Nota Ruimtelijke kwaliteit



Vergelijkbare documenten
Masterplan Zwarte Water gebied

Heukelum. Zicht op de Linge

gebiedsvisie beers-vianen Vernieuwd kampenlandschap waarborgt kwalitatieve transformatie van landelijk gebied

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012

Aanleiding / Problematiek / Doel

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting

3.2.1 Dorpskarakteristiek

Beter groen. naar een kwaliteitsimpuls voor recreatiegebieden in Zuid-Holland. provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit in zuid-holland

Transformatie Bunniklocatie Nieuwerbrug

Erfadvies Hogeveldseweg Echteld Gemeente Neder-Betuwe. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2016

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

Nieuwe Kijk. Wegen. in het. Landschap. Ontwerponderzoek december 2011

Ruimtelijke kwaliteit van het Suikerunieterrein en omgeving

voor een aantal woonwijken zoals De Whee 1 en Tuindorp.

Recreatieve fietsroutes in de stadsrand een onderzoek door

Geriefbos Gilze-Rijen. Vrij wonen in een geriefbos midden in het brabantse landschap

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT

Samenvatting Omgevingsvisie Weststellingwerf

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

zorg voor ons landschap

Tynaarlo. Bron:

Het Groene Hart mooi dichtbij. ANWB-visie op de recreatieve inrichting van het Groene Hart: samenvatting

Inrichtingsvisie. Manpadslaangebied Heemstede. 5 juni 2014

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Commissie Grondgebied - 12 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

TOEKOMSTPERSPECTIEF BUITENGEBIED VINKEL. Versterking van recreatie, landschap en natuur in en rondom Vinkel

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

Tytsjerksteradiel (Hardegarijp) (Bron: stadsregioleeuwarden.nl)

STEDEBOUWKUNDIGE ANALYSE EN ADVIES LIEFHOVENDIJK 2, LINSCHOTEN

Park Vliegbasis Soesterberg

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

Erftransformatie Munnikhofsestraat 9 Gendt Gemeente Lingewaard. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2010

(hoofdstuk uit Inspiratiegids Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Utrecht)

Ruimte voor Limburg. Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans

6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279)

De gemeente formuleert de volgende uitgangspunten voor de deelname aan het project in de Boterhuispolder:

Wijzigingsplan Landgoed De Horst

Groenschets. Ten behoeve van nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013

INVENTARISATIE LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE

Onderzoek Digipanel: Structuurvisie

Groningen Meerstad >>>

STRUCTUURVISIE OLST-WIJHE WIJHE EN OLST

Agenda Groen voor de Stad

Betreft: reactie van VVG op het ontwerp van de Structuurvisie (d.d. 16 november 2011) Wijdemeren "Beheerste ontwikkeling met behoud van het goede".

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

Structuurvisie Middengebied Noordwijk

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Presentatie Structuurvisie

Stad en landschap verbonden

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Groene gebiedsverkenning

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Esperenweg / Langereyt De Maneschijn / Driehoek. Oostelbeers. Bestaande situatie en analyse LEGENDA. Ruimtelijke elementen.

KASSABON ENERGIEOPBRENGST ha zonneveld- 155 GWh/jaar. aantal huishoudens: LANDSCHAPPELIJKE INVESTERING. kosten aankoop/aanleg: LAAG

A13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied Terbregseveld. Februari 2015

1. KORTENBERG ALS VERZAMELING VAN STERKE KERNEN

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Omgevingsvisie De Fryske Marren Grote kernen 16 oktober 2017 Locatie Lemmer

West Maas en Waal. Bron:

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Praat mee over de toekomst van Olst-Wijhe

1. Streekplan Brabant in balans

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

Bijlage 1: Ambitie en kader

Lijnen & boeiend landschap

Omgevingsvisie De Fryske Marren Buitengebied 19 oktober Locatie Balk

RUIMTELIJKE ANALYSE. Historische route

Ontwerp Weelde in de Beuningse uiterwaarden 2015

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

Stedenbouwkundig advies reclamemast Facilitypoint Gemeente Hardinxveld-Giessendam

Duiven. Introductie. Bron:

Ruimtelijke inpassing asielzoekerscentrum te Heerenveen Maart 2016

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

Eijsden. Economische activiteit

De Deventer Omgevingsvisie Hoe ziet Diepenveen er straks uit?

Omgevingsvisie De Fryske Marren Parels 30 oktober 2017 Locatie Het Haske Joure

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Lokaal economisch beleid

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Recreatieve woonmilieus in Almere. Erik van Marissing, Mei 2002

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

KGO-beleid. KGO-balansmodel. Gemeente Haaksbergen. Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Versie 2, december 15

Verder met de Vesting Muiden. Thema-uur 1 juni 2016

meerwaarde bedrijventerreinen

Varianten voor de ontsluiting van uitvaartfacilteit in Dukenburg. Inleiding

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

Erftransformatie Oostendorperstraatweg 22A Oostendorp Gemeente Elburg. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2011

Missie en visie Landschap Overijssel

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

Visie op de Twellose Beek

v i s i e k a a r t l i e n d e n

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015

Boekels Ven herontwikkelingsperspectief. Welkom

Programma 2 e gebiedsavond Buitengebied Moerdijk

Integrale Visie Openbare Ruimte (IVOR)

Transcriptie:

pilot in opdracht van de gemeente Zwolle mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel Nota Ruimtelijke kwaliteit Stadsrandzone Zwolle Langenholte en omgeving voor boeren, burgers en buitenlui

Nota Ruimtelijke kwaliteit Stadsrandzone Zwolle Langenholte en omgeving pilot in opdracht van de gemeente Zwolle in samenwerking met en mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel 540 00 433 mei 2011

INHOUD 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 1.2 Proces en participatie 1.3 Ruimtelijke kwaliteit in de stadsrandzone 1.4 Leeswijzer I Benoemen van ruimtelijke kwaliteit 9 2. Ontwikkeling van de stadsrand 11 2.1 Identiteit 2.2 Gebruik 2.3 Voor wie en van wie? 3. Kwaliteiten van de stadsrand 25 3.1 Blauwe kwaliteiten 3.2 Groene kwaliteiten 3.3 Grijze kwaliteiten 3.4 Rode kwaliteiten III Borgen van ruimtelijke kwaliteit 43 6. Ontwikkelingsperspectief voor de stadsrand 45 6.1 Ontwikkelingsperspectief ruimtelijke kwaliteit 6.2 Beleving en gebruik 6.3 Toekomst - bouwstenen voor de drie deelgebieden 7. Conclusies 69 Literatuurlijst Lijst van afbeeldingen Colofon Bijlagen A. beleid voor de stadsrand B. proces van de pilot C. interviews met bewoners D. reactie beheerders E. resultaten schetssessie I en II II Benutten van ruimtelijke kwaliteit 31 4. Inspiratie voor de toekomst 33 5. Kansen voor de stadsrand 37 5.1 Blauwe kansen 5.2 Groene kansen 5.3 Grijze kansen 5.4 Rode kansen

Tolhuislanden IJsseldelta Langenholte Zwarte Water Vecht en omgeving Wijthmen Herfte en omgeving IJsseluiterwaarden Oldeneel Schelle Windesheim en omgeving 4

