Nassaulaan 6 en wetenschappen, Tel. 070-63 79 55 mevrouw drs. N.J. Ginjaar-Maas, Europaweg 4, 2727 SK Zoetermeer.



Vergelijkbare documenten
Onderwijsraad. Aan de minister van onderwijs LZ Zoetermeer. Tel vy/eb d.d. 2k november 1988

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad

Advies niet-ambtelijke adviesçomm^iç WOB.

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB.

ONDERWIJSRAAD WC*,. GRAVE NHAGE. 26 SEP. 1986

Bijlage I bij notulen Afd. 2B. Advies niet-ambteiijke adviescommissie. Nassaulaan JS 's-gravenhage Tel

Uw kenmerk VO/A d.d. 27 augustus 1996

Uw kenmerk BVE/BI d.d. 8 januari 1992

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

ONDERWIJSRAAD. 2 6 FEB.i*885. A'dvïes niet-ambtelijke adviescomnissi« 's-gravenhage, 26 oktober 1984, DGVO 12943; ingekomen op 8 november 1984, AAN

Advies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB.

EXAMENBESLUIT HAVO/VWO

TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB

VO/BOB 1998/ juli 1998

EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I

ONDERWIJSRAAD <,. G RAVENHAGE, 2 2 OKT. 1986

Onderwijsraad. Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Advies niet-ambtelijke adviescommissie Onderwijsraad WOB.

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

ONDERWIJSRAAD. 3 0 JüL VGRAVENHAGE, O.R. VI/182, 183, 184, 185 en I86. AAN

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Advies niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD WOB.,. eravenhage, t 2 Sfp. 19fl6

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwijsraad. Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode

Advies nîet-ambtelijke adviescommissie WOB.

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB.

Tweede Kamer der Staten Generaal

BIJLAGE I BIJ NOTULEN af d. 1 Adv.es niet-ambtelyke adviescommissie WOB. Uw kenmerk WJZ /3223 d.d. 30 maart 1992

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies niet-ambtelijke adviescommissie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad voor Cultuur. Telefax

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. 's-gravenhage, Nassaulaan JS 's-gravenhage Tel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONDERWIJSRAAD. Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. 's-gravenhage, - 3 JULI W* AAN

ONDERWIJSRAAD 2 J» JAN. TO. Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. 's-gravenhage, AAN

Welzijn Breed (Onderwijsassistent)

de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, drs. G. van Leijenhorst, Postbus 25OOO, 27OO LZ Zoetermeer. Formatiebesluit IS0VS0

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Checklists schoolexamen Checklist 2 Programma van toetsing en afsluiting

Reglement van het Veterinair Tuchtcollege

brieven d.d. 30 september en 13 en 27 oktober 1993

Ontwerp-Experimentenwet onderwijs. Zijne Excellentie de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1, 's-gravenhage.

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

ONDERWIJSRAAD. AcMés nïet-ambtelijke adviescommissie WOB. 3 GMAÂRT m. 's-gravenhage, Nassaulaan JS 's-gravenhage Tel.

Bezwarencommissie Functiewaardering voor het Christelijk en Algemeen bijzonder primair en voortgezet onderwijs:

Voordat begonnen kan worden met de praktische voorbereiding voor de lessen moet er eerst een schoolvisie op het nieuwe programma zijn

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

De Raad van State gehoord (advies van 31 januari 2003, nr. W /III);

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwijsraad. Nassaulaan JS 's-gravenhage Telefoon Telefax

Ons kenmerk Uw kenmerk 's-gravenhage, OR 2B/1745 S VO/BVE/BO/0/ december 1990 HLP/CR d.d. 26 oktober 1990 Onderwerp Eindtermen m.b.o.

ONDERWIJSRAAD. - 6 FEB. i985 AAN WOB. Advies niet-arr.bteiijke adviescommissie

Regeling modellen diploma s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Erkenning van opleidingsonderdelen supervisieopleidingen

ONDERWIJSRAAD WOB. VGRAVENHA G E, 23 APR. 1987

Feedback. KunstEnCultuur

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

D/W ONDERWIJSRAAD ZEVENDE AFDELING O.R. 53 W.V.O. 8 januari I970.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

FUWA RK 05/14, 10 november 2005

Advies niet-ambtelijke adviescommissie. Uw kenmerk VO/VH/PV d.d. 15 december 1989

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van F, verweerder

Raad voor Cultuur. Zeer geachte mevrouw Van der Laan

Onderwijsraad. 'SSlftiaftg: Wratollö/SA/T ^^ d.d. 31 maart 1993 vl/ak Onderwerp...,, Studierichting psychologie Rijksuniversiteit Limburg.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Nassauiaan JS 's-gravenhage Tel

niet-ambtelijke adviescommissie 's-gravenhage, Nassaulaan JS 's-gravenhage Tel

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEAARDERING VOOR HET CHRISTELIJK EN ALGEMEEN BIJZONDER PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

U I T S P R A A K

Agenda. Openbare vergadering van. Datum en tijdstip 15 september :00 uur. Algemeen Bestuur GR Bleizo

FAQ - LIJST. 2. Vraag: Worden de auditors op de hoogte gehouden van ontzettingen uit het ambt en van waarnemingen? Antwoord: Nee.

