BELEIDSEXPERTISE en -ONDERSTEUNING - Administratie van Fiscale Zaken. Directie : 2/1



Vergelijkbare documenten
Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik

Factureringsregels van toepassing vanaf 1 januari 2013 volgend op de omzetting. in het Belgisch recht van richtlijn 2010/45/EU

Samenvatting. Factuur: op de factuur moet het woord factuur effectief vermeld worden. Volgnummer: iedere factuur krijgt een uniek identificatienummer;

De nieuwe btw- regels Factuur

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

NIEUWE BTW FACTURATIERICHTLIJN

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 februari 2010 (02.03) (OR. en) 6597/10 AMD 1. Interinstitutioneel dossier 2009/0009 (CNS)

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij

Factureringsregels 2013

Toelichting Factureringsregels voor btw

Informatie voor ondernemers

Belangrijke wijzigingen in de btwfactureringsregels

Auteur. Onderwerp. Datum

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters

Geconsolideerde versie van het Btw-Wetboek en het koninklijk besluit nr. 1. Btw-Wetboek

VOORAFGAANDE OPMERKING

Beslissing ET van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Lexalert informeert u gratis en per over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via

Btw: de nieuwe facturatieregels vanaf 2013

E-facturatie. Vragen & antwoorden

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 januari 2010 (08.02) (OR. en) 5910/10 Interinstitutioneel dossier 2009/0009 (CNS) LIMITE FISC 9

Inhoud. BTW: de nieuwe facturatieregels IFA 19 februari Nieuwe regels inzake opeisbaarheid BTW. De nieuwe facturatieregels.

Elektronisch factureren De btw-regels: waar let u op?

E-Facturering. Leuker kunnen we het niet maken. Fou-Khan Tsang RA. Alfa Accountants en Adviseurs, de ondernemende mens centraal

Aan al de ambtenaren van de sector BTW en DB

Lexalert informeert u gratis en per over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via

1. Voorgaanden Belgische wet- en regelgeving Factureringsregels Betrokken belastingplichtigen, handelingen en stukken 15

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Planning the Year End


Planning the Year End

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

Update BTW. sinds 1 januari Facturatieregels in een nieuw kleedje. .De nieuwe BTW-factureringsregels.

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

Update BTW. sinds 1 januari Facturatieregels in een nieuw kleedje. . De nieuwe BTW-factureringsregels

De gewijzigde BTW-regels inzake facturatie

Nationale Administrateursdag Carola van Vilsteren

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

INHOUDSTAFEL III VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5

Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht Hoofdstuk 2 Maatstaf van heffing, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid

BTW-wijzigingen vanaf 1 januari 2010 VAT-PACKAGE

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

mr. T. (Ton) Verveer 4/15/2010

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

De BTW in de Europese Gemeenschap TOEPASSING IN DE LIDSTATEN INFORMATIE TEN BEHOEVE VAN OVERHEDEN, BEDRIJVEN, INFORMATIENETWERKEN ENZ.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2001 (21.02) (OR. en) 6199/01 LIMITE FISC 23

De nieuwe btw-wetgeving van 2015 zal ook invloed op u hebben!

2 Levering van goederen

INFOSESSIE TIELT: 19 maart 2013

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid

Update facturatieregels

Levering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13

Elektronisch factureren

Belastingwijzer btw. Ragheno Business Park

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Wettelijk verplichte vermeldingen op de factuur

BTW BTW SCHEMA VOORSCHOTTEN LOKALE HANDELINGEN NIEUWE OPEISBAARHEIDSREGELS 2015 LOKALE HANDELINGEN LEVERING VAN GOEDEREN / VERRICHTEN VAN DIENSTEN

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met nieuwe factureringsregels (implementatie richtlijn factureringsregels)

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 10 juni 2009 (25.08) (OR. en) 10791/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0009 (C S) LIMITE FISC 84

Verplichtingen - Boekhouding - Geïnformatiseerd systeem - Bewijs - Bewaring voorlegging van boekhoudstukken

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Elektronisch factureren en de doelstellingen van de regering Di Rupo: Stand van zaken aan het einde van de legislatuur?

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Circulaire AAFisc Nr. 15/2015 (nr. E.T ) dd

ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120

BTW-wijzigingen vanaf 1 januari 2010 VAT-PACKAGE

Platform REI (Renta Electronic Invoice) Specifieke voorwaarden 1

BTW: Special topics van belang bij de audit

Niet-binnenlandse handelingen

Uittreksel uit Belgisch staatsblad dd Verlaging BTW nieuwbouw voor facturen van tot

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. Hoofdstuk XIX. Aan alle belastingen gemene bepalingen...

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. BTW-Wetboek

BIJLAGE BIJLAGE VIII

Datum: 02/12/2000 Lead Tijd: 15:54:28 Aanvrager: JV 1-Z9003 OEFENING 1/3.24 (30/11/ /12/1998)


Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari Bestemd voor: alle ondernemers

Niet-binnenlandse handelingen

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Transcriptie:

Home > FISCALITEIT > BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE > Administratieve richtlijnen en commentaren > Circulaires > Circulaire AFZ nr. 02/2013 dd. 23/01/2013 (AFZ/2011-0272) BELEIDSEXPERTISE en -ONDERSTEUNING - Administratie van Fiscale Zaken Directie : 2/1 Circulaire AFZ nr. 02/2013 dd 23/01/2013 (AFZ/2011-0272) Eerste commentaar van de wet van 17 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. FACTURERINGSREGELS ELEKTRONISCHE FACTURERING UITREIKING VAN FACTUREN INHOUD VAN FACTUREN BEWARING VAN FACTUREN BELASTBARE FEIT EN OPEISBAARHEID VAN DE BELASTING Factureringsregels van toepassing vanaf 1 januari 2013 volgend op de omzetting in het Belgisch recht van richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 13 juli 2010 Aan alle administraties die de belasting over de toegevoegde waarde onder hun bevoegdheid hebben INHOUDSTAFEL INLEIDING HOOFDSTUK I: VOORSCHRIFTEN VOOR PAPIEREN EN ELEKTRONISCHE FACTUREN A. Definities 1. Overweging 10 richtlijn 2010/45/EU 2. Factuur 3. Elektronische factuur B. Aanvaarding door de afnemer C. Authenticiteit van de herkomst D. Integriteit van de inhoud ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-44 1/29

E. Leesbaarheid F. Bedrijfscontroles en een betrouwbaar controlespoor HOOFDSTUK II: UITREIKING VAN FACTUREN A. Lidstaat bevoegd voor factureringsregels 1.Algemene regel 2.Uitzonderingen 3.Toepassingsvoorbeelden B. Verplichting om een factuur uit te reiken 1.Algemene regel 2.Vrijgestelde leveringen en diensten 3.Financiële diensten C. Uitreiking van de factuur door de medecontractant (self-billing) 1.Voorafgaandelijk akkoord 2.Procedure van aanvaarding D. Verbeterend stuk E. Uitreikingstermijn HOOFDSTUK III: INHOUD VAN FACTUREN A. Verplichte vermeldingen 1. Datum van belastbaar feit of ontvangst van de prijs 2. Btw verlegd 3. Vrijgestelde handelingen 4. Self-billing 5. Bijzondere regelingen: reisbureaus - winstmargeregeling B. Vereenvoudigde facturen 1. Toepassingsgebied 2. Verplichte vermeldingen C. Vertaling van facturen ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-44 2/29

