Mediaan-sagittale doorsnede hoofd en hals 1 3 H als Mediaan-sagittale doorsnede hoofd en hals > Inhoud Topografie

Vergelijkbare documenten
Cartilago thyreoidea Ligamentum cricothyreoideum = conicum. cricoidea Cartilago trachealis I. Driehoek van. Killian

Inhoud. Keelholtespieren 1. 3 Hals Farynxspieren (mm. pharyngis), achteraanzicht. [48] Raphe pharyngis M. levator veli palatini

Inhoud. Halsspieren 1. 3 Hals. 3.1 Oppervlakkige hals- en gezichtsspieren, aanzicht rechts-lateraal. [12] M. orbicularis oculi (pars orbitalis)

Os hyoideum. Corpus. Cartilago. epiglottica. Petiolus epiglottidis. Lamina dextra van de cartilago thyreoidea. cricoideae. hyoideum.

Inhoud. Spiertrainer 3 Hals. 0 basis van de binnenzijde van de onderkaak etagegewijs bij de linea mylohyoidea

Inhoud. Mond lippen 1. 2 Hoofd Gebied van neus en mond, vooraanzicht. Afb. 2.58

HANDLEIDING PRACTICUM CRANIALE ZENUWEN 1 (Nn. I, II, III, IV, V, VI & autonoom zenuwstelsel)

Inhoud. 2 Hoofd. Afb Uit: Bernhard N. Tillmann - Springer Anatomische Atlas Springer Uitgeverij Lamina cribrosa. Lamina perpendicularis

0 M. temporalis. Inhoud

HET ADEMHALINGSSTELSEL

second year exam for surgery

Inhoud. Ruggenmerg en spinale zenuwen 1. 4 Romp Ruggenmerg en bouw van de spinale zenuwen. [79] Afb. 4.78

Examenbundel 1 e Ba Geneeskunde Universiteit Antwerpen

THEMA 1: EMBRYOLOGIE. Antwoordopties:

Topografische anatomie. Paard

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder Anteflexie Retroflexie Abductie Adductie 46

THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p)

THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p)

Inhoud. Spiertrainer 4 Romp

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

Richtlijn classificatie halsklierdissecties

Anatomie van de heup. j 1.1

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak


Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Inhoud. Appendix. Aanvullende informatie bij de beelden. 1 Algemene anatomie. 2 Hoofd. 2.4 Schedel, aanzicht rechts-lateraal. [6]

Dorsum manus. Regio femoris anterior. Regio genus anterior. Regio cruris anterior. Dorsum pedis

Inhoud. Zenuwstelsel. Inleiding. Basiselementen van het zenuwstelsel. Ruggenmerg en ruggenmergzenuwen

De 5 klassieke blocks. De 5 klassieke blocks. Deze uiteenzetting

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

Anatomie en fysiologie van

Het haar. Het voorhoofd. De wenkbrauw. De pupil. Het ooglid De wimpers. Regenbog envlies De wang. Het oor. De neus. De lippen bovenlip onderlip

De mimische spieren hebben hun oorsprong maar deels bij duidelijk omschreven botgebieden. Ze eindigen allemaal in de huid.

International College for Research on Equine Osteopathy DE LONGEN IN DE PAARDENOSTEOPATHIE

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

Atlas van de menselijke anatomie

Inhoud. Oorschelp: opbouw. 2 Hoofd Rechter oor van een jongeman, lateraal aanzicht. [25] Afb Helix. Fossa triangularis.

Exotische bypass. Vaatsymposium Emmen J.W. Drouven

Anatomie van de nervus trigeminus

Osteopatische visie op het bitloos rijden versus het rijden met een bit en de invloed hiervan op het occiput- atlas- axis (OAA) complex

9.3 Neurofysiologische gegevens van de schouderregio. 9.4 Myohistologische gegevens van de. dorsaal. c ventraal. n.

2 De romp. Zichtbare en palpabele oriëntatiepunten van de romp

Inhoud. Schoudergordelspieren 1 6.Aa,b Schouderspieren (schoudergordelspieren). Oorsprong en aanhechting op rompskelet en schedel.

Theorie-examen fysiologie 2 mei 2008

3 STERNEB RAE STERNEB RAE

Beeldvorming bij invasieve pijnbestrijding: van blind naar echografie

UMC (ti St Radbo d 'ft,,\\

Anatomie en fysiologie van het vaatstelsel

De primaire frozen shoulder Stenvers, Jan Derek

Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit

Hoofd. Overzicht Skelet en gewrichten Spieren Topografie Geleidingsbanen Neus Mond en mondholte...

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

Tentamen Ademhaling ste gelegenheid. De kernpunten uit het tentamen. Versie B

NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE

Borstingewanden. Hart Longen Slokdarm Thymus Topografie Doorsneden BOEK Deel 2.indb :45

3 Deel III Onderzoek van de hals

Masterclass KNO en Hoofd-Hals Chirurgie. Studiestof:

ANEURYSMATA VAN DE AORTA THORACALIS. Vaatsymposium Emmen 6 november 2015 Lambert van den Merkhof

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

Halsinfecties Complicaties. E. Verweij Fellow IC

Reina Welling WM/SM-theorieles 7. Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?)

