De verspreiding van christendom en islam in de periode 500 tot 1000. Lesbrief



Vergelijkbare documenten
De verspreiding van christendom en islam in de periode 500 tot Docentenhandleiding

Taalgericht vakonderwijs binnen geschiedenis. Vakgericht taalonderwijs, betoog, taalsteun

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Kwalen aan de bloedsomloop

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Verspreiding christendom vmbo12

Verspreiding Christendom - HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Ontstaan islam vmbo12

Verspreiding christendom vmbo12

Ontstaan islam vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het Christendom. Naam:

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor de islam. Naam:

Werkbladen basisonderwijs. Naam leerling:

3. Waarom zijn er zoveel mensen in het huis? 4. Wat wil Mohammed doen?

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Aardrijkskunde hoofdstuk 3 paragraaf 1

Sofie Van Butsele Scriptie Stadsvisioenen Les 7, 2 de graad

1 Monnikenwerk KLOOSTER MONNIKEN. Jorik is bang dat hij straf krijgt van de broeder, omdat hij een appel van het klooster wilde stelen.

De opkomst van het christendom

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Verspreiding Christendom hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Wereldgodsdiensten* hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Werkbladen Voortgezet onderwijs. Naam leerling:

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Geloven - Ontstaan en verspreiding Islam

Samenvattingen Geloof ABC

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

een zee Volksverhuizingen Het Romeinse Rijk is heel rijk. Veel volkeren willen een deel van die rijkdom.

Franciscus is de nieuwe paus

DOCUMENTEN ISLAM LAGER ONDERWIJS

Voorbereidende les Cool in Sjoel!

Geschiedenis hoofdstuk 3

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Mensen en Regels. Hoofdstuk 1B5

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Het christendom. : *nog een hoofdstad *de christenen werden belangrijker in Europa *het kloosterleven *begrippen

Tijd van Monniken en ridders: Het Christendom

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

GG - Godsdienst en Steden-Nieuw

Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk

Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad:

Wereldgodsdiensten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in

Kruistocht in Spijkerboek opdracht

Thors eik, die naam kennen we hier in de omgeving. Thors eik, dat werd zo n 1400 jaar geleden iets anders geschreven. Thornspiic oftewel Doornspijk

Dagboek Sebastiaan Matte

Kenmerken islam hv123

Spreekbeurt Levensbeschouwing Islam

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

Samenvattingen Geloof ABC

Kenmerken islam hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Kenmerken islam hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Jessica Huizer. aardrijkskunde

6,5. Samenvatting door J woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2

Het WOORD van GOD. Emmaus Correspondence School te Dubuque, U.S.A. (Dutch The Word of God )

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Abdul Fatah al-sisi 90% is moslim, 10% is christen

Waarom zijn we hier op aarde?

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1. Les 1 - De oorsprong van de Bijbel. In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Geloven - Ontstaan en verspreiding Islam

Het koninkrijk van God vlakbij

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders

Introductie. De val van het Romeinse Rijk 2.1

Getuigend christen zijn (1)

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Kenmerken islam hv123

> Kijk naar afbeelding 1.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Strategieles Verbanden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

De klassieke tijdlijn

Marrakesh. nemen je nu op rondreis door de stad Marrakesh, met haar mooie gebouwen en rijke cultuur. Al je zintuigen

Begeleide interne stage

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS. 732: Karel Martel verslaat de Arabieren bij Poitiers

Voordoen (modelen, hardop denken)

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

Samenvatting Geschiedenis H3: de vroege middeleeuwen

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

Deze bijeenkomst gaat over Jezus en over de verschillende namen die er voor Jezus zijn.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Het Christendom in Rome

In het voetspoor van...

5 manieren om Samsam te gebruiken

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

TL 3 PERIODE 2 DE ISLAM

Opdracht 1 1. Je krijgt van je juf of meester een foto. Bekijk je foto goed. 3. Zoek samen nog twee klasgenoten met een andere foto.