HOOFDSTUK IV: BEWARING VAN FACTUREN A. Inleiding B. Plaats van bewaring 1.Algemene regel 2.In België gevestigde belastingplichtigen C. Wijze van bewaring D. Bewaringstermijn E. Opmerkingen HOOFDSTUK V : BELASTBARE FEIT EN OPEISBAARHEID VAN DE BELASTING A. Inleiding B. Definitie van de begrippen "belastbare feit" en "opeisbaarheid van de belasting" C. Plaats van de levering van de goederen 1.Levering van goederen zonder vervoer 2.Levering van goederen met vervoer 3.Levering met installatie of montage 4.Levering aan boord van een schip, vliegtuig of trein 5.Plaats van de levering van gas via een aardgassysteem, van elektriciteit, van warmte of koude via warmte- of koudenetten 6.De verkopen op afstand D. Levering van goederen - Belastbare feit en opeisbaarheid van de belasting 1.Algemene regel : de terbeschikkingstelling 2.Bijzondere regels 3.Opeenvolgende afrekeningen of betalingen 4.Doorlopende leveringen van goederen E. Levering van goederen - Andere oorzaken van opeisbaarheid van de belasting 1.Inleiding 2.Het ontvangen van de prijs 3.Ontvangst van de prijs vóór of na de levering - levering aan particulieren 4.Intracommunautaire leveringen en overbrengingen van goederen F. Diensten - Belastbare feit en hoofdoorzaak van de opeisbaarheid van de belasting ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-44 3/29

G. Diensten - Andere oorzaken van opeisbaarheid van de belasting H. Intracommunautaire verwervingen van goederen - Belastbare feit - Tijdstip van opeisbaarheid van de belasting HOOFDSTUK VI : DIVERSE BEPALINGEN A. Regels met betrekking tot de toe te passen wisselkoers B. Overbrenging van een goed voor expertise INLEIDING 1. De wet van 17 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 december 2012, tweede editie. Deze nieuwe bepalingen treden in werking op 1 januari 2013. Tevens werd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2012, eerste editie, het koninklijk besluit van 19 december 2012 gepubliceerd tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde. Deze bepalingen treden eveneens in werking op 1 januari 2013. 2. De voornoemde wet voorziet in de omzetting van richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 13 juli 2010 tot wijziging van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft (Publicatieblad van de Europese Unie van 22 juli 2010, nr. L 189/1). 3. Richtlijn 2010/45/EU wil in de eerste plaats aan de ondernemingen de gelegenheid bieden ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden van elektronische facturering. Op die manier kunnen de administratieve kosten die gepaard gaan met papieren facturen, zoals het opmaken, versturen, ontvangen en verwerken van facturen drastisch worden verminderd wat ten goede komt aan de concurrentiepositie van de Belgische en Europese bedrijven op de wereldmarkt. De optiemogelijkheden voor de lidstaten werden sterk beperkt. Om het gebruik van elektronische facturering te bevorderen, was het bovendien noodzakelijk dat papieren en elektronische facturen op gelijke voet zouden worden behandeld. Tenslotte bevat richtlijn 2010/45/EU ook nog enkele nieuwe bepalingen inzake de toe te passen wisselkoers en de uitbreiding van de regeling van de fiscale follow-up van de goederen die overgebracht worden van de ene lidstaat naar de andere, met de goederen die worden verzonden met het oog op expertise. De Europese Commissie heeft op haar website een toelichting gepubliceerd, bedoeld als ondersteunend instrument om de toepassing van de factureringsregels inzake btw te verduidelijken, zowel ten aanzien van de lidstaten als van het bedrijfsleven (http://ec.europa.eu/taxation_customs/resources/documents/taxation/vat/traders/invoicing_rules/explanatory_notes_nl.pdf ). De lidstaten dienen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen te treffen om op 1 januari 2013 te voldoen aan voornoemde richtlijn. 4. Bovengenoemde wet die de richtlijn 2010/45/EU omzet, streeft naar een zo getrouw mogelijke overname van de bewoordingen van de gewijzigde artikelen van de btw-richtlijn in de betreffende artikelen van het Wetboek. Dit heeft tot gevolg dat andere artikelen van het Wetboek, die geen direct verband houden met richtlijn 2010/45/EU toch geheel of ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-44 4/29

gevolg dat andere artikelen van het Wetboek, die geen direct verband houden met richtlijn 2010/45/EU toch geheel of gedeeltelijk dienden herschreven te worden om zo een betere overeenstemming te bereiken met de btw-richtlijn Dit is onder meer het geval voor de bepalingen inzake het belastbare feit en de opeisbaarheid van de belasting. HOOFDSTUK I: VOORSCHRIFTEN VOOR PAPIEREN EN ELEKTRONISCHE FACTUREN A. Definities 1. Overweging 10 richtlijn 2010/45/EU 5. Overweging 10 vermeldt dat een factuur de weerspiegeling moet zijn van de feitelijke handeling en dat de authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid daarom gewaarborgd moeten zijn. Elke belastingplichtige dient ervoor te zorgen dat de uitgewisselde factuurgegevens een nauwkeurige weergave zijn van de werkelijk verrichte levering of dienst. De belastingplichtige kiest zelf hoe dit in zijn werk gaat. Aan de hand van bedrijfscontroles zou een betrouwbaar controlespoor kunnen worden opgezet om zo te waarborgen dat zowel de elektronische als de papieren facturen aan de genoemde voorwaarden voldoen. 2. Factuur 6. Artikel 1, 13, nieuw, van het Wetboek is de omzetting van artikel 218 van de btw-richtlijn, die het begrip factuur definieert. Onder "factuur" wordt verstaan, elk document of elk bericht op papier of in elektronisch formaat dat beantwoordt aan de doelstellingen van het btw-stelsel en aan de voorwaarden vastgesteld in het Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten. Deze hebben niet alleen betrekking op de vermeldingen die op de factuur dienen voor te komen, maar bevatten eveneens regels betreffende de uitreikingstermijn van de facturen, self-billing, de bewaring, maatregelen inzake vereenvoudiging, enz. De materiële vorm van de factuur, hetzij op papier, hetzij in elektronisch formaat (zie punt 3), heeft op zich geen belang aangezien alle facturen, behalve enkele uitzonderingen tengevolge van hun specifieke materiële aard, aan dezelfde regels zijn onderworpen en op dezelfde wijze worden behandeld. 3. Elektronische factuur 7. De definitie van een elektronisch factuur is eveneens opgenomen in artikel 1, 13, van het Wetboek (omzetting van artikel 217 van de btw-richtlijn). De enige bedoeling van deze definitie is het beklemtonen van het specifieke karakter van de elektronische factuur waarbij de aanvaarding van de afnemer vereist is alvorens deze wijze van factureren kan worden gebruikt. Een elektronische factuur moet uiteraard net zoals een papieren factuur alle gegevens bevatten die door het Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten zijn voorgeschreven. 8. Een factuur kan slechts als elektronische factuur worden aangemerkt indien zij in om het even welke elektronische vorm wordt uitgereikt en ontvangen. Het feit dat een factuur in een elektronisch formaat werd opgesteld vooraleer te worden uitgereikt, is op zich natuurlijk niet voldoende om als een elektronisch factuur te worden aangemerkt. De aard van het elektronisch formaat van de factuur is dan weer op zichzelf niet doorslaggevend. Het is dus goed mogelijk dat een factuur in een bepaald elektronisch formaat wordt verstuurd en in een ander elektronisch formaat wordt ontvangen. 9. De facturen in een elektronisch formaat (gestructureerde berichten in XML, FINVOICE, PDF, Word of andere) die worden uitgereikt en ontvangen in een elektronische vorm, zoals een email met bijlage, een niet op papier ontvangen fax, het downloaden via een website, enz. worden aldus als elektronische facturen aangemerkt. Over het algemeen betreft het de ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-44 5/29