INLEIDING 1 1.1 Aanleiding Deze nota is het resultaat van een pilot naar toekomstige streefbeelden voor ruimtelijke kwaliteit voor de Stadsrandzone Zwolle - Langenholte en omgeving. In het kader van de motie van de provincie Overijssel is voor Langenholte en omgeving een proces ontwikkeld gericht op het borgen van ruimtelijke kwaliteit, vastgelegd in streefbeelden en bouwstenen. Het gaat om het benoemen van de kwaliteiten die de stadsrand heeft, welke ontwikkelingen denkbaar zijn en hoe het bestaande beleid (gemeentelijk en provinciaal) werkt om te zien of het beleid aanpassing behoeft. Kortom, het interactief ontwikkelen van een duurzame stadsrand, waardoor ruimtelijke kwaliteit en identiteit worden gewaarborgd. Versterking van de sociaaleconomische structuur is essentieel. Ruimtelijke kwaliteit, integraliteit, benutten en borgen zijn de kernwoorden. De provincie wil dat met deze pilot ervaring wordt opgedaan met de systematiek van de visie op de omgeving ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit in de stadsrandzones. De opgave is tevens om een proces te ontwikkelen, parallel aan de provinciale lagenbenadering, gericht op het borgen van de ruimtelijke kwaliteit bij de inrichting van het landelijk gebiedaansluitend aan de bebouwde omgeving van de stad en de dorpskernen. Als vervolg op het gemeentelijk Structuurplan 2020 en de Visie Buitengebied zijn zes deelgebieden onderscheiden waarvoor een Bestemmingsplan Buitengebied wordt gemaakt, af te ronden in 2013. Deze pilot dient ter ondersteuning van het Bestemmingsplan Buitengebied voor het deelgebied Langenholte en omgeving. De streefbeelden en bouwstenen in deze nota zijn bruikbaar voor het begeleiden van nieuwe initiatieven in het gebied. Het gaat niet om een uitvoeringsprogramma met inrichtingsmaatregelen maar om een ontwikkelingsperspectief dat aangeeft hoe kwaliteiten van het gebied worden versterkt en geborgd voor de toekomst en als zodanig inspireert en stimuleert. Ambitie Voor deze pilot zijn twee ambities uitgesproken: ten eerste dat door middel van een interactief proces streefbeelden en een ontwikkelingsperspectief voor een duurzame stadsrand worden ontwikkeld, waardoor ruimtelijke kwaliteit en identiteit gewaarborgd zijn. Ten tweede dat de versterking van de sociale structuur in de stadsrandzone van essentiële betekenis is. Doel van de pilot Het doel voor dit gezamenlijke pilot project is op zoek te gaan naar het antwoord op twee onderstaande onderzoeksvragen: 1. hoe kunnen de gezamenlijke ambities geborgd worden? 2. hoe kunnen de ondernemers, beheerders en gebruikers samenwerken om een bijdrage te leveren aan deze gezamenlijke ambities? Status De nota komt voort uit een pilot naar de ruimtelijke kwaliteit van de stadsrand bij Aa-landen, Langenholte en Brinkhoek en Bruggenhoek. Enerzijds geeft de nota aan welke kwaliteiten het gebied heeft en op welke manier deze kunnen worden benut. Anderzijds geeft de nota het ontwikkelingsperspectief voor de stadsrand over ongeveer 20 jaar. De nota vormt echter geen blauwdruk, maar biedt juist ruimte voor initiatieven van partijen, die het gebied een warm hart toedragen. Op basis van de nota wil de gemeente verder in gesprek met eigenaren en belangenorganisaties om initiatiefnemers te stimuleren met frisse plannen te komen die de kwaliteit van de stadsrand verder vergroten. Afb. 1. Deelgebieden stadsrandzones Zwolle verbonden door Rondje Zwolle N0.0RDPEIL 5

1.2 Proces en participatie In het proces voor het opstellen van deze Nota Ruimtelijke kwaliteit zijn met name interactie en participatie van groot belang. Er is een rol weggelegd voor zowel de bewoners van de stad Zwolle en de buurtschappen als de beheerders van de stadsrandzone: de agrariërs, Landschap Overijssel en de gemeente Zwolle. Tijdens de start van het project is in overleg met de projectgroep van de gemeente Zwolle een klankbordgroep samengesteld die bestaat uit bewoners en beheerders van de stadsrandzone en leden van maatschappelijke organisaties. De hoofdtaak van de klankbordgroep is optimaal te profiteren van de aanwezige lokale kennis en specifieke kennis in de stadsrandzone. Daarnaast krijgt de klankbordgroep inzicht in de verschillende belangen. Zij volgt het proces op hoofdlijnen en denkt mee over de voorstellen, adviezen of ideeën tijdens het proces. In de eerste fase Benoemen van ruimtelijke kwaliteit van de pilot is een kerngroep samengesteld die een brede vertegenwoordiging vormt van de stadsrandzone. Met de leden uit de kerngroep zijn zogenaamde huiskamergesprekken gehouden. Hoofddoel van deze gesprekken is het vergaren van lokale kennis en informatie, om kwaliteiten en kansen uit de stadsrandzone nauwkeurig in kaart te brengen. Betrokkenheid van deze gebruikers van het gebied is essentieel voor het verloop van het proces. In de tweede fase Benutten van ruimtelijke kwaliteit zijn twee schetssessies gehouden voor de bewoners en de gebruikers van het gebied. Tijdens deze sessies hebben zij interactief meegedacht. Wensen en ideeën uit de stadsrandzone komen op deze wijze op tafel. Participatie van bewoners en beheerders speelt een belangrijke rol in het proces bij de ontwikkeling van de stadsrandzone. De wensen en ideeën vanuit het gebied zelf fungeren als bouwstenen voor ruimtelijke kwaliteit. In de derde fase, het Borgen van ruimtelijke kwaliteit, zijn de resultaten van alle interactieve sessies, uit zowel de interviews als de schetssessies, omgezet naar concrete bouwstenen voor het behoud en versterken van de ruimtelijke kwaliteit en het ontwikkelingsperspectief in de stadsrandzone. Bewoners en betrokkenen hebben tijdens een inloopavond gereageerd op de voorgestelde bouwstenen. Daarmee is de betrokkenheid bij de totstandkoming van de Nota Ruimtelijke kwaliteit gegarandeerd. 1.3 Ruimtelijke kwaliteit in de stadsrandzone Ruimtelijke kwaliteit wordt bepaald door gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde. Gebruikswaarde zit in de functie van de stadsrandzone als natuur en landbouwgebied en als woon-, recreatieen werkomgeving. Belevingswaarde zit in de unieke gebiedsspecifieke kenmerken, zoals culturele identiteit en de leesbaarheid van de historie (diversiteit, identiteit en schoonheid). Toekomstwaarde zit in de kansen van de stadsrandzone om diverse functies, aansluitend bij de specifieke ruimtelijke kenmerken in de toekomst te blijven ontwikkelen en te exploiteren (duurzaamheid, inpasbaarheid en beheerbaarheid) en de betekenis van de stadsrandzone voor de omwonenden. Een duurzame toekomst voor de stadsrand betekent dat in een interactief proces nagedacht wordt over de stadsrandzone op de langere termijn. Door bewoners, beheerders en gebruikers mee te laten denken over kwaliteiten, kansen en toekomstmogelijkheden voor de stadsrand wordt vanuit een duurzaam proces naar een gebied gekeken. Het gaat hierbij zowel om Duurzaam MOOI als Duurzaam FUNCTIONEEL, om zowel beleving als gebruik. 6