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

Genade voor de werelden

leerwerkboek leerwerkboek Naam ISBN

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Transcriptie:

De verspreiding van christendom en islam in de periode 500 tot 1000 Lesbrief

Colofon Platform Taalgericht Vakonderwijs, Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede, 2009 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren dan wel op andere wijze te verveelvoudigen. Auteurs Regine Bots (CEDgroep), Carla van Boxtel (ILO, Amsterdam), Elsbeth van der Laan (SLO), In opdracht Ministerie van OCW Vormgeving: Illustraties: Productie: Druk: Mooi Bedacht, Almelo Ineke Koene, Enschede Axis, Enschede Netzodruk, Enschede Bij het verkrijgen van toestemming, het achterhalen en voldoen van de rechten op teksten, illustraties, enz. is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks personen of instanties zijn die rechten menen te kunnen doen gelden op tekstgedeeltes, illustraties, enz. van een module, dan worden zij verzocht zich in verbinding te stellen met SLO. In samenwerking met: CED Groep, Rotterdam Instituut voor Lerarenopleidingen (ILO), Universiteit van Amsterdam SLO, Enschede KPC Groep, 's-hertogenbosch d Oultremontcollege, Drunen Besteladres SLO, Stichting Leerplanontwikkeling, Afdeling Verkoop Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) 4840 305 Internet: www.slo.nl / www.taalgerichtvakonderwijs.nl E-mail: verkoop@slo.nl AN 5.3792.236 www.taalgerichtvakonderwijs.nl

Inhoud Inleiding 4 Opdracht 1 Oriëntatie 4 Wat ga je doen? 4 Waar word je beter in? 5 Opdracht 2 Belangrijke woorden 5 Hoofdstuk 1 De verspreiding van het christendom 6 Opdracht 3 Wat weet je? 6 Opdracht 4 Lees de kaart 6 Opdracht 5 Lees de teksten 6 Opdracht 6 De verandering beschrijven 9 Hoofdstuk 2 De verspreiding van de islam 10 Opdracht 7 Lees de teksten 10 Opdracht 8 De verandering beschrijven 13 Hoofdstuk 3 Het klooster 14 Opdracht 9 14 Hoofdstuk 4 Christendom en islam op de kaart 15 Opdracht 10 Speel het spel 15 Opdracht 11 Maak zelf een toelichting bij de kaart 16 Opdracht 12 Maak samen een toelichting bij de kaart 17 3

Inleiding Inleiding Opdracht 1 Oriëntatie In deze lessen hebben we het over de verspreiding van het christelijke en islamitische geloof. De resultaten van die verspreiding zie je misschien ook in jouw klas. Bespreek de vragen klassikaal. a. Welke geloven zijn er in jouw klas? b. Welke godsdiensten komen nog meer in Nederland voor, denk je? c. Vijftig jaar geleden waren er in Nederland nog geen moskeeën. Nu wel. Waar heeft deze verandering mee te maken, denk je? Ik denk dat er nu moskeeën in Nederland staan, omdat..... Wat ga je doen? Het christendom is al heel lang de grootste godsdienst in Nederland. De oudste kerkjes in Nederland zijn al meer dan 1000 jaar oud. De islam is nog niet zo lang aanwezig in Nederland. In de Arabische landen is het al eeuwenlang de belangrijkste godsdienst. Hoe komt het eigenlijk dat in Europa het christendom de belangrijkste godsdienst is en in de Arabische landen de islam? Dat heeft te maken met de verspreiding van het christendom en de verspreiding van de islam in de periode van 500 tot 1000 na Christus. Je gaat in deze lessen onderzoeken hoe het christendom en de islam zich verspreidden in deze periode. In de laatste opdracht doe je een spel waarbij je alles wat je leert over de verspreiding van geloven nodig hebt. 4