downloaden via een website, enz. worden aldus als elektronische facturen aangemerkt. Over het algemeen betreft het de gevallen waarin de factuur wordt uitgereikt door het elektronisch toesturen of ter beschikking stellen van gegevens die de factuur dient te bevatten, ongeacht de gebruikte werkwijze (telegeleidingstechnieken, USB-sleutel, streepjescode, elektronische chip, ) B. Aanvaarding door de afnemer 10. Art. 53, 2, vierde lid, van het Wetboek, bepaalt dat het gebruik van een elektronische factuur is toegestaan mits aanvaarding door de afnemer. Deze specifieke vermelding wordt vooral gerechtvaardigd door de technische vereisten die nodig zijn om een elektronische factuur te kunnen ontvangen en de capaciteit van de afnemer om de authenticiteit, integriteit en leesbaarheid te waarborgen. Aangezien papieren en elektronische facturen gelijk moeten worden behandeld, kan de aanvaarding van een elektronische factuur door de afnemer op dezelfde manier worden bepaald als zijn aanvaarding van een papieren factuur. Het kan hierbij dus gaan om een schriftelijke, al dan niet formele aanvaarding, of een aanvaarding op grond van een stilzwijgende overeenkomst bijvoorbeeld door de verwerking of betaling van de ontvangen factuur. In elk geval is de beslissing om elektronische facturen te gebruiken uiteindelijk afhankelijk van de overeenkomst tussen de partijen. C. Authenticiteit van de herkomst 11. Het nieuwe artikel 60, 5, van het Wetboek is de omzetting van artikel 233 van de btw-richtlijn betreffende de authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid van de factuur. 12. Artikel 60, 5, eerste lid, van het Wetboek verduidelijkt dat de authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid van de factuur moeten worden gewaarborgd vanaf het tijdstip waarop een de factuur wordt uitgereikt tot het einde van de bewaringstermijn, ongeacht of het een factuur betreft op papier dan wel een factuur in een elektronisch formaat. 13. Het tweede lid van artikel 60, 5, van het Wetboek verduidelijkt het begrip "authenticiteit van de herkomst", namelijk het waarborgen van de identiteit van de leverancier of de uitreiker van de factuur. De authenticiteit van de herkomst van een factuur moet worden gewaarborgd, zowel door de uitreiker als de ontvanger van de factuur. De leverancier/dienstverrichter moet kunnen aantonen dat hijzelf aan de oorsprong ligt van de factuur, namelijk dat hijzelf de factuur heeft uitgereikt of dat de factuur werd uitgereikt door een derde of door de klant (self-billing) handelend in de naam en voor de rekening van de leverancier. De afnemer moet kunnen waarborgen dat de ontvangen factuur afkomstig is van de leverancier/dienstverrichter of van degene die de factuur heeft uitgereikt. De identiteit van de leverancier/dienstverrichter is een gegeven dat altijd op de factuur moet worden vermeld (artikel 5 van voornoemd koninklijk besluit nr. 1). Dit is op zich echter niet voldoende om de authenticiteit van de herkomst te waarborgen. De afnemer moet nagaan of de op de factuur vermelde leverancier/dienstverrichter werkelijk de levering van goederen of de dienst heeft verricht waarnaar de factuur verwijst. D. Integriteit van de inhoud 14. Artikel 60, 5, derde lid, van het Wetboek verduidelijkt het begrip "integriteit van de inhoud", namelijk het feit dat de krachtens de toepasbare regels voorgeschreven inhoud geen wijzigingen heeft ondergaan. ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-44 6/29

krachtens de toepasbare regels voorgeschreven inhoud geen wijzigingen heeft ondergaan. De integriteit van de inhoud van een factuur is opnieuw zowel een verplichting voor de leverancier/dienstverrichter als voor de afnemer. Zij kunnen elk onafhankelijk van elkaar de wijze kiezen waarop ze aan deze verplichting zullen voldoen, of ze kunnen samen overeenkomen om hieraan te voldoen via bijvoorbeeld een welbepaalde technologie zoals EDI, om te waarborgen dat de inhoud ongewijzigd blijft. Het feit dat de inhoud van de factuur niet gewijzigd is, heeft geen betrekking op het formaat van een elektronische factuur. Op voorwaarde dat de vereiste inhoud van de factuur niet gewijzigd wordt, mag het formaat waarin die inhoud gegoten is, worden omgezet in andere formaten. Ingeval de belastingplichtige ervoor gekozen heeft om het voorschrift inzake integriteit van de inhoud na te leven met behulp van een geavanceerde elektronische handtekening, moet die wijziging in een controlespoor worden geregistreerd, wanneer er sprake is van omzetting van het ene formaat naar het andere. E. Leesbaarheid 15. De leesbaarheid van een factuur betekent dat de factuur leesbaar moet zijn voor mensen. Dat moet zo blijven tot het einde van de bewaartermijn. De factuur moet worden getoond in een stijl waarin alle btw-gegevens van de factuur duidelijk leesbaar zijn, op papier of op een scherm, zonder dat daarvoor buitensporig veel onderzoek of interpretatie nodig is, bijv. EDI-berichten, XML-berichten of andere gestructureerde berichten in het originele formaat worden niet beschouwd als leesbar voor mensen (na een omzettingsproces eventueel wel). Voor elektronische facturen wordt deze voorwaarde als vervuld beschouwd als de factuur op verzoek binnen een redelijke termijn in een voor mensen leesbare vorm op het scherm of via afdrukken kan worden voorgelegd. Het moet mogelijk zijn om na te gaan of de gegevens van het originele elektronische bestand en die van het voorgelegde leesbare document niet van elkaar verschillen. F. Bedrijfscontroles en een betrouwbaar controlespoor 16. Elke belastingplichtige bepaalt zelf hoe hij de voorgaande drie voorwaarden zal naleven. 17. Artikel 60, 5, vierde lid, van het Wetboek bepaalt dat dit kan worden bereikt door elke bedrijfscontrole die een betrouwbaar controlespoor aantoont tussen een factuur en een levering van een goed of een dienst. Bedrijfscontrole is een ruim begrip. Het gaat om het proces dat tot stand wordt gebracht, wordt uitgevoerd en wordt bijgewerkt door degenen die verantwoordelijk zijn voor de verschaffing van redelijke waarborgen betreffende de financiële, boekhoudkundige en reglementaire verslaggeving en die ervoor moeten zorgen dat de wettelijke voorschriften worden nageleefd. De bedrijfscontroles moeten passen bij de omvang, activiteit en het type van belastingplichtige en dienen rekening te houden met het aantal en de waarde van de transacties alsook met het aantal en type leverancier/dienstverrichters en afnemers. 18. Een voorbeeld van een bedrijfscontrole is de vergelijking van de bewijsstukken. Voor de leverancier kan de factuur bijvoorbeeld vergeleken worden met de bestelbon, vervoersdocumenten en de ontvangst van de betaling. Voor de afnemer kan de factuur dan weer vergeleken worden met de goedgekeurde kooporder, de leveringsnota, het betalingsbewijs, Dit zijn echter slechts voorbeelden van typische documenten die beschikbaar zijn. Belangrijk om te onthouden is dat facturen, op papier of in elektronisch formaat, doorgaans slechts één document zijn in een hele reeks documenten in verband met een transactie die aan de hand van die documenten wordt gestaafd. Bovenal moet een betrouwbaar controlespoor een verband kunnen aantonen tussen de handeling en de facturering, zodat kan worden gewaarborgd dat de uitgereikte factuur een handeling weerspiegelt die werkelijk heeft plaatsgevonden. ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-44 7/29