1.4 Leeswijzer De Nota Ruimtelijke kwaliteit bestaat uit drie delen, namelijk: I Benoemen van ruimtelijke kwaliteit Bevat een inventarisatie van de gebiedsidentiteit (gebieds-dna ) en bestaande kwaliteiten van de stadsrandzone. In hoofdstuk 2 wordt het ontstaan van de stadsrand toegelicht aan de hand van gebiedsidentiteit en kenmerken. Het gaat daarbij ook om de functie van het gebied voor gebruikers en beheerders. In hoofdstuk 3 worden de kwaliteiten van de stadsrand benoemd voor water (blauw), beplanting (groen), wegen en paden (grijs) en de bebouwing (rood). Deze ruimtelijke kwaliteiten worden kort toegelicht door middel van een kwaliteitenkaart. III Borgen van ruimtelijke kwaliteit Legt de kwaliteit van de stadsrand voor de toekomst vast in een ontwikkelingsperspectief. De kansen worden in hoofdstuk 6 omgezet naar een toekomstperspectief waarbij de ruimtelijke kwaliteit wordt geborgd. In dit hoofdstuk worden bouwstenen en streefbeelden gegeven voor drie deelgebieden. Dijklanden, Langenholte en Brinkhoek en Bruggenhoek. Samenhang tussen ecologie, economie en de sociaal-culturele laag is essentieel. Samenwerking tussen beheerders en gebruikers is van groot belang. In hoofdstuk 7 worden de conclusies van de pilot genoemd en aanbevelingen gedaan. II Benutten van ruimtelijke kwaliteit Vertaalt de kwaliteiten in kansen voor het gebied. In hoofdstuk 4 wordt inspiratie gegeven voor de toekomstige stadsrand, waarna in hoofdstuk 5 de kwaliteiten in combinatie met de inspiratie worden vertaald naar kansen voor de stadsrand. Deze kansen worden kort toegelicht en in een kansenkaart aangegeven. Afb. 2 en 3. Schetssessie en interview N0.0RDPEIL 7

I BENOEMEN VAN RUIMTELIJKE KWALITEIT Het benoemen van ruimtelijke kwaliteit betekent dat de kwaliteiten en de identiteit van het gebied in beeld zijn gebracht. De identiteit van het gebied, het zogenoemde DNA bestaat uit gebiedskenmerken voor het water (blauw), de beplanting en het reliëf (groen), de wegen en paden (grijs) en de bebouwing (rood). Gebruik van het gebied in verschillende functies van natuur en landbouw en wonen, werken en recreatie zijn bepalend voor de beleving van de kwaliteit.

LEGENDA rivieren(landschap) uiterwaarde (rivierenlandschap) de Wijde Aa en Westerveldse Aa dekzandrug (hoevenlandschap / oeverwal) dekzandlaagte (hoevenlandschap / oeverwal) kommen (rivierenlandschap) stedelijke bebouwing binnenstad snelweg 10 Afb. 4. Afwisseling van landschappen: uiterwaard, oeverwal, dekzandrug- en dekzandlaagte

ONTWIKKELING VAN DE STADSRAND 2 Afb. 5. Ontwikkeling van de stad 1800 1975 2010 2.1 Identiteit De Stadsrandzone Zwolle - Langenholte en omgeving ligt op de overgang van het Sallandse deklandschap, dat wordt gekenmerkt door hoogtes en het rivierenlandschap, ofwel de IJsseldelta waar de natte laagtes van oorsprong voorkomen. In oostelijke richting zien we kenmerken van het Sallandse dekzandlandschap, in noordelijke richting kenmerken van de jonge veenontginningen rond het Drents plateau, in westelijke richting kenmerken van de IJsseldelta en in zuidelijke richting kenmerken van een door de IJssel opgevuld tongbekken. De bodem en het reliëf zijn bepalend geweest voor het ontstaan van het landschap. In de Visie buitengebied Zwolle (maart 2009) staat: Langs de IJssel zijn het dekzand en eventueel aanwezige veenlagen overdekt met rivierafzettingen. Deze rivierafzetting is het dikst en het meest zandig (zavel) in de nabijheid van de rivier (oeverwallen) en bestaat in de delen verder van de rivier (kommen) uit een laag zware klei. De dekzandruggen en rivierduinen zijn vanouds voor de mens de meest geschikte (voldoende droge) vestigingsplaatsen. Daar verschenen de eerste boerenerven, de eerste dorpen, kloosters, kastelen, en tenslotte steden. Deze hoogten en directe omgeving waren dus vanouds intensief in cultuur. Vooral de verder weg gelegen laagten waren tot de Late Middeleeuwen grotendeels natte woeste gronden (de zogenaamde broeklanden). Historische ontwikkeling van de stad De huidige stadsrandzone kent vanuit haar historie reeds het contrast tussen de stad en de buurtschappen. De stedelijke bebouwing van de oude vestingstad ligt aan het Zwarte Water, de landelijke buurtschappen liggen aan de Overijsselsche Vecht. Na de Tweede Wereldoorlog breidt de stad Zwolle zich uit naar het noorden. Met de komst van de snelweg A28, de wijk Holtenbroek en ten slotte de wijk Aa-landen krijgt de noordelijke stadsrandzone haar huidige omvang. In de jaren 90 wordt Brinkhoek met vier buurten uitgebreid en maakt deel uit van de stadsrandzone nabij Langenholte. Deze buurtschappen bij Langenholte kennen een diversiteit aan openheid en geslotenheid van landschap in combinatie met stedelijke en landelijke bebouwing. De laatste uitbreiding van Zwolle (Stadshagen) ligt aan de westzijde van het Zwarte Water in de polder Mastenbroek. N0.0RDPEIL 11

Stad en landschap De stadsrandzone kent een scherp contrast tussen stad en landschap. De grootschalige uitbreidingen van de stad liggen tegen het waardevolle cultuurhistorische landschap van het buitengebied. Het landelijke gebied kenmerkt zich door de kleinschaligheid van de historische bebouwing van zowel Langenholte als Bruggenhoek. De open structuur van deze buurtschappen zorgt ervoor dat het landschap zich fraai mengt met de bebouwing. Het relatief jonge buurtschap Brinkhoek bestaat uit vier woonbuurten, die rondom een oude boerderij zijn gesitueerd. Zij vormen een op zichzelf staand geheel op de flank van de zandrug. De ruimte tussen de stad en de rivieren is nog goed herkenbaar als landelijk gebied met hoge kwaliteitswaarde. Duidelijk valt op de tweedeling in het landschap tussen de westzijde (de lagere en relatief natte gronden) en de oostzijde (de hoge en droge gronden). Bouwhoogtes in het stadssilhouet De huidige bebouwingsrand bij Aa-landen bestaat uit laagbouw. De kern van Aa-landen bestaat uit hoogbouw. Holtenbroek bestaat juist uit laagbouw met aan de randen hoogbouw. In Brinkhoek, Bruggenhoek en Langenholte staan hoofdzakelijk vrijstaande woningen en agrarisch gerelateerde bebouwing zoals boerderijen en schuren. 12 Afb. 6 en 7. Mal en contramal

Bebouwingsranden De bebouwingsranden zijn in verschillende tijdsperiodes ontstaan en hebben hierdoor alle een verschillend karakter en een verschillende relatie met de omgeving. Holtenbroek is gebouwd rond 1950-1960. Aan de rand staan hoofdzakelijk galerijflats, haaks op het landschap. Hierdoor is de stedelijke rand met grote groene openbare ruimten naar het landschap gericht. Aa-landen kenmerkt zich juist door de laagbouw aan de randen van de wijk. Deze laagbouw is hoofdzakelijk met de achterkanten van de woningen naar het landschap gericht. Een groene parkachtige zone omzoomt de overgang tussen stad en landschap. Bruggenhoek is een organisch gegroeid buurtschap, kent verschillende typen gebouwen en richt zich hoofdzakelijk op de weg. Stadshagen is de meest recente uitbreiding van Zwolle. Het contrast van woningbouw en winkels met de lege polder is groot.. Aan het Zwarte Water staan hoge appartementen die een opvallende stadsrand vormen. Afb. 8 en 9. Bouwhoogtes en bebouwingsranden N0.0RDPEIL 13

