Friese streken in beeld

Vergelijkbare documenten
Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5

Ontwikkeling banen in %

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen

fluchskrift

Kengetallen gemeenten Friesland

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, januari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, april 2016

Fluchskrift Wurkgelegenheid

Fluchskrift Wurkgelegenheid

WERKGELEGENHEID REGIO WATERLAND 2012

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004).

Goed toeven in een dorp zonder school. Leefbare dorpen zonder school

1 Algemene Gezondheid

Energieverbruik en -opwek Bestuurlijke regio s provincie Fryslân

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio s. Regio s

Subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns Fryslân

Demografische gegevens

fluchskrift Merendeel Friese dorpen minder dan 500 inwoners Leefbare dorpen zonder school

Regionale arbeidsmarktprognose

Tabel 1: Bevolking naar kenmerken en werkgelegenheid

Ontwikkeling werkgelegenheid en werkloosheid 2003

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar jongeren GO Jeugd 2004

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio's

Dordrecht in de Atlas 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, oktober 2018

GO Jeugd 2008 Alcohol

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER

GO Jeugd 2008 Mishandeling

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, februari 2019

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Wij vragen u de mail te verspreiden onder de collega s die zich op enige wijze bezighouden met arbeidsmarkt, werkgelegenheid en/of bedrijvigheid.

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Psychosociale gezondheid en gedrag

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het voorkomen van risicosituaties tussen jongens en meisjes.

Regionale arbeidsmarktprognose

Krimp in Fryslân. Inwonertal

Leeswijzer Voorbeeld: Kerncijfers ervaren gezondheid, 65 jaar en ouder (%)

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, maart 2019

fluchskrift

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Friesland

Agrarische grondmarkt Provincie Friesland

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

Kerngegevens Pekela. Gemeentebezoek d.d. 29 september 2006

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Vitaliteit. Samen. Lokaal. Integraal. Versterken. Verbinden Vitale regio Fryslân. Bestuurscommissie. 8 december 2016

Woningmarktanalyse Gooise Meren

BEROEPSBEVOLKING EN PENDEL PROVINCIE FLEVOLAND 2000 SAMENVATTING

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

B2B NLQF Overzicht Leven Lang Leren markt Nederland Gebruik NLQF/EQF bij bedrijven en instellingen NIDAP RESEARCH 2019

Alleen als het echt niet anders kan

Overzichtsrapport SER Gelderland

Woningmarktrapport 4e kwartaal Gemeente Amsterdam

Monitor Economie 2018

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Rapportage quick scan Friese taal 2007 Provincie Fryslân

Notitie. 1. Inleiding. 2. Analyse huurvariant. 2.1 Uitgangspunten huurvariant. Concept 0.3. Addendum Rapportage Vastgoed VRF

Regionale arbeidsmarktrapportages. primair onderwijs Regio Friesland. December PO. Van en voor werkgevers en werknemers

Bedrijvigheid & werkgelegenheid in Zuidoost-Brabant. Tabellenboek Vestigingsregister 2014

Ik heb op 2 juni 2016 een verzoek op grond van artikel 41b van de Woningwet ontvangen namens 24 gemeenten, te weten

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Wad Anders dan in 2003 Een analyse van de intertemporele verschillen tussen de sociaaleconomische situatie in het Waddengebied in 2003 en 2009

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juli 2011

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Demografische gegevens ouderen

N O O R W E G E N. Oslo DENEMARKEN. Kopenhagen L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K. Berlijn. LUXEMBURG Luxemburg Praag. Wenen O O S T E N R IJ K

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten

4. Werkloosheid in historisch perspectief

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Opvoedingsproblemen. leeftijd ouders leeftijd ouders leeftijd ouders middelbaar onderwijs. hoger onderw ijs.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-Noord ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Regiobericht 1.0 Noord

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

De huishoudens in Groningen worden steeds kleiner

Wurkgelegenheid Fryslân. Utkomst wurkgelegenheidsûndersiik 2016

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Transcriptie:

Friese streken in beeld SWOT analyse als basis voor de streekagenda s Maart 2012 Partoer CMO Fryslân Bernie van Ruijven Met medewerking van Leon Crommentuijn

2

Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Indicatoren voor streekanalyse 6 2.1 Selectie van indicatoren 6 2.2 Streekindeling 7 2.3 Meetmomenten: trends, stand en prognose 8 2.4 Operationalisering en datamateriaal 8 2.5 Analyse 10 3. Fryslân in beeld 11 3.1 Bevolkinggegevens 11 3.2 Demografische ontwikkelingen 18 3.3 Verstedelijking en wonen 23 3.4 Werkgelegenheid 24 3.5 Onderwijs en scholing 27 3.6 Inkomen en arbeid 28 3.7 Vitale dorpen 32 4. Sterkte-Zwakte analyse 34 4.1 Algemeen 34 4.2 Ruimtelijk-economische dimensie 37 4.3 Sociaal-economische dimensie 39 4.4 Sociaal-ruimtelijke dimensie 41 4.5 Sterkte-Zwakte op dimensieniveau 41 5. Friese streken in beeld 44 5.1 Noordoost Friesland 44 5.2 Noordwest Friesland 45 5.3 De Wadden 47 5.4 Zuidoost Friesland 48 3

5.5 Zuidwest Friesland 49 6. Reflectie en gedachten over vervolg 50 4

1. Inleiding De Provincie Fryslân gaat werken met Streekagenda s. Streekagenda s staan voor maatwerk per streek, zowel wat betreft inhoud, vorm en organisatie, als tempo. Essentieel is dat een Streekagenda geen vergaarbak is van allerlei losse wensen en projecten, maar gefocust is op een aantal belangrijke gezamenlijke bovenlokale gebiedsopgaven. Deze kunnen per streek verschillend zijn uitgewerkt. In de ene streek kan de focus meer liggen op het landschap en in een andere streek weer meer op recreatie en toerisme, leefbaarheid of economische ontwikkeling. Om meer grip te krijgen op de gebiedsspecifieke opgaven is Partoer CMO Fryslân gevraagd een - verantwoorde set aan indicatoren samen te stellen op grond waarvan de streekanalyses uitgevoerd kunnen worden - voorstel te doen over de operationalisering van de indicatoren - verkenning uit te voeren naar beschikbare kwantitatief datamateriaal - verkenning van de regionale verschillen uit te werken in termen van Sterkte- Zwakte, Kans en Bedreiging (een zogenaamde SWOT-analyse). In deze rapportage zijn de resultaten beschreven beginnend met het kader van waaruit de set aan indicatoren geselecteerd is. Aansluitend volgt een toelichting op de indeling van de streken, de meetmomenten, de operationalisering en de analyseopzet. In hoofdstuk 3 worden de analyses op indicatorniveau uitgevoerd. Voor een goed beeld van de afzonderlijke streken worden naast de provinciale cijfers ook de landelijke gegevens opgenomen. De uitwerking op indicatorenniveau is de basis voor de Sterkte/Zwakte analyse, welke in hoofdstuk 4 aan de orde komt. In hoofdstuk 5 worden de resultaten vanuit de afzonderlijke streken gepresenteerd. De rapportage wordt afgesloten met een korte reflectie en gedachten over een vervolg. Deze uitwerking betreft hoofdzakelijk cijfers en dient als onderlegger voor een verdere vertaling van beleidsontwikkelingen in het kader van de Streekagenda s. 5

