kwaliteit, betrouwbaarheid en doelmatigheid van deze gezondheidschecks is echter vaak onvoldoende. Veelal ontbreekt deskundige begeleiding bij de interpretatie van de gegevens. En goede nazorg in zowel 0 e als 1 e lijn is vaak onvoldoende geregeld. De fondsen willen graag dat iedereen in de toekomst een betrouwbare check kan laten doen. Het is voor meerdere partijen echter lastig gebleken om erachter te komen waaraan een goede check moet voldoen. Ook voor controle op kwaliteit, handhaving en het transparant maken van kwaliteit van het checkaanbod, is nog geen instrument voorhanden. Om tot goede vroegtijdige opsporing te komen, wordt in samenwerking met NHG, LHV en NVAB gewerkt aan de totstandkoming van een multidisciplinaire (medische) richtlijn (NHG-standaard PreventieConsult). Ook wordt een vertaalslag gemaakt naar de bedrijfsartsenzorg. In dit project PreventieConsult wordt verder gewerkt aan de afronding van de inhoudelijke richtlijn en aan de benodigde ondersteunende materialen voor de implementatie van het PreventieConsult. Hoe een goede test georganiseerd wordt en aan welke kwaliteitseisen deze moet voldoen, is een volgende stap. Om dit in kaart te brengen, zijn gesprekken gevoerd met stakeholders (patiënten-/ consumenten-/ kwaliteitsorganisaties) en is deze Invitational Conference georganiseerd. Tijdens de conferentie werd constructief meegedacht. Maar ook is gebleken dat nog veel discussies zouden moeten worden gevoerd over de uitwerking van de Checkstandaard. In de afgelopen periode heeft de Inspectie voor de GezondheidsZorg (IGZ) samen met ZonMw het initiatief genomen voor de ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn Preventief Medisch Onderzoek (MD PMO). CBO en TÜV hebben daarvoor een voorstudie gedaan waaraan de fondsen hun bijdrage hebben geleverd, daarbij puttend uit de uitkomsten van de conferentie van 30 juni 2009. In gesprekken van de LekkerLangLeven-partners met IGZ, ZonMw, VWS, CBO en TÜV is geconcludeerd dat de ontwikkeling van de Checkstandaard sterk overeenkomt met de plannen om te komen tot de MD PMO. De fondsen zullen daarom inhoudelijk bijdragen aan dit traject, ten einde te komen tot een multidisciplinaire standaard voor gezondheidschecks. Kennis uit het reeds gelopen traject van de fondsen wordt ook in de toekomst ingezet voor de ontwikkeling van de MD PMO. Wij hopen van harte dat onderliggend verslag, tot stand gekomen door de inbreng van vele veldpartijen, een waardevolle bijdrage zal leveren aan de toekomstige multidisciplinaire richtlijn. Drs. Marianne van Oosterhout Projectmanager Checkstandaard 3

Inleiding Doel van de Invitational Conference De Checkstandaard: professionele opsporing verzocht was om de Checkstandaard Cardiometabool Risico als mogelijk kwaliteits- en organisatie-document neer te zetten en draagvlak te creëren. Ook is aan de genodigden gevraagd om mee te denken over de inhoud van de beoogde Checkstandaard. Henk Smid, directeur van ZonMw was dagvoorzitter. PitActief heeft de bijeenkomst georganiseerd in opdracht van de drie fondsen. De Invitational Conference werd begonnen met een aantal plenaire presentaties. De eerste presentatie was van mw. drs. Marianne van Oosterhout over wat wordt bedoeld met de Checkstandaard en hoe zowel het ministerie van VWS als de fondsen aankijken tegen een dergelijk document. Vervolgens is door prof. dr. Pim Assendelft gepresenteerd hoe de professionals aankijken tegen professionele opsporing en hoe de huisartsen hierin staan. Daarna volgde de presentatie van dhr. Hans van Laarhoven die de visie vanuit de burger/patiënt belichtte. Tot slot presenteerde mw. Aldien Poll de visie op en de rol van de zorgverzekeraar in vroege opsporing. De handouts van de powerpointpresentaties vindt u in hoofdstuk 1. Tijdens het tweede deel van het programma zijn workshops gehouden met als onderwerpen: Rol van de cliënt (2x) Organisatie van en afstemming binnen het checkproces Beslissingsondersteuning Setting en faciliteiten Informatiesystemen Kwaliteitsindicatoren Competenties zorgverleners De verslagen van deze workshops vindt u in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 vindt u een weergave van wat door deelnemers op stemmingsformulieren is geschreven. We hebben de deelnemers hiermee de gelegenheid gegeven om kansen en knelpunten aan te geven in de verschillende fases van het checkproces die ze niet direct kwijt konden in de workshops. Hiermee is ook een beeld ontstaan hoe ze aankijken tegen vroege opsporing, welk kansen er zijn en welke hobbels genomen moeten worden. In de bijlagen 1 en 2 treft u een overzicht met de kenmerken, overeenkomsten en verschillen tussen het PreventieConsult, de Checkstandaard en de zorgstandaarden aan, net als een model van een checktraject over hoe dit er mogelijk uit zou kunnen zien. Aan het eind van de dag kregen de deelnemers een verslag van de dag mee in de vorm van een Conferentiekrant. Deze treft u aan in bijlage 3. In bijlage 4 vindt u de deelnemerslijst. Als illustratie van de Checkstandaard zijn tijdens het programma drie dromen geschetst over hoe de ideale situatie rondom vroege opsporing er in de toekomst mogelijk uitziet: voor de partners van LekkerLang- Leven, voor het ministerie van VWS en voor een bedrijfsarts. De genodigden konden vervolgens hun eigen droom, maar ook hun nachtmerrie noteren op rode en groene harten. Deze zijn opgehangen op het terras zodat een ieder deze harten kon uitlezen. Het voerde te ver om deze op te nemen in dit verslag, maar in de cenferentiekrant staan wel enkele dromen en nachtmerries vermeld. De droomteksten staan in bijlage 5. 4

Hoofdstuk 1 Plenaire presentaties De Checkstandaard Drs. Marianne van Oosterhout, projectmanager Checkstandaard Nederlandse Hartstichting 5

6

Professionele opsporing: drie perspectieven De Professional Prof.dr. Pim Assendelft, hoogleraar huisartsgeneeskunde Leids Universitair Medisch Centrum 7

8

9

10

De Consument Hans van Laarhoven, de Hart&Vaatgroep, Bilthoven 11

12

De Zorgverzekeraar Aldien Poll, zorgverzekeraar AGIS en lid van het dagelijks bestuur van de Zorgstandaard Vasculair Risicomanagement 13

