CONCEPT HRM 30 april 2019 Versie
Inhoud 1. Inleiding 1 2. Introductie- en inwerkprogramma 2 3. Rolverdeling 3 4. Evaluatie 4 Werkse! Concept 2019
1. Inleiding Een introductie- en inwerkprogramma is zowel voor de nieuwe medewerker als voor de organisatie van belang. De nieuwe medewerker voelt zich door het introductie- en inwerkprogramma direct betrokken bij de organisatie. Hij leert de kernwaarden van de organisatie en kan dit na een goede introductie direct toepassen en overbrengen. De nieuwe medewerker krijgt een goed beeld van wat er van hem verwacht wordt en voelt zich sneller op zijn gemak. Het belang van de organisatie is dat als de medewerker sneller wordt ingewerkt, de medewerker sneller rendement oplevert en er kans is op een betere binding met het bedrijf. Bovendien vermindert door het introductie- en inwerkprogramma het verloop in de eerste weken.
2. Introductie- en inwerkprogramma Om een en ander te ondersteunen zijn er voor nieuwe medewerkers twee programma s, namelijk het introductieprogramma en het inwerkprogramma. Het introductieprogramma is met name gericht op sociale integratie binnen de organisatie. De nieuwe medewerker moet kennis maken met de organisatie, ondergedompeld worden in de bedrijfscultuur, de gelegenheid krijgen kennis te maken met de verschillende collega s en duidelijk krijgen wat zijn of haar bijdrage is aan het grote doel van Werkse!. Het inwerkprogramma is eveneens van groot belang. Aangezien Werkse! veel verschillende functies kent is er geen standaard inwerkprogramma. De leidinggevende zal dus ruim voor de indiensttreding een passend inwerkprogramma moeten opstellen. Bij een inwerkprogramma draait het er met name om de medewerker bekend te maken met zijn functie, takenpakket, de werkomgeving (waaronder bijvoorbeeld computerprogramma s waarmee gewerkt gaat worden) en collega s. Goede begeleiding is hierbij essentieel. Ook is het wenselijk om afspraken met de nieuwe medewerker te maken over de verwachtingen die er over en weer zijn na de inwerkperiode. Onderdelen van het inwerkprogramma zien als volgt uit: Inwerken op functieonderdelen (gedoseerd en gestructureerd) Informatie m.b.t. het functioneren van de organisatie en de procedures Voortgangsgesprekken m.b.t. het inwerkprogramma. De tijdslijn van het volledige programma ziet er als volgt uit: Voor indiensttreding (onboarding) Eerste werkdag Eerste werkweek Einde maand 1 Einde maand 2 Einde maand 3 Opleidingsprogramma Evaluatie Zie ook de checklist introductie- en inwerkprogramma.
3. Rolverdeling Belangrijk bij de samenstelling van het introductie- en inwerkprogramma is dat duidelijk is wie welke introductie verzorgt. De verantwoordelijkheid voor de juiste uitvoering van het programma ligt bij de leidinggevende. Het is belangrijk dat de leidinggevende persoonlijk betrokken is bij zijn nieuwe medewerker. Daarnaast wordt er een buddy toegewezen aan de nieuwe medewerker. De buddy is bij voorkeur iemand uit het eigen team die goed ingewerkt is, voldoende tijd heeft om de nieuwe medewerker op te vangen en het ook met plezier doet. De buddy maakt de nieuwe medewerker wegwijs in de organisatie en fungeert als persoonlijke vraagbaak. De rol van de leidinggevende: zowel de opzet als de uitvoering van de introductie van/voor nieuwe medewerkers ligt bij de direct leidinggevende. De rol van buddy: er zijn drie terreinen waarover de nieuwe medewerker geïnformeerd dient te worden. De hoeveelheid en diepgang kan verschillen per persoon, dit is afhankelijk van de functie die de nieuwe medewerker gaat vervullen. De drie terreinen zijn: Praktische informatie Afdelingsinformatie Organisatie informatie
4. Evaluatie De duur van de introductie- en inwerkperiode van de nieuwe medewerker is afhankelijk van de medewerker en van de functie. Gemiddeld duurt dit 3 maanden voordat de nieuwe medewerker als volwaardige kracht kan worden gezien. Gedurende de introductie- en inwerkperiode hebben de nieuwe medewerker, de buddy en de leidinggevende frequent voortgangsgesprekken. Deze gesprekken kunnen worden beschouwd als tussentijdse evaluatiemomenten waarin bezien wordt of het inwerken voor beide partijen naar wens verloopt. Deze evaluatiemomenten worden vooraf bepaald. Tot slot wordt de totale introductie- en inwerkperiode geëvalueerd, wanneer de buddy en de direct leidinggevende denken dat deze volledig is doorlopen. Tijdens deze evaluatie kan worden besproken hoe de introductie- en inwerkperiode is doorlopen en kan het programma worden geëvalueerd. Deze op- of aanmerkingen worden meegenomen in het programma voor de volgende nieuwe medewerker. Deze evaluatie kan middels een gesprekverslag worden vastgelegd.