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener BOL

Gelet op artikel 6g1, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 12b, derde lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES:

Stappenplan invoering vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wetgevingsadvies AMvB wijziging Besluit SUWI

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Mededeling vaststelling syllabi centraal examen vmbo 2008 en 2009

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

Transcriptie:

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad IT. t *3i Aan de staatssecretaris van onderwijs Nassaulaan 6 2514JS 's-gravenhage en wetenschappen, Tel. 070-63 79 55 mevrouw drs. N.J. Ginjaar-Maas, Europaweg 4, 2727 SK Zoetermeer. Ons kenmerk Uw kenmerk 's-gravenhage, - 6 APR. \ OR 2B/1476 S VO/BVE/BO/M/II-810971 vdw/ak d.d. 16 maart 1989 Onderwerp Raamleerplan O. & dgo-sector. S.-programma's In antwoord op uw verzoek om advies van 16 maart jl. aangaande het "Raamplan oriënterende programma's sector dienstverlening en gezondheidszorg" (hierna te noemen: het raamplan) bericht de Afdeling secundair onderwijs )beroepsonderwij s) van de Onderwijsraad u als volgt. Zij tekent daarbij aan voor haar finale advisering het inspectie-advies node te hebben gemist. Op basis van het advies van de APVO-II van augustus 1987 "Oriënteren en schakelen in het m.d.g.o., ontwikkeld vanuit Intas en Kmbo-O. & S." heeft in uw opdracht een werkgroep, ingesteld op 4 mei 1988, een eerste concept van een raamplan oriëntatie en schakeling in het m.d.g.o. opgesteld, waarbij het accent op de inhoud van het oriënterende deel ligt. Het onderdeel schakeling is voorlopig achterwege gelaten gezien de beperkte tijd van de werkgroep en om dubbel werk te voorkomen (Inleiding blz. 6). In het raamplan besteedt de werkgroep wel enige aandacht aan de "schakelproblematiek". Zij geeft in hoofdstuk 7 een "eerste analyse" daarvan. In het schooljaar 1989/1990 zal de ontwikkeling van het raamplan "schakelen" plaatsvinden (zie hoofdstuk 7.1). Hoewel de werkgroep in eerste instantie - mede na overleg met uw departement (zie Inleiding blz. 6) - besloot de oriëntatie voor de sector DGO te beschrijven, constateert de Afdeling dat zij in het raamplan in een aantal opzichten verder is gegaan en zich bij voorbeeld ook heeft gericht op de muitisectorale beroepenoriëntatie (zie de cert ificaateenheid van die naam). De Afdeling gaat thans over tot een nadere beschouwing van (onderdelen van) het raamplan. Vermeld bij beantwoording van een brief kenmerk en datum

2 Het raamplan Met de werkgroep stemt de Afdeling in met de flexibiliteit van het aanbod van onderhavige programma's qua inhoud/inricht ing, duur en roosterstramien. Terecht legt de werkgroep het zwaartepunt bij de begeleiding en de sterk geïndividualiseerde leerweg van de leer1 ing. Behalve de flexibele instroom beschrijft de werkgroep ook de flexibele uitstroom van de doelgroep. Deze uitstroom wordt naar de mening van de Afdeling niet alleen bepaald door de afronding van *-*«= niuciiiiy \j j. \j p jvul Lc uelliii j n aan ue yeweua op redelijk grote schaal kan worden voldaan. De indeling in eert i ficaateenheden (hoofdstuk 1.2.1, uitgewerkt in de hoofdstukken 2.5.1 en 4) wordt als een opsomming van mogelijkheden van oriëntatie opgevat. Afhankelijk van de oriëntatievraag van de leerling worden bepaalde cert ificaateenheden per leerling overgeslagen. Volgens de Afdeling blijkt hieruit dat de term "cert ificaateenheid " in het kader van dit programmatype ee n andere inhoud heeft dan in dat van de beroepsopleidende programma's binnen het vernieuwde m.. b.o. Zij acht het gewenst dit dan ook als zodanig te formuleren of daarvoor een andere aanduiding te hanteren Ten aanzien de cert ificaateenheid maatschappelijke c modulen ge. zeggen dat het minimumaantal lessen in lichamelijke oefening en Nederlands niet behoeft te worden gehaald. Althans het verplichte aantal lessen daarin wordt daarmee nu reeds op losse schroeven gezet. Moeten daartegenover alle modulen worden doorlopen dan kan dit op gespannen voet komen te staan met de flexibele inrichting van oriëntatieprogramma's, gelet op de toesnijding op de individuele leerling. Scholen die onder deze cert ificaat-eenheid ook andere modulen, zoals sociale / communicatieve vaardigheden, willen begrijpen moeten daartoe volgens de Afdeling in de gelegenheid worden gesteld. Hoewel de inhoud van de module informatica (hoofdstuk 1.2.1) nog ontwikkeld moet worden, is het voor de Afdeling een vraag of iedere leerling deze module moet volgen. Naar aanleiding van de indeling van de mogelijke doelgroepen voor het oriëntatieprogramma (2.5.6) merkt de Afdeling op dat het onderscheid tussen de hiergenoemde zes groepen schijnbaar duidelijk is. In de praktijk zal immers de vraag naar het al of niet bezitten van de gewenste vooropleiding voor instroom in een gewenste i~»a 5 r i u o f o 1 H t u n n o n t.i rv v ^ o n n a ^ a + H ö r i v i ü f t V a - ^ ^ Ä T r v a a / "» î o