Inleiding Waar word je beter in? De verspreiding van het christendom en de verspreiding van de islam zijn belangrijke veranderingen in de geschiedenis. Je leert in deze lessen: Hoe het christendom en de islam zich verspreidden tussen 500 en 1000. De begrippen waarmee je deze veranderingen beschrijft. Hoe je een verandering (namelijk verspreiding van een geloof) in de geschiedenis kunt beschrijven. Opdracht 2 Belangrijke woorden Maak deze opdracht in tweetallen. Je leert in deze lessen onderstaande woorden. Deze woorden heb je later nodig om de verspreiding van het christendom en de islam te beschrijven. Zet de woorden op de juiste plek in de tabel. Bespreek de opdracht klassikaal na. Het Arabische Rijk Het Frankische Rijk Het klooster De moskee De profeet Jezus Christus De Islam De bisschop De moslims De verspreiding Het christendom De kaliefen Mohammed Het ontstaan Willibrord Clovis De kerk De monnik De Paus De christenen Mekka Rome Spanje Ierland Arabisch schiereiland Woorden die horen bij christendom Woorden die horen bij christendom en islam Woorden die horen bij islam Woorden die je nog niet kent of waarvan je niet weet waar ze passen 5

Hoofdstuk 1 De verspreiding van het christendom Deze lessen gaan over de periode 500 tot 1000. Het christendom was al eerder ontstaan. Daar heb je als het goed is al les over gehad. Opdracht 3 Wat weet je? Wat weet je over het ontstaan van het christendom? Geef in tweetallen antwoord op de volgende vragen. Bespreek de opdracht klassikaal na. a. Het christendom ontstond in Palestina, het gebied waar Jezus Christus woonde. Hoe heet dat land nu? Opdracht 5 Lees de teksten Werk samen in een groepje van twee. Verdeel de taken. Eén van jullie leest de tekst De verspreiding van het christendom in het Frankische Rijk (op bladzijde 7) hardop voor. De ander schrijft de moeilijke woorden die je in de tekst tegenkomt op. Als één van jullie een woord hoort dat hij of zij moeilijk vindt en waar je samen de betekenis niet goed van snapt schrijf je het moeilijke woord op. Draai de rollen om bij de tekst De verspreiding van het christendom naar Nederland (op bladzijde 8). Je bespreekt daarna de moeilijke woorden met de rest van de klas. b. Wanneer is het christendom ontstaan? Moeilijk woord Betekenis (na bespreking in de klas) c. Waar geloven christenen in? Opdracht 4 Lees de kaart Bekijk kaart 1 op bladzijde 7. Kijk goed naar de legenda. In welke periode is het gebied dat nu Frankrijk is christelijk geworden? 6

Hoofdstuk 1 1.1 De verspreiding van het christendom in het Frankische Rijk De meeste Franken geloven in natuurgoden Rond 500 verdween het Romeinse Rijk in West-Europa. In het gebied dat nu Frankrijk is kwam het Frankische Rijk. In dat rijk waren in die tijd nog weinig mensen christen. De meeste Franken geloofden in natuurgoden. Rijk groter te maken. Daarbij kon hij goed de hulp van de paus in Rome gebruiken. De paus was de leider van de christelijke kerk en had in die tijd een eigen leger. In de zesde eeuw wordt het Frankische Rijk christelijk Veel mensen in het Frankische Rijk volgden het voorbeeld van hun koning. Ze bekeerden zich tot het christendom. Rond 600 was het Frankische rijk helemaal christelijk. De Frankische koning Clovis laat zich dopen Koning Clovis, liet zich in 498 tot christen dopen. Dat deed hij toen hij een belangrijke veldslag won. Hij had voor die veldslag de god van de christenen om steun gevraagd. Maar de koning had nog een andere reden om christen te worden. Hij probeerde het Frankische Noord Zee Christelijk gebied rond 300 Christelijk gebied rond 600 Belangrijke kerken Belangrijke kloosters Atlantische Oceaan Rijn Trier Tours Luxeuil Do nau Milaan Bobbio Marseille Lérins Nursia Constantinopel Zwarte Zee Pontus Kaspische Zee Cassino Tigris Vivarium Antiochië Eufraat Middellandse Zee Alexandria Caesarea Jeruzalem Bethlehem Perzisc he Golf Kaart 1. De verspreiding van het christendom tussen 1 en 600 Nijl Rode Zee 7