14

Hoofdstuk 2 Verslagen workshops Invitational Conference Workshop - De rol van de cliënt (1e ronde) Hoe kun je de cliënt motiveren en ondersteunen en welke kansen en belemmeringen komt hij tegen? Wat maakt dat een cliënt een vragenlijst gaat invullen? De betrouwbaarheid van de afzender van de vragenlijst is cruciaal. Bijvoorbeeld de eigen huisarts, een solide organisatie die bekend staat om zijn deskundigheid, een autoriteit in de gezondheidszorg of de overheid. Het handigste is om de vragenlijst online in te vullen. Je kunt op verschillende manieren naar de website geleid worden: via gezondheidszorgkanalen als huisarts, apotheek en thuiszorg, maar ook via een aparte publiciteitscampagne voor de Checkstandaard. De vragenlijst dient aan een aantal praktische voorwaarden te voldoen: vooraf een eerlijke tijdsinvestering aangeven het aantal vragen moet goed behapbaar zijn het is duidelijk op welke aandoeningen bevraagd wordt helder taalgebruik, geen medisch jargon objectief taalgebruik zonder waarde-oordelen aantrekkelijke en prikkelende vormgeving Verder dienen de vragen evidence based te zijn en is er een keurmerk nodig waaruit blijkt dat de uitkomsten betrouwbaar zijn. Belang De manier waarop het belang van de vragenlijst en het vervolg daarop onder aandacht wordt gebracht moet de doelgroepen triggeren. Bijvoorbeeld doordat de huisarts een en ander in een brief uitlegt of doordat er een vergelijking (benchmark) wordt gemaakt met mensen in een soortgelijke situatie (leeftijd- of buurtgenoten). Het is heel belangrijk dat de cliënt voorafgaand aan het invullen zich realiseert dat hij misschien een risico loopt. Vervolgens is het van belang dat de vragen enerzijds confronteren, anderzijds motiveren om iets aan dat risico te doen. Het invullen van de vragenlijst is in eerste instantie vrijblijvend en anoniem. Mensen willen begrijpelijkerwijs zelf de controle houden over eventuele vervolgstappen. Wat heeft een cliënt nodig om vervolgstappen te zetten? Praktisch Wanneer de vragenlijst is ingevuld en de uitslag bekend is, wat dan? In ieder geval moet de follow-up duidelijk geregeld zijn, en is de cliënt hiervan op de hoogte. Het zou bijvoorbeeld handig zijn als de cliënt meteen op internet kan doorklikken naar informatie over wat hij zelf kan doen. Verder zou de cliënt via mail opgeroepen kunnen worden actie te ondernemen met reminders als er niet gereageerd wordt. Maar wat vooral belangrijk is, is de rol van de huisarts. Deze kan een persoonlijke uitnodiging sturen om het vervolgtraject te bespreken. Hiermee is dan ook de privacy gewaarborgd. Vervolgens zorgt het contact en de duidelijke uitleg van de huisarts ervoor dat de cliënt dit vervolgtraject instapt en het ook volhoudt. Testuitslag De uitslag van de test is volledig, duidelijk, betrouwbaar en geloofwaardig en zo wordt de boodschap aan de persoon in kwestie ook gebracht. De follow-up die aangeboden wordt, sluit aan bij het risicoprofiel, de persoonskenmerken en de motivatie van de cliënt, waarbij begrip bestaat voor de schrik die een slechte uitkomst kan veroorzaken. Bij een laag of licht verhoogd risico inspelen op het hier en nu en wijzen op 15

de mogelijkheden om gezond te blijven. Het is van belang dat doel en opbrengst voor de cliënt duidelijk en relevant zijn, net als de uitleg van de mogelijkheden om het risico zo laag mogelijk te houden/krijgen. Als niet of onvoldoende gereageerd wordt, kunnen reminders gestuurd worden om de aandacht erop te vestigen. Hoe staan Checkstandaard en PreventieConsult ten opzichte van elkaar? De Checkstandaard beschrijft hoe het PreventieConsult tot zijn recht komt. Hoe kun je de stappen uit het PreventieConsult verwezenlijken? Welke hulpmiddelen heb je daarvoor nodig? De Checkstandaard kan gezien worden als een kwaliteitsmeetlat van checks en aanbieders. Workshop - De rol van de cliënt (2e ronde) Wat heeft een cliënt aan ondersteuning in zelfmanagement nodig om leefstijladviezen op te volgen? Bij een lichtverhoogd risico is het voldoende om de cliënt te coachen vanuit de zorgverzekering en begeleiding via een website en ICT ter bevordering van therapietrouw en opvolgen leefstijladviezen. Bij een verhoogd risico heeft de cliënt ondersteuning vanuit de gezondheidszorg nodig. Het verdient de voorkeur dat één betrouwbare, geloofwaardige zorgverlener deze coaching op zich neemt. Deze coach bezit allerlei vaardigheden zoals goed kunnen communiceren met passende gesprekstechnieken zoals Motivational Interviewing, een ondersteunende, non-paternalistische houding en deskundigheid om goede voorlichting te geven, vragen te beantwoorden en een passend en efficiënt programma in elkaar te zetten. De cliënt heeft regelmatig contact met zijn coach waarbij de resultaten van alle inspanningen zichtbaar worden gemaakt. Het is van belang dat de cliënt gemotiveerd blijft, eigen keuzes kan maken en gelooft in de goede resultaten. De coach kan helpen bij het inpassen van leefstijlveranderingen in het eigen leven. Het hele gezin kan erbij betrokken worden. Hulpmiddelen om door te zetten zijn voor de één een financiële tegemoetkoming, en voor de ander juist de verplichting om een eigen bijdrage te betalen. Ook zou het kunnen helpen om alle afspraken vast te leggen in een contract. Wat heeft de obese, allochtone dame uit de Schilderswijk in Den Haag nodig om leefstijladviezen op te volgen? Cruciale randvoorwaarde hiervoor is het voorhanden zijn van financiële middelen zoals bijvoorbeeld de vergoeding opnemen in het basispakket van de zorgverzekering. En als er een taalprobleem is bij het achterhalen van de hulpvraag en/of begeleiding bij leefstijl-verandering gebruik kunnen maken van een tolk. Ook bij allochtonen streven naar maatwerk en persoonlijk advies. Een aanbod vanuit de eigen cultuur, normen en waarden, en coaching in de eigen taal. Alleen: wat is haalbaar hierin? Hierover is nog geen duidelijkheid. Een multidisciplinaire aanpak is zinvol. Bijvoorbeeld niet alleen een diëtist inschakelen, maar ook een psycholoog. Want het is gebleken dat bv. een depressie vaak ten grondslag ligt aan een ongezonde leefstijl. Verder streven naar laagdrempeligheid en plezier: een activiteitenaanbod in de eigen wijk (liefst in het groen), samen met lotgenoten met dezelfde culturele achtergrond en een overeenkomstig klachtenpatroon. Je zou kunnen denken aan sportmogelijkheden voor allochtone vrouwen of het starten van kookgroepen. Diverse opmerkingen Maak pas kwaliteitsindicatoren als het product af is. Op dit moment is er nog gebrek aan evidence based leefstijlinterventies. Landelijke certificering van leefstijlinterventies is noodzakelijk voor verzekering. Betrek consument/cliënt bij opstellen en vaststellen van het proces en de kwaliteitsindicatoren. Maak een vertaalslag van de checkstandaard naar een leken-versie. De bevolkingsgroep met de grootste risico s wordt niet bereikt (door sociale en/of taalbarrières). Vroegtijdige interventie is een kans, maar knelpunt is een te groot aantal vals-positieven. Stel de doelstelling centraal en werk deze vandaar uit. Later wie, wat, belangen etc. Niet alleen kaf van koren scheiden t.a.v. de checks, maar ook in de follow-up. Multidisciplinair en met alle belanghebbenden de indicatoren definiëren voor een breed gedragen set indicatoren, waarbij belangenverstrengeling zo veel mogelijk wordt voorkomen. Goede publiciteit rondom vragenlijst organiseren. Hou de verwijzing simpel, de lijnen kort en de drempel laag. 16

