Primaire amenorroe: constitutioneel vertraagde puberteit of hormonale stoornis



Vergelijkbare documenten
Primaire amenorroe: constitutioneel vertraagde puberteit of hormonale stoornis

Puberteit. H.J. van der Kamp Kinderarts-endocrinoloog 15 januari 2019, NVKC

Centrale pubertas praecox. Onderwijs huisartsen Floor Neijens

Dokter, onze zoon/dochter pubert te vroeg/te laat. Dr. R. Zeevaert Kinderarts-endocrinoloog Jessa Ziekenhuis Hasselt

Pubertas praecox en pubertas tarda

Dokter, onze zoon/dochter is te klein/te groot. Prof. Dr. G. Massa Kinderarts-endocrinoloog Jessa Ziekenhuis Hasselt

Vrouwelijke (sub)fertiliteit

TRAGE OF AFWEZIGE PUBERTEIT BIJ MEISJES. Symposium VWVJ Leuven Dr Hilde Dotremont Kinderendocrinologie UZ Antwerpen

OEFENVRAGEN VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING OBSTETRIE & GYNAECOLOGIE(docent dhr.r.schats)

Nederlandse samenvatting

Richtlijn Primaire Amenorroe

De kliniek van de mannelijke (in)fertiliteit. dr W. de Ronde, endocrinoloog VU Medisch Centrum Amsterdam

Opsporing en verwijzing van puberteit - stoornissen in het CLB

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Externe QC. Judith Emmen Laboratorium Endocrinologie AMC Amsterdam. Externe QC laboratorium bepalingen.

Fertiliteitscentrum AZ Nikolaas Afspraken 03/ (ZH) 03/ (Privé) Fertiliteitsverpleegkundige 0473/ Website

Wanneer en hoe testosteron toedienen? Dr Inge Gies Dr David Unuane

Gynaecologie hormonen RozenbergSport.nl 5 maart 2012 pagina 1 / 5

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ALGEMENE INFORMATIE NORMALE CYCLUS. Versie 1.3. Datum Goedkeuring Verantwoording

Sexhormonen. Michael Fouraux & François Verheijen

Normale cyclus. Poli Gynaecologie

normale cyclus patiënteninformatie

Richtlijn Primaire Amenorroe

\ \\. De puberteit III I. r! II II!! i i. dr. $. M. Po F. de Muinck Keizer-$chrama

Pubertas tarda - Diagnostiek en Behandeling. Sas en Oostdijk 1 februari 2015

Diabetes en Puberteit

Nederlandse samenvatting

124 Dit proefschrift gaat over de oorzaken van vroeg folliculair verhoogde FSHspiegels bij vrouwen met een regelmatige cyclus. In de Introductie (hoof

GROEIHORMOONBEHANDELING VAN KINDEREN MET HET PRADER-WILLI SYNDROOM

Recent is breeduit gesproken over de jongere

Vruchtbaarheid na hoge doses geslachtshormonen ter groeiremming

3. DIAGNOSTIEK BIJ VERDENKING OP AGS IN DE NEONATALE PERIODE

3.1. DIAGNOSTIEK BIJ EEN NEONAAT MET AMBIGUE GENITALIA

Amenorroe en oligomenorroe

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

PCOS. Wat is PCOS? Bij wie komt PCOS voor? Onderzoek

Mijn kind is te dik Oorzaak, gevolg en behandeling. Rintveld, Altrecht

Vruchtbaarheid na behandeling met hoge doses geslachtshormonen ter groeiremming*

21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1)

Kinderen met obesitas en afbuigende lengtegroeicurve: ziekte van Cushing?

Beperking van de uiteindelijke lengte met hormonen

Psychosociale deprivatie als oorzaak van groeivertraging bij kinderen

Patiënteninformatie. Polycysteus ovarium syndroom (PCOS)

Kindergynaecologie: Pijnlijke menstruaties bij adolescenten

normale cyclus patiënteninformatie Inleiding Wat is een normale cyclus

De maandelijkse kans. Dr. R. Schats VUmc. Zwanger in de tijd. Diverse aspecten van infertiliteit. De maandelijkse kans en leeftijd

Normale cyclus. Patiënteninformatie Normale cyclus

Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie voortplanting 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

Consequenties van de veranderde berekening van de target height J.M.Wit 1, P.van Dommelen 2, W.Oostdijk 1

Opwekken van de eisprong (ovulatie-inductie)

Samenvatting. Samenvatting

Chapter 9. Samenvatting

INTERUNIVERSITAIRE GGS-OPLEIDING JEUGDGEZONDHEIDSZORG

Hypercortisolisme (of toch niet?)