Hoofdstuk 1 1.2 De verspreiding van het christendom in de Nederlandse gebieden Bewoners van Nederlandse gebieden geloven in natuurgoden Op de kaart zie je dat rond 600 grote delen van Europa christelijk waren. Christenen bouwden daar kerken om samen te kunnen bidden. Ze bouwden ook kloosters. In kloosters besteedden monniken en nonnen hun hele leven aan God. In het gebied dat nu het noorden van Nederland is, woonden rond 600 de Friezen. Zij geloofden in die tijd in natuurgoden. Monnik Willibrord komt naar Nederland Een aantal monniken trok vanuit Engeland en Ierland naar het vasteland. Ze wilden mensen tot het christendom bekeren. In 690 kwam de monnik Willibrord vanuit een Iers klooster naar de Nederlanden. Hij wilde de Friezen bekeren. Die woonden in die tijd in het gebied ten noorden van Utrecht. Er hadden al eerder monniken geprobeerd de Friezen te bekeren. Dat bleek niet eenvoudig. De Friezen hadden al een kerkje in Utrecht vernield. Daarom ging Willibrord op zoek naar steun. Hij bracht verschillende bezoeken aan de Frankische koning en de paus in Rome. De paus benoemde hem tot bisschop van de Friezen. In 696 vestigde Willibrord zich in Utrecht. Daar bouwde hij een kerk: de Sint-Salvator. Tussen 600 en 800 worden de Nederlandse gebieden christelijk Vanuit Utrecht trok Willibrord het land van de Friezen in. Hij vertelde de mensen over het christelijke geloof. Willibrord had nog niet zo veel succes met het bekeren van de Friezen. Maar na hem kwamen er nog andere bisschoppen in Utrecht. Steeds meer Friezen bekeerden zich tot het christendom. Rond 800 was het gebied dat nu bij Nederland hoort helemaal christelijk. 8

Hoofdstuk 1 Opdracht 6 De verandering beschrijven De teksten 1.1 en 1.2 beschrijven de verspreiding van het christendom. Dit is een voorbeeld van een historische verandering. Als je een verandering in de geschiedenis beschrijft, vertel je hoe de situatie eerst was, wat er toen gebeurde en hoe de situatie daarna was. Het moet daarbij ook duidelijk zijn wanneer en waar iets was. a. Zet de vetgedrukte kopjes van tekst 1.1 en 2.2 op de goede plaats in de schema s hieronder. Er moet één kopje in elk blokje komen. b. Vul in elk blokje in wanneer en waar het was. Kijk daarvoor goed naar de tijd- en plaatsaanduidingen in de teksten. c. Een of twee groepjes vertellen in eigen woorden hun schema na. De verspreiding van het christendom in het Frankische Rijk Hoe de situatie eerst was: Wat er toen gebeurde: Hoe de situatie daarna was: De verspreiding van het christendom in de Nederlandse gebieden Hoe de situatie eerst was: Wat er toen gebeurde: Hoe de situatie daarna was: 9

Hoofdstuk 2 De verspreiding van de islam De islam ontstond in de zesde eeuw. Mohammed is de stichter van de islam. Hij woonde op het Arabische schiereiland dat je op kaart 2 ziet. Dit gebied heet nu Saoedi-Arabië. Opdracht 7 Lees de teksten Werk samen in een groepje van twee. Eén van jullie leest de tekst 2.1 De verspreiding van de islam op het Arabische schiereiland hardop voor. De ander schrijft de moeilijke woorden die je in de tekst tegenkomt op. Bij de tekst 2.2 De verspreiding van de islam in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje draai je de rollen om. Je bespreekt straks de moeilijke woorden in de klas. Moeilijk woord Betekenis (na bespreking in de klas) 10