2. Indicatoren voor streekanalyse 2.1 Selectie van indicatoren De selectie aan indicatoren is gebaseerd op een drietal dimensies 1, waarlangs een streek in kaart gebracht kan worden, te weten de ruimtelijk-economische, een sociaaleconomische en sociaal-ruimtelijke dimensie (zie figuur 2.1). Sociaal Sociaal-ruimtelijk Sociaal-economisch Ruimtelijk Economisch Ruimtelijk-economisch Figuur 2.1 Drie-dimensionaal model voor de selectie van indicatoren Bron: RIGO Research De ruimtelijk-economische dimensie geeft een beeld over de marktwaarde of concurrentiepositie van de streek. Zo is een ruimtelijk-economisch vitale streek bijvoorbeeld gewild op de woningmarkt en biedt volop werkgelegenheid. Vanuit dat perspectief zijn indicatoren als mate van verstedelijking, wonen en de werkgelegenheid relevant. De sociaal-economische dimensie geeft een beeld over de mate waarin de bevolking van een streek deelt in de welvaart en de kansen die zij heeft om zich sociaal, cultureel en economisch te ontwikkelen en te ontplooien. Voor de sociaal-ecomonische dimensie zijn indicatoren als onderwijs en scholing, arbeid en inkomen relevant. De sociaal-ruimtelijke dimensie is gericht op de kwaliteit van de dagelijkse omgeving. Zijn er voldoende voorzieningen? Met andere woorden: Hoe vitaal zijn de dorpen in de streek? Naast de dimensie-gerelateerde indicatoren zijn bevolkingsgegevens en demografische ontwikkelingen belangrijk om het beeld van de streek beter te begrijpen. Daartoe zijn beide indicatoren aan de set toegevoegd. 1 Het drie-dimensionale model is ontwikkeld door RIGO Research. Het model is gebaseerd op drie pijlers, te weten sociale, fysieke (ruimtelijke) en economische factoren. De pijlers zijn met elkaar verbonden omdat het overheidsbeleid zich veelal tussen twee pijlers bevindt. Werkloosheid of armoede heeft zowel een sociale als economische kant. Leefbaarheid (onder andere schoon, heel en veilig) heeft sociale en fysieke kanten. Verbetering van de woningmarktpositie heeft zowel een ruimtelijke, fysieke (het gaat om de woningen) als een economische kant (de concurrentiepositie ten opzichte van andere woongebieden). Zo ontstaan drie dimensies, die telkens twee pijlers raken: ruimtelijk-economisch, sociaal-economisch en sociaal-ruimtelijk (fysiek). 6

Op grond van relevante beleidsdocumenten 2345 van de Provincie en het rapport van de Noordelijke Rekenkamer 6 verwachten wij met genoemde indicatoren een verantwoorde SWOT te kunnen uitvoeren. Voor een totaaloverzicht is in tabel 2.1 de selectie aan indicatoren samengevat. Tabel 2.1: Set aan indicatoren per dimensie Dimensie Indicatoren Algemeen 1 2 bevolkingsgegevens demografische ontwikkelingen Ruimtelijk-economisch 3 4 verstedelijking en wonen werkgelegenheid Sociaal-economisch 5 6 onderwijs en scholing inkomen en arbeid Sociaal-ruimtelijk 7 vitale dorpen 2.2 Streekindeling In het kader van de Streekagenda zijn de gemeenten in Fryslân ingedeeld in vijf streken. In tabel 2.2 is deze indeling opgenomen. Tabel 2.1: Indeling van Friese gemeenten naar streken Noordoost Friesland Noordwest Friesland Wadden Achtkarspelen Boarnsterhim Ameland Dantumadiel Franekeradeel Schiermonnikoog Dongeradeel Harlingen Terschelling Ferwerderadiel het Bildt Vlieland Kollumerland c.a. Leeuwarden Tytsjerksteradiel Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Zuidoost Friesland Heerenveen Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Weststellingwerf Zuidwest Friesland Bolsward Gaasterlân-Sleat Lemsterland Nijefurd Skarsterlân Sneek Wûnseradiel Wymbritseradiel 2 3 4 5 6 Brusplak foar mienskiplik inisjatief. Wurkjen met Streekagenda s yn Fryslân. Gearwurkjen yn in netwurk. Provinsje Fryslân, 2010; Plattelânsrapport 2005-2008, Gedeputeerde Staten, 2010. Aginda Leefbar Plattelân Fryslân 2011-2013. It Waarglês foar Fryslân-monitoringskader plattelandsbeleid, Beleids- en Geo informatie Provincie Fryslân De sociaal economische vitalisering van het Friese platteland, Noordelijke Rekenkamer, 2011 7

De analyses worden naar deze indeling uitgevoerd. De gegevens van de regio Noordwest Friesland, waar de gemeente Leeuwarden bij ingedeeld is, worden uitgesplitst voor Leeuwarden en overig Noordwest Friesland. Reden hiervoor is dat de gemeente Leeuwarden, als grootste stedelijke kern in Fryslân, een grote invloed heeft op de ontwikkeling van de regio en dat deze ontwikkeling niet altijd gelijk hoeft te zijn aan de overige gemeenten in deze regio. 2.3 Meetmomenten: trend, stand en prognose In de uitwerking wordt gebruik gemaakt van verschillende meetmomenten, te weten de stand, de trend en de prognose. Stand slaat op de situatie anno nu, of het laatst beschikbare jaartal. Voor de beschrijving van de trend zijn de gegevens voor de ontwikkeling vanaf 2000 tot 2010 (of het laatst beschikbare jaartal) gebruikt. Voor de prognose is gebruikt gemaakt van de ontwikkeling vanaf nu tot 2030. Visueel ziet dat eruit zoals weergegeven in Figuur 1. Figuur 1.2: Schematische weergave trend, stand en prognose 2.4 Operationalisering en datamateriaal In overleg met de Provincie zijn de indicatoren geoperationaliseerd in meetbare eenheden. Aansluitend is datamateriaal verzameld. Een belangrijk deel van de gegevens is afkomstig van CBS-statistieken. Voor sommige kenmerken zijn de gegevens geleverd door de Provincie Fryslân. Dat geldt in het bijzonder voor de prognosegegevens. Hierdoor sluit de uitwerking aan bij andere uitwerkingen en analyses uitgevoerd door de Provincie. Het nadeel is echter dat de analyses voor wat betreft de prognoses beperkt zijn tot de bevolkingsomvang, het aandeel 65+, de groene- en grijze druk en potentiële beroepsbevolking. In onderstaand overzicht is de operationalisering van de verschillende indicatoren en de bronnen van het datamateriaal toegelicht. Algemeen Indicator 1: Bevolkingsgegevens Operationalisering stand trend prognose Aantal inwoners CBS-Statline CBS-Statline CBS-Statline, Provincie Percentage 65+ 7 CBS-Statline CBS-Statline CBS-Statline, Provincie Aantal alleenstaanden CBS-Statline CBS-Statline n.v.t Aantal eenoudergezinnen CBS-Statline CBS-Statline n.v.t 7 Indicator sociaal-economische situatie (Noordelijke Rekenkamer 2011 blz. 123) 8

Indicator 2: Demografische ontwikkelingen Operationalisering stand trend prognose Groene druk CBS-Statline CBS-Statline CBS-Statline, Provincie Grijze druk CBS-Statline CBS-Statline CBS-Statline, Provincie Ruimtelijk-economisch dimensie Indicator 3: Verstedelijking en wonen Operationalisering stand trend prognose Mate van verstedelijking (naar indeling kernen 8 ) Provincie n.v.t. n.v.t. Gemiddelde WOZ waarde (koop)woningen CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. Indicator 4: Werkgelegenheid Operationalisering stand trend prognose Aantal banen in: CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - landbouw 9, bosbouw en visserij CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - delfstoffenwinning CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - industrie CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - energievoorziening CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - waterbedrijven en afvalbeheer CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - bouwnijverheid CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - handel CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - vervoer en opslag CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - horeca CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - informatie en communicatie CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - financiële dienstverlening CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - verhuur en handel van onroerend goed CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - specialistisch zakelijke diensten CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - verhuur en overige zakelijke dienstverlening CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - openbaar bestuur en overheidsdiensten CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - onderwijs CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - gezondheids- en welzijnszorg CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - cultuur, sport en recreatie CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. - overige dienstverlening CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. Sociaal-economische dimensie Indicator 5: Onderwijs en scholing Operationalisering stand trend prognose Percentage voortijdig schoolverlaters CBS-Statline CBS-Statline n.v.t. Indicator 6: Inkomen en Arbeid Operationalisering stand trend prognose Potentiële beroepsbevolking CBS-Statline CBS-Statline CBS-Statline, Provincie Niet-werkende werkzoekenden Provincie Provincie n.v.t. 8 9 Indeling Friese kernen < 500 inwoners, 500 1500 inwoners, 1500-5000 inwoners, 5000-15.000 inwoners en > 15.000 inwoners Indicator sociaal-economische situatie (Noordelijke Rekenkamer 2011 blz. 123) 9