Workshop - Organisatie van en afstemming binnen het checkproces Wie doet wat, wanneer en in welke samenwerking bij het ontwikkelen van het checkproces? De checkstandaard zal aan relevante zorgstandaarden worden gekoppeld. In deze workshop staan de componenten identificatie en follow-up centraal. Het was de bedoeling dat ook diagnostiek aan de orde zou komen, maar hiervoor ontbrak de tijd. Identificatie Het is wenselijk dat de vragenlijst breed wordt aangeboden en goed toegankelijk is: via internet, maar ook schriftelijk of telefonisch - en dan ook in de eigen taal. Het aanbieden van de vragenlijst vindt gestructureerd en centraal plaats. Nauwe samenwerking is noodzakelijk van huisartspraktijken met ROSen en GGD-en, thuiszorg (consultatiebureau voor ouderen), gemeentes (vanuit hun preventieve taken (WPG)) en bedrijfsartsen (bv bij mensen die nooit bij de huisarts komen). Alleen: hoe gericht kun je mensen opsporen? Juist mensen die niet reageren, hebben vaak meer en ernstiger problemen dan zij die snel reageren. Wanneer je heel breed zoekt, zou je kunnen overwegen het in de vorm van een bevolkingsonderzoek te doen. Wettelijk gezien zijn daar geen beletselen voor. Het is de kunst om mensen op zo n manier te informeren zodat ze zelf inzien dat het belangrijk is de vragenlijst in te vullen, en hen daartoe verleiden zodat ze dat ook daadwerkelijk gaan doen. Hoe de aanpak ook is, niet iedereen wordt bereikt. Gemiddeld reageert 40 % van de mensen niet op een oproep Follow-up Wat gebeurt er nadat mensen de vragenlijst hebben ingevuld? Wie wordt probleemeigenaar? Wordt de follow-up door de GGD of vanuit de eerste lijn georganiseerd? Daar moet goed over worden nagedacht, want het is wel nodig dat een plan ten grondslag ligt aan het aanbieden van de vragenlijst. Afhankelijk van de informatiebehoefte van de cliënt kiest men een strategie. Het is wenselijk dat het aanbod aan follow-up plaats- en doelgroepgericht plaatsvindt. Per regio of wijk bekijken welke groepen worden gemist en strategieën bepalen om deze toch te bereiken. Hiervoor is nauwe samenwerking tussen o.a. huisartsen, ROS-en en GGD en en de gemeente is noodzakelijk. De gemeente heeft de bestuurlijke verantwoordelijkheid over preventie, terwijl huisartsenpraktijken een uitvoerende taak hebben. Hiervoor is nodig dat verantwoordelijkheden op de juiste wijze worden vastgelegd en wettelijk verankerd, waarna de uitvoerende instanties praktische handvatten aangereikt krijgen. Wethouders zullen zich immers niet geroepen voelen het hele traject van de preventiecheck te organiseren. Eigenlijk moet worden voorkomen dat de vragenlijst medicaliseert. Als de huisarts de vragenlijst aanbiedt, geeft dit immers al een medische indruk. Het is een uitdaging om adequaat naar doelgroepen te communiceren dat zij risico lopen. En dat het invullen van de vragenlijst een eerste stap is om daar zelf achter te komen, maar ook dat het invullen van de vragenlijst niet verplicht is. Wat te doen bij een groot succes? Als blijkt dat heel veel mensen met een licht verhoogd risico bekend zijn, moet je hen goede follow-up aanbieden. Dit kan behoorlijke kosten voor de gezondheidzorg met zich meebrengen. Maar misschien loopt het niet zo n vaart, want ervaringen met de niercheck leren dat slechts een kwart van de mensen met een risico-uitslag naar de huisarts zijn gegaan. Dat kan ook bij deze vragenlijst gebeuren. Dat pleit er dan weer voor om resultaten bij de huisarts terecht te laten komen, zodat deze mensen actief kan oproepen. Maar zelfs dan: ook hoogrisico mensen gaan vrijblijvend met adviezen om. Een ander punt is dat mensen die weten dat de huisarts de uitkomsten van de vragenlijst ziet, misschien geneigd zijn sociaal wenselijk antwoorden te geven. 17 Aan de hand van de vragenlijst is alleen een eerste risicoschatting te maken. Twee consulten zijn nodig om tot een goede risicoprofilering te komen (volgens richtlijn PreventieConsult). De volgende vragen spelen: in hoeverre kun je mensen er via de vragenlijst op aanspreken dat ze vermoedelijk een verhoogd risico lopen op ziekte? En hoe reageren ze daarop? Bij consultatiebureaus voor ouderen worden metingen gedaan die ziekten aangeven. De ouderen moeten dit zelf aan hun huisarts rapporteren. Een groot aantal mensen doet dat niet. Praktijkervaringen van een paar deelnemers aan