Hoofdstuk 2 2.1 De verspreiding van de islam op het Arabisch schiereiland Arabische stammen geloven in allerlei goden Op het Arabische schiereiland woonden rond het jaar 500 verschillende Arabische stammen. De meeste stammen geloofden in allerlei goden. In Mekka stond een kubusvormig gebouw -de Ka aba- waar allerlei goden werden vereerd. Er was ook een kleine groep joden en christenen die in één god geloofden. Mohammed wordt de profeet van Allah Mohammed werd in 570 in Mekka geboren. Mohammed werd al jong wees en groeide op bij zijn oom. Hij trouwde met een rijke weduwe. Mohammed leidde haar karavanen. Tijdens de vastenmaand in het jaar 610 trok Mohammed zich terug in de bergen. Daar verscheen de aartsengel Gabriël aan hem. Deze zei hem dat er geen andere god dan Allah is en dat hij de profeet (boodschapper) van Allah was. Hij had de opdracht om anderen tot de islam te bekeren. Mohammed vertelde anderen over de islam en dat iedereen moslim kon worden. In het begin werden vooral arme mensen en slaven moslim. Mohammed leefde sober. Hij gaf wat hij niet direct nodig had aan de armen. De heersers in Mekka moesten niets van het nieuwe geloof hebben. Mohammed vluchtte naar Medina. Hij vocht tegen zijn tegenstanders en kwam in 630 als overwinnaar terug in Mekka. Het Arabische schiereiland is islamitisch Mohammed was succesvol in het verspreiden van de islam. Bij zijn dood in 632 was een groot deel van het Arabische schiereiland islamitisch. Kaspische Ze e Frankische Rijk Spanje Rome Zwarte Zee Constantinopel Middellandse Zee Jeruzalem Ro de Zee Islamgebied tot 632 Mekka Uitbreiding Islam tot 661 Uitbreiding Islam tot 750 Kaart 2. De verspreiding van de islam tot 750. 11

Hoofdstuk 2 2.2 De verspreiding van de islam op het Arabisch schiereiland De Arabieren veroverden in de achtste eeuw ook het gebied dat nu Spanje is. Cordoba werd de nieuwe hoofdstad van dit gebied. Het werd net zo n bloeiende stad als Bagdad, de hoofdstad van het Arabische Rijk. In Cordoba werd een prachtige moskee gebouwd, die je nog steeds kunt bezoeken. In Spanje bekeerden veel mensen zich tot de islam. Er bleven ook joden en christenen wonen. Die mochten hun geloof houden, maar moesten zich wel aan allerlei regels houden en meer belasting betalen. Sommige joden en christenen kregen belangrijke banen in het Kalifaat van Cordoba. Jodendom, christendom en geloof in meer goden Het Arabische schiereiland was rond 600 al islamitisch. Maar de andere gebieden in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Europa waren dat niet. Daar waren mensen joods of christelijk. Of ze geloofden in meerdere goden. Arabische kaliefen breiden het Arabische Rijk uit De opvolgers van Mohammed heetten kaliefen. De kaliefen stichtten een groot rijk: het Arabische Rijk. Ze veroverden grote gebieden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De Arabieren namen bij hun veroveringen hun geloof mee, maar ook de Arabische taal, kunst en cultuur. In de veroverde gebieden namen veel mensen het islamitische geloof en de Arabische gebruiken over. Overal in het Arabische Rijk werden moskeeën gebouwd. Het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje zijn islamitisch Rond 800 hoorden het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje bij het Arabische Rijk. De islam was in deze gebieden de belangrijkste godsdienst geworden. Spanje werd een paar eeuwen later weer christelijk. Rond 1000 viel het Kalifaat uit elkaar in kleine rijkjes. De christenen veroverden vanuit het noorden stukje bij beetje het Arabische Spanje. Aan het einde van de vijftiende eeuw werd heel Spanje weer bestuurd door een christelijke koning. Moslims en joden moesten zich toen bekeren tot het christendom of het land verlaten. 12