14

Gebieds-DNA Op basis van de vier kenmerken (blauw, groen, grijs en rood) zijn de specifieke kenmerken van het gebied in kaart gebracht. Deze kenmerken zijn door de historie bepaald en vormen de identiteit (DNA) van het gebied. Ze dienen ter inspiratie voor toekomstige ontwikkelingen. De samenhang en het contrast tussen de verschillende gebiedskenmerken vormen de kwaliteit. De combinatie van ruimtelijke kwaliteit met de functie van het gebied zorgt voor balans. Samenhang tussen ruimtelijke kwaliteit en functie bepaalt de waarde van de stadsrandzone, voor zowel de beleving als de toekomst. 1. 2. Op basis van gebiedskenmerken is de stadsrandzone Zwolle Langenholte en omgeving onder te verdelen in drie gebieden, namelijk: 1. Dijklanden (west) 2. Langenholte (noord) 3. Brinkhoek - Bruggenhoek (oost) 3. Afb. 10. Gebieds-DNA kaart Afb. 11. De drie deelgebieden N0.0RDPEIL 15

Blauwe kenmerken De stadsrandzone wordt begrensd door de twee rivieren het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht. Het Zwarte Water is de rivier die de stad met het landschap verbindt. De Overijsselsche Vecht is de rivier langs de buurtschappen. Deze rivieren hebben natte en groene uiterwaarden die een sterk contrast vormen met de stedelijke bebouwingsrand van de stad. De uiterwaarden bestaan uit aanwezige maar ook herstelde wielen en kolken. De rivieren met hun uiterwaarden behoren tot één van de waardevolle Natura 2000- gebieden in Nederland. In dichte nabijheid van de stad Zwolle vormen zij een aaneengesloten gebied met hoge natuurwaarde voor flora en fauna. Aan het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht liggen verschillende recreatieve gebieden. Het water functioneert als onderdeel van de stedelijke structuren, zowel natuurlijk als recreatief. Aa-landen is vernoemd naar de Westerveldse Aa die als kleine stroom door de wijk meandert en uitmondt in de Wijde Aa. Afb. 12. Blauwe kenmerken 16 Karakteristieke kenmerken: rivieren (Zwarte Water en Overijsselsche Vecht) uiterwaardengebied Natura 2000 (Habitat- en Vogelrichtlijn) de Wijde Aa de Westerveldse Aa nat en laag droog en hoog de rivieren de Overijsselsche Vecht bevaarbaar

Groene kenmerken Het belangrijkste kenmerk is het reliëf. Van oorsprong hebben de hoger gelegen dekzandruggen een groenstructuur met een relatief open karakter. Op deze dekzandruggen zijn verschillende buurtschappen gelegen. Het open karakter met een verdichting van lanen, hagen en enkele boomgaarden geven het buurtschap een bijzondere kwaliteit. Bruggenhoek en Brinkhoek kenmerken zich door grote hoogteverschillen en enkele groene enclaves rondom de bebouwing. De afwisseling van open en besloten ruimten levert een zeer gevarieerd beeld op. Afb. 13. Groene kenmerken Dijklanden bestaat uit lagere en nattere gronden. Van oorsprong waren het met name knotwilgen(rijen) en meidoornhagen die het groene karakter bepaalden. Het Westerveldse Bos is op een afvalberg ontwikkeld en is een gebiedsvreemd element in het open uiterwaardengebied. Het Aa-park is een waardevolle parkachtige groene ruimte langs de Westerveldse Aa die de stad verbindt met de Wijde Aa. Karakteristieke kenmerken: reliëfrijk aan de oostzijde hoog en droog laag en nat aan de westzijde besloten en open landschappelijke beplanting coulissen dijken stedelijk groen open en gesloten de brink in Langenholte N0.0RDPEIL 17

Grijze kenmerken De stadsrandzone ligt tussen de wegen van de A28 die door het noordelijke stadsdeel loopt. Het gebied is goed ontsloten via de Middelweg (west), de Rijnlaan (midden) en de Haersterveerweg en Bergkloosterweg (oost). De dijk langs de rivieren is samen met de Brinkhoekweg, Bergkloosterweg en de Haersterveerweg onderdeel van de historische routes langs de buurtschappen, die de stadsrandzone verbinden met de stad Zwolle. Er zijn diverse fiets- en wandelverbindingen in de stadsrandzone; een belangrijke route is het Rondje Zwolle dat een prachtige verbinding om de stad is. Zij maken deel uit van een landelijke fietsverbinding, regionale fietsnetwerken en van de interne langzaamverkeersstructuur van de stadsrand: voor de recreant een goed ontsloten en bereikbaar gebied. Het Aa-park is tevens een belangrijke langzaam verkeersverbinding die de Wijde Aa met de stad verbindt. Het trekpontje over de Overijsselsche Vecht maakt onderdeel uit van het recreatieve netwerk en is essentieel voor de toegankelijkheid van het gebied. Afb. 14. Grijze kenmerken Karakteristieke kenmerken: fietsroutes (Rondje Zwolle) trekpontje historische paden en wegen dijken 18 viaduct A28 als entree de dijk

Rode kenmerken De stedelijke bebouwingsrand van de naoorlogse wijken van Zwolle ligt tegen de buurtschappen en verspreide bebouwing van de oeverwal. Langenholte is een dergelijk buurtschap met hoofdzakelijk oorspronkelijke bebouwing gelegen op een kop van de zandrug, karakteristiek gelegen rondom de brink. Langenholte is van oorsprong georiënteerd op Berkum. Bruggenhoek is één van de oudste buurtschappen van Zwolle, samen met het buurtschap Brinkhoek gekenmerkt door enkele waardevolle gebouwen zoals het voormalig klooster, de begraafplaats en de oorspronkelijke agrarische bebouwing. De relatie van het landschap met de oude en nieuwe bebouwing is zeer karakteristiek voor Brinkhoek. Het gebied Dijklanden kent weinig bebouwing: een agrarisch bedrijf en een markant (jong) gebouw van de roeivereniging aan het Zwarte Water. Op de grens tussen Dijklanden en Langenholte heeft een voormalig kasteel gestaan, genaamd Westerveld. Afb. 15. Rode kenmerken Karakteristieke kenmerken: buurtschappen agrarische bebouwing gevarieerde bebouwingsrand voormalig kasteel Westerveld voormalig klooster tankversperring oorspronkelijke agrarische bebouwing landelijke bebouwing N0.0RDPEIL 19

LEGENDA landbouw natuur water Natura 2000 gebieden (uiterwaarden en rivieren Zwart Water en Overijsselsche Vecht) parels aan de rivier bos stedelijk groen water uiterwaarden bos stedelijk groen landbouw sport (mini-)camping wonen en werken recreatie camping Agnietenberg sport wonen en werken Afb. 16. Functiekaart 20 natuur landbouw