kan worden gewaarborgd dat de uitgereikte factuur een handeling weerspiegelt die werkelijk heeft plaatsgevonden. Een bedrijfscontrole die een betrouwbaar controlespoor oplevert, is echter maar een voorbeeld van een mogelijke methode, zoals vermeld in artikel 60, 5, vierde lid, van het Wetboek. Naast deze bedrijfscontroles, en meer in het bijzonder bij elektronische facturen, zijn methodes zoals de geavanceerde elektronische handtekening of de elektronische uitwisseling van gegevens (EDI), die vroeger verplicht werden door het oude artikel 233, lid 1, van de btw-richtlijn, naast ook nog andere systemen die het naleven van deze drie voorwaarden waarborgen, voorbeelden van mogelijke technologieën. 19. Aangezien de bedrijfspraktijken overigens kunnen evolueren gedurende de periode waarin deze drie voorwaarden moeten worden gewaarborgd (vanaf de uitreiking van de factuur tot het einde van de bewaringstermijn) kan de wijze waarop de belastingplichtige tracht deze voorwaarden na te leven eveneens wijzigen. HOOFDSTUK II: UITREIKING VAN FACTUREN A. Lidstaat bevoegd voor factureringsregels 1. Algemene regel 20. Artikel 53decies, 1, eerste lid, nieuw, van het Wetboek, dat artikel 219bis, punt 1) van de btw-richtlijn omzet, omvat de regels op grond waarvan kan worden bepaald welke lidstaat bevoegd is voor het verstrekken van de factureringsregels. Het betreft hier de factureringsregels in verband met de uitreiking, inhoud of vereenvoudiging van facturen, met uitsluiting van de bepalingen in verband met de bewaring van facturen. 21. De vuistregel is dat de lidstaat waar de levering of de dienst plaatsvindt, de factureringsregels bepaalt. 2. Uitzonderingen. 22. Er zijn echter twee uitzonderingen op bovenvermelde algemene regel. Zo gelden voor de facturering de regels van de lidstaat waar de leverancier of de dienstverrichter de zetel van zijn economische activiteit of een vaste inrichting heeft gevestigd van waaruit hij de levering van het goed of de dienst verricht, of, bij gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting, de lidstaat waar de leverancier of dienstverrichter zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats heeft, wanneer: 1 de leverancier of de dienstverrichter niet gevestigd is in de lidstaat waar de levering van het goed of de dienst geacht wordt te zijn verricht, of zijn vaste inrichting in die lidstaat niet betrokken is bij het verrichten van de levering van het goed of de dienst, en de tot voldoening van de belasting gehouden persoon degene is voor wie de levering van het goed of de dienst wordt verricht. Wanneer in dat geval de afnemer evenwel zelf de factuur uitreikt (self-billing), moet de algemene regel van het eerste lid van artikel 53decies, 1, nieuw, van het Wetboek, altijd worden toegepast en zal de factuur dus onderworpen zijn aan de regels van toepassing in de lidstaat waar de levering van het goed of de dienst geacht wordt te zijn verricht; 2 de levering van het goed of de dienst niet geacht wordt te zijn verricht in de Gemeenschap. 23. Deze uitzonderingen betreffen met andere woorden grensoverschrijdende leveringen of diensten waarvoor de btw wordt verlegd en leveringen of diensten die niet in de EU belastbaar zijn. ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-44 8/29

24. Voor leveranciers of dienstverrichters die niet in de EU gevestigd zijn en die belastbare leveringen van goederen of diensten verrichten in de EU gelden deze uitzonderingen niet, in dergelijke gevallen geldt steeds de algemene regel. 25. De vuistregel geldt ook altijd bij facturen uitgereikt door de afnemer (self-billing) wanneer de afnemer die de factuur uitreikt ook tot voldoening van de btw gehouden is krachtens de verlegging van heffing. In dat geval worden de factureringsregels bepaald door de lidstaat waar de levering van goederen of dienst plaatsvindt. 26. Bij een levering van een land buiten de EU naar een EU-lidstaat die leidt tot een invoer van goederen, ligt de plaats van de levering buiten de EU. Aangezien de levering niet binnen de EU plaatsvindt en de leverancier buiten de EU gevestigd is, zijn de factureringsregels van geen enkele lidstaat geldig. Bovendien is er geen factureringsplicht in verband met de invoer van goederen in de EU. 27. Wanneer de afnemer gehouden is tot voldoening van de btw krachtens een verlegging van heffing en wanneer hij een fiscaal vertegenwoordiger aanwijst, moet artikel 53decies, 1, tweede lid, 1 worden toegepast alsof de afnemer tot voldoening van de btw gehouden is. Indien in dit geval de fiscale vertegenwoordiger ook de factuur uitreikt, dienst deze te worden behandeld alsof de afnemer de factuur had uitgereikt. Dit betekent dat artikel 53decies, 1, eerste lid, van toepassing is. 3. Toepassingsvoorbeelden 28. De facturering is dus onderworpen aan de regels die in België van toepassing zijn, indien: - deze facturering leveringen van goederen of diensten betreft die geacht worden te zijn verricht in België of die plaatsvinden buiten de Gemeenschap en de leverancier of de dienstverrichter zijn zetel van zijn economische activiteit of zijn vaste inrichting van waaruit hij de levering van het goed of de dienst verricht, in België heeft gevestigd; - deze facturering leveringen van goederen of diensten betreft die geacht worden te zijn verricht in België en de leverancier of dienstverrichter de schuldenaar van de belasting is, zelfs als hij niet in België is gevestigd; - de leverancier of de dienstverrichter gevestigd is in een andere lidstaat dan België (hij heeft noch zijn zetel van zijn economische activiteit, noch zijn vaste inrichting van waaruit hij de levering van het goed of de dienst verricht, in België gevestigd) en de afnemer is zowel schuldenaar van de belasting in België als uitreiker van de factuur (self-billing); - de leverancier of dienstverrichter gevestigd is in België en leveringen van goederen of diensten verricht die geacht worden te zijn verricht in een andere lidstaat, voor een afnemer, gevestigd in die andere lidstaat, die er schuldenaar is van de belasting en die niet zelf de factuur uitreikt; - de leverancier of de dienstverrichter gevestigd is buiten de Gemeenschap (hij heeft noch zijn zetel van zijn economische activiteit, noch zijn vaste inrichting van waaruit hij leveringen van goederen of diensten verricht, gevestigd in België of in een andere lidstaat) en leveringen van goederen of diensten verricht die geacht worden plaats te vinden in België. 29. Onderstaande tabellen zijn niet volledig, maar trachten te illustreren met voorbeelden van welke lidstaat de regels inzake facturering gelden. ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-44 9/29

Leveringen van goederen Lidstaat leverancier Lidstaat medecontractant Goederenverkeer Lidstaat van de belastbare handeling Lidstaat facturatieregels (art. 53decies) binnenlandse levering van goederen vrijgestelde intracommunautaire levering verkoop op afstand (voorw. Art. 15, 1 of 2 niet vervuld) verkoop op afstand (voorw. Art. 15, 1 of 2 vervuld) A A A A (art. 14, 1 t.e.m. 3) A B (BP) A -> B A (art. 14, 2,) A B (NP) A -> B A (art. 14, 2 ) A B (NP) A -> B B (art. 15, 1 of 2) A (eerste lid) A (eerste lid) A (eerste lid) B (eerste lid) driehoeksverkeer (vereenvoudiging art. 25ter, tweede lid, 3 ) B C A -> C C B (tweede lid, 1 ) verlegging van heffing levering van gas of elektriciteit A B B B (art. 14, 1 t.e.m. 3) A B A -> B B (art.14bis) A (tweede lid, 1 ) A (tweede lid, 1 ) uitvoer A derdeland A --> derdeland A A (eerste lid) levering in derdeland A derdeland derdeland derdeland A (tweede lid, 2 ) invoer derdeland A derdeland -> A derdeland derdeland (tweede lid, 2 ) Diensten Lidstaat dienstverrichter Lidstaat medecontractant Lidstaat van de belastbare handeling Lidstaat facturatieregels (art. 219a) interne dienst B2B/B2C A A A A (1) B2B A B B (art. 21, 2) A (2a) (art. 51, 2, 1 ) algemene regel B2B A derdeland derdeland (art. 21, 2) A (2b) B2C A B A (art. 21bis, 1) A (1) onroerend goed in lidstaat B personenvervoer in lidstaat B evenement in lidstaat B B (art. 21, A (2a) (art. 51, B2B A B restaurant- en 3) 2, 5 ) cateringdiensten in ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 10/29