de workshop zijn wisselend: bij de een reageert 75% van de mensen op een oproep voor een vervolgconsult, bij de ander is dat maar 50%. Daarom is het van belang dat duidelijk is met welke verwachting mensen de lijst invullen. De meeste mensen willen alleen maar weten welke waardes ze hebben. De huisarts kan een rol spelen bij de follow-up voor allochtone groepen omdat deze de huisarts hoog waarderen. De huisarts kan voorlichting geven over gezond gedrag en aangeven wat de consequenties zijn van ongezond gedrag. Wat zou vervolgens moeten gebeuren als mensen (autochtoon en allochtoon) klaar zijn bij de huisarts? Mensen vergeten na verloop van tijd dat ze een hoog risico lopen. Daarom is begeleiding dichtbij de mensen gedurende langere tijd nodig. Dit kan bijvoorbeeld in de eigen huisartsenpraktijk, uitgevoerd door zorgverleners die goed samenwerken, bijvoorbeeld praktijkondersteuners en (GGD- en diabetes-) verpleegkundigen. Het is lastig om gedragsverandering te effectueren bij de primaire preventiegroep. Huisartsen hebben er weinig ervaring mee. Uit onderzoek naar interventies met structurele geïntegreerde betrokkenheid (werkgevers, werknemers, zorgprofessionals) blijkt dat deze programma s goede resultaten boeken. Concluderend: over de follow-up van de checkstandaard is tot nu toe nog te weinig nagedacht. De toestroom naar de huisartsenpraktijk van de verhoogde en licht verhoogde risicogroepen kan enorm zijn. Daarom moet er een soort vangnet worden gecreëerd waar mensen terecht kunnen, zoals groepsactiviteiten in de wijk die zichzelf uiteindelijk financieel kunnen bedruipen. Afspraken over wie de regie en de verantwoordelijkheid neemt voor deze activiteiten is nodig. Workshop - Beslissingsondersteuning Tijdens deze workshop bespreekt men hoe en met behulp van welke middelen alle aanbieders van checks, die volgens de checkstandaard willen werken, de daarvoor benodigde kennis en onderbouwing kunnen regelen. Daarnaast moet duidelijk worden hoe en met behulp van welke hulpmiddelen de cliënt zo goed mogelijk geïnformeerd kan worden, zodat hij/zij goed onderbouwde keuzes kan maken. Hele keten, de toegeleiding en het vervolgtraject De hele keten goed regelen en afspraken met andere partijen zijn geheel ingebed in het traject. De huisarts kent de hele keten, de cliënt, de omstandigheden, gebruik van medicatie etc. Wanneer commerciële aanbieders actief zijn, dan kunnen deze in verschillende fasen een rol spelen, bijvoorbeeld in de toegeleiding of in het natraject (sportschool). De bedrijfsgeneeskundige zorg heeft mogelijkheden in de toegeleiding. Onderzoek heeft uitgewezen dat de opkomst hoger is na uitnodiging door huisarts. Het voordeel is dat cliënten makkelijk toegang hebben tot de huisarts en dat deze een rol speelt in vervolgtraject met effectieve interventies. Aandachtspunten in de kennis van aanbieders Wie toetst of de aanbieder een goede opleiding en kwaliteit van advisering heeft? Mogelijke manieren om de kennis van aanbieders te vergroten Verplicht instellen van bijscholing en/of accreditatie. Het benoemen van beroepsgroepen of de competenties van de aanbieders. Voorwaarde is wel dat de zorgverleners zelf in preventie geloven. Rondom de vragenlijst Het is de bedoeling dat de cliënt voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst geïnformeerd is over de eventuele consequenties van de test en al bereid is om het vervolgtraject in te gaan: naar de huisarts te gaan, leefstijladvies op te volgen en gedrag te veranderen. Aan de andere kant kan de cliënt ook goed geïnformeerd beslissen om af te zien van het vervolgtraject. Een andere mogelijkheid is om de cliënt te verleiden met een vrij onschuldige vragenlijst met items die men eigenlijk al wel weet (roken, overgewicht, zit het in de familie). Vervolgens de cliënt motiveren door de consequenties voor het vervolg aan te kaarten. Dan kun je ook omgevingsfactoren meenemen die een extra stimulans kunnen zijn, bijvoorbeeld de invloed van de buurman of een collega. Wanneer een bedrijf de check aanbiedt, kan er sprake zijn van sociale druk om mee te doen. Het wordt nu moeilijker voor de cliënt om nee te zeggen. Het blijft natuurlijk wel de vraag of iemand bereid is zijn gedrag te veranderen als de motivatie niet uit hemzelf komt. 18

Mensen zijn geneigd het eigen risico verkeerd in te schatten. Het kan ook een schrik zijn: iemand denkt gezond te zijn maar na het invullen van de vragenlijst blijkt hij wel degelijk risico te lopen. Gefaseerde informatie kan de schok verminderen Hoog risico Ervaring van het Diabetes Fonds leert dat de helft van de mensen met een verhoogd risico na het invullen van een internettest, naar de huisarts gaat. Dit aantal kan vergroot worden als de cliënt de vragenlijst in een traject samen met de huisarts invult. Wanneer de huisarts ook een hoog risico vaststelt, dan moet deze de cliënt eerst goed informeren over de consequenties van het al dan niet ingaan van een vervolgtraject en de bestaande mogelijkheden. De vraag is of de huisarts de cliënt vervolgens naar huis laat gaan om een en ander te laten bezinken of dat er meteen afspraken gemaakt worden voor het vervolgtraject, bijvoorbeeld aanmelden bij een stoppen met roken cursus. Dan kan de cliënt moeilijker nee zeggen. Hulpmiddelen voor de cliënt Website, waar ook lokaal vervolgaanbod aangegeven staat. Risicometer waardoor cliënt inzicht krijgt in zijn eigen risico en in het effect van de verlaging van de risicofactoren. E-health portaal met professionele ondersteuning. Keuzehulp. Hulpmiddelen voor de professional/aanbieder Training motivational interviewing. Beslis- en keuzehulpen Geldende richtlijnen en zorgstandaarden. Diverse opmerkingen en vragen die nog leven Bronovo start een groot prospectief onderzoek in samenwerking met Medische besliskunde LUMC naar het effect van brede screening (ook andere ziektebeelden). Voor en na wordt de mate van ongerustheid gemeten. De huidige richtlijnen van NHG en CBO worden slechts in beperkte mate geïmplementeerd door de professionals. Wat zijn verwachtingen voor een Checkstandaard? Kan de zorg het wel aan? Momenteel zouden er onvoldoende uren voor zijn. Bedrijven doen allerlei commerciële testen. Het verzoek komt veelal via directie binnen, men beseft niet hoeveel werk hier aan vast zit. Voor welke oudere is een check geschikt? Geldt het keurmerk voor de hele keten? Workshop - Setting en Faciliteiten In deze workshop komen drie onderwerpen aan de orde: de plaats van de check, de apparatuur en de hulpmiddelen. De deelnemers werken dit uit aan de hand van een casus: een huisartsenpraktijk in een achterstandswijk voert een gezondheidscheck uit tijdens een gezondheidsmarkt in een moskee. Identificatie met behulp van de vragenlijst Plaats Vooraf wordt beoordeeld of de ruimtes geschikt en groot genoeg zijn. Daarnaast moet er de mogelijkheid zijn om mannen en vrouwen apart de vragenlijst te laten invullen. Praktisch Begeleiding is aanwezig bij het invullen van de vragenlijst, zowel van een zorgverlener als van een tolk. Om de leesbaarheid te bevorderen is het lettertype van de folder en webformulier duidelijk en groot genoeg. Voor de zekerheid is er een leesbril en/of leesloep aanwezig. Er is objectieve informatie beschikbaar in meer talen, zowel schriftelijk als mondeling, over de voor- en nadelen van het uitvoeren 19