2.2 Gebruik De stadsrandzone Zwolle heeft een heldere opbouw aan functies. Buitendijkse gebieden behoren grotendeels tot de natuur, de rivieren met hun uiterwaarden. Daarnaast liggen buitendijks verspreid enige recreatiegebieden aan het water. Deze combinatie van natuur en recreatie is aantrekkelijk voor liefhebbers uit stad en regio, maar zeker ook op nationaal niveau. De mens wordt naar de natuur getrokken, enerzijds door de rust en ruimte, anderzijds door de afwisseling van activiteit en ontspanning. Binnendijks is er een samenspel tussen landbouw, natuur, recreatie, sport en wonen. Landbouw beslaat het grootste deel van het gebied en maakt het van groot belang voor de betreffende agrariërs. De binnendijkse natuur ligt evenals de binnendijkse recreatieve voorzieningen verspreid in het gebied. Deze waardevolle natuur is aantrekkelijk voor de stedeling. De versnipperde ligging van de recreatie staat in contrast met de grote aaneengesloten natuurlijke functie van de rivieren met hun uiterwaarden. De binnendijkse recreatie bestaat uit kleinschalige particuliere voorzieningen (B&B, theetuin, galerie) vooral voor kortstondige verblijven en activiteiten van bezoekers die komen voor de rust en ruimte. De camping Agnietenberg en het parkeerterrein (toeristisch overstappunt) richten zich meer op de langere verblijven en activiteiten en zijn regionaal georiënteerd. De stadsrandzone heeft een aantrekkende werking op verschillende doelgroepen zowel lokaal als regionaal en nationaal. De sportterreinen liggen dicht tegen de bestaande stad aan. Zij vormen een cluster van verschillende sporten en richten zich derhalve op verschillende doelgroepen. Het wandel- en fietsbos Westerveldse Bos ligt nu nog autonoom aan het Zwarte Water en heeft een aantrekkende werking als wandelgebied. Men gaat bewust naar dit gebied voor sport en ontspanning. Plekken van rust en stilte in de stadsrandzone zijn in het bijzonder de volkstuinencomplexen en begraafplaatsen. Zij bieden ruimte aan de stedeling voor ontspanning dan wel bezinning. De binding met de plek is groot. De stedelijke woonwijken van Zwolle hebben een bepaald voorzieningenniveau en dragen bij aan het behoud van aanbod van de detailhandel, zorg en onderwijs in de noordelijke stadsrand van Zwolle. Het gaat dan met name om de (middelbare) school, winkels en religieuze instellingen. Deze voorzieningen hebben een aantrekkende werking op een ieder die participeert in maatschappelijke, culturele, educatieve of economische activiteiten. Daarnaast organiseert men in het wijkverenigingsgebouw in Aa-landen binnenactiviteiten voor jong en oud waarvan de gehele stadsrandzone profiteert. De functies en voorzieningen in de stadsrand van Zwolle, zowel in de wijken als in de buurtschappen dragen bij aan de uitwisseling tussen beide. Functies en voorzieningen op stedelijk niveau trekken mensen van binnen en buiten de stad; functies en voorzieningen die meer op recreatie, sport en natuur gericht zijn trekken voornamelijk mensen uit de stad. Conclusie landbouw is de belangrijkste functie, zowel voor beleving, functie als toekomstwaarde de sportieve stadsrandzone versus de stadsrand van rust en ruimte het lokale gebruik versus het regionale gebruik N0.0RDPEIL 21

22 Afb. 17. Meningen uit de stadsrandzone

2.3 Van wie en voor wie? De gronden van de stadsrandzone behoren tot een beperkt aantal eigenaren, terwijl velen hun belang hebben bij een mooie stadsrand. Agrariërs en beheerders van het gebied zijn de belangrijkste gebruikers. Zij werken in het gebied en beheren het dagelijks. Voor hen is het van belang dat de exploitatie ervan haalbaar en betaalbaar is. De stadsrandzone maakt echter ook deel uit van het uitloopgebied voor bewoners uit de stad. In de stadsrandzone zijn vele recreatieve en sportieve voorzieningen aanwezig waarvan zij gebruik maken. Deze doelgroepen kunnen overlast geven; het recreatieve gebruik is niet altijd in overeenstemming met de eisen van de landbouw of de natuur, zoals bijv. in het weidevogelgebied. Het trage landschap van rust, ruimte en natuur vormt een contrast met het snelle landschap van stedelijke bebouwing en (snel)wegen. Bewoners van de wijken Aa-landen en Holtenbroek hechten aan een Duurzaam Dijklanden. Zij maken gebruik van dit gebied en willen het een positieve impuls geven. De bewoners van de buurtschappen Bruggenhoek en Brinkhoek hechten juist waarde aan het behoud van de rust, ruimte en het woongenot. De bewoners van Langenholte zijn de meest oorspronkelijke inwoners van het gebied. Zij kennen nog de noaberschap en noaberplicht. Dit komt met name tot uitdrukking in het intensieve verenigingsleven en sluit aan bij het dorpse en trage karakter van het gebied. Het behoud van het agrarisch karakter van Langenholte spreekt hen zeer aan. De beheerders De stadsrandzone heeft een van oorsprong landschappelijk en agrarisch karakter. De agrariërs, de gemeente Zwolle en Landschap Overijssel zijn de belangrijkste beheerders van het gebied. Er is momenteel een viertal agrarische bedrijven. De toekomst van de landbouw is echter onzeker. Het is van gemeenschappelijk belang dat de landbouw als beheerder in het gebied aanwezig is en blijft. Dan kan het gebied onderhouden worden zodat het oorspronkelijke en nog aanwezige agrarische karakter van het gebied behouden en versterkt wordt. De landbouw is bepalend als beeldvorming van het gebied voor weidevogels en weidebeheer (koeien in de wei). De bewoners De bewoners van de verschillende buurtschappen en wijken die deel uitmaken van de Stadsrandzone Zwolle - Langenholte en omgeving zijn erg betrokken bij de ontwikkelingen van hun stadsrand. Deze is de afgelopen decennia sterk veranderd en dit heeft invloed op de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Met name door stedelijke uitbreiding wordt het gebied begrensd door water, wegen en bebouwing. De stadsrandzone is hierdoor niet overal toegankelijk hetgeen als een kwaliteit wordt ervaren. De beleving van en het zicht op dit onbereikbare landschap wordt zeer gewaardeerd. S t a d s h a g e n Westerveld Dijklanden holtenbroek Landschap Overijssel Langenholte AA-landen Brinkhoek Haerst Bruggenhoek BERKUM Conclusie bewoners: belang voor de beleving en het gebruik beheerders: economisch belang zekerheid voor de toekomst behoud van identiteit en kwaliteit rust en ruimte Afb. 18. De stadsrandzone N0.0RDPEIL 23

24

KWALITEITEN VAN DE STADSRAND 3 Afb. 19. Kwaliteitenkaart De kwaliteit van de stadsrandzone, gebruikt door mensen uit de stad, wordt bepaald door het prachtig landelijke gebied met herkenbare landschappelijke kenmerken. Op loopafstand ervaart men het verschil tussen de compacte stad, stedelijk groen en bebouwing en het landschap met de weilanden en het vee in de wei. Het feit dat deze stadsrandzone grenst aan het rivierengebied met de uiterwaarden maakt het gebied uniek. Natuur en water vormen een prachtig uitloopgebied. De stadsrand is begrensd, verbinding met de overzijde van het water is er nauwelijks. Dat betekent ook dat elke vierkante meter van dit groene gebied van grote betekenis is, zowel voor de landbouw die ook in de toekomst een gezonde en sterke bedrijfsvoering wil houden als voor de bewoners, die juist in dit gebied van de rust en de ruimte willen genieten. Het contrast tussen de stedelijke dynamiek en de natuurlijke rust is een van de kernwaarden van het gebied. Behalve dit contrast heeft ook het landschap een prachtig palet aan kernkwaliteiten, hoge oeverwallen versus lage broeklanden, droge zandgronden versus natte veengebieden en open weidegebieden versus de coulissen en beslotenheid van de buurtschappen. Kwaliteit van de stadsrandzone wordt versterkt door een toekomstperspectief, gericht op duurzame ontwikkeling. Dat betekent dat er zekerheid moet worden geboden aan de landbouw, onder andere door verbreding die zich ook openstelt voor recreatieve mogelijkheden. Met name het laatste aspect zal zich moeten ontwikkelen op locaties die ook in verbinding staan met de stad en met de omgeving. Natuurwaarden Omdat de uiterwaarden van het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht belangrijke natuurwaarden bezitten is een keuze voor de verre toekomst belangrijk. Wordt ingezet om alle bestaande functies ten aanzien van recreatie te ontwikkelen en te verbeteren dan zal dat ten koste gaan van de natuur. Een keuze kan gemaakt worden tussen natuurontwikkeling met recreatief medegebruik en recreatieve ontwikkeling met natuurwaarden. Het onderscheid tussen het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht bepaalt dat de oostzijde van het gebied zich in de toekomst beter kan richten op de natuurwaarden en de landbouw en de westzijde op recreatieve ontwikkelingen met natuurbeheer. Daarmee worden functie en beleving in relatie met elkaar gebracht. De kwaliteiten zijn verder uitgewerkt op basis van de vier gebiedskenmerken: blauw, groen, grijs en rood. N0.0RDPEIL 25