Sociaal-ruimtelijke dimensie Indicator 7: Vitale dorpen Operationalisering stand trend prognose Percentage complete dorpen (6 of 7 Provincie n.v.t. n.v.t. basisvoorzieningen) Percentage niet complete dorpen (3 5 Provincie n.v.t. n.v.t. basisvoorzieningen) Percentage beperkte dorpen (2 of minder basisvoorziening) Provincie n.v.t. n.v.t. 2.5 Analyses De analyses worden eerst op indicatorniveau uitgevoerd, beginnend met de gegevens over de bevolking en demografische ontwikkelingen. Zoals gezegd, worden gegevens uitgewerkt naar verschillende meetmomenten, te weten stand, trend en prognose. Voor een goed beeld zijn naast het provinciale cijfer ook voor zover beschikbaar, de landelijke gegevens als totaal opgenomen. Bij de SWOT-analyse (hoofdstuk 4) worden de cijfers van de verschillende streken vergeleken met de ontwikkeling in de Provincie als geheel en voor Nederland gemiddeld. De resultaten van die vergelijkingen worden uitgedrukt in termen van Sterkte (++), Zwakte (--), Kans (+) en Bedreiging (-). Voor een aantal indicatoren ligt het niet direct voor de hand om deze in termen van sterkte of zwakte te definiëren. Daarom zullen wij steeds voorafgaand aan de analyse een aanname formuleren. Wanneer de waarde van een streek positief afwijkt ten opzichte van zowel het landelijke als het provinciale cijfer spreken wij van een Sterkte (++). Geldt de positieve afwijking alleen ten opzichte van het provinciale cijfer dan waarderen wij dat als een Kans (+). Omgekeerd wijst een negatieve afwijking ten opzichte van zowel het landelijke en provinciale cijfer op een Zwakte (--) en negatieve afwijking alleen ten opzichte van het provinciale gemiddelde op een Bedreiging (-). Voor het overzicht is gekozen om per indicator de SWOT uit te voeren. Hierdoor wordt inzichtelijk waar een streek in afwijkt ten opzichte van de andere streken, het provinciale beeld en landelijke ontwikkeling. Gezien het feit dat juist de combinatie van ontwikkelingen van verschillende indicatoren de oorzaak voor een sterkte-zwakte analyse is, zullen de indicatorscores ook in samenhang met elkaar, op dimensieniveau, beschreven worden. 10

3. Fryslân in beeld In dit hoofdstuk worden de analyseresultaten van de geselecteerde indicatoren gepresenteerd. Het gaat hierbij om de stand, trend en indien mogelijk ook om de prognose. De indicatorscores worden steeds uitgesplitst naar de vijf streken in Fryslân. Zoals gezegd, worden de gegevens van Noordwest Friesland nader gespecificeerd voor de gemeente Leeuwarden en overig gemeenten in Noordwest Friesland. Om een goed beeld te krijgen van de verschillende streken worden de gegevens aangevuld met de provinciale en landelijke cijfers. De resultaten worden zowel in tabellen als figuren weergegeven. Na de tabellen en figuren volgt een korte interpretatie van de resultaten. 3.1 Bevolkinggegevens De bevolking wordt in beeld gebracht aan de hand van het - aantal inwoners - aandeel 65-plussers - aandeel alleenstaanden - aandeel eenoudergezinnen Aantal inwoners Tabel 2.1: Aantal inwoners, stand, trend en prognose. trend Prognose 2000-2010 2010-2030 2000 2010 (2000=100) 2030 (2010=100) Noordoost Friesland 125.000 125.800 100,6 117.400 93,1 Noordwest Friesland 187.900 195.900 104,3 201.200 102,9 waarvan: Leeuwarden 88.900 94.100 105,8 102.300 108,7 overig Noordwest Friesland 99.000 101.800 102,8 98.900 97,2 Wadden 10.400 10.300 99,2 9.500 93,1 Zuidoost Friesland 172.400 180.800 104,8 190.600 105,2 Zuidwest Friesland 128.800 133.500 103,7 136.800 102,5 Fryslân 624.500 646.300 103,5 655.500 101,4 Nederland 15.864.000 16.577.600 104,5 17.380.200 105,1 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer 11

Figuur 3.1: Ontwikkeling van bevolkingsomvang 2000-2010 (2000 = 100). Bron: CBS Statline - bewerkingen Partoer Figuur 3.2: Verwachte ontwikkeling aantal inwoners, 2010-2030. Bron: CBS Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie De Provincie Fryslân heeft 646.300 inwoners per 1 januari 2010 (zie tabel 3.1). De regio Noordwest Friesland is qua bevolkingsomvang de grootste regio met bijna 196.000 inwoners. Bijna de helft van het aantal inwoners in Noordwest Friesland woont in Leeuwarden (94.100). De Wadden is met 10.300 inwoners duidelijk de kleinste regio in Fryslân. Doordat deze regio qua bevolkingsomvang relatief klein is, zijn de ontwikkelingen hierdoor ook iets grilliger. In de periode 2000-2010 kennen de Wadden al een bevolkingskrimp: de bevolking neemt hier af met 0,8 procent. De andere regio s kennen alle nog een bevolkingsgroei. In Noordoost Friesland is de toename van het aantal inwoners met 0,6 procent het kleinst. Deze regio zal in de komende jaren overigens ook met een bevolkingskrimp te maken krijgen (zie figuur 3.2). De bevolkingsgroei in de andere regio s is iets groter dan het provinciale gemiddelde. De groei in de provincie Fryslân is daarentegen weer lager dan in Nederland gemiddeld. Alleen de regio Zuidoost Friesland is de groei gelijk aan het Nederlandse gemiddelde, in de andere regio s is deze iets lager. De prognose tot 2030 laat zien dat de provincie Fryslân nog licht zal groeien, alhoewel de groei wel afvlakt (zie figuur 3.2). De bevolking in de Provincie Fryslân groeit tot 2030 12

met 1,4 procent. Voor Noordwest, Zuidoost - en Zuidwest Friesland is eveneens een toename van de bevolking te verwachten tot 2030. Ook is een afvlakking van de groei zichtbaar, met uitzondering voor Zuidoost Friesland. In Noordoost Friesland en de Wadden zal er tot 2030 een behoorlijke bevolkingskrimp optreden. Ten opzichte van 2010 zal de bevolking met bijna 7 procent afnemen in deze regio s. De ontwikkeling in Noordwest Friesland, zowel wat trend als prognose betreft, is sterk verschillend tussen Leeuwarden en de rest van de regio (zie tabel 3.1). Leeuwarden groeide in de afgelopen periode relatief sterk (+5,8%) en zal ook blijven groeien qua inwonertal in de nabije toekomst (+8,7%). Dit in tegenstelling tot de rest van de regio, waar de bevolkingsomvang in de afgelopen 10 jaar met 2,8 procent toenam en volgens de prognoses met bijna 3 procent zal afnemen. Aandeel 65+ Tabel 3.2: Aantal en aandeel 65+, 2000, 2009 en 2030. Prognose 2000 2009 2030 abs. aandeel abs. aandeel abs. aandeel Noordoost Friesland 16.900 13,5 20.200 16,0 33.100 28,2 Noordwest Friesland 26.400 14,1 29.100 14,9 48.800 24,2 waarvan: Leeuwarden 13.300 15,0 13.800 14,6 20.900 20,4 overig Noordwest Friesland 13.100 13,2 15.300 15,1 27.900 28,2 Wadden 1.500 14,1 1.800 17,3 3.000 31,4 Zuidoost Friesland 26.600 15,4 30.800 17,1 48.100 25,3 Zuidwest Friesland 18.100 14,0 21.700 16,3 35.500 26,0 Fryslân 89.500 14,3 103.600 16,1 168.500 25,7 Nederland 2.152.400 13,6 2.471.800 15,0 4.102.100 23,6 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Tabel 3.3: Aandeel 65+ en ontwikkeling 2000-2009 en 2010-2030. Prognose 2000-2009 aandeel 2010-2030 2000 2009 (2000=100) 2030 (2010=100) Noordoost Friesland 13,5 16,0 118,5 28,2 170,1 Noordwest Friesland 14,1 14,9 105,7 24,2 158,5 waarvan: Leeuwarden 15,0 14,6 97,4 20,4 139,7 overig Noordwest Friesland 13,2 15,1 114,1 28,2 186,8 Wadden 14,1 17,3 122,7 31,4 176,9 Zuidoost Friesland 15,4 17,1 111,0 25,3 143,7 Zuidwest Friesland 14,0 16,3 116,4 26,0 157,2 Fryslân 14,3 16,1 112,6 25,7 156,1 Nederland 13,6 15,0 110,3 23,6 153,8 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer 13