Hoofdstuk 2 Opdracht 8 De verandering beschrijven Je gaat nu de verspreiding van de islam beschrijven. Je vult de blokjes op het werkblad in door de informatie uit de tekst in een of twee zinnen samen te vatten. Geef ook aan wanneer het was en waar. Je mag overleggen met een klasgenoot. De verspreiding van de islam op het Arabische schiereiland Hoe de situatie eerst was: Wat er toen gebeurde: Hoe de situatie daarna was: De verspreiding van de islam in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje Hoe de situatie eerst was: Wat er toen gebeurde: Hoe de situatie daarna was: 13

Hoofdstuk 3 Het klooster Kloosters speelden een belangrijke rol in de verspreiding van het christendom in Europa. Je hebt al gelezen dat Willibrord een monnik was uit een Iers klooster. In deze opdracht leer je hoe zo n klooster er in die tijd uitzag en hoe mensen daar leefden. Bespreek eerst met elkaar het volgende: 1. Hoe onthouden jullie wat jullie zien? Wat voor tips kunnen jullie elkaar geven? 2. Wie kijkt naar wat als hij of zij aan de beurt is? Verdelen jullie de tekening in stukken? 3. Wat zou je van deze opdracht kunnen leren? 4. Ga aan de slag! Opdracht 9 Jullie gaan straks met z n vieren een tekening maken van een middeleeuws klooster. Daarvoor moet je goed samenwerken! Geef iedereen in jullie groepje een nummer van 1 tot 4. De docent heeft een tekening van een klooster. Eerst mag nummer 1 naar voren komen. Dan mag hij of zij 20 seconden naar de tekening kijken. Vervolgens loopt hij of zij terug en tekent in 1 minuut wat hij of zij gezien heeft. Je moet dus heel goed kijken wat je op de tekening ziet! Daarna gaat nummer 2 van jullie groepje 20 seconden kijken. Ook die krijgt 1 minuut de tijd. Zo gaat het verder tot iedereen geweest is. Daarna mag iedereen nog 1 keer naar voren. Jullie moeten allemaal steeds heel goed opletten wat er getekend wordt. Als je dan zelf op de tekening bij de docent mag kijken, moet je vooral letten op de dingen die nog niet op de tekening staan! 5. Je krijgt van je docent de tekening van het klooster. Welk groepje heeft de beste tekening gemaakt? 6. Lees hieronder wat er allemaal in een klooster gebeurde. Waar in het klooster gebeurde dat volgens jullie? Geef elk nummer een plaats in de tekening. 1. Monniken schreven Bijbelteksten en Griekse en Romeinse boeken over (de boekdrukkunst bestond nog niet!). 2. Monniken gaven kinderen die in het klooster werden opgenomen onderwijs. 3. Kloosters gaven onderdak aan mensen die op reis waren. 4. Monniken gingen wel vijf of zes keer per dag naar de kloosterkerk om te bidden, te zingen en te lezen uit de Bijbel. 5. Monniken zorgden voor hun eigen voedsel door op het land te werken en vee te houden. 6. Kloosters zorgden voor zieken en armen. 14