3.1 Blauwe kwaliteiten De rivieren het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht vormen de natuurlijke grens van de stadsrandzone. De afwisseling van wielen, kolken en natuurgebieden vormen samen met diverse recreatieve plekken bijzondere parels aan de rivier. In verband hiermee kent de stadsrand een casco van blauwe en groene corridors. Deze maken enerzijds deel uit van een landschappelijk en ecologisch systeem en anderzijds geven zij structuur aan de stad. De blauwe corridors langs het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht omarmen de bebouwingsrand van Zwolle, van Holtenbroek via Aa-landen naar Bruggenhoek en Berkum. Zij zijn gekoppeld aan de dijk en de uiterwaarden met recreatieve voorzieningen zoals de jachthaven, een camping aan de recreatieplas en een roeivereniging. Zij vormen de natuurlijk begrenzing van de stad waarbij de Overijsselsche Vecht een meer landschappelijke waarde heeft en het Zwarte Water een meer recreatieve waarde. De blauwe corridor in Aa-landen is de voormalige Aa, een kleine rivier. De oorspronkelijke loop is niet meer te herkennen maar de parkachtige zone in de wijk en de natuurlijke uitstraling nabij Langenholte hebben een hoge belevings- en gebruikswaarde in het gebied. Afb. 20. Blauwe kwaliteiten 26 recreatie op het water pontje bij Haerst

3.2 Groene kwaliteiten De stadsrand van Zwolle vormt een scherp contrast met haar omgeving. Deze tegenstelling maakt dat de stadsrandzone twee identiteiten kent. De ene identiteit is de cultuurstadsrand met een intensief gebruik. Hier ligt de stad tegen het buitengebied en omringt een groene zoom de stad. De andere identiteit is die van de natuurlijke stadsrand met een extensieve groene zone. Hier vormt de dijk de verbindende schakel tussen de groene gebieden aan de uiterwaarden. De groene corridor aan de Middelweg vormt de entree van Dijklanden. Zij staat in verbinding met de recreatieve zone aan de kant van Holtenbroek. Aan de oostzijde loopt een tweede groene corridor tussen Aa-landen Oost en Brinkhoek. Deze ruimte is open en agrarisch. Afb. 21. Groene kwaliteiten Deze twee identiteiten worden verschillend beleefd. Aan de ene kant is er vanuit de stad het waarnemen van de openheid vanaf de stedelijke bebouwingsrand. Aan de andere kant is er vanuit het landelijke gebied het ervaren van de openheid en het zicht over de uitgestrekte uiterwaarden van het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht. groen aan de rand van de wijk open en agrarisch landschap N0.0RDPEIL 27

3.3 Grijze kwaliteiten Er zijn drie hoofdinvalswegen van de stadsrand te onderscheiden. De Middelweg (A) als groene entree van Dijklanden, die de historische stad Zwolle verbindt met de nieuwe stadswijk Stadshagen. De Rijnlaan (B) vormt de stedelijke entree via Aa-landen naar het Westerveldse Bos. De Haersterveerweg (D) is de historische entree van de A28 via Brinkhoek en Bruggenhoek naar het pontje richting Haerst. De dijk is de verbindende route door de noordelijke stadsrand en maakt deel uit van het Rondje Zwolle (E) waarmee de stadsrand wordt verbonden met de overige stadsrandzones van Zwolle. Deze dijk is van groot belang bij het ervaren van de stadsrand, binnen en buiten de dijken. Deze drie entrees zorgen voor een goede ontsluiting van het gebied. Het Aa-park vormt een belangrijke groene langzaam verkeersroute naar de Wijde Aa (C). De stadsrandzone maakt tevens deel uit van het regionale fietsennetwerk. Het toeristisch overstappunt (F) ligt aan deze route waardoor de stadsrandzone als begin- en eindpunt wordt gebruikt. De verkeerssituatie in de stadsrandzone vormt een probleem. De Brinkhoekweg wordt als sluiproute tussen de A28 en de Aa-landen gebruikt en dat levert verkeersgevaarlijke situaties op. Kwaliteit is de rust en ruimte in het gebied en de gedeeltelijke toegankelijkheid die hiermee gepaard gaat. Afb. 22. Grijze kwaliteiten A. B. C. D. F. E. 28 historische route cultuurhistorisch waardevol (tankversperring)

3.4 Rode kwaliteiten De kwaliteit van de stedelijke bebouwingsrand wordt bepaald door de diversiteit ervan. 1. 2. 3. 4. Dijklanden wordt omzoomd door een stedelijke rand met een recreatief en agrarisch landschap. Deze laagbouw zorgt voor een geleidelijke overgang naar het landschap, de hoogbouw wordt omzoomd door groene bosschages. De bebouwing van de oostzijde van de Aa-landen is met haar achterkant naar het landschap gelegen en mist de verbinding met het landschap. De buurtschappen Langenholte en Brinkhoek en Bruggenhoek zijn kleinschalige eilanden in het landschappelijke gebied. De landelijke uitstraling van de buurtschappen vormt een contrast met de stedelijke rand van Aa-landen Oost. Daarnaast herbergen deze buurtschappen waardevolle cultuurhistorische elementen en plekken, zoals: 1. het voormalige kasteel Westerveld; 2. de tankversperring; 3. de Agnietenberg / Agnietenkapel; 4. de begraafplaats / landgoed Kranenburg. Afb. 23. Rode kwaliteiten karakteristieke agrarische bebouwing achterkanten aan het landschap N0.0RDPEIL 29

II BENUTTEN VAN RUIMTELIJKE KWALITEIT Het benutten van ruimtelijke kwaliteit is in beeld gebracht door de kwaliteiten te vertalen naar kansen. Kansen die de bewoners en de gebruikers zien, maar ook kansen die er zijn om het functioneren te verbeteren en de toekomstwaarde van het gebied te vergroten.

Spelregels voor een duurzame stadsrand (geïnspireerd op het duurzame denkkader van The Natural Step) Een stadsrand heeft vele functies en gebruikers. Het duurzaam ontwikkelen van een stadsrand gaat niet alleen over Duurzaam MOOI maar ook over Duurzaam FUNCTIONEEL. Duurzaam MOOI is iets wat door mensen wordt bepaald, Duurzaam FUNCTIONEEL heeft met zowel mensen als met natuur te maken. Mensen hebben basisbehoeften die vertaald kunnen worden naar de gewenste kwaliteit van een stadsrand. Tegelijkertijd is de mens voor heel veel dingen afhankelijk van de diensten en producten die de natuur levert en ook dit kan vertaald worden naar de gewenste kwaliteit van een stadsrand. De vier onderstaande spelregels helpen deze vertaling te maken. Als voor elke spelregel een stap vooruit zetten (dus niet ten koste van de ander), dan wordt gewerkt aan een duurzame stadsrand. informeren van alle betrokkenen landschapselementen eigenheid van de streek verbrede landbouw Beter voorzien in de basisbehoeften van bewoners, gebruikers en eigenaren Iedere mens heeft bepaalde basisbehoeften. Een veel gebruikte opsomming is: levensonderhoud, bescherming, vrijheid, deelnemen aan de maatschappij, genegenheid, identiteit, begrip, zelfontplooiing, en vrije tijd. Bij de duurzame ontwikkeling van een stadsrand moet gezorgd worden voor een verbeterde voorziening in de basisbehoeften van de bewoners, gebruikers en eigenaren in die stadsrand. natuurvriendelijke water natuurspeelplaats Meer ruimte en betere kwaliteit geven aan de natuur De natuur is nodig voor natuurlijke diensten en producten (schone lucht, schoon water, voedsel, hout, vis, enz.). De natuur kan daar alleen blijvend voor zorgen wanneer zij voldoende ruimte en kwaliteit heeft. Ook de natuur in een stadsrand draagt haar steentje bij aan de robuustheid van het natuurlijke systeem op deze aarde. stadslandbouw openbare boomgaard Slimmer omgaan met natuurlijke grond- en afvalstoffen Als natuurlijke grondstoffen slim en zuinig (her)gebruikt worden, zal de aarde niet uit worden geput. Bovendien wordt de (stadsrand)omgeving niet meer met natuurlijke afvalstoffen vervuild (denk aan CO2-uitstoot en vervuiling met zware metalen). Voorkomen van vervuiling met natuurvreemde stoffen Natuurvreemde stoffen als chemische bestrijdingsmiddelen en plastics richten in de omgeving veel schade aan, voor zowel de mens als voor planten en dieren. Minder en slimmer (her)gebruik van dit soort stoffen zorgt voor een gezondere leefomgeving, ook in een stadsrand. zonne-energie duurzame verharding duurzame armaturen lokale gft -verwerking