een afzonderlijk oriëntatieprogramma voor categorie F volledig overbodig. De werkgroep heeft eindtermen voor de verschillende onderdelen van het oriëntatieprogramma in het raamplan opgenomen (hoofdstuk 4). De Afdeling acht het centraal formuleren van eindtermen voor de oriënterende programma's, ook in voorbeeldmatige zin, een hachelijke zaak. Zij verwijst - als voorbeeld - naar de uitwerking van de eindtermen "oriëntatie op de sector DGO" (paragraaf 4.2). Van een leerling wordt verwacht dat hij onder woorden kan brengen "welke eisen gesteld worden aan een werker in de sector DGO". De Afdeling wijst erop dat de beroepsprofielen binnen deze sector zodanig van elkaar kunnen verschillen (vergelijk de opleiding mode en kleding met die voor apothekersassistenten) dat aan een zich nog oriënterende leerling deze eindterm niet in redelijkheid gesteld kan worden. Ook behoeft haars inziens in deze fase niet elke leerling het verschil te kunnen aangeven tussen professionele werkers en vrijwilligers evenmin als de specifieke situatie van de in-service opleiding. Voor een aantal te maken keuzes zijn bovengenoemde zaken wel van belang. Zij behoren niet als algemene eindtermen in een raamplan te worden opgenomen. Het laatste geldt volgens de Afdeling ook voor de geformuleerde uitvoeringsvoorwaarden (hoofdstuk 5). Zij beschrijven zaken die voor het grootste deel slechts kunnen worden vastgelegd in een schoolwerkplan. In een schoolwerkplan zal een school niet snel opnemen dat docenten bij voorkeur bevoegd dienen te zijn voor twee of meer vakken (blz. 33 bovenaan) terwijl in de toekomst leraren worden opgeleid in één vak. Te ver gaande concretiseringen passen niet in een landelijk vast te stellen raamplan. De leerling maakt de keuze van een buitenschoolse leeractiviteit in overleg met zijn begeleider (hoofdstuk 5.5.5). Vanuit de functie van het buitenschools leren voor de beroepskeuze kan het echter voorkomen dat een aantal onderdelen van de gewenste leeractiviteit aan de leerling, hoewel hij daar niet voor kiest, wordt opgedragen. De Afdeling wenst dat deze mogelijkheid wordt opengehouden. Zij meent overigens dat ook onderhavige voorwaarde niet op raamplanniveau behoort te worden voorgeschreven. Vervolgens merkt de Afdeling op dat het benoemen, en vervolgens uitwerken, van cert ificaateenheden evenals de regeling van de daarbij behorende toetsing en afsluiting slechts zinvol zijn voor zover bepaalde onderdelen van het oriënterende programma aanleiding zouden kunnen geven voor vrijstellingen in de gewenste vervolgopleiding. Toetsing en afsluiting van oriënterende programma's (hoofdstuk 6.1) acht zij bovendien niet direct noodzakelijk, daar de waarde van het programma ligt in het duidelijk maken van keuzes ten aanzien van schoolloopbaan of beroep. 3 De toepassing van de wet. Uit uw adviesaanvrage maakt de Afdeling op dat u scholen voor m.d.g.o. die dit wensen in de gelegenheid wilt stellen in het schooljaar 1989-1990 - met toepassing van artikel 25 van de Wet op het voortgezet onderwijs - "het raamleerplan naast of in de plaats van het bestaande Intas-programma (zie blz. 1) uit te proberen". Zij moeten dan wel "binnen de kaders van dat leerplan