Figuur 3.3: Ontwikkeling van aandeel 65+ 2000-2009. Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Figuur 3.4: Verwachte ontwikkeling aandeel 65+, 2010-2030. Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie De provincie Fryslân heeft in 2009 103.600 inwoners van 65 jaar of ouder. Dit is ruim 16 procent van de bevolking. De Waddeneilanden hebben naar verhouding het hoogste aandeel 65+, namelijk 17,3. Op de voet gevolgd door de regio Zuidoost Friesland met 17,1 procent. De regio Noordwest Friesland heeft laagste aandeel 65+, namelijk 14,9 procent. Belangrijk hierbij is dat dit lage percentage komt door het zeer lage aandeel in de gemeente Leeuwarden. Het aandeel 65+ in de overige gemeenten in de regio (15,1%) komt meer overeen met het aandeel 65+ in de regio Noordoost Friesland (16,0%). De komende jaren tot 2030 kent Nederland een sterke vergrijzing (zie figuur 3.4). Het aandeel 65+ neemt zelfs toe met ruim 50 procent tot bijna 24 procent van de totale bevolking. Ook in Friesland en in alle Friese regio s is een sterke toename van het aandeel 65+ te verwachten. Met uitzondering van de regio Zuidoost Friesland is deze toename sterker dan het landelijke gemiddelde. De sterkste toename is te verwachten in de overige gemeenten in Noordwest Friesland (+86,6%) en op de Waddeneilanden (+ 76,9%) procent. Volgens de huidige prognose is in 2030 het aandeel 65+ op de Wadden met 31,4 procent veruit het hoogste in de provincie. Alle Friese regio s zullen naar verwachting in 2030 een hoger aandeel 65+ kennen dan het landelijke gemiddelde. 14

Aandeel alleenstaanden Tabel 3.4: Aantal en aandeel alleenstaanden, 2000 en 2009 alleenstaanden 2000 2009 abs. aandeel abs. aandeel Noordoost Friesland 11.900 24,7 14.300 27,9 Noordwest Friesland 31.600 37,4 35.000 38,7 waarvan: Leeuwarden 20.700 46,2 22.400 46,7 overig Noordwest Friesland 10.900 27,4 12.600 29,6 Wadden 1.600 36,3 1.700 36,7 Zuidoost Friesland 20.700 29,0 24.200 31,3 Zuidwest Friesland 14.900 28,5 16.900 30,3 Fryslân 80.700 30,9 92.000 31,3 Nederland 2.272.200 33,4 2.619.400 33,6 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Tabel 3.5: Aandeel alleenstaanden en ontwikkeling 2000-2009 aandeel alleenstaanden 2000-2009 2000 2009 (2000=100) Noordoost Friesland 24,7 27,9 112,8 Noordwest Friesland 37,4 38,7 103,5 waarvan: Leeuwarden 46,2 46,7 101,1 overig Noordwest Friesland 27,4 29,6 107,8 Wadden 36,3 36,7 101,1 Zuidoost Friesland 29,0 31,3 108,0 Zuidwest Friesland 28,5 30,3 106,2 Fryslân 30,9 31,3 106,5 Nederland 33,4 33,6 107,2 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer 15

Figuur 3.5: Ontwikkeling van aandeel alleenstaanden 2000-2009. Bron: CBS-Statline - bewerkingen Partoer Interpretatie Een hoog aandeel alleenstaanden kan duiden op een relatief jonge en/of oude bevolking. Het aandeel alleenstaanden in een bevolking is belangrijk voor het bepalen van de woningvraag. Hoe meer alleenstaanden des te meer woningen nodig zijn. In 2009 telt Friesland 92.000 alleenstaanden, dit is 31,3 procent van alle huishoudens (zie tabel 3.4). Dit is lager dan landelijk gemeten. Regionaal zijn er betrekkelijke grote verschillen. Het laagste aandeel alleenstaanden is te vinden in Noordoost Friesland (27,9%), het hoogste aandeel in Noordwest Friesland, namelijk 38,7 procent. Het hoge percentage in Noordwest Friesland wordt veroorzaakt door een hoog aandeel alleenstaanden in Leeuwarden (46,7%) In de overige gemeenten in Noordwest Friesland komt het percentage alleenstaanden (29,%) overeen met de percentages in de andere streken. Qua ontwikkeling is er de afgelopen jaren in Nederland een toename geweest van het aandeel alleenstaanden met ruim 7 procent (zie tabel 3.5). In Fryslân is deze toename gemiddeld net iets minder, namelijk 6,5 procent. Ook hier zijn er regionaal betrekkelijk grote verschillen. De regio met het laagste aandeel, Noordoost Friesland, kent in de afgelopen periode de sterkste toename, namelijk bijna 13 procent. In de Wadden is de toename het kleinst, namelijk net iets meer dan 1 procent. 16

Aandeel eenoudergezinnen Tabel 3.6: Aantal en aandeel eenoudergezinnen, 2000 en 2009 eenoudergezinnen 2000 2009 abs. aandeel abs. aandeel Noordoost Friesland 2.300 4,6 2.800 5,4 Noordwest Friesland 4.500 5,2 5.600 6,2 waarvan: Leeuwarden 2.500 5,6 3.200 6,6 overig Noordwest Friesland 2.000 4,6 2.400 5,7 Wadden 200 5,0 200 4,3 Zuidoost Friesland 3.700 4,9 4.400 5,7 Zuidwest Friesland 2.500 4,6 3.000 5,3 Fryslân 13.200 4,9 16.000 5,0 Nederland 396.400 5,7 474.900 5,8 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Tabel 3.7: Aandeel eenoudergezinnen en ontwikkeling 2000-2009 eenoudergezinnen 2000-2009 2000 2009 (2000=100) Noordoost Friesland 4,6 5,4 117,0 Noordwest Friesland 5,2 6,2 119,8 waarvan: Leeuwarden 5,6 6,6 117,4 overig Noordwest Friesland 4,6 5,7 122,9 Wadden 5,0 4,3 85,6 Zuidoost Friesland 4,9 5,7 117,0 Zuidwest Friesland 4,6 5,3 115,0 Fryslân 4,9 5,0 117,0 Nederland 5,7 5,8 114,9 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer 17