INSPIRATIE VOOR DE TOEKOMST 4 De kracht van de stadrsand De noordelijke stadsrand van Zwolle is een gebied waar het landelijke karakter enorm wordt gewaardeerd mede door het feit dat de identiteit en het historische karaker nog zo goed bewaard zijn gebleven. Elke vierkante meter is waardevol voor het gebruik en de leefbaarheid van het gebied en voor de bewoners van de stad. Hoewel er geen normen voor zijn, zijn de grenzen van het gebied bereikt. Als er nog meer groen verdwijnt, verdwijnt ook de kwaliteit en de beleving van rust en ruimte. Nog meer bebouwing en bewoners heeft grote impact op een gebied waar de grenzen door het water zijn bepaald. Men kan slechts op enkele plaatsen naar de overkant. Het gebied vormt als het ware een groen eiland aan de rand van de stad. Het landelijke karakter met de rust en ruimte, en de gebruiksvariatie binnen deze stadsrandzone zijn de kracht van het gebied en bieden kansen voor ruimtelijke kwaliteit op basis van landbouw en natuur. De landbouw als beheerder zorgt voor behoud van de identiteit van het gebied en de ontwikkeling van de natuur. Het blauwgroene casco is als het ware het fundament: openheid; landelijk karakter; rust en ruimte voor flora en fauna; variatie in gebruik en verschijningsvorm van gebieden langs de Overijsselsche Vecht en het Zwarte Water. Het casco van grijs en rood reageert op het blauwgroene casco: fijn vertakt netwerk van recreatieve routes; beperkte toegankelijkheid voor autoverkeer; bouwen op basis van gebiedskenmerken zoals materiaal- en kleurkeuze. Beleving en gebruik Het duurzaam ontwikkelen van een stadsrand gaat niet alleen over duurzaam MOOI maar ook over duurzaam FUNCTIONEEL. Beide zijn gericht op de toekomst; de lange termijn. Duurzaam MOOI gaat om beleving van wat de mens bepaalt en wat hij ervan vindt. Duurzaam FUNCTIONEEL heeft met het gebruik van de stadsrandzone te maken, met landbouw, recreatie, natuur, wonen en werken. Bij Duurzaam MOOI leveren de bewoners input. Bij Duurzaam Functioneel geven beheerders aan wat voor hen in het gebied de prioriteiten zijn met betrekking tot een haalbare en betaalbare exploitatie. Duurzaam MOOI Belangrijk is het in standhouden van de rust en ruimte. Behoud van het agrarisch karakter is daarbij essentieel. De aanwezigheid van de landbouw is noodzakelijk om het gebied haar karakter te laten behouden en het te beheren als o.a. weidevogelgebied. In relatie tot de landbouw geven de bewoners aan dat zij de landbouw graag biologisch zien, eventueel in combinatie met zorg en educatie. Ook het behoud en beheer van bestaande routes, met name de fiets- en wandelroutes is belangrijk. Uniform beheer van de paden verbeteren het gebruiksgemak en de toegankelijkheid. Voor de sportieve gebruikers is het uitbreiden van het fietsen wandelnetwerk van belang. De mogelijkheid om bij wandelen of hardlopen te kunnen kiezen tussen kleine ommetjes (in de directe nabijheid van de wijken) of grotere rondes (vanuit de wijk richting de uiterwaarden) is gewenst. De verkeerssituatie in het gebied wordt als een probleem gezien. De Brinkhoekweg wordt als route vanaf de A28 richting Aa-landen gebruikt en dit leidt tot verkeersgevaarlijke situaties. Kans is om het reguleren van de toegankelijkheid van het gebied en het toelaten van bestemmingsverkeer tot aan Langenholte. Afb. 24. Sfeerbeelden duurzame stadsrand N0.0RDPEIL 33

landbouw en educatie verbinding over het water uitbreiding woning in Lochem karakteristieke bebouwing (hooiberg) betrokkenheid kanoèn multifunctionele schuur hooiberg als schuilplaats

Afb. 26. Schema beleving en gebruik Voor de beleving van de natuurwaarden van het gebied is er een mogelijkheid om de bestaande dijk deels open te stellen. Hierbij wordt nadrukkelijk aangegeven dat er geen grote recreatieve aantrekking mag ontstaan. Behoud dat wat er nu is en versterk de kwaliteiten! Duurzaam FUNCTIONEEL De beheerders zijn voor onderlinge samenwerking. Landschap Overijssel, de gemeente Zwolle en de agrariërs zien hun verantwoordelijkheid voor het beheer van de natuur en het landschap als een gemeenschappelijk belang. Zij willen het gebied rondom Langenholte behouden als rustgebied. Het landbouwverkeer van buiten de stadsrandzone ervaren zij dan ook als een overlast en willen dit beperken. De beheerders willen fietsers en voetgangers toelaten tot het gebied en vinden het van belang dat de aanwezige wandel- en fietspaden goed worden beheerd. Noodzakelijke nieuwbouw dient zich te voegen aan de bestaande bebouwing en het landelijke karakter. Wel zien zij mogelijkheden om de dijk gelimiteerd open te stellen voor excursiemomenten openbaar te maken. Zij hechten waarde aan het betrekken van de mens bij de natuur. Een voorziening als een vogelkijkhut aan de Overijsselsche Vecht biedt hiervoor mogelijkheden. Ook hechten zij waarde aan het herstellen van wielen en poelen en het aanleggen van natuurvriendelijke oevers hetgeen bijdraagt aan de beleving van het landschap. In relatie tot het beheer van de uiterwaarden als Natura 2000 gebied is aangegeven dat de locatie van de camping Agnietenberg de aanwezige natuurwaarden niet versterkt. Uitbreiding van de recreatieve functie in dit deel is niet gewenst. Voor de afvalberg ter plaatse van het Westerveldse Bos geldt dat het waard is om de mogelijkheden tot verduurzamen voor de toekomst te realiseren te onderzoeken. In relatie tot ontwikkelingen in de stadsrand zien de beheerders tevens kansen voor wandelroutes dichtbij de bebouwingsrand, de zogenoemde ommetjes. Essentieel is dat er geen nieuwe functies komen die extra autoverkeer aantrekken. Afb. 25. Sfeerbeelden duurzame stadsrand N0.0RDPEIL 35