De wetenschap achter igro

Medische begeleiding van mensen met Sotos syndroom

Testosteron en de ouder wordende man Hormonale aspecten van seksuele problematiek. Peter Leusink, huisarts, seksuoloog NVVS

Ovulatie-inductie. Gynaecologie. Beter voor elkaar

Vruchtbaarheid. Gynaecologie

a. Bereken met behulp van de QI de boven en ondergrens van je gewicht in kilo s.

PATIËNTENINFORMATIE. ADRENOGENITAAL SYNDROOM Informatie voor ouders/verzorgers

BEHANDELING VAN KLEINE LENGTE BIJ KINDEREN MET GROEIHORMOONDEFICIËNTIE

ERFELIJKHEID EN ZIEKTE. H.H. TAN, arts 2015

Nederlandse samenvatting

Proeve 512; Multipathologie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Wanneer spreken wij van grote lengte? Wat is de oorzaak van de grote lengte?

GROEIHORMOONBEHANDELING NA HEMATOPOIETISCHE STAMCELTRANSPLANTATIE

Menopauze, plaats voor HST? Jan Willem de Leeuw Gynaecoloog Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam

PCOS (Poly Cysteus Ovarium Syndroom)

Informatie. Opwekken van de eisprong (ovulatieinductie)

Schildklierafwijkingen en zwangerschap

Algemene discussie en samenvatting. Hoofdstuk 9 ALGEMENE DISCUSSIE, SAMENVATTING, EN AANWIJZINGEN VOOR TOEKOMSTIG ONDERZOEK

Aan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II. Geachte collegae,

BIJNIER. Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels. OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS

Leven met borstkanker

Sexhormonen. Michael Fouraux & François Verheijen

STANDAARD GROEI EN PUBERTAIRE ONTWIKKELING

Informatie. Opwekken van de eisprong. Ovulatie-inductie

Normale cyclus. Gynaecologie

BEHANDELING VAN KLEINE LENGTE BIJ KINDEREN MET GROEIHORMOONDEFICIËNTIE

Chapter 10. Samenvatting

De ontwikkeling van de schildklier bij de baby 3 Schildklierziekten 3 4. Schildklier en zwangerschap 6 8. Tot slot 9

Introductie in de Kinderendocrinologie. Prof Paul van Trotsenburg 15 januari 2019

Zwanger worden: via de natuurlijke weg of zijn er andere mogelijkheden?

Tweelingen in de groei

Informatie voor patiënten. PCOS (polycysteus ovariumsyndroom)

Traumatisch hersenletsel: Dr. Gerard M Ribbers Rijndam revalidatiecentrum & Erasmus MC Rotterdam

Onvervulde kinderwens: Wat te doen en vooral wanneer?

Groene, rode en oranje bolletjes. Rood bolletje, wat is er aan de hand?

het Prader-Willi syndroom

Oriënterend fertiliteitsonderzoek. Poli Gynaecologie

NHG-Standaard Amenorroe Eerste herziening

Evaluatie en behandeling van lange gestalte

Chapter 10. Nederlandse samenvatting

Maligne pleura exsudaat

Transcriptie:

Primaire amenorroe: constitutioneel vertraagde puberteit of hormonale stoornis J.C. van der Heyden, aios kindergeneeskunde, L.P.F. Janssens, kinderarts en prof. dr. S.L.S. Drop, kinderarts-endocrinoloog Inleiding Primaire amenorroe wordt gedefinieerd als het niet hebben van de menarche vóór de leeftijd van 15 jaar 1-3. Meestal gaat het om constitutioneel vertraagde puberteit 2,4,5. Soms echter is er een onderliggende aandoening. Het stellen van de differentiaaldiagnose alsook van de definitieve diagnose is complex. Aan de hand van twee casussen willen wij illustreren hoe lastig de diagnostiek kan zijn en hoe deze gestructureerd kan verlopen. Casus Patiënt A, een jonge vrouw van ruim 17 jaar oud, werd verwezen naar het kinderendocrinologisch spreekuur in verband met primaire amenorroe. Zij was aanvankelijk gezien door de internist wegens moeheid, lusteloosheid en depressieve gevoelens. Borstontwikkeling en schaambeharing begonnen op haar 12e jaar, maar een menarche had zij niet doorgemaakt. Zij volgde middelbaar schoolonderwijs, waarbij zij eenmaal doubleerde. De tractusanamnese vermeldde verder een normale psychomotore ontwikkeling en een normaal reukvermogen. Er waren geen klachten van hoofdpijn of misselijkheid. Bij het algemeen internistisch onderzoek werd een normaal geproportioneerd, enigszins adipeus meisje gezien zonder dysmorfieën. De lengte was 160 cm (SD: 1,5) bij een doellengte ( target height ) van 167 cm en het gewicht was 73 kg (SD: + 2,5). De puberteitsstadia volgens Tanner waren M3P4 3. Patiënte had normale vrouwelijke genitalia externa en het neurologisch onderzoek vertoonde geen bijzonderheden. De serumwaarden van follikelstimulerend hormoon (FSH), luteïniserend hormoon (LH), en oestradiol waren verlaagd, respectievelijk 0,2 U/l (referentiewaarden: 1,2-21), < 0,1 U/l (1,1-14,7) en < 0,02 nmol/l (0,03-1,03). Een gonadotropine-releasing - hormoon(gnrh)-test (toediening van GnRH 100 µg i.v., waarna de serumwaarden na 30 en 60 min worden bepaald) liet vrijwel geen stijging van de FSHen LH-waarden zien. Wij concludeerden dat patiënte hypogonadotroop hypogonadisme had. Bij verder onderzoek was de prolactineconcentratie in serum normaal. Een MRI van het cerebrum toonde een obstructieve hydrocefalus met een dilatatie van de zijventrikels en stenose van het aqueduct. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het hypogonadotrope hypogonadisme. Aanvullend laboratoriumonderzoek gaf geen aanwijzingen voor additionele hypofysaire uitval. Met name werden geen aanwijzingen gevonden voor deficiëntie van adrenocorticotroop hormoon (ACTH), thyroïdstimulerend hormoon (TSH) of groeihormoon. Patiënte werd verwezen naar een neurochirurgisch centrum, waar drainage plaatsvond. De klachten van moeheid en lichte depressiviteit verminderden daarna. Een jaar na de drainage vond de menarche plaats. Patiënt B, een jonge vrouw van 18 jaar oud, presenteerde zich op het kinderendocrinologisch spreekuur met primaire amenorroe. De tractusanamnese vermeldde geen bijzonderheden, met name geen cardiale, renale of KNO-problematiek. Zij volgde havoonderwijs. Opvallend in haar was de late menarcheleeftijd van zowel haar moeder (16 jaar) als haar oma (20 jaar). Bij lichamelijk onderzoek zagen wij een normaal geproportioneerd meisje zonder dysmorfieën, met een lengte van 170,5 cm (SD: 0), bij een doellengte van 166,5 cm, en een gewicht van 53 kg (SD: 1). De uitwendige genitalia hadden een normaal vrouwelijk aspect; er was in het bijzonder geen vergroting van de clitoris. De ontwikkeling van het schaamhaar had stadium 3 volgens Tanner bereikt, maar er was in het geheel geen borstontwikkeling (Tannerstadium M1). Algemeen neurologisch onderzoek liet geen bijzonderheden zien. Bij aanvullend laboratoriumonderzoek bleken de basale serumwaarden van FSH en LH verhoogd, respectievelijk 72 U/l en 15 U/l, en die van oestradiol verlaagd (< 0,02 nmol/l), waaruit bleek dat het ging om hypergonadotroop hypogonadisme. Chromosoomanalyse van lymfocyten toonde een normaal vrouwelijk 46XX-karyogram. Hiermee werd het uitgesloten. Noch door middel van echografie noch met MRI konden ovaria aangetoond worden. Bij echografie van het abdomen werd een normale uterus gezien. Er volgde laparoscopie, waarbij macroscopisch kleine, gladde, rudimentaire, dysgenetische gonaden werden gezien, waarop de diagnose XX-gonadale dysgenesie werd gesteld. Er werd gestart met inductie van de puberteit met estradiol, in opklimmende doseringen tot een dosering van 1 mg 1 maal daags. Hierdoor nam de borstontwikkeling duidelijk toe. Bij mammastadium M3 volgens Tanner werd, om onttrekkingsbloedingen te bewerkstelligen, dydrogesteron gedurende 14 dagen van de maand toegevoegd. Bespreking Fysiologie In het begin van de puberteit vindt er een toename plaats van de nachtelijke bloedwaarde van LH, onder invloed van de toegenomen GnRH-secretie door de macroneuronen van de hypothalamus (figuur 1) 6-9. 168 Medisch Journaal, jaargang 35, no. 4 2006