Figuur 3.6: Ontwikkeling van aandeel eenoudergezinnen 2000-2009. Bron: CBS-Statline - bewerkingen Partoer Interpretatie Het aandeel eenoudergezinnen in de provincie Fryslân is gemiddeld 5 procent (zie tabel 3.6). Dit is lager dan het landelijke percentage (5,8%). Regionaal zijn er verschillen. De Wadden hebben het laagste aandeel eenoudergezinnen, namelijk 4,3 procent. De regio Noordwest Friesland heeft het hoogste aandeel eenoudergezinnen (6,2%). Het feit dat de gemeente Leeuwarden in deze regio gelegen is, is hier mede debet aan. In Leeuwarden is het aandeel eenoudergezinnen naar verhouding het hoogst (6,6%). Wat betreft de verandering in het aandeel eenoudergezinnen, is de trend ietwat grillig (zie tabel 3.7 en figuur 3.6). Dit komt ook door de relatief geringe aantallen (en aandelen) eenoudergezinnen. Een kleine verandering zorgt al voor een relatief grote verandering in de tijd. In Nederland neemt het aandeel eenoudergezinnen in de periode 2000-2010 toe met bijna 15 procent. In de provincie Fryslân is deze toename iets groter, namelijk 17 procent. Regionaal zijn de verschillen ook groter. Op de Waddeneilanden is het aandeel eenoudergezinnen met bijna 15 procent afgenomen, terwijl Noordwest Friesland een toename van bijna 20 procent laat zien. In de gemeente Leeuwarden (+17,4%) is de toename van het aantal eenoudergezinnen overigens iets lager dan in de overige gemeenten in de regio (+22,9%). 3.2 Demografische ontwikkelingen De demografische ontwikkelingen in de verschillende streken wordt in beeld gebracht aan de hand van de - groene druk en - grijze druk Groene druk De groene druk is het aandeel jongeren in de leeftijd van 0-19 jaar ten opzichte van de bevolking van 20 tot en met 64 jaar. 18

Tabel 3.8: Aantal jongeren en groene druk, 2000, 2009 en 2030 0-20 jaar Prognose 2000 2009 2030 abs. Groene druk abs. Groene druk abs. Groene druk Noordoost Friesland 32.900 43,6 31.400 42,0 25.200 42,7 Noordwest Friesland 47.100 41,2 47.200 39,8 48.800 41,6 waarvan: Leeuwarden 28.220 40,2 22.200 38,6 23.600 40,8 overig Noordwest Friesland 18.880 42,1 25.000 41,0 25.200 42,5 Wadden 2.500 39,2 2.300 36,8 3.000 32,1 Zuidoost Friesland 42.100 40,6 42.900 40,3 48.100 41,9 Zuidwest Friesland 33.100 42,6 32.800 41,8 35.500 42,0 Fryslân 157.700 41,8 156.700 40,7 168.500 41,8 Nederland 3.887.200 39,6 3.926.800 38,9 4.102.100 40,2 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Tabel 3.9: Groene druk en ontwikkeling groene druk, 2000, 2009 en 2030 Groene druk Prognose 2000-2009 2010-2030 2000 2009 (2000=100) 2030 (2010=100) Noordoost Friesland 43,6 42,0 96,3 42,7 101,1 Noordwest Friesland 41,2 39,8 96,7 41,6 104,6 waarvan: Leeuwarden 40,2 38,6 96,1 40,8 107,1 overig Noordwest Friesland 42,1 41,0 97,5 42,5 102,8 Wadden 39,2 36,8 93,9 32,1 89,0 Zuidoost Friesland 40,6 40,3 99,1 41,9 104,1 Zuidwest Friesland 42,6 41,8 98,2 42,0 100,8 Fryslân 41,8 40,7 97,5 41,8 102,7 Nederland 39,6 38,9 98,4 40,2 103,7 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Figuur 3.7: Ontwikkeling van groene druk 2000-2009 (2000=100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer 19

Figuur 3.8: Verwachte ontwikkeling groene druk 2010-2030 (2010 = 100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie De groene druk is het aandeel jongeren tot 20 jaar ten opzichte van het aantal personen in de leeftijd van 20 tot en met 64 jaar. In 2009 is op landelijk niveau de groene druk bijna 39 procent, tegenover bijna 41 procent in de provincie Fryslân (zie tabel 3.8). In Fryslân zijn er dus naar verhouding meer jongeren ten opzichte van het aantal personen tussen 20 en 64 jaar dan landelijk gezien. Tussen de regio s bestaan er betrekkelijk grote verschillen in groene druk. De groene druk is het hoogst in Noordoost Friesland (42%) en betrekkelijk laag in de Wadden (36,8%). De trend in alle regio s is dat de groene druk afneemt. Deze ontwikkeling zien wij in alle regio s in Fryslân (zie tabel 3.9). Het is het sterkste in de Wadden (93,9%) en relatief gering in Zuidoost Friesland (99,1%). De prognoses geven aan dat in de periode 2010-2030 de groene druk weer zal toenemen (zie tabel 3.9). Overigens vindt in deze periode een omslag plaatst, tot 2020-2025 zal de groene druk afnemen en daarna pas weer gaan stijgen (zie figuur 3.8). Dit effect is zichtbaar in alle regio s, met uitzondering van de Wadden. Uitgaande van de prognoses zal de groene druk verder afnemen in de Wadden. Ondanks dit, zal het aantal jongeren in de Wadden nog wel licht toenemen in 2030. In Noordwest Friesland is er een verschil in ontwikkeling tussen Leeuwarden en de overige gemeenten. De naar verhouding sterke toename tot 2030 van de groene druk in Noordwest Friesland (+4,6%) is voor het grootste deel toe te schrijven aan de gemeente Leeuwarden (+7,1%). Grijze druk De grijze druk is het aandeel personen ouder dan 65 jaar vergeleken met het aantal personen tussen 20 en 64 jaar. De ontwikkelingen hierin zijn te vergelijken met het aandeel 65+, zij het dat hier dit vergeleken wordt met de bevolking in de potentiële beroepsbevolking (tussen 20 en 64 jaar). 20

Tabel 3.10: Aantal ouderen en grijze druk, 2000, 2009 en 2030 65 jaar en ouder Prognose 2000 2009 2030 abs. Grijze druk abs. Grijze druk abs. Grijze druk Noordoost Friesland 16.900 22,4 20.200 27,0 33.100 56,0 Noordwest Friesland 26.400 23,1 29.100 24,6 48.800 45,3 waarvan: Leeuwarden 13.300 24,8 13.800 23,9 20.900 36,2 overig Noordwest Friesland 13.100 21,6 15.300 25,1 27.900 55,9 Wadden 1.500 22,9 1.800 28,5 3.000 60,5 Zuidoost Friesland 26.600 25,7 30.800 28,9 48.100 47,9 Zuidwest Friesland 18.100 23,3 21.700 27,6 35.500 49,8 Fryslân 89.500 23,7 103.600 26,9 168.500 49,1 Nederland 2.152.400 21,9 2.471.800 24,5 4.102.100 43,3 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Tabel 3.11: Grijze druk en ontwikkeling grijze druk, 2000, 2009 en 2030 Grijze druk Prognose 2000-2009 2010-2030 2000 2009 (2000=100) 2030 (2010=100) Noordoost Friesland 22,4 27,0 120,6 56,0 198,3 Noordwest Friesland 23,1 24,6 106,2 45,3 179,6 waarvan: Leeuwarden 24,8 23,9 96,6 36,2 146,0 overig Noordwest Friesland 21,6 25,1 116,1 55,9 258,2 Wadden 22,9 28,5 124,8 60,5 205,9 Zuidoost Friesland 25,7 28,9 112,6 47,9 160,3 Zuidwest Friesland 23,3 27,6 118,6 49,8 177,7 Fryslân 23,7 26,9 113,6 49,1 176,8 Nederland 21,9 24,5 111,8 43,3 172,1 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer 21

Figuur 3.9: Ontwikkeling van grijze druk 2000-2009 (2000=100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Figuur 3.10: Verwachte ontwikkeling grijze druk 2010-2030 (2010 = 100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie In 2009 is de grijze druk in Fryslân (26,9%) hoger dan het landelijk percentage (24,5%). Tussen de regio s zijn er grote verschillen: Noordoost Friesland heeft in 2009 de laagste grijze druk (24,6%), Zuidoost Friesland de hoogste (28,9%). In Noordwest Friesland is een duidelijke tweedeling tussen Leeuwarden en de overige gemeenten. De grijze druk in de gemeente Leeuwarden (23,9%) is in vergelijking met de overige gemeenten in Noordwest Friesland (25,1%) niet alleen lager (zie tabel 3.10), maar zal naar verhouding ook veel minder toenemen (zie tabel 3.11: Leeuwarden +46%; overige gemeenten +158,2%). De verwachte ontwikkelingen voor de grijze druk geven een duidelijk beeld van de aankomende vergrijzing (zie tabel 3.11 en figuur 3.10). Zonder uitzondering zal in de aankomende periode het aantal ouderen ten opzichte van de 20/64 jarigen toenemen tot 43,3 procent. Dit betekent dat voor elke 100 personen tussen 20 en 64 jaar er ruim 43 ouderen zullen zijn. 22