cateringdiensten in lidstaat B korte termijn verhuur, terbeschikkingstelling in lidstaat B onroerend goed in lidstaat C personenvervoer in lidstaat C evenement in lidstaat C restaurant- en cateringdiensten in lidstaat C B2B A B C (art. 21, 3) C (1) korte termijn verhuur, terbeschikkingstelling in lidstaat C onroerend goed in lidstaat B personen- of goederenvervoer in lidstaat B evenement in lidstaat B restaurant- en cateringdiensten in lidstaat B KT verhuur, TBS in lidstaat B B2C A B B (art. 21bis, 2) B (eerste lid) intracommunautair goederenvervoer vanuit lidstaat B diensten in verband met vervoer in lidstaat B expertises en werkzaamheden ivm lichamelijke RG in lidstaat B langs elektronische weg verrichte diensten B2C derdeland B B (art. 21bis, 2, 9 ) B (eerste lid) diensten verricht voor een ontvanger in derdeland B2C A derdeland derdeland (art. 21bis, 2, 10 ) A (tweede lid, 2 ) B. Verplichting om een factuur uit te reiken 1. Algemene regel 30. Artikel 53, 2, eerste lid, van het Wetboek dat artikel 220 van de btw-richtlijn omzet, bevat de algemene regel op grond waarvan de belastingplichtige, voor de handelingen die hij verricht, behalve voor de handelingen die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het Wetboek en andere dan die welke zijn bedoeld in artikel 135, lid 1, punten a) tot g) van de btwrichtlijn, een factuur dient uit te reiken aan zijn medecontractant of ervoor dient te zorgen dat in zijn naam en voor zijn ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 11/29

richtlijn, een factuur dient uit te reiken aan zijn medecontractant of ervoor dient te zorgen dat in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn klant, of door een derde in uitbesteding een factuur wordt uitgereikt. Zo moet er in elk geval een factuur worden uitgereikt wanneer een belastingplichtige goederen levert of diensten verricht, bij verkopen op afstand, bij de levering van nieuwe vervoermiddelen aan particulieren in de zin van art. 39bis, eerste lid, 2, van het Wetboek en wanneer de belasting opeisbaar wordt over de gehele of een deel van de prijs van de levering of de dienst. 31. Aangezien bij een vrijgestelde intracommunautaire levering de belasting niet opeisbaar wordt bij de ontvangst van een voorschotbetaling, moet er voor deze situatie niet langer een factuur worden uitgereikt (zie Hoofdstuk V, punt D. 4 hierna). 2. Vrijgestelde leveringen en diensten 32. Artikel 219bis van de btw-richtlijn, omgezet door artikel 53decies van het Wetboek, stelt vast van welke lidstaat de factureringsregels gelden. Artikel 221, lid 3 van de btw-richtlijn biedt de lidstaten echter een aantal keuzes inzake de factureringsverplichting voor wat de vrijgestelde leveringen van goederen of diensten betreft die op hun grondgebied worden verricht. België heeft hier reeds enkele jaren van gebruik gemaakt door alle handelingen vrijgesteld door artikel 44 van het Wetboek te ontheffen van de factureringsverplichting. 33. De combinatie van deze twee artikelen in de richtlijn kan echter in sommige situaties problemen opleveren. Voor grensoverschrijdende, vrijgestelde handelingen, waarvan de leverancier niet gevestigd is in de lidstaat waar de handeling plaatsvindt (A) en waarbij de afnemer gehouden is tot voldoening van de btw, is het de lidstaat waar de leverancier gevestigd is (B), die de factureringsregels vaststelt (art. 53decies, 1, tweede lid, 1, van het Wetboek). De lidstaat waar de handeling plaatsvindt (A) mag de belastingplichtige echter eventueel ontheffen van factureringsplicht (onder de voorwaarden van art. 221, lid 3, van de btw-richtlijn). Aangezien die lidstaat (A) in dat geval niet de lidstaat is die de factureringsregels vaststelt (B), zal het voor deze handelingen altijd verplicht zijn om een factuur uit te reiken. 3. Financiële diensten 34. Zoals reeds vermeld in de voorgaande punten zijn facturen in het algemeen vereist voor belastbare leveringen van goederen en diensten tussen belastingplichtigen, waarbij de lidstaten de keuze hebben om bepaalde handelingen van deze factureringsplicht vrij te stellen. 35. Voor bank-, verzekerings- en financiële diensten, zoals bedoeld in de punten a) tot g) van artikel 135, lid 1, van de btw-richtlijn, wordt er echter een algemene ontheffing van de factureringsverplichting voorzien, ongeacht de plaats waar deze diensten worden verricht. Het gaat hier om de volgende diensten: a) handelingen ter zake van verzekering en herverzekering met inbegrip van daarmee samenhangende diensten, verricht door assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen; b) de verlening van kredieten en de bemiddeling inzake kredieten, alsmede het beheer van kredieten door degene die deze heeft verleend; c) de bemiddeling bij en het aangaan van borgtochten en andere zekerheids- en garantieverbintenissen, alsmede het beheer van kredietgaranties door degene die het krediet heeft verleend; d) handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deposito's, rekening-courantverkeer, betalingen, ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 12/29

d) handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deposito's, rekening-courantverkeer, betalingen, overmakingen, schuldvorderingen, cheques en andere handelspapieren met uitzondering van de inning van schuldvorderingen; e) handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deviezen, bankbiljetten en munten die wettig betaalmiddel zijn, met uitzondering van munten en biljetten die verzamelobject zijn, namelijk gouden, zilveren of uit een ander metaal geslagen munten, alsmede biljetten, die normaal niet als wettig betaalmiddel worden gebruikt of die een numismatische waarde hebben; f) handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, uitgezonderd bewaring en beheer, inzake aandelen, deelnemingen in vennootschappen of verenigingen, obligaties en andere waardepapieren, met uitzondering van documenten die goederen vertegenwoordigen en van de in artikel 15, lid 2, bedoelde rechten of effecten; g) het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen, zoals omschreven door de lidstaten. Dit zijn met andere woorden de diensten die opgenomen zijn in artikel 44, 3, 4 tot 11 van het Wetboek. C. Uitreiking van de factuur door de medecontractant (self-billing) 36. Artikel 224, nieuw, van de btw-richtllijn dat betrekking heeft op de procedure waarbij de factuur wordt uitgereikt door de medecontractant zelf (hierna: self-billing), behoudt de mogelijkheid voor de lidstaten om in geval van self-billing te eisen dat de uitreiking van de factuur door de medecontractant gebeurt "in naam en voor rekening" van de belastingplichtige die de handeling verricht. Met het oog op een meer coherente tekst wordt deze verplichting, die tot nu stond in artikel 6 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, thans opgenomen wordt in artikel 53, 2, van het Wetboek. 37. Artikel 53, 2, tweede lid, van het Wetboek voorziet twee voorwaarden opdat de uitreiking van de factuur door de medecontractant zou worden toegelaten, namelijk, enerzijds, dat er een voorafgaand akkoord bestaat tussen de beide partijen en anderzijds, dat elke factuur het voorwerp uitmaakt van een procedure van aanvaarding door de leverancier of de dienstverrichter. Vroeger voorzag het oude artikel 224, lid 2, van de btw-richtlijn terzake dat de lidstaten op het grondgebied waarvan de leveringen van goederen of de diensten werden verricht, de voorwaarden en modaliteiten bepaalden van de voorafgaandelijke akkoorden en de procedures van aanvaarding tussen de belastingplichtige en de verkrijger of de afnemer. Deze bepaling komt niet langer voor in het nieuwe artikel 224 van de btw-richtlijn, zodat voortaan het in principe uitsluitend de contracterende partijen zelf zijn die onder elkaar de relevante voorwaarden en modaliteiten ter zake moeten bepalen. 1. Voorafgaandelijk akkoord 38. Het is voortaan dus niet langer mogelijk een uitdrukkelijk of schriftelijk voorafgaandelijk akkoord te eisen van de partijen. Er moet echter wel worden op gewezen dat een "voorafgaandelijk" akkoord betekent dat er tussen de beide partijen een akkoord moet bestaan vooraleer men begint met de uitreiking van de facturen overeenkomstig de self-billing procedure. Anderzijds moet het bestaan van een dergelijk akkoord door elke partij kunnen worden aangetoond bij een onderzoek van de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft. Het is dus in het belang van de contracterende partijen, omwille van de rechtszekerheid, om een "schriftelijk" voorafgaandelijk akkoord te hebben. 2. Procedure van aanvaarding ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 13/29