Met het stijgen van de leeftijd nemen vervolgens de frequentie en de amplitude van de pulsatiele LHsecretie toe en vindt LH-secretie ook gedurende de dag plaats. Daarnaast vindt er een toename van de amplitude en het aantal pulsen van het FSH plaats 2,6,9. LH stimuleert de ontwikkeling van het corpus luteum en de androgeenproductie door de theca-internacellen van het follikel 7,10. FSH stimuleert de vorming van het follikel, beïnvloedt de oestrogeenproductie door aromatisering van androgenen, en stimuleert de inductie van LH-receptoren op de granulosacellen van het follikel 7,10. Onder invloed van oestrogenen, die toegenomen zijn in hoeveelheid door een verhoogde secretie ten gevolge van de stijging van LH en FSH, nemen de lengtegroei en de secundaire geslachtskenmerken, zoals mammavorming, toe 7,9. Op de mediane leeftijd van 13 jaar en 2 maanden (uitersten: 10-15 jaar) vindt vervolgens de menarche plaats 3. In het begin is deze vaak anovulatoir. Pas gemiddeld 1-2 jaar later ontstaat er, onder invloed van positieve oestrogeenterugkoppeling en LH, een menstruele cyclus die regulair en ovulatoir is 6. Vertraagde puberteit De combinatie van primaire amenorroe (geen menarche vóór de 15e verjaardag) met het achterblijven van andere secundaire geslachtskenmerken moet worden gezien als vertraagde puberteit 1-3. Vertraagde puberteit is vervolgens in te delen in drie categorieën, te weten constitutioneel vertraagde puberteit, het uitblijven van puberteitsontwikkeling op basis van stoornissen in de hypothalamus-hypofyse-as (hypogonadotroop hypogonadisme), en het uitblijven van puberteitsontwikkeling op basis van ovariële disfunctie (hypergonadotroop hypogonadisme) 2. Constitutioneel vertraagde puberteit Constitutioneel vertraagde puberteit wordt gekenmerkt door een vertraagde ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken, zoals het niet bereiken van Tannerstadium M2 op de leeftijd van 13 jaar, of door een skeletleeftijd die achterloopt; daarbij heeft 90% van de patiënten een positieve 2,7,11. Hypogonadotroop hypogonadisme Patiënt A had hypogonadotroop hypogonadisme op basis van een hydrocefalus. Bij een congenitale aqueductstenose kan de verandering in de dynamiek van de liquorafvloed jaren gecompenseerd worden, waarbij symptomen gerelateerd aan de hydrocefalus, zoals amenorroe en psychische stoornissen, dan ook soms pas op volwassen leeftijd tot uiting komen 12. Na opheffing van de verhoogde intracraniële druk door drainage van de hydrocefalus, die mogelijk een relatieve GnRH-deficiëntie tot gevolg zou hebben, keerde de menstruatie bij de beschreven patiënten binnen enkele dagen tot maanden terug en namen de psychische klachten af 12. Zo ook bij patiënt A. Bij haar is de puberteitsontwikkeling waarschijnlijk ten gevolge van de hydrocefalus tot staan gekomen. Ook ontstonden er andere symptomen in de vorm van de beschreven depressieve gevoelens. Waarschijnlijk zijn deze te verklaren door toename van de intracraniële druk ten gevolge van de hydrocefalus 12. De differentiaaldiagnose van hypogonadotroop hypogonadisme is uitgebreider (tabel 1). Enkele van de genoemde ziektebeelden hebben meer symptomen dan de amenorroe en de vertraagde puberteitsontwikkeling. Zo is er bij het syndroom van Kallmann tevens anosmie 13,14. Tumoren kunnen zich daarnaast op allerlei manieren manifesteren. De belangrijkste tumor die verantwoordelijk is voor hypogonadotroop hypogonadisme is het craniofaryngioom, dat zich onder andere kan manifesteren in de vorm van visuele stoornissen en uitval van andere hypofysaire hormonen 13. Tabel 1. Differentiaaldiagnose bij jonge vrouwen met primaire amenorroe, achterblijvende secundaire geslachtskenmerken en normale vrouwelijke genitalia externa. constitutioneel vertraagde puberteit hypogonadotroop hypogonadisme hypothalame of hypofysaire disfunctie syndroom van Kallmann geisoleerde GnRH-deficientie (GnRH-receptorgenmutatie, GPR54-inactiverende mutatie) FSH- of LH-β-gendefect prolactinoom tumor, onder andere craniofaryngioom hydrocefalus multipele hypofysehormoondeficienties (panhypopituitarisme, PROP-1-gendefect) iatrogeen na radiotherapie of een operatie interferentie met de hypothalamus-hypofyse-as streng dieet fanatiek sporten anorexia nervosa chronische ziekte hypergonadotroop hypogonadisme 45XO of mozaiek: XX- of XY-gonadale dysgenesie androgeenongevoeligheidssyndroom FSH- of LH-receptordisfunctie gonadotropineresistentiesyndroom (savagesyndroom) galactosemie prematuur ovarieel falen bij auto-immuno-ooforitis prematuur ovarieel falen bij status na radio- of chemotherapie idiopathisch prematuur ovarieel falen Figuur 1. Schematische weergave van de hypothalamus-hypofyseas en de geslachtshormonen. Medisch Journaal, jaargang 35, no. 4 2006 GnRH = gonadotropine-releasing hormoon; FSH = follikelstimulerend hormoon; LH = luteiniserend hormoon. 169