Anatomie 1 e Ba GEN p. 1 / 39. Schedel en Hoofd. Universiteit Antwerpen UA Opleiding Geneeskunde. prof. dr. LTH M. BRAEM.

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

Spieren van het bovenste membrum

Blok Zintuigen 2003 Ontwikkeling en anatomie van zintuigen DEEL I. Gehoor/evenwichtsorgaan. F.G. Wouterlood

Skillslab handleiding

Anatomie van het bewegingsapparaat itemlijst

HET ADEMHALINGSSTELSEL

Osteopathische geneeskunde. Het hart. Luc Peeters & Grégoire Lason

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

PRACTICUM: ANATOMIE EN FUNCTIE VAN HET HART

Inhoudsopgave. Rug. Borstkas. Inhoudsopgave. 1 Botten, banden en gewrichten. 5 Borstkaswand. 6 Borstholte. 2 Spieren.

Lichamelijk onderzoek

K.B In werking B.S

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

3D visualisatie en biomechanische aspecten van de plexus brachialis op basis van 3T-MRI.

Demo. De osteopathische encyclopedie. The International Academy of Osteopathy I.A.O. Geachte mevrouw, mijnheer,

University of Groningen

Anatomie in vivo van het bewegingsapparaat Bernard J. Gerritsen Yvonne F. Heerkens

Hoofdstuk I Apparatus digestorius

Tarieven Radiologie 2011

7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Anatomie in vivo WERKBOEK. van het bewegingsapparaat Bernard J. Gerritsen Yvonne F. Heerkens

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Practicum Anatomie: Klinische anatomie van de proximale tractus digestivus

De Centraal Veneuze Catheter

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Lip en mondholte

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Wednesday, March 22, :35

Macro en microscopie van de spijsvertering Xavier Sagaert

Opleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE)

Transcriptie:

Mediaan-sagittale doorsnede hoofd en hals 1 3.63 Neus- en mondholte, keelholte en strottenhoofd. Mediaan-sagittale doorsnede van hoofd en hals, mediaal aanzicht van de rechter zijde. [6] us- en mondholte, keelholte en strottenhoofd. Mediaan-sagittale doorsnede van hoofd en hals, mediaal aanzicht van de rechter zijde. [6] Torus levatorius Tonsilla tubaria Fornix pharyngis Recessus pharyngeus = groeve van Rosenmüller Palatum molle = velum palatinum Arcus palatoglossus Plica triangularis Fossa supratonsillaris Ligamentum hyoepiglotticum Os hyoideum Ligamentum thyreohyoideum medianum Corpus adiposum preepiglotticum Ligamentum thyreoepiglotticum Cartilago thyreoidea Ligamentum cricothyreoideum medianum = conicum Arcus cartilaginis cricoideae Torus tubarius Ostium pharyngeum tubae auditivae Bursa pharyngealis Tonsilla pharyngea Fascia pharyngobasilaris Plica salpingopharyngea Uvula palatina Arcus palatopharyngeus Tonsilla palatina M. constrictor pharyngis Cartilago epiglottica Plica aryepiglottica Vallecula epiglottica Plica vestibularis Plica vocalis Trachea Oesophagus Afb. 3.63 >

Mediaan-sagittale doorsnede hoofd en hals 2 3.64 Deel van de rechter zijde van een mediaan-sagittale doorsnede van hoofd en hals, mediaal aanzicht. [6] M. constrictor pharyngis superior M. palatoglossus Ramus pharyngeus van de a. palatina descendens en rami tonsillares van de nn. palatini minores Tonsillenbed met fascia tonsillaris Rami dorsales linguae van de a. lingualis Tonsilla palatina met capsula tonsillaris Rami tonsillares van de a. pharyngea ascendens Rami tonsillares van de a. palatina ascendens N. glossopharyngeus en rami tonsillares M. palatopharyngeus Bloed- en zenuwverzorging van de keelamandel, tonsilla palatina. De tonsilla palatina is van het tonsillenbed losgemaakt en naar craniaal verplaatst. Na een tonsillectomie Ä Bloedkunnen en zenuwverzorging gevaarlijke nabloedingen optreden. van de keelamandel, tonsilla palatina. De tonsilla palatina is van het tonsillenbed losgemaakt en naar craniaal verplaatst. Afb. 3.64 <