van een gezondheidscheck. Er is een adequate internetverbinding zodat landelijke/regionale of lokale informatie beschikbaar is. Inhoudelijk Vooraf en tijdens de gezondheidsmarkt is er goede communicatie om mensen te motiveren aan de check mee te doen, waarbij helder is dat de check geen doel op zich is, maar een tool om gezonder te gaan leven. Het moet mogelijk zijn om een afspraak te maken om de check op een ander tijdstip te doen. Binnen de vragenlijst staat de follow-up al aangekondigd. Het is dan ook de bedoeling dat daadwerkelijke verwijzingen naar huisartsenpraktijk of aanbieders van goed preventief aanbod direct of zo snel mogelijk kunnen plaatsvinden. Diagnostiek non-invasieve metingen Plaats Aanwezigheid van een wachtruimte met een zitje en een afsluitbare onderzoekkamer t.b.v. de privacy. Inhoudelijk Vooral bij allochtone doelgroepen is het van belang dat voldoende vrouwelijke zorgverleners aanwezig zijn voor de vrouwen. Voorafgaand aan de metingen wordt de vragenlijst nagesproken. Een vervolgafspraak wordt gemaakt, niet alleen voor de follow-up zelf, maar ook om de bloeddruk een tweede keer te meten. In de checkstandaard wordt ook vastgelegd welk type apparatuur gebruikt wordt, omdat niet alle apparatuur betrouwbaar is en goed geijkt is. Dit geldt vooral voor bloeddrukmeters en weegschalen. Praktisch Aanwezige apparatuur: bloeddrukmeter, meetlint, weegschaal. Diagnostiek invasieve metingen Inhoudelijk Voorafgaand aan de check worden cliënten geïnformeerd over voorwaarden van het onderzoek, zoals nuchter zijn. Een vingerprik verdient de voorkeur boven veneus prikken zodat de uitslag direct bekend is, zo wordt door diverse deelnemers aangegeven. Bovendien bestaat bij veel mensen angst voor veneus prikken. Eventueel zouden cliënten die rood uit de vragenlijst komen zich veneus kunnen laten prikken bij de huisarts. Follow-up Het checkmoment en vervolgtraject moeten goed op elkaar aansluiten. Bijvoorbeeld door de zorgverlener die heeft geholpen bij het invullen van de vragenlijst ook het vervolgtraject te laten begeleiden.. Workshop - Informatiesystemen In deze workshop ligt de focus op informatiestromen, waarbij een aantal vragen centraal staan. Wat gebeurt er als iemand de vragenlijst heeft ingevuld? Waar gaat de vragenlijst naar toe? Wie bewaart de vragenlijst en voor hoelang? Hoe komt iemand bij de eerste lijn terecht? Met welke privacy-aspecten moet rekening worden gehouden? Hoe wordt met de informatie omgegaan? Tijdens deze workshop blijkt dat er nog meer vragen worden opgeworpen, maar dat het niet zo eenvoudig is om ook antwoorden te geven. Degene die de vragenlijst inzet bepaalt hoe de informatiestromen verlopen. Er zijn diverse mogelijkheden. De vragenlijst kan bijvoorbeeld in een ziekenhuissysteem worden ingevoerd waarbij verschillende ziekenhuizen aan elkaar gekoppeld zijn, maar meer waarschijnlijk is dat de vragenlijst bij de huisarts terechtkomt en dientengevolge ook in het desbetreffende huisartsensysteem. Er wordt voor gepleit om de vragenlijst niet alleen lokaal te bewaren, maar ook op een centrale plaats. Maar uit het oogpunt van privacywetgeving mag dat niet zomaar. Aan de andere kant: steeds meer groepen huisartsen werken met een gezamenlijk systeem waarin gegevens geanonimiseerd worden ingebracht. Als patiënten hiervoor toestemming geven zijn er verder geen technische en ethische belemmeringen. Over de vraag of alle informatie uit de vragenlijst naar de huisarts moet gaan, zijn de meningen verdeeld. 20