blijven". De Afdeling kan zich enerzijds voorstellen dat u, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de SVM-wetgeving per 1 augustus 1990, scholen voor m.d.g.o. met een afdeling Intas, reeds met ingang van 1 augustus 1989 wilt laten experimenteren met een programma voor oriëntatie. Gedurende één jaar is het verlenen van toepassing aan artikel 25 der wet noodzakelijk. Daarna is "oriëntatie en schakeling" een regulier m.d.g.o.-programma en behoeven de scholen niet meer om toepassing van artikel 25 te verzoeken. De enige eis die de (concept-)svm-wet stelt aan dergelijke programma's is dat zij hoogstens een jaar duren. Anderzijds vraagt de Afdeling zich af, of gezien het tijdstip van aanbieding van het raamplan scholen per 1 augustus a.s. op basis daarvan een programma-aanbod kunnen doen dat verantwoord van inhoud is tegenover hun leerlingen. Het raamplan is bovendien nog niet volledig, zoals de werkgroep op verschillende plaatsen zelf aangeeft, en een legitimatie- en bij stel1ingsronde zal het komende jaar worden gehouden. De scholen zullen binnen de kaders van het raamplan een schoolwerkplan moeten kunnen ontwikkelen dat gereed is vôôr 1 augustus a.s. en het gehele schooljaar 1989-1990 bestrijkt. En daar wringt zich naar de mening van de Afdeling de schoen, want het raamplan schrijft zoveel zo omstandig voor dat het volgens haar de vraag is of scholen daaraan gehouden kunnen worden ten volle te voldoen. Het raamplan neemt te vaak de plaats in van een schoolwerkplan en laat daardoor - zoals de Afdeling bij de bespreking van het raamplan zelf op onderdelen reeds aangaf - de scholen onvoldoende vrij tot eigen invulling op schoolniveau te geraken. Nu geeft de werkgroep aan haar product "een voorbeeldmatig karakter dat per (muiti-)sectorale school op werkplanniveau nader uitgewerkt kan worden". Daarnaast zal zij ook weer een "voorbeeldmatige uitwerking van de in dit raamplan genoemde certificaateenheden" per augustus 1989 laten verschijnen. Ook de Afdeling is van mening dat het raamplan slechts als een voorbeeld voor de scholen zal behoeven te dienen, opdat aan de uitgangspunten van artikel 25 der wet bij de toepassing waarvan de individuele school en haar bijzondere inrichting centraal staan volledig recht kan worden gedaan. Overigens hebt u ook zelf in de desbetreffende SVM-uitwerkingsnotit ie van 7 december 1987 (Kamerstuk 19 790, nr. 24) reeds aangegeven, dat het op te stellen raamplan "een voorbeeldmatige uitwerking" van de oriënterende en schakelende programma's zal moeten omvatten. Conclus ie. De Afdeling komt tot de conclusie dat scholen die met toepassing van artikel 25 der wet wensen te experimenteren met oriënterende programma's in het m.d.g.o. daartoe in de gelegenheid kunnen worden gesteld. Het raamplan kan daarbij met inachtneming van de door de Afdeling gemaakte opmerkingen als richtlijn dienen. Gezien de nog te plegen nadere uitwerkingen van het raamplan lijkt de Afdeling echter één jaar uitstel aan te bevelen, daar dit de kwaliteit van de uit te voeren programma's zal verhogen, een goede schoolwerkplanontwikkeling kan bevorderen ten gunste 4

van de leerlingen en docenten en de invoering van de nieuwe programmering doet samenvallen met de institutionele fusie tussen kort-m.b.o. O. & S. en Intas. De Afdeling kan - gezien het vorengaande - niet ermee instemmen dat de verzoeken van de afzonderlijke scholen haar niet meer om advies worden angeboden. Indien besloten wordt tot uitstel betekent dit dat een oplossing gezocht moet worden voor de leerlingen, die niet geslaagd zijn voor het m. a. v. o.-diploma, daar zij geen drie vakken op D- niveau hebben afgesloten (zie de wijziging van de desbetreffende eindexamenbesluiten, die in werking is getreden per 1 augustus 1988). Onder hen zal er zeker een aantal zijn, dat binnen de sector DGO een goede opleidingsweg kan vinden. Doordat in deze sector korte opleidingen vrijwel ontbreken, is een opleidingsroute voor deze leerlingen in het d.g.o. vrijwel onmogelijk, te meer daar een aantal van hen niet zal kiezen voor het overdoen van het m. a.v.o.-examen. De Afdeling meent dat een onthe f fingsrege 1 ing voor deze leerlingen het komende cursusjaar gewenst is, zodat zij in de vorm van nevenschakeling hun tekorten kunnen wegwerken. 5 Namens de Afdelano/^oornoemd, (A. dar^it, f voorzitter), [/fa (mr. W.J.E. van de Water, coördinerend secretaris).