Diepe halsgebied 3.65 Pre- en paravertebrale structuren van de hals en de bovenste thoraxapertuur, vooraanzicht. [18]Diepe halsgebied Diepe halsgebied 3.65 Pre- en paravertebrale structuren van de hals en de bovenste thoraxapertuur, vooraanzicht. [18] 3.65 Pre- en paravertebrale structuren van de hals en de bovenste thoraxapert 1 1 2 anterior 2Arcus atlantis 3 3 4 4sympathicus 5 profunda 5Lamina = prevertebralis van de fascia colli 6 6 Plexus cervicalis 7 7 N. vertebralis Ramus muscularis van de a. vertebralis A Plexus cervicalis Ganglion cervicale superius A A. thyreoidea inferior M. scalenus anterior superior superior medius medius A. subclavia inferior A. subclavia inferior A. transversa colli A. transversa colli A. cervicalis superficialis A. cervicalis superficialis A. suprascapularis A. suprascapularis A. thoracica interna A. thoracica interna thyreocervicalis thyreocervicalis Cupula pleurae costocervicalis A. intercostalis suprema Ganglion cervicothoracicum = stellatum A. thoracica interna Costa I Ductus thoracicus N. laryngeus recurrens Cupula pleurae een bronchuscarcinoom in het gebied van dede longaan linker zijde is de lamina profunda (prevertebralis) Ä Bij toppen kunnen de aangrenzende structuren zijn aan- Aan de linker zijde is de lamina profunda (prevertebralis) van de halsfascie in het bovenste gebied intact gelaten. De doorgang van de truncus sympathicus door het diepe blad van de halsfascie is zichtbaar. Om de a. vertebralis en de plexus cervicalis en brachialis weer te geven zijn de prevertebrale spieren aan de rechter zijde weggelaten. 182 A. cervicalis ascendens M. scalenus medius A. cervicalis M. scalenus anterior profunda A. cervicalis ascendens M. scalenus medius N. vertebralis Ramus muscularis van de a. vertebralis van de halsfascie in het bovenste gebied intact gelaten. De getast: delen van de plexus brachialis, n. phrenicus en van de truncus sympathicus door het diepe blad doorgang n. laryngeus recurrens, a. en v. subclavia, ganglion van de halsfascie is zichtbaar. Om de a. vertebralis en de stellatum (met het syndroom van Horner: vernauwde plexus cervicalis en brachialis weer te geven zijn de oogspleet, miosis en enoftalmie). prevertebrale spieren aan de rechter zijde weggelaten. Afb. 3.65 182

Overgang hals borstholte 3.66 Doorsnede van de hals ter hoogte van de 4e halswervel, craniaal aanzicht. [20] Overgang hals borstholte 3.66 Doorsnede van de hals ter hoogte van de 4e halswervel, craniaal aanzicht. [20] V. brachiocephalica sinistra Trachea Ganglion cervicale inferius A. carotis communis N. vagus N. laryngeus recurrens V. jugularis interna Oesophagus Ductus thoracicus A. suprascapularis en n. suprascapularis Cupula pleurae sinistra N. thoracicus longus M. levator scapulae Plexus brachialis A. subclavia A. cervicalis ascendens M. trapezius N. dorsalis scapulae N. cardiacus cervicalis superior M. scalenus medius A. thoracica interna sympathicus en ganglion cervicale medium De zenuwbanen in het gebied van de bovenste thoraxapertuur zijn vrijgemaakt door resectie van het binnenste gedeelte van de hals. Afb. 3.66 Topografie

Ductus thoracicus 1 3.67 Pleurakoepel van de linker zijde en aangrenzende structuren, vooraanzicht. [15] leurakoepel van de linker zijde en aangrenzende structuren, vooraanzicht. [15] Arcus ductus thoracici Pars cervicalis van de ductus thoracicus V. jugularis interna operatieve ingrepen n de linker zijde van de s kan bij beschadiging n de ductus thoracicus n chylusfistel ontstaan. jugularis sinister Nodi (cervicales) profundi inferiores subclavius sinister Nodus supraclavicularis Clavicula Costa I Cupula pleurae met fascia suprapleuralis = fascie van Sibson Pars thoracica van de ductus thoracicus De mondingen van de ductus I thoracicus, de truncus jugularis sinister en de truncus subclavius sinister in de linker venenhoek zijn hier zichtbaar tussen de v. jugularis interna en de v. subclavia. Afb. 3.67 >

Ductus thoracicus 2 3.68a c Verloop- en uitmondingsvarianten van de ductus thoracicus. [53] V. jugularis interna sinistra sinistra Ductus thoracicus a Ventraal verloop van de v. brachiocephalica sinistra V. cava superior b Opsplitsing in twee gangen in het uitmondingsgebied c Uitmonding van de ductus thoracicus in de v. jugularis interna sinistra Afb. 3.68 a-c <

sympathicus 3.69 Halsdeel van de grensstreng (truncus sympathicus). [20] N. vagus N. caroticus internus N. jugularis C 1 C 2 Ganglion cervicale superius C 3 C 4 Nn. carotici externi C 6 C 5 Rami laryngopharyngei C 7 C 8 Ganglion cervicale medium ThC 1 Ansa subclavia Ganglion cervicale inferius Ganglion thoracicum I N. cardiacus cervicalis superior N. cardiacus cervicalis medius N. cardiacus cervicalis inferior Ganglio stellatum Afb. 3.69