Wat betreft toename laten dus de Wadden duidelijk de sterkste toename zien, een verandering van maar liefst 200 procent. In Zuidoost Friesland is de toename naar verhouding het minst, hier geeft de index een verandering van ruim 160 aan. 3.3 Verstedelijking en wonen Verstedelijking en wonen is geoperationaliseerd in twee meetbare variabelen, te weten - de mate van verstedelijking en - de WOZ waarde van (koop)woningen. Mate van verstedelijking De mate van verstedelijking is gerelateerd aan aantal en aandeel kleine kernen in een regio. Deze gegevens zijn alleen beschikbaar voor Fryslân. In tabel 3.12 en 3.13 is een overzicht gegeven voor het aantal en aandeel kernen naar grootteklasse. Tabel 3.12: Aantal kernen per grootteklasse Aantal kernen per grootteklasse >500 >1500 >5000 < 500 <1500 <5000 <15000 > 15000 Noordoost Friesland 38 29 16 7 0 Noordwest Friesland 61 25 11 5 1 Waarvan: Leeuwarden 6 2 1 0 1 overig Noordwest Friesland 55 23 10 5 0 Wadden 11 6 1 0 0 Zuidoost Friesland 36 29 14 4 2 Zuidwest Friesland 78 29 10 3 1 Fryslân 285 143 63 24 5 Bron: Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Tabel 3.13: Aantal kernen per grootteklasse Aandeel kernen per grootteklasse < 500 >500 <1500 >1500 <5000 >5000 <15000 > 15000 Noordoost Friesland 42% 32% 18% 8% 0% Noordwest Friesland 59% 24% 11% 5% 1% Waarvan: Leeuwarden 60% 20% 10% 0% 10% overig Noordwest Friesland 59% 25% 11% 5% 0% Wadden 61% 33% 6% 0% 0% Zuidoost Friesland 42% 34% 16% 5% 2% Zuidwest Friesland 64% 24% 8% 2% 1% Fryslân 55% 28% 12% 5% 1% Bron: Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie Fryslân telt als gevolg van het unieke, cultuurhistorische bepaalde nederzettingenpatroon een groot aantal zeer kleine kernen. Meer dan de helft van het totaal aantal kernen heeft minder dan 500 inwoners. Hier zijn enkele regionale verschillen zichtbaar. De Wadden en Zuidwest Friesland hebben naar verhouding het hoogste aandeel kleine kernen (rond de 60%). In Noordoost Friesland en Zuidoost Friesland is het aandeel kleine kernen relatief lager (iets meer dan 40%). 23

WOZ-waarde (koop)woningen Tabel 3.14: Gemiddelde WOZ-waarde (2000 en 2008) WOZ-waarde 2000-2008 (X 1.000 ) 2000 2008 (2000=100) Noordoost Friesland 63 192 304,8 Noordwest Friesland 50 165 330,0 Waarvan: Leeuwarden 43 147 341,9 overig Noordwest Friesland 57 184 321,1 Wadden 80 269 336,3 Zuidoost Friesland 65 206 316,9 Zuidwest Friesland 62 209 337,1 Fryslân 60 192 320,0 Nederland 80 233 291,3 Bron: CBS Statline - bewerkingen Partoer Figuur 3.11: Ontwikkeling WOZ-waarde, 2000-2008 Bron: CBS-Statline - bewerkingen Partoer Interpretatie Naar verhouding is de WOZ-waarde in Friesland lager dan gemiddeld in Nederland. Gemiddeld is de WOZ-waarde in Nederland in 2008 ongeveer 233.000. In Fryslân is dit 192.000. Een woning in de Wadden is relatief het duurst, namelijk 269.000, en het goedkoopst in Noordwest Friesland ( 165.000). Binnen Noordwest Friesland zijn ook nog grote verschillen te zien: in Leeuwarden is de gemiddelde woningwaarde 147.000,- tegen gemiddeld genomen 184.000,- in de overige gemeenten. De ontwikkeling tussen 2000 en 2008 is nagenoeg vergelijkbaar met de ontwikkeling in Nederland, zij het dat de woningen in Fryslân gemiddeld iets sterker in waarde gestegen zijn. 3.4 Werkgelegenheid Van de werkgelegenheid geven wij de absolute cijfers over de werkgelegenheid per streek. De cijfers worden onderling vergelijkbaar gemaakt door een berekening per 1000 24

inwoners te geven (zie tabel 3.15). In tabel 3.16 zijn de cijfers uitgesplitst naar de verschillende sectoren. Tabel 3.15 Totale werkgelegenheid, per 1.000 inwoners 20-64 jaar, 2000 en 2009 werkgelegenheid totaal per 1.000 inwoners 20-64 jaar 2000-2009 2000-2009 2000 2009 (2000=100) 2000 2009 (2000=100) Noordoost Friesland 38.400 42.700 111,2 510 572 112,2 Noordwest Friesland 89.700 99.100 110,5 784 835 106,5 waarvan: Leeuwarden 60.300 65.700 109,0 1.119 1.142 102,1 overig Noordwest Friesland 29.400 33.400 113,6 486 547 112,5 Wadden 4.900 5.600 114,3 758 893 117,8 Zuidoost Friesland 70.100 83.900 119,7 677 787 116,2 Zuidwest Friesland 49.800 60.400 121,3 642 770 119,9 Fryslân 252.900 291.700 115,3 670 759 113,3 Nederland 7.330.300 8.032.100 109,6 746 796 106,7 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Figuur 3.12: Ontwikkeling totale werkgelegenheid, 2000-2009 Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer 25

Tabel 3.16: Ontwikkeling werkgelegenheid per sector en regio (2000 = 100) Noordoost Friesland Noordwest Friesland waarvan: Leeuwarden overig Noordwest Friesland Zuidoost Friesland Zuidwest Friesland Fryslân Nederland Wadden landbouw, bosbouw en visserij 89,0 81,3 26,6 91,6 106,0 89,8 100,6 90,4 83,5 delfstoffenwinning 189,7 87,0-82,9-21,1 50,0 101,1 79,2 industrie 91,1 89,1 77,2 103,0 138,2 95,8 102,3 94,8 85,0 energievoorziening 96,4 118,8 117,7 140,6 75,0 4185,7 29,5 136,2 110,0 waterbedrijven en afvalbeheer 23,2 133,7 122,4 265,6 29,4 136,5 268,4 138,9 106,4 bouwnijverheid 106,4 98,3 90,7 106,4 110,7 121,2 116,9 110,5 105,5 handel 94,5 88,6 73,5 105,7 107,7 130,9 107,5 105,2 104,0 vervoer en opslag 118,2 108,1 101,4 118,8 125,8 115,6 122,6 115,2 106,4 horeca 114,1 105,8 118,1 91,4 112,7 118,9 109,5 111,6 113,0 informatie en communicatie 175,6 150,4 143,2 206,7 483,3 271,1 160,4 175,7 111,3 financiële dienstverlening 82,2 98,4 101,8 51,3 83,6 85,4 77,5 92,7 93,2 verhuur en handel van onroerend goed 67,8 113,5 100,6 136,4 270,0 116,2 143,8 113,9 119,7 specialistisch zakelijke diensten 178,4 135,6 124,6 166,1 229,5 128,9 196,3 148,9 134,0 verhuur en overige zakelijke dienstverlening 105,7 139,3 132,5 164,9 127,3 132,5 153,6 137,0 114,3 openbaar bestuur en overheidsdiensten 111,3 114,7 117,0 100,8 81,3 90,0 109,3 108,6 107,6 onderwijs 113,6 110,6 106,5 125,2 115,1 132,6 118,7 118,1 120,6 gezondheids- en welzijnszorg 145,0 133,9 133,1 136,5 119,9 148,7 148,0 142,4 132,6 cultuur, sport en recreatie 151,7 133,8 137,4 127,4 107,9 165,3 144,4 144,5 130,3 overige dienstverlening 145,0 118,2 101,9 148,9 117,1 147,5 169,1 140,6 120,4 totaal 111,2 110,5 108,8 113,8 114,2 119,7 121,3 115,3 109,6 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie Naar verhouding is de werkgelegenheid lager in Fryslân dan vergeleken met het landelijke gemiddelde. In 2009 zijn in Nederland gemiddeld genomen 796 banen per 1.000 inwoners in de leeftijd tussen 20 en 64 jaar, terwijl in Fryslân gemiddeld 759 banen per 1.000 inwoners 20-64 jaar worden geteld (zie tabel 3.15). Binnen Fryslân zijn grote verschillen als het gaat om de werkgelegheid in de regio s. De regio Noordoost Friesland heeft duidelijk de laagste werkgelegenheid (572 per 1.000 inwoners 20-64 jaar), en de Wadden duidelijk de hoogste werkgelegenheid (893 banen per 1000 inwoners 20-64 jaar). De meeste werkgelegenheid vinden wij in de gemeente Leeuwarden (1.142 banen per 1.000 inwoners 20-64 jaar), terwijl in de overige gemeenten van Noordwest Friesland de werkgelegenheid het laagst van de gehele provincie is (547 banen per 1.000 inwoner 20-64 jaar). 26