Hypergonadotroop hypogonadisme Patiënt B had primaire amenorroe op basis van hypergonadotroop hypogonadisme. Zoals gezegd kon het, de meest voorkomende oorzaak van primair hypergonadotroop hypogonadisme, op grond van chromosoomanalyse uitgesloten worden. Vanwege de bereikte normale eindlengte was dit op voorhand al onwaarschijnlijk. Naast het syndroom van Turner moet er differentiaaldiagnostisch gedacht worden aan andere oorzaken van ovarieel disfunctioneren (tabel 1) 1. Bij vrouwen met een 46XX-karyotype, bij wie ook wel gesproken kan worden van prematuur ovarieel falen, kan er in de meeste gevallen geen specifieke, identificeerbare aandoening gevonden worden 15,16. Massin et al. beschreven recent dat er bij deze vrouwen in 50% van de gevallen echografisch een ovarium aantoonbaar was. Wanneer er door middel van laparoscopie ovariumweefsel voor histologisch onderzoek werd verkregen, bleek echter dat bij 70% geen folliculaire structuur herkenbaar was (zogenaamde streak ovaries ) 15. Deze slechte voorspelbaarheid van echografisch onderzoek werd al eerder beschreven 16,17. Er is geen strikte diagnostische of therapeutische indicatie voor laparoscopie, mede omdat de kans op maligne ontaarding in het kader van een laaggradig mozaïcisme met aanwezigheid van Y-chromosomaal materiaal als uiterst laag kan worden ingeschat 1,6,18. Retrospectief hadden de echoscopie en de MRI van het abdomen, alsmede de laparoscopie, bij onze patiënte dus geen diagnostische waarde. Diagnostiek Met een goede anamnese, een nauwkeurig lichamelijk onderzoek en een gestructureerd aanvullend onderzoek is het goed mogelijk om tot een diagnose te komen (tabel 2). Bij primaire amenorroe met afwezigheid van de secundaire geslachtskenmerken, waarbij er wel normale vrouwelijke genitalia externa zijn, is het stroomdiagram in figuur 2 betreffende het te verrichten aanvullend onderzoek goed te gebruiken. Door het bepalen van de basale waarde van het FSH en het LH in het bloed kan men direct het onderscheid maken tussen enerzijds constitutioneel late rijping of hypogonadotroop hypogonadisme en anderzijds hypergonadotroop hypogonadisme. Elke categorie heeft vervolgens een eigen, duidelijke differentiaaldiagnose met daaraan gerelateerd aanvullend onderzoek. Zoals eerder genoemd is er bij hypogonadotroop hypogonadisme een probleem op hypothalaam of hypofysair niveau. Het onderscheid met constitutioneel late rijpheid kan moeilijk te maken zijn. Een GnRH-test is het eerstaangewezen onderzoek voor de differentiatie. Mogelijk kan met een GnRH-agonist-test het onderscheid beter gemaakt worden 19. Een belangrijke volgende stap is het uitsluiten van een prolactinoom, alsmede het bepalen van eventuele additionele uitval van de hypofysaire functie. Bij een prolactinoom wordt de GnRH-secretie van de hypothalamus onderdrukt door de verhoogde prolactinewaarde. Tevens dient beeldvorming plaats te vinden om een (ruimteinnemende) afwijking of een hydrocefalus aan te tonen dan wel uit te sluiten. In geval van hypergonadotroop hypogonadisme ligt het probleem op ovariumniveau. Aan de aandoening kan een anatomisch of functioneel probleem van de ovaria ten grondslag liggen. Karyotypering moet worden verricht. Zo kunnen aanwijzingen gevonden worden voor het, het andro- Tabel 2. Specifieke aandachtspunten bij de te verrichten anamnese bij vrouwen met primaire amenorroe, achterblijvende secundaire geslachtskenmerken en normale vrouwelijke genitalia externa Specifieke aandachtspunten Mogelijke onderliggende aandoening constitutioneel vertraagde puberteit geboortegewicht groeicurven hypogonadotroop hypogonadisme schoolprestaties depressie, gedragsveranderingen lengtegroei visus, hemianopsie polydipsie, polyurie stress excessieve training doelbewust te veel afvallen, anorexia nervosa reukvermogen algemene internistische anamnese galactorroe hypergonadotroop hypogonadisme neonatale anamnese: lymfoedeem recidiverende of chronische otitiden cardiale of renale problematiek in voorgeschiedenis neurologische ontwikkeling auto-immuunziekten radio- of chemotherapie in de voorgeschiedenis schoolprestaties ruimte-innemende afwijking, hydrocefalus ruimte-innemende afwijking, hydrocefalus klein: chronische ziekte; lang of normaal: geïsoleerde GnRH-deficiëntie ruimte-innemende afwijking (craniofaryngioom) diabetes insipidus bij craniofaryngioom syndroom van Kallmann syndroom van Kallmann: autosomaal recessief of dominant; geïsoleerde GnRH-deficiëntie: autosomaal recessief chronische ziekte prolactinoom, galactosemie auto-immuunoöforitis prematuur ovarieel falen bij status na radio- of chemotherapie galactosemie (langzame IQ-daling) galactosemie: autosomaal recessief GnRH = gonadotropine-releasing hormoon. 170 Medisch Journaal, jaargang 35, no. 4 2006