39. De procedure van aanvaarding factuur per factuur mag eveneens uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn, naar keuze van de partijen. Deze procedure kan worden overeengekomen in het voorafgaandelijk akkoord of kan blijken uit de behandeling van de factuur of nog van de ontvangst van betaling door de leverancier of de dienstverrichter. D. Verbeterend stuk 40. Het oude artikel 53, 2, derde lid, van het Wetboek zet reeds artikel 219 van de btw-richtlijn om. Dit artikel verduidelijkt dat elk document of bericht dat wijzigingen aanbrengt in en specifiek en ondubbelzinnig verwijst naar de oorspronkelijke factuur geldt als factuur. Het gaat hier om hetgeen algemeen wordt omschreven als een "verbeterend stuk". Deze tekst werd behouden. 41. Het is overigens niet langer verplicht dat dit stuk wordt uitgereikt door dezelfde persoon als diegene die de oorspronkelijke factuur heeft uitgereikt. Het spreekt vanzelf dat wanneer de leverancier of de dienstverrichter de factuur heeft uitgereikt, terwijl het verbeterend stuk door de medecontractant wordt uitgereikt, de voorwaarden inzake self-billing (zie punt C hiervoor) moeten worden nageleefd wat het verbeterend stuk betreft. E. Uitreikingstermijn 42. De periode tijdens welke de authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid van de factuur moet worden gewaarborgd, loopt vanaf het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt tot het einde van de bewaartermijn. Het tijdstip van uitreiking van de factuur, net als de bewaartermijn (zie punten 66 tot 70), mogen worden bepaald door de lidstaten zelf. 43. In één specifiek geval bepaalt de btw-richtlijn echter zelf wanneer de factuur moet uitgereikt worden. Zo bepaalt artikel 222, nieuw, van de btw-richtlijn dat voor leveringen van goederen die zijn vrijgesteld onder de voorwaarden van artikel 138 of voor diensten waarbij de btw, overeenkomstig artikel 196, verschuldigd is door de afnemer, de factuur moet worden uitgereikt uiterlijk op de vijftiende dag van de maand volgende op die waarin het belastbare feit zich heeft voorgedaan. Het betreft hier de leveringen van goederen, vrijgesteld onder artikel 39bis van het Wetboek (de 'intracommunautaire levering') en de zogenaamde intracommunautaire diensten. 44. België voorzag voordien voor alle leveringen van goederen en diensten eenzelfde uitreikingstermijn, namelijk uiterlijk de vijfde werkdag van de maand na die waarin de belasting opeisbaar werd. Omwille van redenen van vereenvoudiging werd ervoor geopteerd éénzelfde uitreikingstermijn in te stellen voor alle leveringen van goederen en diensten. Daarom werd in artikel 4, van koninklijk besluit nr. 1 een nieuwe uitreikingstermijn vastgesteld, namelijk uiterlijk de vijftiende dag van de maand na die waarin de belasting opeisbaar werd. 45. Een factuur wordt geacht te zijn uitgereikt wanneer de leverancier of de dienstverrichter, een derde die optreedt in diens naam, of de afnemer zelf bij self-billing, de factuur beschikbaar stelt zodat deze door de afnemer kan ontvangen worden. ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 14/29

46. Bovendien is het vaststellen van de datum waarop de factuur wordt geacht te zijn uitgereikt belangrijk, zowel voor de leverancier/dienstverrichter die de verplichting heeft om een factuur uit te reiken binnen de voorgeschreven periode, maar ook voor de ontvanger die verplichtingen heeft met betrekking tot de bewaring van facturen. HOOFDSTUK III: INHOUD VAN FACTUREN A. Verplichte vermeldingen 47. De inhoud van de factuur wordt geharmoniseerd op Communautair niveau waarbij voor de lidstaten zeer weinig keuzemogelijkheden blijven bestaan. Artikel 226, nieuw, van de btw-richtlijn bevat een exhaustieve lijst van vermeldingen die op een factuur dienen te worden vermeld. Deze lijst werd opgenomen in artikel 5 van koninklijk besluit nr. 1. Een aantal van deze vermeldingen zijn nieuw en worden hieronder dan ook afzonderlijk besproken. 1. Datum van belastbaar feit of ontvangst van de prijs 48. De datum waarop het belastbare feit van de levering van de goederen of de dienstverrichting heeft plaatsgevonden of de datum van de ontvangst van de prijs of een deel ervan, moet worden vermeld op de factuur, voorzover die datum vastgesteld is en verschilt van de uitreikingsdatum van de factuur. In de meeste gevallen zal de factuur worden uitgereikt na de datum waarop de belasting opeisbaar wordt (belastbare feit of ontvangst van de prijs). In dat geval zullen zowel de uitreikingsdatum van de factuur als de datum van de opeisbaarheid van de belasting op de factuur worden vermeld. De uitreiking van de factuur op zich maakt de btw immers niet opeisbaar, zelfs als de uitreiking voorafgaat aan de datum van het belastbare feit of van de ontvangst van de prijs (zie punt 105). 2. Btw verlegd 49. Wanneer de afnemer tot voldoening van de belasting is gehouden, ongeacht de wettelijke reden, moet op de factuur, in plaats van de vermelding van de tarieven en van het totaalbedrag van de verschuldigde belasting, de vermelding "btw verlegd" worden opgenomen. 3. Vrijgestelde handelingen 50. De belastingplichtige heeft voor leveringen van goederen of diensten met vrijstelling van btw de keuze om een verwijzing naar het betreffende artikel in de btw-richtlijn of de nationale wetgeving te vermelden, maar hij mag ook kiezen om eender welke andere verwijzing te vermelden die aantoont dat de levering van goederen of de dienst vrijgesteld is van btw alsook de reden van vrijstelling (bijv. vrijgestelde handeling - uitvoer van goederen) 51. Wanneer voor de levering van goederen of de dienst de btw wordt verlegd en wanneer die handeling ook van btw is vrijgesteld in de lidstaat van heffing, is het voldoende om uitsluitend de vermelding "btw verlegd" te gebruiken zoals vermeld in punt 49. 4. Self-billing 52. Wanneer de factuur wordt uitgereikt door de medecontract in naam en voor rekening van de leverancier of de dienstverrichter, moet de factuur de vermelding "factuur uitgereikt door afnemer" bevatten. ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 15/29