De ontwikkeling van de werkgelegenheid in Fryslân is in de periode 2000-2009 overigens niet ongunstig (zie tabel 3.15 en figuur 3.12). De toename in werkgelegenheid in Fryslân (113,3) zelfs sterker dan het landelijke gemiddelde (106,7). De ontwikkeling van de werkgelegenheid in Noordwest Friesland komt nagenoeg overeen met het landelijk beeld. Dit wordt veroorzaakt wordt door een achterblijvende groei van de werkgelegenheid in de gemeente Leeuwarden (102,1). In de overige gemeenten in Noordwest Friesland is de werkgelegenheid in dezelfde periode (2000-2009) met 12,5% toegenomen. De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de verschillende sectoren laat grote verschillen zien (zie tabel 3.16). Zo is bijvoorbeeld in Zuidoost Friesland de werkgelegenheid in de delfstofwinning teruggelopen naar 21,1, terwijl wij in Noordoost Friesland in dezelfde sector een toename in de werkgelegenheid zien van 89,7 procent. 3.5 Onderwijs en scholing Onderwijs en scholing wordt gemeten aan de hand van het aantal voortijdig schoolverlaters. Voortijdig schoolverlaters Tabel 3.17: Aantal en aandeel vroegtijdige schoolverlaters (t.o.v. bevolking 12-23 jaar) aantal en aandeel vroegtijdige schoolverlaters 2005 2008 abs. aandeel abs. aandeel Noordoost Friesland 400 1,8 300 1,6 Noordwest Friesland 700 2,0 600 1,7 waarvan: Leeuwarden 400 2,1 300 1,8 overig Noordwest Friesland 300 2,0 300 1,7 Wadden 10 0 1,3 0 0,8 Zuidoost Friesland 600 2,1 500 1,9 Zuidwest Friesland 400 1,9 300 1,5 Fryslân 2.000 2,0 1.700 1,7 Bron: CBS Statline - bewerkingen Partoer Tabel 3.18: Aandeel en ontwikkeling vroegtijdige schoolverlaters 2000-2005 (t.o.v. bevolking 12-23 jaar) aandeel schoolverlaters 2005-2010 2005 2008 (2005=100) Noordoost Friesland 1,8 1,6 86,5 Noordwest Friesland 2,0 1,7 84,8 waarvan: Leeuwarden 2,1 1,8 84,8 overig Noordwest Friesland 2,0 1,7 83,4 Wadden 1,3 0,8 62,0 Zuidoost Friesland 2,1 1,9 92,3 Zuidwest Friesland 1,9 1,5 78,3 Fryslân 2,0 1,7 85,9 Bron: CBS Statline - bewerkingen Partoer 10 De Wadden hebben naar verhouding een kleine schoolbevolking. Het aantal schoolverlaters is afgerond 0, aangezien alleen honderdtallen worden weergegeven. De aandelen zijn wel met de exacte cijfers berekend. 27

Figuur 3.13: Ontwikkeling vroegtijdige schoolverlaters 2000-2005 (2000 = 100). Bron: Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie Het percentage voortijdige schoolverlaters wordt berekend door het aantal voortijdige schoolverlaters te relateren aan het aantal jongeren tussen 12 en 24 jaar. De cijfers voor Nederland totaal zijn op moment van de analyses niet beschikbaar. Daarom worden de regionale cijfers alleen vergeleken met het provinciale gemiddelde. In 2008 is gemiddeld het aandeel schoolverlaters 1,7 procent. Op de Wadden is dit duidelijk het laagst met een percentage van 0,8 procent. In Zuidoost Friesland is het aandeel relatief het hoogst (1,9%). Qua ontwikkeling is er voor de hele provincie een daling te zien tussen 2005 en 2008 (met ongeveer 14%). Het meest positief komt hier ook De Wadden naar voren, hier is een daling van maar liefst 38 procent. Voorafgaand aan de sterke daling is op de Wadden eerst een toename gemeten. De betrekkelijk grote schommelingen in deze regio wordt veroorzaakt door het geringe aantal schoolgaande jongeren. De meest geringe daling is te zien in Zuidoost Friesland. Hier neemt het aandeel vroegtijdige schoolverlaters af met iets minder dan 8 procent. Overigens zijn de verschillen tussen de regio s betrekkelijk gering, met uitzondering dan voor de Wadden. 3.6 Inkomen en Arbeid Inkomen en arbeid is geoperationaliseerd in twee variabelen: - potentiële beroepsbevolking - niet-werkenden werkzoekenden Potentiële beroepsbevolking Over de potentiële beroepsbevolking kunnen we naast de stand en de trend ook de prognoses geven. 28

Tabel 3.19: Aantal en aandeel potentiële beroepsbevolking Potentiële beroepsbevolking Prognose 2000 2009 2030 abs. aandeel abs. aandeel abs. aandeel Noordoost Friesland 83.200 66,5 82.200 65,1 65.300 55,6 Noordwest Friesland 127.500 67,9 131.800 67,6 119.700 59,5 waarvan: Leeuwarden 61.400 69,1 65.200 69,7 64.800 63,4 overig Noordwest Friesland 66.100 66,7 66.600 65,7 54.900 55,5 Wadden 7.100 68,4 6.700 65,4 5.400 56,4 Zuidoost Friesland 113.400 65,8 116.700 64,7 110.300 57,9 Zuidwest Friesland 85.000 66,0 85.800 64,5 78.000 57,0 Fryslân 416.200 66,6 423.200 65,6 378.600 57,8 Nederland 10.766.000 67,9 11.090.900 67,3 10.423.200 60,0 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Tabel 3.20: Aandeel en ontwikkeling potentiële beroepsbevolking Potentiële beroepsbevolking Prognose 2000-2009 aandeel 2010-2030 2000 2009 (2000=100) 2030 (2010=100) Noordoost Friesland 66,5 65,1 97,9 55,6 86,2 Noordwest Friesland 67,9 67,6 99,6 59,5 88,4 waarvan: Leeuwarden 69,1 69,7 100,9 63,4 91,3 overig Noordwest Friesland 66,7 65,7 98,5 55,5 84,9 Wadden 68,4 65,4 95,6 56,4 86,3 Zuidoost Friesland 65,8 64,7 98,3 57,9 89,9 Zuidwest Friesland 66,0 64,5 97,7 57,0 88,5 Fryslân 66,6 65,6 98,5 57,8 88,4 Nederland 67,9 67,3 99,1 60,0 89,6 Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Figuur 3.14: Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking 2000-2009 (2000 = 100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer 29