Hoofdstuk 4 Christendom en islam op de kaart Opdracht 10 Speel het spel Je speelt in je groepje van vier een spel. Bij het spel moet je je kennis over de verspreiding van het christendom en de islam gebruiken. Je krijgt van je docent de materialen voor het spel. Lees eerst de spelregels hieronder. Taken verdelen Verdeel in je groepje de volgende taken: Spelleider: Materiaalbaas: Tijdbewaker: Verslaggever: Wat heb je nodig? Een spelbord Vragenkaartjes Een rode en blauwe pen Een dobbelsteen. Hoe werkt het? De materiaalbaas knipt de vragenkaartjes uit. De spelleider legt het spelbord opengevouwen op de tafel en verdeelt de kleine vragenkaartjes. Elk tweetal binnen jullie groepje krijgt de helft van de vragenkaartjes (evenveel over het christendom als over de islam) en een rode of een blauwe pen. De verslaggever zet de namen op het spelbord en schrijft straks de toelichting op. De tijdbewaker houdt de tijd in de gaten. Gooi om beurten met de dobbelsteen. Wie het hoogste aantal ogen gooit mag beginnen. Gooi met de dobbelsteen. Als je 1, 3 of 5 gooit, krijg je van je tegenspelers een vraag over de islam. Is het antwoord goed, dan mag je een moskee intekenen in een land waar jullie denken dat hij in het jaar 1000 stond! Let op: soms moet je het goede antwoord ook nog op de kaart schrijven of inkleuren! Als je 2, 4 of 6 gooit, krijg je een vraag over het christendom. Is het antwoord goed, dan teken je een kerk in een land waar hij volgens jullie in het jaar 1000 stond. Let op: soms moet je het goede antwoord ook nog op de kaart schrijven of inkleuren! Gooi verder om beurten. Ga door tot je alle vragenkaartjes gehad hebt of tot de tijd om is. Bedenk eerst samen het tekeningetje waarmee jullie een moskee of kerk op de kaart gaan aangeven. Je hebt voor dit spel 30 minuten. Wanneer ben je klaar? De materiaalbaas vraagt het controleblad aan de docent. Controleer of de kerken en moskeeën op de goede plaats staan en kijk wie het meeste goed heeft. Verplaats de moskeeën en kerken als je fouten had gemaakt, zodat je een goed beeld krijgt van de verspreiding van de godsdiensten. 15

Hoofdstuk 4 Opdracht 11 Maak zelf een toelichting bij de kaart Schrijf een toelichting bij de kaart. Maak deze opdracht eerst alleen in het klad. Gebruik bij het schrijven de aanwijzingen hieronder. Gebruik zoveel mogelijk de woorden die bij opdracht 1 in de tabel gezet hebt. In Nederland en andere West-Europese landen is het grootste deel van de bevolking..... Dat ontstond in....., want toen..... In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is het grootste deel van de bevolking..... Dat ontstond in....., Hulpmiddel: Wat je moet Woorden die je kunt gebruiken beschrijven Wanneer In... (jaartal), rond..., aan het eind van de... (telwoord) eeuw,... jaar geleden, van... tot... Waar In wat we nu... (land, gebied) noemen, In het Frankische rijk. Gebeurtenissen Beschrijven in verleden tijd (dit Verandering gebeurde) of voltooide tijd (namelijk: (dit is gebeurd). verspreiding) Volgorde: in... (jaartal), in... (jaartal); eerst, toen, daarna Oorzaak-gevolg: dit kwam doordat ; dit had tot gevolg dat..; hierdoor ontstond ; dat was er de oorzaak van dat... Verspreiding Een aantal, weinig > steeds meer,... werd/wordt, grotere groepen > de meeste, alle, in z'n geheel,... is Verandering Vanaf toen ; voortaan ; want toen..... In Spanje vind je veel oude kerken maar ook moskeeën uit de periode 500 tot 1000. Dat komt omdat..... 16

Hoofdstuk 4 Opdracht 12 Maak samen een toelichting bij de kaart Lees in je groepje om beurten de toelichting voor die je gemaakt hebt. Overleg welke toelichting volgens jullie het beste is en verbeter die waar nodig. De verslaggever zet deze toelichting bij de kaart die jullie gemaakt hebben en levert deze in bij de docent. Misschien kan de kaart met de beste toelichting in de klas worden opgehangen. 17

Nijl. Tigris Hoofdstuk 4 Verspreiding van christendom en islam in de periode 500-1000 In Nederland en andere West-Europese landen is het grootste deel van de bevolking christen. Dat is ontstaan in de periode 500 tot 1000, want toen..... In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is het grootste deel van de bevolking moslim. Dat is ontstaan in de periode 500 tot 1000, want toen..... In Spanje vind je veel oude kerken maar ook moskeeën uit de periode 500 tot 1000. Dat komt omdat..... Noord Zee Rijn Atlantische Oceaan Do nau Kaspische Zee Zwarte Zee Eufraat Middellandse Zee Perzisc he Golf Rode Zee 18