5. Bijzondere regelingen: reisbureaus - winstmargeregeling 53. Wanneer de bijzondere regeling voor reisbureaus wordt gehanteerd, moet de vermelding "Bijzondere regeling reisbureaus op de factuur voorkomen. 54. Wanneer een van de bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten wordt gehanteerd, moet de vermelding "Bijzondere regeling - gebruikte goederen" "Bijzondere regeling - kunstvoorwerpen", respectievelijk "Bijzondere regeling - voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten" op de factuur voorkomen. B. Vereenvoudigde facturen 55. De btw-richtlijn verplicht de lidstaten in artikel 220bis, nieuw, om vereenvoudigde facturen toe te staan in een beperkt aantal gevallen. Wat de inhoud van deze facturen betreft, bevat de richtlijn uitsluitend een minimum aantal vermeldingen (art. 226ter van de btw-richtlijn). 1. Toepassingsgebied 56. Overeenkomstig artikel 13, eerste lid, van koninklijk besluit nr. 1 mag een belastingplichtige een vereenvoudigde factuur uitreiken in een van de volgende gevallen: - wanneer het bedrag van de factuur niet hoger is dan 100 euro exclusief btw; - wanneer, onder de voorwaarden te bepalen door de Minister van Financiën, de handels- of administratieve praktijken van de betrokken bedrijfssector of de technische voorwaarden waaronder die facturen worden uitgereikt de naleving bemoeilijken van alle bedoelde verplichtingen; - wanneer het een verbeterend stuk betreft, zoals bedoeld in artikel 53, 2, derde lid, van het Wetboek. 57. Vereenvoudigde facturen zijn nooit toegestaan voor verkopen op afstand, leveringen met installatie of montage, vrijgestelde intracommunautaire leveringen of grensoverschrijdende leveringen of diensten met verlegging van btw (artikelen 14, 3, 15, 1 en 2, 25ter en 39bis en handelingen waarvoor de belasting verschuldigd is door de medecontractant krachtens artikel 51, 2 of 4 van het Wetboek) 2. Verplichte vermeldingen 58. De btw-richtlijn bevat een aantal minimumvermeldingen voor de vereenvoudigde factuur. Deze zijn: - de datum waarop de factuur is uitgereikt en een opeenvolgend nummer, volgens één of meer reeksen, dat de factuur op eenduidige wijze identificeert, waaronder ze wordt ingeschreven in het boek voor uitgaande facturen van de leverancier of de dienstverrichter; - de naam of de maatschappelijke benaming van de leverancier of van de dienstverrichter, het adres van zijn ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 16/29

- de naam of de maatschappelijke benaming van de leverancier of van de dienstverrichter, het adres van zijn administratieve of maatschappelijke zetel en zijn in artikel 50 van het Wetboek bedoeld btw-identificatienummer of in het kader van de btw-eenheid in de zin van artikel 4, 2, van het Wetboek, de vermeldingen eigen aan het betrokken lid; - de identificatie van de aard van de geleverde goederen of verrichte diensten; - de aanduiding, per tarief, van de maatstaf van heffing en het bedrag van de verschuldigde belasting; - wanneer het uitgereikte document of bericht met een factuur wordt gelijkgesteld, overeenkomstig artikel 53, 2, derde lid, van het Wetboek, een specifieke en ondubbelzinnige verwijzing naar de oorspronkelijke factuur, met specifieke vermelding van de aangebrachte wijziging. 59. Net zoals voor de niet-vereenvoudigde facturen, heeft België, gebruik makend van de mogelijkheid geboden aan de lidstaten in artikel 227 van de btw-richtlijn, een verplichte vermelding toegevoegd, namelijk het in artikel 50 van het Wetboek bedoelde btw-identificatienummer van de verkrijger of de ontvanger, of bij gebreke hieraan, zijn naam of maatschappelijke benaming en volledig adres (zie art. 13, tweede lid, van koninklijk besluit nr. 1). C. Vertaling van facturen 60. De btw-richtlijn schrijft niet voor in welke taal een factuur moet worden opgesteld. Het is echter duidelijk dat een lidstaat, wanneer een andere dan de nationale taal wordt gebruikt, het recht op aftrek niet kan weigeren louter omwille van de in de factuur gebruikte taal. In bepaalde gevallen kan, wanneer dit voor een controle nodig is, een vertaling worden gevraagd voor specifieke facturen en voor specifieke belastingplichtigen (art. 61, 1, vijfde lid, van het Wetboek en art. 248bis btw-richtlijn). De richtlijn laat met andere woorden niet toe dat een lidstaat een algemene verplichting invoert die bepaalt dat alle facturen in een nationale taal moeten worden vertaald. HOOFDSTUK IV: BEWARING VAN FACTUREN A. Inleiding 61. Overeenkomstig art. 60, 1 van het Wetboek (omzetting van art. 244 en 248 btw-richtlijn) is elke belastingplichtige gehouden de kopieën te bewaren van de facturen die door hemzelf, door zijn afnemer of, in zijn naam en voor zijn rekening, door een derde worden uitgereikt en is eenieder gehouden zijn ontvangen facturen te bewaren. B. Plaats van bewaring 1. Algemene regel 62. In overeenstemming met artikel 245 van de btw-richtlijn bepaalt artikel 60, 2, eerste lid, van het Wetboek de algemene regel wat de plaats van bewaring betreft, namelijk dat een belastingplichtige de plaats van bewaring vrij mag bepalen, op voorwaarde dat hij de facturen en kopieën van facturen op ieder verzoek en zonder onnodig uitstel ter beschikking stelt van de administratie die de belasting over de toegevoegde waarde onder haar bevoegdheid heeft. Zo moet de belastingplichtige dus niet langer de btw-administratie op voorhand in kennis stellen indien hij zijn facturen en kopieën van facturen buiten het Belgische grondgebied wenst te bewaren. Bovendien mag de plaats van bewaring zich eveneens buiten de Gemeenschap bevinden. Enkel voor de op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen kunnen lidstaten nog afwijken van deze algemene regel. ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 17/29