geenongevoeligheidssyndroom of voor prematuur ovarieel falen. Hoewel er in theorie verschillende oorzaken voor laatstgenoemd probleem mogelijk zijn, blijkt in de praktijk dat in de meeste gevallen de oorzaak onbekend blijft. Conclusie Er is een uitgebreide differentiaaldiagnose bij jonge vrouwen met primaire amenorroe, achterblijvende secundaire geslachtskenmerken en normale vrouwelijke genitalia externa. Door middel van een gerichte anamnese met daarna een bepaling van de serumwaarden van FSH en LH kan men beter differentiëren tussen constitutioneel vertraagde puberteit, hypogonadotroop hypogonadisme en hypergonadotroop hypogonadisme. Vervolgens dient gestructureerd onderzoek plaats te vinden om de differentiaaldiagnose van deze afzonderlijke categorieën uit te werken en zo tot een diagnose te komen. Samenvatting Primaire amenorroe bij een jonge vrouw met normale vrouwelijke genitalia externa waarbij secundaire geslachtskenmerken ontbreken, ook wel pubertas tarda genoemd, kent een uitgebreide differentiaal diagnose. Men kan het opdelen in drie categorieën, te weten constitutioneel vertraagde puberteit, vertraagde puberteit ten gevolge van een stoornis ter hoogte van de hypothalame-hypofysaire as, oftewel hypogonadotroop hypogonadisme, en vertraagde puberteit ten Figuur 2. Stroomdiagram voor de diagnostiek bij jonge vrouwen met primaire amenorroe, achterblijvende secundaire geslachtskenmerken en normale vrouwelijke genitalia externa. FSH = follikelstimulerend hormoon; LH = luteïniserend hormoon; GnRH = gonadotropine-releasing hormoon. Medisch Journaal, jaargang 35, no. 4 2006 171