De een zegt dat de gegevens alleen voor de cliënt zijn. De huisarts en andere zorgverleners hoeven hiertoe geen toegang te hebben, tenzij het is voor een onderzoek of pilot. Maar de ander vindt juist dat het goed is dat de huisarts op de hoogte is van risicofactoren bij een bepaalde cliënt. Er bestaat een ethisch probleem: in welke mate is een zorgverlener verantwoordelijk voor zaken die hij niet wist, maar had kunnen weten en in welke mate is hij verantwoordelijk voor zaken die hij wist, maar waar hij niets aan deed? De privacywetgeving is een belangrijk punt voor wat betreft de informatie die voortkomt uit het invullen van de vragenlijst. Er zal per module een maatwerkoplossing moeten worden bedacht. Maar bij bevolkingsonderzoeken worden toch ook data uitgewisseld tussen de GGD s en de huisartsenpraktijken? Niet zondermeer. Patiënten worden geselecteerd uit de databases van de huisartsen en de uitnodigingen worden ook door de huisartspraktijken verzonden. Maar het onderzoek en het vastleggen van de gegevens wordt door een andere partij gedaan. Hoe is de gang van zaken bij bedrijfskundige zorg? De bedrijfsarts beheert en bewaakt de informatie die niet toegankelijk is voor andere partijen. Inzage door de werkgever vindt alleen plaats na toestemming van de werknemer. Op het moment dat sprake is van een geïntegreerde eerstelijn of zorggroepen die programma s verkopen aan zorgverzekeraars, zijn er bedrijfsmatige informatiesystemen. Informatie overdragen binnen een bedrijf is geen probleem. Het wordt pas een probleem als de informatie aan derden wordt verstrekt. Hoe staat men tegenover informatie in een centrale databank ten behoeve van het RIVM? Positief. De gegevens uit dit soort preventief medisch onderzoek geven een goed beeld van de gezondheid van de Nederlander. Het is zinnig om daar beleid op af te stemmen. Het bezwaar is dat de gemiddelde huisartsenpraktijk er niet direct belang bij heeft om mee te doen. Het RIVM gebruikt een groot gerandomiseerd bestand, en kan daar wat mee. Als gevolg van de privacywetgeving kan de huisarts echter niet op praktijkniveau informatie doorgeven. Willen huisartsenpraktijken de gegevens van lage of licht verhoogde risicogroepen überhaupt wel bewaren? Dat is nog maar de vraag. Huisartsen willen een totaalplaatje van hun patiënten. Deze vragenlijst is niet compleet omdat een aantal risicofactoren er niet in is opgenomen. De uitkomst laag risico wil niet zeggen dat mensen over het geheel gezond zijn. Het gevaar bestaat dat cliënten een vals gevoel van veiligheid krijgen. Maar er worden modules ontwikkeld die eraan toegevoegd kunnen worden. Onder andere voor depressie en kanker. En andere risicofactoren, zoals familie anamnese, komen in het consult aan de orde. Huisartsen zouden meer moeten en kunnen doen aan preventie. Het argument dat ze daar geen tijd voor hebben, klopt niet. Het is een kwestie van keuzes maken. Preventie betaalt zichzelf terug. Maar huisartsen zijn reactief ingesteld. Ze zijn niet gewend om de populatie gezond te houden of gezonder te maken. Ook tijdens de opleiding wordt weinig aandacht besteed aan preventie. Bij preventie zou de lichtverhoogd risicogroep veel meer aandacht krijgen, omdat bij hen de grootste gezondheidswinst valt te behalen. Uit een onderzoek is gebleken dat veel mensen een gezondheidscheck doen als de huisarts deze aanbiedt. De huisarts kan hen dan begeleiden in het vervolgtraject. De kans dat mensen na een check geen vervolgstappen nemen, wordt zo kleiner. Cliënten die via de checkstandaard bij de huisarts terechtkomen, zouden binnen een regionale groep gemonitord moeten worden. Samenwerking dus. Er zijn een aantal factoren waar nog over moet worden nagedacht: Hoe de informatie uit de papieren versie van de vragenlijst te verwerken? Wat te doen met onbedoeld gevonden informatie? Wat te doen met mensen die afhaken als ze weten dat hun informatie ergens wordt geregistreerd? Hoe in het systeem te verwerken dat mensen ouder worden en steeds meer gaan mankeren? Hoe hen daarin te coachen? Hoe zit het met onderlinge beïnvloeding van de risicofactoren? Hoe kunnen cliënten omgaan met de uitkomsten van de check? Welke zorgverleners kunnen cliënten hierin terzijde staan? Bij het afronden van de workshop concludeert de voorzitter dat de technologievraagstukken nog verder uitgewerkt zouden moeten worden. 21

Workshop - Kwaliteitsindicatoren Welke kwaliteitsindicatoren moeten in de Checkstandaard uitgewerkt worden en wat is daarvoor nodig? Hoe staan de deelnemers tegenover een keurmerk en transparantie van het checkaanbod? Kwaliteitsdoelen en kwaliteitsindicatoren Kwaliteitsdoelen en -indicatoren per fase van het checktraject formuleren. Ook kwaliteitsdoelen en -indicatoren voor de fases vóór (goed geïnformeerd zijn vóór de start) en na de check (follow-up). Gang van zaken: benoem eerst het hele proces, focus dan, en benoem de essentiële punten. Kwaliteitsdoelen en -indicatoren op verschillende niveaus Eisen aan testen De testen zelf hebben een goed onderscheidend vermogen hebben De meetapparatuur (wegen, cholesterolmeting) wordt regelmatig geijkt. Eisen gesteld aan de professional Definiëren aan welke eisen de professional zou moeten voldoen: de rol per fase en competenties. Bepalen wie de initiatiefnemer is en wie coördineert. Ook de kwaliteit van de advisering wordt gedefinieerd, zowel voorafgaand als tijdens de check. De vraag is hoe ver te gaan in het beoordelen van de zorgverlener? Is een advies aan de cliënt voldoende, of moet er sprake zijn van een doorverwijzing, afspraak of moet de cliënt daadwerkelijk deelnemen aan een behandeling of vervolgprogramma? In hoeverre is de cliënt zelf verantwoordelijk? In ieder geval is het documenteren van metingen noodzakelijk, zodat het effect van de interventie aantoonbaar is. Wellicht is het wenselijk deze metingen centraal te registreren. Cliënt Bepaal een indicator op gedragsniveau. Het gaat erom hoeveel personen uit de oranje en rode groep uiteindelijk in de groene groep terechtkomen. Vraag is of je de huisarts hierop kunt afrekenen. Een andere indicator is klantentevredenheid. Vervolgactiviteiten Het Centrum Gezond Leven (CGL) van het RIVM certificeert momenteel leefstijlinterventies. Oefen druk uit dat deze er daadwerkelijk komen. Rode groep: verwijs alleen naar (door CGL) gecertificeerde interventies Oranje groep: verwijs ook naar niet gecertificeerde, minimale interventies zoals bijvoorbeeld de sportschool. Anders wordt de drempel te hoog. Certificering Certificering komt de geloofwaardigheid van het programma ten goede. Het programma valt of staat met de uitkomst van de test. Het is de bedoeling dat certificering leidt tot doelmatig handelen. Maar wie definieert de certificering? Het zou een multidisciplinaire groep kunnen zijn. Niet de huisarts, want die is een belangrijke partij in de uitvoering. Draagvlak hiervoor is wel van groot belang. Een mogelijkheid is om een toetsingsinstrument op te stellen zodat alle betrokken partijen dit kunnen becommentariëren. Er blijven vragen openstaan: wat is de rol van de Inspectie? Wie gaat testapparatuur checken en hoe? HKZ, NIAZ, Inspectie? Of meerdere instituten? Belangenverstrengeling zien te voorkomen. Informatie voor cliënten Om het kaf van het koren te kunnen scheiden is er behoefte aan een website waarop de goedgekeurde checks vermeld staan, met de criteria die eraan ten grondslag liggen. Ook staat op deze website objectieve achtergrondinformatie over checks in het algemeen: welke checks worden aangeboden, wat zijn de voors en tegens etc. Een extra (aantrekkelijke) functionaliteit is de mogelijkheid de eigen meetgegevens op te slaan. 22