Enkel voor de op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen kunnen lidstaten nog afwijken van deze algemene regel. 2. In België gevestigde belastingplichtigen 63. In België gevestigde belastingplichtigen zijn nog steeds verplicht hun facturen (zowel uitgereikt als ontvangen) op het Belgische grondgebied te bewaren, tenzij deze bewaring gebeurt in een elektronisch formaat dat een volledige online toegang tot de betrokken gegevens waarborgt (omzetting artikel 245, lid 2, van de btw-richtlijn). C. Wijze van bewaring 64. Overeenkomstig artikel 60, 6 van het Wetboek mogen facturen zowel op papier als elektronisch bewaard worden. Onder de bewaring van een factuur in een elektronisch formaat wordt verstaan de bewaring via elektronische apparatuur voor het bewaren van gegevens met inbegrip van digitale compressie. 65. Om te voldoen aan de vereisten opgelegd in artikel 60, 5, eerste lid, van het Wetboek, moet onder meer elke mogelijke manipulatie achteraf van de facturen worden vermeden en moet de onveranderlijkheid van de facturen vanaf de uitreiking en ontvangst tot het einde van de bewaringstermijn worden gewaarborgd. Dit betekent niet dat de vorm of het formaat van facturen niet mag worden gewijzigd, maar alleen dan als de waarborgen van authenticiteit en integriteit behouden blijven. Indien belastingplichtigen er aldus voor kiezen om facturen te bewaren in een andere vorm of een ander formaat als dat waarin ze werden uitgereikt of ontvangen, dan moeten ze er over waken dat geen afbreuk wordt gedaan aan de vereisten van artikel 60, 5, eerste lid van het Wetboek. De belastingplichtige bepaalt zelf hoe hij aan deze verplichting voldoet. D. Bewaringstermijn 66. Artikel 60, 3 en 4, van het Wetboek bepaalt dat de bewaringstermijn van facturen en kopieën van facturen zeven jaar bedraagt. Dezelfde bewaringstermijn geldt voor boeken en andere stukken, waarvan dit Wetboek of de ter uitvoering ervan gegeven regelen het houden, het opstellen of het uitreiken voorschrijven. Deze termijn is niet gewijzigd. 67. Artikel 60, 4, vierde lid, van het Wetboek, voorziet nochtans dat: - de Koning de bewaringstermijn kan verlengen van facturen, kopieën van facturen, boeken en andere stukken, waarvan dit Wetboek of de ter uitvoering ervan gegeven regelen het houden, het opstellen of het uitreiken voorschrijven, teneinde de controle van de ter uitvoering van artikel 49, 2 en 3, verrichte herzieningen van de aftrek te verzekeren (bepaling die het voorwerp uitmaakt van artikel 60, 2, tweede lid, oud, van het Wetboek). - de Koning, in de gevallen en volgens de regels die Hij bepaalt, de bewaringstermijn kan beperken van stukken, andere dan facturen en boeken. Het gaat hier om een bepaling die zijn uitvoering vindt in artikel 8, van koninklijk besluit nr. 1. Volgens laatstgenoemde bepaling kan door of vanwege de Minister van Financiën een kortere termijn worden toegestaan voor het bewaren van stukken, andere dan facturen en boeken, indien de bewaring aanleiding zou geven tot ernstige moeilijkheden. E. Opmerkingen 68. Er dient te worden opgemerkt dat de lidstaat die bevoegd is voor de factureringsregels niet altijd dezelfde is als de lidstaat die bevoegd is voor de regels voor bewaring. ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 18/29

lidstaat die bevoegd is voor de regels voor bewaring. 69. Voor het bepalen van de plaats van bewaring moet de belastingplichtige rekening houden met de regels die van toepassing zijn in zijn lidstaat van vestiging. (zie punt 62) 70. Voor de bewaringstermijn zal de belastingplichtige zich zowel moeten baseren op de regels van de lidstaat waar hij de levering van goederen of de dienst heeft verricht, als van de lidstaat waar hij gevestigd is. De bewaringstermijn voor facturen wordt volgens artikel 247, lid 1, van de btw-richtlijn vastgesteld door de lidstaten. De lidstaat mag de bewaringstermijn voor de leverancier van goederen of verstrekker van diensten alleen vaststellen wanneer de plaats van levering zich in die lidstaat bevindt. Een leverancier of dienstverrichter die leveringen of diensten verricht die in een andere lidstaat belastbaar zijn, moet zich houden aan de bewaringsregels van de lidstaat waar de levering of de dienst plaatsvindt. Bovendien wordt voor een belastingplichtige die een levering of dienst ontvangt de bewaringstermijn van de factuur vastgesteld door de lidstaat waar dat bedrijf gevestigd is. HOOFDSTUK V : BELASTBARE FEIT EN OPEISBAARHEID VAN DE BELASTING A. Inleiding 71. Door de omzetting van artikel 62 van de btw-richtlijn worden de begrippen "belastbare feit" en "opeisbaarheid van de belasting" geïntroduceerd in het Wetboek. 72. Ingevolge deze omzetting en de wijzigingen aan de artikelen 64, lid 2, en 67 van de btw-richtlijn met betrekking tot het belastbare feit en de opeisbaarheid van de belasting voor bepaalde intracommunautaire handelingen, dienden de artikelen 15, 16, 17, 22, 25sexies en 25septies van het Wetboek ingrijpend te worden herschikt. Deze artikelen zetten de artikelen 31 tot 39 (plaats van de levering van goederen) en 63 tot 69 (belastbare feit en opeisbaarheid van de belasting voor leveringen van goederen, diensten en intracommunautaire verwervingen van goederen) van de btw-richtlijn om. 73. De structuur van voormelde artikelen werd bovendien gewijzigd met het oog op een betere leesbaarheid van deze bepalingen in het Wetboek. Met name door de invoeging van de artikelen 14, 14bis en 22bis heeft dit geleid tot een nieuwe formulering en tot de indeling in onderafdelingen van de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk III van het Wetboek. 74. De artikelen 14, 14bis, nieuw, en 15 van het Wetboek handelen over de plaats van de levering van goederen: artikel 14 bepaalt de algemene regels, artikel 14bis handelt over de bijzondere regeling voor levering van gas via een aardgassysteem, van elektriciteit, van warmte of koude via warmte- of koudenetten en artikel 15 betreft de bijzondere regeling voor verkopen op afstand (oude artikel 15 van het Wetboek). 75. Artikel 16 van het Wetboek betreft de leveringen van goederen, en meer bepaald het belastbare feit en de opeisbaarheid van de belasting (oude artikel 16 en 17, 1, eerste lid, van het Wetboek). ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 19/29

76. Artikel 17 van het Wetboek preciseert de andere oorzaken van opeisbaarheid van de belasting met betrekking tot de leveringen van goederen (oude artikel 17 van het Wetboek - gedeeltelijk). 77. Artikel 22 van het Wetboek heeft betrekking op de diensten, en meer bepaald het belastbare feit en de opeisbaarheid van de belasting (oude artikel 22 van het Wetboek - gedeeltelijk). 78. Artikel 22bis, nieuw, van het Wetboek preciseert de andere oorzaken van opeisbaarheid van de belasting met betrekking tot diensten (oude artikel 22 van het Wetboek - gedeeltelijk). 79. Artikel 25sexies van het Wetboek bepaalt het belastbare feit en de opeisbaarheid van de belasting voor intracommunautaire verwervingen van goederen (oude artikelen 25sexies en 25septies van het Wetboek). 80. De wijzigingen met betrekking tot deze artikelen worden hierna meer gedetailleerd uiteengezet. B. Definitie van de begrippen "belastbare feit" en "opeisbaarheid van de belasting" 81. In het nieuwe artikel 1, 12, van het Wetboek worden de begrippen "belastbare feit" en "opeisbaarheid van de belasting" gedefinieerd (omzetting artikel 62 van de btw-richtlijn). Voor de toepassing van het Wetboek wordt onder "belastbare feit" verstaan het feit waardoor de wettelijke voorwaarden worden vervuld die vereist zijn voor het opeisbaar worden van de belasting. Onder opeisbaarheid van de belasting wordt verstaan het recht dat de Schatkist heeft om krachtens de wet de belasting vanaf een bepaald tijdstip te vorderen van de persoon die de belasting moet voldoen, ook al kan de betaling daarvan worden uitgesteld. C. Plaats van de levering van de goederen 82. Het nieuwe artikel 14 van het Wetboek is de omzetting van de artikelen 31, 32, 36 en 37, lid 1, van de btw-richtlijn (plaats van de levering van goederen) en neemt de structuur over van de richtlijn: levering van goederen zonder vervoer, met vervoer, met installatie of montage en bepaalde leveringen aan boord van een schip, vliegtuig of trein. Deze bepalingen maken het voorwerp uit van het huidig artikel 15, 1, 2, eerste lid en tweede lid, 1 tot 3 en 3, van het Wetboek. 1. Levering van goederen zonder vervoer 83. Wanneer het goed niet wordt verzonden of vervoerd, wordt als plaats van levering aangemerkt de plaats waar het goed zich bevindt op het tijdstip van de levering. ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&id=e18ed8ba-4419-4fbf-893f-3e5e1e8756a2&selecteddocids=e18ed8ba-4 20/29