gevolge van een dysfunctie op ovarieel niveau, ook wel hypergonadotroop hypogonadisme genoemd. Twee casus die in relatie staan met de twee laatstgenoemde categorieën worden besproken. Aan de hand van deze twee casus wordt duidelijk dat een gerichte anamnese samen met bepaling van het FSH en LH in het serum helpt te differentiëren tussen deze drie categorieën. Gestructureerd onderzoek dient vervolgens plaats te vinden om de differentiaal diagnose van de afzonderlijke categorieën uit te werken en zo tot een diagnose te komen. Bronvermelding Dit artikel is gepubliceerd in Ned Tijdschr Geneesk 2006; 150: 1433-1438. Literatuur 1. Huffman JW. Delayed female sexual maturation. How to approach differential diagnosis. Postgrad Med 1985; 78: 239-242, 245-250, 253-260. 2. Reiter EO, Lee PA. Delayed puberty. Adolesc Med 2002; 13: 101-118. 3. Mul D, Fredriks AM, Buuren S van, Oostdijk W, Verloove-Vanhorick SP, Wit JM. Pubertal development in the Netherlands 1965-1997. Pediatr Res 2001; 50: 479-486. 4. Albanese A, Stanhope R. Investigation of delayed puberty. Clin Endocrinol (Oxf) 1995; 43: 105-110. 5. Galle PC, McRae MA. Amenorrhea and chronic anovulation. Finding and addressing the underlying cause. Postgrad Med 1992; 92: 255-260. 6. Traggiai C, Stanhope R. Delayed puberty. Best Pract Res Clin Endocrinol Metab 2002; 16: 139-151. 7. Blondell RD, Foster MB, Dave KC. Disorders of puberty. Am Fam Physician 1999; 60: 209-218, 223-224. 8. Ducharme JR, Collu R. Pubertal development: normal, precocious and delayed. Clin Endocrinol Metab 1982; 11: 57-87. 9. Wennink JMB, Delemarre-van de Waal HA, Schoemaker R, Schoemaker H, Schoemaker J. Luteinizing hormone and follicle stimulating hormone secretion patterns in girls throughout puberty measured using highly sensitive immunoradiometric assays. Clin Endocrinol (Oxf) 1990; 33: 333-344. 10. Treffers PE, Heintz APM, Keirse MJNC, Rolland R. Fysiologie van de voortplanting. In: Treffers PE, Heintz APM, Keirse MJNC, Rolland R, redacteuren. Obstetrie en gynaecologie. De voortplanting van de mens. 2e dr. Utrecht: Bunge; 1995. p. 35-44. 11. Argente J. Diagnosis of late puberty. Horm Res 1999; 51 (Suppl 3): 95-100. 12. Lee J, Kim JH, Kim JS, Kim TS, Jung S, Kim SH, et al. Secondary amenorrhea caused by hydrocephalus due to aqueductal stenosis: report of two cases. J Korean Med Sci 2001; 16: 532-536. 13. Hoffman B, Bradshaw KD. Delayed puberty and amenorrhea. Semin Reprod Med 2003; 21: 353-362. 14. Iovane A, Aumas C, de Roux N. New insights in the genetics of isolated hypogonadotropic hypogonadism. Eur J Endocrinol 2004; 151(Suppl 3):U83-88. 15. Massin N, Czernichow C, Thibaud E, Kuttenn F, Polak M, Touraine P. Idiopathic premature ovarian failure in 63 young women. Horm Res 2006; 65: 89-95. 16. Anasti JN. Premature ovarian failure: an update. Fertil Steril 1998; 70: 1-15. 17. Massin N, Gougeon A, Meduri G, Thibaud E, Laborde K, Matuchansky C, et al. Significance of ovarian histology in the management of patients presenting a premature ovarian failure. Hum Reprod 2004; 19: 2555-2560. 18. Queipo G, Zenteno JC, Pena R, Nieto K, Radillo A, Dorantes LM, et al. Molecular analysis in true hermaphroditism: demonstration of low-level hidden mosaicism for Y-derived sequences in 46,XX cases. Hum Genet 2002; 111: 278-283. 19. Kauschansky A, Dickerman Z, Phillip M, Weintrob N, Strich D. Use of GnRH agonist and human chorionic gonadotrophin tests for differentiating constitutional delayed puberty from gonadotrophin deficiency in boys. Clin Endocrinol (Oxf) 2002; 56: 603-607. 172 Medisch Journaal, jaargang 35, no. 4 2006