Diversen ZonMw en IGZ hebben opdracht aan CBO gegeven voor een voorstudie naar een multidisciplinaire richtlijn preventief medisch onderzoek. Wanneer je gegevens in een centrale databank registreert: bij welke partij doe je dat dan om de privacy te waarborgen? Workshop - Competenties zorgverleners Welke competenties van aanbieders en zorgverleners zijn nodig in de verschillende fasen van de check? Identificatie met behulp van de vragenlijst Vragenlijst Het is belangrijk dat de vragenlijst in principe zo begrijpelijk en duidelijk is dat er geen specifieke deskundigheid vereist is om deze in te vullen (afgezien van de ongeletterde of zeer laag geletterde doelgroep, zij worden geholpen met invullen a.d.h.v. bijvoorbeeld een plaatjeskaart en mondelinge uitleg). De vormgeving van de vragenlijst afstemmen op de doelgroep. Het invullen van de vragenlijst vindt in een betrouwbare en veilige omgeving plaats. Zorgverlener Degene die helpt bij het invullen is geduldig en in staat een heldere mondelinge toelichting te geven. Ook is er een tolk aanwezig. Alle zorgverleners die betrokken zijn bij de check hebben kennis van het totale traject en de consequenties en kunnen daarover uitleg geven. De zorgverleners of aanbieders hebben goede kennis over en vaardigheden in gesprekstechnieken als motiverende gespreksvoering en risicocommunicatie. Wanneer de vragenlijst collectief wordt afgenomen, is de aanwezigheid van iemand die groepsprocessen kan beheersen noodzakelijk. Invasieve en non-invasieve metingen Het invullen van de vragenlijst en het uitvoeren van de non-invasieve metingen kunnen in principe door iedereen worden uitgevoerd, maar de interpretatie van de uitkomsten is voorbehouden aan een zorgverlener die over adviesvaardigheden en kennis van de geldende richtlijnen beschikt. Het verdient de voorkeur als het opstellen van het risicoprofiel bij één persoon ligt. Voor invasieve metingen moet de zorgverlener een BIG-registratie hebben. Het is van belang dat de metingen gestandaardiseerd worden uitgevoerd. Overigens geldt voor de fases in het checkproces dat de zorgverlener achtergrondinformatie heeft over de cliënt zodat een goede risicoschatting gedaan kan worden, met aansluitend een vervolg op maat. Follow up Een professional, bijvoorbeeld een huisarts, stelt uiteindelijk de diagnose op basis van de uitkomst van alle metingen. Voor het vervolgaanbod is het cruciaal om naast de kennis van mogelijke preventieve interventies ook kennis van de sociale kaart te hebben. 23

Hoofdstuk 3 Resultaten stemmingsformulieren Aan het eind van een aantal workshops hebben de deelnemers via stemmingsformulieren gelegenheid gehad om door hen gesignaleerde kansen en knelpunten per fase van het checktraject te noteren voor zover ze deze niet kwijt konden in de workshops. Hieruit blijkt dat er nog veel hobbels zijn en dat nog niet alle vraagstukken beantwoord zijn of wat nog verder uitgezocht moet worden. Waar het zinvol lijkt om te laten zien in welke fase de genoemde zaken van belang zijn, is dit onder kopjes ondergebracht. Huisartsen, bedrijfsartsen, cardiologen, onderzoekers en epidemiologen Kansen Identificatie en diagnostiek Identificatie en diagnostiek kan gestructureerd plaatsvinden en zorg voor een koppeling met de database van de huisartsen. In de identificatiefase hebben cliënten de mogelijkheid om zonder meting toch een risico in te schatten. Actieve opsporing gericht op specifieke doelgroepen (hoogrisicogroepen) en mensen bewust maken van eventuele gezondheidsproblemen zodat maatregelen genomen kunnen worden. Follow-up adviezen Werk het vervolgadvies in de follow-up fase apart uit voor lage en middenklasse. Geef in de follow-up informatie over de verwachte gezondheidswinst Adviezen moeten wel betrouwbaar en effectief gebleken zijn. Follow-up verwijzen naar preventief aanbod /zorgtraject Groot preventieaanbod biedt mogelijkheden en interventies gestructureerd en integraal aanbieden, dat leidt tot meer gezondheidswinst. Meer samenwerking binnen gemeenten en tussen verschillende disciplines, zoals thuiszorg, fysiotherapie, sportschool, diëtiste. Grote groepen kunnen zorg op maat krijgen Alle fasen Met behulp van informatiesystemen (bv. EPD) ontstaat de beschikking over gemakkelijk toegankelijke informatie, het leidt tot uniformiteit, maken terugkoppeling mogelijk over effectiviteit diagnostiek en vroege opsporing en kunnen afstemming bevorderen tussen zorgverleners over complexe systemen. Voor onderzoek naar effecten van een check is het belangrijk om gegevens in een (landelijk) systeem te registreren. Dit kan weer zorgen voor extra motivatie als blijkt dat de check helpt risicogroepen vroegtijdig op te sporen. Informatie over de gezondheidstoestand v/d bevolking t.b.v. VTV (landelijk/regionaal/lokaal) kan hiermee beschikbaar worden. Knelpunten Identificatie Hoe bereik je mensen die het nodig hebben (risicovolle groepen, lage SES) en hoe krijg je ze zover dat ze de stap nemen er iets aan te willen doen? Toch risico op het niet bereiken en daardoor missen van hoogrisicogroepen. Door de opzet en keuze doelgroepen nu (45+) vallen jongeren erbuiten terwijl daar ook al veel winst valt te behalen en we er dan echt vroeg bij zijn. De tijdsinvestering door de professional is te groot. Hoe zorg je dat iemand met verhoogd risico bij de huisarts komt? Er is een risico op veel vals positieven, zelfs bij de bijna perfecte testen Diagnostiek Diagnostiek: bloeddruk en cholesterol zijn zeer belangrijke waarden voor cardiovasculair risicomanagement, maar mensen met hoge waarden zitten toch relatief vaak in groen via de vragenlijst. Hoe regel je de logistiek van de diagnostiek en het follow-up advies? Wie gaat de check uitvoeren en wie is verantwoordelijk? 24