36

KANSEN VOOR DE STADSRAND 5 Kansen voor de stadsrandzone zijn toekomstgericht, gericht op het goed functioneren en optimaal beleven van de kwaliteiten van het gebied. Daarmee worden functie en beleving in relatie met elkaar gebracht. In grote lijnen kan worden gesteld dat de omgeving van Langenholte, Brinkhoek en Bruggenhoek kansen heeft gericht op de beleving van de (cultuur-)historische karakteristieken en waarbij de landbouw een belangrijke bijdrage levert aan de landschappelijke kwaliteiten. De omgeving van Dijklanden is meer gericht op een landschap waar de oorspronkelijke gebiedskenmerken zijn verdwenen, zoals het Westerveldse bos en de verkaveling. Dit gebied heeft de potentie om zich meer te richten op kleinschalig recreatief gebruik, zoals wandelen en fietsen, waarbij door het beheer de natuurlijke waarden kunnen behouden en versterken. Voor landbouw is dit gebied te nat. Er dient gekeken te worden naar een andere vorm van beheer, waarbij voorbeelden van stadslandbouw een optie zijn. Het betekent dat de huidige boerderij omgevormd kan worden naar bijvoorbeeld een zorgboerderij. Ook kan de educatieve betekenis van deze locatie worden benut bijvoorbeeld in samenwerking met de scholen van Zwolle. Hierbij kan voor dit gebied een sociaal-maatschappelijke verbinding worden gezocht. De kansen die het gebied heeft moeten worden gedragen door de beheerders en de bewoners van het gebied. Aangezien de laatste jaren het onduidelijk is geweest voor de agrariërs maar ook voor de bewoners wat er in de toekomst met het gebied gebeurt, is men er behoudend en gericht op de huidige kwaliteiten. Plaats voor innovatieve ontwikkelingen komt pas naar voren als men vertrouwen in de toekomst heeft en dat er voor de landbouw een aantal zekerheden worden gegeven. De inspiratie die vanuit elders kan worden aangedragen, wordt pas benut als men daarvoor openstaat en weet dat het niet ten koste gaat van de groene ruimten die enorm worden gewaardeerd. De kansen zijn als denkrichting opgesteld voor de blauwe, groene, grijze en rode kwaliteiten. Deze kansen vormen de basis voor het ontwikkelingsperspectief en de bouwstenen en streefbeelden om de kwaliteit in de toekomst te borgen. Afb. 27. Kansenkaart N0.0RDPEIL 37

5.1 Blauwe kansen versterken van de natuurlijke oevers, ontstening van de Overijsselsche Vecht vergroten van de diversiteit tussen de verschillende gebieden aan het Zwarte Water en de Overijsselsche Vecht versterken van het contrast tussen de natte en droge gebieden vergroten van de beleving van binnen- en buitendijkse gebieden versterken van de relatie tussen de blauwe corridors, leggen van verbindingen binnen het aanwezig waternetwerk toegankelijkheid naar de verschillende blauwe corridors vergroten door ontsluiting door middel van wandelpaden Afb. 28. Blauwe kansen 38 waterrecreatie en educatie het water beleefbaar

5.2 Groene kansen behoud van het agrarisch karakter van het landschap het bewaren van de openheid, de rust en de ruimte het behouden en versterken van de zichtlijnen in het gebied het behouden en versterken van de groene corridors informeren over wat er nu of in het verleden te zien is / was vergroten van de betrokkenheid van de mens bij haar omgeving door het plaatsen van informatieborden Afb. 29. Groene kansen het versterken van de relatie tussen het platteland en de stad bijvoorbeeld door middel van het telen, verbouwen en vervolgens verkopen van streekproducten (slow food) versterken van de stedelijke bebouwingsrand en de aangrenzende groene gebieden, waar de diversiteit tussen het platteland en de stad fysiek het sterkst is de dijk toegankelijk streekeigen erfbeplanting N0.0RDPEIL 39

5.3 Grijze kansen verbinden en verbeteren van wandel- en fietsroutes toepassen van een eenduidig beheer voor de verschillende routes koppelen van rustplekken en informatiepunten aan de verschillende routes terugbrengen van het aantal verkeersbewegingen in het gebied ten behoeve van de verkeersveiligheid toepassen van gerichte verlichting in het gebied ten behoeve van de combinatie natuur en sociale en verkeersveiligheid versterken van de diverse entrees tot het gebied stadsommetjes natuurexcursies op gedeelte van de dijk dat niet pertinent openbaar is Afb. 30. Grijze kansen 40 verbinden van netwerk van fietsroutes...en wandelroutes

5.4 Rode kansen behoud en versterken van karakteristieke bebouwing landelijke inpassing van nieuw in te passen bebouwing, aansluiten van de bebouwing bij de maat en schaal bij het landschap transformatie van agrarische bebouwing met behoud van identiteit behouden van aanwezige agrarische panden voor agrariërs, in verband met efficiënt toekomstig onderhoud van het gebied kwaliteitsverbetering achterkantsituatie Aa-landen kwaliteitsverbetering achterkantsituatie Brinkhoek en Bruggenhoek Afb. 31. Rode kansen toevoegen van sociaal-maatschappelijke functie sociaal-maatschappelijke functie in de stadsrand maat en schaal bebouwing in het landschap N0.0RDPEIL 41

III BORGEN VAN RUIMTELIJKE KWALITEIT Het borgen van de ruimtelijke kwaliteit is in het ontwikkelingsperspectief weergegeven, gericht op behoud en versterken van de kernkwaliteiten. Het ontwikkelingsperspectief biedt ook bouwstenen voor de (verre) toekomst om versnippering te voorkomen en plaats te maken voor sterke functies en een aantrekkelijker gebied.

ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF VOOR DE STADSRAND 6 6.1 Ontwikkelingsperspectief ruimtelijke kwaliteit Behoud van ruimtelijke kwaliteit kan door het stimuleren van gewenste ontwikkelingen, gericht op de toekomst. Niets doen betekent stilstand en achteruitgang van de kwaliteit van het gebied. De Stadsrandzone Zwolle - Langenholte en omgeving is een gebied dat onder druk staat. Het is begrensd, dat betekent dat elke ingreep het gebied kleiner maakt. Het landelijk karakter, de rust en ruimte zijn de basis voor ruimtelijke kwaliteit. Het behoud en versterken van de waardevolle landschappen en de natuurwaarden zijn de basis voor een ontwikkelingsperspectief waarbij bouwstenen aangeven hoe de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Per gebied of zone is aangegeven welke functies wenselijk zijn en op welke wijze ze kunnen bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit (belevings-, gebruiks- en toekomstwaarde). Het ontwikkelingsperspectief of wenkend perspectief biedt inspiratie voor initiatiefnemers. Het is geen doel op zich om het ontwikkelingsperspectief volledig te ontwikkelen. Toekomstige ontwikkelingen moeten met behulp van deze nota worden begeleid zodat de differentiatie en belevingswaarden in stand worden gehouden en waar mogelijk versterkt. Het ontwikkelingsperspectief is gebaseerd op de kansen vanuit het gebied: blauwe kansen, gericht op versterken van de variatie in gebieden langs de Overijsselsche Vecht en het Zwarte Water en versterken van de (blauwe) corridors tussen stad en landschap; groene kansen, gericht op behoud, identiteit en versterken van de gebiedskenmerken; grijze kansen, gericht op verbeteren van het recreatief netwerk en verminderen van de verkeersintensiteit; rode kansen, gericht op bouwen op basis van identiteit, inpassen in het landschap en behoud van het agrarisch of landelijk karakter van de bebouwing. De kansen leiden tot een ontwikkelingsperspectief gericht op: beleving (identiteit en gebiedskenmerken); gebruik (landbouw en natuur, recreatie en wonen en werken); blik op de toekomst (bouwstenen en streefbeelden). Afb. 32. Ontwikkelingsperspectief voor de stadsrandzone N0.0RDPEIL 45