Figuur 3.15: Verwachte ontwikkeling potentiële beroepsbevolking 2010-2030 (2010 = 100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie De potentiële beroepsbevolking is de bevolking tussen de leeftijd 20 en 64 jaar. Dit geeft een indicatie over het aantal personen dat kan gaan deelnemen aan het arbeidsproces. Een grotere potentiele beroepsbevolking wordt economisch als positief gezien. Qua ontwikkeling tussen 2000 en 2009 verschillen de regio s sterker dan voor de toekomstig verwachte ontwikkeling (zie tabel 3.20). Tot 2030 zullen alle regio s te maken krijgen met een daling van de potentiële beroepsbevolking, voornamelijk als gevolg van de vergrijzing. Tot 2009 zien we echter grotere verschillen. De regio Noordwest Friesland heeft naar verhouding de meest gunstige ontwikkeling (-0,4%), zelfs boven het landelijke gemiddelde (-0,9%). De gemeente Leeuwarden (+0,9%) is volledig verantwoordelijk voor dit hogere regionale gemiddelde. De overige gemeenten in Noordwest Friesland (-1,5%) hebben een ontwikkeling vergelijkbaar met het provinciale gemiddelde. In de toekomst verschilt de ontwikkeling tussen de regio s niet sterk (zie tabel 3.20 en figuur 3.15). Wel steekt de verwachte ontwikkeling in de gemeente Leeuwarden (-8,7%) sterk positief af van de verwachte ontwikkelingen in Fryslân (-11,6%) en op landelijk niveau (-10,4%). Niet-werkende werkzoekenden Tabel 3.21: Aantal en aandeel potentiële niet-werkende werkzoekenden niet-werkende werkzoekende 2000 2010 abs. aandeel abs. aandeel Noordoost Friesland 4.300 8,3% 4.000 7,1% Noordwest Friesland 8.400 10,5% 7.300 8,0% waarvan: Leeuwarden 5.400 14,0% 4.400 9,6% overig Noordwest Friesland 3.000 7,2% 3.000 6,5% Wadden 300 7,5% 100 2,7% Zuidoost Friesland 6.200 8,7% 6.300 7,7% Zuidwest Friesland 4.000 7,5% 3.800 6,4% Fryslân 23.200 8,9% 21.400 7,3% Nederland 508.800 7,1% - - Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer 30

Tabel 3.22: Aandeel en ontwikkeling niet-werkende werkzoekenden niet-werkende werkzoekende 2000 2006 2010 2000-2006 11 2000-2010 aandeel aandeel aandeel (2000=100) (2000=100) Noordoost Friesland 8,3% 9,1% 7,1% 110,6 85,3 Noordwest Friesland 10,5% 11,3% 8,0% 107,6 76,6 waarvan: Leeuwarden 14,0% 14,4% 9,6% 102,4 68,4 overig Noordwest Friesland 7,2% 8,4% 6,5% 115,7 89,5 Wadden 7,5% 4,7% 2,7% 62,3 36,3 Zuidoost Friesland 8,7% 9,7% 7,7% 110,8 88,6 Zuidwest Friesland 7,5% 7,6% 6,4% 101,3 84,6 Fryslân 8,9% 9,6% 7,3% 107,5 82,4 Nederland 7,1% 8,2% - 116,0 - Bron: CBS Statline, Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Figuur 3.16: Ontwikkeling aandeel niet-werkende werkzoekenden 2000-2010 (2000=100). Bron: CBS-Statline, Provincie Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie Het aantal en aandeel niet-werkende werkzoekenden is een goede indicator voor het aantal personen dat wil werken. Dit aandeel is overigens niet noodzakelijk gelijk aan het aantal personen met een werkloosheidsuitkering. De ontwikkeling in het aandeel niet-werkende werkzoekenden verschilt relatief weinig tussen de regio s, met uitzondering van De Wadden. De Wadden kennen uiteraard een zeer verschillende ontwikkeling qua werkgelegenheid en werkzoekenden, als vergeleken met andere regio s. Bijvoorbeeld voor werkzoekenden met een hogere opleiding is het uitermate moeilijk een passende baan te vinden op De Wadden. Traditioneel trekken veel van deze mensen naar het vasteland. Voor de vergelijking tussen de regio s is het begin van de recessie duidelijk zichtbaar. Vanaf 2008 stijgt overal het aandeel niet-werkende werkzoekenden. Ondanks de grotere 11 Om de ontwikkelingen in de Friese regio s en Fryslân te kunnen vergelijken met het Nederlands gemiddelde is hier een afwijkende periode gehanteerd. 31

regionale verschillen in werkgelegenheidsontwikkeling (zie paragraaf 3.4), zijn de verschillen in het aandeel niet-werkende werkzoekenden gering. Een van de verklaringen hiervoor is dat (woon-werk) pendel een belangrijk deel van deze verschillen verkleint. In tegenstelling tot veel andere indicatoren, laat de gemeente Leeuwarden hier een duidelijk positievere ontwikkeling zien dan de andere gemeenten in Noordwest Friesland (zie tabel 3.22). De andere gemeenten in Noordwest Friesland hebben slechts een afname in het aandeel niet-werkende werkzoekenden van iets meer dan 10%, terwijl in Leeuwarden de afname meer dan 31% is. 3.7 Vitale dorpen De laatste indicator betreft de vitaliteit van de streek. De vitaliteit hangt af van het aantal basisvoorzieningen per dorp. Tot de basisvoorziening wordt een basisschool, supermarktvestigingen, huisarts, dorpshuizen, een halte voor Openbaar Vervoer, een bank of postagentschap en een woonzorgvoorziening gerekend. Beperkte dorpen zijn dorpen met hooguit twee basisvoorzieningen, niet-complete dorpen zijn dorpen met drie à vijf basisvoorzieningen en complete dorpen hebben zes of meer basisvoorzieningen. Tabel 3.23: Aantal kernen, ingedeeld naar beperkte dorpen, niet-complete dorpen en complete dorpen aantal kernen beperkte dorpen niet-complete dorpen complete dorpen totaal Noordoost Friesland 41 32 17 90 Noordwest Friesland 39 45 19 103 waarvan: Leeuwarden 4 5 1 10 overig Noordwest Friesland 35 40 18 93 Wadden 8 6 4 18 Zuidoost Friesland 36 33 16 85 Zuidwest Friesland 65 41 15 121 Fryslân 189 157 71 417 Bron: Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Tabel 3.24: Aandeel kernen, ingedeeld naar beperkte dorpen, niet-complete dorpen en complete dorpen aandeel kernen beperkte dorpen niet-complete dorpen complete dorpen totaal Noordoost Friesland 46% 36% 19% 100% Noordwest Friesland 38% 44% 18% 100% waarvan: Leeuwarden 40% 50% 10% 100% overig Noordwest Friesland 38% 43% 19% 100% Wadden 44% 33% 22% 100% Zuidoost Friesland 42% 39% 19% 100% Zuidwest Friesland 54% 34% 12% 100% Fryslân 45% 38% 17% 100% Bron: Provinsje Fryslân - bewerkingen Partoer Interpretatie Fryslân is een provincie met een betrekkelijk groot aandeel kleine kernen. Zeker in kleine en zeer kleine kernen is het aannemelijk dat niet alle voorzieningen aanwezig zullen zijn. 32

Van alle kernen in Fryslân wordt 45 procent getypeerd als beperkte dorpen, 38 procent als niet-complete dorpen en 17 procent als complete dorpen. Regionaal zijn hier enige verschillen. Het hoogste aandeel beperkte dorpen is in Zuidwest Friesland (54%), het laagste aandeel op de Wadden (44%). Niet-complete dorpen zijn er naar verhouding het meest in Noordwest Friesland (44%) en het minst wederom op de Wadden (33%). 33