Is teveel werk voor de huisarts. Follow up Alle fasen 25 Als we mensen gaan testen op hoog risico aandoeningen en er is een positieve uitslag, dan moet daar wel een duidelijk vervolgtraject op aangeboden kunnen worden. Op dit moment worden mensen met een positieve uitslag nog te weinig gestuurd in het follow-up traject en worden er weinig concrete vervolgstappen aangeboden. Preventief aanbod is vaak nog onvoldoende intensief. De (leefstijl)adviezen en verwijzing naar het preventie-aanbod en daar vervolg aan geven is de verantwoordelijkheid van de patiënt. Weinig motivatie bij de deelnemers van een check om wat aan de follow-up te doen, mensen willen horen dat ze gezond zijn en gedragsverandering bewerkstelligen is moeilijk. Grote kans op uitval in de follow-up. Er is nog onvoldoende afstemming tussen de zorgverleners onderling waardoor continuïteit in het geding is. Het doel van preventie is voorkomen van ziekten, dus realiseer je dat de duur van de follow-up bestaat uit de rest van het leven van de patiënt. Soms > 20 jaar. Hoe zit het met de kosten van het zorgtraject? Wat zijn de lange termijn effecten van ad hoc interventies? Informatiesystemen: privacy en uniformiteit zijn problematisch, en: wie is eigenaar van de informatie? Alle EPD problemen zijn op zich al een groot knelpunt. Patiëntenverenigingen Kansen Knelpunten Binnen het zorgtraject zijn de zorgverleners door de vragenlijst goed geïnformeerd. Binnen de diagnostiek wordt nieuwe kennis opgedaan. Follow-up advies biedt openheid. Follow-up verwijzing: het preventieaanbod kan laagdrempelig en gevarieerd zijn. Zorgtraject: zelfmanagement kan goed uitpakken. Identificatie: groep met grote risico s niet te bereiken. Diagnostiek: mensen willen het niet weten. Follow-up: advies is voor aantal mensen (te) ingewikkeld en onbegrijpelijk. Follow-up: de verwijzing naar het preventie-aanbod is te vrijblijvend. Zelfmanagement in zorgtraject is lastig omdat goede ondersteuning wel vereist is. Paramedici en verpleegkundigen Kansen Identificatie De identificatie is een duidelijk traject voor de patiënt met niet te veel loketten. Ook kan er gebruik worden gemaakt van internet. De vragenlijst is snel, en er is in principe weinig scholing voor nodig. Het is zinnig om alleen de mensen te identificeren die ook daadwerkelijk bereid zijn leefstijladviezen ter harte te nemen. Cliënten in de identificatiefase al motiveren tot gedragverandering en inzicht creëren dat het mogelijk is zelf de gezondheid te beïnvloeden. De rol van patiëntenverenigingen in follow-up een plek geven. Aandacht voor leefstijlactiviteiten biedt mensen de kans hun leven een positieve draai te geven. Diagnostiek De praktijkondersteuner of nurse practitioner kunnen een rol spelen in de diagnostiek Meer samenwerking tussen professionals is mogelijk Follow-up adviezen Via verpleegkundigen is ook begeleiding mogelijk door motiverende gesprekstechnieken. In groepen kunnen adviezen gegeven worden.

Een persoonlijke coach in follow-up fase Follow-up verwijzen naar preventief aanbod /zorgtraject Door meer samenwerking sport faciliteiten in de gemeente goedkoper maken. Gemeenten betrekken bij gezondheidsprogramma s in de wijken. Professionals en cliënten kunnen een gezamenlijk zorgtraject ervan maken Zorgtraject: mensen ondersteunen in zelfmanagement en de regie geven. Knelpunten Identificatie Bij de identificatie kan laag-/ongeletterdheid van de doelgroep lastig zijn en bereik je wel de mensen die het echt nodig hebben?. Er moet draagvlak zijn bij de professionals, ze moeten achter de check staan. Teveel mensen die lang niet allemaal ziek worden (ook al hebben ze verhoogd risico) en waar je ethisch gezien wel wat mee zal moeten omdat je al iets in gang hebt gezet Mensen kunnen denken bij constatering laag of licht verhoogd risico dat het goed is en dat ze niets meer aan preventie/gezond gedrag hoeven te doen (vrijbriefeffect). Tussen het invullen van de vragenlijst en het preventieconsult bij de arts kan het tijdsgat te groot zijn m.a.g. kans op onterecht niets doen. Behandelaar en cliënt hebben niet hetzelfde doel. Diagnostiek Bij de diagnostiek kunnen hoge kosten een bezwaar zijn. Follow-up adviezen Is er wel voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar? En is het advies niet te vrijblijvend? Coaching met hoge frequentie en voor langere tijd is nog niet gangbaar in Nederland. Hoe dit te implementeren? De doelgroep kan door het grote aanbod door de bomen het bos niet meer zien: welk aanbod, welke coach is geschikt? Follow-up wordt follow-through, omdat je moet motiveren tot blijvende gedragsverandering. De follow-up adviezen moeten specifiek zijn, niet te algemeen. Follow-up verwijzen naar preventief aanbod/zorgtraject De kans bestaat dat het preventieaanbod niet aansluit op de behoefte van de cliënt. De sociale kaart of regionale ROS-interventies zijn nog niet zo ver dat gericht doorverwezen kan worden. Kosten van interventies kunnen hoog zijn en wie gaat dat betalen? Overig Kansen Identificatie: M.b.v. webbased vragenlijst is een bredere groep te bereiken, waardoor meer hoog risico mensen kunnen worden opgespoord. Hiermee wordt ziekte in een vroeg stadium opgespoord en voorkómen door vroegtijdige preventieve aanpak. Samenwerking van professionals in de reguliere gezondheidszorg en mensen in buurtcentra biedt mogelijkheden voor het benaderen van moeilijke doelgroepen lage SES en/of allochtonen en vroege opsporing. Kinderen zitten al in de JGZ, continue doorstroom in later leven volgens een vergelijkbaar format is een mogelijkheid. Monitoring van risicofactoren en de gezondheidstoestand en landelijke/regionale registratie van gegevens, biedt mogelijkheden voor de behandeling/begeleiding van de individuele patiënt/ cliënt, voor wetenschappelijk bevolkingsonderzoek, en het levert meer zicht op de populatie t.b.v. beleidsontwikkeling. Follow-up: Follow-up advies kan online en op maat gemaakt worden, heeft een lage kostprijs en hoog bereik. Er kan verwijzen worden naar lokaal/regionaal preventieaanbod en meer cliënten kunnen effectieve interventies doen. Geïndividualiseerde of juist brede adviezen in een groep zijn mogelijk. Verwijzing naar preventief aanbod en zorgtraject: Dat duidelijk wordt waar wat te vinden is aan interventies/follow-up in de nabije omgeving van 26